Financieel Jaarverslag 2014
Vast te stellen in de openbare vergadering van het algemeen bestuur op 8 juli 2015 DM 918775 v.8
Voorjaarsnota Begroting Bestuursrapportage no. 1 Bestuursrapportage no. 2 Jaarrekening en jaarverslag
1
Inhoud
Inhoud..................................................................................................................................................... 2 Inleiding .................................................................................................................................................. 3 1. Financieel Jaarverslag in één oogopslag........................................................................................... 4 2. De programmaverantwoording........................................................................................................... 5 2.1. Prestatie Indicatoren .................................................................................................................... 5 2.2. Verschillenanalyse per programma............................................................................................. 8 2.2.1 Primaire en regionale waterkeringen ......................................................................................... 8 2.2.2 Muskusrattenbeheer................................................................................................................... 9 2.2.3 Calamiteitenzorg ...................................................................................................................... 10 2.2.4 Watersysteembeheer ............................................................................................................... 11 2.2.5 Beperking wateroverlast........................................................................................................... 12 2.2.6 Kwaliteit van het oppervlaktewater........................................................................................... 13 2.2.7 Zuiveringsbeheer...................................................................................................................... 14 2.2.8 Lastendruk................................................................................................................................ 15 2.2.9 Bestuur en organisatie ............................................................................................................. 16 3. Belastingopbrengsten....................................................................................................................... 17 4. Investeringen.................................................................................................................................... 18 5. Paragrafen.................................................................................................................................... 22 5.1 Ontwikkelingen in het begrotingsjaar 2014 .............................................................................. 22 5.2 Incidentele baten en lasten ...................................................................................................... 22 5.3. Reserves en voorzieningen...................................................................................................... 23 5.4. Weerstandsvermogen .............................................................................................................. 23 5.5 Financiering.............................................................................................................................. 24 5.6 Verbonden partijen ................................................................................................................... 27 5.7 Bedrijfsvoering.......................................................................................................................... 29 5.8 EMU Saldo ............................................................................................................................... 30 5.9 Topinkomens 2014................................................................................................................... 32 Bijlagen................................................................................................................................................. 33 Bijlage 1 Prestatie Indicatoren .......................................................................................................... 34 Bijlage 2 Moties en amendenten Algemeen Bestuur ........................................................................ 50 Bijlage 3 Rapportage grote projecten................................................................................................ 52 Bijlage 4 Subsidies ............................................................................................................................ 53 Bijlage 5 Bezuinigingskaarten ........................................................................................................... 55
2
Inleiding Met ingang van 2014 is gekozen voor een nieuwe manier van presenteren van het jaarverslag en de jaarrekening en daarmee voor de manier waarop het college verslag uitbrengt aan het algemeen bestuur over de periode januari 2014 tot en met december 2014. In deze nieuwe vorm is een uitgebreide toelichting op het gevoerde beleid opgenomen in het e-magazine (www.waterschaponline.nl/jaarverslag2014). Door deze opzet is meer ruimte ontstaan voor een beschrijving van het waterschap aan het werk in zijn omgeving. In het e-magazine zijn links opgenomen die toegang geven tot de complete jaarrekening 2014 en het financiële jaarverslag 2014, dat u nu voor u heeft. Ten behoeve van de verslaglegging aan het algemeen bestuur wordt met dit financiële jaarverslag de Planning en Controlcyclus 2014 voltooid. Dit financiële jaarverslag in deze vorm is tevens de gebruikelijke rapportage voor onze toezichthouder, de Provincie Utrecht. In dit financiële jaarverslag wordt ingegaan op de verschillen per programma tussen de begroting na begrotingswijziging en de realisatie in 2014 (programmaverantwoording, hoofdstuk 2) en zijn de verplichte paragrafen (hoofdstuk 5) opgenomen. Tevens worden de belastingopbrengsten nader toegelicht in hoofdstuk 3 en komen de investeringen in hoofdstuk 4 apart aan bod. In de bijlagen zijn de overzichten opgenomen van de prestatie indicatoren per doelstelling, de moties en amendementen van het algemeen bestuur, de rapportage grote projecten, de stand van de subsidies en de stand van de bezuinigingskaarten. In dit financiële jaarverslag worden de verschillen toegelicht tussen de begroting 2014 na de begrotingswijzigingen en de realisatie van 2014. De 1ste begrotingswijziging is in het algemeen bestuur van 2 juli 2014 vastgesteld en de 2de begrotingswijziging is in het algemeen bestuur van 19 november 2014 vastgesteld.
3
1. Financieel Jaarverslag in één oogopslag Tabel 1: Financieel Jaarverslag in één oogopslag Begroting 2014 initieel
Begroting 2014 na BW
Realisatie 2014
22.402 11.471 10.218 714 33.042 29.343 3.699 49.137 2.909 46.228 18.898 3.701 15.197
21.801 10.908 10.214 679 32.613 28.931 3.682 48.938 2.907 46.031 18.438 3.701 14.737
21.684 10.796 10.355 533 30.963 28.555 2.408 47.748 2.881 44.867 18.387 3.789 14.598
123.480
121.790
118.782
8.185 694 7.385 107 5.067 4.228 840 2.341 2.008 333 1.637 1.637
8.185 694 7.385 107 5.067 4.228 840 2.341 2.008 333 1.637 1.637
8.640 965 7.526 150 4.486 4.378 109 2.300 1.952 348 2.168 102 2.066
17.230
17.230
17.595
Saldo kosten en overige opbrengsten
106.250
104.560
101.187
117 112 141146 1.650 376 1.274 1.189 26 1.163 52 88139 3.008 45527114143581 150731 41 56 155321024303653.373
Belastingopbrengsten W atersysteemheffing ingezetenen W atersysteemheffing overig ongebouwd W atersysteemheffing natuur W atersysteemheffing gebouwd Zuiveringsheffing woningen en bedrijven
19.229 4.235 47 24.372 55.746
19.229 4.235 47 24.372 55.746
19.057 2.808 118 24.647 55.393
172 1.427 71274353
N N V V N
103.630 2.620-
103.630 930-
102.023 836
1.607 1.766
N V
Kosten Veiligheid Primaire, regionale en overige waterkeringen Muskusrattenbeheer Calamiteitenzorg Voldoende water W atersysteembeheer Beperking wateroverlast Schoon water Kwaliteit van het oppervlaktewater Zuiveringsbeheer Bestuur, middelen & maatschappij Lastendruk Maatschappelijk verantwoord ondernemen en duurzaamheid Tevredenheid belanghebbenden Bestuur en organisatie Totaal kosten Overige opbrengsten Veiligheid Primaire, regionale en overige waterkeringen Muskusrattenbeheer Calamiteitenzorg Voldoende water W atersysteembeheer Beperking wateroverlast Schoon water Kwaliteit van het oppervlaktewater Zuiveringsbeheer Bestuur, middelen & maatschappij Lastendruk Maatschappelijk verantwoord ondernemen en duurzaamheid Tevredenheid belanghebbenden Bestuur en organisatie Totaal overige opbrengsten
Totaal netto bijdrage Saldo kosten en opbrengsten Onttrekking bestemmingsreserves Onttrekking GHIJ Onttrekking Utrechtse Heuvelrug Dotatie bestemmingsreserves Dotatie Verkiezingen Dotatie GHIJ
Saldo na mutatie bestemmingsreserves
Verschil Begroting na BW en Relisatie
V/N
V N V V V V V N
V V
V V V V N N V V
V V V
875 75 950
875 75 950
915 167 1.082
40 92 132
V
200 1.500 1.700
200 1.500 1.700
690 1.533 2.223
49033523-
N
3.370-
1.680-
305-
1.375
V
Bedragen in duizenden euro’s
4
2. De programmaverantwoording Programmaverantwoording De programmaverantwoording bevat overeenkomstig het Waterschapsbesluit artikel 4.29 de verantwoording over de realisatie van het programmaplan uit de begroting en biedt inzicht in: • •
De mate waarin doestellingen zijn gerealiseerd, toegelicht middels prestatie indicatoren De gerealiseerde netto kosten in relatie tot de daarvoor in de begroting opgenomen bedragen.
In het jaarverslag in het e-magazine (www.htttp://waterschaponline.nl/jaarverslag2014) worden in de hoofdstukken “2014 in het kort” en ” 2014 een solide jaar” de financiële hoofdlijnen voor het gehele waterschap toegelicht. In dit hoofdstuk worden per afzonderlijk programma de belangrijkste afwijkingen tussen gerealiseerde netto kosten en daarvoor in de begroting opgenomen bedragen geanalyseerd.
2.1. Prestatie Indicatoren Aan elk programma zijn doelstellingen en maatregelen gekoppeld. De mate waarin de doelstellingen zijn gerealiseerd en de wijze waarop de beoogde effecten worden bereikt, wordt met prestatie indicatoren toegelicht. In dit hoofdstuk is het totaaloverzicht van de doelstellingen en de scores opgenomen, zie hiervoor tabel 1. In bijlage 1 is het overzicht per individuele prestatie indicator opgenomen. De geleverde prestaties zijn beoordeeld aan de hand van de volgende criteria: • Kwaliteit (K); • Tijd (T); • Geld (G). In 2014 zijn 27 doelstellingen gedefinieerd en vertaald in 70 prestatie-indicatoren. Twee indicatoren zijn niet gescoord (voor een toelichting hierop zie bijlage 1). In totaal zijn 68 Prestatie Indicatoren gescoord op de aspecten (T)ijd, (K)waliteit en (G)eld. Dat levert 68 x 3 (K/T/G) = 204 beoordelingen. Een beoordeling kan groen (+/+ ) zijn, dit wil zeggen “op schema” of oranje (+/-), dat wil zeggen “niet op schema, maar doelstelling blijft haalbaar” of rood (-/-), dat wil zeggen “niet op schema en doestelling is niet haalbaar”. In die gevallen dat sprake is van een oranje of rode score, is daarvoor een toelichting gegeven en een maatregel ter verbetering, zie hiervoor bijlage 1. Van de in totaal 204 beoordelingen hebben 27 beoordelingen een afwijkend kleuroordeel gescoord namelijk 21 keer oranje en 6 keer rood. Op Kwaliteit is geen enkele keer afwijkend gescoord. Op Tijd is 24 keer afwijkend gescoord (18 keer oranje en 6 keer rood) en op Geld is 3 keer afwijkend gescoord (3 keer oranje). Zie hiervoor tabel 2. In onderstaande grafiek 1 treft u de verdeling aan van de scores in 2014.
5
Grafiek 1: prestatie indicatoren: score in % naar groen, oranje en rood
Prestatie Indicatoren 2014
3% 10%
87%
+/+
+/-
-/-
6
Tabel 2 Verdeling van de scores per doelstelling naar Kwaliteit, Tijd en Geld Bestuurlijk thema en programma
Doelstelling
Veiligheid Doelstelling 1 - Waterkeringen voldoen aan de normen 1. Primaire, regionale en overige waterkeringen (wettelijk/provinciaal/HDSR) Doelstelling 2 - Op orde houden van de keringen door effectief beheer Doelstelling 3 - Het beperken van de gevolgen van overstromingen Doelstelling 4 - Een doelmatig en doeltreffend functionerend 2. Calamiteitenzorg calamiteitenzorgsysteem Doelstelling 5 - Waterkeringen worden niet door 3. Beperking Muskusrattenschade muskusratten verzwakt Voldoende water Doelstelling 6 – Regionale verbetering van het 4. Watersysteembeheer watersysteem Doelstelling 7 – Gebiedsgerichte verbetering van het watersysteem Doelstelling 8 – Voorkoming en bestrijding van verdroging Doelstelling 9 – Op orde houden van het watersysteem door effectief beheer Beperking wateroverlast (voorheen Nationaal Doelstelling Bestuursakkoord 10 - DeWater) regionale watersystemen zijn in 2015-2027 conform 5. Bestuursakkoord Schoon water Doelstelling 11 – Monitoring scores op landelijke KRW 6. Kwaliteit van het oppervlaktewater maatlatten Doelstelling 12 – Uitvoering KRW maatregelen conform WBP Doelstelling 13 – Uitvoering KRW onderzoek conform WBP Doelstelling 14 – Synergieprojecten Doelstelling 15 – Vispasseerbaar maken van kunstwerken Doelstelling 16 – Verder verlagen van diffuse emissies en voldoen aan normen voor prioritaire en gevaarlijke stoffen 7. Zuiveringsbeheer Doelstelling 17 - Voldoen aan lozingseisen, afnameverplichting en overige eisen Doelstelling 18 – De laagste maatschappelijk aanvaardbare kosten in de afvalwaterketen Doelstelling 19 - Regionale samenwerking in de afvalwaterketen (Winnet) Doelstelling 20 - Benutting grondstoffen uit afvalwater Bestuur, middelen en maatschappij 8. Lastendruk 9.
10. 11.
Doelstelling 21 - Betere dienstverlening door een evenwichtige belastingheffing tegen zo laag mogelijke kosten Doelstelling 22 - Het waterschap is zichtbaar in de Tevredenheid belanghebbenden samenleving en zoekt actief naar draagvlak Doelstelling 23 - Integreren vaarwegbeheer in het waterbeheer Doelstelling 24 - Werken op een dienstverlenende en ingeland gerichte wijze Doelstelling 25 – Vergroting beleving door recreëren , cultuur en landschap Maatschappelijk verantwoord ondernemen en Doelstelling duurzaamheid 26 - Duurzaamheidscriteria worden toegepast bij het inkopen en aanbesteden Bestuur en organisatie Doelstelling 27 – Een efficiënte en effectieve organisatie
Maatregelen/ Groen Oranje Rood Aantal Pi 's PI rood/oranje
01 t/m 03
+/+ 8
+/1
04 t/m 07
11
1
08
-/1
K
K
K
+/+ +/3
-/-
T
T
+/+ +/2 1
1
4
3
T
-/-
1
G
G
+/+ +/3
G
-/- Totaal 9
4
12
3
0
1
1
1
3
09 t/m 11
9
0
3
3
3
9
12 t/m 14*
6
0
2
2
2
6
15 en 16
4
1
1
2
2
1
17 t/m 20
9
1
2
3
4
1
21
2
1
1
1
22 t/m 30
23
3
4
9
5
31 en 32
6
0
0
2
2
2
33
3
0
1
1
1
3
34 en 35
5
1
2
1
2
6
0
2
2
3 1
4 1
2
0
1
1
1
1
36 en 37
6 9 2
43
3
44 t/m 46
8
1
1
3
2
47 en 48
5
1
1
2
1
49 en 50
6
0
2
2
51 t/m 53
8
54*
0
55 t/m 60
17
1
1
61
2
1
62 t/m 64
6
2
65
2
27
68
21
6
0
6 1
12 3
6
1
1
0
3 1
2
1
2
1
6
1
2
6
9
1
3
27 0
2
5
0
9
3
6
1
177
3
1
1
1
1
1
1
2
1
6
3
0
1
6
12
1
1
1
3
1
8
4
2 1 1
0
3
66 en 67
1
2
1
1
1 1
3
0
3
68 t/m 70 Totalen
1
1
1
38 t/m 41 42
2 1
1
3
9
0
0
6
18
1 1
2
3 1
9
1
1 2
6
2
1
3
9
44
18
6
65
3
3
0
204
7
2.2. Verschillenanalyse per programma 2.2.1 Primaire en regionale waterkeringen
Tabel 3: Kosten en overige opbrengsten primaire en regionale waterkeringen
Begroting Begrotings2014 wijziging Primaire, regionale en overige waterkeringen Kosten Rentekosten Afschrijvingskosten Personeelskosten Overige kosten Bijdrage hoogwaterbeschermingsprogramma Totaal kosten
742 1.979 1.373 1.322 6.054
20 342 2 199 -
11.471
563
Overige opbrengsten Overige opbrengsten
694
-
Totaal overige opbrengsten
694
-
Saldo kosten en overige opbrengsten
10.777
563
Begroting 2014 na BW
722 1.637 1.371 1.124 6.054 10.908 694 694 10.215
Realisatie Verschil 2014 Begroting na BW en Realisatie 771 1.581 1.324 1.066 6.054
4956 47 58 -
N V V V
10.796
112
V
965
271
V
965
271
V
9.831
384
V
Bedragen in duizenden euro’s
De verschillenanalyse is op hoofdlijnen en geeft een indicatie van de financiële afwijking bij de kostenen opbrengstenrubriek in bovenstaande tabel. De opsomming per kostensoort is rekenkundig niet volledig sluitend met de tabel door diverse kleinere afwijkingen binnen een rubriek. De bedragen genoemd in de verschillenanalyse zijn afgerond op duizend euro. Overige kosten: € 58.000,- voordelig Met de Provincie Utrecht is een schikking getroffen inzake de samenwerking Muskusratten Beheer, die in 2011 is beëindigd. Als gevolg van de schikking is de helft van de vordering op de Provincie Utrecht afgewaardeerd waardoor een nadeel van € 450.000,- (inclusief juridische kosten) in 2014 is verwerkt. Door slimmer werken is op onderhoud aan, en beheer van kaden en keringen minder uitgegeven dan begroot. Tevens is minder gebruik gemaakt van externe deskundigen, zodat de uitgaven voor inhuur lager zijn dan begroot. Deze voordelen (€ 500.000) compenseren het nadeel uit hoofde van de schikking. Overige Opbrengsten: € 271.000 voordelig In 2014 is een bijdrage van Rijkswaterstaat ontvangen voor haar aandeel in de kosten van herstel van de Lekdijk bij Het Klaphek De kosten voor het herstel van dit dijkvak zijn reeds in voorgaande jaren genomen waardoor er nu een incidenteel voordeel is van € 192.000. In 2014 zijn meer uren besteed aan investeringsprojecten, waardoor de interne doorbelasting (onderdeel van overige opbrengsten) € 90.000 hoger zijn dan begroot.
