Veilig werken met (semi)automatische machines
EHBO BHV
tel. 888 tel. 789
03-01-11
2 / 16
Doel Het boekje “Veilig werken met (semi)automatische machines” is opgezet omdat robots, werktuigen, grijpers, etc. machines zijn met eigen, zeer specifieke risico’s en men daarom op de hoogte moet zijn van de mogelijke gevaren die dit soort machines met zich meebrengen. Bedenk wel dat een honderd procent veilige situatie met en rond (deze) machines nooit kan worden gerealiseerd. Om er echter voor te zorgen dat de gevaren, met name voor letsel, zo klein mogelijk zijn is het nodig dat men zich aan een aantal basis-veiligheidsregels houdt. De belangrijkste veiligheidsregels zijn daarom per categorie opgenomen in dit boekje.
03-01-11
3 / 16
03-01-11
4 / 16
Inhoudsopgave
1
Inleiding ....................................................................................................................... 7
2
Transporteren en installeren van machines ............................................................. 8
3
Planning ....................................................................................................................... 8
4
Testen van werktuigen, grijpers, etc. ........................................................................ 9
5
Verantwoordelijkheden............................................................................................. 10
6
Orde en netheid ......................................................................................................... 10
7
Gelijktijdig werken van meerdere personen in / aan een cel, robot of werktuig.. 11
8
Afbakeningen / Waarschuwingen ............................................................................ 11
9
Testen van de besturing ........................................................................................... 12
10 Verlaten van de werkplek ......................................................................................... 12 11 (Robot)lassen en andere bewerkingen.................................................................... 12 12 Niet alleen werken ..................................................................................................... 12 13 Ontvangst van bezoekers......................................................................................... 13 14 Aantekeningen .......................................................................................................... 14
03-01-11
5 / 16
03-01-11
6 / 16
1
Inleiding Bedenk dat het werken met robots, werktuigen, grijpers, etc. gevaarlijke situaties kan opleveren. Enerzijds worden de risico’s van de door de machines verrichte gevaarlijke werkzaamheden beperkt; omdat men zich doorgaans in de normale productiesituatie op enige afstand van de machine bevindt. Anderzijds heeft men te maken met de risico’s van de bewerkingen tijdens programmeren, testen en onderhoud én met de specifieke veiligheidsrisico’s van een machine. Met name robots bewegen zich vrij in de ruimte en kunnen een gebied bestrijken dat groter is dan de robot zelf. De geprogrammeerde bewegingen kunnen zeer complex en moeilijk voorspelbaar zijn. Fouten in de programmatuur en storingen in de apparatuur kunnen de risico’s nog vergroten. Wees je altijd bewust van de gevaren die het werken met (semi)automatische apparaten met zich meebrengen en tref zonodig passende maatregelen. Zorg er voor dat je altijd alert blijft op onverwachte situaties. Eén moment van onachtzaamheid kan verstrekkende gevolgen hebben, niet alleen voor jezelf maar ook voor je collega’s. Dus,
Let’s do it together!
Breda, 3 januari 2011 VDL Steelweld bv
03-01-11
7 / 16
2
Transporteren en installeren van machines • • • •
• • •
3
Planning • •
03-01-11
Zorg er voor dat een machine bij transport niet kan omvallen door deze goed te borgen en voorkom beschadigingen aan de machine. Zet de arm van een robot altijd in de transportstand en maak gebruik van de (standaard) hijsvoorzieningen. Lees van tevoren altijd de specifieke documentatie van een machinefabrikant. Veranker een machine op een stevige, egale vloer, eventueel met behulp van hulpstukken. Maak gebruik van voldoende bouten en gebruik géén kikkerplaten (gatenpatroon op vloer negeren). Bevestig fundatieplaat en machine volgens de voorschriften en specificaties van de machine-leverancier Stel besturingskasten altijd op buiten het bereik van de machine en sluit de deuren zoveel mogelijk als niet in de kasten wordt gewerkt. Breng, indien nodig, duidelijke coderingen aan op de machine(s), zodat je weet welke machine waar bijhoort. Scan PC-bestanden regelmatig op virussen en bestrijd deze zonodig; laat PC’s niet onbeheerd achter bij de productiecel (de programmeur is verantwoordelijk voor zijn/haar eigen PC).
Plan de werkzaamheden en houd de planning aan. Veiligheid gaat vóór alles! Zorg ervoor fit op de werkvloer te verschijnen; benut daarom ook de afgesproken rustpauzes.
