FINANCIEEL VERSLAG 2013
Stichting EZDA Statutair gevestigd Maassluisstraat 572B, 1062 GZ te Amsterdam
Inhoudsopgave A Bestuursverslag stichting EZDA
3
B Jaarrekening 2013
20
Balans per 31 december 2013
21
Exploitatierekening 2013
22
Toelichting behorende bij de jaarrekening
23
Specificaties bij de exploitatierekening
27
C Overige gegevens
32
Controleverklaring
33
Afkortingenlijst
34
Bijlage 1 Toelichting kostentoerekening
35
2
A Bestuursverslag stichting EZDA 2012 Inleiding Voor u ligt het jaarverslag 2013 van de stichting EZDA (Elektronisch Zorg Dossier Amsterdam). EZDA is het samenwerkingsverband van een groot aantal Amsterdamse zorgaanbieders en zorgpartijen op het gebied van zorg en ICT.
1.1 EZDA Doelstelling van EZDA is bijdragen aan het verbeteren van de kwaliteit en efficiency van de zorg in de regio groot Amsterdam op de terreinen preventie, care en cure. Dit doet EZDA door de elektronische informatie-uitwisseling tot stand te brengen en te optimaliseren tussen alle betrokken zorgverleners onderling én met de patiënt/cliënt. De activiteiten van EZDA richten zich daarbij op: 1. Het tot stand doen komen en exploiteren van ZorgICT diensten die informatie-uitwisseling in zorgketens en –netwerken faciliteren en bevorderen; 2. Het opbouwen, bundelen en beschikbaar maken van kennis en ervaring over relevante thema’s in het kader van die informatie-uitwisseling. EZDA hanteert daarbij het adagium “landelijk wat landelijk kan, regionaal wat landelijk niet kan”. Zij bracht dat onder meer in praktijk door haar koploperschap bij het landelijke EMD (later LSP) project. In alle discussies rond het landelijke LSP, wordt de rol van een regionale organisatie als EZDA andermaal onderstreept. EZDA stimuleert en faciliteert de transmurale elektronische informatie-uitwisseling en vult daartoe de volgende rollen in: Regisseur van de Amsterdamse ZorgICT agenda het (gezamenlijk) exploreren en agenderen van nieuwe ontwikkelingen en mogelijkheden voor het verbeteren van de zorg met informatie- en communicatie technologie; gezamenlijk bepalen van de ZorgICT agenda en prioriteiten Realisator van de Amsterdamse ZorgICT agenda het voorbereiden van projecten het coördineren van implementatietrajecten Exploitant van gerealiseerde ZorgICT diensten het contracteren van communicatiediensten het bewaken en verbeteren van de kwaliteit van de dienstverlening in overleg met de gebruikers en de leveranciers Platformfunctie, door kennis en ervaring op te bouwen te bundelen en beschikbaar te maken over: het bevorderen en bewaken van het gebruik van Zorg(ICT) standaarden het bevorderen van een veilige informatie-uitwisseling
Figuur 1: EZDA Rollen
3
1.2 Participanten Per 1 juli 2013 is de Stichting Amsterdamse Gezondheidscentra als participant toegetreden. In 2013 waren de volgende participanten aangesloten bij de stichting EZDA: Academisch Medisch Centrum (AMC) Arkin (GGZ) ATAL-mdc (laboratorium) per 27 juni 2012 gefuseerd met Medial (Haarlem/Kennemerland) De Bascule (kinder- en jeugdpsychiatrie) BovenIJ Ziekenhuis Cliëntenbelang Amsterdam Cordaan (Verpleging, verzorging, gehandicaptenzorg en thuiszorg) Gemeente Amsterdam, Cluster Sociaal GGD Amsterdam GGZ inGeest Huisartsen Kring Amsterdam (HKA) Nederlands Kanker Instituut - Antoni van Leeuwenhoek ziekenhuis (NKI-AVL) Onze Lieve Vrouw Gasthuis (OLVG) Osira Amstelring (Verpleging, verzorging, gehandicaptenzorg en thuiszorg) Reade (Revalidatie en reumatologie) Sint Lucas Andreas Ziekenhuis (SLAZ) Huisartsenpost Amsterdam (HpA) Slotervaart Ziekenhuis Stichting Amsterdamse Gezondheidscentra (SAG) – toegetreden per 1 juli 2013 Stichting Open Zorg Informatie Amsterdam apotheken (SOZA) VU medisch centrum (VUmc) Ziekenhuis Amstelland (ZHA) Zonnehuisgroep Amstelland (ZHGA)
1.3 Participantenraad Elke participant levert een bestuurlijke vertegenwoordiger voor de Participantenraad. De kring der participanten is verdeeld in de volgende sectoren: ziekenhuizen; 1ste lijn: huisartsen, apothekers, huisartsenposten en laboratoria; verpleging en verzorging, thuiszorg, gehandicaptenzorg; geestelijke gezondheidszorg; overigen: patiëntenorganisatie Cliëntenbelang Amsterdam, GGD Amsterdam, gemeente Amsterdam (cluster Sociaal).
De Participantenraad is binnen de stichting het hoogste orgaan; zij keurt de door het bestuur voorgestelde jaarplannen, begrotingen en jaarverslagen goed en bepaalt daarmee het beleidskader voor bestuur en bureau. De Participantenraad benoemt en ontslaat de leden van het Bestuur. Alle participanten hebben in 2013 een bijdrage betaald in de organisatiekosten en in de kosten van elektronische communicatie. De Participantenraad heeft in het verslagjaar twee maal vergaderd. De vergaderingen kennen een huishoudelijk deel waarin jaarplan, begroting, jaarverslag, jaarrekening en voortgangsrapportages aan de orde komen en een thematisch deel.
1.4 Bestuur Het bestuur van de stichting bestaat uit 7 leden: de (onafhankelijke) voorzitter en zes leden die ieder een (deel)sector vertegenwoordigen. Eind 2013 heeft een aantal personele wisselingen plaatsgevonden: Dhr. W.A.B. Stalman (VUmc) heeft aan het eind van zijn termijn het bestuur van EZDA verlaten. Mw. G.J.M. van den Maagdenberg, lid Raad van Bestuur van het Sint Lucas Andreas Ziekenhuis, heeft hem als lid en penningmeester van het bestuur van EZDA opgevolgd. In verband met haar vertrek bij Arkin, heeft Mw. P. Van Dam per 31 december 2013 het bestuur van EZDA verlaten. Zij wordt per 1 januari 2014 opgevolgd door Mw. E. De Ruijter, voorzitter van de Raad van Bestuur van GGZ inGeest. In verband met zijn vertrek bij Amstelring heeft Dhr. P.H.F.M. Moeskops eveneens per 31 december 2013 zijn zetel in het bestuur van EZDA opgegeven.
4
Het bestuur van EZDA was in 2013 als volgt samengesteld: Dhr. Th. Wiggers Mw. P. van Dam (Arkin) Dhr. M.J. Kooy (SOZA) Mw. G.J.M. van den Maagdenberg (SLAZ) Dhr. P.H.F.M. Moeskops (Osira Amstelring) Dhr. W.A.B. Stalman (VUmc) Dhr. A. Warnar (Cliëntenbelang Amsterdam) Mw. S. Zonneveld (HKA)
Onafhankelijk voorzitter lid, vertegenwoordiger sector GGZ lid, vertegenwoordiger sector eerstelijns organisaties, apothekers penningmeester, vertegenwoordiger sector ziekenhuizen, vanaf 8 december 2013 lid, vertegenwoordiger Verpleging en Verzorging en Gehandicaptenzorg penningmeester, vertegenwoordiger sector ziekenhuizen, tot 8 december 2013 lid, vertegenwoordiger Cliënten en sector Overigen lid, vertegenwoordiger Huisartsenkring Amsterdam
Het bestuur heeft in het verslagjaar vijf maal vergaderd. De Bestuursvergaderingen werden voorbereid en uitgewerkt door, en onder leiding van, de heer Straatman, directeur van het bureau.
