In het weekend van 22 en 23 september vindt in Oudenaarde de 28ste editie van de Internationale Werktuigendagen plaats. De organisatoren sparen kosten noch moeite om de tweedaagse happening opnieuw een veilig verloop te laten kennen. Ook kbc, marktleider in de land- en tuinbouwsector en opnieuw hoofdsponsor van het gebeuren, legt het accent op veiligheid. Alle bezoekers krijgen een aantal tips die de aandacht moeten vestigen op een veilig verloop van de demonstraties. Daarnaast brengt kbc Verzekeringen, in samenwerking met het Praktijkcentrum voor Land- en Tuinbouw (pclt), een remdemonstratie van tractor-wagencombinaties. Rijd jij trouwens veilig op de weg met jouw tractor en aanhangwagen? Medewerkers van Wees Wegwijs geven een kort overzicht van de belangrijkste verkeersregels die hierop van toepassing zijn. In volgende artikels lichten we de ce-markering van machines toe en benadrukken we het belang van een goed afgeschermde aandrijfas en een juiste bandenkeuze. We komen ook te weten hoe een melkveehouder uit Gooik omgaat met het aspect veiligheid. In een laatste bijdrage leren we dat investeren in een ergonomische stoel heel wat rugellende kan voorkomen.
Samenstelling: Philippe Masscheleyn, Boerenbond
Focus op veilig omgaan met machines Landbouw&Techniek
Veiligheid centraal Op 22 en 23 september vindt in Oudenaarde de 28ste editie van de Internationale Werktuigendagen plaats. Tijdens die tweedaagse happening zullen de terreinen langs de N60 weer in een gigantisch landbouwbedrijf omgetoverd worden. Een bedrijf waar ruim 80.000 mensen zullen rondlopen … – Philippe Masscheleyn –
focus op...
“Tot op heden zijn we steeds van ernstige ongevallen gespaard gebleven”, vertelt Annie De Groote, algemeen secretaris van de Internationale Werktuigendagen. “Maar dat wil zeker niet zeggen dat wij wat veiligheid betreft op onze lauweren rusten. Integendeel. Om alles in goede banen te leiden is er van tevoren overleg
Annie De Groote en Wim Claes bespreken de diverse veiligheidsmaatregelen.
met onze verzekeraar, kbc Verzekeringen. Daarnaast doen we nu al voor de tweede keer een beroep op de knowhow van een externe veiligheidscoördinator.”
Van bij aanvang betrokken “Het grote verschil met de vorige editie, in 2005, is dat die veiligheidscoördinator reeds in een veel vroegere fase bij het gebeuren betrokken werd. Zijn taak beperkt zich zeker niet tot het louter verzamelen en afhandelen van alle adminis tratieve beslommeringen met betrekking tot veiligheid. Hij formuleert ook onderbouwde adviezen om de veiligheid te verbeteren. Zijn voornaamste bekommernis na de vorige editie was of het echt noodzakelijk was dat de machines tussen de bezoekers rijden. Onze verzekeraar heeft die opmerking trouwens ook gemaakt. We zijn ons zeker bewust van de risico’s die hieruit voortvloeien, maar exposanten pleiten ervoor om hun machines tussen de bezoekers te showen. Om dit probleem op te vangen, is naast de betonweg een wandelweg – een 3 m brede grasstrook – aangelegd. Hierbij dring ik erop aan dat de duizenden bezoekers van deze weg gebruik zouden maken.”
Begeleider en nummer voor demonstrerende machines Aan alle exposanten wordt nadrukkelijk gevraagd om bij een demonstrerende machine – zowel op de weg als op het veld – steeds een machinebegeleider te voorzien. Die begeleiders zijn te herkennen aan hun veiligheidsvest met kbc-logo. Alle demonstrerende machines zullen ook verplicht een nummer moeten dragen. “Dat was de voorbije edities ook al het geval, maar toen werd het naleven van deze regel minder nauwlettend opgevolgd. Dat zal tijdens deze editie anders zijn”, benadrukt Annie De Groote. “Machines zonder nummer zullen onherroepelijk aan de kant gezet worden.”
• Landbouw&Techniek
Figuur 1 Grondplan Internationale Werktuigendagen, editie 2007
Voor het comfort van de bestuurders van de machines werden langs de asfaltweg jaren geleden al uitwijkstroken aangelegd. “Die zijn er natuurlijk nog steeds”, gaat De Groote verder. “Maar ik wijs er toch even op dat op de weg tijdens de Werktuigenda-
gen eenrichtingsverkeer geldt, wat maakt dat het aantal passeermanoeuvres tot een absoluut minimum beperkt moet blijven.”
Iedereen draagt steentje bij Knelpunten zijn elke editie de twee kruispunten op het terrein. “Om vlotter en vooral veiliger verkeer op die kruispunten te garanderen, zullen we er – voor de eerste keer – ‘verkeersbegeleiders’ inzetten. Zeker geen overbodige luxe, want vooral op het uitzwenken van grote machines blijken nogal wat bezoekers zich te misrekenen.” Na de vorige editie merkte de veiligheidscoördinator ook op dat er grote machines onder hoogspanningsleidingen stonden, iets dat de organisatoren voor deze editie meteen gereorganiseerd hebben. “Omdat de veiligheidscoördinator nu van bij aanvang bij het gebeuren betrokken is, is zijn taak ook veel uitgebreider geworden. Zo hebben alle externe bedrijven die bij de Internationale Werktuigendagen betrokken zijn een aantal veiligheidsinstructies gekregen. Voor de tentenbouwers zijn dat bijvoorbeeld tips in verband met brandveiligheid, stormvastheid … Maar ook onze exposanten zullen een week voor de happening een aantal specifieke veiligheidstips ontvangen van de veiligheidscoördinator. Tijdens de happening staat de coördinator in nauw contact met de diverse hulpdiensten.” “Alle bezoekers krijgen, wanneer ze de terreinen betreden, een bezoekersplan
waarop een noodnummer en een aantal preventietips (zie onder) voor een veilig verloop van de demonstraties staan vermeld”, pikt Wim Claes, adviseur Risicobeheer en Preventie bij kbc Verzekeringen, hierop in. “Die preventietips en het noodnummer worden ook bezorgd aan de exposanten. Hun wordt gevraagd om deze gegevens duidelijk zichtbaar op hun stand op te hangen.” Op de kbc-stand (standnummer 101) zal ‘preventie in land- en tuinbouw’ ook in de kijker staan. “In een wedstrijd die we organiseren, wordt een vraag gesteld over veilig remmen met tractoren. Je kan er een interessante prijs mee winnen.” Bij eventuele ongevallen is de coördinatie van de urgentiediensten in handen van de brandweer van Oudenaarde. “Via het noodnummer komt men rechtstreeks bij een meldkamer terecht, die zich op de terreinen bevindt”, aldus De Groote. “Bij zeer ernstige ongevallen wordt een Bijzonder Nood- en Interventieplan (bnip) in werking gesteld. Gewonden kunnen dan opgevangen worden in twee daarvoor voorziene ‘vooruitgeschoven medische zones’.” De Groote hoopt ook deze editie van de Werktuigendagen ongevalvrij te kunnen houden. “Ik reken daarbij in de eerste plaats op het gezonde verstand van iedereen die op het terrein aanwezig is.” n
Praktische info: www.werktuigendagen.be.
Preventietips • Blijf op de wandelpaden. • Volg de instructies van de veiligheids- mensen en machinebegeleiders op. U herkent ze aan hun veiligheidsvest met KBC-logo. • Houd afstand van draaiende of rijdende machines. • Begeef u niet in manshoge gewassen. • Laat kinderen niet in de gewassen of tussen de machines spelen.
NOODNUMMER 09 384 35 73
www.kbc.be
we hebben het voor u
Landbouw&Techniek •
Verkeersregels in een notendop Rijd jij met jouw tractor en aanhangwagen veilig op de weg? – Naar: Wees Wegwijs – Voorlopig zijn er nog enkele bestuurders die met een landbouw- of bosbouwtractor mogen rijden zonder in het bezit te zijn van een rijbewijs G. Vanaf 1 januari 2009 moet iedere bestuurder van een landbouw- of bosbouwtractor en van voertuigen ingeschreven als landbouwmateriaal, landbouwmotor of maaimachine, en die geboren is op of na 1 oktober 1982, in het bezit zijn van een rijbewijs G of van een rijbewijs C+E. Dit geldt ook voor bestuurders vanaf zestien jaar. De maximaal toegelaten massa (mtm) van de sleep – dus van het voertuig met de aanhangwagen – die hij bestuurt mag niet hoger zijn dan 20 ton. Anders dan bij het rijbewijs B of C, geldt het rijbewijs G zowel voor de tractor als voor de tractor met aanhangwagen. Opgelet, wordt een landbouw- of bosbouwtractor niet gebruikt voor landbouwof bosbouwactiviteiten, maar bijvoorbeeld voor wegenwerken, dan is een rijbewijs B, B+E, C1, C1+E, C of C+E vereist, naargelang de mtm van het voertuig of van het samenstel.
