focus Aanpak huiselijk geweld in Noord en Midden Limburg
Voorwoord
De Mutsaersstichting is een hulpverleningsorganisatie die op verschillende locaties in Noord en Midden Limburg jeugdhulpverlening, jeugd GGZ, vrouwenopvang en onderwijs biedt.
In Venlo is in het afgelopen jaar iets moois gegroeid in de samenwerking rond de
De Mutsaersstichting werkt bij voorkeur aanvullend en onder-
steunend, zonder verkokering en bureaucratie, samen met mensen en instanties
aanpak van huiselijk geweld. Venlo heeft de pilot Tijdelijk huisverbod aangegrepen
vanuit de gedacht: ‘Eén behandelplan onder regie van één hulpverlener’. De
voor het realiseren van ketensamenwerking, waarbij de gemeente, hulpverlening,
Mutsaersstichting heeft daarbij de mogelijkheid om verschillende combinaties van
politie en justitie als één team situaties van huiselijk geweld benaderen. Dit wordt
zorg in te zetten gezien het diverse aanbod dat zij in huis heeft
ook wel het Venlose model genoemd. Kernpartners in de aanpak van huiselijk geweld zijn: Wel.kom (Maatschappelijk Werk), Forensische Psychiatrie De Horst, Bureau
De Mutsaersstichting heeft de afgelopen jaren veel expertise, een eigen visie en
Jeugdzorg Limburg, Mutsaersstichting, Politie Noord en Midden Limburg en
goede samenwerkingsafspraken opgebouwd rondom de aanpak van huiselijk geweld.
gemeente Venlo. In een inspirerend en vruchtbaar samenwerkingsproces hebben
Zij zet deze specifieke deskundigheid en verworven positie in bij de uitvoering van
deze organisaties met elkaar een veelbelovende werkwijze ontwikkeld voor de
het Steunpunt Huiselijk Geweld (SHG) en het casemanagement. De specifieke
aanpak van huiselijk geweld: Focus.
aanpak in Venlo zal naar verwachting een voorbeeldfunctie gaan vervullen als het Tijdelijk huisverbod in 2008 landelijk wordt ingevoerd.
De Mutsaersstichting heeft het initiatief genomen om het programma Focus te beschrijven. Dit is bedoeld als eerste stap in een proces dat moet leiden tot
De Aanpak huiselijk geweld die in dit document beschreven wordt, is ontstaan in
uitbreiding en versterking van de aanpak huiselijk geweld. Vervolgens zal een
Venlo tijdens de pilot Tijdelijk huisverbod. Vanuit het Veiligheidshuis Noord Limburg
onderzoek uitgevoerd worden naar de effectiviteit van het programma. Adviesbureau
krijgt de aanpak een uitstraling naar de regio Noord Limburg. De grondslag van
Van Montfoort is gevraagd om ondersteuning te bieden bij de beschrijving en
het programma Focus is gelegd door Matthieu Goedhart, bestuurder van de
het onderzoek naar de effectiviteit van het programma. In deze publicatie leest
Mutsaersstichting. Het programma is te zien als een groeimodel. Deze beschrijving
u een eerste weergave van het programma Focus.
geeft de werkwijze weer zoals die vanuit de pilot Tijdelijk huisverbod ontwikkeld is. De programmabeschrijving is tot stand gekomen op basis van schriftelijk materiaal van de Mutsaersstichting, gemeente en andere ketenpartners, aangevuld met interviews met betrokkenen. We danken de volgende personen die hebben meegewerkt aan de interviews of anderszins een bijdrage hebben geleverd: Perpe Eijkman, Henk Giebels, Eric Kuijsten
(Mutsaersstichting), Peter Lalieu, Peter Slabbers
(politie Venlo), Elke Haanraadts (gemeente Venlo), Gay Benz (De Horst), Henk Heynen (Wel.kom), Eefke Custers (bureau jeugdzorg), Marian Jol (bureau jeugdzorg), Yvonne Wijnen (AMK), Ley Hamers (Reclassering), deelnemers aan het Casusoverleg Huiselijk Geweld, mevrouw A. en de heer B. (cliënten).
quote
“De agent op straat merkt dat de hulpverlening echt wat doet, als politie hoeven we het niet alleen op te knappen!” - Politie
3
Inhoud
quote
Voorwoord
2
1
Inleiding
7
2
Huiselijk geweld: omvang, oorzaken en gevolgen 2.1 Wat is huiselijk geweld? 2.2 Omvang van huiselijk geweld 2.3 Oorzaken van huiselijk geweld 2.4 Gevolgen van huiselijk geweld 2.5 Risicofactoren
8 8 11 12 12 13
3
De ontwikkeling van een programma huiselijk geweld 3.1 Uitgangspunten voor de hulpverlening bij huiselijk geweld
14 14
4
Theoretische visie en uitgangspunten 4.1 Systeembenadering 4.2 Seksespecifieke analyse huiselijk geweld 4.3 Leertheorieën / cognitief model 4.4 Casemanagement
17 17 18 19 21
5
Doelgroep en doelen
22
6
Programmastructuur 6.1 Kenmerken van ketensamenwerking 6.2 De opbouw van de ketensamenwerking 6.3 De ketenpartners 6.4 Programmastructuur Focus 6.5 Financiering
22 23 23 25 27 29
7
De aanpak 7.1 Inhoudelijke uitgangspunten 7.2 De werkwijze 7.3 Intensief casemanagement 7.4 De modules van het hulpaanbod 7.5 De aanpak bij een tijdelijk huisverbod 7.6 Uitwisselen van informatie 7.7 Deskundigheid 7.8 Hulpmiddelen
29 30 31 35 39 42 43 46 46
8
Resultaten van evaluatieonderzoek
46
9
Ontwikkelpunten
49
Literatuur
50
“Door meldingen rond een bepaalde persoon of een bepaald adres te koppelen, kun je de geschiedenis van een systeem in beeld krijgen en volgen.” - Politie
5
1
Inleiding Huiselijk geweld staat de laatste jaren volop in de aandacht. En terecht, want uit onderzoek blijkt dat huiselijk geweld een veel voorkomend fenomeen is, met ernstige gevolgen. Huiselijk geweld wordt inmiddels niet meer alleen als privéprobleem gezien, maar ook als een publieke zaak. Het gaat om veiligheid en er is sprake van strafbaar gedrag. In de kabinetsnota Privé geweld - publieke zaak (2002) definieert de overheid huiselijk geweld als een veiligheids- en een zorgprobleem. De nota beschrijft huiselijk geweld als maatschappelijk probleem dat niet alleen direct betrokkenen - slachtoffers en plegers - raakt, maar ook voor anderen gevolgen kan hebben. Met name de gevolgen van huiselijk geweld voor kinderen vormen een belangrijke aanleiding voor het nemen van maatregelen tegen huiselijk geweld. Uitgangspunt van de kabinetsnota is dat samenwerking tussen politie, OM, vrouwenopvang, jeugdzorg en andere maatschappelijke partijen een absolute noodzaak vormt. De hoofdlijnen voor het overheidsbeleid zijn: • Integrale en effectieve aanpak huiselijk geweld • Regie bij gemeenten • Ontwikkeling steunpunten huiselijk geweld (SHG) Aanpak huiselijk geweld in Noord en Midden Limburg Bij de aanpak van huiselijk geweld zijn veel instellingen en partijen betrokken. Ketensamenwerking is voorwaarde voor een succesvolle aanpak. In de regio Noord en Midden Limburg is vanaf 2002 samenwerking gezocht rond de aanpak van huiselijk geweld. Dit resulteerde in afspraken tussen de politie en verschillende hulpverleningsorganisaties en maatschappelijk werk. Het opzetten van een regionale ketenaanpak, waarbij vertegenwoordigers van gemeenten, organisaties met een hulpaanbod voor mannen, vrouwen en kinderen die te maken hebben met huiselijk geweld, evenals de politie en het OM, bleek op dat moment geen haalbare kaart. In 2007 was Venlo, als centrumgemeente in de regio Noord en Midden Limburg, een van de pilotregio’s waarin het tijdelijk huisverbod is getest. De pilot was voor Venlo een kans om de geïsoleerde wijze van hulpverlening om te vormen naar een ketensamenwerking. Het wetsvoorstel ‘Wet Tijdelijk Huisverbod’ maakt het mogelijk om (potentiële) plegers van huiselijk geweld tijdelijk uit huis te plaatsen om escalatie van geweld te voorkomen. Met een tijdelijk huisverbod wordt een periode van rust gecreëerd waarin hulpverlening aan alle bij het huiselijk geweld betrokken personen kan starten. Het tijdelijk huisverbod is tussen februari en november 2007 in drie pilotgebieden getest: een aantal gemeenten in Groningen, het stadsdeel Amsterdam-Noord en de gemeente Venlo. Het wetsvoorstel is op 20 september 2007
Huiselijk geweld is geweld dat gepleegd wordt door iemand uit de huiselijke kring van het slachtoffer.
quote
“Te partijenrond waren het werk: Doorveel meldingen eeneenzijdig bepaaldeaan persoon of een bepaald adres te koppelen, Casemanagement is de van methode om het in op beeld te lossen!” Gemeente kun je de geschiedenis een systeem krijgen- en volgen.
7 7
door de Tweede Kamer aangenomen en wordt op dit moment door de Eerste Kamer
Bij huiselijk geweld is sprake van een relatie tussen pleger en slachtoffer waar-
behandeld. Als het voorstel door de Eerste Kamer wordt aangenomen, treedt de wet
binnen de balans is verstoord. In de kern is er sprake van een machtsprobleem.
naar verwachting in september 2008 in werking.
De loyaliteit komt onder meer tot uitdrukking in het feit dat veel slachtoffers niet de relatie willen beëindigen, ze willen alleen dat het geweld stopt. Het cyclisch
Het hulpverleningstraject bij het tijdelijk huisverbod is door de ketenpartners in
karakter houdt in dat het geweld zich herhaalt waarbij steeds een aantal fasen
Venlo als zo succesvol ervaren dat zij deze aanpak willen voortzetten, ook als er
doorlopen worden (Janssen 2006):
geen sprake is van een huisverbod.
• Fase 1: geweldsuitbarsting • Fase 2: wittebroodsweken: er is sprake van schuldgevoel en pogingen om het weer goed te maken
2
Huiselijk geweld: omvang, oorzaken en gevolgen
• Fase 3: de spanningen lopen op, pleger en slachtoffer vervallen in oude patronen
Huiselijk geweld is een probleem met vele gezichten (Janssen 2006). In dit hoofd-
Huiselijk geweld komt voor in alle sociaal-economische klassen en binnen alle
stuk gaan we in op de achtergronden van huiselijk geweld.
culturen in de Nederlandse samenleving. Vaak gaat het om geweld tussen (ex-)
• Fase 4: aanloop naar nieuwe geweldsuitbarsting
partners, waarbij de man de pleger van het geweld is en de vrouw het slachtoffer.
2.1
Wat is huiselijk geweld?
In de praktijk komt het ook voor dat een vrouw de pleger van het geweld is en de man slachtoffer of dat er sprake is van wederzijds geweld tussen twee partners.
De gangbare definitie van huiselijk geweld luidt: Huiselijk geweld is geweld dat
Eveneens kan het zijn dat kinderen geweld tegen hun ouder of andere gezinsleden
gepleegd wordt door iemand uit de huiselijke kring van het slachtoffer. Geweld
gebruiken. Onder de noemer huiselijk geweld wordt ook ouderenmishandeling en
betekent in dit verband: aantasting van de persoonlijke integriteit. Onderscheid
kindermishandeling geschaard. Huiselijk geweld kan verschillende vormen aannemen:
wordt gemaakt tussen geestelijk en lichamelijk geweld (waaronder seksueel geweld).
