Yorneo Pleegzorg
FINANCIËLE WEGWIJZER Deze Financiële Wegwijzer is vooral bedoeld voor pleegouders, pleegzorgwerkers en ouders. De Wegwijzer geeft u uitleg over een groot aantal financiële onderwerpen rondom pleegzorg.
Inhoud 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18.
Algemeen Pleegvergoeding Toeslagen Eigen inkomsten jeugdigen LBIO Typering jeugdige Bijzondere kosten Ziektekostenverzekering Kinderbijslag Nabestaandenuitkeringen Regelingen voor pleegkinderen 18+ Pleegoudervoogdij Praktische hulpbronnen Bijstand Persoonsgebonden budget (PGB) Fondsen Aansprakelijkheid (WA) Belastingdienst
De Financiële Wegwijzer is met de grootste zorgvuldigheid samengesteld. Yorneo Pleegzorg zet zich in voor een zo actueel mogelijk overzicht. We kunnen helaas niet voorkomen dat informatie informatie soms verouderd is. Voor veel van de informatie is Yorneo Pleegzorg afhankelijk van informatievertrekking van derden. Aan de Financiele Wegwijzer kunnen geen rechten worden ontleend. Yorneo Pleegzorg behoud zich het recht voor wijzigingen aan te brengen.
1. Algemeen Deze financiële wegwijzer geeft uitleg over een aantal financiële onderwerpen rondom pleegzorg. Doel is met name pleegouders, pleegzorgwerkers en ouders te informeren over deze onderwerpen.
Financiële Wegwijzer_v20120918
pagina 1 van 8
Yorneo Pleegzorg
2. Pleegvergoeding Pleegouders die een pleegkind verzorgen op basis van een pleegcontract krijgen een vergoeding hiervoor. Deze basisvergoeding is landelijk voor alle pleegouders gelijk en wordt ieder jaar vastgesteld in de Regeling Pleegzorg. Deze Regeling Pleegzorg is gebaseerd op de Wet op de Jeugdzorg. De hoogte van de vergoeding wordt gezien als een gemiddelde dekking van de kosten voor verzorging van een pleegkind. De wettelijke basisbedragen 2010 van de pleegvergoeding per jeugdige zijn weergegeven in de onderstaande tabel (in Euro's) . 2012 Leeftijdscategorie Bedrag per maand Bedrag per dag
0 t/m 8 jaar
9 t/m 11 jaar 510
12 / t/m 15 jaar 555
16 t/m 17 jaar 614
504 16,52
18 t/m 20 jaar 620
16,72
18,20
20,12
20,32
De pleegvergoeding is bestemd voor verzorgingskosten van het pleegkind gemaakt door de pleegouders. De Belastingdienst ziet de pleegvergoeding dan ook niet als inkomsten. Volgens de toelichting op de Regeling Pleegzorg zijn in de genormeerde basisbedragen opgenomen: • de kosten van voeding • kosten van inrichting, verwarming e.d. • lichamelijke verzorging • bewassing • zak- en kleedgeld • deelname aan sport en ontspanning • reiskosten (bijvoorbeeld school en weekendbezoek ouders) • kleine onderwijskosten. • Eigen risico ziektekostenverzekering bij vrijwillige plaatsing • Wa-verzekering bij vrijwillige plaatsing Pleegvergoeding bij deeltijdpleegzorg De meest bekende vormen van deeltijdpleegzorg zijn weekend- en vakantiepleegzorg. De pleegvergoeding is bij deze vormen ook afhankelijk van de tijd die het pleegkind doorbrengt bij het pleeggezin. Het maakt voor (weekend) pleegouders uit of een kind 's morgens weer wordt opgehaald of pas 's avonds na het eten. Die variatie bestaat in de praktijk. Vandaar het rekenmodel om met dagdelen van 12 uur te gaan werken. Op declaratieformulier kunnen pleegouders begin- en eindtijden opgeven.
3. Extra toeslag Onder bepaalde omstandigheden is het mogelijk om in aanmerking te komen voor een verhoging van de pleegvergoeding met een maximale toeslag van € 3,30 per dag per situatie per pleegkind. Er zijn 3 situaties waarvoor deze extra toeslag verleend wordt: a. verblijf van een pleegkind bij een pleegouder in een crisis-situatie (max. 4 weken) b. verblijf van drie of meer pleegkinderen bij dezelfde pleegouder (toeslag vanaf derde pleegkind) c. opvoeding en verzorging van pleegkinderen met geestelijke of lichamelijke handicap (medische verklaring ter beoordeling van teamleider Pleegzorg).