1.5
Bureau Het bureau heeft ook in 2013 op professionele en gemotiveerde wijze invulling gegeven aan de verschillende rollen van EZDA. In 2013 was de samenstelling van het bureau als volgt: Dhr. J.F.J. Straatman
directeur
Dhr. H.W.M. Barenbrug
servicemanager
Mw. J.L. de Boer
secretariaat
Mw. L. Bos
programmamanager
Mw. H.E. ter Veen
secretariaat
5
2 De inhoudelijke resultaten in 2013 2.1 Voorgaande jaren Met het in december 2006 door de Participanten Raad goedgekeurde “meerjarenplan 2007- 2010” werd de basis gelegd om de kwaliteit, de veiligheid en de diversiteit van de informatie-uitwisseling tussen de deelnemende partijen aanzienlijk te vergroten. Ten behoeve van de vernieuwing en continuering van de meerjarenagenda werd in 2009 een start gemaakt met de voorbereiding van het “Programma ZorgICT Amsterdam 2010-2012”. Dit programma had de volgende doelen: minder medicatie gerelateerde fouten in de regio Amsterdam; elke zorgverlener of –instelling kan op het juiste moment over de belangrijkste medisch relevante gegevens (Basis Gegevensset Zorg) van een patiënt of cliënt beschikken en; een verbeterde zorg voor CVA en dementiepatiënten Dit door de ontwikkeling en implementatie van een gemeenschappelijke informatie en communicatie voorziening: het Regionaal Services Platform (EZDA RSP). Het ontwerp en inrichting van een organisatie t.b.v. het beheer en de financiële exploitatie van dit RSP was expliciet onderdeel van het Programma. In de afgelopen 6 jaar is intensief gewerkt aan de realisatie van de speerpunten uit het meerjarenplan 2007 – 2010 en het programma ZorgICT Amsterdam 2010-2012. Belangrijke resultaten van de gezamenlijke inspanningen zijn o.a.: toegenomen aandacht voor privacybescherming en informatiebeveiliging bij de Amsterdamse zorginstellingen en een groeiend aantal maatregelen om de informatiebeveiliging in overeenstemming te brengen met de NEN 7510; een aantal regionale voorzieningen voor een veilige en betrouwbare transmurale informatieuitwisseling: het MANza glasvezelnetwerk van de ziekenhuizen, de Amsterdam Zorg eXchange (AmZX) en de Zorg Service Provider (ZSP) dienst voor communicatie met het Landelijk Schakel Punt en andere regionale zorgnetwerken; de hoogwaardige, veilige en betrouwbare elektronische uitwisseling van meer dan 4 miljoen medische patiëntgerelateerde berichten tussen de Amsterdamse zorgverleners onderling en met zorgverleners in naburige regio’s. Het betreft onder andere laboratoriumuitslagen, specialistenbrieven, elektronische recepten, radiologieverslagen, verwijsbrieven, terugrapportages enz; een groeiend aantal ZorgICTdiensten (communicatiediensten) ter ondersteuning van transmurale zorgprocessen als overdracht, verwijzing, second opinion waarbij zowel logistieke als zorginhoudelijke informatie, inclusief medische beelden, uitgewisseld wordt; een kaderstellend en richtinggevend stelsel van uitgangspunten en afspraken m.b.t. de wijze waarop invulling gegeven wordt aan de missie van EZDA. Verdere invulling vereist uitvoering van diverse projecten. Om ervoor te zorgen dat de resultaten van deze projecten op elkaar blijven aansluiten, zijn kaders en richtinggevende uitspraken vastgelegd in de “EZDA doelarchitectuur 2.0”; een blauwdruk (ontwerp) voor een regionale beheerorganisatie van waaruit geput wordt bij de inrichting van het beheer van nieuwe diensten eOverdracht-POINT en eBeeldendienst; Een ontwerp voor de doorontwikkeling en integratie van de bestaande EZDA ZorgICT diensten, “eOverdracht2.0 De afgelopen jaren hebben het Programma ZorgICT 2010-2012 en de “lopende” projecten en diensten zich op twee sporen voortbewogen. Eind 2012 heeft de afronding en overdracht van het programma ZorgICT Amsterdam 2010-2012 plaatsgevonden. Lopende activiteiten en tussenresultaten van het Programma en nieuwe agendapunten1 hebben samen met de al lopende projecten en diensten een plek gekregen in het jaarplan 2013.
1
In de periode november 2012 t/m medio januari 2013 zijn alle EZDA participanten bevraagd in het kader van de EZDA meerjarenagenda voor 2013 en 2014.
6
2.2 Jaarplan op hoofdlijnen Exploreren | Agenderen (H 3) Rol Patiënt | Cliënt; toegang patiënt, portalen en persoonlijke gezondheid dossiers Verkennen samenwerking met GGD|Gemeente i.h.k.v. transitie AWBZ naar WMO (Care) en transitie jeugdzorg naar Gemeente Verkenning SSO en Federatief Identity Management eOverdracht_inventarisatie » Verbeteren van ‘alle’ zorgoverdrachten in Amsterdam met (nu) beschikbare ZorgICT diensten. Stimuleren gebruik van gestructureerde overdrachtinformatie en procesverbetering waar mogelijk. Bevorderen van het gebruik van informatie-uitwisseling standaarden, de verpleegkundige overdracht. Kennis en ervaring (platform) Bevorderen van het gebruik van informatie-uitwisseling standaarden, de generieke overdracht (specialisten). Vervolg op Basis Gegevensset Zorg (BGZ) en Medicatieveiligheid (2e lijn onderling en 2e en 3e lijn). Kennis en ervaring (platform) Realiseren (H 4) Realisatie diensten incl. inrichting beheer (RSO) 1.1 eBeeldendienst 1.2 eOverdracht 1.0 (POINT) 1.3 Zorgdomein 1.4 Dementie KIS Regionale Infrastructuur » Breedband zorgnetwerk Landelijke Infrastructuur (LSP) » Ondersteunen implementatie huisartswaarneming en opvragen medicatieoverzicht i.s.m. de 1ste Lijn » Onderzoek mogelijkheden kansen hergebruik landelijke infrastructuur voor diensten EZDA participanten Privacy en informatiebeveiliging. Kennis en ervaring (platform) » Uitwerken governance documenten. » Oprichten | inrichten Privacy Commissie Exploiteren (H 5) Regionale Infrastructuur » Verbeteren receptenverkeer » Vervangen en uitbreiden MANZa » AmZX » Goed Beheerd zorgNetwerk Zorgcommunicatiediensten » Berichtendienst (Edifact, secure e-mail, Lab4APO) » Videoconferencing EZDA Organisatie (H 6) Communicatie en PR Samenwerken met andere regio’s en Nictiz EZDA organisatie en processen Tabel 1: Speerpunten ZorgICT in de Amsterdamse zorg in het EZDA jaarplan 2013
7
3 Exploreren/Agenderen 3.1 Rol Patiënt | Cliënt; toegang patiënt, portalen en persoonlijke gezondheid dossiers Op 26 juni is in een workshop “rol patiënt | cliënt” verkend of partijen gezamenlijk stappen kunnen of moeten zetten, op weg naar een bruikbare zorginfrastructuur voor zorgcliënten. Dit met het uitgangspunt dat de samenwerking duidelijke meerwaarde biedt voor de zorgcliënt én de samenwerkende partij(en). Aan de workshop hebben de GGD, de Sociale Alliantie Gemeente Amsterdam, SAG, Cliëntenbelang Amsterdam, Cordaan, Amstelring en 1steLijn Amsterdam deelgenomen. Het landschap van organisatievraagstukken, ontwikkelingen en gerealiseerde diensten m.b.t. eHealth blijkt divers en diffuus. Er tekent zich nog niet een (helder) beeld af voor één of meerdere vraagstukken waar samenwerking noodzakelijk is dan wel toegevoegde waarde biedt. “Moeten we juist niet even ‘achterover leunen’, de patiënt | cliënt gaat kritische massa ontwikkelen?”. “Wat moeten we aan ‘de markt’ over willen laten?” Besloten is dat EZDA de vinger aan de pols houdt en een verbindende rol blijft spelen tussen EZDA participanten, Gemeente met het HealthLab programma en de eHealth ontwikkelingen in SIGRA verband.
3.2 Verkennen samenwerking met GGD|Gemeente i.h.k.v. transitie AWBZ naar WMO (Care) en transitie jeugdzorg naar Gemeente In het jaarplan 2013 was het voornemen om de impact van de transities (AWBZ en Jeugdzorg) op de organisatie van de zorg en daaruit voortvloeiende informatie-uitwisseling vraagstukken in de (diverse) zorgketens en –netwerken te onderzoeken. Dit is door tijdgebrek niet in 2013 aan bod gekomen. Bij de totstandkoming van het jaarplan 2014 wordt aan participanten gevraagd of dit onderwerp opnieuw op de jaaragenda moet komen.
3.3 Verkenning SSO en Federatief Identity Management Er bestaat behoefte aan uniforme toegang van eerstelijns zorgverleners tot de verschillende portals van de Amsterdamse zorginstellingen. Daarnaast maken ziekenhuizen en instellingen gebruik van gezamenlijk applicaties waarvoor aparte username / wachtwoord combinaties dienen te worden ingevoerd. De wens is gebruik te kunnen maken van het instellingsaccount bij het inloggen op deze applicaties. In 2013 is een begin gemaakt met de verkenningen op het gebied van Identity Management welke in 2014 zullen worden gecontinueerd. In december 2013 is een overeenkomst getekend met iWelcome die een POC zal uitvoeren waarbij de toegang tot applicaties zoals POINT en huisartsenpotalen in ziekenhuizen middels hergebruik van bestaande elektronische identiteiten mogelijk is. Een deel van de geboden functionaliteit, 2-factor authenticatie, wordt al gebruikt door medewerkers van SLAZ en OLVG om in een gezamenlijke SharePoint omgeving bestanden te delen.
3.4 eOverdracht_inventarisatie Deze deelactiviteit had tot doel het elektronisch en veiliger overdragen van medische gegevens, door een intensiever gebruik van de bestaande EZDA diensten, te stimuleren. De volgende participanten hebben daartoe een inventarisatie gemaakt van de problematische top 3 tot 5 overdrachten en knelpunten in de eigen organisatie. BovenIJ, EVAA (verloskundigen) , AMC, VUmc, NKI|AvL, SLZ, ZHGA, GGZ inGeest, HKA|HpA, SLAZ, Arkin, Cordaan. Uit deze inventarisatie zijn negen categorieën van overdracht naar voren gekomen die voor verbetering in aanmerking komen. Een deel daarvan is afgedekt door de lopende trajecten POINT, de Regionale implementatie LSP en de eBeeldendienst. Er blijkt dat behalve de ziekenhuizen ook de GGZ en VVT verkennende gesprekken voeren met Zorgdomein om het verwijsproces met huisartsen te verbeteren. Met name voor de brede (en sterk groeiende) casuïstiek van ziekenhuis-ziekenhuis overdrachten liggen er kansen. De eBeeldendienst, die niet alleen geschikt is voor het uitwisselen van beelden maar ook van medische ‘documenten’, is daarvoor bij uitstek bedoeld. Toch ontbreekt het aan concrete plannen van de een gezamenlijke aanpak en inzet van middelen om van deze eBeeldendienst gebruik te maken. Problemen bij de overdracht van medicatie gerelateerde gegevens van ziekenhuizen, GGZ en VVT naar de openbare apotheek zijn helaas van alle tijden. Het aanpakken van de door de instellingen genoemde problematiek is sterk afhankelijk van de ontwikkelingen m.b.t. het LSP.