8
2.2.2 Muskusrattenbeheer
Tabel 4: Kosten en overige opbrengsten muskusrattenbeheer
Begroting Begrotings2014 wijziging Muskusrattenbeheer Kosten Rentekosten Afschrijvingskosten Personeelskosten Overige kosten Totaal kosten
19 37 6.863 3.299
1
10.218
4
Overige opbrengsten Overige opbrengsten
7.385
Totaal overige opbrengsten
7.385
Saldo kosten en overige opbrengsten
2.833
3
4
Begroting 2014 na BW
18 37 6.863 3.296 10.214 7.385 7.385 2.829
Realisatie Verschil 2014 Begroting na BW en Realisatie 14 9 6.509 3.823 10.355
7.526 7.526 2.829
4 28 354 527141141 141 0
V V V N N
V V
Bedragen in duizenden euro’s
De verschillenanalyse is op hoofdlijnen en geeft een indicatie van de financiële afwijking bij de kostenen opbrengstenrubriek in bovenstaande tabel. De opsomming per kostensoort is rekenkundig niet volledig sluitend met de tabel door diverse kleinere afwijkingen binnen een rubriek. De bedragen genoemd in de verschillenanalyse zijn afgerond op duizend euro. Totale kosten en Totale Opbrengsten: €141.000 voordelig en nadelig De begroting 2014 van de Gemeenschappelijke regeling is in de tweede helft van 2014 met € 141.000 bijgesteld, waardoor er een afwijking op de kosten en opbrengsten is van € 141.000. De Gemeenschappelijke regeling Muskusratten publiceert zelfstandig een jaarverslag met toelichting.
9
2.2.3 Calamiteitenzorg Tabel 5: kosten en overige opbrengsten Calamiteitenzorg
Begroting Begrotings2014 wijziging Calamiteitenzorg Kosten Rentekosten Afschrijvingskosten Personeelskosten Overige kosten
519 195
25 10
Totaal kosten
714
35
Overige opbrengsten Overige opbrengsten
107
Totaal overige opbrengsten
107
Saldo kosten en overige opbrengsten
607
35
Begroting 2014 na BW
494 185 679 107 107 572
Realisatie Verschil 2014 Begroting na BW en Realisatie 451 82 533
150 150 383
43 102 146 43 43 189
V V V
V V V
Bedragen in duizenden euro’s
De verschillenanalyse is op hoofdlijnen en geeft een indicatie van de financiële afwijking bij de kostenen opbrengstenrubriek in bovenstaande tabel. De opsomming per kostensoort is rekenkundig niet volledig sluitend met de tabel door diverse kleinere afwijkingen binnen een rubriek. De bedragen genoemd in de verschillenanalyse zijn afgerond op duizend euro.
Personeelskosten en overige kosten: € 146.000 voordelig Door meer trainingen en opleidingen te verzorgen door eigen personeel en minder gebruik te maken van inhuur van externen, zijn de kosten voor cursussen en opleidingen lager dan begroot. Daarnaast is meer gebruik gemaakt van eigen locaties als accommodatie voor trainingen zodat minder huur van externe locaties nodig was.
10
2.2.4 Watersysteembeheer Tabel 6: kosten en overige opbrengsten watersysteembeheer Begroting Begrotings2014 wijziging
Begroting 2014
Realisatie Verschil 2014 Begroting na
na BW Watersysteembeheer Kosten Rentekosten Afschrijvingskosten Personeelskosten Overige kosten
3.059 5.730 8.194 12.360
84 663 3 339-
Totaal kosten
29.343
412
Overige opbrengsten Overige opbrengsten
4.228
-
Totaal overige opbrengsten
4.228
-
Saldo kosten en overige opbrengsten
25.115
412
2.975 5.067 8.190 12.698 28.931 4.228 4.228 24.703
BW en Realisatie 2.858 4.834 8.086 12.777 28.555
4.378 4.378 24.177
117 233 104 78376 150 150 526
V V V N V
V V V
Bedragen in duizenden euro’s
De verschillenanalyse is op hoofdlijnen en geeft een indicatie van de financiële afwijking bij de kostenen opbrengstenrubriek in bovenstaande tabel. De opsomming per kostensoort is rekenkundig niet volledig sluitend met de tabel door diverse kleinere afwijkingen binnen een rubriek. De bedragen genoemd in de verschillenanalyse zijn afgerond op duizend euro. Rentekosten: € 117.000 voordelig De rentekosten 2014 kennen in totaliteit ten opzichte van de begroting een voordeel van € 665.000. Dit voordeel komt enerzijds door het niet hoeven aantrekken van leningen die wel begroot waren en anderzijds door een lagere rentestand. Het voordeel is via de rentetoerekening (op basis van stand onderhanden werk en stand boekwaarde) naar de verschillende programma’s toebedeeld. Afschrijvingskosten: € 233.000 voordelig. Bij de bouw van kunstwerken voor de actieve waterbeheersing en de aanleg van waterlopen zijn de investeringen de afgelopen jaren achtergebleven. Daarnaast is er een verschil doordat de afschrijvingstermijnen van de werkelijke investeringen afwijken van de begrote investeringen (langere levensduur). Personeelskosten: € 104.000 voordelig Reeds vorig jaar is ingezet op efficiënter werken en het slimmer samenwerken, zodat minder inhuur nodig is. Het effect daarvan is zichtbaar in lagere personeelskosten. Overige kosten: / Overige Opbrengsten: totaal € 70.000 voordelig Per saldo is er een voordelig resultaat dat bestaat uit drie componenten: 1. De financiële effecten van het Waterakkoord met Hoogheemraadschap Rijnlanden omvat zowel uitgaven ( overige kosten) als opbrengsten. Omdat er in 2014 nog geen overeenstemming over het Waterakkoord is, zijn de gerealiseerde kosten en opbrengsten in totaal € 460.000 lager dan in de begroting is opgenomen. 2. Op overige kosten is door slimmer en efficiënter te werken een besparing doorgevoerd op kosten inhuur derden, en overige inkopen materialen van € 130.000. 3. Voor de overige opbrengsten is er binnen dit programma een voordeel (€ 400.000) door toerekening van interne rente aan de bestemmingsreserve Gekanaliseerde Hollandse IJssel. De interne toerekening van de rente levert verspreid over de andere programma een nadeel op van hetzelfde bedrag.
11
2.2.5 Beperking wateroverlast Tabel 7: kosten en overige opbrengsten beperking wateroverlast
Begroting Begrotings2014 wijziging
Begroting 2014
Realisatie Verschil 2014 Begroting na
na BW Beperking wateroverlast Kosten Rentekosten Afschrijvingskosten Personeelskosten Overige kosten
27 74 1.667 1.932
Totaal kosten
3.699
1 1 15 17
Overige opbrengsten Overige opbrengsten
840
-
Totaal overige opbrengsten
840
-
Saldo kosten en overige opbrengsten
2.860
17
26 74 1.666 1.917 3.682 840 840 2.843
BW en Realisatie 26 10 1.603 769 2.408
109 109 2.300
63 63 1.148 1.274 731731543
V V V V
N N V
Bedragen in duizenden euro’s
De verschillenanalyse is op hoofdlijnen en geeft een indicatie van de financiële afwijking bij de kostenen opbrengstenrubriek in bovenstaande tabel. De opsomming per kostensoort is rekenkundig niet volledig sluitend met de tabel door diverse kleinere afwijkingen binnen een rubriek. De bedragen genoemd in de verschillenanalyse zijn afgerond op duizend euro.
Overige kosten: € 1.148.000 voordelig Het voordeel op overige kosten heeft meerdere oorzaken. Door meer zelf te doen en actief samenwerking met anderen te zoeken is minder gebruik gemaakt van externe deskundigen, waardoor de kosten € 500.000 lager zijn dan begroot. In de begroting 2014 is (conform 2013) voor de uitwerking van het zoetwaterproject € 300.000 aan kosten en opbrengsten opgenomen. In 2014 is dit project afgerond en zijn er geen aanvullende kosten en opbrengsten geweest, waardoor zowel bij de opbrengsten als bij de kosten een afwijking is van €300.000 ten opzichte van de begroting. In de primaire begroting is voor de Gekanaliseerde Hollandse IJssel een uitgave begroot van € 300.000. Hiertegenover is voor eenzelfde bedrag een opbrengst begroot, zijnde een onttrekking aan de bestemmingsreserves. Zowel de uitgave als de onttrekking zijn in 2014 niet via dit programma verwerkt en verklaren daarmee de afwijking op dit programma op kosten en opbrengstenniveau. Overige opbrengsten: € 731.000 nadelig Het nadelige saldo op overige opbrengsten bestaat uit: • In de begroting 2014 is (conform 2013) voor de uitwerking van het zoetwaterproject € 300.000 aan kosten en opbrengsten opgenomen. In 2014 is dit project afgerond en zijn er geen aanvullende kosten en opbrengsten geweest. •
Zowel de uitgave als de onttrekking (opbrengst) van € 300.000 van de Gekanaliseerde Hollandse IJssel zijn in 2014 niet via dit programma verwerkt ( zie boven toelichting bij overige kosten).
•
In de begroting 2014 is conform voorgaande jaren rekening gehouden met een subsidiebijdrage voor onderzoeksactiviteiten ( € 100.000). Omdat in 2014 de personeelscapaciteit niet is ingezet is hier ook geen vergoeding (subsidie) voor ontvangen.
12
2.2.6 Kwaliteit van het oppervlaktewater
Tabel 8: kosten en overige opbrengsten kwaliteit van het oppervlaktewater
Begroting Begrotings2014 wijziging
Begroting 2014
Realisatie Verschil 2014 Begroting na
na BW
BW en Realisatie
Kwaliteit van het oppervlaktewater Kosten Rentekosten Afschrijvingskosten Personeelskosten Overige kosten
36 67 1.311 1.495
Totaal kosten
2.909
1 1 2
Overige opbrengsten Overige opbrengsten
333
-
Totaal overige opbrengsten
333
-
Saldo kosten en overige opbrengsten
2.576
2
35 67 1.310 1.495 2.907 333 333 2.574
24 53 1.244 1.560 2.881
348 348 2.533
11 14 65 6426 15 15 41
V V V N V
V V V
Bedragen in duizenden euro’s
De verschillenanalyse is op hoofdlijnen en geeft een indicatie van de financiële afwijking bij de kostenen opbrengstenrubriek in bovenstaande tabel. De opsomming per kostensoort is rekenkundig niet volledig sluitend met de tabel door diverse kleinere afwijkingen binnen een rubriek. De bedragen genoemd in de verschillenanalyse zijn afgerond op duizend euro.
Personeelskosten: € 65.000 voordelig Reeds vorig jaar is ingezet op efficiënter werken en op slimmer samenwerken, zodat minder inhuur nodig is. Het effect daarvan is zichtbaar in lagere personeelskosten. Overige kosten: € 64.000 nadelig Het nadeel op overige kosten wordt veroorzaakt door de toezegging van een bijdrage in het kader van de regeling “afkoppelen Utrechtse heuvelrug”. De uitgaven in het kader van deze regeling zijn evenals de onttrekkingen aan de reserve niet met een concreet bedrag begroot en geven derhalve een afwijking tussen realisatie en begroting. In 2014 zijn voor € 90.000 toezeggingen gedaan die in de overige kosten zijn verantwoord. Ter compensatie van deze financiële toezeggingen wordt een onttrekking aan de bestemmingsreserve in de jaarrekening verwerkt.
13
2.2.7 Zuiveringsbeheer Tabel 9: Kosten en overige opbrengsten zuiveringsbeheer
Begroting Begrotings2014 wijziging
Begroting 2014
Realisatie Verschil 2014 Begroting na
na BW
BW en Realisatie
Zuiveringsbeheer Kosten Rentekosten Afschrijvingskosten Personeelskosten Overige kosten
6.968 17.472 4.345 17.443
186 941 105
Totaal kosten
46.228
198
Overige opbrengsten Overige opbrengsten
2.008
-
Totaal overige opbrengsten
2.008
-
Saldo kosten en overige opbrengsten
44.220
198
6.782 17.566 4.344 17.338 46.031 2.008 2.008 44.023
6.147 17.111 4.172 17.437 44.867
1.952 1.952 42.915
635 455 172 991.163 56561.108
V V V N V
N N V
Bedragen in duizenden euro’s
De verschillenanalyse is op hoofdlijnen en geeft een indicatie van de financiële afwijking bij de kostenen opbrengstenrubriek in bovenstaande tabel. De opsomming per kostensoort is rekenkundig niet volledig sluitend met de tabel door diverse kleinere afwijkingen binnen een rubriek. De bedragen genoemd in de verschillenanalyse zijn afgerond op duizend euro.
Rentekosten: € 635.000 voordelig. De rentekosten 2014 kennen in totaliteit ten opzichte van de begroting een voordeel van € 600.000 Dit voordeel komt voort uit het niet hoeven aantrekken van leningen die wel waren begroot. Het voordeel is via de rentetoerekening (op basis van stand onderhanden werk en stand boekwaarde) naar de verschillende programma’s toebedeeld. In 2014 zijn bijstellingen op de investeringsomvang van de RWZI Utrecht de belangrijkste reden voor de lagere rentekosten. Afschrijvingskosten: € 455.000 voordelig In 2014 is vanuit EFRO subsidie ten gunste van de proefopstelling Nereda een bijdrage ontvangen die in mindering gebracht is als dekking op de afschrijvingskosten Daarnaast is er een verschil doordat de afschrijvingstermijnen van de werkelijke investeringen afwijken van de begrote investeringen (langere levensduur). Personeelskosten: € 172.000 voordelig Reeds vorig jaar is ingezet op efficiënter werken en op slimmer samenwerken, zodat minder inhuur nodig is. Het effect daarvan is zichtbaar in lagere personeelskosten. Overige kosten: € 99.000 nadelig Het totale nadeel op overige kosten is een saldo van mee- en tegenvallers. Voordelen hebben betrekking op overige kosten, bijvoorbeeld door meer zelf uit te voeren bij de werkzaamheden aan de RWZi Utrecht zijn minder kosten gemaakt voor inhuur van derden in 2014. Tevens zijn door efficiënter werken besparingen op het onderhoudsbudget gerealiseerd. Het totale voordeel op deze overige kosten bedraagt € 500.000. In 2014 zijn door hevige regenval in combinatie met een onderhoudscalamiteit op meetdagen hogere vervuilingeenheden gemeten waardoor een hogere verontreinigingsheffing aan de beheerder betaald moet worden. Er worden gesprekken met de beheerder gevoerd over de wijze van verrekenen, maar uitgaande van het voorzichtigheidbeginsel is in de jaarrekening 2014 rekening gehouden met de maximale te betalen extra heffing van € 600.000.
14
2.2.8 Lastendruk Tabel 10 lastendruk kosten en overige opbrengsten
Begroting Begrotings2014 wijziging
Begroting 2014
Realisatie Verschil 2014 Begroting na
na BW Lastendruk Kosten Rentekosten Afschrijvingskosten Personeelskosten Overige kosten
84 3.617
Totaal kosten
3.701
-
Overige opbrengsten Overige opbrengsten
-
Totaal overige opbrengsten
-
-
3.701
-
Saldo kosten en overige opbrengsten
BW en Realisatie
-
-
84 3.617 3.701 3.701
89 3.700 3.789
102 102 3.687
48388102 102 14
N N N
V V V
Bedragen in duizenden euro’s
De verschillenanalyse is op hoofdlijnen en geeft een indicatie van de financiële afwijking bij de kostenen opbrengstenrubriek in bovenstaande tabel. De opsomming per kostensoort is rekenkundig niet volledig sluitend met de tabel door diverse kleinere afwijkingen binnen een rubriek. De bedragen genoemd in de verschillenanalyse zijn afgerond op duizend euro.
Overige kosten: € 83.000 nadelig De overschrijding op de overige kosten is toe te schrijven aan kosten na de overdracht van werkzaamheden aan BghU (kosten belastingtelefoon, abonnementen e.d.) en aan hogere kosten van de aankoop van gegevensbestanden (WOZ-gegevens en Kadaster).
Overige opbrengsten: € 102.000 voordelig Het voordeel bestaat grotendeels uit ontvangen invorderingskosten.
15
2.2.9 Bestuur en organisatie Tabel 11 Kosten en overige opbrengsten bestuur en organisatie
Begroting Begrotings2014 wijziging
Begroting 2014
Realisatie Verschil 2014 Begroting na
na BW Bestuur en organisatie Kosten Rentekosten Afschrijvingskosten Personeelskosten Overige kosten Totaal kosten
260 793 8.273 5.871
388 65
15.197
460
Overige opbrengsten Overige opbrengsten
1.637
Totaal overige opbrengsten
1.637
Saldo kosten en overige opbrengsten
13.561
7
460
253 793 7.885 5.806 14.737 1.637 1.637 13.100
BW en Realisatie 304 1.609 7.280 5.405 14.598
2.066 2.066 12.532
52816605 402 139 430 430 568
N N V V V
V V V
Bedragen in duizenden euro’s
De verschillenanalyse is op hoofdlijnen en geeft een indicatie van de financiële afwijking bij de kostenen opbrengstenrubriek in bovenstaande tabel. De opsomming per kostensoort is rekenkundig niet volledig sluitend met de tabel door diverse kleinere afwijkingen binnen een rubriek. De bedragen genoemd in de verschillenanalyse zijn afgerond op duizend euro.
Afschrijvingskosten: € 816.000 nadelig Op basis van het AB besluit van 22 oktober 2014 inzake de modernisering van het waterschapskantoor wordt het pand aan de Poldermolen 3 op termijn afgestoten. Conform de administratieve voorschriften is een incidentele afwaardering van de boekwaarde van het pand Poldermolen 3 van € 816.000 ten laste van het jaar 2014 verwerkt. Personeelskosten: € 605.000 voordelig In 2014 is ingezet op efficiënter werken en op slimmer samenwerken, zodat minder inhuur nodig is en bepaalde vacatures niet ingevuld hoeven worden. Het effect daarvan is zichtbaar in lagere personeelskosten. Onder het programma bestuur vallen ook de personele stelposten voor salarisverhogingen, opleidingskosten en overige direct personeelsgerelateerde uitgaven. Als uitwerking van de taakstelling op efficiencymaatregelen is hier spaarzaam mee omgegaan en zijn uitgaven die niet direct noodzakelijk waren uitgesteld.