• fysiek geweld (slaan, schoppen, door elkaar schudden)
Met ‘huiselijke kring’ wordt bedoeld: (ex-)partners, gezinsleden, familieleden en
• seksueel geweld (verkrachting binnen relatie of seksuele kindermishandeling)
huisvrienden.
• psychisch geweld (vernederen, schelden) • verwaarlozing
Geweld in de privésfeer is onacceptabel, grensoverschrijdend gedrag. Plegers van
• schending van rechten (bijvoorbeeld beperking van bewegingsmogelijkheden)
huiselijk geweld overtreden bepalingen in het Wetboek van Strafrecht en zijn dus
• opsluiting
strafbaar. Huiselijk geweld is een maatschappelijk probleem met verschillende
• belaging (‘stalking’)
facetten waaronder emancipatieproblematiek, delictgedrag en aantasting van de veiligheid, opvoedingsproblematiek en integratieproblematiek (Janssen 2006).
Uit onderzoek is bekend, dat geweld in relaties meestal geleidelijk wordt opgebouwd. Aan het begin worden gewelddadige relaties gekenmerkt door controlerend
Specifieke kenmerken die huiselijk geweld onderscheiden van andere vormen van
gedrag, jaloezie, extreem veel aandacht voor het doen en laten van de ander
geweld zijn (Janssen 2006):
en een zeer snelle en oppervlakkige relatievorming. Duidelijk is dat de angst
• Er is een relatie tussen de pleger en het slachtoffer
voor onafhankelijkheid van het slachtoffer en de angst voor kwetsbaarheid en
• Er is loyaliteit tussen pleger en slachtoffer
afhankelijkheid van de pleger op elkaar ingrijpen: de pleger gaat macht uitoefenen
• Het heeft een cyclisch karakter
via geweld, het slachtoffer is erg afhankelijk (Mastenbroek 1995).
quote
“Je moet hier niet te licht over denken, het gaat tenslotte wél om een melding.” - Casusoverleg
9
2.2
Omvang van huiselijk geweld (de informatie in deze paragraaf is gebaseerd op de Factsheet Huiselijk geweld 2007 - Movisie) In een onderzoek naar de prevalentie van huiselijk geweld voor alle vormen van huiselijk geweld, komt naar voren dat 45% van alle vrouwen en mannen tussen de achttien en zeventig jaar ooit slachtoffer is geweest van huiselijk geweld, als kind, partner of ouder. Meer dan 10% was/is wekelijks slachtoffer. 10% is aangeraakt met ongewenste seksuele bedoelingen, 8% is gedwongen tot seksuele handelingen en 4% is verkracht. Jaarlijks worden 160.000 vrouwen het slachtoffer van een lichte vorm van lichamelijk en seksueel geweld, 30.000 vrouwen het slachtoffer van ernstig lichamelijk en seksueel geweld en 17.000 vrouwen het slachtoffer van zeer ernstig geweld. Naar schatting overlijden 60 à 80 vrouwen per jaar aan het geweld. Met geweld door de (ex-)partner heeft 12% van de bevolking te maken gehad. Uit onderzoek van Van Dijk e.a. blijkt dat mannen even vaak als vrouwen ooit in hun leven slachtoffer zijn geweest van huiselijk geweld (inclusief kindermishandeling). Wel blijkt uit het onderzoek dat tegen vrouwen in het algemeen meer frequent en ernstiger geweld wordt gebruikt dan tegen mannen. Vrouwen en meisjes worden vooral slachtoffer van seksueel geweld, jongens worden vaker het slachtoffer van fysieke kindermishandeling. In meer dan de helft van huiselijk geweldincidenten is sprake van een gezinssituatie met kinderen tot 18 jaar. Op basis van door de politie geregistreerde incidenten wordt geschat dat in 2006 15.340 kinderen getuige zijn geweest van huiselijk geweld en dat 4.880 kinderen daadwerkelijk slachtoffer waren van huiselijk geweld. Sinds 2004 is er een landelijke registratie door de politie van aard, omvang en achtergronden van huiselijk geweld. In 2004 werden 56.335 incidenten gemeld, in 2005 betrof het 57.421 meldingen en in 2006 waren het er 63.131. Naar schatting wordt slechts 10-12% van de incidenten bij de politie gemeld en is de daadwerkelijke omvang dus vele malen groter.
quote
“Het Steunpunt Huiselijk Geweld heeft mij gevraagd wat voor begeleiding er nodig was en hebben mij ook geadviseerd een nieuw slot op de deur te maken.” - Slachtoffer/cliënte
11
2.3
Oorzaken van huiselijk geweld
zijn van geweld tussen hun ouders, lopen een grotere kans later zelf slachtoffer of pleger te worden als zij liefdesrelaties aangaan. Jonge kinderen zijn extra kwetsbaar
In het ontstaan en voortduren van geweld spelen verschillende factoren een rol:
omdat zij zich minder dan oudere kinderen aan het geweld kunnen onttrekken en
biologische / aangeboren factoren, maatschappelijke en (sub)culturele factoren,
minder mogelijkheden hebben om ermee om te gaan (Dijkstra 2007). Een niet-west-
relationele factoren en individuele factoren. Oorzaken worden gezocht en verklaard
erse achtergrond maakt het vaak moeilijker om over het geweld te praten door het
vanuit verschillende theorieën. Vanuit sociologische theorieën wordt gekeken naar
ervaren van schaamte en schande.
maatschappelijke processen die tot geweld leiden. Zo zou de westerse samenleving met haar ik-gerichte individualisme geweld bevorderen. Sociale leertheorieën gaan
2.5
Risicofactoren
ervan uit dat geweld aangeleerd is. Geweld wordt van generatie op generatie overgedragen, doordat kinderen die opgroeien in een gezin waar geweld gebruikt wordt,
Uit onderzoek in de Verenigde Staten blijken de volgende factoren verantwoordelijk
zelf geweld gaan gebruiken.
te zijn voor een relatief hoog risico op partner-/relatiegeweld (Janssen, 2006): Aankomende of recente scheiding
Feministische theorieën leggen de nadruk op machtsverschillen tussen mannen en
• Zwangerschap
vrouwen. Mannen leren om te domineren, vrouwen om een ondergeschikte rol op
• Alcoholgebruik en drugsverslaving
zich te nemen. Deze mannelijke dominantie legitimeert het geweld door mannen.
• Antecedenten bij de plegers (eerdere delicten)
Pathologie-theorieën verklaren geweld uit afwijkingen van fysiologische of psycho-
• Antecedenten bij de slachtoffers (kans op herhaald slachtofferschap)
pathologische aard.
• Werkloosheid of armoede • Stalking
Er is niet één verklaringsmodel dat huiselijk geweld in al zijn facetten verklaart.
• Wapenbezit
Alle verklaringen uit de genoemde theorieën kunnen gerelativeerd worden aan
• Isolement
de hand van ervaringen en bevindingen. De verklaring voor de toename van huiselijk
• Dierenmishandeling
geweld moet gevonden worden in een mix van verschillende theorieën. De belang-
• Hoogtijdagen of spannende momenten
rijkste factoren zijn de machtsdynamiek en de escalatie van conflicten in de relatie Tijdens de “Pilot preventief huisverbod” te Venlo werd geconstateerd dat in gezinnen
(Factsheet Huiselijk geweld 2007).
waar huiselijk geweld voorkomt, meestal ook andere problemen spelen, zoals ver-
2.4
Gevolgen van huiselijk geweld
slavingsproblematiek en financiële problemen. Doorgaans is er een aantal problemen op een of meer van de volgende gebieden:
De gevolgen van huiselijk geweld zijn ernstig. Slachtoffers van geweld kunnen zowel
• het voeren van een huishouding;
op fysiek, seksueel als op emotioneel gebied klachten ontwikkelen. In het algemeen
• het opbouwen en handhaven van een maatschappelijke positie;
is vastgesteld dat de levenskwaliteit daalt naarmate er meer geweldvormen werden
• het bevorderen van de individuele ontwikkeling van de afzonderlijke gezinsleden;
ondervonden. De toename van de ernst en van de duur van het geweld leidt tot een
• het onderhouden van de relatie tussen de partners;
verdere afname van de levenskwaliteit (Factsheet Huiselijk geweld 2007).
• het opvoeden van kinderen.
Speciale aandacht is nodig voor kinderen die getuige zijn van huiselijk geweld.
Dergelijke gezinnen kampen doorgaans met een complexe, chronische problematiek,
Kinderen die getuige zijn van geweld kunnen last krijgen van problemen als
waarbij het niet kunnen leggen van ‘betrouwbare relaties’ de basis is van de pro-ble-
depressie, plotselinge gedragsverandering, terugtrekgedrag, concentratieverlies,
men. Hulpverlening aan deze gezinnen dient daarom met name gericht te zijn op het
baldadigheid, angst en boosheid. Bij jongens lijkt blootstelling aan geweld vaker tot
doorbreken van de cirkel die leidt tot het ontstaan, dan wel voortbestaan, van niet-
externaliserend en agressief gedrag te leiden dan bij meisjes. Kinderen die getuige
betrouwbare relaties tussen ouders/verzorgers en kinderen, ouders/verzorger onderling en kinderen onderling.
quote
“Criminaliteit pak je aan via huiselijk geweld: Pak je huiselijk geweld aan dan voorkom je daarmee dat kinderen ook weer in geweld, in de criminaliteit terecht komen.” - Politie
13
3
De ontwikkeling van een programma huiselijk geweld
Als uitgangspunten voor hulpverlening formuleert Dijkstra: • Het geweld moet stoppen: als eerste doel staat voorop dat de veiligheid van de gezinsleden gewaarborgd dient te zijn.
Het ontwikkelen van een interventie speelt zich af niet af in het luchtledige, maar in een specifieke context waaruit bepaalde eisen ten aanzien van de methode
• Verantwoordelijkheid: aandachtspunt is dat elk van de betrokken gezinsleden
voortvloeien. Van Montfoort (2008) benoemt drie dimensies die van belang zijn bij
de eigen verantwoordelijkheid voor het stoppen van het geweld erkent en neemt.
het ontwikkelen van een sociale interventie: • De maatschappelijke/normatieve dimensie
• Specifieke aandacht voor kinderen: in alle gevallen moet de hulpverlener
• De dimensie van het vraaggericht werken
nagaan hoe het met de kinderen gaat en welke hulp zij nodig hebben.
• De dimensie van de effectiviteit (kennis over wat werkt en wat niet werkt – ‘evidence-based’)
• Systeemgerichte benadering: voor een effectieve aanpak van huiselijk geweld Momenteel is de eis om ‘evidence-based’ te werken dominant. Het wordt van belang
is het nodig om interactie- en gedragsproblemen die het geweld in stand houden
gevonden dat interventies bewezen effectief zijn. Het is moeilijk om te voldoen aan
te doorbreken te onderkennen.
de eis van bewezen effectiviteit. Over de effectiviteit van programma’s op het gebied • Interactie als partners: partners moeten leren op een andere, geweldloze
van huiselijk geweld is nog niet veel bekend.
manier met elkaar om te gaan. Van Montfoort wijst erop dat de andere dimensies evengoed van belang zijn, er is • Interactie als ouders: ouders worden aangesproken op hun rol en
altijd sprake van een mix. De normatieve dimensie, gebaseerd op maatschappelijke waarden en normen, is bij de aanpak van huiselijk geweld niet weg te denken.
verantwoordelijkheid als ouder en op de noodzaak om meer oog te krijgen
Het gaat hier om centrale waarden in onze rechtsstaat: het recht op bescherming
voor de behoeften van hun kinderen.
tegen geweld. • Intergenerationele aanpak: de gezinsproblemen moeten benaderd worden De dimensie van het vraaggericht werken is eveneens van belang, ook bij de aanpak
vanuit een intergenerationeel perspectief. De geschiedenis van betrokkenen,
van huiselijk geweld. In ernstige gevallen gaat het in de eerste plaats om
ervaringen met en opvattingen over geweld krijgen de aandacht.
bescherming en rechtshandhaving. Maar de dialoog met de cliënt waarin de vraag • Meerzijdige partijdigheid: hulpverleners kiezen geen partij, maar bouwen met
van de cliënt het uitgangspunt is, is vervolgens nodig om te kunnen bepalen wat
elk van betrokken gezinsleden een relatie op.
er verder moet gebeuren (Van Montfoort, 2008).