8
3.5 Exploreren en agenderen - kennis en ervaring (platform) 3.5.1. Bevorderen van het gebruik van informatie-uitwisseling standaarden, de verpleegkundige overdracht Het bevorderen van het gebruik van deze standaard is in 2013 ‘opgegaan’ in het project “POINT, wat is er af als het af is”. Daarmee is niet gezegd dat bij afronding van dit project in april 2014 de standaard geïmplementeerd is. Uiteindelijk kan deze pas geïmplementeerd worden wanneer leverancier van de EPD’s en ECD’s overgaan tot het inbouwen van deze standaard in hun producten. EZDA heeft daar maar zeer beperkte invloed op. Het zijn de klanten van deze leveranciers die hiervoor ‘opdracht’ moeten geven. Behalve uitleg over mogelijke proces- en kwaliteitsvoordelen die te behalen zijn met het gebruik van standaarden, is het precies dát wat EZDA steeds onder de aandacht brengt bij haar participanten.
3.5.2. Bevorderen van het gebruik van informatie-uitwisseling standaarden, de generieke overdracht (specialisten). Vervolg op Basis Gegevensset Zorg (BGZ) en Medicatieveiligheid (2e lijn onderling en 2e en 3e lijn) Participanten Arkin, SLAZ, AMC, NKI|AvL, Slotervaart, VUmc hebben aangegeven in 2013 een start te willen maken met de implementatie van de landelijke standaard “generieke overdracht” in de eigen organisatie en informatiesystemen (EPD, ECD). Op dit moment zijn er nog geen systemen die deze standaard geïmplementeerd hebben. De landelijke aandacht richt zich in eerste instantie primair op implementatie in ziekenhuissystemen. In Amsterdam lijken het AMC en VUmc het best voorgesorteerd om in 2015 in productie te gaan met een nieuw EPD waarbij deze gegevensset geïmplementeerd is. EZDA heeft (net zoals bij de verpleegkundige standaard) een zeer beperkte invloed op daadwerkelijke implementatie in systemen en gebruik ervan door en tussen instellingen. EZDA kan voor participanten wel het vizier houden op en informeren over de ontwikkelingen die er in Nederland met betrekking tot deze gegevensset plaatsvinden. Het is aan instellingen zelf om concrete stappen te zetten.
9
4 Realiseren 4.1 Realisatie diensten incl. inrichting beheer (RSO) 4.1.1.1 eBeeldendienst Heel 2013 hebben het AMC en Flevoziekenhuis gewerkt aan de implementatie van de eBeeldendienst. Het werkend krijgen van de eigen infrastructuur, i.c. aansluiten op de centrale infrastructuur heeft bij AMC en het Flevoziekenhuis veel voeten in de aarde gehad. Daarnaast kostte de vormgeving en besluitvorming van het beleid met betrekking tot toestemming patiënt veel tijd. Beleidsmakers (security officers) en de werkvloer (medisch specialisten) hebben vanuit de eigen professie een sterk verschillende visie op resp. wat nodig is en wat werkbaar is. Op 29 oktober zijn de testen tussen het AMC, Flevoziekenhuis en de (centrale) EZDA infrastructuur succesvol verlopen. Het is niet meer gelukt om in 2013 officieel in productie te gaan. Dit is veroorzaakt door zowel een gebrek aan geplande patiënten voor de overdracht tussen het AMC en Flevoziekenhuis als wat ‘kinderziekten’. De verwachting is dat de eBeeldendienst begin 2014 officieel in productie genomen wordt en in het eerste kwartaal andere ziekenhuizen in Amsterdam concrete stappen zetten om aan te sluiten. Om daarin een gezamenlijke koers te varen wordt op 6 februari 2014 een seminar “Opschalen eBeeldendienst georganiseerd”.
4.1.2 eOverdracht 1.0 (POINT) Het jaar 2013 stond voor POINT in het teken van het afsluiten van een jaarcontract met de leverancier, het afronden van de implementatie en de inrichting van een reguliere beheerorganisatie. Het project “POINT, wat is er af als het af is” loopt tot en met maart 2014. In het kader van dit project hebben daartoe gemandateerde deelnemers aan het Transferoverleg ziekenhuizen – VVT Amsterdam afspraken gemaakt over de door alle partijen te realiseren ketenprestaties, zoals kwaliteit van de gegevensoverdracht en responstijden op aanvragen voor nazorg. Realisatie van deze ketenprestaties is randvoorwaardelijk voor een goed transferproces in de stad én een optimale benutting van applicatie POINT. Over de maanden november en december hebben de eerste metingen op de afgesproken prestaties plaatsgevonden. Daaraan kunnen nu nog geen conclusies verbonden worden. Begin 2014 zal duidelijk worden wat de trend is en in hoeverre de afspraken met betrekking tot het realiseren van de ketenprestaties per eind maart 2014, haalbaar zijn. Voor het regiobeheer is in 2013 het lopende contract met de externe beheerder gecontinueerd. Er zijn in 2013 nog geen concrete besluiten genomen over inrichting en bemensing van de beheerorganisatie. Dat schuift door naar 2014. Ten behoeve van de contractverlenging is begin 2013 een onderhandelingsteam samengesteld bestaande uit verantwoordelijke managers van de transferpunten/servicepunten van ziekenhuizen/VVT-organisaties, een inkoper van één van de ziekenhuizen en de programmamanager en directeur van EZDA. Besloten is om het contract te verlengen tot 1 april 2014 onder gelijkblijvende condities. Begin 2014 zal opnieuw onderhandeld worden over een meerjarig contract.
4.1.3 Zorgdomein BovenIJ ziekenhuis (2011), AMC en OLVG (2013) hebben Zorgdomein geïmplementeerd. VUmc start begin 2014 met de implementatie en het SLAZ start in het 2e kwartaal 2014. Uit de verkenning “eOverdracht_Inventarisatie” blijkt dat ook de VVT en GGZ instellingen verkennende gesprekken voeren met Zorgdomein om verbeterde verwijzingen van huisartsen te krijgen. Een tiental participanten heeft EZDA formeel gevraagd om een coördinerende/regierol te spelen bij de toekomstige contractering van eVerwijzen/Zorgdomein en het organiseren van “marktmacht”. Dat zijn AMC, Arkin, Atal-Medial, BovenIJ, Cordaan, GGZ inGeest, OLVG, Reade, SLAZ en VUmc. De eerste bijeenkomst met de vertegenwoordigers van deze organisaties heeft begin januari plaatsgevonden. Er is een regiegroep en een voorbereidingsgroep voor de onderhandelingen samengesteld. Deze activiteit zal in 2014 worden gecontinueerd.
4.1.4 Dementie KIS De activiteit om de dementie ketenzorg met ICT te ondersteunen vloeide voort uit het Programma ZorgICT Amsterdam 2010-2012. Begin maart heeft EZDA aan de (toenmalige) stuurgroep van de Zorgketen Dementie Amsterdam (ZDA) een presentatie gegeven en een notitie aangeboden over de (on-)mogelijkheden van de inzet van ICT ten behoeve van de ketenzorg dementie. De belangrijkste boodschap aan de stuurgroep ZDA is dat voorafgaand aan de inzet van ICT helder moet zijn: welke doelen met ketenzorg dementie gerealiseerd moeten worden,
10
welke (organisatorische ) competenties de ketens daarvoor nodig hebben en op welke schaal de samenwerking plaats zal vinden (wijk, stadsdeel of stad). Duidelijkheid daarover is bepalend voor de eisen en wensen aan de ICT ondersteuning. Er is door de stuurgroep ZDA geen vervolg gegeven aan de door geleverde EZDA notitie en de daarin gepresenteerde mogelijkheden en gestelde vragen.
4.2 Realisatie Regionale Infrastructuur 4.2.1.1 Breedband zorgnetwerk Op verzoek van huisartsen heeftt EZDA de mogelijkheden voor een professioneel, kwalitatief hoogwaardig en betaalbaar beveiligd communicatienetwerk onderzocht. Diverse partijen zijn benaderd en Vodafone bleek in staat verbindingen te leveren welke voldoen aan de GBN-eisen (voorheen ZSP-eisen). De Bascule en Reade maken van deze mogelijkheid gebruik. Een productportfolio voor de eerste-lijns zorgverleners is in voorbereiding.