Overige kosten: € 602.000 voordelig Anticiperend op de komende uitgaven ten aanzien van de modernisering van het Waterschapshoofdkantoor zijn aanpassingen in de ICT- omgeving uitgesteld. Hierdoor zijn uitgaven verschoven naar volgend jaar. Tevens zijn door efficiënter te werken en strenge afwegingen te maken bij geplande uitgaven de kosten voor ondersteuning van het bedrijfsproces lager gebleven dan begroot (bijvoorbeeld abonnementen, catering, drukkosten, koeriersdiensten, etc.).
Overige opbrengsten: € 430.000 voordelig Door de verkoop van vastgoed (€160.000) is een boekwinst gerealiseerd die niet begroot was. Voor het project POV Centraal Holland is HDSR gastheer / penvoerder. Voor de facilitering van het project is conform projectafspraken een vergoeding voor overhead voor de jaren 2013 en 2014 op het project in rekening gebracht. Deze financiële doorrekening was nog niet in de begroting opgenomen.
16
3. Belastingopbrengsten Tabel 12: Netto bijdrage per belastingcategorie Begroting 2014
Netto belastingopbrengst per categorie W atersysteemheffing ingezetenen W atersysteemheffing overig ongebouwd W atersysteemheffing natuur W atersysteemheffing gebouwd Zuiveringsheffing woningen/ bedrijven Netto belastingopbrengsten
Begrotings Begroting Realisatie wijziging 2014 na BW 2014
19.229 4.235 47 24.373 55.746 103.630
0
Verschil Begroting % na BW met Verschil
V/N
19.229 4.235 47 24.373 55.746
19.057 2.808 118 24.647 55.393
Realisatie -172 -1.427 71 274 -353
-0,9% -33,7% 151,4% 1,1% -0,6%
N N V V N
103.630
102.023
-1.607
-1,6%
N
Bedragen zijn in duizenden euro’s
Toelichting De kolom “Verschil Begroting na BW met Realisatie” geeft het verschil tussen de Begroting 2014 na begrotingswijziging en de realisatie 2014. In 2014 is voor de belastingopbrengsten geen wijziging van de begroting vastgesteld. Watersysteemheffing ingezetenen €172.000 nadelig Het aanhoudend slechte economische klimaat is op juiste wijze verwerkt in de begroting van de kwijtschelding. Mede daardoor is de totale afwijking van de gerealiseerde belastingopbrengst ten opzichte van de begroting voor Ingezetenen beperkt: het totale nadeel bedraagt €172.000 en daarmee minder dan 1% van de begrote belastingopbrengst. Watersysteemheffing overig ongebouwd €1.427.000 nadelig De totale belastingopbrengst ongebouwd is €1,4 mln lager dan begroot. In de belastingopbrengsten van het boekjaar 2014 is een grote correctie doorgevoerd op basis van de uitspraak van de Hoge Raad met betrekking tot natuurterreinen. Naar aanleiding van deze uitspraak is op basis van de meest nauwkeurige beschikbare inschatting voor 3.000 hectare de belastingopbrengst van 2009-2014 gecorrigeerd, omdat deze terreinen door de uitspraak van de Hoge Raad als Natuur moeten worden belast, in plaats van als Overig Ongebouwd. Het tarief voor Natuur is lager dan voor Overig Ongebouwd. Deze correctie bedraagt inclusief wettelijke rente € 1,2 mln (negatief). Het resterende nadeel van €184.000 is grotendeels toe te schrijven aan het lagere aantal hectares waarop de wegendifferentiatie van toepassing blijkt te zijn. Ook bij andere samenwerkingsverbanden die gebruik hebben gemaakt van een GIS-analyse komt het beeld naar voren dat het werkelijke aantal hectare verharde, openbare wegen achterblijft ten opzicht van de inschattingen. Watersysteemheffing natuur €71.000 voordelig Vanwege de uitspraak van de Hoge Raad is een correctie doorgevoerd op de belastingopbrengsten van 2009-2014 van € 85.000 (voordeel) omdat volgens de huidige inschatting 3.000 hectare terreinen worden overgeheveld van de categorie Overig Ongebouwd naar de categorie Natuur. Watersysteemheffing gebouwd €274.000 voordelig De daling van de WOZ-waarden en verbetering van de gegevensbestanden hebben geleid tot veel minder bezwaren dan begroot. Met name de verbeterde gegevensbestanden leiden echter ook tot een lagere bruto omslag. Per saldo bedraagt het voordeel ten opzichte van de begrote belastingopbrengst € 274.000, een afwijking van iets meer dan 1%. Zuiveringsheffing €353.000 nadelig Evenals bij de categorie Ingezetenen is de afwijking op de post kwijtscheldingen klein. Op zowel ‘oude jaren’ als het begrotingsjaar 2014 blijven de opbrengsten voor de zuiveringsheffing achter ten opzichte van de begroting waarin nog een lichte stijging van het aantal vervuilingseenheden werd verwacht. Voor het belastingjaar 2014 bedraagt het nadeel ongeveer 0,4% van de totale belastingopbrengst.
17
4. Investeringen Algemeen In tabel 12 treft u de investeringsuitgaven en subsidies zoals begroot en gerealiseerd in de jaarschijf 2014 (tot en met december 2014). Tabel 13 - Overzicht investeringsuitgaven, bijdrage derden en subsidies Jaarschijfrapportage naar programma's Stand per 31 december 2014
(bedragen x € 1.000) Veiligheid Primaire en regionale waterkeringen Voldoende water W atersysteembeheer Beperking wateroverlast Schoon water Kwaliteit van het oppervlakte water Zuiveringsbeheer Totaal investeringsniveau taken (1) Bestuur, middelen & maatschappij Bestuur en ondersteuning Totaal investeringsniveau bedrijfsvoeringsinvesteringen (2) Taakstellend investeringsniveau HDSR excl. Rwzi Utrecht (=1+2) Rwzi Utrecht Totaal investeringsniveau specifieke projecten Taakstellend investeringsniveau HDSR incl. Rwzi Utrecht (1 t/m 3) POV Centraal Holland Totaal investeringsniveau samenwerkingsprojecten Totaal investeringsniveau 2014
Begroting 2014 Initieel € 7.995 € 7.995 € 11.129 € 8.974 € 2.155 € 14.600 € 7.045 € 7.555 € 33.724 € 1.250 € 1.250
Begroting 2014 na 2e wijz € 6.100 € 6.100 € 12.089 € 10.334 € 1.755 € 10.909 € 5.207 € 5.702 € 29.098 € 600 € 600
€ 1.250
€ 600
Subsidies/ bijdragen derden Kwaliteit
Realisatie Uitputting 2014 in %
Tijd
Geld
+/+
+/-
+/+
+/+ +/+
+/+ +/+
+/+ +/+
+/+ +/+
+/+ +/+
+/+ +/+
+/+
+/-
+/+
+/+
+/-
+/+
+/+
+/+
+/+
t/m dec
€ 5.066 € 5.066 € 11.251 € 9.834 € 1.417 € 9.697 € 5.383 € 4.314 € 26.014 € 452 € 452 € 452
83% 83% 93% 95% 81% 89% 103% 76% 89% 75% 75%
€ € € € € € € € € € €
227171561.9511.5354172.17899-
75% €
9-
€ 34.974 € 6.430 € 6.430
€ 29.698 € 3.230 € 3.230
€ 26.466 € 2.174 € 2.174
89% € 67% € 67% €
2.187-
€ 41.404 €0 €0
€ 32.928 €0 €0
€ 28.640 €0 € 489
87% € € €
2.1875.209-
€0 € 41.404
€0 € 32.928
€ 489 € 29.130
€ 88% €
5.2097.396-
Bedragen zijn in duizenden euro’s
Toelichting Algemeen In de begroting is na verwerking van de 2e begrotingswijziging een (taakstellend) investeringsniveau van € 32,928 mln vastgesteld. Dit is inclusief het project Rwzi Utrecht. Uit bovenstaande tabel blijkt dat voor € 29,129 mln aan investeringsuitgaven zijn gerealiseerd. Dit resulteert in het uitputtingspercentage van 88%. Kijkend naar het totale investeringsniveau aan taken dan varieert het uitputtingspercentage per programma tussen de 76% en 103%. Sturen op de jaarschijf en het toekomstige kapitaallastenniveau Om bijstelling van het investeringsniveau in 2014 zoveel mogelijk te voorkomen is het zogenaamde beheerdersoverleg ingevoerd. Dit is een periodiek overleg tussen de ambtelijke opdrachtgevers, ambtelijke opdrachtnemers en de directie. In dit overleg wordt gestuurd op de investeringsuitgaven in 2014 en het toekomstige kapitaallastenniveau. Dit leidt er ook toe dat de beheerafdelingen gezamenlijk op het investeringsplafond sturen. Dit heeft er mede toe geleid dat de realisatie van het taakstellend investeringsniveau incl. specifieke projecten in 2014 28% hoger ligt dan het gerealiseerde taakstellend niveau in 2013. Totaal investeringsniveau taken Veiligheid Dit thema omvat voornamelijk het Groot Onderhoudsplan (GOP) regionale waterkeringen. Dit plan geeft onder andere uitvoering aan de afspraken met de provinciebesturen van Utrecht en Zuid-Holland om uiterlijk 2020 de regionale keringen op orde te hebben.
18
Voor het GOP regionale waterkering was voor 2014 € 8,0 mln aan investeringsuitgaven begroot. Op 18 december 2013 heeft het algemeen bestuur de geactualiseerde planning van het Grootonderhoudsplan (GOP) Regionale Waterkeringen vastgesteld. Hiermee is de oorspronkelijke jaarschijf 2014 van € 3,5 mln opgehoogd naar € 8,0 mln Deze ophoging ad € 4,5 mln is bedoeld voor de versnelde uitvoer van lopende projecten (€ 3,3 mln) en het naar voren halen van de voorbereidingen van complexe projecten (€ 1,2 mln). De onderzoeksopdrachten ten behoeve van de voorbereidingen van deze complexe projecten zijn aanbesteed en worden op dit moment uitgevoerd of zijn reeds uitgevoerd. In 2014 is € 5,1 mln uitgegeven ten behoeve voor het programma Primaire en regionale waterkeringen. Dit staat gelijk aan een uitputtingspercentage van 83%. De lagere uitputting kent de volgende oorzaken: Overloop naar 2015 - Van enkele grote projecten (o.a. de Meijekade en Doorslagkade) neemt de voorbereiding langer in beslag dan vooraf was ingeschat. Door uitvoerige voorbereiding kan deze vertraging echter in de uitvoeringsfase worden ingehaald. De beoogde einddata van deze projecten komt dan ook niet in de knel. - Start uitvoering project Dubbele Wiericke West is uitgesteld naar 2015 door samenloop met het project baggeren Dubbele Wiericke; - Door overlast in Kockengen is de start van de uitvoer van het project Grote Heicopkade zuid uitgesteld naar 2015. - Bij het project Weijpoortsemolen is gekozen voor een Best Value Procurement (=BVP) aanbesteding. Deze procedure vraagt een langere voorbereidingstijd waardoor uitvoer overloopt naar 2015. Voldoende water Onder dit thema vallen onder andere het GOP oevers en kunstwerken, de legger watersysteem en de watergebiedsplannen. Het programma Watersysteembeheer heeft een uitputtingspercentage van 95% gerealiseerd. Al het werk is verricht, echter de investeringsuitgaven zijn om drie redenen lager uitgevallen: 1. 2. 3.
Bij het GOP Kunstwerken is al het werk uitgevoerd tegen lagere kosten. Daardoor is een aanzienlijke besparing (€ 0,5 mln) gerealiseerd; Het project aanleg oevers Harmelen is wel uitgevoerd maar nog niet afgerekend, omdat dit via de gemeente Woerden loopt. Het resterende bedrag (€ 0,1 mln) loopt over naar 2015; Een groter aanbestedingsvoordeel (€ 0,1 mln) op het project CAW Datacommunicatie en telemetrie dan was voorzien in de begrotingswijziging.
Tegen deze minderkosten staan hogere investeringsuitgaven (€ 0,2 mln) met betrekking tot het Watergebiedsplan Linschoterwaard en het Watergebiedsplan Kamerik en Kockengen dan begroot. Schoon water Dit thema bestaat voor een deel uit de kwaliteit van het oppervlaktewater en voor het andere deel vervangings- en uitbreidingsinvesteringen van de Rwzi’s. Kwaliteit van het oppervlaktewater Het programma kwaliteit van het oppervlaktewater kent een uitputtingspercentage van 103%. Onder dit programma vallen maatregelen zoals vismigratie en natuurvriendelijke oevers, onder andere opgenomen in de KRW, die met uitvoeringsprojecten bijdragen aan de verbetering van de kwaliteit van oppervlaktewater. Ook onderdeel van dit programma zijn de activiteiten van zuivering, het terugbrengen van emissies en overige (stedelijke) waterkwaliteitsprojecten. Er is een uitputtingspercentage van groter dan 100% gerealiseerd doordat er meer gedaan is dan voorgenomen met betrekking tot de KRW Kansen en het Synergieproject KRR door het naar voren halen van geplande maatregelen.
19
Zuiveringsbeheer Het uitputtingspercentage op het programma Zuiveringsbeheer bedraagt 76%. Het verschil tussen de realisatie en begroting (=24%) is als volgt te verklaren: 1. 10% lagere investeringsuitgaven (= € 0,6 mln) als gevolg van lagere kosten of werk dat niet zal worden uitgevoerd. 2. 7% van de begrote investeringsuitgaven (= € 0,4 mln) lopen over naar 2015 en betreffen uitgaven van afrondingswerkzaamheden van projecten die wel volgens planning zijn uitgevoerd. 3. 7% lagere investeringsuitgaven door vertraging in de uitvoering van een drietal projecten, namelijk: a. vervanging PLC Driebergen en PLC Breukelen is vertraagd als gevolg van een lange levertijd materiaal en capaciteit van de aannemer. Hierdoor € 0,2 mln lagere investeringsuitgaven in 2014; b. verplaatsing gemaal Hertenkamp is vertraagd door besluitvorming van een externe partij (Prorail). Hierdoor zijn de investeringsuitgaven € 0,3 mln lager in 2014 dan begroot. Totaal investeringsniveau Bedrijfsvoeringsinvesteringen Bestuur, middelen & maatschappij In dit thema worden vooral losse projecten verantwoord die niet specifiek toewijsbaar zijn aan een programma en meer in de bedrijfsvoeringsfeer thuishoren. Het totaal begrote investeringsniveau in 2014 bedraagt € 1,3 mln. Van dit bedrag is € 0,6 mln bestemd voor de telefonie. De aanbesteding met betrekking tot telefonie heeft in 2013 plaatsgevonden. De levering van de telefoons heeft in 2014 plaatsgevonden. De aanschaf van een nieuwe telefoon centrale is uitgesteld en daardoor schuiven hiervan de kosten door naar het jaar 2015. Het tweede deel betreft de kantoorautomatisering ad € 0,7 mln. De aanschaf en vervanging van de hardware is door de afdeling ICA gekoppeld aan het project Modernisering huisvesting HDSR. De uitputting van de geplande investeringsuitgaven kantoorautomatisering is afhankelijk van de voortgang van dit project. Hiervan wordt € 0,5 mln doorgeschoven naar 2015. De totale investeringsuitgaven van het programma bestuur, middelen en maatschappij komt hiermee uit op € 0,5 mln. Dit staat gelijk aan een uitputtingspercentage van 75%.
Totaal investeringsniveau specifieke projecten Rwzi Utrecht In de jaarschijf 2014 is na verwerking van de 2e begrotingswijziging ten behoeve van het project Rwzi Utrecht € 3,3 mln investeringsuitgaven begroot. De gerealiseerde investeringsuitgaven bedragen € 2,2 mln. Dit staat gelijk aan een uitputtingspercentage van 67%. Er zijn een tweetal oorzaken voor een lager investeringniveau namelijk: 1. Het realiseren van de effluentmaatregelen tegen lagere kosten en overloop van investeringsuitgaven naar 2015; 2. Het uitstellen van werkzaamheden m.b.t. de vervanging van de roostergoedinstallatie.
Totaal investeringsniveau samenwerkingsprojecten POV Centraal Holland Centraal Holland is één van de drie Projectoverstijgende Verkenningen (= POV) die in het Hoogwaterbeschermingsprogramma 2014-2019 zijn opgenomen. Het doel van de projectoverstijgende verkenning Centraal Holland is om in 2017 tot een integrale en doelmatige oplossing te komen om het (nu te grote) risico op overstroming vanuit de Lek in een groot deel van Centraal Holland tot het gewenste niveau te reduceren. De looptijd is van 2014 tot en met 2017. Het project wordt uitgevoerd door een drietal waterschappen en Rijkswaterstaat. Hierbij is HDSR penvoerder. HDSR heeft namens de initiatiefnemers (als penvoerder) de subsidieaanvraag ingediend.
20
De subsidieaanvraag inclusief de bijdrage van de initiatiefnemers is goedgekeurd. HDSR is bevoegd als loket en beheerder van het budget. In de jaarschijf 2014 is geen bedrag opgenomen voor het project POV Centraal Holland. De werkelijke gerealiseerde uitgaven bedragen € 0,5 mln..Hier staat een subsidieopbrengst van € 5,2 mln van de programmadirectie HWBP tegenover. Deze subsidie dekt grotendeels de nog komende kosten in de jaren 2015 en 2016 en betreft daarmee een vooruitontvangen bedrag. Uitruil projecten In 2014 zijn projecten verschoven. Zo is een project in het kader van de GOP Primaire waterkeringen van start gegaan. Hiervoor is door het algemeen bestuur € 0,1 mln toegekend. De realisatie bedraagt € 0,01 mln. De uitgaven zijn achtergebleven omdat dit project onder gebracht gaat worden bij het project POV Centraal Holland. Daarnaast hebben binnen diverse GOP’s en watergebiedsplannen verschuivingen tussen projecten plaatsgevonden. Waar mogelijk zijn projecten naar voren gehaald op het moment dat geplande projecten vertraging opliepen. Kredietoverschrijdingen In 2014 hebben zich geen nieuwe krediet overschrijdingen voorgedaan anders dan degene die reeds zijn gemeld. In de 2e begrotingwijziging 2014 is het algemeen bestuur akkoord gegaan met het voorstel om de projecten met een overschrijding financieel af te wikkelen in de jaarrekening 2014. De dekking van de hogere kapitaallasten kan binnen de betreffende programma’s worden opgevangen. Rapportage grote projecten en voortgangsrapportage Watergebiedsplannen Het algemeen bestuur ontvangt per kwartaal een rapportage over de voortgang van de investeringsprojecten en de uitgaven hiervan. Naast de realisatie van de vastgestelde jaarschijf wordt gerapporteerd over de voortgang van de watergebiedsplannen en de overige grote projecten. Een separate rapportage over de watergebiedsplannen is komen te vervallen. Over de voortgang van de watergebiedsplannen wordt nu gerapporteerd in de rapportage grote projecten. De rapportage grote projecten kunt u terugvinden in bijlage 3.
