Fitheidsprofiel: Antoine van der Spek
04-12-2014 Gemaakt door: Studentennummer:
Michael Haven 500700011
Inhoudsopgave INLEIDING .................................................................................................................................... 3 VRAGENLIJST FYSIOFIT NL .................................................................................................................. 4 ANTROPOMETRIE ............................................................................................................................. 6 GONIOMETRIE ................................................................................................................................. 8 ÅSTRAND FIETSTEST ........................................................................................................................ 11 STEEP RAMP TEST ........................................................................................................................... 13 SHUTTLE RUN-TEST ......................................................................................................................... 14 SPIERKRACHTTESTEN ....................................................................................................................... 15 PUSH-UP-TEST EN BUIKSPIEREN-TEST......................................................................................................................... 15 HANDKNIJP-DYNAMOMETER EN DE HAND HELD-DYNAMOMETER.................................................................................... 16
OEFENINGEN ................................................................................................................................. 17 SPIERKRACHTTEST VOOR CASUS 1: MENEER RUIZING ................................................................................................... 17 OEFENINGEN VOOR ANTOINE .................................................................................................................................. 19
EETPATROON ................................................................................................................................. 21 CALORIE INNAME VERSUS VERBRANDING .................................................................................................................... 22 GEZONDE DAG: ..................................................................................................................................................... 22 ONGEZONDE DAG:................................................................................................................................................. 22
VERWERKINGSOPDRACHTEN ............................................................................................................. 23 CONCLUSIES VAN DE MEETGEGEVENS ................................................................................................... 28 ANTROPOMETRISCHE GEGEVENS .............................................................................................................................. 29 GONIOMETRISCHE GEGEVENS .................................................................................................................................. 29 INSPANNINGSTESTEN.............................................................................................................................................. 29 KRACHTMETINGEN, STABILITEIT- EN COÖRDINATIEOEFENINGEN ....................................................................................... 29
BEHANDELPLAN EN ADVIES ............................................................................................................... 30 BEHANDELDOELEN.......................................................................................................................... 34 LANGE TERMIJN DOELEN ......................................................................................................................................... 34 KORTE TERMIJN DOELEN ......................................................................................................................................... 34
2
Inleiding De afgelopen weken heb ik student fysiotherapie aan de HvA, Antoine van der Spek, zijn spierkracht, conditie, dagelijkse activiteiten en eetpatroon gemeten. Antoine is zeventien jaar en beschikt over een goede basisconditie en heeft geen opmerkelijke afwijkingen of ziektes. In het verleden is Antoine twaalf jaar keeper geweest in een hockeyteam maar hij is enkele jaren geleden gestopt. Echter is Antoine nog steeds lichamelijk actief; hij fietst iedere dag ongeveer vier kilometer en speelt één keer per week tafeltennis. Hij vindt dit erg leuk maar kan door zijn drukke studie en sociale leven niet meer tijd aan tafeltennis besteden. Ik heb Antoine gevraagd om zijn hulpvraag zodat ik mijn behandelplan daarop kan instellen. Antoine gaf hierop als antwoordt: ”Ik wil mijn coördinatie en de kracht van mijn bovenbenen versterken zodat ik explosiever en sneller anticipeer op de slagen van mijn tegenstander tijdens het tafeltennissen”. Antoine is naar mijn mening een goede representatie van een jong volwassen man. In dit verslag geef ik aan Antoine een overzicht van zijn fysiek en eetpatroon. Verder zal ik hem een aantal tips geven om zijn hulpvraag tegemoet te komen.
3
Vragenlijst Fysiofit NL 1. a. b c. d.
Aan welke beweeg- of sportieve activiteiten doet u? Hardlopen, roeien of wielrennen op wedstrijdniveau (extra zware belasting) Balsporten op wedstrijdniveau (zware belasting) Recreatief fietsen, recreatiesporten, sportief wandelen (matig intensieve belasting) Rustig wandelen, rustig fietsen (lichte belasting)
2. a. b. c. d.
Hoe lang doet u deze beweeg- of sportieve activiteiten achter elkaar? Meer dan 30 minuten 20-30 minuten 10-20 minuten Minder dan 10 minuten
3. a. b. c. d.