4.2.2 Landelijke Infrastructuur (LSP) Sinds eind februari 2013 coördineert EZDA de implementatie activiteiten voor het LSP samen met SOZA, FBA, HpA, GAZO, SAG en Cliëntenbelang Amsterdam. Een belangrijke mijlpaal in het proces was de overeenstemming over het te voeren beleid m.b.t. “toestemming patiënt”. De door de HKA geformuleerde eisen hebben geresulteerd in een Amsterdams toestemmingsformulier. Daarin wordt de toestemming om gegevens beschikbaar te stellen van patiënt door huisarts, zeer specifiek uitgevraagd. Dit in tegenstelling tot de weinig specifieke vraagstelling die vanuit VZVZ (Vereniging van Zorgaanbieders Voor Zorgcommunicatie, in casu de opdrachtgever) gefaciliteerd wordt. Op 27 juni is een eerste regionale informatieavond georganiseerd voor huisartsen, apothekers en vertegenwoordigers van de huisartsenposten en de ziekenhuizen. Zo’n 80 personen hebben de avond bezocht. Op deze avond is ook de website www.lspamsterdam.nl met daarop informatie over de implementatie van het LSP in het algemeen én de voortgang in Amsterdam en Amstelland in het bijzonder gelanceerd. Het regioplan implementatie LSP is door de Amsterdamse stuurgroep en VZVZ goedgekeurd. Op basis daarvan is tussen VZVZ en EZDA een overeenkomst getekend waarin afspraken over prestaties en regiovergoeding vastgelegd zijn.
4.2.2.1
Apotheken
Na de vakantieperiode hebben de apotheken (SOZA en FBA) met een succesvolle 1:1 benadering van de apothekers flink voortgang geboekt. Het aantal aangesloten apotheken (Amsterdam én Amstelland) is van 70% naar ruim over de 80% gestegen. Van een stijging van het aantal patiënten dat toestemming gegeven heeft (opt-in) en aangemeld is bij het LSP is sinds oktober sprake. Een vertraagde uitgave van UZI-passen is hier mede debet aan. Positief is de stijgende lijn.
4.2.2.2
Huisartsen
De HKA heeft eind 2012 tegen het LSP-convenant gestemd dat de LHV ondertekend had: argumenten daarvoor zijn onvoldoende veiligheid van de landelijke infrastructuur, onduidelijkheid m.b.t. de aansprakelijkheid van deelnemende huisartsen en onduidelijkheid over toekomstige deelnemers die toegang krijgen tot de huisartsgegevens. De HKA steunt implementatie van het LSP in de regio niet en een aanzienlijk deel van de Amsterdamse huisartsen neemt niet deel aan het traject . De SAG heeft in 2013 veel energie gestopt in het klaarstomen van de eigen organisatie. In een enkele praktijk ligt het % aangemelde patiënt op 23%, een relatief hoog percentage. Organisatiebreed zijn de resultaten nog niet conform het streefniveau van 15% voor eind 2013. De GAZO heeft geheel 2013 problemen gehad met het opnieuw klaarmaken van de infrastructuur. De GAZO had al (actief) toestemming van ca. 6.500 van haar patiënten en zou daarmee op ~ 15% opt-in komen. Bij de ‘overige’ huisartspraktijken in Amsterdam is behalve in een kopgroep van ca. 22 praktijken die aangesloten is op het LSP én patenten aanmeld, weinig beweging zichtbaar. Er is al sinds medio 2013 een relatief grote groep van ca. 80 praktijken aangesloten op het LSP die niet overgaat tot het aanmelden van patiënten op het LSP.
11
4.2.2.3
Huisartsenposten
De Stichting Huisartsenposten Amsterdam heeft in 2013 geen concrete resultaten kunnen boeken. Verschillende malen is getest of de keten HIS en HAPIS werkte, maar in 2013 is deze infrastructuur niet werkend geweest. Dit lag aan het HAPIS van de Huisartsenpost. Op de posten is besloten om parallel aan het ontsluiten van het waarneemdossier ook het vragen van de medicatievertrekkingen bij de apotheken mogelijk te maken. De kans dat dit leidt tot een succesvolle opvraging is gezien het aantal patiënten dat door de apotheken aangemeld wordt groter. De insteek is om op deze wijze de toegevoegde waarde van het LSP meer tastbaar te maken voor huisartsen. Al met al blijkt uit de ervaringen van de Huisartsenposten, de GAZO en de SAG dat infrastructuur een kwetsbare factor is. Meer regie op álle (IT) componenten in de keten is een belangrijk aandachtspunt wat door EZDA bij VZVZ aangekaart is via de zg. RegioRaad.
4.2.2.4
Overige
Het aansluiten van ziekenhuisapotheken is in 2013 niet mogelijk geweest. Over het gebruik van de UZI-pas in de ziekenhuizen is in 2013 nog volop discussie geweest tussen VZVZ en de NVZ over zowel mandateringsvraagstukken als de kosten van de pas. Ondanks dat de voor 2013 gestelde doelen niet behaald zijn, stemt het onder de apotheken behaalde resultaat en de verkregen ‘beweging’ positief. Het gebrek aan voortgang bij een grote groep huisartspraktijken die wel aangesloten is op het LSP, maar geen zichtbare stappen onderneemt om aan patiënten aan te melden is zorgelijker. Het succes van de implementatie van het waarneemdossier op de posten is afhankelijk van het aanmelden van patiënten door huisartsen. Er is geen eenduidig beeld van een oorzaak van dit gebrek aan voortgang. EZDA is in overleg getreden met VZVZ over uitloop van het project, met behoud van het prestatie afhankelijke deel van de VZVZ financiering van de regionale activiteiten. Daarover wordt in januari 2014 uitsluitsel verwacht.
4.3 Realiseren - kennis en ervaring (platform) 4.3.1 Privacy en informatiebeveiliging 4.3.1.1 Uitwerken governance documenten. In 2013 is een Roadmap opgesteld voor de implementatie van wet- en regelgeving t.b.v. de transmurale informatie-uitwisseling. Van de governancedocumenten die de naleving van de afspraken en richtlijnen moeten garanderen is het convenant gegevensuitwisseling EZDA in concept gereed; aan de regionale gedragscode, het privacyreglement en de aansluitvoorwaarden wordt gewerkt. Deze documenten zullen in 2014 worden opgeleverd. Het voorlichtingsmateriaal m.b.t. patiënttoestemming (opt-in) voor de Beeldendienst is gereed. Afspraken mbt opt-in voor aansluiting op het LSP zijn uitgewerkt. De werkgroep NEN7510 is in gesprek met de VZVZ over inrichting en regionaal (her)gebruik van een portaal voor patiëntautorisaties (patiëntprofielen). Naar aanleiding van het seminar “Nieuwe wet- en regelgeving voor elektronische gegevensuitwisseling in de zorg” is in de werkgroep NEN 7510 voorgesteld om middels een brief aan de bestuurders van de EZDA participanten aandacht te vragen voor de op handen zijnde Europese Privacy Verordening. Deze EPV gaat hoge(re) eisen stellen aan Privacybescherming en Informatiebeveiliging en wordt van kracht in Nederland zodra hij in Europa is aangenomen. Deze verordening legt de verantwoordelijkheid van nadrukkelijk bij de bestuurders van instellingen. Als vervolg op het seminar zullen de bestuursadviseurs/secretarissen van de Raden van Bestuur benaderd worden om een bijdrage te leveren aan de totstandkoming van het convenant “Regionale zorginformatie-uitwisseling”. 4.3.1.2 Oprichten / inrichten Privacy Commissie De werkgroep NEN7510 heeft voorgesteld aan het bestuur van EZDA om een regionale Privacycommissie in te stellen om binnen de vigerende wet- en regelgeving verantwoorde omgang met en uitwisseling van patiëntgegevens te bevorderen en hiermee een bijdrage te leveren aan de kwaliteit van zorg binnen de regio. De privacycommissie zou er onder andere zorg voor moeten dragen dat er een regionaal beleid wordt geformuleerd met betrekking tot de Privacybescherming en beveiliging van de regionale uitwisseling van patiëntgegevens. Daarnaast zou de Commissie er op toe zien dat dit beleid in goed overleg met de aangesloten zorgaanbieders wordt verankerd in
12
richtlijnen en afspraken die aan alle betrokkenen praktische handvaten bieden voor hun handelen in de praktijk. De commissie zou ook met een voorstel moeten komen voor mogelijke sancties in geval richtlijnen en afspraken met betrekking informatie-uitwisseling door deelnemers niet worden nagekomen. Het bestuur van EZDA heeft de werkgroep NEN7510 gevraagd om nog een keer goed te kijken naar het totale takenpakket van de commissie. Deze activiteit wordt in 2014 voortgezet.