8 / 16
4
Testen van werktuigen, grijpers, etc. • • • • • • • • • • •
03-01-11
Overleg eerst met de Engineering-afdeling in het geval er twijfel bestaat over de werking van een machine (voorkomen is beter dan genezen). Ga na of er misschien ingewikkelde bewegingen in een systeem zitten die op een speciale manier schakelen (verborgen gevaren). Informeer vooraf naar de “afloop” van een werktuig (sequence-blad). Zorg allereerst voor afstelling van de aanwezige drukopbouw-ventielen, voor zover deze aangesloten zijn op de voeding en de machine. Start het testen bij voorkeur pas als de installatie compleet is. Ga bewust om met de eventuele gevaren die op de loer liggen wanneer er voor de eerste keer perslucht op een systeem wordt gezet. Zorg er voor dat je altijd eerst een visuele controle uitvoert alvorens je lucht op een systeem zet. Controleer vooral koppelingen grondig na montage (leidingen en slangen kunnen losschieten en persoonlijk letsel en/of beschadigingen aan de machine veroorzaken). Zorg er voor dat alle snelheidsregel-ventielen gedempt staan, zodat je naderhand alles goed kunt afregelen (het is beter gecontroleerd te schakelen dan snel openen dicht schakelen). Voer de druk geleidelijk op tot de voorgeschreven werkdruk. Gebruik deugdelijk materiaal; monteer alles op correcte wijze en zet koppelingen goed vast (géén improvisaties toepassen!). Na lekkage of morsen: altijd direct opruimen en gladheid opheffen.
9 / 16
5
Verantwoordelijkheden Iedereen is in principe verantwoordelijk voor zijn/haar eigen veiligheid. Daarom is het van het grootste belang dat iedereen kennis neemt van de veiligheidsvoorschriften en deze vervolgens ook toepast. Daarnaast zijn de volgende personen verantwoordelijk voor de veiligheidsaspecten van de hieronder staande gebieden: •
Robot(s): De Project Engineer Robotics is hiervoor verantwoordelijk.
•
Montage: De order verantwoordelijke productie is hiervoor verantwoordelijk.
•
Algehele veiligheid in de betreffende cel: De Project Engineer PLC is hiervoor verantwoordelijk.
De overall toezichthouder is de Teamleader Assemblage.
6
Orde en netheid • • •
03-01-11
Werk tijdens installatie en onderhoud zo netjes mogelijk. Bevestig kabels en leidingen zodanig dat deze geen gevaar voor struikelen of vallen opleveren (dit is vooral van belang als nog niet alle kabelgoten aanwezig zijn). Ruim rommel zo snel mogelijk op. Eventueel noodzakelijke overbruggingen van noodstop- en hekwerkcircuits registreren en duidelijk markeren (bijvoorbeeld met een opvallende, afwijkende kleur).
10 / 16
7
Gelijktijdig werken van meerdere personen in / aan een cel, robot of werktuig • •
• •
8
Afbakeningen / Waarschuwingen • •
•
•
•
• • • •
03-01-11
Stem je werkzaamheden zoveel mogelijk op elkaar af, pleeg voortdurend overleg en waarschuw elkaar zonodig. Beter één keer te veel gewaarschuwd dan één keer te weinig. Bedenk dat misschien niet iedereen jouw manier van denken kan volgen als je een handeling uitvoert. Ook kan het zijn dat de gevolgen van een door jou uit te voeren handeling niet door iedereen kunnen worden overzien. Verifieer dit regelmatig bij je collega’s. Controleer vóór het inschakelen van machines of er (nog) personen op mogelijk gevaarlijke plekken aanwezig zijn. Zij zijn misschien niet bedacht op dreigend gevaar. Breng, eventueel in overleg met de cel-verantwoordelijke, mechanische vergrendelingen aan (lifters) en activeer het noodstop-circuit. Schakel eventueel voedingsspanningen uit met werkschakelaars.
