FINANCIELE ZEKERHEID © GfK | September 2015 © GfK 2015 | Achmea Financiële Zekerheid | september 2015
1
Opvallende resultaten
Meer dan de helft van de Nederlanders staat negatief tegenover de terugtredende overheid
Financiële zekerheid: een aanzienlijk deel treft geen voorzorgsmaatregelen om de zorgen te verminderen © GfK 2015 | Achmea Financiële Zekerheid | september 2015
2
Onderzoeksresultaten
© GfK 2015 | Achmea Financiële Zekerheid | september 2015
3
Zekerheid algemeen
© GfK 2015 | Achmea Financiële Zekerheid | september 2015
4
Ruim de helft van de Nederlanders vindt het leven nu onzekerder dan 10 jaar geleden Vergeleken met 10 jaar geleden is het leven nu … 100% 8% 80%
1%
16%
1 - Heel zeker
55%
2 20%
51%
59%
3
60%
4
40%
32%
55%
•
6
•
7 - Heel onzeker
20%
0%
5
18%
•
5%
•
Totaal
Links
Midden
Rechts
60%
53%
53%
© GfK 2015 | Achmea Financiële Zekerheid | september 2015
Slechts een kwart van alle Nederlanders ervaart nu meer zekerheden ten opzichte van 10 jaar geleden. Vrouwen (59%) voelen zich duidelijk onzekerder dan mannen (51%) Hoe hoger het inkomen, des te zekerder men het leven nu vindt, vergeleken met 10 jaar geleden. 6 op de 10 linkse kiezers hebben het gevoel dat er meer onzekerheden zijn in het leven. Dit aandeel is duidelijk hoger dan onder de andere kiezers.
A1. In hoeverre heeft u het gevoel dat er meer of minder onzekerheden in het leven zijn, vergeleken met 10 jaar geleden?
Basis: Alle respondenten (n = 1011)
5
30% van de Nederlanders voelt zich onzekerder over eigen leven omdat men nabije toekomst onvoorspelbaar vindt Omdat het niet meer te voorspellen is hoe de wereld er over 5 jaar uit ziet, voel ik mij onzekerder over mijn eigen leven.
Stellingen over veranderingen
Economische veranderingen volgen elkaar in hoger tempo op dan vroeger
5% 18%
65%
Veranderingen op het gebied van techniek volgen 5%13% elkaar in hoger tempo op dan vroeger
Veranderingen in de politieke situatie volgen elkaar in hoger tempo op dan vroeger
7% 1%
12%
55%
27%
77%
82%
100%
30%
80% 35% 60%
23%
56%
14%
70%
Weet ik niet / geen mening 40%
De (nabije) toekomst wordt steeds minder 7% 1% voorspelbaar
1% 7%
21%
58%
13%
30%
Mee eens
71%
Niet eens, niet oneens
20%
0% Helemaal mee oneens
Oneens
20%
Niet eens, niet oneens
40%
Mee eens
60%
80%
Helemaal mee eens
•
71% vindt de nabije toekomst onvoorspelbaarder dan 10 jaar geleden. Bij 42% leidt tot onzekerheid in eigen leven. Dit komt neer op 30% van alle Nederlanders.
•
Hoe ouder, des te groter de groep die vindt dat de (nabije) toekomst steeds minder voorspelbaar wordt.
•
Een overgrote meerderheid is van mening dat de veranderingen op het gebied van economie, techniek en politiek elkaar in een duidelijk hoger tempo opvolgen in vergelijking met vroeger.
© GfK 2015 | Achmea Financiële Zekerheid | september 2015
24%
100% Weet ik niet
Helemaal mee eens
0%
3%
Oneens Helemaal mee oneens
A2/A3. Kunt u aangeven in hoeverre u het eens of oneens bent met de volgende stellingen? Basis stelling 1 t/m 4: Alle respondenten (n = 1011) Basis stelling 5: Alle respondenten die het (helemaal) eens zijn met stelling ‘De (nabije) toekomst wordt steeds minder voorspelbaar’ (n = 743)
6
Men maakt zich vaker zorgen over wereldthema’s als terrorisme en vluchtelingenproblematiek, dan over persoonlijke onderwerpen Terrorisme 3% 12% Vluchtelingenproblematiek 5%
12%
Economische ontwikkelingen in Europa 3%
6%
31% 18%
51%
38%
11%
49%
37%
11%
48%
37%
10%
47%
29%
8%
37%
30%
7%
37%
30%
26%
19%
26%
34%
29%
33%
20% 1 – Helemaal niet
40% 2
14% 1%
15%
12% 1%
13%
8% 2%
10%
25% 60% 3
4
80% 100% 5 – Heel veel
•
Ouderen maken zich meer zorgen over terrorisme dan jongeren.