3.1
Uitgangspunten voor de hulpverlening bij huiselijk geweld Sietske Dijkstra (2007) geeft aan dat geweld zich afspeelt in relaties waarbij de partners zich, ondanks het geweld, nauw met elkaar verbonden voelen. De hulp moet aansluiten bij de wens van het slachtoffer. In veel gevallen wil deze dat het geweld stopt, maar niet dat de relatie eindigt. Voor kinderen dient specifieke aandacht te zijn, ook nadat het geweld is gestopt en ook als de relatie met de pleger van het geweld wordt verbroken.
quote
“Je moet de ernst, de impact van huiselijk geweld uitvergroten i.p.v. bagatelliseren. Het moet duidelijk zijn dat het geweld absoluut moet stoppen en onder geen enkele voorwaarde acceptabel is!” - Casemanager
15
4
Theoretische visie en uitgangspunten De aanpak van huiselijk geweld in Venlo is met name gebaseerd op de systeembenadering en een seksespecifieke analyse van huiselijk geweld. De daderhulpverlening is daarnaast gebaseerd op de principes van de sociale leertheorieën en de cognitieve gedragstherapie. Het casemanagement is een specifieke vorm van hulp die centraal staat in het programma Focus. Daarom bespreken we deze benadering eveneens in dit hoofdstuk.
4.1
Systeembenadering De systeembenadering gaat ervan uit dat wanneer mensen een band met elkaar onderhouden, er een systeem ontstaat (Choy 2005). De systeembenadering kijkt naar de mens tegen de achtergrond van het systeem. Dat systeem kan het gezin zijn, maar daarnaast maken mensen deel uit van andere systemen, bijvoorbeeld op school, op het werk, op de sportclub, in een vriendengroep. Om te kijken hoe het systeem van een gezin functioneert, zijn de begrippen betrekkingen en communicatie belangrijk. In geweldssituaties is sprake van interactie- en gedragspatronen tussen de betrokkenen die het geweld opwekken en in stand houden. In een systeemgerichte benadering is het gezinssysteem de cliënt en zijn de interventies gericht op de interacties tussen betrokken. Vanuit deze visie is er een methodisch oog voor de kenmerken en dynamieken die een gezin ‘vatbaarder’ maken voor gedrag als huiselijk geweld. De huiselijk geweldproblematiek wordt in verband gebracht met de dynamiek binnen het gezin. Als dat relevant is, worden tevens de ouderlijke gezinnen van de partners, die in een gewelddadige relatie zitten, in de analyse van het probleem betrokken. Geweld van de ene partner tegenover de andere heeft gevolgen voor degene die mishandeld wordt, maar tevens voor de pleger en eventuele kinderen. Het gezin wordt als systeem aangetast door het - uitkomen van - huiselijk geweld. Het gezinssysteem is ‘de cliënt’ en daarbinnen is oog voor de posities, problemen en gedragingen van elk van de gezinsleden alsmede voor de interactie en dynamiek tussen de gezinsleden. De contextuele benadering van Nagy gaat ervan uit dat de band tussen ouders en kind onverbrekelijk is, er is sprake van een natuurlijke verbondenheid. De contextuele benadering heeft ook aandacht voor de intergenerationele verhoudingen.
45% van alle vrouwen en mannen tussen de achttien en zeventig jaar is ooit slachtoffer geweest van huiselijk geweld, als kind, partner of ouder.
quote
“Er ligt nu een melding bij de politie dat zij direct komen als ik bel. De politie houdt mijn huis ook mee in de gaten.” - Slachtoffer/cliënte
17
Mensen dragen bij hun geboorte de geschiedenis van vele generaties met zich mee.
• Aandacht voor de invloed van de sekse van de hulpverlener op de gezinsleden.
Belangrijke begrippen in de contextuele benadering zijn: meervoudige partijdigheid
• Aandacht voor overdracht en tegenoverdracht.
en loyaliteit. Meervoudige partijdigheid betekent dat de hulpverlener een positieve
• Aandacht voor –verschillen in– de seksesocialisatie van de leden van het gezin
relatie opbouwt met alle betrokkenen. Hij maakt duidelijk dat hij geen partij kiest,
en hun verschillende rollen en opvattingen ten aanzien van intimiteit,
maar iedereen erkenning geeft voor de positie die hij in het systeem heeft.
seksualiteit, macht, geweld, maatschappelijke positie, gezin, kinderen,
Erkenning geven betekent niet gelijk geven (Pont 2005). Loyaliteit is een bijzondere
vader- en moederschap.
vorm van binding, die voortkomt uit verbondenheid.
• Cliëntgericht werken, zoals aansluiten op de beleving van de cliënt. • Emanciperend werken, zoals individuele problemen in een maatschappelijke
Ook de hulpverlener die een relatie aangaat met een gezin neemt een positie in,
context plaatsen en toewerken naar meer autonomie voor de leden van het gezin.
er wordt een hulpverleningssysteem gevormd. Het is belangrijk dat de hulpverlener zich daarvan bewust is en de positie inneemt die hij als professional hoort in te
4.3
Leertheorieën / cognitief model
nemen. Daarnaast betekent een systeemgerichte of systemische benadering ook dat alle direct betrokkenen hulp krijgen die onderling samenhangt en op elkaar is
Bij de dadertherapie wordt vooral uitgegaan van een gedragstherapeutische bena-
afgestemd (Factsheet Huiselijk geweld 2007).
dering. Binnen de gedragstherapeutische benadering gebaseerd op (sociale) leertheorieën staat de gedachte centraal dat gedrag is aangeleerd en ongewenst gedrag ook weer kan worden afgeleerd.
Methodische principes die voortvloeien uit de systeembenadering zijn (Flikweert en Lünnemann 2003): • Het betrekken van alle betrokkenen bij de hulpverlening.
In het cognitieve model is aandacht voor de cognitieve verwerkingsprocessen
• Kijken naar interacties tussen betrokkenen met aandacht voor beleving
die zich afspelen tussen een prikkel en de reactie daarop. De sociaal cognitieve informatie verwerkingstheorie van Crick en Dodge (1994) geeft aan dat iemand in
en betekenisgeving van elke persoon. • Erkennen en benoemen van loyaliteit(sconflicten).
sociale situaties een aantal mentale stappen doorloopt om tot een reactie te komen.
• Verantwoordelijkheid nemen voor eigen gedrag.
Het aanvankelijke lineaire model van Dodge wordt omgevormd tot een circulair
• Analyseren van familiepatronen, vaak met behulp van de techniek van
model. In dit circulaire model spelen voorgaande ervaringen een belangrijke rol, net als emoties, biologische predisposities en ontwikkelingsspecifieke factoren.
genogrammen. • Meerzijdige partijdigheid van de hulpverlener.
In de ‘database’ van de persoon liggen deze voorgaande ervaringen opgeslagen.
• Werken aan herstel van vertrouwen in relaties. Wanneer dit niet lukt,
Om tot een reactie te komen decodeert de persoon de signalen (cues genoemd) uit een sociale situatie en interpreteert deze. Bij deze interpretatie spelen voorgaande
streven naar een harmonieuze beëindiging van de relatie.
ervaringen een rol en deze kleuren de interpretatie. Vervolgens bekijken de perso-
4.2
Seksespecifieke analyse huiselijk geweld
nen de gewenste uitkomst voor deze situatie en daarna toetsen zij de verschillende antwoorden die daarbij passen en komen zij tot een keuze. Ten slotte voeren zij
Binnen de systeembenadering is ook de seksespecifieke benadering van belang.
het gedrag uit.
Hierin wordt huiselijk geweld gezien als een gezinsprobleem en een maatschappelijk probleem. Belangrijke aspecten zijn de machtsverschillen tussen mannen en
Crick en Dodge geven aan dat het hier zelden om bewuste processen gaat. Dikwijls
vrouwen en de daardoor ontstane verwachtingen naar elkaar en seksespecifieke
zullen de processen geautomatiseerd plaatsvinden. Als iemand eenmaal een negatief
patronen. Mannen die geweld gebruiken, proberen macht en controle uit te oefenen
werkmodel van sociale interacties ontwikkeld heeft, zal hij geneigd zijn om gedrag
op hun partner. Zij worden daarin versterkt door de ongelijkwaardigheid in de
van de ander als negatief te interpreteren. Een goedkeurend klopje op de schouder
maatschappelijke posities van mannen en vrouwen (Van Outsem 2001). Uit de
wordt dan bijvoorbeeld als een aanval geïnterpreteerd en de persoon zal daarbij
seksespecifieke analyse van problemen vloeit een aantal methodische aandachts-
passend gedrag selecteren en uitvoeren. Gedrag wordt dan meer geleid door emoties
punten voort, te weten (visienotitie Mutsaersstichting):
dan door een bewust denkproces.
quote
“Doelstelling voor de gemeente was vliegwiel te zijn en ontwikkelingen tussen ketenpartners op gang te brengen.” - Gemeente
19
4.4
Casemanagement Casemanagement is de spil in programma Focus. Casemanagement is een verzamelnaam voor verschillende benaderingen en modellen. Het casemanagement dat door de Mutsaersstichting wordt geboden bij de aanpak van huiselijk geweld is te zien als een vorm van intensief casemanagement, dat sterke overeenkomsten vertoont met het concept bemoeizorg. Bemoeizorg staat voor een outreachende werkwijze voor mensen die aanvankelijk geen zorg willen. De definitie van bemoeizorg luidt: ‘Bemoeizorg is het bieden van (ongevraagde) hulp aan (zorgwekkende) zorgmijders met een (vaak) complexe problematiek, waarbij verbetering van de kwaliteit van leven en reductie van overlast als uitgangspunten dienen. Deze ‘zorg op maat’ hulpverlening maakt gebruik van verschillende, op elkaar afgestemde methodieken en strategieën. De hulpverlening heeft een actief, outreachend en laagdrempelig karakter. De samenwerking tussen verschillende disciplines en organisaties is van wezenlijk belang om deze groep cliënten met de hulpverlening in contact te brengen. (Handreiking bemoeizorg GGZ-net 2004) De belangrijkste functies van casemanagement zijn: • Actief contact leggen met de cliënt. • In kaart brengen van de problematiek. • Ontwikkelen van een plan voor zorgverlening dat tegemoet komt aan de problematiek en situatie van de cliënt. • Arrangeren van de zorg en de hulp, de zorg koppelen aan de cliënt. • Bewaken van de voortgang en het effect van de hulp. • Behartigen van de belangen van de cliënt. De functie van casemanager vraagt specifieke persoonsgebonden en professionele vaardigheden. Belangrijke eigenschappen zijn: flexibiliteit, verantwoordelijkheidsgevoel, geduld en relativeringsvermogen. Vaardigheden die nodig zijn : doortastend, communicatief, creatief en onorthodox op zoek gaan naar oplossingen, in staat zijn zorgvuldig te werk gaan in een chaotische en complexe situatie. Voorwaarde is dat de casemanager doorzettingsmacht heeft, zowel naar het cliëntsysteem als naar de ketenpartners.
quote
“Ik heb me eigenlijk nooit gerealiseerd dat ik een slachtoffer van huiselijk geweld was. Er waren wel problemen, ze sloeg me wel eens, de drank….” - Slachtoffer/cliënte
21
5
Doelgroep en doelen
6.1
Kenmerken van ketensamenwerking
De doelgroep wordt gevormd door gezinnen waar sprake is van huiselijk geweld.
Ketensamenwerking is een specifieke vorm van interorganisatorische samenwerking
De methode richt zich op slachtoffer, pleger en getuigen van huiselijk geweld.
