FME-CWM T.a.v. de heer P. Bongaerts Postbus 190 2700 AD ZOETERMEER
Datum:
13 mei 2015
Ons kenmerk:
WtW/wvs/00030864
Onderwerp:
Afwijzing eindbod
Geachte heer Bongaerts, In het vierde overleg over de nieuwe cao Metalektro heeft u in de nacht van 28 op 29 april 2015 een eindbod gedaan. U komt daarin niet tegemoet aan de voorstellen die wij u hebben aangeboden in onze brief van 10 maart 2015. Tevens bevat uw eindbod onderdelen die de werking van de cao op onaanvaardbare manier aantasten of voorzieningen en rechten verminderen die voor werknemers van grote waarde zijn. Op grond daarvan stellen wij vast dat er tussen ons een onoverbrugbaar verschil in wederzijdse standpunten is ontstaan en dat wij uitonderhandeld zijn. Ons Landelijk Bedrijfsgroepbestuur Metaal heeft daarom besloten tot het voorbereiden van een ultimatum conform de Statuten/Reglementen van De Unie. Wij zullen daartoe de leden raadplegen en daar in ieder geval de komende week voor nodig hebben. Wij hechten eraan om het onderhandelingsproces tot nu toe te schetsen: Sinds 24 maart 2015 voeren wij met u overleg om te komen tot een nieuwe cao. In achtereenvolgende besprekingen op 24 maart 2015, 2 april 2015, 13 april 2013 en 28 en 29 april 2015 hebben wij getracht te komen tot constructieve afspraken op basis van onze voorstellenbrief die uitstekend aansluit bij ons streven om de Metalektro een sector te laten zijn waar vakmensen graag hun werk willen vinden. Helaas mochten wij uw voorstellen pas ontvangen in het tweede deel van ons eerste cao-overleg op 24 maart 2015. In de daarop volgende onderhandelingsrondes heeft u geen toezeggingen gedaan op de voorstellen die onze leden van groot belang achten. Pas aan het slot van het laatste cao-overleg dat begon op 28 april en doorliep tot de ochtend van 29 april 2015 kwam u met een totaal bod dat voor het eerst een loonbod bevatte. Toen wij daarop een voorstel inbrachten waarin onze wensen merendeels werden ingetrokken of gewijzigd, vond u dat onvoldoende en transformeerde u uw eerder gegeven eerste totaal bod ongewijzigd in een eindbod. Dit betekent dat we uitonderhandeld zijn. Wij willen, zo hebben wij u laten weten, dat de cao’s meer zeggenschap bieden aan werknemers om hun werktijden en vrije dagen minder onzeker en flexibel te maken, hun overuren te beperken en om meer in een vierdaagse werkweek te kunnen werken, door inzet van eigen tijd. Door het overwerk te beperken en in te spelen op de behoefte van ‘jong voor oud’ willen wij ruimte maken om jongere vakmensen in de sector aan een baan te helpen en tegelijk ouderen gezond het pensioen te laten halen. Mede tegen de achtergrond van de ontwikkelingen die het werk in de technieksectoren veranderen willen wij dat werknemers meer scholingsrechten krijgen. U meende dat u ons in onze voorstellen over werktijden en opleidingen niet tegemoet kunt komen.
In het Sociaal Akkoord van 11 april 2013 zijn afspraken gemaakt over de sectorale invulling van de reparatie van de WW, de werkgelegenheid voor mensen met een arbeidsbeperking en het terugdringen van schijnconstructies met flexibele contracten. U weigert deze afspraken te bevestigen en kaders te bepalen voor de uitwerking. Deze weigering om uitwerking te geven aan afspraken die onze koepelorganisaties maken op landelijk niveau nemen wij zeer ernstig. Dit geldt te meer omdat u evenmin uitwerking heeft gegeven aan de belangrijke cao-afspraak in 2013 om de kernbepalingen van de WAGA nader in te vullen op een wijze dat er een gelijk speelveld in de sector ontstaat waarin concurrentie op arbeidsvoorwaarden wordt voorkomen. In de onderhandelingen is tot op heden van uw kant onvoldoende sprake van een constructieve opstelling. Daar waar wij proberen het werken in de sector aantrekkelijker te maken, vaklieden proberen te ontwikkelen en te behouden en meer kansen te bieden voor jongeren, confronteert u ons met een eindbod dat leidt tot verslechtering van de arbeidsvoorwaarden en d e rechtspositie van werknemers ten opzichte van de huidige caoafspraken, het beperken van de kansen om langer door te werken voor oudere werknemers en tot het afwijken van de cao zonder instemming van uw contractspartij. U frustreert hiermee de onderhandelingen. Wij hebben u medegedeeld dat wij uw eindbod van 29 april 2015 afwijzen. Na de onderhandelingen van 28 en 29 april 2015 hebben wij uw opstelling en uw eindbod met onze Landelijk Bedrijfsgroepbestuur besproken. Het bestuur heeft op 12 mei 2015 de conclusie getrokken dat uw eindbod volstrekt onvoldoende is. Wij kunnen derhalve niet anders dan vaststellen dat, aangezien uw eindbod door ons Bedrijfsgroepbestuur is afgewezen, thans sprake is van een onoverbrugbaar verschil in wederzijdse standpunten. Gezien de ontstane situatie hebben wij besloten de komende week de leden te raadplegen, conform de Statuten/Reglementen van De Unie, teneinde u een ultimatum te kunnen stellen. De eisen, die hierin worden meegenomen, zijn de volgende: 1. Looptijd Een cao met een looptijd van één jaar, van 1 mei 2015 tot 1 mei 2016. 2. Inkomen a. De lonen worden per 1 mei 2015 structureel verhoogd met 2,5%. Deze verhoging geldt voor zowel de feitelijke lonen als de loontabellen, de vloeren in de loonsverhoging (cao art. 10.9), vakantietoeslag (cao art. 5.10) en de in de cao vermelde vergoedingen. b. De werkgever betaalt een bijdrage van € 25,- bruto per maand voor de zorgverzekering aan de werknemer. c.