•
Linkse kiezers maken zich meer zorgen over klimaatverandering dan midden en rechtse kiezers.
•
PVV en CDA kiezers maken zich meer zorgen over de economische ontwikkelingen in Europa, vergeleken met personen met een andere politieke voorkeur. PVV kiezers maken zich ook relatief meer zorgen over de economische ontwikkelingen in Nederland.
© GfK 2015 | Achmea Financiële Zekerheid | september 2015
24%
7%
24%
33%
37%
11% 18%
32%
31% 0%
10%
43% 24%
Het aantal vrienden dat ik heb
60%
35%
16%
Mijn uiterlijk
24%
34%
9%
Technologische ontwikkeling
36% 41%
22%
Mijn werk
61%
30%
15%
Economische ontwikkelingen in Nederland 3%
22%
32%
18%
Geopolitieke ontwikkelingen 3%
40%
33%
17%
Veiligheid van gegevens 4%
Mijn eigen financiële situatie
24%
13%
Gezondheid van mijzelf en mijn naasten 3%
Klimaatverandering
24%
A4. In hoeverre maakt u zich over de volgende onderwerpen wel eens zorgen? Basis: Alle respondenten (n = 1011)
7
De eigen gezondheid en dat van naasten is het onderwerp waar men zich het meeste zorgen over maakt Gezondheid van mijzelf en mijn naasten
•
Werklozen/arbeidsongeschikten maken zich net iets meer zorgen over de eigen financiële situatie (27%), dan over de gezondheid van zichzelf en naasten (26%).
•
65-plussers, hoog opgeleiden, en personen met een hoog inkomen maken zich minder zorgen om de eigen financiële situatie.
18%
Vluchtelingenproblematiek
11%
Mijn eigen financiële situatie
11%
Mijn werk
6%
Klimaatverandering
5%
Geopolitieke ontwikkelingen
3%
Veiligheid van gegevens
3%
Economische ontwikkelingen in Nederland
3%
Economische ontwikkelingen in Europa
2%
Mijn uiterlijk
1%
Het aantal vrienden dat ik heb
1%
Technologische ontwikkelingen
0%
Ander onderwerp
8%
Geen van bovenstaande
1% 0%
© GfK 2015 | Achmea Financiële Zekerheid | september 2015
Waar in generieke zin grote thema’s als terrorisme en vluchtelingenproblematiek het vaakst genoemd worden als onderwerpen waar men zich zorgen over maakt, prijkt gezondheid bovenaan de lijst als gevraagd wordt naar het thema waar men zich het meeste zorgen over maakt.
27%
Terrorisme (bijv. IS)
Ouderenzorg, toekomst van mijn kinderen
•
10%
20%
30%
40%
A6. Kunt u aangeven over welk onderwerp u zich het meeste zorgen maakt? Basis: Alle respondenten (n = 1011)
8
De Nederlander vindt dat men zelf weinig tot niets kan doen aan wereldproblematiek m.u.v. klimaatverandering Het aantal vrienden dat ik heb
9%
57%
Mijn uiterlijk
10%
Gezondheid van mijzelf en mijn naasten
10%
34%
61%
28%
58%
Mijn eigen financiële situatie
18%
Mijn werk
19%
Veiligheid van gegevens
24%
Klimaatverandering
25%
32% 56%
26%
56%
25%
58%
18%
67%
Technologische ontwikkeling
8%
74%
Economische ontwikkelingen in Nederland
23%
76%
Vluchtelingenproblematiek
3%
22%
82%
2%
15%
3%
Economische ontwikkelingen in Europa
88%
10% 2%
Terrorisme
89%
8% 3%
Geopolitieke ontwikkelingen
91%
8% 2%
0%
20% Niets
40% Een beetje
60%
80% Veel
•
Ondanks de vele acties op dit moment met betrekking tot de vluchtelingenproblematiek geven 8 op de 10 Nederlanders aan het gevoel te hebben niets te kunnen doen.
•
Rechtsstemmers vinden vaker dan personen met een andere politieke voorkeur dat zij niets kunnen doen aan het vluchtelingenprobleem.