(Van de Aa en Konijn 2001). Ketensamenwerking betekent dat de ketenpartners vanuit een gezamenlijk doel afspraken maken en de werkwijze en de interventie-
Hoofddoel is het stoppen van huiselijk geweld. De volgende subdoelen worden
methoden op elkaar afstemmen. Het gaat erom dat iedere partij op het goede
nagestreefd:
moment de juiste en noodzakelijke dingen doet. Inzet is het realiseren van betere
• Vergroten van de draagkracht van het gezin en verkleinen van de draaglast.
dienstverlening. Ketenzorg betekent een verschuiving van een aanbodgerichte naar
• Verbeteren van het functioneren van de gezinsleden.
een vraaggerichte benadering. De situatie en de hulpvraag van de cliënt staat in
• (Her)krijgen van autonomie voor elk van de gezinsleden
het middelpunt. De opzet is om de toegang tot de juiste vormen van hulpverlening te vergemakkelijken, ongeacht het aantal instellingen dat er een bijdrage aan moet
(afhankelijk van de mogelijkheden, zoals leeftijd, ontwikkelingsfase, aanleg e.d.). • (Her)krijgen van grip op de situatie.
leveren. Kenmerkend voor ketensamenwerking is dat de samenwerking van onderop
• (H)erkennen van ieders behoeften.
wordt opgebouwd, vanuit het werkproces (Handreiking Ketensamenwerking in de
• Empowerment, mobiliseren van de eigen kracht van elk van de gezinsleden.
WMO 2005).
• Versterken van het netwerk van de gezinsleden. In het geval van huiselijk geweld is in feite sprake van twee ketens, die aan
• Basis scheppen voor een niet-gewelddadige toekomst van het gezin.
elkaar gekoppeld worden: de opsporings- en strafrechtelijke keten en de zorgen opvangketen. Ketensamenwerking vraagt om een goede organisatie op drie
6
Programmastructuur
niveaus (Handreiking Ketensamenwerking in de WMO 2005): • het uitvoerend niveau: de dienstverlening aan de klant of een groep klanten; • het ketenniveau: het niveau van de organisaties die samen een gemeenschappelijk
De aanpak van huiselijk geweld in Venlo is een vorm van ketensamenwerking. Uitgangspunt is dat voor de aanpak van huiselijk geweld en het opleggen en uit-
geformuleerde maatschappelijke opgave willen oplossen en die daarvoor hun
voeren van het huisverbod de inzet en samenwerking nodig is van alle keten-
middelen, kennis en kunde willen inzetten; • het beleidsmatige en bestuurlijke niveau: het niveau waar optimale condities
partners: politie, Openbaar Ministerie, gemeente en hulpverlening. Zij vervullen
voor ketens worden georganiseerd om de twee andere niveaus te ondersteunen.
ieder een unieke en cruciale rol. De ketenpartners ontwikkelen een professionele uniforme werkwijze om huiselijk geweld gezamenlijk aan te pakken. Op deze manier wordt een systeemgerichte aanpak vormgegeven, die zich richt op alle betrokken
6.2
De opbouw van de ketensamenwerking
partijen en in onderlinge samenhang en afstemming geboden worden. Drie elementen zijn van belang voor ketensamenwerking: ketendenken, ketenafspraken en trajectbeheer (Van de Aa en Konijn 2001).
Ketensamenwerking is nodig omdat bij huiselijk geweld in veel gevallen sprake is van complexe problematiek. Problemen op het gebied van geweld zijn vaak verstrengeld met allerlei andere problemen zoals schulden, een verslaving, huisvesting,
Ketendenken
een justitieel traject of psychische problematiek. Daarnaast is duidelijk dat het
Een eerste stap bij het realiseren van ketensamenwerking is de ontwikkeling van
nauwelijks zinvol is om mensen hulp of begeleiding te bieden zonder hun omgeving
ketendenken: het besef bij organisaties dat zij deel uitmaken van een gezamenlijke
daarbij te betrekken. De partijen afzonderlijk zijn niet in staat om voldoende en
keten, een gedeeld cliëntbeeld en een gezamenlijke visie (Van de Aa en Konijn
adequaat in te grijpen, de hulpvraag overstijgt de eigen mogelijkheden. Bij het
2001). Het gaat om denken vanuit de cliënt in plaats van vanuit de eigen organ-
realiseren van ketensamenwerking is het cruciaal om de betrokken ketenpartners
isatie en taken. Belangrijk is dat partijen bereid zijn om over de eigen muren
uit te nodigen om gezamenlijke kracht te ontwikkelen voor de aanpak van huiselijk
te kijken. Kenmerk van de ketensamenwerking in Venlo is dat de betrokken partijen
geweld. Goede ketensamenwerking leidt tot synergie waarbij samenwerking meer
zich niet opstellen als probleemdoorgever maar als probleemeigenaar.
is dan de som der delen.
quote
“Huiselijk geweld is veel meer in beeld gekomen. Iedere dag wordt het PBS (registratiesysteem politie) nagelopen op meldingen huiselijk geweld.” - Politie
23
In de methode Focus is het systeemgericht werken de leidende visie die de partijen
hulpverlening, kan zij bij uitstek processen initiëren, stimuleren, randvoorwaarden
bindt. Door middel van een cursus systeemgericht werken (uitgevoerd door NISTO),
scheppen en partners bij elkaar brengen. De gemeente voert de beleidsregie en
op initiatief van de Mutsaersstichting, hebben de betrokken medewerkers gewerkt
ketenregie. Beleidsregie betreft het maken van keuzes, het stellen van doelen,
aan een gezamenlijk referentiekader. De cursus werkt verbindend en geeft een impuls
vrijmaken van financiering en het maken van afspraken met ketenpartners in
aan de kwaliteit van de hulpverlening. Het effect is dat medewerkers van elkaar
de voorbereidende fase. Ketenregie betreft regie over samenwerking van alle bij
weten hoe ze een situatie benaderen en elkaar vanuit een gemeenschappelijk kader
het huisverbod betrokken instellingen in de uitvoeringsfase. Bij de start van de pilot
bevragen op elkaars inzet en kwaliteiten.
Tijdelijk huisverbod was er sprake van operationeel management door de projectleider gericht op het aansturen en inrichten van een nieuw team, nieuw aanbod en
Een onderdeel van ketendenken is ook vertrouwen en vanuit het vertrouwen in
nieuwe processen. Dit heeft geleid tot een snelle ontwikkeling van de keten en ertoe
de professionaliteit van de ketenpartner een beslissing of handeling aan een ander
bijgedragen dat partners zich kwetsbaar konden opstellen. Immers de kwaliteit van
overlaten.
het hulpaanbod voor mannen, vrouwen en kinderen die met (dreigend) huiselijk geweld te maken hebben, is een gezamenlijke verantwoordelijkheid. Een positieve
Ketenafspraken
en open instelling vormt uitgangspunt om met elkaar in gesprek te gaan.
Duidelijke afspraken zijn van belang om partijen te binden. In het uitvoeringsplan van de pilot Tijdelijk huisverbod zijn concrete afspraken vastgelegd over de
De uitvoeringsregie ligt bij de hulpverlening, en wel bij het casemanagement.
verwachte inzet, naar kwaliteit maar ook naar omvang. Deze vormen een goede basis
Door de samenwerkingspartners wordt dit als voorwaarde gezien voor effectieve
voor de samenwerking na afloop van de pilot.
hulpverlening.
Belangrijke uitgangspunten voor de ketensamenwerking in Venlo zijn:
6.3
De ketenpartners
• Alle betrokken partners beschikken over de juiste informatie, deze informatie Uitgangspunt van de ketensamenwerking rond huiselijk geweld is dat ieder zijn
staat volledig en op het juiste tijdstip tot hun beschikking.
eigen specifieke inzet en kwaliteit levert en dat iedere partij een toegevoegde
• Betrokken organisatie wisselen actief informatie uit (cliëntniveau, management
waarde heeft in de keten. De volgende partijen en instellingen zijn betrokken:
niveau) zodat sprake is van een juist en tijdig hulpverleningsaanbod voor cliënten.
Gemeente
• Alle aangesloten partners weten wat hun rol (taak/bevoegdheid/
De gemeente is, als onafhankelijke partij, de geëigende instantie om de regie te
verantwoordelijkheid) is binnen de keten.
voeren. Ook in het kabinetsbeleid is uitgangspunt dat de regie voor de aanpak
• Bij het realiseren van een integraal aanbod is sprake van een gezamenlijke
van huiselijk geweld bij de gemeente ligt. (Privé geweld – publieke zaak, 2002)
verantwoordelijkheid bij de uitvoering.
In de Wet Maatschappelijke Ondersteuning is dit nog eens bevestigd. Taak van
• De casemanager, die het integraal aanbod monitort, bewaakt en eventueel actie onderneemt, is juist gepositioneerd in de keten en is optimaal uitgerust
de gemeente is om partijen en instanties die voor de aanpak van huiselijk geweld
om zijn taak te realiseren.
verantwoordelijk zijn, bij elkaar te brengen ervoor te zorgen dat zij sluitende afspraken maken en erop toe te zien dat zij de gemaakte afspraken nakomen
• De ketensamenwerking wordt ondersteund door een optimale systeem voor
(Janssen 2006).
informatie-uitwisseling. De afspraken over informatie-uitwisseling zijn beschreven in paragraaf 7.4
De gemeente Venlo als centrumgemeente maakt afspraken met de regiogemeenten en spreekt hen aan op hun taak.
Trajectbeheer / regie Een actieve regierol is een belangrijke succesfactor bij de ketensamenwerking rond huiselijk geweld. Omdat de gemeente geen directe rol heeft bij de uitvoering van de
quote
“Ik spreek altijd met de kinderen. Het is belangrijk dat zij horen dat zij niet de schuld zijn van wat er gebeurd is.” - Casemanager
25
Politie/Openbaar Ministerie/Veiligheidshuis
Mutsaersstichting
In het kader van de kerntaken handhaven van de openbare orde en bewaken van
De Mutsaersstichting biedt op verschillende locaties in Noord en Midden Limburg
de veiligheid heeft de politie een belangrijke rol in de aanpak van huiselijk geweld.
geïndiceerde jeugdhulpverlening en geestelijke gezondheidszorg aan kinderen en
De politie is vaak als eerste aanwezig bij een melding van huiselijk geweld en
jongeren, evenals maatschappelijke opvang en begeleiding aan vrouwen en hun
schakelt onmiddellijk de andere partijen in die nodig zijn. Volgens de aanwijzing
kinderen.
van het Openbaar Ministerie van 1 april 2003 van kracht. houdt de politie de verdachte terstond aan indien sprake is van een redelijk vermoeden van schuld bij
Reclassering
een heterdaadsituatie. De politie houdt een aparte registratie bij van huiselijk geweld.
De reclassering is verantwoordelijk voor de begeleiding van plegers in een justitieel kader en houdt zich bezig met onder meer: vroeghulp, toeleiding naar zorg, toezicht
Het OM is betrokken als er sprake is van strafbare feiten. Het OM zal bewijsbare
op deelname aan behandelprogramma’s, training en reïntegratie. De reclassering
huiselijk geweld-zaken in beginsel altijd vervolgen.
adviseert het OM over daderbehandeling.
Hart van het veiligheidsbeleid in Venlo is het Veiligheidshuis Noord Limburg, een
Justitiële Verslavingszorg
fysiek en operationeel samenwerkingsverband van kernpartners rondom veiligheid.
De Justitiële Verslavingszorg heeft een vergelijkbare rol als de reclassering en is
In het Veiligheidshuis zijn de partners (fysiek) aanwezig: politie, OM, SHG, bureau
betrokken als er sprake is van middelengebruik.
slachtofferhulp, bureau jeugdzorg en Reclassering. In de werkwijze van het VeiligSlachtofferhulp
heidshuis worden de strafrechtelijke keten en de zorgketen aan elkaar gekoppeld.