Hoe vaak doet u aan beweeg of sportieve activiteiten? Dagelijks 3-5 x per week 1-2 x per week 1-2 x per maand of minder
4. a. b.
Weet u wat de Nederlandse Norm Gezond Bewegen is? Ja Nee
5. a.
d.
Hoeveel lichaamsbeweging is volgens u nodig om de gezondheid te bevorderen? 1 x per week 10 minuten matig intensief actief zijn, zoals flink doorwandelen of fietsen 15 km/uur 3 x per week 10 minuten matig intensief actief zijn, 5 x per week, maar bij voorkeur dagelijks, 30 minuten matig intensief actief zijn, zoals flink doorwandelen of fietsen 15 km/uur 3x per week ten minste 20-30 minuten intensieve activiteiten, zoals hardlopen.
6. a. b.
Is er ooit door een arts geconstateerd dat u last van hart- en vaatziekten heeft? Ja Nee
7. a. b.
Heeft u regelmatig pijn op de borst? Ja Nee
8. a. b.
Heeft u regelmatig last van kortademigheid of duizeligheid Ja Nee
9. a. b.
Is er ooit door een arts geconstateerd dat uw bloeddruk te hoog is? Ja Nee
10.
Is er ooit door een arts geconstateerd dat u bot- en gewrichtsaandoening heeft die verergert door inspanning? (zoals artrose, artritis of reuma) Ja Nee
b. c.
a. b.
4
11. a. b. 12. a. b. c.
Is er een goede reden die nog niet genoemd is waardoor u niet mee zou kunnen doen aan een activiteitenprogramma? Ja Nee Voor deelnemers ouder dan 65 jaar: bent u gewend aan zware lichamelijk inspanning? Ja Nee Niet van toepassing
5
Antropometrie Onder antropometrie verstaan wij de afmetingen en de verhoudingen van het menselijk lichaam. Antoine zijn antropometrische gegevens zijn twee keer opgemeten om de betrouwbaarheid van zijn metingen te bevestigen. In Fout! Verwijzingsbron niet gevonden. zijn de resultaten van de eerste meting weergegeven en in Fout! Verwijzingsbron niet gevonden. de resultaten van de tweede meting. Bij beide metingen viel Antoine keurig binnen de norm.
Figuur 1. Eerste meting. Antropometrische gegevens van Antoine van der Spek. Streepje (-) betekent dat er geen norm bekend is.
6
Figuur 2. Tweede meting. Antropometrische gegevens van Antoine van der Spek. Streepje (-) betekent dat er geen norm bekend is.
7
Goniometrie Onder goniometrie wordt de beweeglijkheid en de mobiliteit van een persoon verstaan. Antoine zijn goniometrische gegevens zijn twee keer opgemeten om de betrouwbaarheid van zijn metingen te bevestigen. In Figuur 3Figuur 3 zijn de resultaten van de eerste meting weergegeven en in Figuur 4. Tweede meting. Goniometrische gegevens Antoine van der Spek de resultaten van de tweede meting. Antoine heeft voor de meting al aangegeven hypermobiel te zijn in een aantal gewrichten. De metingen hebben dit bevestigd, namelijk flexie en extensie van de knie en plantair flexie van de voet zijn boven de norm. Bij adductie en abductie van de heup in 30° scoort Antoine onder de norm.
8
Figuur 3. Eerste meting. Goniometrische gegevens Antoine van der Spek.
9
Figuur 4. Tweede meting. Goniometrische gegevens Antoine van der Spek.
10
Åstrand fietstest De Åstrand fietstest is een indirecte sub-maximale inspanningstest. Aan de hand van de Åstrand nomogram en de “Fit-Fitter-Fittest-tabellen” is er een schatting gemaakt van de maximale zuurstofopname op grond van de relatie tussen het sub-maximale vermogen en de ‘’steady state’’ hartfrequentie. Over het algemeen beschikt Antoine over een goede basisconditie.
Figuur 5. Registratieformulier en de behaalde resultaten van de Åstrand fiets-test.
11
Het Nomogram van Åstrand fietstest is een hulpmiddel waarbij een lijn wordt getrokken en de maximale volume van O2 wordt berekend aan de hand van de hartslag bij een sub-maximaal fietstest. De waarden uit Figuur 6 komen uit de publicatie ‘’Fit, fitter, fit-test: praktische handleiding voor het uitvoeren van fitheidstesten’’ van W. van Mechelen. De nomogram van de Åstrand fiets-test gebruikt voor Figuur 7 komt uit het boek ‘’Inspanningsfysiologie, oefentherapie en training’’ van J.J de Morree, M.W.A. Jongert en G. van der Poel.