•
“Een beter milieu begint bij jezelf” is goed ingeburgerd in de Nederlandse maatschappij: in tegenstelling tot de humanitaire en economische thema’s, geeft een ruime meerderheid aan hier zelf iets aan te kunnen doen.
© GfK 2015 | Achmea Financiële Zekerheid | september 2015
100%
A7. Kunt u bij elk van de volgende onderwerpen aangeven hoeveel u vindt dat u er zelf aan kan doen? Basis: Alle respondenten die zich zorgen maken over het onderwerp (333 ≤ n ≥ 873) 9
Financiële zekerheid
© GfK 2015 | Achmea Financiële Zekerheid | september 2015
10
Het gevoel van financiële zekerheid wordt vooral bepaald door het hebben van een buffer of door financiële onafhankelijkheid Ik voel mij financieel zeker als ik… •
…een buffer heb om financiële tegenslagen op te kunnen vangen
32%
…financieel onafhankelijk ben van anderen
13%
…op financieel gebied kan doen en laten wat ik wil
13%
...mijn huidige baan kan blijven behouden
25%
24%
…mijn woning (huur of hypotheek) kan blijven betalen
Onder jongeren (<25 jaar) speelt vrijheid om te kunnen doen laten wat je wilt een relatief grote rol in het gevoel van financiële zekerheid. Dit geldt ook voor personen met (hoger dan) twee keer modaal inkomen.
22% 22%
12%
10% 6%
…voldoende pensioen heb voor later 5% 8% …weet dat ik mijn nabestaanden financieel goed achterlaat 1% 4% mocht ik komen te overlijden Anders, namelijk: 2% 1%
0%
20%
40%
60%
80%
Meeste invloed op gevoel financiele zekerheid Daarna meeste invloed op gevoel financiele zekerheid
© GfK 2015 | Achmea Financiële Zekerheid | september 2015
100%
B2a. Welk van deze situaties heeft het meeste invloed op uw gevoel van financiële zekerheid? Basis: Alle respondenten (n = 1011) B2b. Welk van deze situaties heeft daarna het meeste invloed op uw gevoel van financiële zekerheid? Basis: Alle respondenten (n = 1011)
11
De gemiddelde Nederlander voelt zich matig zeker over de eigen financiële situatie: een 6,3 op een schaal van 1 tot 10 Gemiddeld Nederland
Geslacht
Leeftijd
6.1
16-24 jr
6.2
45-54 jr
6.2
25-34 jr
6.5
55-64 jr
Regio 6.5
3 gr. steden
6.0
Totaal
6.3
6.2
6.3
100%
2% 7%
80%
23%
6.6
6.2
6.4 35-44 jr
6.6
6.3
65+ jr
Werkzaam
10 - Heel zeker
Inkomen
Opleiding
9 8
6.9
Zelfstandige ondernemers
6.6
Werkzaam in loondienst
5.5
7 60%
26%
17%
0%
8% 7% 4% 2% 4%
6.6 5.0
Werkloos / arbeidsongeschikt
3 2
6.2 6.2
5 4
40%
20%
6
6.1
7.2 5.8
Studerend / schoolgaand
6.7
Gepensioneerd
1 - Heel onzeker
© GfK 2015 | Achmea Financiële Zekerheid | september 2015
6.9
B3. Kunt u op een schaal van 1 tot 10 aangeven hoe zeker of onzeker u zich op dit moment voelt over uw financiële situatie? Basis: Alle respondenten (n = 1011) 12
Ruim een kwart verwacht het komend jaar een verslechtering van de eigen financiële situatie. Slecht een vijfde verwacht verbetering 2% 2%
Tot 45 jaar is de groep die verwacht dat de financiële situatie erop vooruit gaat groter dan de groep die verwacht dat de financiële situatie verslechterd. Vanaf 45 jaar is dit andersom. Vooral 65-plussers voorzien een slechtere financiële situatie voor het komende jaar.
•
Ook laag opgeleiden en personen met een inkomen beneden modaal zijn pessimistischer over hun toekomstige financiële situatie.