Financiële Wegwijzer_v20120918
pagina 2 van 8
Yorneo Pleegzorg
In alle situaties betreft het een toeslag voor noodzakelijk gemaakte kosten, waarvan wordt aangetoond dat zij niet uit het basisbedrag kunnen worden voldaan en waarvoor geen uitkering op grond van een andere regeling kan worden verstrekt.
4. Eigen bijdragen jeugdigen In de Wet op de Jeugdzorg is opgenomen dat een jeugdige aan wie verzorging en verblijf wordt geboden, aan de zorgaanbieder een bijdrage verschuldigd is in de kosten van de zorg. Deze eigen bijdrage wordt vastgesteld naar het netto inkomen van de jeugdige. Mogelijke inkomensbronnen zijn uitkeringen, tegenwoordige arbeid en/of studiefinanciering. In het Uitvoeringsbesluit Wet op de Jeugdzorg zijn nadere regels gesteld omtrent het (structurele) inkomen dat bij de vaststelling van de bijdrage in aanmerking wordt genomen en omtrent de hoogte van de bijdrage. 1. de eigen bijdrage is gelijk aan het netto-maandinkomen, verminderd met 25% van het minimumloon dat geldt voor een vijftienjarige of indien de jeugdige zestien jaar of ouder is, het voor die leeftijd geldende minimumloon. 2. de eigen bijdrage hierboven berekend, wordt voor een jeugdige met een netto jaarinkomen uit tegenwoordige arbeid verder verminderd met 25% van deze bijdrage (als het inkomen uit tegenwoordige arbeid minder is dan € 635,29 op jaarbasis wordt deze bijdrage verminderd met dat inkomen, bijv. vakantiebaantjes). 3. bij een uitkering Studiefinanciering wordt de bijdrage verminderd met: - het deel van de uitkering dat bedoeld is voor boeken, leermiddelen of onderwijsbijdrage -de premie voor een zorgverzekering van de jeugdige 4. de eigen bijdrage is niet hoger dan de kosten van het verblijf.
5. Ouderbijdrage Ouders zijn wettelijk verantwoordelijk voor de verzorging en opvoeding van hun kinderen, ook als het kind tijdelijk buiten het gezin wordt verzorgd en opgevoed. Dat kan gebeuren op verzoek van de ouders of het kind zelf. Met een machtiging van de kinderrechter kan het kind ook tegen de wens van de ouders uithuis geplaatsts worden. Als het kind buiten het gezin wordt verzorgd, dan moeten de ouders een bijdrage in de kosten van de verleende zorg betalen. Deze bijdrage wordt ‘ouderbijdrage’ genoemd. Deze bijdrage wordt aangeduid met ouderbijdrage en is niet afhankelijk van het inkomen van de ouder. In onderstaande tabel zijn de ouderbijdragen per maand op basis van 5 dagen of meer per week weergegeven. De hoogte is afhankelijk de leeftijd van het kind, de soort zorg en het aantal dagen per week dat het kind is geplaatst. 2012 Leeftijd kind Dag- en nachtplaatsing Dagplaatsing
0 t/m 5 jaar € 71,68
6 t/m 11 jaar € 98,56
12 t/m 20 jaar € 125,43
€ 35,84
€ 49,28
€ 62,72
Bij het vaststellen van de bedragen is er rekening mee gehouden, dat ouders naast de ouderbijdrage ook nog andere kosten voor het kind maken, zoals bezoekkosten, schoolgeld, verzekeringen of verblijfkosten in het weekend of tijdens vakanties.
Financiële Wegwijzer_v20120918
pagina 3 van 8
Yorneo Pleegzorg
In een aantal gevallen is geen ouderbijdrage verschuldigd, onder andere • bij crisisplaatsing • als de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten de plaatsing subsidieert • als er alimentatie voor het geplaatste kind moet worden betaald • als de rechter de ouder uit het ouderlijke gezag heeft ontheven • als de jeugdige een eigen inkomen heeft van tenminste € 226,89 netto per maand of een uitkering ontvangt op grond van de Wet Studiefinanciering (deze regel geldt niet bij een dagbehandeling). Het LBIO stelt de ouderbijdragen vast en int deze. Meer informatie via www.lbio.nl .