Maximaal toegelaten massa
focus op...
De maximaal toegelaten massa (mtm) is een begrip dat regelmatig opduikt in het verkeers- en het technische reglement. Men spreekt ook wel van hoogst toegelaten massa of technisch toelaatbare maximummassa. Je vindt die terug op het inschrijvingsbewijs, het keuringsbewijs en de technische fiche of het identificatieverslag van het voertuig. De maximaal toegelaten
massa wordt bepaald bij de constructie van het voertuig en blijft onveranderd.
Vereisten landbouwtractor Aan welke voorwaarden moet een landbouwtractor voldoen? Hij moet bestemd zijn voor landbouw- of bosbouwdoeleinden en kan uitgerust zijn voor het vervoer van een lading en van bijrijders. Deze omschrijving geldt slechts voor tractors die gemonteerd zijn op luchtbanden, met twee assen en met een door de constructie bepaalde maximumsnelheid tussen 6 en 40 km/uur + 4 km/uur. In de ons omringende landen kan de maximaal toegelaten snelheid van een landbouwtractor hoger liggen, maar in België is ze voorlopig nog beperkt tot 40 km/uur. Het gelijkvormigheidsattest, het kentekenbewijs, het verzekeringsbewijs en het keuringsbewijs (alsook de technische fiche of het identificatieverslag) moeten verplicht in de tractor aanwezig zijn. Het moeten de originele documenten zijn, geen kopieën. Ook een gevarendriehoek en een brandblusapparaat zijn verplicht. Een verbandetui is verplicht als er werknemers met de tractor rijden.
gebruik) en om uitsluitend getrokken te worden door landbouwvoertuigen. De mtm van een aanhangwagen van ambachtelijke makelij mag niet meer dan 8000 kg bedragen, de eigen massa mag maximaal 6000 kg zijn. Voor andere aanhangwagens geldt: de mtm van een aanhangwagen met oplooprem mag niet meer dan 8000 kg bedragen; de mtm van een aanhangwagen met hydraulische remmen mag niet meer dan 22.000 kg bedragen; de mtm van een aanhangwagen met luchtdrukremmen mag meer dan 22.000 kg bedragen. De mtm van een sleep, dus tractor en aanhangwagen samen, mag niet meer dan 44.000 kg bedragen.
Landbouwaanhangwagen Een landbouwaanhangwagen mag uitsluitend getrokken worden door een landbouwtractor. Een landbouwaanhangwagen van ambachtelijke makelij is bestemd om gebruikt te worden door de aanvrager (dit omvat ook alle vormen van onderlinge bedrijfshulp of gemeenschappelijk
Meer dan dertig jaar actief Al meer dan dertig jaar is Wees Wegwijs actief in het ontwerpen, uitwerken, illustreren en actualiseren van handboeken, computerprogramma’s, cd-roms, websites ... over de theoretische kennis van de verkeerswetgeving als voorbereiding op het theoretische examen. Momenteel verdeelt Wees Wegwijs vier handboeken: over rijbewijs categorie A+A3, rijbewijs categorie B, rijbewijs categorie C+D en rijbewijs categorie G. Elk handboek bevat alle informatie die nodig is om te slagen voor het theoretische examen. Daarnaast is er ook een ‘handboek voor de weggebruiker’, bedoeld voor de doorsneeweggebruiker die een vraag heeft over het verkeersreglement. Alle mogelijke informatie, zowel voor de autobestuurder als voor de fietser en de voetganger, is in dit handboek gemakkelijk terug te vinden. Het handboek van Wees Wegwijs voor het rijbewijs categorie G is het enige op de markt. Wie klant is bij kbc Verzekeringen kan dit handboek bekomen tijdens de Internationale Werktuigendagen. Knip hiertoe de bon uit op p. 15 en breng die ingevuld mee naar de kbcstand (de precieze voorwaarden worden vermeld op de bon).
• Landbouw&Techniek
Verkeersregels tractor In principe gelden voor de tractor dezelfde basisregels als voor de andere voertuigen in het verkeer. Toch zijn er enkele afwijkingen. Het slepen van meer dan één aanhangwagen is toegelaten voor landbouwvoertuigen. Maar er zijn beperkingen aan verbonden, de zogenaamde 3 x 25-regel. Zulke slepen mogen maximaal 25 m lang zijn, maximaal 25 km/uur rijden en alleen binnen een straal van 25 km rond de hoeve rijden. Rechts afslaan kan voor lange voertuigen en slepen bepaalde problemen met zich meebrengen, zeker op plaatsen waar de rijbaan smal is en er weinig ruimte is op het kruispunt. Daarom heeft het verkeersreglement voor deze voertuigen een uitzondering gemaakt. Hierbij moet rekening gehouden worden met volgende voor-
waarden: lang voertuig of lange lading; korte draai (alleen naar rechts). Normaal gezien moet de bestuurder die rechts afslaat zo dicht mogelijk bij de rechterrand van de rijbaan blijven. Hij mag zich evenwel naar links begeven als hij omwille van de plaatsgesteldheid en de afmetingen van het voertuig of de lading niet bij de rechterrand van de rijbaan kan blijven. Hij zet vanaf het begin van de beweging de rechterrichtingaanwijzer aan, hoewel hij even naar links moet uitwijken. Omdat er bij het rechts afslaan (vooral bij vrachtauto’s) veel dodehoekongevallen gebeuren, moet de tractorbestuurder zeker goed opletten voor achterliggers die inhalen of voorsorteren, fietsers en bromfietsers die rechts van zijn tractor komen rijden en alle andere weggebruikers die niet weten wat de tractorbestuurder van plan is. Hij moet hun voorrang verlenen. In de straat
Rechts afslaan kan voor lange voertuigen en slepen bepaalde problemen met zich meebrengen, zeker op plaatsen waar de rijbaan smal is en er weinig ruimte is op het kruispunt.
die de bestuurder in rijdt, moet hij wel zo dicht mogelijk bij de rechterrand blijven.
Gewijzigde voorrangsregels We wijzen er nog even op dat de voorrangsregels gewijzigd zijn. Iedere bestuurder moet voorrang verlenen aan fietsers die zich bevinden op het fietspad naast de rijbaan, op een kruispunt of op een rotonde. Hij moet ook voorrang verlenen aan fietsers die op een kruispunt rechtdoor rijden als hij wil afslaan; aan fietsers die op het einde van een fietspad rechtdoor rijden op de rijbaan en aan fietsers die van rechts komen op een kruispunt met ‘voorrang aan rechts’. De ‘voorrang aan rechts’ geldt ook als de fietser gestopt is en weer wil vertrekken. Een fietser die gebruik maakt van een oversteekplaats voor fietsers moet zelf voorrang verlenen aan de naderende bestuurders. Maar hoe valt een oversteekplaats te onderscheiden van een fietspad dat de rijbaan oversteekt? Een fietspad is aangeduid door wegmarkeringen in de vorm van evenwijdige witte onderbroken strepen of door verkeersborden. Een oversteekplaats is aangeduid door wegmarkeringen in de vorm van vierkanten of parallellogrammen.
Driekleurig verkeerslicht Als een verkeerslicht, rond of in de vorm van een pijl, op oranje springt, moet de bestuurder die dit nadert, stoppen. Hij mag alleen verder rijden als hij niet meer veilig kan stoppen: omdat er een achterligger, meestal een vrachtauto die niet zo snel kan stoppen, dicht achter hem rijdt of omdat hijzelf niet meer kan stoppen omdat hij zich te dicht bij het verkeerslicht bevindt. Als een oranje verkeerslicht knippert, omdat dit zo afgesteld staat of omdat het verkeerslicht (rode en groene fase) niet werkt, dan gelden de voorrangsborden of – als er geen voorrangsborden zijn – de voorrangsregel ‘voorrang aan rechts’. n
Aangepaste wetgeving voor rijbewijs G Sinds 1 september 2007 zijn kandidaten niet meer verplicht om een opleiding te volgen in een erkende rij- of landbouwschool als zij een rijbewijs van de categorie G willen behalen. Vóór het praktische examen kunnen deze kandidaten enkel oefenen op een privéterrein. Tijdens het praktische examen genieten kandidaten een vrijstelling van rijbewijs, maar om zich naar het examencentrum te begeven moeten zij vergezeld zijn van een bestuurder die ofwel een rijbewijs G of C+E bezit ofwel geboren is voor 1 oktober 1982 (vrijstelling van rijbewijs G). Kandidaten die wel een opleiding volgen (rijschool, landbouwschool of opleidingscentrum) mogen zich tijdens hun opleiding wel op de openbare weg begeven. Daarnaast kunnen houders van het rijbewijs B of B+E, ook sinds 1 september 2007, voertuigen besturen van categorie G, op voorwaarde dat de massa van deze voertuigen de mtm voor de categorie niet overschrijdt (B: 3500 kg met aanhangwagen 750 kg en B+E: 3500 kg met aanhangwagen meer dan 750 kg). Deze mogelijkheid bestond voordien reeds voor houders van het rijbewijs C of C+E. Landbouw&Techniek •
Veilig vanaf constructie De vereisten waaraan een veilige machine moet voldoen, zijn vervat in de Belgische wetgeving. “Dankzij de mechanisatie in de land- en tuinbouwsector steeg het rendement en daalde de fysieke belasting”, vertelt ir. Ludo Maeghe van PreventAgri Vorming. “Maar de krachtige machines brachten nieuwe risicofactoren met zich mee. De gevolgen van een ongeval zijn vaak ernstig, zowel voor de land- of tuinbouwer zelf als voor zijn bedrijf. Nieuwe machines zijn uitgerust met veiligheidssystemen en controlemechanismen die de kans op een ongeval beperken. In de sector worden echter nog vaak oude machines gebruikt.”
