Fonts - voorbeelduitwerking Opdracht bij ‘van licht tot zicht’- Kees van Overveld Er zijn diverse sites op het Internet waar fonts te vinden zijn. Fonts hebben leesbaarheidsaspecten en betekenisaspecten. In deze opdracht ga je leesbaarheid en betekenis (connotatie) van fonts onderzoeken. 1.Download tenminste 4 sterk verschillende True-type fonts (True type fonts zijn fonts die op je beeldscherm er net zo uitzien als op geprinte output).
Gekozen fonts: Helvetica-Conth (1) , Bernard Fashion (2), Birch Std (3) , Parchment (4)
2.Bereken voor elk van de fonts de optimale puntgrootte die bij kijkafstand = 0.75 m overeenkomt met de eis van optimale leesbaarheid. We spreken van optimale leesbaarheid als één volledige licht-donkerovergang overeenkomt met 5 boogminuten. Realiseer je dat een letter ‘m’ drie licht-donker overgangen omvat. Een letter ‘m’ moet dus 15 boogminuten ofwel een halve graad beslaan. Op 75 cm leesafstand komt dat overeen met 0.37 cm. Voor 10 letters ‘m’ achterelkaar dus 3.7 cm. Voor de vier gekozen fonts zijn de optimale puntgroottes dus:
mmmmmmmmmm (14 pt Helvetica Conth)
mmmmmmmmmm (17 pt; Bernard Fashion)
mmmmmmmmmm (22 pt; Birch-Std)
mmmmmmmmmm (29 pt; Parchment) 3. Bedenk een experiment om kwantitatief te kunnen vaststellen welk font het best leesbaar is (met andere woorden, bedenk hoe je ‘goed leesbaar’ in een getal zou kunnen uitdrukken). Doe dat experiment, en stel vast of je de vier fonts op volgorde kunt zetten voor wat betreft hun leesbaarheid. ‘Makkelijk leesbaar’ kan bijvoorbeeld geoperationaliseerd worden als ‘zo snel mogelijk leesbaar zonder fouten’. Maak dus voor elk font een blok tekst met evenveel (volle) regels, en laat die door verschillende proefpersonen lezen. Verschillende proefpersonen lezen de blokken tekst in verschillende volgordes om volgorde effecten te vermijden. Bij elk blok tel je de totale leestijd van alle proefpersonen die dat blok gelezen hebben. Je berekent het gemiddelde en berekent de standaarddeviatie; op die manier kun je vaststellen of de verschillen tussen één font en een ander font statistisch significant zijn. Pas echter op: als een proefpersoon meerdere malen dezelfde tekst leest zal er een leereffect optreden: om
het experiment goed te doen moet je de proefpersoon dus juist verschillende blokken tekst voorzetten. Zorg er dan wel voor dat de moeilijkheid van de woorden in de blokken tekst gelijk is, waarbij je de ‘moeilijkheid’ kunt operationaliseren door dezelfde verdeling over de lengtes van de woorden in aantallen letters. Dan speelt de ‘moeilijkheid van de zinnen’ nog een rol: een tekst kan moeilijker, en dus langzamer leesbaar worden als de zin langer of ingewikkelder is. Daarom verdient het aanbeveling om de leestest uit te voeren met betekenisloze teksten: louter opsommingen van woorden met verschillende lengtes zonder onderlinge samenhang. Voor onze fonts zijn vier blokken tekst als volgt: 1 (Helvetica-Conth)
At vero eos et accusamus et iusto odio dignissimos ducimus qui blanditiis praesentium voluptatum deleniti atque corrupti quos dolores et quas molestias excepturi sint occaecati cupiditate non provident, similique sunt in culpa qui officia deserunt mollitia animi, id est Sed ut perspiciatis unde omnis iste natus error sit 2 (Bernard Fashion)
laborum et dolorum fuga. Et harum quidem rerum facilis est et expedita distinctio. Nam libero tempore, cum soluta nobis est eligendi optio cumque nihil impedit quo minus id quod maxime placeat facere possimus, omnis voluptas assumenda est, omnis dolor repellendus. Temporibus autem quibusdam et aut 3 (Birch Std)