6. Typering jeugdige Pleegkinderen komen op verschillende basis in een pleeggezin. Van belang daarbij is het onderscheid in voogdij-, OTS- en vrijwillige plaatsingen. Het onderscheid is gebaseerd op de gezagsverhouding tussen ouders en jeugdige. Meer informatie over gezagsmaatregelen vind u op de website van het Ministerie van Justitie. Voogdij is gezag over minderjarige kinderen dat niet door de ouders wordt uitgeoefend, maar door iemand anders. Een voogd moet 18 jaar of ouder zijn en kan door één voogd of door twee voogden samen (gezamenlijke voogdij) worden uitgeoefend. De kinderrechter benoemt een voogd. Ook een voogdij-instelling kan tot voogd worden benoemd, zoals bijvoorbeeld Bureau Jeugdzorg. Onder toezichtstelling (OTS) is een maatregel die kan worden uitgesproken door de kinderrechter wanneer de geestelijke of lichamelijke belangen of gezondheid van een minderjarige ernstig worden bedreigd. Als de rechter vindt dat OTS nodig is, stelt hij de minderjarige onder toezicht van een (gezins)voogdij-instelling. Bovendien kan de jongere (met een machtiging) uit huis worden geplaatst. Bij vrijwillige geplaatste kinderen houden ouders het (volledige) gezag. Het onderscheid in type jeugdige is van financieel belang in verband met de kosten die niet uit de pleegvergoeding kunnen worden betaald. In principe kunnen daarvoor de ouders als onderhoudsplichtigen worden aangesproken, behalve in het geval van voogdij.
7. Bijzondere kosten Voor bijzondere kosten die niet uit de pleegvergoeding kunnen worden betaald, worden de ouders als onderhoudsplichtigen aangesproken of ingeval van voogdij de voogd of de voogdij-instelling. Bij het merendeel van de plaatsingen op basis van het type voogdij heeft Yorneo te maken met Bureau Jeugdzorg Drenthe (BJD) als voogdij-instelling. In de Regeling vergoeding bijzondere kosten voogdij en gezinsvoogdij van BJD wordt limitatief beschreven welke bijzondere kosten worden vergoed voor jeugdigen die onder voogdij staan of in uitzonderingsgevallen jeugdigen die met een machtiging uithuisplaatsing niet bij de ouders verblijven (OTS), en waarvoor de leidinggevende toestemming heeft gegeven voor vergoeding van de kosten. Met vragen over deze regeling kunt u terecht bij uw (gezins)voogdijwerker.
Financiële Wegwijzer_v20120918
pagina 4 van 8
Yorneo Pleegzorg
8. Ziektekostenverzekering Ouders met gezag dienen zorg te dragen voor aanmelding van hun kinderen bij een basisverzekering. Bij voogdijkinderen is de wettelijk vertegenwoordiger verantwoordelijk voor aanmelding voor de basisverzekering. Voor jongeren is de basisverzekering tot 18 jaar gratis. De aanvullende verzekering is optioneel en niet gratis. • bij vrijwillige en OTS-plaatsingen kunnen ouders zorgdragen voor aanmelding. • pleegkinderen met een justitiële maatregel (OTS of voogdij) kunnen voor aanvullende ziektekosten verzekerd worden via de casemanager van Bureau Jeugdzorg (VGZ). • OTS: als ouders hun kind niet aanvullend verzekeren. • de kosten van de aanvullende verzekering door de pleegouders moeten uit de pleegvergoeding worden betaald. Pleegkinderen van 18 jaar en ouder moeten zelf zorgen voor een verzekering tegen ziektekosten.
9. Kinderbijslag Kinderbijslag is een tegemoetkoming die ouders ontvangen voor kinderen tot 18 jaar. Pleegkinderen zijn voor de Algemene Kinderbijslagwet uitwonend. Hoeveel kinderbijslag ouders ontvangen voor uitwonende kinderen is afhankelijk van • de reden waarom het kind uitwonend is (bijv. ziekte, onderwijs) • de onderhoudskosten die ouders voor het kind maken • eigen inkomsten van het kind Wordt geen pleegvergoeding betaald, dan is het wellicht mogelijk voor pleegkinderen kinderbijslag te ontvangen. Er moet dan duurzaam, dus voor lange tijd, voor de pleegkinderen gezorgd worden, dit kan het geval zijn bij pleegoudervoogdij. Mogelijk is er dan ook recht op het kindgebonden budget of kinderopvangtoeslag voor de pleegkinderen.