Machinerichtlijn
focus op...
De Machinerichtlijn is een Europese richtlijn die omgezet is in Belgisch recht (kb betreffende het op de markt brengen van machines). De wetgeving beschrijft het algemene (en minimale) veiligheidsniveau waaraan een machine moet voldoen. Maeghe: “Machines mogen pas op de markt komen als ze voldoen aan de in de richtlijn beschreven ‘fundamentele veiligheids- en gezondheidsvoorschriften’. De constructeur heeft de plicht de risico’s vast te stellen en er rekening mee te houden bij het ontwerp en de constructie van een machine. Hij moet preventiemaatregelen nemen om de risico’s uit te sluiten, te beperken of af te schermen. De overblijvende risico’s moet de constructeur signaleren. Hij moet ook aangeven of de
11,79%
“Het ce-keurmerk geeft de gebruiker de garantie dat de machine voldoet aan de wettelijke eisen. Dit betekent dat ze technisch veilig is. De constructeur zal de Machinerichtlijn enerzijds volgen om wettelijk in orde te zijn, maar anderzijds past het ook in een marketingstrategie. Veilige machines verkopen is een goed verkoopargument. De kans op claims of aansprakelijkheid bij ongevallen zal eveneens verkleinen. Toch heeft ook de landbouwer nog een grote verantwoordelijkheid, onder meer tegenover zijn werknemers: een doordacht gebruik van de veilige machine in veilige omstandigheden is minstens even belangrijk. De landbouwer moet dus steeds alert blijven voor overblijvende of nieuwe risico’s en hiervoor bijkomende maatregelen treffen”, aldus nog Maeghe.
Lijvig technisch dossier
Wat met oudere machines?
“Voor alle machines geldt dat de constructeur een technisch dossier moet samenstellen met alle technische details van de machine. Dit houdt onder andere in: een risicobeoordeling, een technisch constructiedossier en de gebruiksaanwijzing in een of meerdere landstalen. Deze procedure geldt voor alle nieuwe machines. Indien de land- of tuinbouwer de machine met een ce-merkteken aanpast en/of ombouwt, moet hij zelf een technisch dossier opstellen met de technische omschrijving van het deel dat veranderd werd. Hij moet de
“Machines die al vroeger in gebruik waren, vallen niet onder de richtlijn. De land- of tuinbouwer mag ze verder gebruiken op voorwaarde dat hij ze onderwerpt aan een grondige veiligheidscontrole. Dit houdt onder meer in dat men controleert of alle afschermingen nog aanwezig zijn en of de omgeving waarin men werkt geen risico’s stelt. Van deze controle of risicoanalyse moet een schriftelijk verslag opgesteld worden. Indien nodig moet men maatregelen treffen om de machine conform de wetgeving te maken.” n
9,72%
2,90% 3,19% 3,67% 0,70% 0,61%
13,77% 26,24%
trekker verplaatsbaar niet-draagbaar mechanisch gereedschap vast mechanisch gereedschap draagbaar mechanisch gereedschap handgereedschap elektrische installatie gevaarlijke stoffen dieren valpartij gelijkgronds valpartij met niveauverschil andere
Figuur 1 Oorzaken van arbeidsongevallen in de landbouw in België, 19952000 (bron: nis)
• Landbouw&Techniek
Nut van CE-keuring?
gebruiker een opleiding moet volgen en welke persoonlijke beschermingsmiddelen hij/zij moet gebruiken. Gevaarlijke machines (oogstmachines, hakselaars, graafmachines …) moeten een typekeuring ondergaan door erkende keuringsinstanties (‘aangemelde instanties’ of notified bodies).” Alle machines die aan de norm voldoen, krijgen een eg-verklaring van overeenstemming en moeten de ce-markering dragen. “Alle machines die sinds 1 januari 1995 op de markt gebracht werden, moeten de ce-markering hebben. Die geeft aan dat een machine voldoet aan de Europese minimale eisen betreffende veiligheid en gezondheid. Opgelet, dit is dus geen kwaliteitsmerk”, benadrukt Maeghe.
8,45%
18,97%
nieuwe risico’s identificeren en de veiligheid garanderen door de gepaste maatregelen te nemen. Hij mag de machine niet in de handel brengen. Wil hij de machine toch op de markt brengen, dan wordt hij producent. Dan moet de machine wel een keuring ondergaan. De keuringsmethodes lopen uiteen. Voor kleine risico’s kan de producent dit zelf doen, zwaardere risico’s moeten gekeurd worden door een erkende keuringsinstantie.”
Ongevallen met land- en tuinbouwmachines Motorgestuurde machines liggen aan de oorsprong van één op tien ongevallen in de Belgische land- en tuinbouw. Vooral mannen zijn slachtoffer (91%), meestal zijn ze jonger dan 35 jaar. Figuur 1 geeft de oorzaken van arbeidsongevallen in de landbouw. Wanneer we de ongevallen met de tractor en al het mechanische en het handgereedschap samentellen, dan zijn die verantwoordelijk voor bijna een kwart van de ongevallen aangegeven bij de landbouwtellingen.
Onvoldoende afgeschermde aandrijfas wordt dodelijk wapen Bewegende delen zijn het voornaamste risico van land- en tuinbouwmachines. Het ontbreken van de noodzakelijke bescherming ervan leidt vaak tot ongevallen. – Philippe Masscheleyn (foto’s: gkn Walterscheid Belgium) – “Jaarlijks gebeuren er meerdere zware ongevallen met aandrijfassen”, legt ir. Ludo Maeghe van PreventAgri Vorming uit. “Het slachtoffer wordt meegesleurd door losse kleding, een sjaal, een broekspijp, sieraden, haren of een ander lichaamsdeel dat meedraait in de aandrijfas. Vermijd dus zoveel mogelijk om in de buurt van een draaiende aandrijfas te komen en zorg ervoor dat de beschermbuis volledig en in goede staat is. Een studie van de Mutualité Sociale Agricole (msa) uit Frankrijk heeft aangetoond dat 40% van de beschermbuizen rond de aandrijfas van getrokken of gedragen landbouwmachines niet meer in goede staat is na twee jaar gebruik. Soms waren de beschermbuizen zelfs verdwenen. Nochtans kan de levensduur van een beschermbuis aanzienlijk verlengd worden door bij niet-aangekoppelde werktuigen de aandrijfas met beschermbuis op te hangen
structie van aandrijfassen en aankoppelsys temen voor de landbouwsector.
Enkele tips Om veilig te werken met een aandrijfas, raadt Ludo Maeghe aan om een volledige bescherming te plaatsen. “Bij een nieuwe machine stellen er zich meestal geen
met de daarvoor voorziene kettingen of hem op een speciaal daarvoor voorziene steun te leggen, en door de beschermbuis regelmatig te onderhouden en indien nodig te herstellen.”
Nieuwe veiligheidsnorm In 2004 werd een nieuwe Europese veiligheidsnorm voor aandrijfassen van kracht. Alain Sépulchere, van Technical Service gkn Walterscheid Belgium, geeft een woordje uitleg. “Door de nieuwe veiligheidsnorm hebben we een aantal technische veranderingen doorgevoerd bij de productie van onze aandrijfassen. Zo zijn de vooral aan de trekkerzijde gebruikte aansluitgaffels met uitstekende delen, zoals gaffels met drukstiftbediening, verdwenen. Ook hebben de groothoekbeschermkappen in gedraaide toestand geen opening groter dan 30 mm meer.” gkn Walterscheid is wereldmarktleider voor de con-
problemen. Maar omdat de bescherming van de aandrijfas gemaakt is uit plastic, is die gevoelig voor breken. De kans dat dit gebeurt, kan vermeden worden door de beschermkappen op de aandrijfas met een ketting aan tractor en machine te bevestigen. Op die manier voorkom je dat de bescherming van de aandrijfas meedraait. Ook moet je er steeds op letten dat je met een getrokken voertuig niet te kort draait, want dan breekt de kap gegarandeerd.”