21
5.
Paragrafen
5.1 Ontwikkelingen in het begrotingsjaar 2014 5.1.1. Monitoring bezuinigingsopgave Voorjaarsnota 2013 (2014-2017) In de voorjaarsnota 2013 is het kader voor de begroting 2014 vastgesteld. Belangrijk onderdeel van deze kaderstelling is de besluitvorming over bezuinigingen middels een aantal ambtelijke en bestuurlijke maatregelen voor 2014 en tevens voor de periode betreffende de jaren 2015 tot en met 2017. De specifieke bezuinigingsmaatregelen zijn in bijlage 5 van dit jaarverslag terug te vinden. Voor het jaar 2014 zijn alle bezuinigingsdoelstellingen (zowel ambtelijk als bestuurlijk) behaald. De bestuurlijke kaart 8 ‘Maaionderhoud Extensiveren’ is in 2014 incidenteel met besparingen / voordelen op andere posten ingevuld, hiervan is al eerder melding gemaakt in de 1ste bestuursrapportage 2014. In de 1ste begrotingswijziging 2014 is de begrote onttrekkingen aan de reserves van € 3,36 mln met in totaal €1,69 mln verlaagd. Daarmee zijn de bezuinigingen van €1 mln voor 2014 ingevuld. De rest van de verlaging, € 0,69 mln, heeft betrekking op een lager budget voor kapitaallasten, als gevolg van een lager niveau van investeringen. In de 2de begrotingswijziging, vastgesteld op 19 november 2014, zijn geen mutaties op de exploitatiebegroting verwerkt. Het investeringsvolume is in de tweede begrotingswijziging bijgesteld naar € 32,9 mln. (zie voor een toelichting hoofdstuk 4).
5.2 Incidentele baten en lasten In onderstaande tabel zijn de baten en lasten weergegeven die niet vallen onder de reguliere taakuitoefening van HDSR. Tabel 14 – overzicht incidentele baten en lasten Post Verwerken uitspraak Hoge Raad inzake verschuiving areal ongebouwd naar natuur.
Baten/Lasten Lasten
Bedrag Omschrijving 1.157.948 Een uitspraak van de Hoge Raad van 7 november 2014 heeft als reultaat dat een deel van het areal van belastingcategorie Ongebouwd verschuift naar belastingcategorie Natuur. Omdat het tarief voor Natuur lager is dan voor Ongebouwd zal per saldo een lagere belastingopbrengst resulteren. Het extern onderzoek naar de omvang van het betreffende areal is nog niet afgerond, waardoor de precieze omvang van het bedrag dat terugbetaald moet worden nog niet bekend is. Op basis van de beschikbare informatie is een schatting gemaakt van dit bedrag. Uit oogpunt van voorzichtigheid is deze schatting verwerkt in het resultaat 2014.
Afwaardering Pand Poldermolen 3
Lasten
816.000 Op basis van het AB besluit van 22 oktober 2014 inzake de modernisering van het waterschapskantoor wordt het pand aan de Poldermolen 3 op termijn afgestoten. Conform de administratieve voorschriften is een incidentele afwaardering van de boekwaarde van het pand Poldermolen 3 van € 816.000 ten laste van het jaar 2014 verwerkt.
MRB Provincie Utrecht
Lasten
450.000 Afwikkeling van onze vordering op de Provincie Utrecht inzake de samenwerking Muskusrattenbeheer die reeds in 2011 is beëindigend. 192.500 In 2014 is een bijdrage van Rijkswaterstaat toegezegd voor haar aandeel in de kosten van herstel van de Lekdijk bij Het Klaphek. De kosten voor het herstel van dit dijkvak zijn reeds in voorgaande jaren genomen waardoor er nu een incidenteel voordeel is van € 192.500.
Oeverserosie Lekdijk Klaphek
Baten
Bedragen in euro ‘s
22
5.3.
Reserves en voorzieningen
Voor een toelichting op reserves en voorzieningen, zie de jaarrekening.
5.4.
Weerstandsvermogen
Inleiding Onder weerstandsvermogen wordt verstaan: Het weerstandsvermogen is het vermogen van een waterschap om financiële tegenvallers op te kunnen vangen zonder dat de normale bedrijfsvoering wordt aangetast. Door aandacht voor het weerstandsvermogen kan voorkomen worden dat elke grote financiële tegenvaller, die niet opgevangen kan worden zich direct vertaald in een extra tariefstijging. Risicomanagementbeleid Het beleid dat het waterschap voert ten aanzien van risicomanagement is vastgelegd in de “Beleidsnota weerstandsvermogen, risicomanagement, reserves en voorzieningen 2011-2014 Hoogheemraadschap HDSR”. In dit beleidstuk is de werkwijze vastgelegd en zijn de uitgangspunten bepaald ten aanzien van het risicomanagement. Op basis van dit beleidsstuk is de paragraaf weerstandvermogen opgesteld. Voor de periode 2015-2018 zal in het najaar van 2015 aan het nieuwe bestuur een geactualiseerde beleidsnota worden aangeboden. Ter voorbereiding hierop is in 2014 een plan van aanpak opgesteld om het thema risicomanagement verder door te ontwikkelen en te borgen binnen HDSR. Benodigde weerstandscapaciteit De benodigde weerstandscapaciteit is het bedrag dat nodig is om alle risico’s financieel af te dekken. Het gaat dan om de risico’s waarvoor geen maatregelen zijn getroffen. De laatste actualisatie van het risicoprofiel is uitgevoerd in maart 2015. Daaruit volgt dat het voor 90% zeker is dat alle risico’s kunnen worden afgedekt met een bedrag van € 13,5 mln. De benodigd weerstandscapaciteit is ten opzichte van de begroting 2015 gestegen met afgerond € 3,2 mln. Deze stijging is mede veroorzaakt doordat in de afgelopen periode de risico’s met betrekking tot het project Gekanaliseerde Hollandse IJssel zijn gekwantificeerd. Inventarisatie van de weerstandscapaciteit De beschikbare weerstandscapaciteit is het totaal van onze buffers. Dit zijn onze algemene reserves en onze capaciteit om belastingverhogingen toe te passen. Omvang en beoordeling van de weerstandcapaciteit per ultimo 2014 Tabel 16 - Omvang van de weerstandscapaciteit Beschikbaar weerstandcapaciteit
Ultimo 2014
Onvoorzien Watersysteemheffing ingezetenen Watersysteemheffing gebouwd Watersysteemheffing ongebouwd Watersysteemheffing Natuur Zuiveringsheffing woningen/ bedrijven Stille reserves Onbenutte belastingcapaciteit Totaal reserves
5.972 13.759 -71 34 6.060 25.754
Bedragen in duizenden euro’s
23
Relatie benodigde en beschikbare weerstandscapaciteit Om te bepalen of het weerstandsvermogen toereikend is, leggen wij de relatie tussen de financieel gekwantificeerde risico’s en de daarbij gewenste weerstandscapaciteit en de beschikbare weerstandscapaciteit. De benodigde weerstandscapaciteit kan worden afgezet tegen de beschikbare weerstandscapaciteit. De uitkomst van de berekening vormt het weerstandsvermogen. De relatie tussen beide componenten wordt n onderstaande figuur weergegeven. Deze berekening is gebaseerd op de prognose van de algemene reserves ultimo 2014.
Ratio weerstandsvermogen =·
Beschikbare weerstandsvermogen Benodigde weerstandCapaciteit
=
€ 25,754 mln = 1,90 € 13,569 mln
Normtabel Om de uitkomst van de berekening te duiden gebruiken wij de waarderingen zoals opgenomen in onderstaande tabel. De normtabel is ontwikkeld door het Nederlands adviesbureau voor Risicomanagement in samenwerking met de Universiteit Twente. Wij scoren een waarderingscijfer B op basis van onze ratio van 1,90 Tabel 17 - Normtabel Weerstand velden Waarderingscijfer A B C D E F
Ratio weerstandsvermogen >2,0 1,4 - 2,0 1,0 -1,4 0,8 - 1,0 0,6 - 0,8 < 0,6
Betekenis Uitstekend Ruim voldoende Voldoende Matig Onvoldoende Ruim onvoldoende
5.5 Financiering Financiering Het wettelijk kader wordt gevormd door de Wet financiering decentrale overheden (Wet Fido) en de regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden (regeling Ruddo). De Wet Fido verplicht de waterschappen tot het vaststellen van een treasurystatuut en het opnemen van een financieringsparagraaf in de begroting en jaarverslag. De wijze waarop binnen HDSR de financieringsactiviteiten plaatsvinden, is vastgelegd in het treasurystatuut. Het statuut beoogt hiermee het financieringsbeleid transparant te maken, waarbij de risico's zo goed mogelijk worden beheerst binnen de vastgestelde kaders. Het financieringsbeleid is met name gericht op het minimaliseren van toekomstige financiële risico's. Liquiditeitsprognose Met behulp van de liquiditeitsprognose, die twee maal per jaar herijkt wordt, is bekeken of in de loop van het jaar sprake zal zijn van een financieringsbehoefte. Afhankelijk van de situatie op de kapitaalmarkt en met inachtneming van de renterisiconorm en de kasgeldlimiet wordt de hoogte en de looptijd van een lening bepaald. Ontwikkelingen en rentevisie De basis van de rentevisie vormt de visie van enkele financiële instellingen, waaronder onze huisbankier. In de begroting 2014 is op basis van genoemde visie uitgegaan van een kapitaalmarktrente (rente met een lange looptijd > 20 jaar) van 4,25 % voor nieuw aan te trekken langlopende leningen.
24
Het jaar 2014 stond nog in het teken van het broze economische herstel. Om de economische groei te stimuleren heeft de Europese Centrale Bank (ECB) de rente stapsgewijs verlaagd wat voor stabiliteit op kapitaalmarkt heeft gezorgd. Het renteniveau is verder gedaald en op een historisch laag niveau gekomen. Eind 2014 hebben de leden van de treasurycommissie een plan van aanpak gepresenteerd aan het college op welke wijze HDSR van de historisch lage rentestand kan profiteren om optimalisatievoordelen te behalen. Door herstructurering van de bestaande leningen van de Nederlandse Waterschapsbank (NWB) valt naar verwachting een substantieel rentevoordeel op jaarbasis te behalen. Deze herstructurering zal in de loop van 2015 worden uitgewerkt. Per 31 december 2014 bedraagt de rente op de kapitaalmarkt (langlopend) voor een lening met een rentevaste periode van 30 jaar ongeveer 2,25%, terwijl voor een lening met een rentevaste periode van 10 jaar ongeveer 1,40% wordt berekend. Begin 2014 bedroeg de rente op de kapitaalmarkt voor een lening met een rentevaste periode van 30 jaar 3,75% en 10 jaar ongeveer 2,60%. De debetrente per 31 december 2014 op de rekening-courant bij de NWB bedraagt 0,25%. Deze debetrente is gebaseerd op de geldmarktrente (rente met een looptijd tot 2 jaar). Het debet rentepercentage op de rekening-courant bedroeg aan het begin van 2013 ook 0,25%. Doordat de geldmarktrente op dit moment nog steeds relatief laag is, blijft het voorlopig aantrekkelijk zoveel mogelijk in de financieringsbehoefte te voorzien door middel van onze rekening-courant faciliteit (geldmarktrente) bij de NWB. Hierbij moet rekening gehouden worden met de maximale toegestane kasgeldlimiet. Bij overschrijding van de kasgeldlimiet zal consolidatie – omzetten van rekeningcourantsaldo naar een langlopende geldlening – plaatsvinden. Transacties In de begroting 2014 is gerekend met een totaal van € 22,0 miljoen nieuw aan te trekken kapitaal. Hierbij is uitgegaan van het aantrekken van langlopende leningen met een rentepercentage van 4,25%. In december 2014 is een nieuwe langlopende lening van € 12,0 miljoen aangetrokken, met een looptijd van 25 jaar en een rente van 1,924% (aflossing in de laatste 5 jaar met gelijke jaarlijkse termijnen). Op 6 december 2014 is een lening van de NWB (nr. 21707) afgelost. De lening had begin 2013 een saldo van € 6,0 miljoen en een rentepercentage van 5,14%. Daarnaast is voor € 15,6 miljoen aan reguliere aflossingen betaald. Door genoemde transacties is de stand van de langlopende leningen per 31 december 2014 gedaald van € 202,7 tot € 193,1 miljoen (zie tabel). Tabel 18 – stand van de langlopende leningen
Afname Stand 1 januari 2014 Reguliere aflossingen Aflossing lening NWB nr. 21707 Totaal aflossingen Aangetrokken leningen 2014 Stand 31 december 2014
Toename 202,7
15,6 6,0 21,6
21,6 12,0
12,0 193,1
Bedragen In miljoenen euro’s
Rentelasten In totaal zijn de werkelijke rentekosten in 2014 circa € 0,665 miljoen lager dan begroot. De reden van deze onderschrijding is dat in de oorspronkelijke begroting gerekend is met een hoger
25
investeringsniveau wat heeft geresulteerd in lagere financieringsbehoefte. Daarnaast is gefinancierd tegen een lager rentepercentage dan begroot (zie ook onderdeel transacties). Interne en externe toetsing De administratieve organisatie van de treasury activiteiten is in 2014 onderwerp van onderzoek geweest bij de interne rechtmatigheidcontrole. Er zijn geen bijzonderheden naar aanleiding van dit onderzoek geconstateerd. De provincie Utrecht is ingevolge de Wet Fido aangewezen als toezichthouder. Zij toetst of het waterschap voldoet aan de normen zoals vastgesteld in deze wet. Hierbij zijn twee wettelijke normen te onderscheiden, de renterisiconorm en de kasgeldlimiet. Het doel van deze twee normen is de renterisico’s van lagere overheden binnen de perken te houden en te beheersen. Beide normen worden hierna verder toegelicht. Toetsing renterisiconorm Uitgangspunt van de renterisiconorm is het streven naar een spreiding van looptijden van langgeldleningen met het oog op een beperking van renterisico’s. De renterisiconorm is een percentage van het begrotingstotaal. Voor waterschappen is het percentage bepaald op maximaal 30% van het begrotingstotaal per 1 januari van het betreffende begrotingsjaar. Dit betekent dat in 2014 niet meer dan € 31,9 miljoen mag worden geherfinancierd. Het werkelijke renterisico van HDSR bedraagt in 2014 € 21,6 miljoen (20,3%) en voldoet daarmee aan de norm. Ook de komende jaren zal op basis van de huidige liquiditeitenprognose (2015-2018) worden voldaan aan deze wettelijke norm.
Tabel 19 – renterisiconorm Bedrag
%
Toelichting
Begrotingstotaal
106,300
1. renterisiconorm 2. renterisico werkelijk 3. ruimte renterisiconorm (1-2)
31,900 21,600
30,0 20,3
% van het begrotingstotaal % van het begrotingstotaal
10,300
9,7
% van het begrotingstotaal
Bedragen In miljoenen euro’s
Toetsing kasgeldlimiet De wettelijke kasgeldlimiet bepaalt hoeveel maximaal met kort geld (rekening-courantsaldo) mag worden gefinancierd. De kasgeldlimiet wordt berekend als een percentage van het begrotingstotaal per 1 januari van het betreffende begrotingsjaar. Voor waterschappen is de kasgeldlimiet vastgesteld op 23%.
De kasgeldlimiet voor ons waterschap bedraagt voor 2014 € 24,5 miljoen. De regelgeving bepaalt dat indien de gemiddelde liquiditeitspositie van drie achtereenvolgende kwartalen de kasgeldlimiet overschrijdt, de (provinciale) toezichthouder moet worden ingelicht. In 2014 heeft zich geen overschrijding van de gemiddelde kasgeldlimiet voorgedaan. Het is onder bepaalde voorwaarden toegestaan de kasgeldlimiet tijdelijk te overschrijden. Hiervoor kan een ontheffingsverzoek gedaan worden bij de toezichthouder.
26
5.6 Verbonden partijen Verbonden partijen zijn gedefinieerd als die partijen waarin het waterschap zowel een bestuurlijk als een financieel belang heeft. Aan beide voorwaarden moet tegelijkertijd worden voldaan. Wij onderscheiden de volgende verbonden partijen: I.
Muskusrattenbeheer Per 1 januari 2012 is een nieuwe muskusrattenbeheerorganisatie gestart met 6 waterschappen in een samenwerkingsovereenkomst van gemene rekening. De uitvoering is met alle deelnemende waterschappen vastgesteld met de beleidsnota Muskusrattenbeheer 2012-2015. HDSR voert het muskus- en beverrattenbeheer mede uit voor de vijf andere waterschappen: • Hollands Noorderkwartier • Delfland • Amstel, Gooi en Vecht • Schieland en de Krimpenerwaard • Rijnland Financiële bijdrage van HDSR: € 2,4 mln.
II.
Regionaal Historisch Centrum Rijnstreek en Lopikerwaard RHC Rijnstreek en Lopikerwaard beheert de archieven van de volgende gemeenten en ons hoogheemraadschap: • • • •
Bodegraven-Reeuwijk; Lopik; Montfoort; Oudewater;
• • •
Woerden; IJsselstein; HDSR.