De cao verhogingen gelden voor iedereen, ook voor hoger personeel en zonder inkomensgrens.
3. Gelijk loon voor gelijk werk, flex en zekerheid a. Om oneerlijke concurrentie op arbeidsvoorwaarden te voorkomen is in de vorige cao afgesproken dat vluchtroutes worden afgesloten om buitenlandse werknemers niet dezelfde arbeidsvoorwaarden te geven als hun Nederlandse collega’s. De cao zou WAGA-proof worden gemaakt (WAGA = Wet Arbeidsvoorwaarden Grensoverschrijdende Arbeid). Dat moet op papier en in de praktijk ook werkelijkheid worden. De tekst van het cao-protocol van 2013 dient hiertoe in de nieuwe cao opgenomen te worden.
b. Het aantal werknemers met een flexcontract moet worden verminderd en mensen moeten sneller een vast contract krijgen. Per bedrijf komt hierover een plan dat samen met de werknemers (OR, vakbonden) wordt overeengekomen. Het centrale overleg van werkgevers en werknemers in de ROM ontvangt van ieder bedrijf uiterlijk 1 november 2015 het plan. c.
Stageplaatsen zijn geen flexpools, maar opleidingen naar een vaste baan. De medefinanciering door het opleidingsfonds A+O van BBL-plaatsen moet hierop beter aansluiten, zodat er geen subsidie wordt verstrekt voor vervanging van vaste contracten door flexbanen.
d. Omdat er vaak verschillen zijn met de beloning van mannen in dezelfde functie met hetzelfde niveau van opleiding en ervaring, moet de gelijke beloning van vrouwen meer ondersteuning krijgen. 4. Duurzame inzetbaarheid, arbeidsmarkt en opleidingen a. Andere werkpatronen zoals een vierdaagse werkweek en 80-100-100 (80% werken, 100% loon, 100% pensioenopbouw) moeten veel breder in de branche worden ingevoerd. De werknemers krijgen het recht om daarin naast vakantie- en ADV-dagen ook bronnen te gebruiken als toeslagen in tijd, compensatie voor overwerk en deeltijdpensioen. Om invoering ervan te ondersteunen is een groot gemeenschappelijk project nodig. Werknemers (en op hun verzoek ook hun vakbonden) en werkgevers werken per bedrijf samen aan een plan waarin werknemersrechten en wederzijdse wensen en mogelijkheden optimaal worden benut. b. Regelingen ‘jong voor oud’ stimuleren, waarbij werkloze jongeren een baan krijgen op een plek van werknemers die graag met (vroeg)pensioen gaan. c.
Meer inspanningen om minder inzetbare werknemers te herplaatsen of aangepast werk aan te bieden in plaats van te ontslaan. Naast de opname van Wajongers en andere arbeidsgehandicapten die in het Sociaal akkoord zijn afgesproken, kan de Metalektro zo bijdragen aan voorkoming en terugdringing van werkloze arbeidsgehandicapten.
d. Voor een Leven Lang Leren zijn meer opleidingsrechten nodig, in tijd en geld. Als de werkgevers in de Metalektro mee wil gaan met veranderingen en de voorhoede van de innovatie wil vormen, zullen alle werknemers ook individuele scholingsmogelijkheden met eigen budget moeten krijgen. Tevens: Handhaving van en meer structurele aandacht voor de inzet van de twee opleidingsdagen in de sector. e. Iedere werknemer moet eens in de 3 jaar de mogelijkheid geboden krijgen bij een onafhankelijk instituut naar keuze een betaalde loopbaancheck uit te laten voeren. Deze loopbaancheck dient als basis voor de POP van de individuele werknemer. Het via de stichting A&O lopende project “Loopbaanconsulenten” dient te worden gecontinueerd. Voor een opleidingsplan in het bedrijf waarbij betaling vanuit het A+O fonds plaatsvindt is de voorwaarde vereist van de handtekening door de OR. f.