Figuur 6. Åstrand fiets-test door middel van tabel Fit-Fitter-Fittest.
Figuur 7. Berekening Åstrand fiets-test door middel van de nomogram van Åstrand.
12
Steep ramp test De Steep ramp test is een indirecte maximale fietsergometertest die ontwikkeld is om de uithoudingsvermogen van een deelnemer in te schatten. De nadruk tijdens deze test ligt voornamelijk bij de perifere spiergroepen. Antoine scoorde goed op deze test; hij haalde op de borgscore schaal 13 en dit is redelijk zwaar. Tevens was hij niet kortademig. In Figuur 8 staan de meetresultaten van deze test. De maximale volume van O2 is berekend met de volgende formule: 𝑉𝑂2 = (6,7 𝑥 𝑊𝑚𝑎𝑥 ) + 356,7139 De uitkomst is in ml/min.
Figuur 8. Berekening door middel van tabel uit de FLP-2 skills studiehandleiding.
13
Shuttle run-test De Shuttle run-test is ontwikkeld om het aerobe uithoudingsvermogen te kunnen meten. Doordat de snelheid in de test zich steeds aanpast past deze test goed bij spelsporters. Hoe hoger het aantal trappen, des te beter is het aerobe uithoudingsvermogen. Antoine heeft erg goed gescoord tijdens deze test; hij heeft trap 11 gehaald en dit betekent dat hij over een zeer goede conditie beschikt. In Figuur 9 is de maximale volume van O2 berekend aan de hand van tabel op bladzijde 51 en 52 in de skills-FLP 2-studiehandleiding.
Figuur 9. Berekening van de maximale volume O2 door middel van de tabellen uit de skills studiehandleiding.
14
Spierkrachttesten Spierkracht is essentieel voor het bewegen van het menselijk lichaam en belangrijk voor een goede houding van het bewegingsapparaat. Spierkracht kan toenemen door sporten of fitnessen en kan afnemen door te weinig fysieke activiteit. Er zijn bij Antoine verschillende spierkrachttesten uitgevoerd om zijn spierkracht te bepalen.
Push-up-test en buikspieren-test Bij de Push-up-test heeft Antoine een modale score behaalt terwijl hij bij de buikspieren-test een erg goede score heeft behaald. In Figuur 10 en Figuur 11 zijn de resultaten van deze testen weergegeven de resultaten zijn gebaseerd op de tabellen in de skills studiehandleiding, bladzijde 55 en 56.
Figuur 10. Behaalde aantal Push-ups.
Figuur 11. Behaalde aantal Sit-ups.
15
Handknijp-dynamometer en de Hand Held-dynamometer Antoine zijn resultaten bij zowel de Hand Held-dynamometer bij elleboog flexie als de handknijpkrachtmeter zijn lager dan de norm. De resultaten van Figuur 12 en Figuur 13 zijn gebasseerd op de tabellen in de skills studiehandleiding, bladzijde 53 en 54.
Figuur 12. Behaalde resultaten bij de handknijpkrachtmeter.
Figuur 13. Behaalde resultaten bij de Hand Held-dynamometer.
16
Oefeningen Gebaseerd op opdracht 2 van functionele spierkrachtesten heb ik een oefening verzonnen voor “Casus 1: Meneer Ruizing” deze is te zien in Figuur 14. Daarnaast heb ik twee oefeningen voor Antoine bedacht om zijn coördinatie en stabiliteit te verbeteren deze zijn weergegeven in Figuur 15 en Figuur 16.
Spierkrachttest voor Casus 1: Meneer Ruizing
Figuur 14. Profiel van de patiënt.
17
Figuur 15. Functionele spierkracht oefening.
Figuur 16. Bureaustoel squat.
18
Oefeningen voor Antoine
Figuur 17. Stabiliteitsoefening.
Figuur 18. Lunges met een bosubal.
19
Figuur 19. Grote sprongen.