Houd ook hier rekening mee …
Ook bescherming aftakas op trekker bij wet geregeld Reeds in 1986 werd omtrent de afscherming van de aftakas een Europese richtlijn uitgevaardigd. Die werd dan door de diverse lidstaten in een wet omgezet. Ludo Maeghe: “De aftakas moet afgeschermd worden door een kap die op de trekker bevestigd is en die tenminste de bovenzijde en de twee zijkanten van de aftakas bedekt. De afmetingen van de afscherming zijn vastgesteld en afhankelijk van het aftakastype. De afschermkap moet zo zijn ontworpen dat het gebruik of het onderhoud van de tractor niet belemmerd wordt. Het onderhoud moet mogelijk zijn zonder de beveiliging te verwijderen. De gebruikte materialen moeten weerbestendig zijn, mogen hun mechanische eigenschappen niet verliezen bij koude en moeten voldoende sterk zijn. De afschermkap mag geen scherpe punten of kanten vertonen. Behalve de opening die nodig is voor de bevestiging van de ketting ter beveiliging van de aftakas, mag de afschermkap geen openingen bevatten met een doorsnede of grootste zijde van meer dan 8 mm.”
“Wanneer je met de tractor achteruit rijdt, moet de aftakas van basissnelheid naar neutraal geschakeld worden. Een aangekoppeld werktuig kan immers ernstige schade oplopen door het achteruit draaien van het mechanisme. Sommige machines kunnen door de zogenaamde vliegwielwerking lang blijven doordraaien. Schakel de aandrijving van de aftakas uit, leg de motor stil en neem de sleutel uit het contact voor je de bestuurderspost verlaat. Niemand mag de tractor starten terwijl een andere persoon zich in de buurt van de aftak- of aandrijfas bevindt. En tot slot, vermijd loshangende kleding als je aan de aandrijf- of aftakas werkt.” n Landbouw&Techniek •
Gevaren onderkennen kan veel onheil voorkomen Moderne bedrijfsgebouwen, een goed onderhouden machinepark en een verantwoordelijke bedrijfsleider zijn de beste garanties voor veiligheid op het landbouwbedrijf. Hoe pakt landbouwer Chris Versyck uit Gooik dit aan? – Luc Van Dijck –
focus op...
Het melkveebedrijf van Chris Versyck ligt mooi verscholen in Kester in het Pajottenland. Toen Chris, met een diploma van industrieel ingenieur elektromechanica op zak, in 1991 besliste om het ouderlijke bedrijf over te nemen, was het de bedoeling om dit snel uit te bouwen tot een toekomstgericht modern bedrijf. “Wat ik vooral onthouden heb, is dat de koe ‘een transformator is van licht, lucht en voer naar melk’. Vanuit die elementen heb ik het bedrijf ontwikkeld”, steekt Chris van wal. “Kwaliteitsvol voer, daar kan je aan werken. Maar voor een kwaliteitsvolle huisvesting (licht en lucht) was het onvermijdelijk om nieuwe bedrijfsgebouwen op te trekken. De oude boerderij was hiervoor absoluut ongeschikt.”
Chris liet er geen gras over groeien, integendeel, de plannen werden snel geconcretiseerd. In 1992 bouwde hij een nieuw woonhuis, waar hij nu woont met zijn echtgenote Mariëlle Van Ongeval en dochter Jasmine. Mariëlle werkt bij een computerbedrijf. Ook Chris’ ouders wonen op dit adres. Eind mei 1993 werd de oude boerderij afgebroken en vijf maanden later werden in de nieuwe melkveestal voor het eerst de koeien gemolken. De veestapel werd volledig vernieuwd: de 30 dubbeldoelkoeien maakten plaats voor een lot van 45 nieuwe zwartbonte Holsteins die aangekocht werden op de veiling in het Duitse Osnabrück. Twee jaar later werd een nieuwe jongveestal gebouwd die ook onderdak bood aan een deel van de werktuigen. En nog deze maand start de bouw van een nieuwe loods, onder meer voor graan- en wachtsilo’s voor de opslag en verwerking van de zelfgeteelde granen (dit gebeurt nu op een andere locatie op 20 km afstand). Chris teelt gerst, tarwe, haver en spelt en stockeert en plet deze granen zelf. In de nieuwe loods komen ook nog stroboxen, stro-opslag en ruimte voor een deel van het machinepark.
De Ecofarm De nieuwe melkveestal heeft plaats voor 60 koeien, in zwevende ligboxen die allemaal voorzien zijn van matrassen. De kelder is goed voor 1100 m³ mestopslag. De Ecofarm – dat is de naam die Chris aan zijn nieuw bedrijf heeft gegeven – beschikt over 82 ha grond, waarvan 30 ha graangewassen, 30 ha maïs, 18 ha gras en 3 ha suikerbieten. De meeste veldwerkzaamheden voert Chris zelf uit. Alleen het hakselen, het pikdorsen en het persen zijn voor de loonwerker. Met de 46 koeien wordt het quotum van 500.000 l volgemolken in de 2 x 3-autotandemmelkinstallatie. De koeien komen alleen in het weideseizoen overdag een paar uur buiten. Het rijke basisrantsoen is samengesteld uit 25 kg maïs, 10 kg raaigras, 6 kg perspulp, 1,2 kg soja, 0,5 kg tarwe, 1,2 kg gerst, 0,3 kg koolzaadschroot, 100 g vitaminen en mineralen en 50 g krijt. In functie van het vochtgehalte
Sneller werkgever dan gedacht Chris Versyck: “Nieuwe machines hebben al veel meer veiligheidsvoorzieningen dan vroeger, maar ook de instelling van de landbouwer speelt mee in het omgaan met het aspect veiligheid.”
• Landbouw&Techniek
Zodra je werknemers in dienst hebt, ben je verplicht om een aantal maatregelen te nemen die de veiligheid en het welzijn van deze werknemers bij de uitvoering van hun werk garanderen. Een en ander wordt uitgebreid geregeld in de welzijnswetgeving. Het begrip ‘werknemer’ gaat zeer ruim. Uiteraard gaat het in elk geval om die personen met wie je een arbeidsovereenkomst hebt gesloten, maar als landbouwer is het zeker belangrijk om te weten dat al wie onder jouw gezag werkt (bijvoorbeeld vrijwilligers of familieleden die een handje komen helpen) ook ‘werknemer’ geworden is. Daarnaast worden de personen die een beroepsopleiding volgen waarvan het studieprogramma voorziet in een vorm van arbeid die al dan niet in de opleidingsinstelling wordt verricht, de personen verbonden door een leerovereenkomst en de stagiairs ook als werknemer beschouwd. Wil je hier meer over weten, neem dan een kijkje op de website van kbc: www.kbc.be/ltb.
van het gras en van de structuur van het voer wordt er hooi toegevoegd, ongeveer een kilo. Dat rantsoen is goed voor 30 l ruwvoedermelk. Enkel de hoogproductieve koeien kunnen in de krachtvoederautomaat terecht voor een aanvullende portie krachtvoeder van maximaal 2,5 kg. Een melkveehouder heeft het voordeel dat hij zijn koeien tweemaal per dag ziet. Zo kan hij snel reageren als een koe een probleem laat zien. “Een melkkoe kan je niet bedriegen”, zegt Chris. “Veranderingen in het voeder leiden tot fluctuaties in de melk. Dat heb ik aan den lijve ondervonden op het moment dat de voerderfabrikant begon te variëren in het gebruik van de grondstoffen. Zelf de basisgranen telen en eigen voeders mengen kon een oplossing bieden. Dat was de reden waarom ik eind jaren 90 een voedermengwagen heb gekocht. Toen in 1999 de dioxinecrisis uitbarstte, bewees deze investering haar waarde nog meer.” De genetische vooruitgang wordt bewaakt door de inzet van kwaliteitsstieren. Chris doet zelf aan ki. Enkele stieren die gebruikt worden, zijn: Convincer, Lancelot, Ramos, Rocko, Paramount en
Canvas. Als kruislingstieren staan Fred en Graphite op de lijst. Een Holsteinstier staat paraat voor koeien die na drie inseminaties nog niet drachtig zijn. Langleefbaarheid is hier geen ijdel woord. Gemiddeld kalven de koeien vier- tot vijfmaal. Het vervangpercentage ligt tussen 20 en 25%. De tussenkalftijd bedraagt 420 tot 430 dagen.