Slachtofferhulp steunt slachtoffers van misdrijven en incidenten bij het verwerken Wel.Kom (Algemeen Maatschappelijk Werk)
van de gebeurtenis en bij het herstellen of verlichten van materiële en immateriële
Wel.kom is een brede welzijnsorganisatie met een hulpaanbod voor volwassenen en
schade.
kinderen. Wel.kom biedt een breed scala aan informatie, hulp en advies aan de slachtoffers van huiselijk geweld, zoals hulp bij de verwerking, begeleiding en
6.4
Programmastructuur Focus
bemiddeling bij het beëindigen van de relatie, hulp bij de omgang met de partner. Kernbegrippen in het programma Focus zijn: snel, outreachend, vasthoudend, gezaDe Horst
menlijk, systeemgericht. Het Steunpunt Huiselijk Geweld (SHG) Noord en Midden
Forensisch psychiatrische polikliniek (FPP) de Horst is onderdeel van tbs-kliniek de
Limburg is gestationeerd bij de Mutsaersstichting en vormt de frontoffice. Het case-
Rooyse Wissel in Noord-Limburg. De polikliniek biedt ambulante zorg aan forensisch
management wordt eveneens door de Mutsaersstichting uitgevoerd. De casemanager
psychiatrische patiënten uit Limburg vanaf 12 jaar. De Horst biedt onder meer een
heeft een sleutelpositie in de aanpak van huiselijk geweld. SHG en casemanager zijn
trainingsprogramma huiselijk geweld en agressiehanteringstherapie.
7 dagen per week 24 uur per dag bereikbaar, waardoor snelle interventie plaats kan vinden. Met de instellingen die de backoffice vormen zijn samenwerkingsafspraken
Bureau jeugdzorg
gemaakt. De ketenpartners werken zoveel mogelijk met vaste contactpersonen,
Bureau jeugdzorg vormt de toegang tot de jeugdzorg waar jeugdigen en hun
zodat de beroepskrachten elkaar goed kennen en weten wat ze van elkaar kunnen
ouders/opvoeders terecht kunnen die problemen hebben met opvoeden en
verwachten.
opgroeien. Ook kunnen derden hun zorgen over kinderen bij bureau jeugdzorg melden. Bureau jeugdzorg biedt korte ambulante hulp en regelt de indicatie als
Het SHG heeft een scharnierfunctie tussen politie en hulpverlening. Het SHG is
geïndiceerde jeugdzorg nodig is. Ook het AMK, de jeugdbescherming en de
de spin in het web en heeft beschikking over meldingen, lopende en afgesloten
jeugdreclassering zijn bij bureau jeugdzorg ondergebracht.
trajecten huiselijk geweld.
quote
“De politie is zich bewust van haar (grote) rol om de criminaliteitsspiraal te doorbreken.” - Politie
27
De ketenpartners komen wekelijks bij elkaar in het Veiligheidshuis voor het casusoverleg waar nieuwe meldingen worden besproken. Informatie vanuit de verschillende partijen wordt bij elkaar gelegd en er worden afspraken gemaakt over het inwinnen van verdere informatie en het uitzetten van hulpsporen. De casemanager komt in actie bij complexere zaken, zet hulpverlening in gang en verbindt alle hulpsporen. In hoofdstuk 7 is een uitgebreidere beschrijving van het programma te vinden.
6.5
Financiering De gemeente Venlo is centrumgemeente vrouwenopvang en heeft een regionale taak in de aanpak van huiselijk geweld. De gemeente Venlo stemt hierin af met de regiogemeenten. Voor het SHG ontvangt de gemeente overheidsfinanciering. De gemeente Venlo financiert zelf het casemanagement van de Mutsaersstichting. Er is een afspraak gemaakt over het aantal trajecten dat uitgevoerd wordt.
7
De aanpak In dit hoofdstuk gaan we in op de verschillende onderdelen van de aanpak volgens het programma Focus. De kern van de aanpak wordt duidelijk met het volgende citaat: “Voor een effectieve aanpak van huiselijk geweld is tijdige onderkenning even belangrijk als een scherpe risicotaxatie, snelle en doeltreffende interventies, hulp voor slachtoffers en kinderen en corrigerende hulp voor plegers” (Uitvoeringsplan pilot Tijdelijk huisver bod Venlo). Uit de ervaringen met de pilot Tijdelijk huisverbod blijkt dat als de crisisinterventie en het vervolg daarop systeemgericht en directief is en direct aansluit op het politieoptreden, dit de kans vergroot dat uiteindelijk alle partijen hulp aanvaarden.
Mensen dragen bij hun geboorte de geschiedenis van vele generaties met zich mee.
quote
“Het slachtoffer heeft de relatie dan wel verbroken, maar moet het meldpunt toch niet even bellen om haar te wijzen op de mogelijkheid van juridisch advies?” - Casusoverleg
29
7.1
Inhoudelijke uitgangspunten
• Er is specifieke aandacht en hulp voor de kinderen. Uit onderzoek is bekend dat de gevolgen voor kinderen als zij getuige zijn van geweld tegen een ouder net zo ernstig kunnen zijn de gevolgen van kindermishandeling. De ervaring leert,
In het programma Focus hanteren de ketenpartners de volgende inhoudelijke
dat geweld tussen ex-partners vaak (opnieuw) begint vanwege de omgangs-
uitgangspunten:
regeling met de kinderen. Vanaf het begin is er aandacht voor de gevolgen van
• Er is sprake van een samenhangende, gestructureerde aanpak van huiselijk geweld met een hulpaanbod via drie sporen. Er wordt hulp verleend aan alle betrokkenen:
huiselijk geweld voor de opvoedingsrelatie, niet alleen wanneer de partners
slachtoffer, pleger en kinderen (als getuige en/of mede-slachtoffer van geweld).
bij elkaar blijven, maar ook wanneer zij besluiten uit elkaar te gaan. Daarmee stopt hun rol als ouder/opvoeder immers doorgaans niet. Daarbij is er aandacht
• De aanpak is systeemgericht. Het gezinssysteem is de cliënt. Met een groothoek-
voor hoe zowel slachtoffer als pleger de opvoedersrol kunnen vervullen.
lens wordt naar het gezin en zijn context gekeken. Daarbij wordt ook vanuit
• Huiselijk geweld wordt vaak overgedragen van de ene generatie aan de andere.
intergenerationeel perspectief gekeken.
Adequate hulp aan de kinderen is nodig om deze overdracht te doorbreken.
• De hulp wordt gegeven vanuit een systemisch denkkader. De verschillende
Een juist aanbod kan hierin het verschil maken
(hulpverlenende) contexten worden gebundeld in een gezamenlijk en onderling afgestemd hulpaanbod, gecoördineerd door de casemanager. • De hulp is vraaggericht. Hulpverleners sluiten op een flexibele manier aan bij
7.2
De werkwijze
de situatie en de vraag van de cliënt. Het hart van de aanpak in het programma Focus wordt gevormd door het case-
• De crisis wordt aangegrepen als verandermoment. Kenmerk van huiselijk geweld is dat het gepaard gaat met veel schuld en schaamte en angst dat de buitenwereld
management. In het casusoverleg komen casemanager samen met de politie en
‘het over gaat nemen’ indien het bekend wordt. Gezinnen verkeren daardoor
andere ketenpartners bij elkaar om meldingen te bespreken en afspraken te maken.
vaak in een isolement en sluiten de rijen voor buitenstaanders. In geval van
De aanpak verloopt in de volgende stappen.
crisis wordt dit doorgaans een paar dagen doorbroken. Het gezin is uit balans, betrokkenen zijn bereid om de ernst van hun situatie onder ogen te zien.
Melding
Snelle interventie is de beste waarborg voor het effectief aanpakken van
Meldingen komen binnen bij de politie of bij het Steunpunt Huiselijk Geweld.
het geweld. Van belang daarvoor is 24-uurs bereikbaarheid. Steunpunt Huiselijk geweld Noord en Midden Limburg
• Stoppen van het geweld/veiligheid staat centraal. In de praktijk blijkt dat veel slachtoffers en plegers hun relatie niet willen of kunnen verbreken.
Het Steunpunt Huiselijk Geweld is ondergebracht bij de Mutsaersstichting en wordt
De insteek van de hulpverlening is niet het beëindigen van de relatie, maar
bemenst door medewerkers van de vrouwenopvang. Het SHG beoogt, in het kader
stoppen van het geweld.
van een brede maatschappelijke aanpak, huiselijk geweld uit de anonimiteit te halen door openlijk aandacht te besteden aan huiselijk geweld en te monitoren.
• De hulp is actief, outreachend en vasthoudend. Alle leden van het systeem worden door de casemanager actief en op een vasthoudende manier benaderd.
Het SHG is 7 dagen per week, 24 uur per dag bereikbaar en heeft
• De hulp is competentiegericht: de zwakte van het individu wordt omgezet
de volgende functies:
in kracht.
• laagdrempelige advies- en verwijsfunctie voor alle bij huiselijk geweld
• De attitude van de hulpverleners is respectvol èn begrenzend: uitgangspunt is
betrokken personen en organisaties;
de norm dat geweld niet kan en dat het geweld moet stoppen. De betrokkenen worden aangesproken op hun verantwoordelijkheid. Het geweld in de relatie wordt
• bevorderen van deskundigheid bij derden over huiselijk geweld;
bespreekbaar gemaakt. De pleger wordt niet ontzien, de benadering is directief
• registratie van huiselijk geweld om het zicht op de opvang van huiselijk geweld te vergroten.
en confronterend, accent op ‘Act now for later’ • Meervoudige partijdigheid: de hulpverlener bouwt een positieve relatie op met alle betrokkenen. Hij maakt duidelijk dat hij geen partij kiest, maar iedereen wel erkenning geeft voor de positie die zij in het systeem hebben. Erkenning geven betekent niet gelijk geven.
quote
“Regie van de gemeente wil niet zeggen dat zij inhoudelijk de baas is of de macht heeft iets door te zetten. Het gaat wel om doorzettingsmacht op processen. Gemeente kan bemiddelen, stimuleren.” - Gemeente
31
Politie De politie vervult een essentiële rol bij de aanpak van huiselijk geweld. Vaak is de politie als eerste betrokken, zij zit aan de voorkant van de problematiek en heeft daarmee een signaalfunctie. De politie Noord en Midden Limburg neemt meldingen van huiselijk geweld zeer serieus. Daarbij is, door de samenwerking met de ketenpartners, de zekerheid dat de hulpverlening het oppakt, van groot belang. Bij een telefonische melding beslist de meldkamer of er een eenheid van de surveillancedienst op uit gaat. De politie stelt duidelijk de norm dat huiselijk geweld strafbaar is en niet wordt getolereerd. De politie hoort de verdachte en het slachtoffer en gaat na of er of er sprake is van strafbare feiten. De politie screent alle incidentmeldingen op huiselijk geweld. Door meldingen aan elkaar te koppelen krijgt de politie het geweld in een systeem in beeld en volgt zij de ontwikkelingen. Casusoverleg De meldingen huiselijk geweld worden besproken in het wekelijks casusoverleg dat in het Veiligheidshuis Venlo wordt gehouden. Er is aanvankelijk gestart met de volgende partijen: Steunpunt Huiselijk Geweld, casemanager, politie, reclassering, bureau jeugdzorg, slachtofferhulp, gemeente (onafhankelijk voorzitter). Inmiddels wordt aan uitbreiding met o.a. Wel.kom gewerkt. Een medewerker van het Veiligheidshuis maakt wekelijks een lijst met de meldingen vanuit het Basispolitie systeem (BPS) en het SHG. Elke melding krijgt een nummer. Op de lijst staan de volgende gegevens: • de namen, geboortedata van pleger, slachtoffer en eventuele kinderen. • adresgegevens zover bekend • korte schets van de situatie die aanleiding was voor de melding • Eventuele eerdere meldingen • Contacten met hulpverlenende instanties Van tevoren wordt de lijst toegestuurd aan alle deelnemers, zodat zij zich kunnen voorbereiden. Elke casus op de lijst wordt doorgenomen. Er vindt een open discussie plaats. Afspraken worden gemaakt op basis van overeenstemming. Waar mogelijk wordt aanvullende informatie gegeven, verder worden er afspraken gemaakt over wie welke actie onderneemt. Vaak nemen de verschillende partijen het op zich om iets nader uit te zoeken. De politie bijvoorbeeld gaat na of er rond de betreffende casus al eerder signalen of meldingen zijn geweest. Bureau jeugdzorg kijkt of de kinderen bekend zijn bij bureau jeugdzorg. De reclassering gaat na of de pleger bekend is. De bevindingen worden in het volgende casusoverleg teruggekoppeld en op basis daarvan worden vervolgafspraken gemaakt.