20
Eetpatroon Antoine zijn eetgedrag en verbranding zijn gedurende twee dagen gevolgd, namelijk tijdens een gezonde (Figuur 20, 21) dag en een ongezonde (Figuur 22, 23) dag. Tijdens Antoine zijn gezonde dagen eet hij minder snacks en suikerrijk eten dan tijdens zijn ongezonde dagen. Hieronder zijn de resultaten daarvan weergegeven.
Figuur 20. Calorieën inname tijdens een gezonde dag.
Figuur 21. Verbanding van de calorieën tijdens een gezonde dag.
Figuur 22. Calorieën inname tijdens een ongezonde dag.
21
Figuur 23. Verbranding van de calorieën tijdens een ongezonde dag.
Calorie inname versus verbranding Gezonde dag: 3231 kcal (inname, Figuur 20) – 2801 kcal (verbranding, Figuur 21) = 430 kcal Ongezonde dag: 3350 kcal (inname, Figuur 22) – 2805 kcal (verbranding, Figuur 23) = 545 kcal Antoine is erg actief en daarom is het belangrijk dat zijn voedselinname tegemoet kan komen aan het aantal calorieën dat hij nodig heeft op een dag. Opvallend is dat Antoine zelfs tijdens een ongezonde dag niet genoeg calorieën tot zich neemt. Antoine zijn eten bevat veel suikers en vetten. Wanneer er een teveel ontstaat aan suikers en vetten dan slaan deze zich op in de buikholte. Dit soort vet wordt in pathologische termen visceraal vet genoemd. Ik zou Antoine adviseren om ervoor te zorgen om minder vet en meer eiwitten en vezelrijk voedsel te eten. Bijvoorbeeld door een appel in plaats van chocola te eten of gegrilde kip in plaats van kipsaté. Dit zal ervoor zorgen dat Antoine zich voller zou gaan voelen en meer calorieën tot zich neemt. Door een aangepaste eetpatroon in combinatie met de spierkrachtoefeningen zal Antoine aankomen in spiermassa.
22
Verwerkingsopdrachten Vraag 1a: “Doe een uitspraak over de betrouwbaarheid (intra- en interindividueel) van de Âstrand fietstest, Steep Ramp test en de Shuttle run test”. De Åstrand fiets-test en de Steep Ramp test zijn beiden intra individuele-betrouwbare testen. Ik heb ze namelijk als enige fysiotherapeut afgenomen. Ik heb tijdens de Steep-Ramp test een aantal keer de hartslag gemeten om tot een duidelijkere uitslag te komen. Bij de Åstrand fiets-test wordt hiervoor een geijkte hartslagmeter gebruikt. Bij de Shuttle-Run test hebben zowel ik als Vincent Antoine zijn hartslag gemeten en hier is dus sprake van interindividuele-betrouwbaarheid. Tevens waren onze uitslagen tijdens deze metingen hetzelfde. Vraag 1b: “Doe een uitspraak over de validiteit en standaardisatie van de testen” De Astrand fiets test is niet zo valide als een maximaaltest om de maximale zuurstofopname te berekenen. De maximale zuurstofopname bij getrainde mensen wordt vaak te hoog ingeschat. De inschattingsverschil zit meestal rond de 15%. Een maximaaltest geeft een duidelijker beeld van de maximale zuurstofopname, alleen zijn er wel meer risico’s bij het uitvoeren van maximaaltesten en daarom worden deze ook niet erg veel uitgevoerd. De validiteit van de Steep Ramp Test is vrij hoog. De test heeft duidelijk richtlijnen, namelijk drie minuten fietsen zonder weerstand en de hartslag meten (warming up). Hierna verhoogt de weerstand elke tien seconden met 25 watt . De patiënt zijn snelheid moet vervolgens tussen de 70-80 liggen. De standaardisatie van deze test staat ook beschreven in de skills studiehandleiding maar ook in het maandblad van het KNGF FysioPraxis (zie gebruikte bronnen). Deze test wordt zeer snel afgenomen op een maximale belasting en inspanning. De Steep Ramp test lijkt erg veel op een maximaal test daardoor is de uitkomt voor de maximale zuurstofopname erg valide. Uitkomsten van verschillende onderzoeken hebben aangetoond dat de Shuttle Run test zich niet van andere maximaal-testen onderscheid om tot de maximale volume O2 te komen. De Shuttle Run test is eenvoudig om uit te voeren maar geeft een vrij accuraat beeld van iemand zijn aerobe uithoudingsvermogen. Vraag 1c: “Hoe evidence based zijn deze testen?” Deze testen zijn zeer gebruikelijk in de medische wereld en daarnaast worden ze ook vermeld in:
J.J de Morree , M.W.A. Jongert G. van der Poel, Inspanningsfysiologie, oefentherapie en training, 2e dr.Houten: Bohn Stafleu van Loghum Skills Studiehandleiding FlP-2 HvA Dr, Willem van Mechelen, fit, fitter, fit-test!, Almere: Support BV
23
Vraag 1d: “Hoe zou je dit eventueel kunnen verbeteren?” Hoe vaker deze drie testen onderzocht zullen worden in groepen mensen hoe meer er duidelijk zal worden over de validiteit van de testen, maar alle drie de testen zijn vrij erkende testen die veelvuldig worden uitgevoerd door fysiotherapeuten. Vraag 1e: “Welke bronnen heb je gebruik?” 1. 2. 3. 4. 5.