Oudere werknemers moeten vaker en stelselmatiger worden ingezet als mentor bij het opleiden van instromers, de begeleiding van Wajongers en de overdracht van kennis.
g. Invoering van een sectorverzekering voor arbeidsongevallen en beroepsziektes door middel van een werkgeverspremie. h. Het project 5x Beter moet voldoende gefinancierd en geborgd blijven, de naleving van de normen moet beter en de verbetercoaches moeten ook toegang krijgen tot de bedrijven op uitnodiging van OR-en of vakbondskadergroepen. i.
Mantelzorg: Door de terugtrekkende overheid merken wij dat steeds meer werknemers, ook in de Metalektro, te maken krijgen met mantelzorg. De Unie stelt voor om in de cao expliciet aandacht te vragen voor mantelzorg, met ook een rol voor de ondernemingsraden, en er naar te streven om het onderwerp mantelzorg te verankeren in de persoonlijke functioneringsgesprekken. De Unie wil daarnaast voorstellen om de “Mantelzorg Helpdesk” (zie www.unie.nl/mantelzorg) in te zetten voor de sector. Zowel werkgevers als werknemers kunnen daar terecht met vragen rond het thema werk en mantelzorg.
5. Werktijden a. De zeggenschap van werknemers over hun werktijden moet beter in de cao worden geborgd. De teksten leiden tot eenzijdig handelen of ontwijken van de cao door werkgevers bij verschoven uren, inhaaluren, urenbanken, overwerkbepalingen, ADV, collectieve vakantie, afbouw ploegendiensten, het moment van bekendmaking van roosters enzovoorts. Onduidelijkheden in de teksten moeten verdwijnen en de werknemer krijgt recht op instemming waar deze nu nog ontbreekt of waar nu een vaak ongebruikte overlegbepaling staat. b. Wij stellen voor in de cao op te nemen, dat thuiswerk voor de “niet-machine-gebonden” werkzaamheden mogelijk moet zijn. Ook moet het de medewerker op zijn initiatief mogelijk worden gemaakt om, in overleg, met het behoud van het dagvenster en de afgesproken toeslagen, zijn reguliere werktijden te bepalen (incl. zelfroostering). 6. Overige voorstellen a. De reparatie van de opbouw en duur van de WW moet in de cao worden afgesproken, zoals in het Sociaal akkoord is vastgelegd. b. Aanpassing van de regeling over de vakbondscontributie aan de nieuwe wettelijke werkkostenregeling, zodat het ledenvoordeel van belastingvrijstelling over de vakbondscontributie niet sneuvelt. c.
De formulering ‘in overleg met vakbonden’ moet op alle plaatsen in de cao worden vervangen door ‘in overeenstemming met vakbonden ’of ‘na instemming door vakbonden’.
d. Een collectieve aaneengesloten vakantie en/of collectieve vakantiedagen in enig jaar dient/dienen voor 1 december, maar uiterlijk 31 december, van het voorafgaande jaar te worden vastgesteld. Wij menen er goed aan te doen u nu van de conclusie van het Bedrijfsgroepbestuur op de hoogte te stellen en tevens van het traject van de raadpleging over het stellen van een ultimatum. Wij melden u ook dat tijdens het traject van de raadpleging een vorm van passende en constructieve activiteiten kan plaats vinden.
Mocht u naar aanleiding van deze brief en ons aangekondigde eisenpakket alsnog besluiten het gesprek met ons en de collega vakorganisaties aan te gaan, dan staan wij daar zeer zeker voor open. Het is in ieders belang dat wij tot een voor alle partijen aanvaardbaar resultaat komen waarbinnen ruimte is voor ieders uitgangspunten. Wij vernemen graag of u op deze open uitnodiging in wenst te gaan. Wij vertrouwen u hiermee voor dit moment naar behoren te hebben geïnformeerd. Met vriendelijke groet, Mede namens Dirk van Gestel,
mr G.W.E. ter Welle Sr. Belangenbehartiger De Unie, Sector Metaal Kopie: -
collegae CNV Vakmensen, FNV Bondgenoten, VHP2 ROM