quote
“De politie is wel 6 keer aan de deur geweest. Soms belde ik, soms de buren. De politie heeft nooit contact opgenomen met mij om te vragen hoe de situatie thuis was.” - Slachtoffer/cliënte
33
Het feit dat meerdere partijen bij de bespreking zijn, staat er garant voor dat elke
7.3
Intensief casemanagement
zaak serieus bekeken wordt en bij er bij de geringste zorg of twijfel actie ondernomen wordt. Bij een zaak die afgehandeld lijkt omdat het slachtoffer de relatie
Een centraal onderdeel in het programma is intensief casemanagement in de thuis-
met de pleger heeft verbroken, doet een deelnemer bijvoorbeeld de suggestie dat
situatie van gezinnen waar huiselijk geweld plaatsvindt. Kenmerkend voor de aan-
het SHG toch nog even contact opneemt om de te wijzen op de mogelijkheid van
pak van de casemanager is dat deze achter de voordeur kijkt en hierdoor een goed
juridisch advies. In het casusoverleg is veel aandacht voor de kinderen. Als er sprake
beeld krijgt van de gezinssituatie. De casemanager stelt zich actief en vasthoudend
is van een OTS wordt altijd contact opgenomen met de gezinsvoogd voor nadere
op en handelt vanuit een natuurlijke autoriteit.
informatie en afstemming over mogelijke vervolgacties. De casemanager werkt vanuit de visie dat huiselijk geweld een gezinsprobleem én De cases waar geen actieve inzet meer is vanuit de deelnemers van het casus-
een maatschappelijk probleem is, dat onder andere samenhangt met de ongelijke
overleg komen op de schaduwlijst, die alle zaken van het afgelopen jaar bevat.
machtsverhouding tussen mannen en vrouwen en volwassenen en kinderen. De hulp
Tijdens het casusoverleg lopen de deelnemers de zaken van de schaduwlijst na
is er op gericht dat beide partners –en kinderen voor zover die oud genoeg daarvoor
die nog lopen. Acties die ondernomen zijn worden gemeld en de partijen maken
zijn– inzicht krijgen in de gewelddadige relatie en de niet effectieve, schadelijke
afspraken over mogelijke vervolgacties. Als er sprake is van een nieuwe melding
communicatiepatronen en conflicthanteringstrategieën, en dat zij hulp krijgen bij
in een lopende zaak, komt de casus weer op de ‘eerste’ lijst.
het ontwikkelen van niet-gewelddadige, effectievere gedragingen.
In de periode november 2007 tot en met april 2008 zijn 415 casussen besproken in
De casemanager werkt systeemgericht. Het gezin als geheel krijgt hulp, omdat de
het casusoverleg. De verwachting is dat, naarmate verschillende beroepsgroepen meer
mechanismen die huiselijk geweld veroorzaken door het hele (gezins)systeem in
oog krijgen voor signalen van huiselijk geweld, het aantal casussen zal toenemen.
stand worden gehouden. Voor het doorbreken van de vicieuze cirkel, die zo kenmerkend is voor huiselijk geweld, is verandering in het hele gezinssysteem nodig.
Acties In veel gevallen gaat het SHG na bespreking in het casusoverleg met een melding
De casemanager heeft altijd oog voor de belangen en de behoeften van de kinderen.
aan de slag. Het SHG neemt contact op. Zij geeft bij het slachtoffer (en eventueel
In de gesprekken met kinderen is het doel om de kinderen te ontschuldigen. Kinderen
pleger en kinderen) aan dat zij zijn besproken in het casusoverleg. Doel van het
voelen zich altijd verantwoordelijk voor de ruzies en het geweld tussen ouders. De
contact is te inventariseren of contact en verdere hulp gewenst zijn. Eventueel
ervaring is dat kinderen in het algemeen heel openhartig praten en de casemanag-
verwijst het SHG naar hulpverleningsorganisaties.
er bijvoorbeeld plaatsen laten zien waar het geweld heeft plaats gevonden.
Bij zaken die meer complex lijken, waar al meerdere meldingen liggen, of waarbij
Het probleem dat de aanleiding vormt voor het intensief casemanagement, is
al hulpverleningsinstellingen betrokken zijn of betrokken zijn geweest, komt de
huiselijk geweld. Huiselijk geweld is niet alleen een schadelijke vorm van gedrag,
casemanager in actie. De casemanager komt achter de voordeur, vormt zich een
het is tevens verboden. Dit gegeven heeft invloed op de hulp. Enerzijds kan - dreigen
beeld van de situatie en maakt een plan van aanpak waarin duidelijk de rol van de
met - interventie door politie en justitie een steuntje in de rug zijn bij het aan-
ketenpartners beschreven is. Vervolgens schakelt hij hulpverleningsorganisaties in.
pakken van het geweld. Anderzijds kan de politionele en justitiële aanpak van
De casemanager verbindt alle hulpsporen en fungeert als motor, trekker, verbinder,
huiselijk geweld de hulpverlening bemoeilijken, dan wel op zijn minst ingewikkeld
bemiddelaar, en organisator van de aanpak langs drie sporen. Hij zorgt ervoor dat
maken.
de betrokken hulpverleners alle informatie uitwisselen en activiteiten op elkaar afstemmen.
De basishouding van de casemanager is er een van respect voor de cliënt (het gezin en ieder van de gezinsleden), hoe onaanvaardbaar bepaalde gedragingen van
Nazorg
gezinsleden ook zijn.
De casemanager blijft gezinnen gedurende een jaar volgen. De casemanager heeft regelmatig contact met het gezin en met de hulpverleners die bij het gezin betrokken zijn.
quote
“Voor Wel.kom is casemanagement een noodzakelijkheid bij Multi-problemgezinnen, waar het bij huiselijk geweld ook vaak om gaat. De onafhankelijke positie van de casemanager is belangrijk.” - Wel.kom
35
De casemanager stelt het huiselijk geweld in het gezin expliciet aan de orde als onaanvaardbaar gedrag, zonder te vervallen in veroordeling of beschuldiging van personen. Hij waakt ervoor dat de pleger niet het gevoel krijgt dat de casemanager vindt dat zij/hij niet deugt. De casemanager geeft echter wel duidelijk aan dat huiselijk geweld als gedrag niet goed is te praten en dient te stoppen. Een zelfde genuanceerde benadering krijgt het ‘slachtoffer’. Het slachtoffer is niet alleen maar slachtoffer. Om het huiselijk geweld te stoppen dienen beide partners dingen te veranderen in hun opvattingen, attitude, communicatie en conflicthanteringgedrag. De werkwijze is vooral verbaal. Centraal hierin staat het aan het woord laten van de gezinsleden. Daartoe luistert de casemanager aandachtig en stelt zij/hij de juiste vragen. In haar/zijn communicatie is de casemanager transparant en neutraal (meervoudig partijdig). In de praktijk blijken confronteren, relativeren en humor (provocatieve benadering) vaak goed te werken om aansluiting te vinden bij het gezin en daarmee de problematiek hanteerbaarder te maken. De casemanager zal zoveel mogelijk positief bekrachtigen en zo weinig mogelijk afkeuren. ‘Veiligheid’ (safety first) is een zeer belangrijk uitgangspunt bij het casemanagement. De casemanager garandeert de eigen veiligheid en die van de gezinsleden door scherp op te letten dat er geen grenzen overschreden worden. Hij stelt als voorwaarde dat de veiligheid gegarandeerd is. De casemanager let er met name goed op dat de pleger niet over een grens heen gaat en gewelddadig dreigt te worden. Zonodig wordt de politie gewaarschuwd. Casemanagement heeft ook een belangrijke rol op het gebied van de regie van de hulpverlening. De effectiviteit van de hulp wordt vergroot als hulpverleners die betrokken zijn bij een gezin waarin huiselijk geweld plaatsvindt, op de hoogte zijn van elkaars activiteiten en de hulp afstemmen. Het casemanagement maakt voor alle partijen de situatie waarin een gezin verkeert inzichtelijk. Werkwijze casemanager: • De casemanager is 24 uur per dag, 7 dagen per week bereikbaar. Op het moment van de crisis (melding bij politie, SHG of bij het uitreiken van een huisverbod) wordt direct gehandeld. Met een direct aanbod en een directieve benaderingswijze zijn betrokkenen bereid om te praten en hulp te accepteren.
Uitgangspunt van de ketensamenwerking rond huiselijk geweld is dat ieder zijn eigen specifieke inzet en kwaliteit levert en dat iedere partij een toegevoegde waarde heeft in de keten.
quote
“Door de pilot en de samenwerking binnen het Veiligheidshuis is de samenwerking tussen de verschillende hulpverleners duidelijk toegenomen.” - Casusoverleg
37
• Als de casemanager naar het gezin gaat naar aanleiding van het casusoverleg,
7.4
De modules van het hulpaanbod
introduceert hij zich in het gezin met de boodschap dat de melding in het casusoverleg is besproken.
In deze paragraaf beschrijven we de verschillende onderdelen van het hulpaanbod die deel uitmaken van de aanpak huiselijk geweld.
• De casemanager legt eerst contact met het slachtoffer en indien aanwezig de kinderen, daarna met de pleger. De casemanager spreekt het slachtoffer,
De Horst (forensische psychiatrie)
de pleger en de kinderen apart. In de eerste contacten met slachtoffer en pleger
De Horst biedt hulp aan de pleger, vanuit een vrijwillig of gedwongen kader. Het
benadrukt de casemanager de ernst van de situatie waarbij hij duidelijk aangeeft
aanbod bestaat uit agressie-regulatietraining en een psycho-educatief trainings-
dat er geen sprake is van een keuze. De boodschap die hij uitdraagt is dat
programma huiselijk geweld. Van belang is, in ieder geval bij een tijdelijk huis-
het probleem zo dringend is dat hulpverlening de enige optie is.
verbod, dat de uithuisgeplaatste de time-out methode aanleert. Hierbij wordt ook het slachtoffer betrokken. Tijdens de intake wordt vastgesteld of er behalve de
• De casemanager maakt in korte tijd een schets van het gezin en de afzonderlijke
training een hulpaanbod op maat moet worden gerealiseerd. Toeleiding naar werk
hulpvragen van de leden van het gezin. In feite kijkt de casemanager met
kan bijvoorbeeld een optie zijn.
een groothoeklenslens naar het gezin en de context waarbinnen het geweld zich afspeelt. Op basis hiervan maakt hij een plan van aanpak waarin duidelijk de rol
Taken De Horst:
van ketenpartners beschreven wordt.
• Eerste contact met pleger. • Voorlichting over gang van zaken.
• Als het plan van aanpak gereed is neemt de casemanager contact op met
• Veiligheid inschatten: bij een tijdelijk huisverbod inschatten of pleger zich
de ketenpartners die een intake realiseren. Op basis hiervan realiseren
(vrijwillig) aan het huisverbod zal houden.
de ketenpartners hun aanbod.
• Toeleiden naar hulpverleningsgroep voor plegers. • Nagaan of gezin/pleger al bekend is in instelling.