Probiotica en voedingssupplementen Wat de gezondheid van de koeien betreft, zet Chris alles in op preventie. “Ik heb de beste ervaringen met natuurlijke voedingssupplementen die samengesteld zijn uit plantenextracten, organische zuren, vitaminen en mineralen. Door deze producten te gebruiken, moeten er ook geen wachttijden gerespecteerd worden. De weerstand van de dieren wordt er aanzienlijk door verhoogd, preventie gaat voor alles. Bovendien verzekert het gebruik van probiotische reinigings- en ontsmettingsproducten een gezonde leefomgeving. Driemaal per week ontsmetten we de stallen door het product met een rugsproeier te vernevelen.” Voor Chris vertaalt langleefbaarheid zich in ster-
Het is van levensbelang om de beschermkappen van de aandrijfassen goed te bevestigen met de bijhorende kettinkjes.
ke en gezonde koeien met bijzondere aandacht voor de kwaliteit van het beenwerk en de gezondheid van de klauwen. “Het was dan ook een opdoffer toen wij enkele jaren geleden serieuze problemen hadden met klauwaandoeningen. Nu we de koeien om de drie weken door een lang voetbad sturen, waarbij de klauwen en poten preventief gereinigd en gekoloniseerd worden met probiotische bacteriën, zijn deze problemen goed en wel van de baan.
Veiligheid Veiligheid is een ruim begrip. Bij de begrippen ‘landbouw en veiligheid’ denkt men vandaag direct aan voedselveiligheid, dat is dan het maatschappelijke aspect. Maar de landbouwer zelf wordt elke dag opnieuw concreet geconfronteerd met het aspect veiligheid: in de omgang met dieren en met machines, bij de activiteiten op het bedrijf en op het land. “Veiligheid heeft vooral te maken met de instelling van de landbouwer zelf”, geeft Chris aan. “Waarmee ik niet wil zeggen dat elk ongeval de fout is van de boer zelf; ongevallen zijn immers nooit uit te sluiten. Maar vooruitzien en de gevaren onderkennen kan al veel problemen voorkomen. Veilig werken begint met nette en goed onderhouden gebouwen en een verzorgde bedrijfsomgeving. Ik heb overal rond de stallen een gepolijste betonvloer laten aanleggen. Afval of afgedankte werktuigen zal je hier niet vinden. Een tweede aspect is het gebruik van op hun taak berekende machines, waarmee dan ook veilig wordt omgegaan. Dat betekent dat ik de veiligheidsvoorschriften goed opvolg. Daar ligt volgens mij een taak van de verdelers, om de klanten goed te leren om veilig met de machines om te gaan. Veilig omgaan met de dieren hoort hier ook bij. Echter, bij de aankoop van koeien krijg je daar niet zo’n handleiding met veiligheidstips bij …” Chris troont ons mee naar de grondbewerkingsmachines die netjes opgesteld
Veilig gebruik van arbeidsmiddelen Het kb van 12 augustus 1993 betreffende arbeidsmiddelen richt zich op het veilige gebruik van arbeidsmiddelen. Onder arbeidsmiddelen verstaat de wetgeving alle op de arbeidsplaats gebruikte machines (bijvoorbeeld graafmachines), apparaten (bijvoorbeeld boormachine), gereedschappen (bijvoorbeeld hamer) en installaties (bijvoorbeeld melkinstallatie). Deze regelgeving is een omzetting van een Europese richtlijn en heeft als hoofdbekommernis het gebruik van veilige arbeidsmiddelen op de arbeidsplaats. De wetgeving stelt dat de machine of het arbeidsmiddel dat eraan onderhevig is, onder meer gecontroleerd moet worden op volgende punten: bedieningsorganen, starten en stoppen van de machine, bescherming tegen wegvliegende deeltjes, bewegende onderdelen en onderdelen op hoge temperatuur. Ook het onderhoud moet veilig uit te voeren zijn en het arbeidsmiddel mag enkel gebruikt worden voor bewerkingen of onder omstandigheden waarvoor het geschikt is. Bovendien moet je ook rekening houden met de omgeving waarin je het toestel of de machine plaatst: zo is het belangrijk dat er genoeg licht en verse lucht zijn en dat de hoogte van de werkpost een gezonde houding van het lichaam toelaat die rugklachten vermijdt. In een onaangepaste omgeving kan een op zich veilige machine immers een zeer gevaarlijk voorwerp worden!
Landbouw&Techniek •
staan in de loods: “Het is werkelijk van levensbelang om de beschermkappen van de aandrijfassen van de werktuigen goed te bevestigen met de bijhorende kettingen. Vaak worden beschermkappen weggenomen, worden ze niet goed bevestigd of worden beschadigde beschermkappen niet vervangen. Dat is vragen om ongelukken. De veiligheidsvoorschriften zoals aanbevolen door de constructeur moeten nauwgezet nageleefd worden. De veiligheidsuitrusting van de werktuigen is ook van groot belang. Zoals de zijkantkleppen en de afstandsbaren aan de rotoreg. Bij transportwagens zijn dan weer andere veiligheidsvoorzieningen belangrijk, bijvoorbeeld de zijkantverlichting en het zwaailicht op de aalton en kipwagens. Het woord klinkt misschien akelig, maar ‘fietsenvangers’ – baren die moeten beletten dat tweewielers onder de achterwielen terechtkomen – zijn eenvoudige en goedkope uitrustingen die levens kunnen redden. Een van de redenen waarom ik een zelfrijdende voedermengwagen aankocht, is dat hij uitgerust is met een frees vooraan. Wagens met een frees achteraan vind ik levensgevaarlijk.”
Goede remmen In de landbouw wordt vaak weinig aandacht besteed aan remsystemen op aanhangwagens. Daarom brengt het Praktijkcentrum voor Land- en Tuinbouw (pclt) in samenwerking met kbc Verzekeringen een remdemonstratie op de Internationale Werktuigendagen. – Ivo Dupon & Luc Vande Ginste, pclt (foto’s: pclt) –
Fan van John Deere
10 • Landbouw&Techniek
Aanhangwagen met hydraulische remmen.
focus op...
Chris verbergt niet dat hij een grote fan is van het merk John Deere. Een splinternieuwe 7530 Premium Plustrekker staat sedert een paar dagen op de Ecofarm. “Goede prestaties, technische innovaties en veiligheid gaan hand in hand. De goede prestaties en de kwaliteit, de uitrusting en het gemak van bediening van de gebruikte werktuigen zijn van groot belang. Technisch staat deze constructeur aan de top. Toegegeven, bij de voorkeur voor een bepaald merk spelen ook andere elementen mee, zoals de trouw aan het merk, de betrouwbaarheid van de constructeur en de service van de dealer”, zegt Chris. “De nieuwe machines zijn vooral ook veel veiliger. Zo laat de nieuwe generatie trekkers hogere snelheden en zwaardere lasten toe en dit in veiliger omstandigheden dan de oudere tractoren, die trager zijn en minder trekkracht hebben. Het kost allemaal handenvol geld, maar nieuwe machines hebben dan ook veel meer veiligheidsvoorzieningen.” Een uitnodiging voor een ritje met de nieuwe 7530 slaan we niet af. De trekker is uitgerust met alle nieuwste technologische snufjes, zoals het intelligentevermogensmanagement en het Green Stargeleidingssysteem, en beschikt over talrijke opties die het leven en het werken aangenamer maken. Wij concentreren ons op de veiligheidsuitrusting. Dat is ook al een hele lijst, te lang om hier op te noemen. Chris zit comfortabel op zijn actieve luchtgeveerde stoel, die de vermoeidheid door stoten en schokken vermindert. Ook de zichtbaarheid is perfect door de vier xenonschijnwerpers, al geeft een signaal aan dat die op de openbare weg niet mogen branden. “Straks ga ik nog een uur of twee mest inwerken en dan komen die lichten goed van pas”, zegt Chris. … Het is even voor middernacht en pikdonker. “Is dat wel veilig, al dat nachtwerk?”, bedenken we bij onszelf. n
zijn een must De demonstratie vindt plaats op een lange en vlakke weide, om het wegtransport zo goed mogelijk na te bootsen. Slecht werkende (of geen) remmen op de aanhangwagen leiden tot zeer gevaarlijke situaties voor de bestuurder en de omgeving en tot een zeer snelle slijtage van de tractorremmen. We overlopen welke remsystemen mogelijk zijn op landbouwaanhangwagens.
Zonder remmen Aanhangwagens zonder remmen zijn enkel toegelaten tot een gewicht van 750 kg, massa van de aanhangwagen daarbij inbegrepen.