et voluptates repudiandae sint et molestiae non recusandae. Itaque earum rerum hic tenetur a sapiente delectus, ut aut reiciendis voluptatibus maiores alias consequatur aut perferendis doloribus asperiores repellat Sed ut perspiciatis unde omnis iste natus Sed ut perspiciatis unde omnis iste natus error sit voluptatem accusantium dolorem 4 (Parchment)
cupiditate non provident, similique sunt in culpa qui officia deserunt mollitia animi, id est laborum et dolorum fuga. Et harum quidem rerum facilis est et expedita distinctio. Nam libero tempore, cum soluta nobis est eligendi optio cumque nihil impedit quo minus id quod maxime placeat facere possimus, omnis voluptas Sed ut perspiciatis
Een uitkomst van leestests met deze fonts zou bijvoorbeeld kunnen opleveren dat: 1 significant sneller leest dan 3 1 significant sneller leest dan 4 2 significant sneller leest dan 4 3 significant sneller leest dan 4. 4.Probeer of je je bevindingen bij vraag 4 in verband kunt brengen met Gestalt regels. Ga daarvoor na welke Gestalt regels van toepassing zouden kunnen zijn op fonts, en karakteriseer de gekozen fonts (waar mogelijk) in termen van de toepasbare Gestaltregels. Als je de gevonden resultaten daarmee niet kunt verklaren, zoek dan mogelijke andere oorzaken die het verschil in leesbaarheid kunnen verklaren. Probeer daartoe een hypothese, die geformuleerd is in termen van de vormenlaag op te stellen die in ieder geval niet strijdig is met de resultaten voor de onderzochte fonts. De gestalt regels zijn: nabijheid, gelijkvormigheid, omsluiting, kleinheid, symmetrie, gemeenschappelijke beweging, continuiteit. Nabijheid betreft vooral de spaties tussen letters. Fonts waarbij de spaties tussen letters veel kleiner zijn dan de spaties tussen woorden geven een makkelijke segmentatie van woorden. Nabijheid betreft ook zgn. ligaturen: bijvoorbeeld de lettercombinatie ‘fi’ waarbij de i onder de overhangende boog van de f komt te staan. Parchment heeft ligaturen; de andere fonts niet. Hypothese 1: ligaturen bevorderen de leesbaarheid niet. Bij het (empirisch goed leesbare) Helvetica is de tussenwoord spatie erg groot; hypothese 2 is dus: een grotere tussenwoordspatiëring bevordert de leesbaarheid. Gelijkvormigheid is vooral bij Parchment sterk aanwezig. De letters zijn (nagemaakte) handschriftletters die slechts zijn opgebouwd uit een paar verschillende elementen. Alle stokken (= vertikale elementen in letters, zoals de p, b, d, f, …)hebben bijvoorbeeld een klein haaltje; In een fragment als ‘imi’ zijn de haaltjes tussen de poten van de m ononderscheidbaar van het haaltje aan de i’s waardoor de ‘m’ moeilijk onderscheidbaar is van ‘iii’. Dit pleit voor letters waarbij de stokken louter recht zijn, met andere woorden voor letters zonder schreef. Dit wordt in het experiment bevestigd: fonts 1 en 2 zijn schreefloos. Hypothese 3: een schreef maakt een font moeilijker leesbaar. Omsluiting speelt meestal geen rol, tenzij bij typografische bijzonderheden zoals ligaturen;ook de twee hoofdletters ‘C’ in het traditionele ‘Coca Cola’ logo omsluiten andere letters. In de door ons onderzochte fonts is niet van omsluiting sprake. Kleinheid wordt bij Bernard Fashion gebruikt om de letters zonder stokken te onderscheiden van de letters met stokken. Een string zoals Bernard Fashion wordt in dat font dus gelezen als (B)(ernard)(F)(ashion). Dat is een complicatie bij het lezen, en die is consistent met onze bevinding dat font 1 wel, en font 2 niet significant makkelijker leest dan font 3. Hypothese 4: lange stokken bevorderen de leesbaarheid niet.