Zal veel beter worden
17%
24%
•
Zal beter worden Zal hetzelfde blijven Zal slechter worden
55%
Zal veel slechter worden
11%
29%
17%
24%
22%
15%
© GfK 2015 | Achmea Financiële Zekerheid | september 2015
30%
22%
34%
21%
37%
17%
B4. Wat verwacht u van de financiële situatie van uw huishouden? Zal deze in de komende twaalf maanden beter worden, slechter worden of hetzelfde blijven? Basis: Alle respondenten (n = 1011) 13
Er is weinig vertrouwen in overheden en financiële instellingen als het gaat om het bieden van financiële zekerheid Vertrouwen
Mijzelf 1%3% 15% Familie
5%
12%
Werkgever
11%
Vrienden
11%
27%
17% 26%
Banken
27%
35%
30% 37%
32% 0%
30%
34%
21%
Financieel adviseurs
30%
29%
27%
Gemeente
20%
20%
1 – Heel w einig vertrouwen
28% 40% 2
60% 3
4
5%
29%
5%
25%
11% 1%
12%
9% 1%
10%
31%
8% 1%
9%
30%
7%
8%
30%
7%
7%
5%
6%
25% 80%
•
Mannen hebben meer dan vrouwen vertrouwen in zichzelf qua het bieden van financiële zekerheid.
•
VVD kiezers hebben duidelijk meer zelfvertrouwen als het gaat om het bieden van financiële zekerheid (93%).
•
PvdA-ers hebben daarentegen relatief meer vertrouwen in de overheid (19%).
•
Zelfstandig ondernemers hebben relatief de meeste vertrouwen in zichzelf, vergeleken met personen in loondienst of niet-werkenden.
•
Het vertrouwen in familie neemt af naarmate men ouder wordt. Vanaf 75 jaar neemt het vertrouwen in de familie weer iets toe.
47%
13% 24%
28%
24%
Verzekeraars
33%
Er is zeer weinig vertrouwen in financieel dienstverleners als het gaat om het bieden van financiële zekerheid. Financieel adviseurs komen er het slechtst vanaf, slechts 6% geeft aan in hen te vertrouwen als het gaat om het bieden van financiële zekerheid. Jongeren (<35 jaar) hebben daarbij nog minder vertrouwen in financieel adviseurs (45% (heel) weinig vertrouwen).
78%
34%
27% 11%
Pensioenfondsen
Overheid
44%
•
100%
5 – Heel veel vertrouwen
B5. Hoeveel vertrouwen heeft u in de volgende partijen als het gaat om het bieden van financiële zekerheid? Basis: Alle respondenten (n = 1011)
© GfK 2015 | Achmea Financiële Zekerheid | september 2015
14
62% legt de verantwoordelijkheid voor financiële zekerheid bij zichzelf. Eén op de vijf vindt de overheid primair verantwoordelijk Verantwoordelijkheid Mijzelf
62%
Overheid
Werkgever
20% 8%
•
VVD en D66 kiezers leggen het minst vaak de verantwoordelijkheid bij de overheid neer. Dit is een groot verschil met de PVV kiezers; één op de drie legt de verantwoordelijkheid primair neer bij de overheid.
•
Het percentage dat de verantwoordelijkheid voor financiële zekerheid primair bij de overheid neerlegt is groter onder 55-plussers. Voor elke leeftijdsgroep geldt echter dat het merendeel zichzelf het meest verantwoordelijke acht.
•
Onder laagopgeleiden vindt 50% zichzelf primair verantwoordelijk en 26% de overheid. Onder hoogopgeleiden vindt 77% zichzelf primair verantwoordelijk en 11% de overheid.
•
Hoe hoger de inkomensklasse, des te minder men de verantwoordelijkheid bij de overheid neerlegt en juist meer bij zichzelf.
•
Vooral zelfstandig ondernemers leggen de verantwoordelijk primair bij zichzelf.