Oplooprem De oplooprem mag gebruikt worden op aanhangwagens met een maximale toegelaten massa (mtm) tot acht ton. De in- en uitschuifbare as van de aanhangwagen is verbonden met een kabel die de remmen bedient, wanneer de aanhangwagen een grotere snelheid heeft dan de tractor. De bediening treedt dus onder andere in werking wanneer er met de tractor geremd wordt. Deze aanhangwagens moeten uitgerust zijn met een achteruitrijvoorziening om niet te remmen bij het achteruitrijden. Dit kan door een blokkeringsmechanisme te voorzien op de in- en uitschuifbare as of door de aanhangwagen uit te rusten met trommelremmen, waarbij de remschoen verschuift en niet tegen het trommelhuis gedrukt wordt als de wielen achteruit draaien. De aanhangwagen moet een handrem hebben die de bedieningsnok van de trommelremmen extra bedient, zodat de wagen op een helling niet achteruit loopt.
Hydraulische remmen Hydraulische remmen zijn toegelaten voor aanhangwagens met een mtm tot maximaal 22 ton, als de bediening ervan gebeurt door een aanhangwagenremventiel op de tractor. Ze zijn dus gekoppeld aan de remmen van de tractor. Bij het remmen schuiven de hydraulische remcilinders onder invloed van de oliedruk uit; zo bedienen ze de trommelremmen op de aanhangwagen. Remt de aanhangwagen te bruusk, dan kan men de hydraulische druk, en dus de druk op de remschoenen, verlagen en ook iets vertragen door een smoring in de hydraulische remleiding te plaatsen. Deze instelling is wel afhankelijk van de lading. Hoe zwaarder die lading is, hoe hoger de remdruk moet zijn. In principe zou de drukregeling dus telkens na het laden of lossen moeten gebeuren. De instelling moet wel zodanig aangepast worden dat de remdruk in alle omstandigheden hoog genoeg is. Bij het plaatsen van een smoring in de remleiding moet er een bypass-retourleiding met een eenrichtingsklep geplaatst worden. Hierdoor moet de oliedruk bij het lossen van de remmen niet door de smoring, maar kan hij via de bypass met weinig weerstand terug naar de tractor stromen. Op die manier lossen de remmen voldoende snel. Heeft men een combinatie tractor-aanhangwagen waarbij de aanhangwagen te laat remt, dan moet er in het aanhangwagenremventiel van de tractor een zuiger met groter oppervlak geplaatst worden, zodat een kleinere remdruk van de tractor resulteert in een grotere aanhangwagenremdruk.
Het remsysteem kan eenvoudig gecontroleerd worden door de remleiding aan te sluiten op een afstandsventiel van de tractor. Zo kan men de remmen van de aanhangwagen manueel bedienen zonder met de tractor te remmen. Wordt de combinatie tractor-aanhangwagen niet afgeremd, dan moeten de aanhangwagenremmen dringend afgesteld worden of is een onderhoud vereist.
Luchtremmen Om een aanhangwagen te voorzien van luchtremmen moet de tractor uitgerust zijn met een luchtremsysteem. Als de aanhangwagen uitgevoerd is met luchtremmen, dan mag het gewicht van de sleep (tractor en aanhangwagen) afhankelijk van de tractor tot 44 ton bedragen. Luchtremmen kunnen uitgevoerd zijn volgens het eenleidings- of het tweeleidingensysteem (universele systeem). Bij het luchtremsys teem is er een luchtreservoir nodig op de tractor en op de aanhangwagen. Bij het eenleidingssysteem (schematisch voorgesteld in figuur 1) is er slechts één luchtremkoppeling (zwart) aan de tractor. Als er niet geremd wordt, wordt het luchtreservoir op de aanhangwagen op druk gebracht door het luchtremsysteem van de tractor. Op het ogenblik dat de remmen van de tractor bediend worden, wordt de luchtdruk in de vul-remleiding verminderd en remt de aanhangwagen doordat het aanhangwagenremventiel de verbinding tussen luchtreservoir en luchtremcilinders opent. Hoe harder er geremd wordt, hoe meer de luchtdruk in de vulremleiding vermindert en hoe meer druk het luchtreservoir op de remcilinders zet. Het grote voordeel is dat de aanhangwagen onmiddellijk remt wanneer de verbinding tussen tractor en aanhangwagen verbroken wordt. Het nadeel is dat het luchtremsysteem eerst een druk van 6 bar moet hebben vooraleer men kan wegrijden na aankoppeling.
Remwerking visualiseren voor toeschouwers Er wordt gedemonstreerd met twee tractor-kipwagencombinaties. De eerste combinatie bestaat uit een Fendt 412-tractor met een kipwagen Joskin Transcap 6000/17 met hydraulische remmen. Op de tractor en de kipwagen zijn druksensoren aangesloten op de remmen. Die worden verbonden met een signaallamp op de tractor en op de kipwagen om de toeschouwers duidelijk te tonen wanneer de tractor en/of de kipwagen remt. Het belang van goede remmen op de wagen wordt aangetoond door de remafstand te visualiseren. Hierbij wordt eenmaal gereden waarbij enkel de tractor remt en eenmaal waarbij de hele combinatie remt. Ook wordt er aandacht besteed aan remsynchronisatie tussen tractor en kipwagen, door een smoring in de remleiding van de kipwagen te plaatsen. Met remsynchronisatie bedoelen we het afstellen van de reactiesnelheid van de kipwagenremmen ten opzichte van de tractorremmen en het afstellen van de remdruk ten opzichte van het gewicht van de kipwagen. De tweede combinatie bestaat uit een New Holland T7060-tractor en een Dezeurekipwagen d17tta met luchtremmen met handmatige lastinstelling en gedwongen besturing. Landbouw&Techniek • 11
focus op...
Bij het tweeleidingensysteem (universele systeem) zijn er twee koppelingen (geel en rood) aan de tractor (figuur 2). Het luchtreservoir op de aanhangwagen wordt via de vulleiding (rode koppeling) constant op druk gebracht door het luchtremsysteem van de tractor. Wanneer er geremd wordt met de tractor, wordt er bij het universele systeem druk gezet in de remleiding (gele koppeling). Hierdoor opent het luchtremventiel de verbinding tussen het luchtreservoir en de remcilinders. Hoe harder men remt, hoe meer luchtdruk in de remleiding (geel) en hoe meer druk van het luchtreservoir op de Figuur 2 Schematische voorstelling twee remcilinders gezet wordt. Wordt Figuur 1 Schematische voorstelling leidingensysteem (bron: pclt) de verbinding tussen tractor en eenleidingssysteem (bron: pclt) aanhangwagen verbroken, dan breekt de vulleiding (rode koppeling) en valt de luchtdruk weg. Het luchtremventiel zal een begindruk van 6 bar nodig vooraleer dan de verbinding tussen het luchtreservooraleer de tractor begint te remmen, voir en de remcilinders volledig openen, men kan wegrijden na aankoppeling. zodat de tractor-aanhangwagencombinatie zonder proportionele regeling zoals bij Een eenvoudige controle van de remmen bij het remmen perfect in lijn blijft. het eenleidingssysteem, waardoor de aanbij een aanhangwagen met luchtremmen Bepaalde tractormerken bieden al de hangwagenremmen toeslaan. Daardoor is kan gebeuren door het systeem eerst op abs-optie (antiblokkeersysteem) aan op druk te brengen en daarna de vulleiding af tractoren met luchtremmen. De tractor is voorzien van een 24 volt-abs-stekker en te koppelen, zonder het afblaasventiel in te Combi pneumatische-hydraulische remmen. drukken. Als de tractor de aanhangwagen eventueel van een bijkomend abs-controledan vooruit kan trekken zonder veel weerlampje op het dashboard. Met behulp van een 24 voltvoeding kan een abs-regeleenstand, moeten de remmen dringend bijgesteld of vernieuwd worden. Merkt men dat heid op de aanhangwagen aangestuurd de aanhangwagen wel remt, maar te laat worden. Een abs-regeleenheid bestaat uit begint te remmen, dan moet men contromagnetische sensoren op de wielen, die leren of het regelventiel van de aanhangde slip bepalen, en een abs-regelventiel wagenvoorremming, van het tractorluchtdat, in het geval van slip, de remdruk op remsysteem, voldoende open staat. Langs de remcilinders kortstondig laat wegvaldit ventiel wordt er een kleine druk op len, zodat vermeden wordt dat de aande rembedieningsleiding (geel) gebracht, hangwagen gaat slippen. Aanhangwagens vanaf het ogenblik dat de rempedalen een met luchtremmen kunnen achteraf op vrij klein beetje ingedrukt worden. Daardoor eenvoudige wijze uitgerust worden met begint de aanhangwagen iets te remmen het abs-remsysteem. n
Drukregeling op aanhangwagens met luchtremmen Op aanhangwagens met luchtremmen is er altijd een handmatige of automatische regeling van de remdruk, afhankelijk van de last. Bij de handmatige instelling is er een regulateur met een hendel, die men in drie posities kan plaatsen: leeg, halflast en vollast. Afhankelijk van de instelling zal de aanhangwagen dan zachter of harder remmen. Zo zal de aanhangwagen door een eenvoudige instelling niet te bruusk of te weinig remmen. De instelling moet wel handmatig gebeuren na het laden of lossen. Als de aanhangwagen een automatisch luchtremventiel (alr-ventiel) heeft, dan gebeurt de drukregeling afhankelijk van de last automatisch. Hoe zwaarder de aanhangwagen geladen is, hoe hoger de remdruk is, tot maximaal de luchtreservoirdruk. alr-ventielen bestaan in mechanische, hydraulische en pneumatische vorm. Bij een mechanisch alr-ventiel is er een verbinding tussen het assenonderstel en het chassis van de aanhangwagen. Op die manier wordt de doorbuiging van de veren omgezet in een overeenkomstige hogere of lagere remdruk. Een andere mogelijkheid kan zijn het alr-ventiel te koppelen aan de vulhoogtemeter bij een beerton. Een hydraulisch alr-ventiel wordt aangesloten op de hydraulische vering van de aanhangwagen; een pneumatisch alr-ventiel wordt aangesloten op de luchtvering.