• Lopende het traject is vasthoudendheid van de casemanager naar de cliënten
• Eventuele doorverwijzing naar hulp bij materiële zaken (werk/inkomen).
een kritische succesfactor. Tijdens een crisissituatie zijn betrokkenen erg
• Voorbereiden bij tijdelijk huisverbod: moet huisverbod verlengd worden?
gemotiveerd om het hulpaanbod te accepteren.
• Met pleger uitkomst werkconferentie bespreken en de vervolgaanpak (met of zonder huisverbod).
• De casemanager voert de regie, zowel van het gezin als van de ketenpartners. Regelmatig organiseert de casemanager overleg met alle ketenpartners.
Wel.kom (Algemeen maatschappelijk werk)
De casemanager als regisseur zorgt voor snelle informatie-uitwisseling,
Bij een hulpvraag heeft Wel.kom de richtlijn dat binnen twee weken een intake is
afstemming van afzonderlijke hulpverleningstrajecten en coacht gezinsleden
gerealiseerd. Een gemiddeld traject heeft een looptijd van 6 tot 9 maanden, waarbij
(met drang en dwang) naar acceptatie van hulpverlening.
de intensiteit van contact voornamelijk in het begin van de hulpverlening ligt. Wel.kom richt zich met name op de situatie van het slachtoffer en werkt aan relatieproblemen, schulden, opvoedingsvraagstukken, maar ook huisvesting, werk komen aan de orde.
quote
“De pilot maakte duidelijk dat je samen heel veel kunt bereiken! Mensen zijn nu enthousiast en zijn daarom op vrijwillige basis doorgegaan.” - Politie
39
Globale taakomschrijving AMW: • Eerste opvang slachtoffer. • Voorlichting aan slachtoffer(s) en eventuele kinderen over verdere gang van zaken. • Inschatting van het veiligheidsrisico (kunnen slachtoffer en eventuele kinderen veilig thuis blijven?). • In overleg met slachtoffer inlichten en inschakelen van sociale netwerk. • Voorbereiden op komst van jeugdzorg. • Globaal de wensen van het slachtoffer voor vervolgaanpak inventariseren. • In eigen systeem kijken of gezin bekend is. • Hulp bij eventuele materiële zaken (inkomen, schulden, werk). • In geval van huisverbod voorbereiden: moet huisverbod verlengd worden? • Inlichten slachtoffer over uitkomst werkconferentie. • Met slachtoffer vervolg bespreken. • Casemanager actief informeren. Bureau jeugdzorg Bureau jeugdzorg ziet alle kinderen die betrokken zijn bij het huiselijk geweld. In het geval van een huisverbod maakt bureau jeugdzorg binnen de eerste 10 dagen na het huisverbod een inschatting over de situatie van de kinderen, daar waar nodig wordt een hulpaanbod in gang gezet. Gedurende deze 10 dagen is sprake van een huisbezoek, informatieverzameling (school, consultatiebureau, etc ), indien mogelijk (afhankelijk van de leeftijd) een gesprek met de kinderen, overleg met ketenpartners, afstemmingscontacten, een tweede huisbezoek om hulpaanbod te bespreken en rapportage. Wanneer er een indicatie of bijvoorbeeld een raadsmelding gesteld wordt, dan past dit in het reguliere aanbod van bureau jeugdzorg. Is het kind bekend bij bureau jeugdzorg, dan maakt de betrokken hulpverlener onderdeel uit van het interventieteam. Wanneer blijkt dat er bij de intake een vermoeden is van psychiatrische stoornissen, dan is de lijn tussen bureau jeugdzorg en Mutsaersstichting kort zodat voor kinderen snel een juist aanbod gerealiseerd kan worden. Taken bureau jeugdzorg: • Eerste contact met kinderen: beoordelen hoe het gaat met de kinderen. • Eerste globale indicatie. • Kinderen informeren over verdere gang van zaken. • Omgevingsonderzoek: contact met school, peuterspeelzaal, kinderopvang. Eventueel andere belangrijke derden. • Binnen eigen instelling nagaan of gezin/kinderen al bekend zijn. • Veiligheidsrisico’s/gevoel van veiligheid van kinderen inschatten. • Kinderen inlichten over stand van zaken huisverbod en met hen het vervolg bespreken.
quote
“Voor mij kwam de casemanager uit de hemel vallen, ik kreeg meteen een afspraak met hem!” - Slachtoffer/cliënte
41
7.5
De aanpak bij een tijdelijk huisverbod
• In afstemming met de burgemeester wordt een huisverbod opgelegd. • Zonodig wordt opvang van de uithuisgeplaatste geregeld.
In de pilot Tijdelijk huisverbod is door de ketenpartners in Venlo een specifieke
• De hulpofficier schakelt via het SHG de casemanager in.
werkwijze ontwikkeld. Het huisverbod is een instrument dat, mits het goed wordt
• De casemanager legt contact met alle betrokkenen.
uitgevoerd, een belangrijke bijdrage kan leveren aan het effectief aanpakken van
• De casemanager kijkt met een groothoeklens naar de situatie en maakt een plan van aanpak waarin de rol van de ketenpartners wordt beschreven.
huiselijk geweld. Dit betekent voor alle betrokken partijen, gemeenten en instellingen uit de hulpverlenings- en justitieketen, een intensievere aanpak van huiselijk
• De casemanager neemt contact op met de ketenpartners.
geweld. Kern van de aanpak bij een tijdelijk huisverbod is de snelheid waarmee
• De ketenpartners realiseren binnen 48 uur een intake en starten de hulpverlening.
de interventie ingezet wordt.
• De interventies van de ketenpartners zijn erop gericht de veiligheid in het gezin zoveel mogelijk te waarborgen, voorwaarden te scheppen om het geweld blijvend
Op het moment dat deze programmabeschrijving gemaakt wordt, is de wet Tijdelijk
te stoppen, de achterliggende problematiek helder te krijgen en eerste stappen
huisverbod nog niet in werking. Naar verwachting zal dat in de loop van 2008 het
te ondernemen om die problematiek op te lossen. • De casemanager belegt op de derde dag een bijeenkomst met de ketenpartners.
geval zijn en zal de aanpak die in Venlo ontwikkeld is opnieuw opgepakt worden.
(interventieteam) waar alle informatie uitgewisseld wordt en afspraken worden gemaakt.
Het tijdelijk huisverbod werkt als volgt. Bij een melding van huiselijk geweld gaat
• Op de achtste dag komen de betrokken hulpverleners opnieuw bij elkaar.
de basispolitiezorg (BPZ) ter plaatse. Als deze inschat dat een tijdelijk huisverbod mogelijk aan de orde is, wordt assistentie van de hulpofficier van justitie
Dit moment wordt gebruikt om duidelijke afspraken te maken, doelen te stellen
ingeroepen. Deze bepaalt ter plaatse - aan de hand van een risicotaxatie-instrument
en eventueel hulpverleners goed te positioneren. Als afsluiting wordt een advies
huiselijk geweld (RiHG) - of een huisverbod kan worden opgelegd. Het huisverbod
naar de burgemeester geformuleerd.
wordt formeel opgelegd door de burgemeester, die hiervoor mandaat kan verlenen
• Binnen 10 dagen wordt besloten of het huisverbod verlengd wordt.
aan de hulpofficier van justitie. Als een huisverbod is opgelegd, mag de uithuis-
• De casemanager monitort de trajecten gedurende een jaar een neemt indien nodig
geplaatste gedurende tien dagen - eventueel te verlengen tot vier weken - zijn
een actieve rol op zich, op verzoek van de hulpverlening, hulpvragers of naar
woning niet in en geen contact opnemen met het thuisfront. Overtreding van
aanleiding van signalen.
het verbod is een strafbaar feit. Als de uithuisgeplaatste het niet eens is met het huisverbod dan kan het aan de rechter worden voorgelegd door een verzoek
7.6
Uitwisselen van informatie
tot een voorlopige voorziening in te dienen. Om effectieve hulp te bieden, is uitwisseling van informatie tussen de ketenpartners De wet Tijdelijk huisverbod biedt een aanvulling op de mogelijkheden die het
van groot belang. De regelgeving over geheimhoudingsplicht is streng, maar biedt
strafrecht biedt en geeft politie en hulpverleners een instrument in handen waarmee
wel ruimte om cliëntgegevens uit te wisselen. Goede afspraken zijn nodig voor een
escalatie van huiselijk geweld zoveel mogelijk voorkomen kan worden. Essentieel is
effectieve en zorgvuldige omgang met informatie. Bij de uitwisseling van cliënt-
dat er snel hulpverlening op gang wordt gebracht. Het opleggen van een huisverbod
gegevens biedt de Wet bescherming persoonsgegevens een algemeen kader.
is de start van andere interventies die tot doel hebben het geweld te stoppen.
Daarnaast gelden voor de verschillende beroepskrachten specifieke regels over hun beroepsgeheim. Kern van het beroepsgeheim is dat de beroepskracht alleen cliënt-
De procedure bij tijdelijk huisverbod ziet er als volgt uit:
gegevens aan anderen verstrekt als de cliënt daarvoor toestemming geeft. Dit vormt
• De melding komt bij de politie binnen.
een belangrijk uitgangspunt voor de beroepshouding en legt een basis voor de
• De politie gaat ter plaatse en schakelt de hulpofficier van justitie in.
hulpverlening: cliënten mogen erop rekenen dat wat ze aan de beroepskracht
• De hulpofficier doet een risicotaxatie met behulp van het Risicotaxatie-instrument
toevertrouwen binnenskamers blijft en dat er niets buiten hen om gebeurt.
Huiselijk Geweld (RiHG).
quote
“Er lopen in dat huis wel kinderen rond, moet er toch niet een zorgmelding worden gedaan bij BJZ.” - Casusoverleg
43
In situaties waarin een zeer nadelige of gevaarlijke situatie voor de cliënt alleen kan worden opgeheven door te spreken, kan de beroepskracht zijn geheimhoudingsplicht doorbreken. Men noemt dat een conflict van plichten, of wel een situatie van overmacht. Voordat een beroep op overmacht kan worden gedaan, moet aan een aantal voorwaarde voldaan worden. Als leidraad gelden de volgende vragen (Baeten en Janssen 2003): • Welk gerechtvaardigd doel wil ik bereiken met het geven van informatie? • Kan dit doel ook worden bereikt zonder dat ik informatie aan een ander verstrek? • Is het, gelet op de situatie, mogelijk en verantwoord om toestemming van mijn cliënt te vragen en, zo ja, heb ik alles gedaan om die toestemming daadwerkelijk te krijgen? • Weegt het direct gevaar of het ernstige nadeel voor de cliënt dat ik met de gegevensverstrekking wil opheffen of verminderen, op tegen het belang dat de cliënt heeft bij geheimhouding? • Welke informatie heeft de ander echt nodig om het belang van mijn cliënt te dienen of het gevaar voor hem af te wenden? Gegevensuitwisseling binnen een samenwerkingsverband voor de aanpak van huiselijk geweld is toegestaan wanneer (Modelconvenant gegevensuitwisseling aanpak huiselijk geweld): • Dit noodzakelijk is om een gezamenlijk doel te bereiken • Iedere partner beschikt over een rechtmatige grondslag in de op hem van toepassing zijnde privacywetgeving om aan een andere organisatie gegevens te mogen verstrekken in het kader van dit gezamenlijk doel • Alleen die gegevens worden verstrekt die noodzakelijk zijn om het doel te bereiken. De ketenpartners hebben afspraken met elkaar gemaakt over het uitwisselen van gegevens aan de hand van het Modelconvenant gegevensuitwisseling aanpak huiselijk geweld van het Ministerie van Justitie. Informatieknooppunt Huiselijk geweld Voor de aanpak van huiselijk geweld is door het Ministerie van Justitie een systeem ontwikkeld waarbinnen informatie kan worden uitgewisseld: het Informatieknooppunt Huiselijk Geweld (IHG). Dit is een systeem waarin ketenpartners digitale informatie kunnen plaatsen en delen. In de pilots Tijdelijk huisverbod is het informatiesysteem getest. Er bleken nog de nodige haken en ogen aan de werking van het systeem te zitten. Op het moment dat deze programmabeschrijving gemaakt wordt, is het IHG niet operationeel. Er wordt gewerkt aan een systeem dat voldoet aan de functionele en financiële eisen waaraan het informatiesysteem moet voldoen.