11%
29% 25%
Pensioenfondsen 7% 14% Banken
6%
Familie
5%
Gemeente 6% Verzekeraars
2%
Meest verantwoordelijk voor uw financiele zekerheid
Vrienden
Daarna meest verantwoordelijk voor uw financiele zekerheid
Financieel adviseurs Anders, namelijk :
3%
0%
20%
40%
60%
80%
100%
Verantwoordelijkheid primair bij overheid:
7%
11%
22%
© GfK 2015 | Achmea Financiële Zekerheid | september 2015
23%
24%
32%
B6ab. Welke partij is volgens u (daarna) het meest verantwoordelijk voor uw financiële zekerheid? Basis: Alle respondenten (n = 1011)
15
Sociaal culturele en demografische ontwikkelingen
© GfK 2015 | Achmea Financiële Zekerheid | september 2015
16
Men maakt zich het meeste zorgen over de betaalbaarheid van de gezondheidszorg Betaalbaarheid van de gezondheidszorg 5% 11% Hoogte van mijn pensioeninkomen Lage rente op spaargeld
15%
Dat ik of mijn partner baan verliest Stijging van de huurprijzen Dat ik of mijn partner arbeidsongeschikt raakt Wijziging van het hypotheekstelsel Studiekosten van mijzelf of van mijn kinderen Daling van de huizenprijzen
32% 16%
25%
26% 13%
36%
25%
21%
20%
42%
24%
14%
35%
22%
35% 13%
17%
20%
40%
17%
42%
0% 20% 1 – Helemaal niet
60% 3
4
33%
27%
11%
27%
16%
15%
5%
20%
13% 6%
19%
13% 6%
19%
10% 3% 15%
6%2%
13% 8%
80% 100% 5 – Heel veel
29% van de Nederlanders maakt zich zorgen over de op de agenda staande wijzigingen in het belastingstelsel. PVV stemmers maken zich het meest zorgen over dit onderwerp (42%) gevolgd door de SP stemmers (38%). De hogere inkomens maken zich minder zorgen over wijzigingen in het belastingstelsel, dan de lagere inkomens.
© GfK 2015 | Achmea Financiële Zekerheid | september 2015
11%
9%
15% 40% 2
36%
19%
23%
62%
11%
29%
16%
22%
37%
7%
24% 11%
12%
22%
25%
54%
62%
27%
30%
20%
Financiële gevolgen bij een scheiding
•
35%
18%
18%
Dat werkgever vaker tijdelijke i.p.v. vaste contracten geeft Wijziging van het belastingsstelsel
22%
C1. In hoeverre maakt u zich wel eens zorgen over deze onderwerpen? Basis: Alle respondenten (n = 1011)
17
Ook is men onzeker over de hoogte van pensioeninkomen en het behouden van de baan
Betaalbaarheid van de gezondheidszorg
25%
Hoogte van mijn pensioeninkomen
21%
15%
Dat ik of mijn partner baan verliest
12%
20%
Wijziging van het belastingsstelsel 3% 8% Dat ik of mijn partner arbeidsongeschikt raakt
7%
•
Hoe ouder, des te meer men zich zorgen maakt over de betaalbaarheid van de gezondheidszorg. Gezinnen met kinderen maken zich relatief minder zorgen over dit onderwerp. Hier zijn zorgen om verlies van inkomen (ontslag of arbeidsongeschiktheid) en studiekosten prominenter aanwezig.
•
Hoogopgeleiden hebben meer angst om de baan te verliezen. Dit geldt ook voor personen met een hoog inkomen, vergeleken met personen met een lager inkomen.
•
Alleenstaanden maken zich meer zorgen over wijziging van het belastingstelsel dan gezinnen met kinderen.
17%
10%
8% 5% 13%
9% 5%
Stijging van de huurprijzen 5% 9%
8%
Lage rente op spaargeld 3% 6% 10% Dat werkgever vaker tijdelijke i.p.v. vaste contracten geeft
5% 5% 7%
Studiekosten van mijzelf of van mijn kinderen
7% 5%4%
Wijziging van het hypotheekstelsel 4%3% 5% Daling van de huizenprijzen 2% 4% 3% Financiële gevolgen bij een scheiding 2% 1% 1% 0%
20% 1
© GfK 2015 | Achmea Financiële Zekerheid | september 2015
40% 2
60% 3
80% C2. Kunt u aangeven over welk onderwerp u zich het meeste zorgen maakt? En welke daarna? Basis: Alle respondenten (n = 1011)
18
Men vindt het bieden van een oplossing voor de betaalbaarheid van de gezondheidszorg vooral een taak van de overheid Betaalbaarheid gezondheidzorg
€
Hoogte pensioeninkomen
75%
42%
43%
16%
41%
32%
4%
9%
Arbeidsongeschiktheid
31%
geen
11%
Wijziging belastingdienst
geen €
Lage rente spaargeld
80%
75%
3%
7%
17%
6%
3%
2%
Wijziging hypotheekstelsel
Studiekosten
71%
68%
50%
13%
25%
34%
anders
Stijging huurprijzen
92%
Vaker tijdelijke contracten
34% €
Baanverlies
anders
Overheid
Daling huizenprijzen
45% geen
23%
Ik zelf €
Verzekeringsmaatschappijen Banken Familie/vrienden
19%
9%
5%
4%
20%
Pensioenfondsen
C3C7C11. Welke partij is volgens u het meest geschikt om een oplossing te bieden voor dit onderwerp, zodat de financiële gevolgen voor u zo klein mogelijk zijn? Basis: Respondenten die zich zorgen maken over het onderwerp © GfK 2015 | Achmea Financiële Zekerheid | september 2015
19
Een aanzienlijk deel van de personen die zich zorgen maken, treft geen voorzorgsmaatregelen om de zorgen te verminderen Wel of geen maatregelen om zorgen te verminderen
100%
80% 61%
60%
58%
52%
48%
46%
42%
42%
48%
52%
54%
58%
58%
32%
32%
31%
68%
68%
69%
•
Als men wel voorzorgmaatregelen treft, dan is dit in de meeste gevallen in de vorm van geld opzij leggen op een spaarrekening.
