Prof. dr. R.P.C.W.M. Brandsma
Fiscale onderkapitalisatie van vennootschappen
KLUWER Tjj? Deventer - 2004
INHOUDSOPGAVE
Voorwoord / V Lijst van gebruikte afkortingen / Xfll HOOFDSTUK 1 1 Inleiding / 1 1.1 1.2
Achtergrond / 1 Het ontbreken van overgangsrecht / 6
HOOFDSTUK 2 2 De fiscale regeling inzake onderkapitalisatie in een notendop / 7 HOOFDSTUK 3 3 Opzet en afbakening / 9 3.1 3.2
Opzet / 9 Afbakening / 9
HOOFDSTUK 4 4 (Onder)kapitalisatie /11 HOOFDSTUK 5 5 De plaats van de onderkapitalisatiebepaling in de Wet Vpb. 1969 /13 HOOFDSTUK 6 6 Algemene vereisten van de wettelijke onderkapitalisatieregeling /17 6.1 6.2 6.3 6.3.1 6.3.2 6.3.3
Inleiding/17 De belastingplichtige /17 Eengeldlening/18 Inleiding/18 De civielrechtelijke duiding van een geldlening /19 De rekening-courant / 23
VII
Inhoudsopgave
6.3.4
Twee fiscaalrechtelijke beperkingen op het civielrechtelijke begrip geldlening / 24 6.3.4.1 Inleiding / 24 6.3.4.2 Rentedragende geldleningen / 24 6.3.4.3 'Besmette' geldleningen / 24 6.3.5 Conclusie / 27 6.4 Groepsverbondenheid / 27 6.4.1 Inleiding / 27 6.4.2 De achtergrond van de verwijzing naar het civielrechtelijke groepsbegrip / 27 6.4.3 Reikwijdte van het groepsbegrip / 28 6.4.4 Fiscale eenheid en het groepsbegrip / 33 6.4.5 Een vergelijkbaar groepsbegrip naar buitenlands recht / 34 6.4.6 Toetsingsrecht van de fiscus? / 35 6.4.7 Het toetsingsmoment / 36 6.5 Een geldlening van een verbunden lichaam / 37 6.5.1 Algemeen / 37 6.5.2 Het verbondenheidscriterium / 38 6.5.3 Direct of indirect / 39 6.5.3.1 Algemeen / 39 6.5.3.2 Indirecte derdenlening / 41 6.5.3.3 Het toetsingsmoment / 42 6.5.4 Verbünden natuurlijke personen / 43 6.5.5 Compenserende heffing bij de crediteur / 44 6.6 De samenloop van twee concerndefinites / 44 HOOFDSTUK 7 7 De fiscale toets in de onderkapitalisatieregeling / 47 7.1 7.2 7.2.1 7.2.2 7.2.2.1 7.2.2.2 7.2.2.3 7.2.3 7.2.3.1 7.2.3.2 7.2.3.3 7.3 7.3.1 7.3.2 7.3.3 7.4
VIII
Inleiding / 47 De fiscale toets / 47 Algemeen / 47 Het fiscaal eigen vermögen van de belastingplichtige / 47 Algemeen / 47 Fiscaal toelaatbare reserves / 4 9 Het 'goodwillgaf / 50 Het fiscaal vreemd vermögen van de belastingplichtige / 52 Algemeen / 52 Geldlening / 53 Het saldo van uitstaande en opgenomen rentedragende geldleningen / 53 De verhouding tussen fiscaal eigen en vreemd vermögen / 55 Algemeen / 55 De invloed van besmette leningen op de onderkapitalisatieregeling / 59 Het gemiddelde eigen en vreemd vermögen / 60 De franchise van 500 000 euro / 62
Inhoudsopgave
HOOFDSTUK 8 8 De commerciele toets in de onderkapitalisatieregeling / 65 8.1 8.2 8.2.1 8.2.2 8.2.2.1 8.2.2.2 8.2.2.3 8.2.3 8.2.3.1 8.2.3.2 8.3 8.4 8.5 8.5.1 8.5.2 8.5.2.1 8.5.2.2 8.5.3 8.5.4 8.6 8.6.1 8.6.2 8.6.3 8.7 8.7.1 8.7.2 8.7.3