4.3.1 Overige Wet- en regelgeving In juni heeft EZDA een seminar georganiseerd over nieuwe wet- en regelgeving voor elektronische gegevensuitwisseling in de zorg. Daarbij waren diverse geledingen van de participanten bij aanwezig. De sprekers belichtten ontwikkelingen vanuit verschillende invalshoeken. De IGZ benadrukte het belang van veilige gegevensuitwisseling. Jurist Anne-Wil Duthler informeerde ons over de huidige en aanstaande wet- en regelgeving in Nederland en Europa. Vanuit de Academische ziekenhuizen kregen we informatie over wet en regelgeving en de praktijk: Gedragscode Elektronische Gegevensuitwisseling in de Zorg, toegang patiëntgegevens (NEN 7521 in ontwikkeling), toestemming patiënt en patiëntprofielen. Hoe implementeren we gezamenlijk de afspraken en richtlijnen? Wat kunnen en moeten de zorgaanbieders zelf doen en wanneer? Hier werd de EZDA Roadmap gepresenteerd. Draagvlak In de werkgroep NEN-7510 is geconstateerd dat privacybescherming en informatiebeveiliging nog te weinig op de agenda van de bestuurders staan. Daardoor is er in lang niet alle organisaties voldoende draagvlak en commitment voor het mede ontwikkelen en implementeren van beleid en maatregelen op dit terrein. Afgesproken is om mede naar aanleiding van het seminar “Nieuwe weten regelgeving voor elektronische gegevensuitwisseling in de zorg” een brief te sturen aan de bestuurders om hun aandacht te vragen voor de op handen zijnde Europese Privacy Verordening. Deze EPV gaat hoge(re) eisen stellen aan Privacybescherming en Informatiebeveiliging en wordt van kracht in Nederland zodra hij in Europa is aangenomen. Deze verordening legt de verantwoordelijkheid nadrukkelijk bij de bestuurders van instellingen. De werkgroep NEN7510 bepleit het instellen van een commissie per instelling die de noodzakelijke maatregelen gaat implementeren en die in EZDA-verband samen met anderen de vereiste maatregelen m.b.t. informatie-uitwisseling invoert. Als vervolg op het seminar zullen de bestuursadviseurs/secretarissen van de Raden van Bestuur in 2014 benaderd worden om een bijdrage te leveren aan de afronding van het convenant “Regionale zorginformatie-uitwisseling”. Het convenant is in concept gereed. Aan een regionale gedragscode en aansluitvoorwaarden wordt gewerkt. Werkgroep NEN7510 De EZDA-werkgroep NEN7510 is oorspronkelijk gestart met het oog op praktische uitvoering en implementatie van de norm NEN7510. Het aandachtsgebied heeft zich inmiddels uitgebreid met privacybescherming. Onderwerpen op de agenda van 2013 waren verder: Informatiesecurity managementsysteem Patiëntprofielen voor toestemming voor uitwisselen van gegevens FIM (Federatief Identity Management), een techniek voor Uniforme toegang tot Portalen, Applicaties en Diensten m.b.v. herbuikbare elektronische identiteiten. De werkgroep vergaderde in 2013 vier keer en is wisselend van samenstelling. De werkgroepleden zijn security officers, functionarissen gegevensbeveiliging/informatieveiligheid, informatiemanagers en hoofden ICT die allen in hun eigen instelling betrokken bij het onderwerp privacy en informatieveiligheid.
13
5
Exploiteren
5.1
Regionale Infrastructuur
5.1.1 Verbeteren Receptenverkeer Het project verbeteren receptenverkeer is niet uitgevoerd doordat de prioriteit voor de apothekers in de loop van het jaar verschoven is naar aansluiting op het LSP en de verwachting is dat receptenverkeer binnen afzienbare termijn van het LSP gebruik kan gaan maken. Het aantal door apotheken ontvangen receptvoorschriften is in 2013 ten opzichte van 2012 gegroeid met ruim 7%. Het aantal aan huisartsen verzonden verstrekkingsberichten (retourberichten) is gestegen met 4%. Ontwikkeling receptenverkeer sinds 2006 X 1000
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
Receptvoorschrift
708
798
935
974
1.073
1.226
1.447
1.549
Receptverstrekking
400
414
538
544
594
840
1.069
1.110
5.1.2 Vervangen en uitbreiden MANZa EZDA is contractpartij voor de leverancier van het MANza glasvezelnetwerk (KPN en Eurofiber) en voor de leverancier van de netwerkapparatuur en de beheerdiensten (Vancis). EZDA beheert de overeenkomsten en SLA’s. Alle deelnemende ziekenhuizen met uitzondering van het NKI-AVL zijn aangesloten op het MANza netwerk. Dit netwerk was in eerste instantie bedoeld om de onderlinge informatie-uitwisseling tussen de deelnemers te bevorderen en te faciliteren. Inmiddels maken zeven ziekenhuizen ook voor hun toegang tot het internet gebruik van het MANza netwerk en er zijn datastromen die samenwerkingsverbanden ondersteunen. Eind 2012 is het netwerk uitgebreid met een derde ring waar de bascule sinds Q1 gebruik van maakt. In Q1 en Q2 zijn de actieve componenten van het MANza netwerk vervangen. De bandbreedte is vertienvoudigd terwijl de kosten ongeveer gelijk zijn gebleven.
5.1.3 AmZX De AmZX blijft zich bewijzen in de zorg communicatie. Met name in de beelduitwisseling tussen AMC en Flevoziekenhuis speelt de AmZX een cruciale rol. Aangesloten partijen op de AmZX: Zorgnetwerken
Stichting Gerrit (Friesland) Zorgring Noord Holland Noord Stichting Digitale Snelweg Kennemerland AMC
Zorgpartijen:
Amsta BovenIJ ziekenhuis Cordaan De Bascule Flevoziekenhuis Almere GGD Amsterdam OLVG Reade SLAZ Slotervaart ziekenhuis VUmc
14
Ziekenhuis Amstelland GGZ Oost Brabant Dienstenleveranciers
Vancis Techxx
LSP connectiviteit POINT
E.Novation Visions Connected
Zorgmail en beeldendienst Videoconferencing
5.1.4 GBN (Goed beheerd zorgnetwerk, voorheen ZSP) Vancis is in 2013 opnieuw gekwalificeerd als GBN. Daarmee biedt Vancis de connectiviteit met het LSP. Ook is Vancis in 2011 ISO 27001 gekwalificeerd waardoor de best mogelijke dienstverlening aan zorgpartijen gewaarborgd is.
5.2
Zorgcommunicatiediensten
5.2.1 Berichtendienst 5.2.1.1 Edifactberichten Via de berichtendienst wisselen de Amsterdamse huisartsen, apothekers, paramedici, ziekenhuizen, GGD, GGZ, Cordaan en ATAL-Medial, medisch inhoudelijke berichten uit. Het gaat om opname- en ontslagberichten, specialistenbrieven, radiologieverslagen, paramedische rapportages, berichten van diëtisten en wijkverpleegkundigen, recept- en afleverberichten, waarneemberichten van huisartsenposten aan huisartsen. Ook zorgverleners in andere regio’s wisselen berichten uit met zorgpartijen in de regio Amsterdam. Het aantal deelnemers aan het berichtenverkeer neemt gestaag toe. Enerzijds omdat men zich realiseert dat gestructureerde informatie eenvoudig te verwerken is en anderzijds wordt men zich ervan bewust dat reguliere e-mail niet voorziet in voldoende maatregelen om privacy te waarborgen. Zo waren eind 2013 212 paramedische praktijken aangesloten waarmee het totaal van aangesloten paramedische zorgverleners op 709 kwam. Hier zijn met name rapportage aan de huisarts en elektronisch verwijzen door de huisarts de drijfveren. De verzekeraars zetten nu ook de kraambureaus aan tot elektronische berichtgeving. Helaas blijkt de software in gebruik bij deze doelgroep (nog) niet geschikt voor het verzenden en ontvangen van EDIfact berichten. Werd in 2012 nog een aanzienlijke stijging van het berichtenverkeer gerealiseerd, in 2013 begon de toename af te vlakken en laat een stijging zien van 6%. (zie fig.3)
Figuur 3: Elektronisch berichtenverkeer RING Amsterdam 2006 - 2013
15
Onderstaande tabel geeft de groei van het aantal deelnemers in het elektronische berichtenverkeer weer. Groei eerstelijns Zorgmail deelnemers
2010
2011
2012
2013
Aangesloten huisartspraktijken en gezondheidscentra 2010 - 2013
275
277
277
272
Aangesloten apotheken
116
119
119
119
Aangesloten paramedische praktijken
110
155
188
212
Aangesloten huisartsen
501
522
530
518
Aangesloten apothekers
116
119
119
119
Aangesloten paramedische zorgverleners
344
530
654
709
Geactiveerde Secure E-mail postbussen
735
898
1446
1824
Tabel 1: groei aantal Zorgmaildeelnemers 2010 - 2013
5.2.1.2
Secure e-mail
Het gebruik van beveiligde e-mail begint na een aarzelende start in 2009 toe te nemen. Eind 2013 waren er 1824 geactiveerde secure E-mailpostbussen. Het secure E-mailpalet is eind 2013 uitgebreid met de mogelijkheid om naast webmail ook secure mail vanuit Outlook te gebruiken. Wij denken dat deze aanpassing zal leiden tot een hogere marktacceptatie en intensiever gebruik. Doordat er ook voorzien wordt in een methode om veilig te mailen naar “niet-aangeslotenen” komen nu ook de patiënten als communicatie partners in beeld.
5.2.1.3
Lab4Apo
Bij Lab4Apo gaat het om het ontvangen van relevante laboratoriumuitslagen van patiënten door apotheken. Dit ter ondersteuning van afspraken die huisartsen en apothekers hebben gemaakt over de bewaking van geneesmiddeldoseringen bij patiënten met bijvoorbeeld nierproblemen of problemen met de bloedstolling. Apothekers kunnen op basis van de laboratoriumuitslagen een advies uitbrengen over eventueel gewenste aanpassing van de dosering. SOZA, ATAL-Medial en EZDA hebben overlegd over de mogelijkheden voor het selectief verzenden van uitslagen aan apothekers en over de mogelijkheid om labuitslagen in te zien via een zorgverlenersportaal (Cyberlab). Eind 2012 heeft E.Novation aangekondigd dat zij toch Lab4Apo als onderdeel van de berichtendienst gaan aanbieden. Een derde alternatief wordt mogelijk geboden door de stichting Statuscoop die toegang tot labuitslagen via het LSP wil gaan realiseren. Lab4Apo is nu als extensie op de Edifactberichtendienst beschikbaar voor apotheken. Middels een web applicatie kunnen de patiënten- en huisartsen toestemmingen geregeld worden en de labgegevens worden ingezien. Apotheken die beschikken over het Mira systeem kunnen de lab waarden in het AIS ontvangen. Voorwaarde is dat laboratoria hun berichten naar de huisartsen via Zorgmail versturen. Gegevens van laboratoria die gebruikmaken van andere berichtendiensten of overdrachtsmethoden kunnen niet op deze wijze ter beschikking van de apotheek komen.