De kosten van het Regionaal Historisch Centrum worden door de gemeente Woerden voorgeschoten. Burgemeester en wethouders van Woerden bepalen, op basis van een door de gemeenschappelijke regeling vastgestelde begroting, jaarlijks het bij voorschot verschuldigde aandeel van alle deelnemers. Financiële bijdrage van HDSR: € 0,12 mln. III. Waterschapshuis Het Waterschapshuis heeft als doel het bevorderen en faciliteren van samenwerking op het gebied van informatievoorziening van en tussen de waterschappen en de andere overheden. Dit gebeurt door ondersteuning bij: • verbetering van de kwaliteit van de bedrijfsvoering; • besparing/beperking van kosten; • het efficiënter maken van de informatievoorziening; • het vergroten van de innovatieve slagkracht; • het versterken van het imago van de waterschappen als professionele moderne overheid; • een bredere samenwerking van de waterschappen en andere overheden. De kosten die voor elk waterschap met Het Waterschapshuis zijn gemoeid zijn afhankelijk van de deelname van de waterschappen aan de verschillende programma’s. Ons waterschap werkt via Het Waterschapshuis nauw samen met andere waterschappen op het gebied van de informatievoorziening en informatiearchitectuur, bijvoorbeeld door deelname aan het gezamenlijke platform voor websites van waterschappen, het zuiveringsinformatiesysteem Z-Info en het GIS systeem IRIS (dat wordt afgebouwd) waarmee verschillende bedrijfsprocessen in het waterschap worden ondersteund.
27
Medewerkers van ons waterschap zijn op verschillende manieren intensief betrokken bij de ontwikkelingen zodat ons belang voldoende wordt ingebracht. Financiële bijdrage van HDSR: € 0,43 mln. IV. AQUON AQUON is ontstaan uit een fusie van de laboratoria Delta Waterlab, Gemeenschappelijk WaterschapsLaboratorium (GWL), het laboratorium van Hoogheemraadschap van Rijnland en het laboratorium van Waterschap Rivierenland. De volgende waterschappen nemen deel aan de gemeenschappelijke regeling AQUON: • Delfland; • Rijnland; • Brabantse Delta; • Schieland en Krimpenerwaard; • Hollandse Delta; • Rivierenland; • Aa en Maas; • HDSR • De Dommel; De taken liggen op het gebied van monsterneming, analyse en rapportage van chemisch, fysisch en biologisch onderzoek naar de eigenschappen van het natte milieu. In het risicoprofiel ten behoeve voor de bepaling van het benodigde weerstandscapaciteit en – vermogen zijn twee risico's voor AQUON opgenomen, namelijk voor 1. daling van de door de deelnemers afgenomen productie; 2. stijging van het begrotingstotaal van de gemeenschappelijke regeling. Financiële bijdrage van HDSR: € 1,2 mln. V. BGHU De heffing en invordering van de waterschapsbelastingen is per 1 januari 2014 door de BghU uitgevoerd. Dit is een samenwerkingsverband van de volgende gemeenten en ons waterschap: • Gemeente De Bilt • Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden • Gemeente Utrecht Financiële bijdrage van HDSR: € 2,4 mln VI. WINNET In het Bestuursakkoord Water is afgesproken de doelmatigheid van de afvalwaterketen te verhogen door een betere samenwerking tussen de ketenpartners. Om dit te bereiken is het regionale platform Winnet opgericht. Met het ondertekenen van de samenwerkingsovereenkomst op 20 december 2012 hebben 14 Utrechtse gemeenten samen met het HDSR zich verbonden aan het beheersen van de kosten, het verbeteren van de kwaliteit (dienstverlening) en het verminderen van (personele) kwetsbaarheid. De partijen zijn de volgende gemeenten en ons waterschap: • Bunnik; • Utrecht; • De Bilt; • Utrechtse Heuvelrug; • Stichtse Vecht; • Wijk bij Duurstede; • Houten; • Woerden; • Lopik; • IJsselstein; • Montfoort; • Zeist; • Nieuwegein; • HDSR • Oudewater; Financiële bijdrage van HDSR: € 0,04 mln.
28
5.7 Bedrijfsvoering Algemeen In dit hoofdstuk worden de aanbestedingen en subsidies behandeld.
Aanbestedingen (GWW) In tabel 19 is aangegeven hoeveel aanbestedingen er in het jaar van 2014 op het gebied van grondweg- en waterbouw (GWW) per soort zijn geweest. De GWW onderscheidt uitsluitend werken; diensten en leveringen vallen hier buiten. Tabel 20 - aantal aanbestedingen per soort verdeel naar beleid
Subtotaal Zuiveringsbeheer
Subtotaal Totaal Procentueel
Europese aanbesteding Onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking Meervoudig onderhandse procedure Enkelvoudige uitnodiging Europese aanbesteding Onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking Meervoudig onderhandse procedure Enkelvoudige uitnodiging
-
-
-
-
-
16 8 24 -
2 2 -
16 10 26 -
-
1 1 -
-
1 1 -
-
2 2
-
2 2
0%
27 93%
2 7%
Totaal
Zwaarder
Subtotaal Baggeren
Soort aanbesteding Europese aanbesteding Onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking Meervoudig onderhandse procedure Enkelvoudige uitnodiging
Conform
Aandachtsgebied Watersysteembeheer (excl. baggeren) en regionale en primaire keringen
Lichter
Tabel - aantal aanbestedingen per soort verdeeld naar beleid
29 100%
Toelichting Alle aanbestedingen zijn conform of zwaarder dan het gestelde beleid uitgevoerd. Aanbestedingsvoordeel In tabel 20 is per aandachtsgebied het totale bedrag van de besteksramingen weergegeven ten opzichte van het totaal van de aanneemsommen.
29
Tabel 20 – werkelijke aanneemsommen ten opzichte van totaal besteksramingen
Tabel - werkelijke aanneemsommen ten opzichte van totaal besteksramingen
Aandachtsgebied Watersysteembeheer (excl. Baggeren Zuiveringsbeheer Totaal
Totaal besteksramingen 5,9 0,7 2,0 8,6
Totaal Verschil werkelijk 4,5 1,4 0,4 0,3 1,3 0,7 6,2 2,4
Verschil % 24% 43% 35% 28%
Bedragen zijn in miljoenen euro's
Toelichting In 2014 is voor € 6,2 mln aanbesteed. Het aanbestedingsvoordeel op werken is € 2,4 mln. Het totaalvoordeel is hierdoor 28%. Dit voordeel komt voornamelijk voor rekening van een aanbestedingsvoordeel op een zuiveringstechnisch werk. Bij deze aanbesteding was sprake van een prijsvechter. Tevens blijken alle baggerprojecten lagere inschrijvingen te hebben dan de opgestelde besteksramingen. Deze markt kent op dit moment een overcapaciteit en de baggeraars schrijven veelvuldig onder kostprijsniveau in. De overige aanbiedingen lagen in lijn met de bestekraming. Subsidies In bijlage 4 treft u een aantal tabellen waarmee verslag wordt gedaan over de actuele subsidies.
5.8 EMU Saldo De wet Houdbare Overheids Financiën (de wet Hof) is ingevoerd om de overheidsfinanciën te bewaken en te verbeteren. De wet regelt onder andere dat de Europese begrotingsnorm van 3,0 procent in de Nederlandse wetgeving is vastgelegd en dat de afspraken, gemaakt in Europees verband, worden nageleefd. De waterschappen zijn in het kader van de Economische en Monetaire Unie (EMU) verplicht financiële informatie op kwartaalbasis aan het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) te verstrekken. Het EMU-saldo is grofweg te berekenen als het saldo van inkomsten en uitgaven in een jaar van de totale overheid (Rijk en decentrale overheden). Er is sprake van een EMU-tekort als de uitgaven van de overheid in een jaar de inkomsten van dat jaar overstijgen. Landelijk is het EMU-tekort als volgt verdeeld: • • •
Maximaal EMU- tekort 3,0% Centrale overheid: 2,5% Decentrale overheden: 0,5%: -
Provincies: Waterschappen: Gemeenten: Totaal:
0,07% 0,05% 0,38% 0,50%
Als de totale referentiewaarde van de waterschappen (aandeel 2014: 0,05%) wordt omgerekend naar de afzonderlijke waterschappen dan bedraagt de toegestane negatieve individuele referentiewaarde voor HDSR € 18,2 miljoen (4,20% van € 438 miljoen). In de primaire begroting 2014 is een EMU-saldo tekort voorzien van € 12,2 miljoen. Het werkelijke EMU-saldo in 2014 is € 0,1 miljoen positief. Het verschil met het begrote EMU-saldo wordt vooral veroorzaakt door lagere onttrekking uit de voorziening baggeren, hogere subsidie ontvangsten en het positieve rekeningresultaat.
30
Zie de navolgende tabel voor de berekening van het werkelijke EMU-saldo over 2014. De opgestelde specificatie van het saldo is overeenkomstig de bij ministeriële regeling gestelde regels. HDSR blijft ruim binnen de toegestane norm van de wet HOF (EMU-ruimte € 18,3 miljoen). Tabel 21 – opbouw EMU-saldo
Opbouw EMU-saldo 1. EMU - exploitatiesaldo voor toevoeging aan c.q. onttrekking uit reserves
Rekening 2014 + 0,8
2. invloed investeringen -/- bruto investeringen +/+ Investeringssubsidies en doorbelastingen aan derden +/+ afschrijvingen
- 29,6 + 2,2 + 25,2
3. invloed voorzieningen +/+ toevoeging aan voorzieningen -/- onttrekkingen rechtstreeks uit voorzieningen
+ 4,9 - 2,8
4. invloed reserves -/- betalingen uit reserves
n.v.t.
5. aandeel EMU saldo gemeenschappelijke regelingen
- 0,6
Werkelijk positief EMU-saldo Toegestane referentiewaarde EMU- saldo ruimte (+ = ruimte; - = tekort)
+ 0,1 - 18,2 + 18,3
Bedragen zijn in miljoenen euro’s
De wet HOF geeft aan dat een eventuele overschrijding van de individuele referentiewaarde in 2014 geen financiële consequenties met zich meebrengt. Het is geen probleem als een waterschap de individuele norm overschrijdt als dit wordt gecompenseerd op een hoger aggregatieniveau met andere decentrale overheden. Het Rijk stuurt namelijk alleen op het EMUtekort voor alle decentrale overheden gezamenlijk. Het kabinet heeft aangeven tijdens deze kabinetsperiode geen boetes op te leggen.
31
5.9 Topinkomens 2014 De Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (= WNT) is per 1 januari 2013 in werking getreden. De WNT regelt naast de openbaarmaking van topinkomens in de publieke en semipublieke sector ook een maximering van de hoogte van de bezoldiging van topfunctionarissen en tevens aan ontslagvergoedingen. Vanuit de WNT dient verantwoording via de jaarrekening plaats te vinden. Hierbij dient de bezoldiging van alle topfunctionarissen verantwoord te worden ook als de norm niet is overschreden. Inkomensgegevens De bezoldiging van waterschapsbestuurders ligt vast in het Waterschapsbesluit (ministerie van Binnenlandse Zaken). Leden van het dagelijks bestuur van HDSR De beloning van alle leden van het dagelijks bestuur vindt plaats binnen de ambtelijke schalen (schaal 18, BBRA) en blijft geheel binnen de WNT-norm. De dijkgraaf ontvangt, in overeenstemming met wettelijke bepalingen, naast het salaris gebaseerd op trede 10 van schaal 18 (€ 8.541,18 bruto per maand), een bruto ambtstoelage van 6,25% (geen recht voor pensioen, vakantietoeslag, en dergelijke). De vier hoogheemraden hebben elk een aanstelling voor 0,5 fte en worden betaald conform trede 3 van schaal 18 van het BBRA (€ 7.115,19 bij een fulltime aanstelling; € 3.557,60 voor 0,5 fte) . Naast het salaris ontvangen alle leden van het dagelijks bestuur een vakantietoeslag van 8% en een eindejaarsuitkering van 8,3%, zoals die geldt voor rijksambtenaren. Werknemers van HDSR Werknemers van HDSR zijn aangesteld als ambtenaar en vallen in beginsel onder de werking van de CAO voor de waterschappen, de Sectorale Arbeidsvoorwaardenregelingen Waterschapspersoneel (SAW). Voor een groep medewerkers die vanuit de provincie Noord- en Zuid Holland naar ons waterschap zijn overgekomen geldt bij wijze van overgangsrecht de CAO voor provinciepersoneel, de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling Provincies (CAP). De beloningen vanuit de SAW blijven geheel binnen de WNT-norm. HDSR heeft geen managers in dienst die buiten de CAO-schalen worden betaald. Aanstelling secretaris - directeur In het kader van de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT) legt HDSR jaarlijks in haar jaarstukken verantwoording af over de beloning van (interim-) topfunctionarissen. Binnen HDSR betreft dat de functie van secretaris directeur. Binnen het geldend functiewaarderingssysteem FuWater is die functie gewaardeerd met salarisschaal 17 van de SAW en daarmee onder de WNT-norm.
32
Bijlagen Bijlage 1 - Prestatie – indicatoren Bijlage 2 - Moties Algemeen Bestuur Bijlage 3 - Rapportage grote projecten Bijlage 4 - Subsidies Bijlage 5 - Bezuinigingskaarten
33
Bijlage 1 Prestatie Indicatoren Tabel 23 prestatie indicatoren per doelstelling
Een nadere toelichting op de scores kwaliteit (K), tijd (T) en geld (G) is terug te vinden in paragraaf 2.1 op bladzijde 5. Doelstelling 1 Waterkeringen voldoen aan de normen (wettelijk / provinciaal/ HDSR) AFDELING
Nr.
Maatregel
PI/afspraak
WKB
01
Uitvoeren GOP primaire waterkeringen
Cumulatief aantal uitgevoerde maatregelen per jaar
WKB
02
WKB
03
Realisatie 2013
GOP is op 5 juni 2013 vastgesteld door het Algemeen Bestuur. Het GOP is afgestemd met betrokken partijen. 75% van de maatregelen is uitgevoerd. Projectoverschrijdende Voortgang Advies is verkenning (POV) Projectoverschrijdende opgenomen in Centraal Holland verkenning volgens voorkeursstrategie plan van aanpak van concept deltaprogramma 2014. Plan van aanpak voor projectoverstijgende verkenning Centraal Holland is opgesteld Uitvoeren van het Groot Cumulatief aantal 198 km is voorbereid Onderhoudsplan kilometers uitgevoerde en 141 km is gereed Regionale kadeverbetering per waterkeringen jaar
34
Norm 2014
Realisatie t/m juni 2014
Realisatie t/m december 2014 Einddoelstelling
Geplande maatregelen voor 2014 zijn uitgevoerd.
0 (er zijn ook 0 0 (er zijn ook 0 maatregelen maatregelen gepland voor gepland voor 2014) 2014)
GOP afgestemd met betrokken partijen en de gemaakte afspraken zijn vastgelegd. Jaarlijks zijn de geplande maatregelen uitgevoerd.
+/+ +/+ +/+
Subsidiebeschikking afgegeven. POV gevorderd volgens plan van aanpak.
Werkzaamheden verlopen De subsidiebeschikking is volgens planning afgegeven. De werkzaamheden liggen op schema van de planning.
Oplossing voor dijkring 14 maakt onderdeel uit van Deltabeslissing Veiligheid. Projectoverschrijdende verkenning is gereed in 2017
+/+ +/+ +/+
212 km voorbereid en 156 km gereed
208 km voorbereid en 149 km gereed
Alle RWK (316 kilometer) voldoen in 2020 aan de norm
+/+ +/-
212 km voorbereid en 150 km gereed
K
T
G
Toelichting verplicht indien Maatregel verplicht niet alles op groen indien niet alles op groen
+/+ De uitvoering van een paar
kadeverbeteringstrajecten is door verschillende oorzaken (o.a. andere aanbestedingsvorm, onrust in gebied Kockengen als gevolg van wateroverlast) een paar maanden vertraagd maar hier zijn geen aanvullende maatregelen nodig. Het halen van de einddoelstelling (Alle RWK (316 kilometer) voldoen in 2020 aan de norm) komt wel onder druk te staan door nieuwe inzichten in de samenwerkingsmogelijkhede n met o.a. gemeenten en de betekenis hiervan voor de kosten. Bij de actualisatie van het GOP-RWK in 2016 zal dit in beeld worden gebracht.
Doelstelling 2 - Op orde houden van de keringen dooreffectief beheer AFDELING
Nr.
Maatregel
PI/afspraak
Realisatie 2013
Norm 2014
WKB
04
Opstellen van legger voor alle waterkeringen
Bestuurlijk vastgestelde leggers
In 2013 is een visie mbt de HDSRleggers opgesteld. Deze is afgestemd met de portefeuillehouder en wordt in 2014 voorgelegd aan college en Cie. BMZ
Legger primaire waterkeringen , incl. profiel van vrije ruimte gereed voor besluitvorming.
Bodemonderzoek en berekeningen voor legger overige waterkeringen gereed.
WKB
05
Actualiseren beheerregister waterkeringen
Opgenomen actuele gegevens in beheerregister waterkeringen
Gestart met actualisatie en aanvulling beheerregister als onderdeel van het project Beheerregister op Orde
WKB
06
Actualiseren algemene regels en beleidsregels
Bestuurlijk vastgestelde algemene regels en beleidsregels en algemene regels waterkeringen
Plan van aanpak voor herziening keur kwartet wordt voorbereid, inclusief aanpassing algemene en beleidsregels waterkeringen
WKB
07
Innovatieve monitoringstechnieken
Ontwikkelen kennis van maatgevende parameters en monitoringstechnieken
Inbreng geleverd
35
Plan van aanpak voor verzamelen benodigde informatie voor volgende toetsronde en vóór basisregistratie grootschalige topografie (BGT) gereed. Beleidsvisie waterkeringen vastgesteld. Keur, algemene regels en beleidsregels geactualiseerd
Vervolg van pilot Livedijk-Utrecht uitgewerkt.
Realisatie t/m juni 2014 Legger primaire waterkeringen in voorbereiding bestuurlijke vaststelling in 2015.
Realisatie t/m december 2014 Voorbereiding legger primaire waterkering gestart.
Einddoelstelling
K
T
Voor alle waterkeringen eind 2016 vastgestelde leggers.
+/+ +/-
G
+/+
Nog in voorbereiding
Plan van aanpak voor verzamelen informatie én de BGT zijn in de maak.