Inleiding/65 De commerciele toets / 65 Algemeen / 65 Het commercieel eigen vermögen van de belastingplichtige / 67 Algemeen / 67 Commerciele reserves / 68 Het 'goodwillgaf / 70 Het commercieel vreemd vermögen van de belastingplichtige / 71 Algemeen / 71 Het commercieel vreemd vermögen: geen saldobenadering / 72 Het commerciele vermögen van de belastingplichtige die fungeert als moedermaatschappij van een fiscale eenheid / 72 Het commerciele vermögen van een belastingplichtige die participeert in een samenwerkingsverband / 73 De concernfactor / 74 Inleiding / 74 Het commerciele vermögen van de groep / 74 Algemeen / 74 De buitenlandse groep / 76 De verhouding tussen het commercieel eigen vermögen en het commercieel vreemd vermögen van de groep / 77 Vergelijking van de vermogensverhouding van de belastingplichtige en van de groep / 78 Bei'nvloeding van de concernfactor / 78 Algemeen / 78 Kiezen voor consolidatie van een Joint venture / 79 De al dan niet verplichte consolidatiekring / 79 De belastingplichtige als groepshoofd / 80 Algemeen / 80 Intercompany leningen tussen dochters / 82 Conclusie / 85
HOOFDSTUK 9 9 De beperking van de renteaftrek / 87 9.1 9.2 9.3 9.3.1 93.2 93.3 93.4
Inleiding / 87 Te veel aan fiscaal of commercieel vreemd vermögen: einmalige of jaarlijkse keuze? / 87 De omvang van de renteaftrek / 88 Rente / 88 Kosten van geldleningen / 88 Valutaresultaten op geldleningen / 89 Uitwerking van de beperking van de renteaftrek / 90
IX
Inhoudsopgave
HOOFDSTUK 10 10 De concernaftopping van de renteaftrek / 9 5 HOOFDSTUK 11 11 Buitenlandse vaste-inrichtingproblematiek / 99 11.1 11.2 11.3 11.3.1 11.3.2 11.3.3 11.3.4 11.3.4.1 11.3.4.2 11.3.4.3 11.3.4.4
Algemeen (generale versus v.i.-winst) / 99 Rente en v.i.: toerekening van rente op een externe lening / 99 De toepassing van de onderkapitalisatieregeling bij de berekening van de voorkomingswinst van de v.i. /100 Inleiding/100 Bepaling van de rente van de v.i. /100 De maximering van de aftrekbare rente bij de berekening van de voorkomingswinst /102 Uitzonderingen op de gelijksoortige toepassing van de onderkapitalisatieregeling bij de berekening van de voorkomingswinst /106 Inleiding /106 De uitsluiting van het groepsvereiste /106 De uitsluiting van de concernaftopping /107 De uitsluiting van de commerciele toets /109
HOOFDSTUK 12 12 De Nederlandse v.i. van een buitenlandse belastingplichtige /111 12.1 12.2
De nationaalrechtelijke gevolgen voor de Nederlandse v.i. /111 Verdragstoepassing /113
HOOFDSTUK 13 13 De mogelijke frictie met het in art. 9 OESO-modelverdrag 1992-2003 neergelegde arm's-lengthbeginsel /115 HOOFDSTUK 14 14 Enige gevolgen van de onderkapitalisatieregeling voor het fiscale eenheidsregime /117 14.1 14.2 14.3
Inleiding/117 Winstsplitsing /117 De samenloop van onderkapitalisatieregeling en de voorkomingswinst /118
HOOFDSTUK 15 15 Gevolgen voor de crediteur /121
Inhoudsopgave
HOOFDSTUK 16 16 Europeesrechtelijke aspecten /125 16.1 16.2 163
De verenigbaarheid met het primaire EG-recht /125 De onderkapitalisatieregeling en de EG-rente-royaltyrichtlijn /126 Het groepsbegrip en het Europese recht /128
HOOFDSTUK 17 17 Besluit/129
Bijlagen/131 Bijlage 1 Stroomschema /131 Bijlage 2 Overzicht van de relevante bepalingen in de Wet op de vennootschapsbelasting 1969/133 Bijlage 3 Enige van belang zijnde wettelijke bepalingen uit Boek 2 BW /139 Bijlage 4 Enige van belang zijnde regeis uit de Richtlijnen voor de jaarverslaggeving (2003; RJ)/169 Bijlage 5 Tekst van art. 9 OESO-modelverdrag 1992-2003 en het bijbehorende OESO-commentaar /173 Lijst van geraadpleegde literatuur /179 Jurisprudentieregister /183 Trefwoordenregister /185
XI