12 • Landbouw&Techniek
Correct bandengebruik Net als de landbouwmachines worden ook de banden steeds groter. Dit is noodzakelijk, willen we het bijkomende vermogen op de grond kunnen overdragen. – Luc Vande Ginste, pclt (foto: fendt) – Maar ook de gebruikte technologie bij de moderne band is sterk verbeterd. Desondanks is de ‘superband’ nog niet op de markt. Bij aanschaf moeten er vandaag nog steeds keuzes gemaakt worden in functie van het gebruik. Ook de regel dat ‘verkeerd gebruik en slecht onderhoud tot minder veiligheid en een vervroegde slijtage leiden’ blijft geldig.
Keuze van een band Drie belangrijke kwaliteitskenmerken zijn levensduur, trekkracht en weggedrag. Met nieuwe types rubber, andere karkasmaterialen en andere concepten slagen de fabrikanten erin om de kwaliteit van de banden voortdurend te verbeteren. Wegtransport is voor heel wat trekkers een steeds belangrijker deel van het werk geworden. Banden waarmee men met een lage bandenspanning tegen een hoge snelheid (65 à 70 km/uur) kan rijden, vormen een bijkomend kwaliteitskenmerk. Bij de keuze moet de landbouwer/loonwerker niet zoeken naar de ‘beste’ band, want dan is de keuze simpel: de band met het grootste volume, dus de hoogste en de breedste band. Maar aan dit hoog en breed zijn hangt een aardig prijskaartje vast. Het is veel beter om te kiezen voor de beste band voor de specifieke bedrijfsvoering. Of een band voldoet voor bepaalde werkzaamheden, is terug te vinden in de technische gegevens die erbij horen. Twee parameters zijn hierbij belangrijk: de load index (li) en de snelheidsindex. Beide staan vermeld op de band. De li geeft in cijfercode (betekenis van de code: zie spanningstabel van de band) de maximale belasting op een band weer. Ze wordt weergegeven bij een bepaalde referentiespanning, aangeduid door middel van sterren (* = 1,6 bar; ** = 2,4 bar; *** = 3,2 bar), en bij een
bepaalde maximale snelheid (A1 = 5 km/ uur tot A8 = 40 km/uur, B = 50 km/uur, C = 60 km/uur, D = 65 km/uur …). In de praktijk is het meten van de piekbelasting op een trekkercombinatie met werktuigen zowel voor- als achteraan niet steeds eenvoudig te bepalen. Het wegen van de verschillende assen op een weegbrug kan dan veel duidelijkheid bieden. Voor de veiligheid is het aangeraden om – bij werkzaamheden waarbij het volle motorvermogen wordt overgezet op de wielen (geen aftakasgebruik) – de bandenspanning met 25% te verhogen.
Enkele tips Zorg voor correct uitgelijnde voorwielen. Op de moderne vierwielaangedreven trekkers hebben de voorwielen 0 mm toespoor. Toespoor of uitspoor van meer dan enkele millimeters zorgt voor onregelmatige slijtage op de voorbanden. Het uitmeten en bijregelen kan je eventueel zelf uitvoeren. Het principe is dat de afstand tussen de wielen aan de voorzijde gelijk is aan die aan de achterzijde van de voorwielen. De afstand wordt best gemeten ter hoogte van de velgrand. Om eventuele andere fouten te elimineren, meet je tweemaal op dezelfde plaats. Zorg steeds voor een juiste bandenspanning in functie van belasting en rijsnelheid. Hierdoor wordt de trekkracht maximaal en wordt de bodem gespaard. Ook het rijcomfort en het weggedrag varen er wel bij, de slijtage van de banden is minimaal en uniform, de band wordt niet overbelast … Gebruik hiervoor de bandenspanningstabel die bij de banden hoort. Zorg ook voor de voorbanden voor een juiste bandenspanning in functie van belas-
ting en rijsnelheid. Een hoog gewicht op de trekhaak of in de hefinrichting zorgt ervoor dat de vooras ontlast wordt. Het rijcomfort met een zware belasting achteraan de trekker zal verbeteren door de bandenspanning vooraan te verlagen (conform de belasting, de rijsnelheid en de bandenspanningstabel). Laat de bandenspanning nooit zakken onder de laagste bandenspanning vermeld in de tabel die bij de band hoort, zelfs niet als het draagvermogen bij de laagste spanning hoger is dan de last die het wiel effectief moet dragen. Een te lage spanning kan leiden tot ernstige, onherstelbare schade aan de band. Bekijk de banden dagelijks. Te hoge en te lage bandenspanningen zijn visueel zichtbaar. Bij een te hoge bandenspanning gaat de band bol staan. De bodemdruk is veel hoger in het midden dan aan de zijkanten. Bij een te lage druk gaat de band hol staan. De bodemdruk aan de zijkanten is veel hoger dan in het midden. De band vertoont rimpels in de wangen. Controleer op regelmatige tijdstippen de bandenspanning met een jaarlijks geijkte spanningsmeter. Stel de bandenspanning in als de band koud is (voor het werk) en niet bij een warme band (na het werk). Anders rijd je met een te lage spanning als de band nog koud is. Gebruik steeds de voorgeschreven velgen: een band die gemonteerd is op een te smalle velg staat bol en slijt sneller af in het middendeel. Schakel de vierwielaandrijving uit bij wegtransport. Zelfs als de voorloop van de voorbanden correct is (ideaal is 3%), treedt er toch onnodige sleet op. Moderne trekkers schakelen de vierwielaandrijving automatisch uit boven een bepaalde snelheid. Rubber, olie en vet gaan niet goed samen: let er daarom op om banden of andere rubberen onderdelen niet te bevuilen tijdens het smeren of invetten van machineonderdelen. Let op de breedte van de trekker. Met de evolutie van steeds bredere banden kom je bij gebruik van extra brede banden al gauw boven 3 m uit. Opgepast bij nieuwe aankopen: een hogere band – die past op de oude velg – op een trekker plaatsen, vraagt ook een hogere voorband. Denk er ook aan dat in dat geval zowel de hefinrichting als de trekhaak omhoog komt. Een nieuw gedragen werktuig voor- of achteraan de trekker betekent een ander gewicht dat op de assen overgedragen wordt. Indien het overgedragen gewicht groter wordt, kan een hogere bandenspanning nodig zijn. n Landbouw&Techniek • 13
Investeren in ergonomische stoel kan veel ellende besparen 30% van de Europese bevolking rapporteert werkgerelateerde rugpijn. Ziekteverzuim en blijvende gezondheidsklachten zijn hiervan het gevolg. Trillingen blijken een belangrijke boosdoener te zijn. – Philippe Masscheleyn –
focus op...
“Een belangrijke eigenschap van de nieuwe stoel is dat hij aan de rug van de gebruiker ‘kleeft’ ”, legt Jacques Schobben uit.
Savas Quality Seating is fabrikant, importeur en distributeur van ergonomische bestuurdersstoelen voor vrijwel alle transportmiddelen of werkplekken. De voorbije jaren heeft het bedrijf hard gewerkt aan de ontwikkeling van de Savas//Columbus, een comfortstoel voor de landbouwsector. “We hebben onder meer vestigingen in België en Duitsland. Centraal in Nederland – in Zaltbommel – staat ons hoofdkantoor, waar ook de productie gevestigd is”, vertelt Jacques Schobben, vestigingsmanager bij Savas in Leuven. In totaal stelt het bedrijf, verspreid over de diverse entiteiten, zowat zeventig personen te werk. “In korte tijd hebben we een belangrijke positie veroverd in de sector van mobiel zitten. Dit heeft in belangrijke mate te maken met het groeiende besef dat een standaard gemonteerde stoel niet vanzelfsprekend een goede stoel is. In zo’n stoel passen alleen standaardmensen, maar dat zijn we geen van allen.” In België haalt Savas ongeveer de helft van zijn jaaromzet uit de verkoop van stoelen die bestemd zijn voor de landbouwsector.