Beleidsvisie ligt momenteel ter inzage om vervolgens aan het AB voor te leggen ter vaststelling (2014). Keur, AR en BR deel waterkeringen: loopt volgens (aangepaste) planning.
Plan van aanpak is gereed en wordt uitgevoerd binnen het Programma Beheerregister Stichtse Rijnlanden
De beleidsvisie waterkeringen is vastgesteld (AB 17 dec 2014); De planning van de keur, Algemene regels en Beleidsregels is in 2013 (AB 18 dec 2013) en 2014 (Cie BMZ 2 sept en 25 nov 2014) aangepast. Vaststelling is nu gepland in 2017. De werkzaamheden hiervoor lopen op schema. Evaluatie heeft Pilot-duur is verlengd plaats gevonden. voor verdere Vervolg wordt kennisontwikkeling. uitgewerkt en dit Voor de langere jaar wordt een termijn wordt er in keuze aan de 2015 een PvA portefeuillehouder geschreven om te voorgelegd. kijken wat voor innovatieve technieken er nog meer kunnen worden ingezet.
Beheerregister waterkeringen aangevuld en geactualiseerd in 2017.
+/+ +/+ +/+
Keur, algemene regels en beleidsregels waterkeringen in 2015 vastgesteld
+/+ +/+ +/+
Innovatieve technieken toegepast in beheer van de waterkeringen
+/+ +/+ +/+
Toelichting verplicht indien niet alles op groen Einddoelstelling zal niet worden gehaald als gevolg van besluiten over de planning van de Keur (vaststelling Keur in 2016). De leggers zijn volgend op de Keur en kunnen derhalve niet eerder dan 2017 worden vastgesteld.
Maatregel verplicht indien niet alles op groen
Doelstelling 3 - Het beperken van de gevolgen van overstromingen AFDELING
Nr.
Maatregel
PI/afspraak
Reasliatie 2013
WKB
08
Waterveiligheid krijgt een adequate plaats in de ruimtelijke planvorming
Aantal gemeenten waar overstromingsrobuuste inrichting onder de aandacht is gebracht
AFDELING
Nr.
Maatregel
WKB
09
WKB
WKB
Norm 2014
Realisatie t/m juni 2014
Realisatie t/m december 2014
Einddoelstelling
K
K
G
In alle gemeenten zijn Uitgangspunten afspraken gemaakt over besproken met 50% van de opname van de gemeenten. waterveiligheid in de ruimtelijke ordening en is aandacht voor robuuste ruimtelijke inrichting.
Loopt via Watertoetsers (Meerlaagsveiligheid, Handreiking Overstromingsrobuust Bouwen en Handboek Watertoets)
Uitgangspunten is met 50% van de gemeenten besproken.
In alle gemeenten zijn afspraken gemaakt over de opname van waterveiligheid in de ruimtelijke ordening en is aandacht voor overstromings-robuuste ruimtelijke inrichting
+/+ +/+ +/+
PI/afspraak
Realisatie 2013
Norm 2014
Realisatie t/m juni 2014
Realisatie t/m december 2014
Einddoelstelling
K
Uitvoering activiteitenprogramma 2013 rampKOERS
Uitvoering van activiteiten uit programma 2013
100% van de activiteiten uit programma 2013 zijn uitgevoerd.
- uitvoering van programma
- uitvoering loopt op schema
100% van de activiteiten uitgevoerd
10
Een bekwame en goed geëquipeerde calamiteitenorganisatie
OTO-motive is uitgevoerd en vastgesteld
Uitvoering van het jaarprogramma OTO
- uitvoering loopt op schema
100%, OTO is uitgevoerd.
11
Samenwerking met netwerkpartners in crisisbeheersing: planvorming, bestrijding, opleidingen, trainingen, oefeningen
Aanbod voor opleidingen, trainingen en oefeningen voor alle deelnemers aan de calamiteitenorganisatie - In 2013 werken we in Midden-Nederland met een gezamenlijke visie op calamiteitenzorg - Instemming met Nederlandse waterschapsvisie crisisbeheersing
+/+ Een professioneel, hoogwaardig en bestendig calamiteitenzorgsysteem +/+ Doelmatig en doeltreffend functioneren tijdens (dreiging van) calamiteiten
implementeren deelprojecten uit ‘Deining en Doorbraak’
- Planning volgens jaarprogramma 2014
100% van de activiteiten uitgevoerd
Toelichting verplicht Maatregel indien niet alles op verplicht groen indien niet alles op groen
Doelstelling 4 – Een doelmatig en doeltreffend functionerend calamiteitenzorgsysteem
Conform afspraak, jaar is afgesloten met evaluatie en leerpunten voor 2014 Landelijke projectmanager stelt in samenspraak uitvoeringsplan op die begin 2014 gereed moet zijn - Doorontwikkeling Voortgang is besproken plannen Dijkringen 14 in Stuurgroep. Er is 15 44 n.a.v. tevredenheid over de overstromingsoefening voortgang. West-NL Coördinatieplan is in concept gereed. Er is samenwerking in Er wordt gewerkt aan koude en warme fase een betere met VRU informatievoorziening tussen VR en waterschap.
36
Implementeren Visie NL, - Implementatie in ‘Samenwerking in Uitwerkingsprogr. loopt Crisisbeheersing’ conform afspraak
Vaststellen coördinatieplan Dr. 14,15, 44 en afstemming waterinformatie/ waterbeelden Invullen afspraken convenant VRU
Een professioneel, hoogwaardig en bestendig calamiteitenzorgsysteem waarin wij intensief samenwerken en afstemmen met netwerkpartners, t.b.v. succesvolle calamiteitenbestrijding
T
G
+/+
+/+
+/+
+/+
+/+ +/+ +/+
+/+ +/+ +/+
'-coördinatieplan op 15 mei in Stuurgroep vastgesteld. Tevens het format Waterbeeld
+/+ +/+ +/+
-actielijst voor HDSR deel loopt op schema. Uitvoering van actielijst door VRU en RWS loopt niet op schema. HDSR oefent ambtelijk druk uit.
+/+ +/+ +/+
Toelichting verplicht Maatregel indien niet alles op verplicht groen indien niet alles op groen
Doelstelling 5 - Waterkeringen worden niet door muskusratten verzwakt AFDELING
Nr.
Maatregel
PI/afspraak*
Realisatie 2013 Norm 2014
Realisatie t/m juni 2014
Realisatie t/m december 2014
Einddoelstelling
K
T
MRB
12
Muskusrattenbeheer in gebied HDSR
Aantal muskusratten vangsten per kilometer watergang
0,31 v/km
0,41 v/km
0,17 v/km
0,30 v/km
Einddoelstelling MJP 2015: 0,36 v/km
+/+ +/+ +/+
MRB
13.
Muskusrattenbeheer in gehele bewerkingsgebied
Aantal muskusratten vangsten per kilometer watergang
0,21v/km
0,19 v/km
nvt
nvt
Einddoelstelling MJP 2015: 0,16 v/km
nvt
MRB/WKB
14
Uitvoeren experimenten voorkomen muskusrattenschade (Veldproef)
Uitgevoerde pilot
De Uitvoeren pilot maartregelen zijn in uitvoering als onderdeel van de kade verbetering Enkele Wiericke (2013-2015). Na uitvoering van de kadeverbetering wordt gestart met de monitoring.
De kadeverbetering (waarin de maatregelen zijn opgenomen) is in uitvoering
Overzicht mogelijke preventieve maatregelen mbt voorkomen muskusrattenschade
+/+ +/+ +/+
AFDELING
Nr.
Maatregel
PI/afspraak
Realisatie 2013 Norm 2014 (Burap3)
realisatie 2014 t/m juni
Einddoelstelling
K
WSB/S&I
15
Bijdrage aan het deelprogramma Zoetwater en beïnvloeding van de Deltabeslissing
Bijdrage geleverd via platform zoetwater Westen Midden Nederland
WSB
16.
Modernisering van het waterakkoord Sluis Bodegraven
Nieuw Waterakkoord sluis Bodegraven
nvt
G
nvt
Toelichting verplicht indien niet alles op groen
Maatregel verplicht indien niet alles op groen
De verantwoording over deze prestatie indicator loopt via de bestuurlijke rapportage die GRMRB opstelt voor de deelnemende partijen en maakt daarom vanaf de begroting 2015 geen deel meer uit van de bestuursrapportage van HDSR aan ons algemeen bestuur. In deze rapportage wordt op deze prestatie indicator, vooruitlopend op het verdwijnen ervan, niet meer gerapporteerd.
Doelstelling 6 – Regionale verbetering van het watersysteem
37
Ter info nvt
n.v.t.
Proces gereed, aanbieding Deltabesluit tbv besluitvorming Tweede Kamer
Gereed
Onze bijdrage is geleverd en opgenomen in het Deltabesluit dat besproken is in de ministerraad en nog vastgesteld moet worden door de 2e kamer Afstemming met Deltabesluit Zoet water
Realisatie t/m december 2014
Bestuurlijke en ambtelijke gesprekken hebben geleid tot de conclusie dat Rijnland en HDSR het wat betreft dit onderwerp niet eens zijn
T
G
+/+ In 2014 wordt de Deltabeslissing genomen, mede gebaseerd op input uit onze regio.
+/+
+/+
+/+
-/-
+/-
In 2014 is er een nieuw waterakkoord gebaseerd op de evaluatie van het huidige waterakkoord en de komende Deltabeslissing.
Toelichting verplicht indien niet alles op groen
Maatregel verplicht indien niet alles op groen
Er is verschil van inzicht met HH Rijnland over de te verrekenen kosten en de systematiek. Op ambtelijk en bestuurlijk niveau komen we er niet uit. Dit zorgt voor vertraging en het niet behalen van de einddoelstelling.
Inmiddels is mediation gestart door een onafhankelijke derde partij
Doelstelling 7 – Gebiedsgerichte verbetering van het watersysteem AFDELING
Nr.
Maatregel
PI/afspraak
Realisatie 2013 (Burap3)
Norm 2014
realisatie 2014 t/m juni
Realisatie t/m december 2014
Einddoelstelling
K
T
G
WSB
17.
Actualiseren peilbesluiten (volgens GGOR systeem).
Cumulatief % gebied dat een actueel bestuurlijk vastgesteld peilbesluit heeft.
Ter info 72%
72% (pb Nieuwegein)
74%
75%
In 2015 zijn alle peilbesluiten actueel (niet ouder dan 10 jaar). 79% van het beheergebied heeft een peilbesluit. Het overige deel is vrijgesteld gebied (Heuvelrug en uiterwaarden)
+/+
-/-
+/+
WSB
18.
Uitvoeren integrale watergebiedsplannen
Cumulatief aantal uitgevoerde watergebiedsplannen
0
1
0
0
In 2020 zijn alle 8 wgp uitgevoerd +/+ (incl.NBW proof 2015)
+/-
+/+
WSB
19.
Opstellen watergebiedsplannen inclusief sub-TOP en overige gebieden
Cumulatief aantal bestuurlijk vastgestelde watergebiedsplannen
6
6
6
6
In 2015 zijn 8 watergebiedsplannen vastgesteld.
WSB
20.
Uitvoeren projecten gefinancierd uit de Nota Ruimte van het Rijk
Cumulatief aantal gerealiseerde projecten
Achttienhoven verloopt volgens plan, Enkele Wiericke is in uitvoering. In september heeft college besloten te stoppen met de uitvoering van de projecten Oude Rijn en Meije en de nota Ruimte gelden hier anders aan te wenden.
Enkele Wiericke uitgevoerd, Achttienhoven gestart met uitvoering
Enkele Wiericke loopt goed. Achttienhoven is iets vertraagd door boerderijaankoop, die inmiddels wel heeft plaatsgevonden. Beide projecten zijn in 2015 gerealiseerd.
Enkele In 2015 zijn 2 projecten Wiericke nadert gerealiseerd afronding. De kavelruil in Achttienhoven heeft tot nieuwe vertraging geleid en zal daardoor pas in 2016 zijn gerealiseerd.
38
Toelichting verplicht indien niet alles op groen Realisatie: De doelstelling voor 2014 is wel gehaald, echter de einddoelstelling wordt niet gehaald. Daarom wordt deze PI op tijd negatief gescoord.
Maatregel verplicht indien niet alles op groen
Het eerste WGP, Kamerik Zegveld, wordt in 2015 of 2016 opgeleverd. De norm van 1 uitgevoerd WGP in 2014 is daardoor niet gehaald.
Maatregel: Voor Kamerik Zegveld wordt meer tijd genomen midddels uitvoeren van bijgestelde projectplanning (afgestemd met AB) Einddoelstelling blijft realistisch en haalbaar.
Realisatie: Achttienhoven wordt in 2015 opgestart en volgens planning in 2016 afgerond.
Maatregel: Aanhaken bij verkaveling voor groei (initiatief Prov.Utrecht) en wens van het gebied. De einddoelstelling is daardoor niet haalbaar. Dit is gecommuniceerd met het AB.
Maatregel: In 2014 is een nieuwe meerjarenplanning voor de peilbesluiten vastgesteld. Daarin is aangegeven dat in 2018 alle gebieden die daarvoor een verplichting hebben een peilbesluit hebben. Vanaf 2015 wordt gerapporteerd op de voortgang t.o.v. deze nieuwe meerjarenplanning.
+/+ +/+ +/+
+/+
-/-
+/+
Doelstelling 8 – Voorkoming en bestrijding van verdroging AFDELING
Nr.
Maatregel
PI/afspraak
Realisatie Norm 2013 2014 (Burap3)
WSB
21.
Op orde brengen van de waterhuishouding in de TOP verdroogde gebieden
Cumulatief aantal verdroogde gebieden, waar waterhuishouding op orde is.
AFDELING
Nr.
Maatregel
PI/afspraak
WSB
22.
Uitvoeren meetplan oppervlaktewatersysteem
Uitgevoerde maatregelen meetplan
Ter info 4
4
realisatie 2014 t/m juni Realisatie t/m december 2014
Einddoelstelling
K
T
G
Toelichting verplicht indien niet alles op groen
4
in 2015 zijn 6 verdroogde gebieden op orde
+/+
+/-
+/+
Realisatie: Voor 4 TOP-gebieden is Maatregel: In 2015 worden in Kolland de grondwatersituatie op orde. maatregelen uitgevoerd en in OverVoor Kolland zijn Langbroek voorbereid. uitvoeringsmaatregelen uitgewerkt om de verdroging te bestrijden. Voor Over-Langbroek worden de uitvoeringsmaatregelen in 2015 opgesteld. De norm van 2014 is wel behaald maar de einddoelstelling is waarschijnlijk niet haalbaar omdat OverLangbroek niet in 2015 wordt afgerond. Daarom wordt deze PI op de factor Tijd als onvoldoende beoordeeld.
Einddoelstelling
K
T
G
Toelichting verplicht indien niet alles op groen
Maatregel verplicht indien niet alles op groen
+/+
+/-
+/+
Realisatie: de norm van 2014 is niet gehaald doordat het KNMI in de 2e helft van 2014 met nieuwe inzichten is gekomen omtrent de meest optimale manier van integratie van neerslagradar en grondstations. Dit is het resultaat van de nasleep van de calamiteit Kockengen, waarbij het KNMI uitleg moest geven over de diversiteit van haar producten en daarvoor de communicatie naar burgers via de website moet gaan aanpassen. De calamiteit heeft ervoor gezorgd dat HDSR niet meer voor een regionale aanpak kiest voor de integratie van neerslagradar en grondstations, maar zich aansluit bij de landelijke aanpak die KNMI gaat uitrollen, zodat de burger voortaan eenduidige gegevens van KNMI en HDSR krijgt.
Maatregel: Afstemming met KNMI over de integratie en de benodigde aanvullende neerslagmeters.
4
Maatregel verplicht indien niet alles op groen
Doelstelling 9 – Op orde houden van het watersysteem door effectief beheer Realisatie Norm 2013 2014 (Burap3)
39
Ter info 65%
85%
realisatie 2014 t/m juni Realisatie t/m december 2014
75% (nieuwe debietmeters besteld, maar nog niet geplaatst)
80% = De nieuwe In 2015 is het meetplan debietmeters zijn uitgevoerd. geleverd. Deze worden in 2015 geplaatst. Het onderzoek naar het neerslagmeetnet voor de kalibratie van neerslagradar is afgerond. Hierdoor kan pas in 2015 een 3-tal aanvullende neerslagmeters geplaatst worden.
AFDELING Nr.
Maatregel
PI/afspraak
WSB
23.
Opstellen nieuw Meetplan oppervlaktewatersysteem
Vastgesteld nieuw meetplan
WSB
24.
Uitvoeren GOP Kunstwerken 2012-2016
WSB
25.
WSB
Realisatie 2013 (Burap3)
Norm 2014
realisatie 2014 t/m juni
Realisatie t/m december 2014
Einddoelstelling
K
T
G
Toelichting verplicht indien niet alles op groen
Maatregel verplicht indien niet alles op groen
Ter info 0%
vastgesteld meetplan
10%
15%
In 2014 is een nieuw meetplan 2015-2019 vastgesteld.
+/+
-/-
+/+
Realisatie: de norm van 2014 is niet gehaald doordat de achterstand in validatie nog steeds niet is weggewerkt, waardoor het moeilijk te bepalen is of er sprake is van een knelpunt in het meetnet of van eenvoudig te verhelpen storingen bij bestaande meetpunten.
Maatregel: Met de recentelijk opgeleverde waterbalansfunctionaliteit wordt geanalyseerd waar gebiedsspecifieke knelpunten optreden en waar dus met prioriteit de monitoring verbeterd moet worden. Zowel de analyse als de validatie zal medio 2015 afgerond zijn, zodat in september het meetplan in concept met de rest van de organisatie afgestemd kan worden. Het meetplan kan eind 2015 worden vastgesteld.
Cumulatief aantal gerenoveerde kunstwerken
20
23
22
34
+/+
+/+
+/+
Uitvoeren van GOP Oevers 2013 tot 2018
Cumulatief aantal kilometer harde oevers
34
1,6
1,1
1,1
60 stuks gerenoveerde kunstwerken in 2016, waarvan 50 gereed en 10 lopend GOP Oevers 2013 tot 2018, 4 km oever hersteld in 2018.