Maarten Werkman, Tim Takken, Marco van Brussel, Erik Hulzebos et al. De maximale inspanningstest. Fysiopraxis, 2011: 22-23 J.J de Morree , M.W.A. Jongert G. van der Poel, Inspanningsfysiologie, oefentherapie en training, 2e Dr. Houten: Bohn Stafleu van Loghum Skills Studiehandleiding FlP-2 HvA Dr. Willem van Mechelen, fit, fitter, fit-test!, Almere: Support BV Macsween A, The reliability and validity of the Astrand nomogram and linear extrapolation for deriving VO2max from submaximal exercise data, J Sports Phys Fitness, 2001 sept, Pubmed
Vraag 2 “Wat zijn toevallige fouten en systematische fouten tijdens de afgenomen inspanningstesten?” Åstrand fiets-test Toevallige fouten De patiënt heeft op de afgenomen dag een andere eetpatroon dan normaal. De protocollen worden niet juist nageleefd. De patiënt is vermoeid voorafgaand aan de test. Fysiotherapeut leeft de richtlijnen van de test niet na. Systematische fout De apparatuur is verouderd of kapot. De hartslagmeter is verkeerd afgesteld waardoor er geen juiste weergave is van de hartslag en de VO2 -max verkeerd wordt berekend. Steep Ramp Test Toevallige fouten Patiënt heeft gegeten voor de test. Patiënt heeft in de laatste 6 uur voor de test een zware lichamelijke inspanning uitgevoerd. De patiënt heeft zonder dat de fysio hiervan op de hoogte was medicatie geslikt voor de test. De patiënt heeft in de laatste 12 uur voor de test alcohol benuttigd. De patiënt draagt één keer sportkleding en de andere keer een spijkerbroek. Systematische fouten Apparatuur is verouderd. Apparatuur is kapot. De wattage instellingen staan niet goed ingesteld. De wattage wordt iedere 20 seconden verhoogd in plaats van iedere 10 seconden. Bij elke test gebeurt weer er wordt dus fout gemeten.