•
Tegen de financiële risico’s van arbeidsongeschiktheid, betaalbaarheid van de gezondheidszorg, baanverlies en pensioeninkomen laat een deel zich (daarnaast ook) verzekeren.
79%
40%
20%
39%
42%
Wel Niet
21%
0%
C4C8C12. Wat doet u of heeft u gedaan om uw zorgen te verminderen over de financiële gevolgen van het volgende onderwerp? Basis: Respondenten die zich zorgen maken over het onderwerp
© GfK 2015 | Achmea Financiële Zekerheid | september 2015
20
Men weet niet goed op welke manier er actie ondernomen zou kunnen worden om de zorgen over financiële risico’s te verminderen Redenen om geen voorzorgsmaatregelen te treffen Studiekosten
18%
Arbeidsongeschiktheid
20%
11%
Hoogte pensioeninkomen
14%
Baanverlies
15%
Lage rente spaargeld
23%
Wijziging hypotheekstelsel
7%
Wijziging belastingstelsel
10%
Stijging huurprijzen
13% 22%
15%
Vaker tijdelijke contracten
17%
17% 0%
13%
10%
20%
4%
43%
10%
15%
54%
9%
9%
54%
16% 30%
10% 47%
11%
14%
46% 40%
50%
60%
Daarnaast geeft een aanzienlijk deel van de mensen die zich zorgen maakt geeft aan nog niet over concrete maatregelen nagedacht te hebben.
10%
53% 19%
25%
14%
42%
11%
•
16%
41%
25%
20%
10%
44%
18%
15%
Hoewel een aanzienlijk deel van de Nederlanders zich zorgen maakt, valt op dat er weinig actie ondernomen wordt. Een groot deel van de mensen die zich zorgen maakt heeft geen idee welke acties men kan ondernemen. Informatievoorziening op deze thema’s lijkt in gebreke te blijven.
22% 27%
13%
27%
12%
Betaalbaarheid gezondheidszorg
38% 19%
21%
11%
Daling huizenprijzen
9%
44%
•
20% 70%
80%
90%
100%
Ik heb voldoende (spaar)geld om eventuele tegenslagen te kunnen opvangen Ik heb er (nog) niet over nagedacht Ik accepteer het risico
Ik weet niet op welke manier ik actie zou kunnen ondernemen Anders
C5C9C13. Kunt u aangegeven waarom u niet zelf actie onderneemt om uw zorgen te verminderen over de financiële gevolgen van het volgende onderwerp? Basis: Respondenten die zich zorgen maken over het onderwerp en geen voorzorgsmaatregelen hebben genomen
© GfK 2015 | Achmea Financiële Zekerheid | september 2015
21
Ruim de helft van de Nederlanders staat negatief tegenover de terugtredende overheid Meer verantwoordelijkheid bij burgers om eigen financiële risico’s te dragen. 100%
1% 13% Zeer positief
80% 33%
•
Bijna een kwart van de hoger opgeleiden (23%) vindt het een positieve ontwikkeling dat de overheid verwacht dat burgers meer zelf verantwoordelijk worden om eigen financiële risico’s te dragen (bij laag opgeleiden is dit 11%).
•
Afhankelijk van de politieke voorkeur zijn er grote verschillen zichtbaar.
Positief
60% Niet negatief, niet positief
40%
Negatief
32%
Zeer negatief 20% 21% 0% C15. In hoeverre staat u positief of negatief tegenover deze ontwikkeling? Basis: Alle respondenten (n = 1011)
29%
26%
31%
27%
32%
20%
© GfK 2015 | Achmea Financiële Zekerheid | september 2015
56%
8%
60%
11%
78%
6%
22