Symmetrie speelt normaal gesproken geen rol: de meeste letters zijn niet symmetrisch Gemeenschappelijke beweging kan in statische text geen rol spelen; wel bij (bijvoorbeeld) lichtkranten en aftiteling van films. Continuïteit speelt bij deze voorbeelden van traditioneel gezette tekst ook geen rol. 5.Onderzoek voor minstens één van je hypotheses hoe je die zou moeten falsifiëren. We nemen hypothese 3: ‘schreefloze letters lezen beter’. Deze hypothese wordt gefalsificeerd als er twee fonts zijn A en B, die alleen van elkaar verschillen doordat A geen schreven heeft en B wel, en waarbij B toch sneller leest dan A. Dat zou theoretisch kunnen, maar in de practijk zal het lastig zijn om twee zulke fonts te vinden. Inderdaad: als we bij B de schreven wegdenken en verder niets veranderen wordt ook de Gestaltregel ‘nabijheid’ beïnvloed, en de font-ontwerper zal daarom ook altijd de letterafstand kleiner maken. Hypothese 1 is om dezelfde reden theoretisch wel, maar practisch nauwelijks falsifieerbaar. 3.Voor elk van de fonts, schrijf een klein stukje tekst (hoogstens 2 zinnen) waarvan de connotatie van het font helemaal past, en een stukje waarvoor de connotatie juist helemaal niet past. (Bijvoorbeeld: ‘Er was eens een klein meisje dat altijd een rood kapje droeg en daarom Roodkapje genoemd werd’ in een futuristisch font).
tekstvoorbeeld
Sunlight zeep wascht net zoo schoon en dient sedert jaren het gemak van den huisvrouw! Intel Pentium Processor Nvidea Video met 1 GB Harddisk met 250 GB Nu voor 549 ,= Coco Chanel als icoon van de Franse Haute Couture En dan heb ik dus zoiets van ‘dat is helemaal mijn ding’, weet je wel? Pas op schrikdraad
Soort font waarin deze tekst gezet zou moeten worden krantenadvertentie uit 30-er of 40-er-er jaren, dus een : ouderwets font: hoekig, onregelmatige interspatiëring
Passend/ niet passend Passend
snel, strak, zakelijk, gelikt
Niet passend
chique, verfijnd, hautain
Passend
terloops, niet serieus
Niet passend
streng, ongezellig
Passend
En we zingen en we springen en we zijn zo blij want er zijn geen stoute kinderen bij.
kinderlijk, vriendelijk
Niet passend
Tot ons groot leedwezen moeten wij vandaag afscheid nemen van … Deze week bij Albert Heijn in de bonus: 1 kg hamlappen voor slechts 3.50
religieus, stemmig
Passend
snel, modern, vriendelijk, nononsense
Niet passend
4. Probeer of je de kenmerken (attributen) kunt vinden van de fonts die de verschillen in connotatie beschrijven, waarbij je die attributen geeft in termen van de vormenlaag en in termen van de betekenislaag (flauw bijvoorbeeld: letters zonder schreef geven een serieuze, zakelijke indruk – maar jullie voorbeelden moeten interessanter zijn!). Voorbeelden van vormkenmerken Niet-proportionele spatiëring (alle letterafstanden gelijk) Cursief (stokken staan niet vertikaal) Lijndikte dik in vergelijking met afmeting van de letters Rondingen zuiver cirkelvormig, stokken haaks Onregelmatige spatiëring, niet alle stokken evenwijdig Lijndikte niet constant
Overeenkomende connotatie Onpersoonlijk, mechanisch (oude typemachine!) zoals dit stuk tekst in Courier New Persoonlijk (herinnert aan handschrift), zoals dit stuk tekst in Freestyle Script Opdringering, zoals dit stuk tekst in Futura XBlk BT Humorloos, zoals dit stuk tekst in Century Gothic Onrustig, gestresst zoals dit stuk tekst
in Mistral Suggereert snelheid (vergelijk bewegingslijnen in strips!) zoals
in dit stuk tekst in Brush Script Std Alle hoeken afgerond, lijndikte dik in vergelijking met afmetingen van de letters
Suggereert humor (slapstick, comic book) zoals in dit stuk
tekst in Chubb