Plaats een rood/wit lint als afbakening om een cel, zodra de elektrische en/of pneumatische voeding is aangesloten (verantwoordelijkheid van resp. de afdelingen Electro en Pneumatiek). Plaats een hekwerk, welke is voorzien van waarschuwingsteksten / symbolen, rondom de cel zodra de besturing in (semi)automatiek wordt geschakeld of als robotgrijpers met producten op volle snelheid gaan bewegen (verantwoordelijkheid van afdeling Software). Breng zonodig robot-as begrenzingen aan. Gebruik bovendien een zwaailamp als de volledige (“verknoopte”) automatiek wordt ingeschakeld. De cel mag dan niet worden betreden! Gebruik de waarschuwingen en signaleringen alleen als deze nodig zijn; het waarschuwend effect neemt namelijk af na regelmatig onnodig gebruik. De opbouw van de afbakening is een standaard onderdeel van de “opbouw en inbedrijfname” van het besturingsgebied. De celverantwoordelijke krijgt daarbij ondersteuning van de Onderhoudsafdeling. De Onderhoudsafdeling beheert de middelen voor afbakening en waarschuwing. Inspecteer de afbakening regelmatig en repareer deze indien dit nodig is. Houd voldoende veiligheidsmiddelen, zoals hekken en linten, beschikbaar en zorg ervoor dat deze gemakkelijk en snel zijn toe te passen. Berg de materialen na gebruik meteen op een vaste plaats op. Zorg er voor dat “buitenstaanders” op een veilige afstand van de productiecel blijven. Houd, in en om de gevarenzones, voldoende bewegingsruimte vrij bij de bepaling van de lay-out. Zorg voor vluchtmogelijkheden.
11 / 16
9
Testen van de besturing • • •
10
Verlaten van de werkplek • • •
11
Bij stoppen van een robot of werktuig: het product eerst uit de grijper verwijderen of de grijper met het product op een zodanige hoogte stopzetten dat dit geen gevaar oplevert. Hang de robot-teach pendant altijd terug aan de besturingskast, alvorens de werkplek te verlaten. Bij einde werktijd: zorg er voor dat er geen elektrische spanning en/of druk (perslucht/hydrauliek) meer op de installatie staat en sluit de besturingskasten af.
(Robot)lassen en andere bewerkingen • •
12
Test alle noodstopknoppen, zodra de voeding is aangesloten. Ontruim de cel voordat de robot, werktuig, etc. volgens de programma-afloop bestuurd wordt. Een hekwerk dient aanwezig te zijn; de installatie wordt immers bestuurd in (semi)automatiek.
Blijf zoveel mogelijk uit de buurt van plaatsen waar bewerkingen, bijv. lassen, plaatsvinden. Maak, afhankelijk van de werkzaamheden, gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen, zoals veiligheidshelmen, veiligheidsschoenen, veiligheidshandschoenen en veiligheidsbril.
Niet alleen werken Werk nooit alleen! Zorg er voor dat er altijd iemand bij je in de buurt is tijdens werkzaamheden in een productiecel. Maak hiervoor duidelijke afspraken met je collega’s, zodat zij hulp kunnen bieden bij een (dreigend) ongeval.
03-01-11
12 / 16
13
Ontvangst van bezoekers Stel bezoekers, die rondgeleid worden door de fabriek, op de hoogte van de veiligheidsrisico’s en van de voorzorgsmaatregelen om deze risico’s te beperken: Deze maatregelen zijn de volgende: • • • • • • •
• • •
03-01-11
Laat de bezoeker het document: “Algemene Milieu en Veiligheids-voorschriften door derden” lezen en ondertekenen. Laat een bezoeker niet zonder begeleiding van een medewerker door de fabriek lopen. Blijf met de handen uit de buurt van machines en machineonderdelen. Wees voorzichtig met loshangende kledingstukken en lang haar bij bewegende machine-onderdelen. Loop zoveel mogelijk op de gemarkeerde looppaden. Volg de instructies op van de begeleider(s). Betreed geen afgebakende zones. Verstrek, indien nodig, persoonlijke beschermingsmiddelen aan de bezoeker(s). Houd de bezoekers tijdens de rondleiding in de gaten en zorg er voor dat ze niet in gevaarlijke situaties terechtkomen. Begeleid bezoekers bij een calamiteit en/of ontruiming.
13 / 16
14
03-01-11
Aantekeningen
14 / 16
VDL Steelweld bv P.O. Box 3339 4800 DH Breda Terheijdenseweg 169 4825 BJ Breda The Netherlands 3082 Phone Fax E-mail Internet
© 2011 VDL Steelweld B.V., Breda, Nederland 03-01-11
16 / 16
+ 31 (0)76 579 2700 + 31 (0)76 587 4754
[email protected] www.vdlsteelweld.com