5.2.2 Videoconferencing Videoconferencing (VC) is in 2008 onder impuls van het Integraal Kankercentrum Amsterdam (IKA) in een stroomversnelling gekomen. Voor de ziekenhuizen die aangesloten zijn op MANza is sinds begin 2010 een videocommunicatiedienst beschikbaar op de AmZX. Deze dienst maakt videoconferencing mogelijk met externe partijen zoals de Surfnet dienst, maar ook met andere gebruikers van het MANzanetwerk en de AmZX. Het contract voor deze dienst is medio 2013 verlengd. EZDA heeft onderzocht in hoeverre deze dienst ook ingezet kan worden voor de eigen vergaderingen met bevredigend resultaat. Vergaderingen zijn beter en sneller planbaar door eliminatie van reistijd. De extra investeringen die gedaan moeten worden om de proefopstelling definitief te maken zijn echter op dit moment voor het EZDA bureau niet haalbaar.
16
6 EZDA Organisatie 6.1
Communicatie en PR
De ambitie in 2013 was optimale communicatie en PR vanuit EZDA teneinde (transmurale) zorgcommunicatie te bevorderen, draagvlak voor samenwerking op ZorgICT gebied te vergroten en het gebruik van veilige communicatiediensten te stimuleren. Daarnaast het organiseren van kennissessies en seminars en het verbeteren van de zichtbaarheid (toegevoegde waarde) van EZDA door website en regelmatige verspreiding van nieuwsbrieven enz. Vanaf september 2013 is 8 uur per week specifiek besteed aan communicatie en PR. In 2013 zijn 2 nieuwe websites opgeleverd (vernieuwde EZDA.nl en nieuwe LSPAmsterdam.nl), die voortdurend geactualiseerd worden. Verder zijn 3 nieuwsbrieven uitgebracht, 5 kennissessies/informatiebijeenkomsten georganiseerd en is wekelijks getwitterd over actuele ontwikkelingen. De nieuwsbrieven zijn verspreid onder onze participanten, onze abonnees op de diverse diensten en onze collega-regio’s en onze leveranciers. Gezamenlijk zijn dit ruim 800 adressen. De vijf kennissessies in 2014 waren de volgende: 31 januari Presentatie Federatief Identiteitsmanagement, bezocht door 20 IT-specialisten/managers 12 juni seminar Wet- en regelgeving Elektronische informatie-uitwisseling in de zorg, bezocht door ca. 50 informatiemanagers, zorgverleners, ICT-managers, juristen, securityofficers en cliënten 27 juni seminar Implementatie LSP in de praktijk, bezocht door 75 huisartsen/apothekers 29 oktober, presentatie Cloudcomputing in de Zorg, bezocht door 55 IT-specialisten-/managers/juristen 7 november, seminar Voeren Opt-in beleid, bezocht door 60 huisartsen/apotheken.
6.2
Samenwerken met andere regio’s en Nictiz
De doelstelling voor 2013 was: optimale samenwerking en afstemming met andere Regionale SamenwerkingsOrganisaties voor zorg en ICT (RSO’s) en Nictiz om het gebruik van standaarden te bevorderen, gezamenlijk op te trekken richting leveranciers en landelijke koepels, beleid op het gebied van privacy en informatieveiligheid te uniformeren en bovenregionaal zorgcommunicatie te faciliteren. In 2013 heeft EZDA geparticipeerd in het Bestuurlijk regioplatform (regio-organisaties en Nictiz), het Regionaal Architectuur Platform van Nictiz, het RSO beraad van de grote regio’s2 en in de Regioraad van VZVZ.
6.3
EZDA organisatie en processen; samenwerking met SIGRA
EZDA werkt nauw samen met SIGRA (en ook 1stelijnAmsterdam en FBA/SOZA) om de kwaliteit van de zorg te verbeteren door het optimaliseren van de informatie-uitwisseling. Daarbij stemmen we de werkzaamheden steeds beter op elkaar af. Hierbij vormt het “Model voor elektronische informatie-uitwisseling in de zorg” van Nictiz3 het gezamenlijke uitgangspunt. Waar SIGRA zich richt op de twee niveaus “organisatie” en “zorgproces”, houdt EZDA zich vooral bezig met de niveaus “systemen” en “infrastructuur en techniek”. De werkzaamheden van SIGRA en EZDA raken elkaar op het niveau “informatie”. Een mooi voorbeeld van de samenwerking is de overgang van de stuurgroep implementatie POINT, ondersteund door EZDA naar het Transferoverleg ondersteund door SIGRA. Na afronding van de eerste fase van de implementatie van POINT in de ziekenhuizen en de VVT kwamen vragen over de inrichting en financiering van de transferpunten en de volledigheid van de overdracht centraal te staan. SIGRA heeft daarom begin 2013 de ondersteuning van de stuurgroep overgenomen van EZDA en de naam is veranderd in Transferoverleg. EZDA blijft verantwoordelijk voor contractering van de dienst, kwaliteitsbewaking, beheer en gebruikersondersteuning.
2
3
Deelnemers aan dit overleg zijn EZDA, stichting Gerrit, IZIT, Rijnmondnet, RSO Haaglanden, Sleutelnet, Zorgring Noord Holland Noord. Zie de bijlage “Infographic gegevensuitwisseling” van Nictiz.
17
In 2012 en 2013 heeft het bureau van EZDA samen met de Participanten vorm gegeven aan de nieuwe organisatieopzet en de nieuwe jaarcyclus4. Doel van de nieuwe organisatie is het vergroten van de kansen op succesvolle (afronding van) activiteiten en projecten door het verbeteren van de kerntaken “Exploreren en Agenderen” (de juiste dingen doen). “Realiseren” (de dingen juist doen) en “Exploiteren” (contractering en beheer van toenemend aantal ZorgICTdiensten).
Ondanks de nauwe samenwerking met SIGRA blijft EZDA door haar kleine personele bezetting erg kwetsbaar. Tegelijkertijd blijkt tijdige aansluiting van EZDA m.b.t. informatisering en automatisering bij de beleidsmatige ontwikkelingen in Amsterdam (transities AWBZ en Jeugdzorg) en de inrichting van nieuwe zorgketens en zorgnetwerken nog steeds niet gegarandeerd. Betere integratie van de activiteiten van EZDA en SIGRA m.b.t. agendering en inrichting van keten- en netwerkzorg is gewenst. Eind 2013 hebben de Ledenvergadering van de vereniging SIGRA en de Participantenraad van EZDA ingestemd met de “Routebeschrijving integratie SIGRA en EZDA”. In 2014 zal conform deze routebeschrijving verder gewerkt worden aan de gewenste integratie.
4
Voor een beschrijving van de nieuwe organisatieopzet en de jaarcyclus wordt verwezen naar bijlage
18
Opgesteld door Dhr. J.F.J. Straatman, directeur Datum: 3 april 2014 Handtekening: ____________________________ Namens het bestuur Dhr. T. Wiggers, voorzitter Datum: 3 april 2014 Handtekening: ____________________________ Mw. G.J.M. van den Maagdenberg, penningmeester Datum: 3 april 2014 Handtekening:
____________________________
19
B
JAARREKENING 2013
20
Balans per 31 december 2013 (na bestemming resultaat) Activa (in euro)
31 december 2013
31 december 2012
Vaste activa 1 Materiële vaste activa Vlottende activa Vorderingen Debiteuren 2 Overlopende activa
1.573
45.181 245.460
3 Liquide middelen
Passiva (in euro) 4
Eigen vermogen Bestemmingsreserve
5.011
124.287 289.446 290.641
413.733
470.772
413.116
762.986
831.860
31 december 2013
31 december 2012
399.863
311.426 399.863
311.426
Kortlopende schulden en overlopende passiva 5 6
Vooruitontvangen bedragen
59.827
89.743
Crediteuren
103.334
176.568
Overlopende passiva
199.962
254.123 363.123
520.434
762.986
831.860
21
Exploitatierekening (in euro)
31 december 2013
Begroting 2013
2.198.504
1.914.400
31 december 2012
Omzet 7 Inkomsten 8 Vrijval projecten
31.610 2.230.114
1.914.400
1.800.111 8.528 1.808.639
Directe kosten 9 Personeelskosten 10 Inkoop diensten 11 Projectkosten
441.792 1.527.281 32.858 2.001.931
Bruto bijdrage
228.183
446.000 1.272.600 1.718.600
195.800
433.610 1.179.481 16.364 1.629.455
179.184
12 Bedrijfskosten Huisvestingskosten
30.364
35.000
34.120
Administratiekosten
18.659
25.000
18.866
Algemene kosten
98.343
96.620
90.841
Bedrijfskosten Som der kosten Bedrijfsresultaat
Rentebaten en 13 soortgelijke opbrengsten
Resultaat
147.366 2.149.297 80.816
7.620
88.437
156.620 1.872.898 41.524
-
39.180
143.827 1.773.282 35.357
9.636
44.993
Resultaat bestemming Het resultaat (€ 88.437) is toegevoegd aan de bestemmingsreserve.