+/+
+/-
+/+
26
Uitvoeren van GOP Oevers 2013 tot 2018
15,5
0,2
0,2
0,2
+/+
+/+
27.
Implementeren toestandsafhankelijk waterbodembeheer
Aanschaf beslissingonderst eunend computerprogram ma klaar voor aanbesteding
Werkend gevuld databeheerprogramma monitoring slibaanwas en aanbesteding van beslissendondersteunend computerprogramma voor planning van gebiedsspecifieke baggercyclus
De initiatie, studie en ontwerpfase zijn doorlopen. Afstemming met de marktpartijen heeft plaatsgevonden. Het aanbestedingstraj ect is gestart.
GOP Oevers 2013 tot 2018, 7 km oever hersteld, en heringericht als nvo, in 2018. De initiatie, studie en In 2016 is ontwerpfase zijn toestandsafhankelijk doorlopen. Afstemming waterbodembeheer met de marktpartijen ingevoerd. heeft plaatsgevonden. Tevens heeft de afstemming met andere waterschappen plaats gevonden. Het aanbestedingstraject is gestart.
+/+
WSB
Cumulatief aantal kilometer natuurvriendelijke oevers Toestandsaf-hankelijk waterbodembeheer is ingevoerd
+/+
+/-
+/+
WSB
28.
Uitvoeren baggerjaarplan
Cumulatief aantal kuubs (m3)
5.057.506
5.320.000
5.171.670
5.281.434
+/+
+/+
+/+
WSB
29.
Verbeteren sturing en monitoring oppervlakte watersysteem
Vernieuwd CAWsysteem
4 van de 9 deelprojecten zitten in de aanbestedingsfas e
Uitvoering
4 van 9 projecten in uitvoering, overige in voorbereiding
Van de 9 deelprojecten: 4 in voorbereiding, 4 in uitvoering, 1 afgerond
Baggerachterstand in 2016 weggewerkt (5,9 mln m3) In 2016 is het CAW vernieuwd.
+/+
+/+
+/+
WSB
30.
Doorontwikkelen WIS
Percentage doorontwikkeling gerealiseerd
10%
30%
20% (nieuwe functionaliteit voor geografisch versiebeheer is al half ontwikkeld)
30% (nieuwe functionaliteit voor geografisch versiebeheer is geheel ontwikkeld en wordt in 2015 bij HDSR geïmplementeerd)
In 2016 zijn 100% van de verbeteringen geïmplementeerd
+/+
+/+
+/+
40
Realisatie: de norm van 2014 is niet Maatregel: Toezien op uitvoering gehaald door vertraging bij het van het project door gemeente project "jaagpad, Leidsche Rijn, Woerden Harmelen". Dit project wordt uitgevoerd door de gemeente Woerden. De afronding staat gepland voor maart-april 2015. De einddoelstelling blijft haalbaar.
Realisatie: Het aanbestedingstraject voor het databeheerprogramma is nog in gang. Door de problemen rondom de calamiteit Kockengen en de ICT-migratie is dit aanbestedingstraject later opgestart.
Maatregel: er wordt nu ingezet op gunning in het begin van 2015 en een geleidelijke invoering van toestandafhankelijk waterbodembeheer zoals verwoord in de Strategie baggeropgave. Einddoelstelling is nog haalbaar.
Doelstelling 10 – Beperking wateroverlast: regionale watersystemen zijn in 2015/2027 conform voormalige NBW op orde AFDELING
Nr.
Maatregel
PI/afspraak
Realisatie 2013 (Burap3)
WSB
31.
Uitwerken en vaststellen wateropgave wateroverlast en implementatiestrategie
Bestuurlijk vastgestelde wateropgave wateroverlast en implementatiestrategie
WSB
32.
Uitvoeren van reeds geplande geen-spijt maatregelen
Cumulatief percentage van de oorspronkelijke opgave dat is uitgevoerd
20%
AFDELING
Nr.
Maatregel
PI/afspraak
Realisatie 2013 (Burap3)
WSB
33.
Scores HDSR op landelijke KRW maatlatten (alle 30 waterlichamen).
EU Monitoringsverplichting. Score t.o.v. KRW doelen (GEP) per waterlichaam.
Ter info In uitvoering
Norm 2014
realisatie 2014 t/m juni
Realisatie t/m december 2014
Einddoelstelling
K
T
G
Toelichting verplicht indien niet alles op groen
Maatregel verplicht indien niet alles op groen
Vastgestelde wateropgave wateroverlast en implementatiestrategie
De wateropgave wateroverlast en implementatiestrategie zijn bestuurlijk vastgesteld. 25%
In 2014 is de wateropgave wateroverlast en implementatiestrategie bestuurlijk vastgesteld. In 2015 zijn alle geenspijt maatregelen uitgevoerd en wordt voldaan aan 30% van de oorspronkelijke doelstelling
+/+
+/+
+/+
20%
De wateropgave wateroverlast en implementatiestrategie zijn bestuurlijk vastgesteld. 25%
+/+
+/+
+/+
Realisatie: De geplande maatregelen zijn grotendeels opgenomen in de wgp's. Een deel van deze plannen loopt vertraging op vanwege moeizame gebiedsprocessen. Desondanks is de norm voor 2014 behaald. De einddoelstelling van 30% in 2015 is niet haalbaar. De gegevens over de scores op de maatlatten worden 1x per jaar berekend over het voorgaande jaar. Het betreffen hier dus de scores over het jaar 2013 (die in het voorjaar 2014 bekend zijn geworden). De scores op de maatlatten zijn in lijn met de verwachtingen en liggen dicht bij het realistische doel van 2015 waardoor zowel kwaliteit, tijd als geld groen scoort.
Maatregel: In 2014 is de nieuwe Wateropgave Wateroverlast en bijbehorende implementatiestrategie vastgesteld. Vanaf 2015 wordt gerapporteerd op de voortgang t.o.v. deze nieuwe opgave.
Norm 2014
realisatie 2014 t/m juni
Realisatie t/m december 2014
Einddoelstelling
K
T
G
Toelichting verplicht indien niet alles op groen
Maatregel verplicht indien niet alles op groen
3% Slecht, 27% Ontoereikend, 70% Matig, 0% Goed.
Meetjaar 2013: 3% Slecht, 47% Ontoereikend, 50% Matig, 0% Goed
Meetjaar 2013: 3% Slecht, 47% Ontoereikend, 50% Matig, 0% Goed. 2014:in BURAP No.1 2015 volgt info over het meetjaar 2014.
In 2015: 0% Slecht, 36,67% Ontoereikend, 56,67% Matig, 6,67% Goed. In 2027: 100% Goed (conform WBP).
+/+
+/+
+/+
Over het begrotingsjaar 2014 is deze informatie nog niet beschikbaar.
Doelstelling 11 – Monitoring scores op landelijke KRW maatlatten
41
Ter info 2012: 7% slecht, 50% ontoereikend, 43% matig, 0% goed. In BURAP no 1 volgt info over het meetjaar 2013
Doelstelling 12 – Uitvoering KRW maatregelen conform WBP AFDELING
Nr.
Maatregel
PI/afspraak
Realisatie 2013 (Burap3)
Norm 2014
realisatie 2014 t/m juni
Realisatie t/m december 2014
Einddoelstelling
K
T
G
Toelichting verplicht indien niet alles op groen
Maatregel verplicht indien niet alles op groen
Ter info WSB
34.
KRW uitvoeringsmaatregelen t/m 2015 (conform WBP).
EU Uitvoeringsverplichting. KRW maatregelen uitvoeren om KRW doelen te halen.
2012: 11 stuks 'Planvoorbereiding, 49 stuks 'In uitvoering'', 19 stuks 'uitgevoerd'. 2013: volgt half februari 2014
0 stuks 'Planvoorbereiding', 19 stuks 'In uitvoering', 60 stuks 'Uitgevoerd'.
1 stuks 'Planvoorbereiding' (de slibvang), 53 stuks 'In uitvoering' (waarvan 23 stuks doorlopend in uitvoering zijn via onderhoud en peilbeheer), 25 stuks 'Uitgevoerd'.
0 stuks 'Planvoorbereiding' (de slibvang is inmiddels bestuurlijk gewijzigd in AB 17/dec./2014, = 1 stuks 'Vervangen'), 17 stuks 'In uitvoering', 61 stuks 'Uitgevoerd'.
In 2015: alle 79 stuks maatregelen uitgevoerd (conform WBP).
+/+
+/+
+/+
WSB
35.
Aanleggen natuurvriendelijke oevers (KRW)
Cumulatief aantal aangelegde kilometers oever met een gemiddelde breedte van 5 meter
100,9
36
18
31,5
43,7 km KRW-proof oever gerealiseerd in 2015
+/+
+/-
+/+
Realisatie: De in 2009 gestelde eindnorm zal niet volledig worden behaald. Niet alles is uitvoerbaar, zoals in 2008 bedacht. Aanleg van nvo’s in o.a. de Lopikerwaard en de Grecht loopt achter vanwege de zoektocht naar de meest kosteneffectieve locaties. Voorbereiding heeft dus meer tijd gekost en daardoor loopt ook de uitvoering achter. De focus ligt op het realiseren van de restopgave.
Maatregel: Doorgaan met de uitvoering. Prognose: rond de 37 km in 2016 lijkt haalbaar. Gelijktijdig met de voortgangsrapportage KRW over 2014 (2e kw. van 2015) wordt het bestuur geïnformeerd over wijzigingen op de maatregelen.
Norm 2014
realisatie 2014 t/m juni
Realisatie t/m december 2014
Einddoelstelling
K
T
G
Toelichting verplicht indien niet alles op groen
Maatregel verplicht indien niet alles op groen
130 stuks uitgevoerd.
130 stuks waterlichaam gerelateerde onderzoeken uitgevoerd
130 stuks waterlichaam 130 stuks waterlichaam gerelateerde onderzoeken gerelateerde onderzoeken uitgevoerd uitgevoerd
+/+ In 2015: 130 stuks waterlichaam gerelateerde onderzoeken uitgevoerd (conform WBP).
+/+
+/+
Alles afgerond (12)
12
Alle 12 de onderzoeken zijn gereed
In 2015 zijn alle 12 onderzoeken gereed
+/+
+/+
+/+
Doelstelling 13 – Uitvoering KRW onderzoek conform WBP (Alle KRW Onderzoeken zijn uitgevoerd in 2013, daarmee is de doestelling t/m 2015 uitgevoerd). AFDELING
Nr.
Maatregel
PI/afspraak
Realisatie 2013 (Burap3) Ter info
WSB
36.
KRW onderzoeksmaatregelen t/m 2015 (conform WBP).
WSB
37.
Uitvoeren van KRWonderzoeksprogramma
EU Uitvoeringsverplichting. Onderzoeken naar effectiviteit, haalbaarheid & betaalbaarheid van KRW maatregelen. Aantal onderzoeken gereed per jaar
42
Alle 12 de onderzoeken zijn gereed
Doelstelling 14 – Synergieprojecten (KRW deel zit ook in KRW PI 34) AFDELING Nr. Maatregel
PI/afspraak
Realisatie 2013 (Burap3) Ter info Uitvoering
Norm 2014
realisatie 2014 t/m juni
Realisatie t/m december 2014
Einddoelstelling
K
T
G
Toelichting verplicht indien niet alles op groen
Maatregel verplicht indien niet alles op groen
Uitvoering
onderzoek naar mogelijkheden vindt plaats
1,9 van 3,4 km nvo is gerealiseerd in de Waterberging en waterschapsnesse (tevens baggerdepot), natuurontwikkeling die onderdeel vormt van de boezem van gereed in 2015 de Grecht.
+/+
-/-
+/-
Realisatie: nog 1,5 km natuurvriendelijke oever te realiseren. Einddoelstelling wordt niet gehaald.
Maatregel: Onderzoek loopt naar aanleg van deze nvo in 2015-2017, buiten de Grecht in parallel lopende poldersloot langs teen van de kering. In combinatie met voor die periode op het programma staande verbetering van de Grechtkade west. Er resteert nog 1 km tot eind 2017. Mogelijkheid van doorschuiven van budget of nieuw budget wordt in 2015 onderzocht.
Alle maatregelen uitgevoerd exclusief slibvang Alle maatregelen uitgevoerd
laatste deelproject in Met uitzondering van de slibvang zijn alle voorbereiding. maatregelen uitgevoerd of in uitvoering. Uitvoering medio 2014 Ter compensatie van de slibvang worden extra natuurvriendelijke oevers gerealiseerd In uitvoering In uitvoering
Synergieproject gereed in +/+ 2015.
+/+
+/+
Synergieproject gereed in +/+ 2015
+/-
+/+
Realisatie: in 2014 klaar met 3 van de 4 projecten.
Maatregel: het 4e project wordt gerealiseerd door de gemeente Utrecht. HDSR ziet er op toe dat de subsidie wordt benut en dat aan de subsidievoorwaarden wordt voldaan.
WSB
38.
Uitvoeren synergieproject Grecht
Uitvoering synergieproject
WSB
39.
Uitvoeren synergie project Kromme Rijn
Uitvoering synergieproject
Uitvoering
WSB
40.
Deelname in synergieproject Schoon water gem.Utrecht voor waterlichaam Maartensdijk en Vecht
Uitgevoerd synergieproject
Uitvoering
WSB
41.
Uitvoeren synergieproject herinrichting HaarrijnOuwenaar
Uitgevoerd synergieproject
Uitvoering
Uitvoering
In uitvoering
Het project is binnen budget en tijdsplanning uitgevoerd.
Aanleg NVO in boezem, verplaatsen gemaal Haarrijn en herinrichten voormalige boezem gereed in 2015
+/+
+/+
+/+
AFDELING
Nr.
Maatregel
PI/afspraak
Realisatie 2013 (Burap3)
Norm 2014
realisatie 2014 t/m juni
Realisatie t/m december 2014
Einddoelstelling
K
T
G
Toelichting verplicht indien niet alles op groen
Maatregel verplicht indien niet alles op groen
WSB
42.
Vispasseerbaar maken van kunstwerken
Cumulatief aantal gerealiseerde vispassages
67
47
57
Realiseren van alle vispassages binnen WGP, KRW en buiten WGP en KRW verband.
+/+
+/-
+/+
Realisatie: I.v.m. vergunningen en uitgestelde verbeterprojecten, zoals de WGP's, zijn er nog 11 vispassages in uitvoering die in 2015 gereed zijn. De doelstelling van 67 in 2014 is niet behaald.
Maatregel: geen extra maatregelen. In 2015 wordt de doelstelling van 2014 met vertraging gerealiseerd.
Doelstelling 15 – Vispasseerbaar maken van kunstwerken
Ter info 47
43
Doelstelling 16 – Verder verlagen van diffuse emissies en voldoen aan normen voor prioritaire en gevaarlijke stoffen AFDELING
Nr. Maatregel
PI/afspraak
Realisatie 2013
Norm 2014
Realisatie t/m juni 2014
Realisatie t/m december 2014
Einddoelstelling
K
V&H
43
Naleving kwaliteit van lozingen op Oppervlaktewater
97%
90%
90%
93%
>90%
+/+ +/+ +/+
Toezicht en handhaving directe lozingen
T
G
Toelichting verplicht indien niet alles op groen
Maatregel verplicht indien niet alles op groen
Toelichting verplicht indien niet alles op groen Gemeten volgens het Activiteitenbesluit zijn er in 2014 totaal 3 overschrijdingen vastgesteld. In april 2014 is het Activiteitenbesluit ingegaan waardoor enkele lozingsnormen zijn aangepast. Dit betekent ook een andere definitie van de pi ‘voldoen aan de lozingseisen’. In 2015 zal deze pi dan ook anders worden ingevuld in lijn met het activiteitenbesluit
Maatregel verplicht indien niet alles op groen
Toelichting verplicht indien niet alles op groen De afvalwaterakkoorden met de gemeenten Lopik en Zeist zijn niet afgesloten in 2014. Voor beiden geldt dat de gemeente qua planning achterloopt.
Maatregel verplicht indien niet alles op groen
Doelstelling 17 - Voldoen aan lozingseisen, afnameverplichting en overige eisen AFDELING
Nr. Maatregel
PI/afspraak
Realisatie 2013
Norm 2014
Realisatie t/m juni 2014
Realisatie t/m december 2014
Einddoelstelling
K
T
G
ZB
44
Voldoen aan lozingseisen
Voldoen aan lozingseisen
86%
100%
99%
99,5%
100% voldoen aan de lozingseisen.
+/+ +/-
ZB
45
Optimalisatie proces
Verwijderingspercentage van fosfaat
88,3%
83%
85%
88,1%
+/+ +/+ +/+
ZB
46
Optimalisatie proces
Verwijderingspercentage van stikstof
87,6%
83%
85%
86,4%
Voldoen aan minimale wettelijke eis van 75% Voldoen aan de minimale wettelijke eis van 75%
+/+
De overschrijdingen betreffen de rwzi Utrecht. Er is een team actief dat de effluentkwaliteit van rwzi Utrecht bewaakt en zo nodig maatregelen treft.
+/+ +/+ +/+
Doelstelling 18 – De laagst maatschappelijk aanvaardbare kosten in de afvalwaterketen AFDELING
Nr. Maatregel
PI/afspraak
Realisatie 2013
Norm 2014
Realisatie t/m juni 2014
Realisatie t/m december 2014
Einddoelstelling
K
P&A/ZB
47
Sluiten van afvalwaterakkoorden met gemeenten
Cumulatief aantal bestuurlijk vastgestelde afvalwaterakkoorden
12
16
13
14
16 afvalwaterakkoorden in 2014
+/+ +/-
P&A/ZB
48
Toetsen gemeentelijke rioleringsplannen
Cumulatief aantal getoetste gemeentelijke rioleringsplannen
19
19
19
19
19 getoetste rioleringsplannen in 2015
+/+ +/+ +/+
44
T
G
+/+
Bij het sluiten van afvalwaterakkoorden zijn we afhankelijk van gemeenten en hun planvorming. HDSR is klaar met de voorbereiding van de betreffende afvalwaterakkoorden. Knelpunt in de voortgang ligt nu bij de gemeenten. Waar nuttig wordt het op de bestuurlijke agenda gezet.