10. Nabestaandenuitkeringen In onfortuinlijke omstandigheden komt het voor dat pleegkinderen halfwees zijn. Voor het recht op een halfwezenuitkering is van belang wie het kind (jonger dan 18 jaar) verzorgt. Dit is meestal de nabestaande maar het kan ook een ander zijn die het kind in huis neemt en verzorgt. De halfwezenuitkering combineert niet met een pleegvergoeding. Een kind komt in aanmerking voor een (volle) wezenuitkering als beide ouders zijn overleden en de laatstoverleden ouder was op het moment van overlijden verzekerd voor de Algemene nabestaandenwet. Meer informatie www.svb.nl. Het wezengeld inkomen voor het pleegkind en moet bij de berekening van de eigen bijdrage worden meegenomen.
Financiële Wegwijzer_v20120918
pagina 5 van 8
Yorneo Pleegzorg
11. Regelingen voor pleegkinderen 18+ Meerderjarigheid heeft een aantal consequenties. Vanaf de 18e verjaardag van een pleegkind eindigt in de meeste gevallen de hulpverlening en stopt de pleegvergoeding. Ook na hun 18e verjaardag kunnen pleegkinderen nog behoefte hebben aan ondersteuning en begeleiding. Ze kunnen dan een beroep doen op voortgezette hulpverlening. Dit is altijd vrijwillig. Voorwaarden voor voortgezette hulpverlening zijn dat de jongere zelf nog hulp wil en er een gerichte hulpvraag is. Voor voortgezette hulpverlening is een indicatie van Bureau Jeugdzorg nodig. Een bekende regeling die geldt voor scholieren van 18 jaar en ouder is de wet studiefinanciering.
12. Pleegoudervoogdij Krijgen pleegouder(s) de voogdij over de jeugdige dan heeft dat ook gevolgen voor financiële en materiële zaken zoals (pleeg)vergoedingen, verzekeringen, studiefinanciering en erfrecht. Meer informatie in de download brochure Pleegoudervoogdij.
13. Praktische hulpbronnen Yorneo Pleegzorg heeft voor noodgevallen een extra budget beschikbaar voor het praktisch ondersteunen van pleeggezinnen. Aanvragen voor een bijdrage uit het budget praktische hulpbronnen kunnen schriftelijk worden ingediend via de pleegzorgwerker. Voorbeelden van aanvragen die in aanmerking kunnen komen zijn onder andere niet vergoede kosten van therapieën of medicatie en niet vergoede opleidingskosten. Yorneo Pleegzorg heeft in de afgelopen jaren een depot aangelegd, bedoeld om pleegouders een helpende hand te bieden bij het verzamelen van de spullen die nodig zijn bij een pleegzorgplaatsing, zoals bijvoorbeeld ledikanten, kinderwagens, autostoeltjes of babykleertjes. Pleeggezinnen van Yorneo kunnen in overleg gebruik maken van het depot hulpmiddelen.
14. Bijstand Een pleegkind maakt voor het recht op bijstand geen deel uit van het gezin van de pleegouders en is er geen recht op bijstand. In een aantal situaties kan er toch (bijzondere) bijstand worden aangevraagd. Meer informatie via gemeente.
15. Persoonsgebonden budget (PGB) Soms is het noodzakelijk dat een kind in verband met een handicap extra zorg nodig heeft. Ook als een kind in een pleeggezin woont kan het aanspraak maken op deze extra AWBZ-zorg (ontlasting van de pleegouders). In Nederland verloopt AWBZ-zorg op twee manieren krijgen: via een PGB of in natura. Zorg in natura houdt in dat je zorg ontvangt via zorginstelling. Met het PGB is inkoop van eigen zorg mogelijk. Je kunt zelf je zorgaanbieders uitkiezen en met ze afspreken wanneer ze komen en welke diensten ze leveren. Ook is het mogelijk om het PGB te combineren met zorg in natura. Het PGB is onder verdeeld in het PGB-AWBZ (Zorgkantoor) en het PGB WMO (via de gemeente).