22
Toelichting behorende tot de jaarrekening 2013 Algemeen Activiteiten Vanaf 1 juli 2005 is de stichting RING Amsterdam omgevormd tot de stichting Elektronisch Zorgdossier Amsterdam (EZDA). Vanaf 1 juli 2005 heeft EZDA alleen nog een BTW verplichting voor niet-participanten en BTW-plichtige afnemers van diensten. Inkomsten en directe kosten voor deze categorieën afnemers zijn verantwoord exclusief BTW. Op de bedrijfskosten is een prorata BTW-percentage toegepast. Stichting EZDA is gevestigd op de Maassluisstraat 572B, 1062 GZ te Amsterdam. De voornaamste activiteiten van de stichting zijn het bevorderen, ondersteunen en optimaliseren van elektronische informatie-uitwisseling tussen alle betrokken zorgverleners onderling én met de patiënt/cliënt in de regio groot-Amsterdam. EZDA faciliteert het tot stand komen en exploiteren van ZorgICT diensten ten behoeve van informatie-uitwisseling en biedt een platform voor opbouw en deling van kennnis en ervaring. Deze jaarrekening is opgesteld uitgaande van een verslaggevingsperiode van een kalenderjaar. Toegepaste standaarden De jaarrekening is opgesteld volgens in Nederland algemeen aanvaarde grondslagen voor de waardering en resultaatbepaling en in het bijzonder Richtlijn voor de Jaarverslaggeving 640 'Organisaties-zonder-winststreven'. Continuïteit Deze jaarrekening is opgesteld uitgaande van de continuïteitsveronderstelling. Grondslagen voor de waardering van activa en passiva en de resultaatbepaling Algemeen De grondslagen die worden toegepast voor de waardering van activa en passiva en de resultaatbepaling zijn gebaseerd op historische kosten. Een actief wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de toekomstige economische voordelen ervan naar de stichting zullen toevloeien en de waarde daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Een verplichting wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de afwikkeling daarvan gepaard zal gaan met een uitstroom van middelen die economische voordelen in zich bergen en de omvang van het bedrag daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Baten worden in de resultatenrekening opgenomen wanneer een vermeerdering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermeerdering van een actief of een vermindering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Lasten worden verwerkt wanneer een vermindering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermindering van een actief of een vermeerdering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Indien een transactie ertoe leidt dat nagenoeg alle of alle toekomstige economische voordelen en alle of nagenoeg alle risico's met betrekking tot een actief of verplichting aan een derde zijn overgedragen, wordt het actief of de verplichting niet langer in de balans opgenomen. Verder worden activa en verplichtingen niet meer in de balans opgenomen vanaf het tijdstip waarop niet meer wordt voldaan aan de voorwaarden van waarschijnlijkheid van de toekomstige economische voordelen en betrouwbaarheid van de bepaling van de waarde. De opbrengsten en kosten worden toegerekend aan de periode waarop zij betrekking hebben. De jaarrekening wordt gepresenteerd in euro's.
23
Gebruik van schattingen De opstelling van de jaarrekening vereist dat het management zich oordelen vormt en schattingen en veronderstellingen maakt die van invloed zijn op de toepassing van grondslagen en de gerapporteerde waarde van activa en verplichtingen, en van baten en lasten. De daadwerkelijke uitkomsten kunnen afwijken van deze schattingen. De schattingen en onderliggende veronderstellingen worden voortdurend beoordeeld. Herzieningen van schattingen worden opgenomen in de periode waarin de schatting wordt herzien en in toekomstige perioden waarvoor de herziening gevolgen heeft. Financiële instrumenten Onder financiële instrumenten worden primaire financiële instrumenten, zoals vorderingen en schulden en liquide middelen verstaan. Voor de grondslagen van primaire financiële instrumenten wordt verwezen naar de behandeling per balanspost.
Materiële vaste activa De materiële vaste activa zijn gewaardeerd tegen hun kostprijs, verminderd met de cumulatieve afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen. De kostprijs bestaat uit de verkrijgingprijs en overige kosten om de activa op hun plaats en in de staat te krijgen noodzakelijk voor het beoogde gebruik. De afschrijvingen worden berekend als een percentage over de aanschafprijs volgens de lineaire methode op basis van de economische levensduur. De afschrijvingspercentages zijn als volgt: Hard- en software 33⅓% / 20% Bijzondere waardeverminderingen Voor de vaste activa wordt op iedere balansdatum beoordeeld of er aanwijzingen zijn dat deze activa onderhevig zijn aan bijzondere waardeverminderingen. Als dergelijke indicaties aanwezig zijn, wordt de realiseerbare waarde van het actief geschat. De realiseerbare waarde is de hoogste van de bedrijfswaarde en de opbrengstwaarde. Als het niet mogelijk is de realiseerbare waarde te schatten voor een individueel actief, wordt de realiseerbare waarde bepaald van de kasstroomgenererende eenheid waartoe het actief behoort. Vorderingen Vorderingen worden gewaardeerd op de nominale waarde onder aftrek van noodzakelijk geachte voorziening ter zake van mogelijke oninbaarheid. Voorzieningen worden bepaald op basis van individuele beoordeling van de inbaarheid van de vorderingen.
Eigen vermogen Financiële instrumenten die de juridische vorm hebben van eigenvermogensinstrumenten worden gepresenteerd onder het eigen vermogen. Financiële instrumenten die de juridische vorm hebben van een financiële verplichting worden gepresenteerd onder het vreemd vermogen. Rente, dividenden, baten en lasten met betrekking tot deze financiële instrumenten worden in de resultatenrekening verantwoord als kosten of opbrengsten. Kortlopende schulden Kortlopende schulden worden gewaardeerd tegen de nominale waarde van de schuld. Opbrengstverantwoording Baten en lasten worden verantwoord in het jaar waarop deze betrekking hebben. De omzet bestaat uit een drietal inkomstencategoriën: participantenbijdragen, projectinkomsten en dienstenbijdragen. Participantenbijdragen en dienstenbijdragen worden eenmaal per jaar gefactureerd. Projecten kunnen kortdurend zijn of gedurende een langere periode lopen. Projectbijdragen worden alleen in rekening gebracht bij de deelnemers en de facturering vindt in principe eenmaal per jaar plaats.
24
Personeelsbeloningen/pensioenen Nederlandse pensioenregelingen Uitgangspunt is dat de in de verslagperiode te verwerken pensioenlast gelijk is aan de over die periode aan het pensioenfonds verschuldigde pensioenpremies. Voor zover de verschuldigde premies op balansdatum nog niet zijn voldaan, wordt hiervoor een verplichting opgenomen. Als de op balansdatum reeds betaalde premies de verschuldigde premies overtreffen, wordt een overlopende actiefpost opgenomen voor zover sprake zal zijn van terugbetaling door het fonds of van verrekening met in de toekomst verschuldigde premies.
1
Materiële vaste activa
2013
2012
Computers Aanschafwaarde
18.938
18.938
Cumulatieve afschrijvingen
13.927-
9.841-
Boekwaarde 1 januari
5.011
9.097
Investeringen Desinvesteringen
-
Afschrijvingen Afschrijving desinvesteringen
3.438-
4.086-
Mutatie boekwaarde
3.438-
4.086-
Aanschafwaarde
18.938
18.938
Cumulatieve afschrijvingen
17.365-
13.927-
Boekwaarde 31 december
1.573
5.011
2 Overlopende activa
-
2013
2012
Vooruitbetaalde facturen
108.529
262.691
Te ontvangen bedragen
13.903
12.356
Nog te factureren
122.882
14.236
Overige overlopende activa
146
163
245.460
289.446
Er zijn geen vorderingen met een looptijd langer dan één jaar.
25
3 Liquide middelen
2013
2012
ING Bank
117.223
187.759
ING Extra-/Topbonus rekening
353.549
225.357
470.772
413.116
De liquide middelen staan vrijelijk ter beschikking van de stichting.
4 Eigen Vermogen
2013
2012
Stand per 1 januari
311.426
266.433
Resultaat
88.437
44.993
Stand per 31 december
399.863
311.426
Het bestuur heeft met goedkeuring van de participantenraad (vergadering 9 december 2011) bepaald dat het resultaat dient te worden toegevoegd aan het eigen vermogen ten behoeve van: - een weerstandsreserve van maximaal €150.000 - een liquidatiereserve van maximaal €280.000 De feitelijke stand van zaken per 31 december is: - weerstandsreserve: € 150.000 - liquidatiereserve: € 254.340
5 Vooruitontvangen bedragen
2013
2012
Project LSP deel 1
9.172
-
Project FIM
12.000
-
Project POINT
3.345
-
MANza
-
47.880
Beeldendienst
35.310
41.863
59.827
89.743
26
6 Overlopende passiva
2013
2012
Belastingen en premies SV
21.913
19.929
Af te dragen BTW
14.647
7.500
Gereserveerde accountantskosten
7.892
Gereserveerd risico BTW
-
Reservering Fusiekosten
30.000
Gereserveerde vakantiedagen
40.425
36.015
Vooruit gefactureerd
-
72.010
Overige overlopende passiva
85.085
87.597
199.962
254.123
31.072 -
Er zijn geen schulden met een looptijd langer dan één jaar.