Samenwerking met K.U.Leuven Aan de basis van de ontwikkeling van de comfortstoel Savas//Columbus ligt de Europese trillingsrichtlijn 2002/44/eg. “Toen die richtlijn er in 2002 kwam, wisten we dat hij na verloop van tijd in alle Europese lidstaten in wetgeving geïmplementeerd zou worden.” In België werd deze wetgeving van kracht in 2005. “Om hierop een gepast antwoord te bieden, besloten we om dadelijk met de ont-
Effect van trillingen op de mens Prof. Ivo Hostens van de K.U.Leuven is een autoriteit in het onderzoeksdomein ‘trillingen’ en hun effect op de mens. Het blijkt dat de goede trillingsabsorberende werking van de wervelkolom grotendeels afhangt van een goede bloeddoorstroming en de druk op de tussenwervelschijven. Trillingen verhogen de stress op de tussenwervelschijven en belemmeren de bloeddoorstroming door de voortdurende spanning op de spieren. De combinatie van deze stressfactor bij hogere frequenties met de belastende zithouding waarbij spieren en wervelkolom in de onderrug gerekt worden, zorgt voor een zeer grote belasting. Trillingen in combinatie met een statische houding zorgen voor een eenzijdige werking van de spieren met spierstijfheid en anomalieën in de spierwerking tot gevolg.
14 • Landbouw&Techniek
vaardbaar hoge trillingen tot gevolg. Een andere ontwikkeling op de nieuwe stoel is dat de vering zich – door een mechanische verandering van de schokbreker – aanpast aan het wegdek. Een laatste belangrijk element, dat zeker van groot nut is voor de landbouwsector, is een schokdemper in de rugleuning, waardoor die rugleuning steeds contact houdt met de rug. Met andere woorden, wanneer de bestuurder van een trekker bijvoorbeeld door een kuil rijdt, krijgt hij geen naschok in de rug omdat die opgevangen wordt door de schokbreker. Al deze ontwikkelingen maken onze nieuwe stoel zeer geschikt voor gebruik in tractoren, combines en maaiers, zeg maar landbouwvoertuigen die hun werk doen onder vaak zware en sterk wisselende omstandigheden. Voor een bestuurder is het van belang dat een stoel ‘meewerkt’ aan de comfortbehoefte, en daar zijn we, denk ik, aardig in geslaagd.”
Comfortpredicaat AGR In een volgende fase werd de Savas// Colombus uitgetest in de praktijk. “Dat gebeurde door tno. Ruim een half jaar lang werd een heftruck op een Nederlandse veiling ingezet. Op basis van de bevindingen werd nog een aantal belangrijke aanpassingen doorgevoerd, waarna de stoel in Zaltbommel in productie ging.” Het verkrijgen van het Duitse predicaat Aktion Gesunder Rücken (agr) is de bekroning op het werk. Dit instituut test producten op ‘rugvriendelijkheid’ en Savas is er dan ook erg trots op dat het instituut de Columbus aanbeveelt en opgenomen heeft in zijn productlijst. Schobben wijst er ten slotte nog op dat het goed opvangen van trillingen niet alleen een investering in een goede ergonomische stoel vraagt. “Zeer belangrijk is
het rijgedrag van een chauffeur. Als dat totaal onaangepast is, zijn de problemen met trillingen vele malen groter. Daarnaast spelen ook de staat van het wegdek, de bandenkeuze en het gewicht van de chauffeur een belangrijke rol in het trillingsverhaal.”
Wettelijke verplichtingen In de Belgische wetgeving wordt geen specifieke melding gemaakt van de trillingen waaraan de bestuurder van een mobiel arbeidsmiddel blootgesteld wordt. Artikel 8 van het kb van 4 mei 1999 over het gebruik van mobiele arbeidsmiddelen stelt wel: ‘Mobiele arbeidsmiddelen waarop één of meer werknemers meegevoerd worden, moeten zodanig uitgevoerd zijn dat het risico voor de werknemer(s) tijdens de verplaatsing beperkt wordt …’. Het kb van 7 juli 2005 betreffende de bescherming van de gezondheid en de veiligheid van de werknemers tegen de risico’s van mechanische trillingen op het werk stelt dat de risico’s voor de veiligheid en gezondheid van de werknemers, die het gevolg zijn van de blootstelling aan mechanische trillingen tijdens het werk, geëvalueerd moeten worden en dat men de nodige preventiemaatregelen moet nemen. Bovendien moet de werkgever erop toezien dat zijn werknemers een opleiding krijgen om een machine veilig en juist te leren besturen. Artikel 14 van het kb over het gebruik van mobiele arbeidsmiddelen bepaalt immers: ‘Mobiele arbeidsmiddelen met eigen aandrijving mogen alleen bestuurd worden door werknemers die een adequate opleiding voor het veilig besturen van deze arbeidsmiddelen hebben gekregen.’ n
Bon voor een handboek Wees Wegwijs – Rijbewijs G
!
wikkeling van een nieuwe comfortstoel te starten. In eerste instantie focusten onze ingenieurs zich op de ontwikkeling van een nieuwe heftruckstoel. In een heftruck zijn de trillingen het grootst. De beperkte hoogte in de kooi maakt de installatie van een comfortstoel niet eenvoudig. Bovendien is een heftruck – met het oog op een betere stabiliteit tijdens het werken – zonder vering en met volrubberen banden uitgerust. In trekkers is de beschikbare ruimte voor het installeren van een comfortstoel veel groter. Op trekkers zit over het algemeen ook een goed verenpakket. We hebben dan een onderzoeksproject opgestart in samenwerking met het Technologisch Nederlands Onderzoeksinstituut (tno), een onafhankelijke organisatie, en de K.U.Leuven. Op de universiteit zijn tests uitgevoerd waarbij op een hydrauliektestbank de invloed van trillingen bij het werken op een wegdek gesimuleerd werden. Na verschillende jaren van testen en ontwikkelen kwamen we tot een hoogkwalitatief, luchtgeveerd eindproduct. Door in een heftruck het veerpakket – de luchtbalg, de schokbreker en de compressor – achter de rugleuning te brengen, blijft de stoel laag. Dit garandeert de bestuurder ook een optimale bewegingsvrijheid. Bij de landbouwversie zit dat veerpakket ‘klassiek’ onder de stoel. Omdat een heftruck, trekker of andere landbouwmachine vaak door meerdere personen bestuurd wordt, hebben we de mogelijkheid van automatische luchtvering voorzien. Op trekkers komt automatische luchtvering wel meer voor, maar in de heftruckwereld is dat uniek. De automatische luchtvering zorgt ervoor dat de vering van de stoel zich altijd aanpast aan de gebruiker. Heel belangrijk, want een verkeerde afstelling heeft – ook bij een ergonomische stoel – meestal onaan-
(winkelwaarde 27,50 euro) Voornaam en naam: .................................................................................................................................. Bedrijfsnaam (bvba, nv) (eventueel): ....................................................................................................... Straat: . ........................................................................................................... Postnummer:.............................
Nummer: . ...................
Gemeente: . ......................................................................................
Naam agent (eventueel): ..........................................................................................................................
Deponeer deze bon tijdens de Werktuigendagen in de urne op de KBC-stand (standnummer 101). Het boek Wees Wegwijs – Rijbewijs G wordt u nadien overhandigd door uw KBC-verzekeringsagent op voorwaarde dat u KBC-verzekeringsklant bent of wordt, en bereid bent een risicodoorlichting van uw bedrijf te laten uitvoeren.
Landbouw&Techniek • 15
KBC-Preventie in Land- en Tuinbouw
Gewoon gezond boerenverstand. Als landbouwer of tuinder uw brood verdienen. Op zich is het niet gevaarlijk. Zolang je de risico’s herkent. Toch gebeuren er elke dag nog heel wat ongevallen. Meer dan 500 per jaar om precies te zijn. En dat zijn er echt te veel. Daarom vertelt uw KBC-verzekeringsagent u graag hoe het nog veiliger kan. Voor u en voor uw werknemers. En voor uw dieren, gewassen, installaties of teelten. Samen beperken we de gevaren tot een minimum. Zodat u, uw gezin en uw bedrijf optimaal beschermd zijn. En dat is dikwijls gewoon een kwestie van gezond verstand. Maak vandaag nog een afspraak met uw KBC-verzekeringsagent. Want praten werkt. www.kbc.be/ltb
we hebben het voor u
KBC Bank & Verzekering is hoofdsponsor van de Internationale Werktuigendagen. U bent alvast van harte welkom op onze KBC-stand.