Financiële Wegwijzer_v20120918
pagina 6 van 8
Yorneo Pleegzorg
PGB-AWBZ omvat persoonlijke verzorging, verpleging, ondersteunende begeleiding of activerende begeleiding. Bij PGB-WMO gaat het om huishoudelijke verzorging of hulpmiddelen en voorzieningen. Om een PGB AWBZ of zorg in natura aan te vragen, moet eerst een indicatie aangevraagd worden bij het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) of het Bureau Jeugdzorg (voor kinderen en jongeren tot 18 jaar met psychiatrische problemen). Het PGB wordt niet gezien als inkomen en heeft dus geen invloed op bijvoorbeeld belastingen, huursubsidie of uitkeringen. Sinds 1 januari 2007 is de Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO) ingegaan. Dat betekent dat u voor huishoudelijke hulp voortaan terecht kunt bij uw gemeente, in plaats van dit te regelen via de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ). Ook de Wet voorzieningen gehandicapten (Wvg) is opgegaan in de WMO. Voor huishoudelijke hulp en woningaanpassingen kunt u een persoonsgebonden budget (PGB) krijgen. Met dit PGB kunt u bijvoorbeeld iemand inhuren die u helpt in het huishouden. Dat kan een professionele kracht zijn, maar ook een kennis of een familielid die u vaak helpt.
16. Fondsen Yorneo ontvangt vanuit verschillende financiers geld voor het aanbieden van jeugdhulp, verblijf(pleegzorg) of observatie. Daarnaast komen regelmatig situaties voor waar eigenlijk geen geldstroom van financiers tegenover staat, maar er toch een duidelijke relatie met Yorneo ligt. De afdeling Financiën biedt de mogelijkheid om via fondsen te proberen het benodigde bedrag bijeen te krijgen. Daarbij kan het gaan om aanschaf van materialen, inrichting van accommodatie, verbouwingen, aanvragen en vakanties ten behoeve van jongeren en gezinnen etc. Voor maximaal € 225 kan het Jeugdsportfonds Drenthe een jongere een jaar lang laten sporten.
17. Aansprakelijkheid (WA) Bij aansprakelijkheid voor schade veroorzaakt door pleegkinderen speelt naast de typering (zie 6.) ook de leeftijd van het kind een grote rol. • tot en met 14 jaar zijn bij een vrijwillige of OTS-plaatsing de ouders aansprakelijk en bij een voogdijplaatsing de voogdij-instelling of voogd. • ook bij schade door 15- en 16-jarige is dit het geval. Ouders of voogd zijn echter niet aansprakelijk als zij de schade niet konden beletten. Pleegouders worden dan vaak aansprakelijk gesteld. • pleegkinderen kunnen meeverzekerd worden op de WA-verzekering van de pleegouders (melding). • vanaf 16 jaar zijn jeugdigen zelf aansprakelijk. • pleegkinderen kunnen meeverzekerd worden op de WA-verzekering van de pleegouders (melden aan verzekeraar). • pleegkinderen van 18 jaar en ouder sluiten een eigen WA-verzekering af. Overigens heeft Yorneo voor schade veroorzaakt door tijdelijk gehuisveste jongeren een secundaire dekking.
Financiële Wegwijzer_v20120918
pagina 7 van 8
Yorneo Pleegzorg
18. Belastingdienst en pleegvergoeding De pleegzorgvergoeding is een dekking van de te maken kosten voor het onderhoud van een pleegkind. De Belastingdienst ziet de pleegvergoeding dus niet als belastbaar inkomen. Tenzij er méér dan 3 pleegkinderen (dus 4,5 of meer) in het pleeggezin zijn opgenomen. De Belastingdienst vindt dat pleegouders er in dat geval hun beroep van hebben gemaakt. De belastinginspecteur vervult een sleutelrol om te bepalen (in elke afzonderlijke situatie!!) of er sprake is van pleegzorg zoals pleegzorg bedoeld is óf dat er sprake is van (quasi-) professionele hulpverlening en dus aan de loonbelasting onderhevige pleegzorgvergoeding(en). Advies: vraag vooraf een uitspraak van de inspecteur van Belastingen.
Financiële Wegwijzer_v20120918
pagina 8 van 8