7 Inkomsten
2013
begroot 2013
2012
Platform (participanten) bijdragen
295.550
294.500
325.500
Berichtenverkeer
611.687
602.200
569.881
MANza netwerk
324.940
181.500
164.208
MANza Ring III
120.430
-
-
Internet toegang
59.847
71.150
-
e-Overdracht (POINT)
418.887
405.115
362.552
Beeldendienst
200.758
209.610
225.117
Overige bijdragen
166.405
150.325
152.853
2.198.504
1.914.400
1.800.111
8 Vrijval projecten Incidentele projecten
2013 31.610 31.610
begroot 2013 P.M.
2012 8.528 8.528
27
9 Personeelskosten
2013
begroot 2013
2012
Bruto loon, incl. vakantiegeld en eindejaarsuitkering
314.035
301.839
Sociale lasten
20.086
19.250
Pensioenpremie
78.959
75.718
99.045
94.968
Ziekteverzuimverzekering
8.417
6.163
Af: Uitkering ziekteverzekering
-
491-
Reiskosten
8.854
8.584
Opleidingskosten
4.936
9.129
Reservering vakantiedagen
4.410
10.892
Overige personeelskosten
2.095
2.526
28.712
36.803
Totale personeelskosten
441.792
446.000
433.610
Personeelsbestand Gedurende het boekjaar 2013 bedroeg het gemiddeld aantal werknemers bij de stichting, omgerekend naar volledige mensjaren 4,0 (2012: 4,0).
2013
begroot 2013
Berichtenverkeer
374.884
393.200
401.797
MANza netwerk
297.520
143.200
122.682
MANza Ring III
86.447
-
-
Internet toegang
41.818
63.000
-
e-Overdracht (POINT)
366.456
359.390
327.683
Beeldendienst
178.917
186.690
196.332
Overige diensten
181.240
128.120
130.987
1.527.281
1.272.600
1.179.481
10 Inkoop diensten
11 Projectkosten Incidentele projecten
2013 32.858 32.858
begroot 2013 P.M.
2012
2012 16.364 16.364
28
2013
begroot 2013
2012
Huisvestingskosten
30.364
35.000
34.120
Financiële- en salarisadministratie
10.767
15.000
9.692
Accountantskosten
7.892
10.000
9.174
18.659
25.000
18.866
Representatiekosten
1.526
3.000
2.015
Automatiseringskosten
3.082
1.000
2.738
Lease kosten copier
203
Kantoorbenodigdheden
1.159
3.000
1.977
Telecommunicatiekosten
2.631
3.000
2.555
Portokosten
839
1.000
738
Contributies en abonnementen
1.514
2.000
1.534
Verzekeringen
12.373
17.500
16.628
Advieskosten
15.848
18.000
21.928
Congressen en symposia
973
3.000
2.914
Afschrijvingskosten automatisering
3.438
3.000
4.086
Diverse baten en lasten
5.448
Overige algemene kosten
1.443
2.500
BTW kosten
-
6.620
Vrijval reservering BTW 2008-2011
3.928-
-
3.928-
Correctie BTW 2012
1.816-
-
1.816-
Fusiekosten
30.000
-
Bestuurskosten
23.610
33.000
33.900
98.343
96.620
90.841
147.366
156.620
143.827
12 Bedrijfskosten
Totale bedrijfskosten
-
-
-
1.018 4.554 -
-
Kostentoerekening De kostentoerekening wordt toegelicht in bijlage 1.
29
13 Financiële baten en lasten
2013
Rentebaten en soortgelijke opbrengsten
begroot 2013
7.620
2012
-
9.636
Bezoldiging bestuurders Bestuurders van de stichting ontvangen voor hun activiteiten als bestuurder geen vergoedingen.
Niet uit de balans blijkende verplichtingen
Meerjarige financiële verplichtingen
Looptijd
Bedrag 2013
Restbedrag
Restbedrag per bedrag 2014 31/12/2014
Berichtendienst, E.Novation
tm mrt 2015
406.100
101.525
313.166
78.292
eBeeldendienst, E. Novation
tm mrt 2015 per afnemer 60 mnd.
149.000
186.250
149.000
37.250
AmZX, Vancis MANza, Vancis
76.782
*1
68.486
*1
MANza, Eurofiber
tm aug 2017
31.530
115.610
31.530
84.080
MANza, KPN
tm mrt 2019
8.300
43.575
8.300
35.275
Zorgnetwerk, Vodafone
tm nov 2017
9.000
28.119
82.014
Video Conferencing, Visions C.
onbepaalde tijd
9.100
*1
9.100
eOverdracht POINT, Texhxx
tm mrt 2014
59.000
n.v.t.
62.500
MANza Nikhef, Vancis
tm dec 2018
2.886
11.304
MANza Bascule, Vancis
tm juli 2018
12.600
44.100
MANza overig, ,Vancis
tm juli 2018
47.736
167.076
Internettoegang, Vancis
tm juli 2018
33.600
117.600
eBeeldendiens, Vancis
tm juli 2018
7.104
AmZX, Vancis
tm juli 2018
50.148
Video Conferencing, Vancis
tm 2015
7.885
7.885
ZSP, Vanciz huur aan SIGRA
tm jul 2014 tm dec 2015
15.774 30.971
nvt 31.590
*1
24.864 175.518
* 1 Jaarlijks opzegbaar
30
Amsterdam, 3 april 2014 Dhr. J.F.J. Straatman, directeur Handtekening: ____________________________ Namens het bestuur Dhr. T. Wiggers, voorzitter Handtekening: ____________________________ Mw. G.J.M. van den Maagdenberg, penningmeester Handtekening:
____________________________
31
Overige gegevens Resultaat bestemming Het resultaat ( €88.437) is toegevoegd aan het eigen vermogen. Gebeurtenissen na balansdatum Er hebben geen gebeurtenissen na balansdatum plaats gevonden.
32
Controleverklaring
33
Afkortingenlijst AmZX Amsterdam Zorg eXchange ASP Application Service Provider / Apotheek Service Punt BGZ Basis Gegevensset Zorg BSN Burger Service Nummer CBP College Bescherming Persoonsgegevens CCR Continuity of Care Record CIZ Centrum Indicatiestelling Zorg CVA Cerebro Vasculair Accident (beroerte) ECD Elektronisch Cliënt Dossier EMD Elektronisch Medicatie Dossier EPD Elektronisch Patiënten Dossier EVD Elektronisch Verpleegkundig Dossier EVS Elektronisch Voorschrijf Systeem EZDA Elektronisch Zorg Dossier Amsterdam FBA Farmaceutisch Bureau Amsterdam GBN Goed Beheerd zorgNetwerk GGD Geneeskundige en GezondheidsDienst GGZ Geestelijke GezondheidsZorg HAP Huisartsenpost HIS Huisarts Informatie Systeem HKA Huisartsen Kring Amsterdam HPA Stichting HuisartsenPosten Amsterdam IGZ Inspectie voor de Gezondheidszorg IKA Integraal Kanker Centrum Amsterdam KIS Keten InformatiseringsSysteem KNGF Koninklijk Nederlands Genootschap voor Fysiotherapie KNMP Koninklijke Nederlandse Maatschappij ter bevordering der Pharmacie LHV Landelijke Huisartsenvereniging LVG Landelijke Vereniging voor Georganiseerde eerste lijn NHG Nederlands Huisartsen Genootschap NPCF Nederlandse Patiënten en Consumenten Federatie NVZ Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen LSP Landelijk Schakelpunt JGZ Jeugd GezondheidsZorg MANza Metropolitan Area Network ziekenhuizen Amsterdam (glasvezelnetwerk Ziekenhuizen) OKC Ouder-Kind Centrum OZIS Open Zorg Informatie Systeem RAP Regionaal Architectuur Platform RSO Regionale Samenwerkings Organisaties voor ZorgICT RSP Regionaal Services Platform/ Regionaal SchakelPunt SCZorg ServiceCentrum Zorg SOZA Stichting Open Zorginformatiesysteem Amsterdam (OZIS Apotheken) TVP Taskforce Veldnormen Privacy UZI Unieke Zorgverlener Identificatie VC VideoConferencing VHN Vereniging Huisartsenposten Nederland VWS Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport VZVZ Vereniging van Zorgaanbieders Voor Zorgcommunicatie WDH Waarneem Dossier Huisartsen XDS Cross Document Sharing ZIS Ziekenhuis Informatie Systeem ZSP Zorg Service Provider
34
BIJLAGE 1 KOSTENTOEREKENING Ring III EZDA Uitgaven
Realisatie totaal
Realisatie Platform
Realisatie Ber.Dienst
t/m dec.
t/m dec.
t/m dec.
441.792
Personeelskosten Overige directe kosten
1.527.281
Organisatiekosten
147.366
Projectkosten
218.371
72.210
Realisatie Realisatie Realisatie Realisatie Realisatie Realisatie MANza AmZX ZSP Videoconf. Beelden Point t/m dec.
dienst
dienst
dienst
dienst
Realisatie
Realisatie
Breedband
Projecten
netwerk
132.508
32.068
5.869
3.508
1.860
16.289
31.319
0
374.884
339.337
59.215
38.185
20.608
178.917
366.456
149.678
44.210
10.740
2.015
1.205
639
5.594
10.755
0
32.858
0
0 32.858
BTW kosten Lasten totaal
2.149.297
290.580
551.602
382.145
67.099
42.898
23.108
200.800
408.530
145.201
32.858
Baten totaal
2.237.734
298.598
614.735
385.168
68.905
46.958
23.761
201.048
419.444
147.508
31.610
88.437
8.018
63.133
3.023
1.806
4.060
653
248
10.914
2.308
-1.247
Resultaat
35