quote
“Het is zinvol om bij elkaar in de keuken te kijken.” - Politie
45
7.7
Deskundigheid
Het ‘groeimodel’ waar Venlo voor had gekozen (het blijvend doorontwikkelen van het proces gedurende de pilot) bleek een succesfactor in de pilot. Van te voren
Bekend is dat bij interventies de kwaliteit van de hulpverlener en de relatie belan-
waren geen grootse verwachtingen gewekt en er waren duidelijke afspraken zodat
grijker zijn dan de interventie zelf. De aanpak van huiselijk geweld en de hulpver-
de ketenpartners wisten waar ze aan toe waren. De pilot maakte veel enthousiasme
lening aan slachtoffers, plegers en getuigen van huiselijk geweld, vragen veel van
los bij de ketenpartners toen bleek dat het huisverbod bestaande verhoudingen
betrokkenen op het gebied van energie, doorzettingsvermogen, kennis, attitude en
binnen problematische gezinnen kon doorbreken.
vaardigheden. Nodig is in ieder geval: Het enthousiasme in Venlo maakte dat de ketenpartners besloten om ook in gevallen
• Inzicht in oorzaken van huiselijk geweld en de gevolgen ervan voor
waarin geen huisverbod opgelegd kon worden, toch een vergelijkbaar hulpverlenings-
het slachtoffer. • Oog hebben voor de kinderen als slachtoffer of getuige van het geweld.
traject aan te bieden. Dit initiatief ontstond in reactie op situaties waarin een pleger
• Kennis van de manieren waarop plegers hun gedrag minimaliseren en
minderjarig was of wegens verslavingsproblematiek niet in de opvang terecht kon. Deze plegers kregen dan geen huisverbod, maar wel het hulpverleningstraject dat
rationaliseren.
daaraan gekoppeld was vanuit dezelfde systeemaanpak, dat wil zeggen voor pleger
• Kijken en handelen vanuit een systeemgericht perspectief.
én slachtoffers. Daarnaast is ook van belang dat hulpverleners zich bewust zijn van de eigen achtergrond en eventuele eigen ervaringen met huiselijk geweld. Voor de organisaties
Een andere succesfactor was dat de omvang en aard van de problematiek van
betekent dit dat het van belang is om ervaringen met huiselijk geweld bespreekbaar
huiselijk geweld zichtbaarder werden. Hetzelfde gold voor het zichtbaar worden van
te maken binnen de organisatie en de medewerkers te ondersteunen en begeleiden.
de zwakke plekken in de reguliere hulpverlening: in de pilots werd bijvoorbeeld duidelijk wat bereikt kon worden met een goede coördinatie en overdracht. In Venlo
7.8
Hulpmiddelen
leidde dit ertoe dat de hulp van de casemanager ook bij andere (reguliere) zaken werd ingeroepen.
Voor een succesvolle aanpak van huiselijk geweld is een aantal hulpmiddelen van belang. Dit geldt met name bij het tijdelijk huisverbod, waar een strakke procedure
Opvallend resultaat is dat in alle gevallen waarin een huisverbod werd opgelegd,
gehanteerd moet worden.
de hulpverleningstrajecten door slachtoffer en pleger werden geaccepteerd.
De volgende hulpmiddelen zijn beschikbaar of nog in ontwikkeling: • Stappenplan voor de politie
De belangrijkste factoren die bijdragen aan het succes:
• Protocol over informatie-uitwisseling tussen de politie, de gemeente en
• 24-uurshulpverlening: zeer snel beschikbare hulpverlening lijkt bijgedragen te hebben aan de acceptatie van hulp.
de casemanager
• Vasthoudendheid hulpverlening: in Venlo liet de casemanager betrokkenen
• Risicotaxatie-instrument Huiselijk geweld
niet los totdat zij hulp geaccepteerd hadden.
• Informatieknooppunt huiselijk geweld.
• Motivatie betrokkenen voor hulp in combinatie met bereikbaarheid uithuisgeplaatsten: het crisismoment werd aangegrepen om zowel de
8
Resultaten van evaluatieonderzoek
uithuisgeplaatste als de achterblijver(s) te motiveren voor hulp. • Uithuisgeplaatsten waren in alle gevallen aangehouden en zaten op het bureau, zodat de hulpverleners makkelijk in contact met ze kwamen.
In 2007 is het uittesten van het tijdelijk huisverbod in een aantal pilots, waaronder
• Intensiteit van samenwerking hulpverleners: hulpverleners werkten samen
Venlo, in door Research voor Beleid in opdracht van het ministerie van Justitie geëvalueerd. De conclusie luidt dat het huisverbod een toegevoegde waarde heeft
in een interventieteam dat regelmatig samenkwam. De systemische aanpak
ten opzichte van de bestaande hulpverlening. Het onderzoeksrapport van Research
kreeg daardoor vorm.
en Beleid geeft inzicht in de knelpunten en succesfactoren. We vermelden hier een aantal bevindingen in het rapport over de pilot in Venlo, die in het kader van deze programmabeschrijving van belang zijn (Van Vree, de Vaan, Broek 2007).
quote
“De CM moet alle sporen bewaken, beschikken over een helicopterview, hij moet zich positioneren en helderheid scheppen.” - Wel.kom
47
9
Ontwikkelpunten Het programma Focus biedt een succesvolle aanpak van huiselijk geweld. De werkwijze is nog volop in ontwikkeling. De Mutsaersstichting en de ketenpartners denken aan de volgende punten die in de nabije toekomst verder ontwikkeld kunnen worden. Hulp aan de kinderen die betrokken zijn bij huiselijk geweld Een essentieel element van het programma Focus is de specifieke aandacht voor de kinderen. Om de hulp aan kinderen te optimaliseren wordt gedacht aan de inzet van specifieke methodes voor kinderen die getuige zijn (geweest) van huiselijk geweld. Gedacht wordt aan: • ‘Kindspoor’, een meldtraject dat wordt gevormd door politie, Jeugden Zedenpolitie, AMK, bureau jeugdzorg en Raad voor de Kinderbescherming. • Groepstherapie voor kinderen gecombineerd met een groepsaanbod voor de ouders • Traumaverwerking voor kinderen (individueel). Intensieve gezins/relatietherapie In het programma Focus wordt de hulp geboden via drie sporen: gericht op de pleger, het slachtoffer en de kinderen, waarbij de casemanager zorgt voor afstemming en dwarsverbindingen. In een aantal situaties zou een vorm van intensieve relatie- of gezinstherapie, waarbij met de partners tegelijkertijd gewerkt wordt, wenselijk zijn. Activiteiten op het gebied van preventie en signalering Naast snelle interventie en hulp bij incidenten huiselijk geweld, is ook van belang aandacht te besteden aan gerichte preventie en verbetering van de signalering. Gedacht kan worden aan: • Voorlichting over huiselijk geweld aan beroepsgroepen die een belangrijke rol hebben bij de signalering, zoals huisartsen, maatschappelijk werkers, leerkrachten, jeugdartsen en –verpleegkundigen, medewerkers van kinderdagverblijven en peuterspeelzalen. • Gerichte voorlichting over huiselijk geweld aan risicogroepen, zoals jongeren die voor het eerst verkering krijgen. • Empowering potentiële slachtoffers door hen bewust te maken van het risico dat zij lopen en hun weerbaarheid vergroten.
quote
“ Ik denk dat de kinderen niets gemerkt hebben, ongemerkt krijgen ze misschien toch wel wat mee. Daarom is het wel goed dat er contact met BJz is gelegd zonder dat ik daarom heb gevraagd.” - Slachtoffer/cliënte
49
Literatuur
• Kruijff, M.S., R. Keus (2007). Horen, Zien en Zwijgplicht? Wegwijzer huiselijk geweld en beroepsgeheim. Den Haag: ministerie van Justitie
• Aa, A. van der en T. Konijn. Ketens, ketenregisseurs en ketenontwikkeling. Utrecht: Lemma B.V.
• Mastenbroek, S. (1995). De illusie van veiligheid. Voortekenen en ontwikkeling van geweld tegen vrouwen
• Baeten, P. en L. Janssen (2003).
in relaties. Utrecht: Jan van Arkel
Spelregels voor samenwerkingsverbanden huiselijk geweld. Utrecht: NIZW
• Menger, R. en C. van Nijnatten.
• Choy, Y.W. (2001). Het systeemgerichte denken in de jeugdzorg. In: Verheij e.a. (red.),
Casemanagement. In: Verheij e.a. (red.), Handboek Jeugdzorg.
Handboek Jeugdzorg. Houten: Bohn Stafleu Van Loghum
Houten: Bohn Stafleu Van Loghum • Ministerie van Justitie (2007).
• Crick, N.R. en K.A. Dodge (1994).
Modelconvenant gegevensuitwisseling aanpak huiselijk geweld
A review and reformulation on social information-processing mechanisms in children’s social adjustment. Psychological bulletin, 115, 1, 74-110
• Movisie (2007). Factsheet Huiselijk geweld: cijfers en feiten
• Dijk, T. van e.a. (1997). Huiselijk geweld: aard, omvang en hulpverlening. Den Haag: ministerie van Justitie
• Montfoort, A. J. van. (2008). Professionaliteit en nuchterheid in jeugdzorg en jeugdbeleid. Amsterdam: SWP
• Dijkstra, S. (2007) Geweld en veerkracht in gezinnen. Utrecht: Jan van Arkel
• Mutsaersstichting, diverse interne notities • Flikweert, M. en K. L ünnemann (2003). • Outsem, R. van, N. van Oosten (2001).
Hulp verlenen aan het gezin. Literatuurstudie naar systeemgerichte benadering
De Aanpak: systeemgerichte hulp bij geweld in relaties. Utrecht: Transact
in geval van huiselijk geweld. Utrecht: Verweij-Jonker Instituut
• Pont, S. (2005).
• Gemeente Venlo (2007).
Er zit systeem in …! De introductie van een systeemtheoretisch model
Evaluatie pilot tijdelijk huisverbod gemeente Venlo
voor de jeugdhulpverlening. Amsterdam: Pont • GGZ-net (2004). • Vree , F.M. van, K.B.M. de Vaan en S.D. Broek (2007).
Handreiking bemoeizorg. Literatuurstudie, praktijkbeschrijving en aanbevelingen
Evaluatie pilots huisverbod: Eindrapport. Een onderzoek in opdracht van het ministerie van Justitie. Leiden: Research voor Beleid
• Goedhart, M.T.A. (2007) Nu is het genoeg. Venlo: Mutsaersstichting • Heineke, D., R. van der Veen en N. Kornalijnslijper (2005). Handreiking ketensamenwerking in de WMO. Maatschappelijke ondersteuning in samenhang. Utrecht: NIZW/Den Haag: SGBO • Janssen, H. (2006) Geweld achter de voordeur. Aanpak van huiselijk geweld. Amsterdam: Boom
quote
“Ik verwacht dat ik nog wel een half jaar begeleiding nodig heb. De casemanager kan me die het beste geven, hij is betrokken en gevoelig, de GGZ is erg zakelijk.” - Slachtoffer/cliënte
51
‘Focus’ is een uitgave van de Mutsaerssstichting en Adviesbureau Van Montfoort Woerden, mei 2008 - Plony Beelen en Netty Jongepier
Mutsaersstichting, Schaapsdijkweg 56, 5913 PB Venlo T 0900 - 688 72 37, www.mutsaersstichting.nl