24
Shuttle run test Toevallige fouten De patiënt heeft geen loopschoenen aan. De trap is niet goed te horen. De luchtvochtigheid is te hoog in de afgenomen locatie. De patiënt heeft meer dan gemiddeld gegeten. Systematische fouten De cassette staat niet goed ingesteld. Waardoor de trappen niet duidelijk de te horen zijn. De speakerinstallatie ruist erg waardoor de trappen niet duidelijk zijn te horen. Vraag 3 ‘’Wat is een sub maximaal test en wat is een maximaal test?’’ Sub maximaal test Een sub maximale test is een test waarbij de inspanning mogelijk wordt gemaakt door het aerobe uithoudingsvermogen. Inspanningen binnen het aerobe uithoudingsvermogen zijn inspanningen waarbij de hoeveelheid melkzuur, die door het gebruiken van glucose ontstaat, door de spieren kan worden afgebroken. Tijdens een sub maximale test is er sprake van evenwicht tussen de productie en verbranding van melkzuur, er wordt dan ook wel gesproken van een steady state. Dit betekent dat de behoefte aan zuurstof gelijk is aan de toevoer van zuurstof. Maximale test Wanneer de intensiteit van een inspanning wordt opgevoerd zal de melkzuur productie toenemen en kan het lichaam de hoeveelheid melkzuur niet meer verbranden. Er ontstaat melkzuurophoping waardoor actine en myosine filamenten niet meer goed in elkaar kunnen schuiven en er geen contracties meer kunnen worden gemaakt. Dit wordt ook wel het maximale aerobe uithoudingsvermogen genoemd. Het punt waarop melkzuur niet meer in de spieren kan worden afgebroken en in de bloedbaan beland om uiteindelijk in de lever te worden opgeslagen. Het lichaam stapt over op het anaerobe systeem en hierbij wordt er zoveel energie vereist van het lichaam dat de hart niet in staat is om het hele lichaam te voorzien van zuurstof. Wanneer dit gebeurt kan het lichaam zijn spieren voor enkele minuten voorzien van het anaerobe systeem dat gebruikt maakt van de fosfaatpool en glucose dat anders dan vetten zonder zuurstof kan worden verbrand. Vraag 4 ‘’Wat is de steady state en waarom is deze zo belangrijk?’’ De steady state is de maximale inspanning die het anaerobe systeem nog kan voorzien van energie. Deze is tijdens de Åstrand fiets test belangrijk omdat de Åstrand fietstest een sub maximale test. Bij een sub maximale test moet er gebruik worden gemaakt van het anaerobe energiesysteem.
Vraag 5a “Noem de waardes van de afgenomen inspanningstesten’’ VO2-max uit de fietstest berekend met de tabel “Fit-Fitter-Fittest”: VO2-max uit de fiets-test berekend met het “Nomogram van Åstrand”: VO2-max van de Steep Ramp test: VO2-max van de Shuttle-Run test:
37 ml/kg/min 26 ml/kg/min 48 ml/kg/min 59 ml/kg/min
25
Vraag 5b ‘’Vind je de verschillen erg groot? Welke van de waarden lijkt jou het meest betrouwbaar en motiveer waarom’’ Ik vind de verschillen in de eerste twee testen en de laatste twee testen erg groot. Vooral de uitslag van de nomogram van Åstrand vind ik erg verschillen van de rest. Ik denk dat de uitslag van de ShuttleRun test erg betrouwbaar is omdat het een duidelijke en makkelijke formule is die ik logisch vindt. Antoine is tijdens een aantal testen niet zijn uiterste best gedaan en dit heeft ertoe geleid dat de resultaten van de inspanningstesten erg wissel vallend zijn. Vraag6a ‘’Benoem de drie orgaansystemen die de grootste rol spelen in de behaalde scores van de Shuttle Run’’
Het hart en vaatstelsel.
De longen.
Het bewegingsapparaat.
Vraag 6b ‘’Welk orgaansysteem heeft bij jouw partner ervoor gezorgd dat hij de Shuttle run moest staken en probeer dit te beargumenteren” Antoine heeft de Shuttle run lang volgehouden en uiteindelijk was hij te uitgeput om door te gaan. Antoine zijn hart is gezond want het kan het lichaam vrij lang van zuurstof voorzien. Uiteindelijk heeft Antoine zijn VO2-max bereikt doordat zijn hart niet meer in staat was om zijn spieren van genoeg zuurstof te voorzien.
26
27
Figuur 24. Interpretatie van de meetgegevens.
28
Conclusies van de meetgegevens Antropometrische gegevens Antoine zijn antropometrische gegevens vallen allemaal binnen de norm en er zijn geen opvallende uitkomsten. De uitkomsten van de vet percentages zijn ook erg netjes.
Goniometrische gegevens Terwijl Antoine zijn adductie en abductie wat beperkt zijn steekt de rest van zijn goniometrie gegevens erboven uit. Antoine geeft aan dat dit hem geen hinder geeft in zijn ADL activiteiten. Als Antoine zijn spierkracht zal vergroten zal dit blessures die eventueel door zijn hypermobiliteit kunnen ontstaan voorkomen.
Inspanningstesten Shuttle run test Antoine heeft het erg goed gedaan tijdens deze test. Hij heeft zichzelf verrast door als een van de hoogste van de klas te scoren met trap 11. Dit geeft mij aan dat Antoine zijn conditie dik in orde is en dat Antoine d.m.v. doorzettingsvermogen zijn spierkracht ook kan vergroten. Steep Ramp test Antoine heeft 450 watt gehaald en dit is een gemiddelde score voor mensen van zijn leeftijd. Ik ben tijdens deze test niks opmerkelijks tegengekomen. Aan het einde van de test pompte zijn hart harder om zijn lichaam van zuurstof te voorzien. Åstrand fietstest De Åstrand fietstest heeft Antoine goed doorstaan. Hij valt keurig binnen de norm van gezonde jongeren van zijn leeftijd.
Krachtmetingen, stabiliteit- en coördinatieoefeningen Antoine zijn behaalde resultaten tijdens de handknijpmetingen en de Hand Held-dynamometer zijn aan de lage kant vergeleken met mensen van zijn leeftijd. Ik zou hem adviseren om zijn spierkracht te vergroten. Antoine vond de stabiliteit en coördinatieoefeningen lastig maar ik denk dat door middel van een goede begeleiding en veel oefenen het steeds beter zal gaan.
29
Behandelplan en advies Antoine beschikt in een aantal gewrichten, zoals heup flexie/extensie, over een grote mobiliteit. Om te voorkomen dat Antoine op een latere leeftijd problemen krijgt met zijn bewegingsapparaat zou ik hem adviseren om zijn spierkracht te vergroten. Om dit te bereiken zou ik krachtoefeningen aan hem meegeven. Antoine heeft tijdens de Shuttle Run test bewezen over een goede conditie te beschikken en doorzettingsvermogen te hebben. Hopelijk zal Antoine met dezelfde enthousiasme de beschreven oefeningen uitvoeren. Antoine zou daarnaast ook meer en meer gevarieerd kunnen eten in combinatie met de coördinatie- en stabiliteit oefeningen zal hij daardoor in spiermassa toenemen. Ik heb samen met Antoine overlegd over het eventueel toepassen van twee Crossfit-oefeningen in zijn trainingsschema. Dit zijn zowel kracht- als conditie-verbeterende oefeningen die leuk zijn om uit te voeren. In Figuur 25 en Figuur 26 zijn deze oefeningen beschreven. De andere twee oefeningen staan in Figuur 17 en Figuur 19 beschreven. Daarnaast bevat Figuur 29 een trainingsschema waarin de benodigdheden, frequentie en score van de oefeningen beschreven staan.
30
Figuur 25. Oefening 1.
Figuur 26. Oefening 2.
31
Figuur 27. Front Squat.
Figuur 28. Push-up.
32
Figuur 29. Antoine zijn trainingsschema.
33
Behandeldoelen Lange termijn doelen
Zorgen dat Antoine zijn VO2-max van de Åstrand fietstest verhoogd van 37 ml/kg/min naar 47ml/kg/min binnen zes weken door middel van de gegeven cardio-oefening in het trainingsschema.
Zorgen dat Antoine binnen zes weken een uitstekende score (zie Fig. 25) kan behalen bij de push up-oefening en een zeer goede score kan behalen bij de zware versie van de front squat oefening (zie Fig. 26).
Met behulp van een voedingsschema dat geschreven is door een diëtist en de gegeven krachtoefeningen zal Antoine zijn vetpercentage som verlaagd zijn van 15 mm naar 13 mm (zie Fig. 1 en 2) door een toename in spiermassa binnen zes weken.
Korte termijn doelen
Ervoor zorgen dat Antoine de gegeven oefeningen 3 x per week uitvoert. Deze oefeningen moeten technisch goed worden uitgevoerd en Antoine zal binnen drie weken een gemiddelde score behalen (zie Fig. 17 en 19, 25 en 26). Wekelijks zal de fysiotherapeut controleren of Antoine progressie boekt met het aantal herhalingen.
Antoine zal samen met een diëtiste een voedingsschema laten maken die gebaseerd is op een toename in spiermassa zodat Antoine explosiever kan tafeltennissen en krachtige slagen kan leveren. Antoine dient zo spoedig mogelijk een afspraak te maken.
Binnen 3 weken is het voor Antoine mogelijk om de zware versie van de lunges (zie Fig. 17) en Front squats (zie Fig. 19) uit te voeren.
34