Doelstelling 19 - Regionale samenwerking in de afvalwaterketen (Winnet) AFDELING
Nr.
Maatregel
PI/afspraak
Realisatie 2013
Norm 2014
Realisatie t/m juni 2014
Realisatie t/m december 2014
Einddoelstelling
K
T
G
P&A
49
opstarten van direct uitvoerbare projecten
Cumulatief aantal projecten
Niet gestart in 2013
4
5
5
Operationeel in 2012 2016
+/+ +/+ +/+
S&I
50
Ontwikkelen van (beleids) producten, die op (middel)lange termijn voordeel opbrengen
Opstellen van het Regionaal Afvalwaterketen Beleid
0
1
Het RAB wordt in 2014 aan het bestuur aangeboden
1
Aanbieden RAB aan AB in 2014 en vanaf 2015 implementeren van acties
+/+ +/+ +/+
AFDELING
Nr.
Maatregel
PI/afspraak
Realisatie 2013
Norm 2014
Realisatie t/m juni 2014
Realisatie t/m december 2014
Einddoelstelling
K
ZB
51
Onderzoek met een Nereda Onderzoeksresultaat schaalmodel op de rwzi Utrecht
Nereda schaalmodel opgeleverd en gevuld met entslib.
Onderzoeksresultaten Onderzoek is inmiddels beschikbaar afgerond (ook de 2e fase) en resultaten worden in 2014 aan bestuur voorgelegd.
De resultaten zijn aan het Algemeen bestuur voorgelegd.
Gefundeerde keuze zuiveringstechnologie rwzi Utrecht
+/+ +/+ +/+
ZB
52
Energie-efficiëntieverbetering
Cumulatief procentuele energie efficiëntie verbetering
14%
18%
18%
18%
Energie-efficiëntieverbetering in 2020 is 30% ten opzichte van 2005(2% per jaar)
+/+ +/+ +/+
ZB
53
Verhogen percentage biogasbenutting t.o.v. biogas productie
Percentage biogasverbruik
91%
96%
91%
91%
98% benutting biogasproductie in 2015
+/+ +/-
Toelichting verplicht indien niet alles op groen
Maatregel verplicht indien niet alles op groen
Toelichting verplicht indien niet alles op groen
Maatregel verplicht indien niet alles op groen
Doelstelling 20 - Benutting grondstoffen uit afvalwater
45
T
G
+/+ Norm 2014 niet gehaald Beide omdat er aanpassingen hebben plaatsgevonden op rwzi's Nieuwegein en Utrecht waardoor meer biogas is afgefakkeld.
gasmotoren zijn inmiddels vervangen. Het percentage over de maand december was 97% wat aangeeft dat de norm in 2015 gehaald zal worden
Doelstelling 21 Betere dienstverlening door een evenwichtige belastingheffing tegen zo laag mogelijke kosten AFDELING
Nr.
Maatregel
PI/afspraak
Realisatie 2013
Norm 2014
BEL
54
Reacties (Belastingen) op tijd afhandelen
Percentage afgehandelde reacties binnen wettelijke termijn
Alle reacties zijn binnen de wettelijke termijn afgehandeld.
100%
46
Realisatie t/m juni Realisatie t/m 2014 december 2014 Zie opmerking in toelichting
Einddoelstelling K 100%
nvt
T
G
Toelichting verplicht indien niet alles op groen
nvt
nvt
Belastingsamenwerking Gemeenten en Hoogheemraadschap Utrecht (BghU) is als gemeenschappelijke regeling een zelfstandige publiekrechtelijke rechtspersoon en het waterschapsbestuur is vertegenwoordigd in het bestuur van deze GR. De verantwoording over deze prestatie indicator loopt via de bestuurlijke rapportage die BghU opstelt voor de deelnemende partijen. De verantwoording van bovenstaande PI maakt daarom ook geen onderdeel meer uit van de bestuursrapportage aan ons algemeen bestuur. In deze bestuursrapportage wordt een verantwoording gepresenteerd over de prestaties van HDSR.
Maatregel verplicht indien niet alles op groen
Doelstelling 22 - Het waterschap is zichtbaar in de samenleving en zoekt actief naar draagvlak AFDELING
Nr.
Maatregel
PI/afspraak
Realisatie 2013
Norm 2014
Realisatie t/m juni 2014
Realisatie t/m december 2014
Einddoelstelling
K
T
G
WSB
55
Het publiek onze cultuurhistorische objecten laten beleven
Cumulatief aantal te beleven objecten.
14
14
14
14
Zoveel mogelijk te beleven cultuurhistorische objecten
+/+
+/+
+/+
MO
56
Betere dienstverlening (e-Overheid + informatiehuishouding)
Aantal elektronische nieuwsbrieven (gemaild en op de website)
Electr.nws 7 @grariër 9, Totaal 16.
12 x per jaar
4
11
Minimaal 6 nieuwsbrieven per jaar
+/+
+/+
+/+
MO
57
Betrokkenheid bij Aantal de samenleving bezoekers open dagen van waterschapsobjecten
2012 bezoekers (zowel excursies als open dagen)
800
834
1642
800
+/+
+/+
+/+
MO
58
Informeren en draagvlak
Persberichten
93 55 persberichten
29
58
55
+/+
+/+
+/+
ICA
59
Informatieveiligheid
Aansluiting bij nvt landelijke ontwikkeling waterschappen.
De (Biwa) norm vastgesteld. Nulmeting volgens de norm (BIWA) uitgevoerd.
Nulmeting richtlijn gebruik webapplicaties uitgevoerd. Informerende notitie geschreven. Opstellen plan van aanpak (maatregelenpakket implementeren) gestart.
Eind 2015 is het maatregelenpakket geïmplementeerd.
+/+
+/-
+/+
V&H
60
Betere Dienstverlening
Aansluiting op het GBA gerealiseerd
Faciliteit is er en wordt gebruikt.
Faciliteit is er en wordt gebruikt.
Gegevens van onze burgers worden via onze GBA aansluiting opgevraagd.
+/+
+/+
+/+
nvt
47
In elk geval wordt in 2014 een nulmeting op de ISO norm 27001:2005 uitgevoerd, op basis waarvan een maatregelenpakket wordt samengesteld.
Toelichting verplicht indien niet alles op groen
Maatregel verplicht indien niet alles op groen
Maatregelenpakket is nog niet klaar. In 2014 is te weinig capaciteit beschikbaar geweest.
In 2015 is capaciteit gereserveerd om de doestelling te halen.
Doelstelling 23 - Integreren vaarwegbeheer in het waterbeheer AFDELING
Nr.
Maatregel
PI/afspraak
Realisatie 2013
Norm 2014
Realisatie t/m juni 2014
Realisatie t/m december 2014
Einddoelstelling
K
T
G
WSB
61
Vaststellen vaarwegenbeleid.
Bestuurlijk vastgesteld beleid.
geen
voorbereiding
voorbereiding
De nota vaarbeleid (80% versie) is ter consultatie besproken met de cie SKK.
Bestuurlijk vastgesteld beleid in 2015.
+/+
+/-
+/+
AFDELING
Nr.
Maatregel
PI/afspraak
Realisatie 2013
Norm 2014
Realisatie t/m juni 2014
Realisatie t/m december 2014
Einddoelstelling
K
T
G
V&H
62
Verlenen van vergunningen binnen de proceduretijd.
99%
95%
98%
97%
In 2014 binnen proceduretijd 95% vergunningverlening
+/+ +/+ +/+
ICA
63
Betere dienstverlening door middel van servicenormen.
Percentage binnen de proceduretijd verleende vergunningen in kalenderjaar. Implementatie Servicenormen.
Vaststelling servicenormen door college.
Conceptplan besproken.
Plan is gereed, wordt begin 2015 aan het college voorgelegd.
Aan het einde van 2014 werkt HDSR met een vastgestelde basisset Servicenormen.
+/+
2
voltooid
De realisatie is alsnog verschoven naar 2015 (zie toelichting).
Alle processen waarbij burgers via internet contact zoeken met het waterschap waarbij autorisatie aan de orde is maken gebruik van DigiD.
+/+ -/-
Toelichting verplicht indien niet alles op groen Realisatie: proces nota Vaarbeleid loopt parallel aan de nieuwe provinciale waterverordeningen die voor eind 2015 vastgesteld gaan worden.
Maatregel verplicht indien niet alles op groen In afstemming op de planning de nieuwe provinciale waterverordening wordt de nota vaarbeleid in juli aan het AB aangeboden.
Doelstelling 24 – Werken op een dienstverlenende en ingeland gerichte wijze
V&H
64
Betere dienstverlening door middel van Digid.
Eerste start is gemaakt in 2013. We liggen op koers om de afspraken over implementatie per 1-1-2015 na te komen. Minimaal 1 proces waarbij nvt de burger het waterschap benadert via internet wordt ondersteund met DigiD als autorisatie.
48
Toelichting Maatregel verplicht verplicht indien indien niet alles op niet alles op groen groen
+/- +/+ Het collegevoorstel Begin april 2015 is
is gereed en kan het voorstel aan het aan het college college voorgelegd. voorgelegd worden.
+/-
Met de huidige stand van Informatieveiligheid komt HDSR niet door de Rijkstoets om DigiD te gebruiken. Op zijn vroegst is dit eind 2015 haalbaar. Daarom is gekozen voor externe hosting, bij een organisatie die deze toets al wel heeft doorstaan.
Voorlopig (3 jr.) vindt externe hosting plaats van het zaaksysteem bij leverancier (die overheidsassessment op beveiliging met goed gevolg heeft ondergaan.)
Doelstelling 25 – Vergroting beleving door recreëren, cultuur en landschap AFDELING
Nr.
Maatregel
PI/afspraak
Realisatie 2013
Norm 2014
Realisatie t/m juni 2014
Realisatie t/m december 2014 Einddoelstelling
K
T
G
WSB
65
Opstellen beheerplan cultuurhistorische objecten
Vastgesteld beheerplan
concept plan met portefeuillehouder besproken
Vaststellen beheerplan
In voorbereiding
in voorbereiding
+/+
+/-
+/+
AFDELING
Nr.
Maatregel
PI/afspraak
Realisatie 2013
Norm 2014
Realisatie t/m juni 2014
Realisatie t/m december 2014 Einddoelstelling
K
T
G
S&I
66
Beleidskader maken voor winning van grondstoffen uit onze bedrijfsprocessen
Vaststellen grondstoffenvisie
Positie in top 5
1
In het najaar wordt de grondstoffenvisie behandeld in het AB
De grondstoffenvisie is op 2210-2014 door het AB vastgesteld.
In 2014 vastgestelde grondstoffenvisie
+/+ +/+ +/+
MO
67
Het toepassen van de duurzaam inkoop criteria van AgentschapNL
Percentage duurzaam inkopen volgens criteria van AgentschapNL
100%
100%
100%
100%
In 2015 100% duurzaam inkopen volgens de criteria van AgentschapNL in 2015.
+/+ +/+ +/+
AFDELING
Nr.
Maatregel
PI/afspraak
Realisatie 2013
Norm 2014
Realisatie t/m juni 2014
Realisatie t/m december 2014
Einddoelstelling*
K
MO
68
Op een efficiënte wijze ondersteuning bieden aan het primaire proces
Verhouding overhead t.o.v. totaal kosten
18%
16%
16%
16%
+/+ +/+ +/+
MO
69
Kennisontwikkeling binnen de organisatie
Gemiddeld geïnvesteerd bedrag in opleidingen per medewerker
1200 euro
1.200 euro
583 euro
1,100 euro
16% is het huidige normpercentage. In 2014 wordt een nieuwe waterschapsbrede benchmark uitgevoerd. Op basis van deze benchmark zal een voorstel tot bijstelling van het normpercentage worden voorgelegd. 1.200 euro
Beheerplan Cultuurhistorische objecten is vastgesteld
Toelichting verplicht indien niet alles op groen Realisatie: Het beheerplan Cultuurhistorie heeft eind 2014 de status 'in voorbereiding'. De norm 2014 is derhalve niet behaald.
Maatregel verplicht indien niet alles op groen
Toelichting verplicht indien niet alles op groen
Maatregel verplicht indien niet alles op groen
Toelichting verplicht indien niet alles op groen
Maatregel verplicht indien niet alles op groen
Maatregel: Het beheerplan wordt in 2015 door het college vastgesteld.
Doelstelling 26 Duurzaamheidcriteria wordt toegepast bij het inkopen en aanbesteden
Doelstelling 27 – Een efficiënte en effectieve organisatie
MO
70
Realiseren van een effectief werkende % behaalde organisatie doelstellingen vastgelegd in de 9 programma’s
49
83%
80%
93%
88%
Tenminste 90% in 2017
T
+/+ +/-
G
+/+ In 2014 is het In 2015 wordt onder
+/+ +/+ +/+
opleidingstraj ect Talentmanag ement later gestart waardoor niet alle geplande activiteiten en uitgaven zijn gerealiseerd
aansturing van een regiegroep strakker gestuurd op realisatie van het opleidingentraject.
Bijlage 2 Moties en amendenten Algemeen Bestuur In onderstaande tabel treft u een overzicht aan van de afhandeling van in 2014 aangenomen, overgenomen en aangehouden moties en amendementen van het Algemeen Bestuur. Tabel 24 – aangenomen, overgenomen en aangehouden moties en amendementen Algemeen Bestuur
Moties Nr
Datum
Onderwerp
2
28 mei
Social Return
Strekking motie
Ingediend door
Aktie
Het college van dijkgraaf en hoogheemraden is opgedragen:
J..G.M. Reerink (PvdA) G.H. van der Nat (PvdA) J.A. Balkema (PvdA) B. de Jong (CDA) W.A. Bodewitz (PVDD) J.P. Verweij (CU)
De motie met nr. 2 is aangenomen
Social Return op te nemen in het aanbestedings- en inkoopbeleid, met als uitgangspunt dat het niet beduidend duurder in de kosten mag zijn; binnen de eigen waterschapsorganisatie een personeelsbeleid te voeren waarbij er bij alle diensten en afdelingen naar gestreefd wordt om 5% arbeids-gehandicapten in dienst te hebben en een voldoende mate van stagemogelijkheden aan te bieden; over de uitvoering hiervan binnen 6 maanden te rapporteren.
3
4
2 juli
2 juli
Paragraaf maatschappelijk verantwoord ondernemen
Eisen aan Fauna Uittreed Plaatsen (FUP’s)
Het college van dijkgraaf en hoogheemraden is opgedragen om maatschappelijk verantwoord ondernemen als vaste paragraaf op te nemen in het format voor de bestuursvoorstellen.
Het college van dijkgraaf en hoogheemraden is opgedragen om een onderzoek in te stellen naar de vereisten van FUP’s, waaronder onderlinge plaatsingsafstanden en geschiktheid per diersoort.
De motie is omgezet in bestuurlijk actiepunt nr. 281 ten behoeve van de commissie BMZ. Een notitie over dit onderwerp is in het dossier ‘ter kennisname stukken commissies’ op extranet geplaatst (BMZ 25 november 2014). Aan de motie is hiermee uitvoering gegeven.
W.A. Bodewitz (PVDD) J.G.M. Reerink (PvdA) J. Verheul (CDA)
De motie met nr. 3 is aangenomen
W.A. Bodewitz (PVDD)
De motie met nr. 4 is aangehouden
Aan de motie is uitvoering gegeven. In het evaluatieverslag van de Bestuurlijke Werkgroep Veranderagenda, dat in de vergadering van 17 december 2014 door het algemeen bestuur als richtinggevend document is vastgesteld, is hierover opgenomen dat er een nieuw format voor de bestuursvoorstellen wordt opgemaakt naar een voorbeeld van een format van het waterschap Zuiderzeeland. Hierin is een paragraaf ‘MVO aspecten’ opgenomen. Het nieuwe format is sinds 26 maart 2015 in gebruik.
In de bestuursvergadering van 2 juli 2014 is toegezegd het verzoek door te geleiden naar de programmamakers binnen de STOWA. Voorts is toegezegd het algemeen bestuur te informeren over de reactie van de STOWA. De indiener heeft de motie daarom in de vergadering aangehouden. In de bestuursvergadering van 24 september 2014 is teruggemeld dat ‘Het oordeel van de STOWA negatief is over het voorstel tot het opstellen van een kennisdocument voor FUP’s … en van de agenda van de STOWA is afgevoerd’. De mailwisseling met de STOWA is op 30 september ter kennisneming aan het bestuur doorgestuurd. 7
19 november
Vulling bestemmings-reserve RWZI Utrecht
Het college van dijkgraaf en hoogheemraden is verzocht om in samenspraak met een delegatie van het AB te zorgen voor een onafhankelijk onderzoek * dat hierover duidelijkheid moet verschaffen vóór 15 januari 2015 en dit te agenderen op BMZ d.d. 27-1-’15.
J. Reerink (PVDA) G. van Leeuwen (SGP)
* Noot: Het betreft onderzoek naar de consistentie van de stukken in relatie tot het genomen besluit in het AB d.d. 4-7-2007 én over de strekking en uitleg van het fenomeen kruisbestuiving en of de huidige besluitvorming in die uitleg past, mede gezien de besluitvorming van toen.
11
17 december
Tarieven en kosten-toedeling HDSR
Het college van dijkgraaf en hoogheemraden is opgedragen om de kostentoedeling HDSR op basis van de bovengenoemde uitgangspunten nader uit te werken en een voorstel met keuze mogelijkheden, bij de behandeling van de Voorjaarsnota in 2015, aan het AB voor te leggen.
De motie is met nr. 7 is aangenomen De motie is omgezet in bestuurlijk actiepunt nr. 288 ten behoeve van de commissie BMZ. Door bureau Public Incentive is een onderzoek uitgevoerd. De procesgang van dit onderzoek is bewaakt door een kleine klankbordgroep uit het ab, bestaande uit mw. Balkema en mw. De Kruijf. De resultaten van het onderzoek, het onderzoeksrapport en de bevindingen van de klankbordgroep zijn besproken in de commissievergadering van 27 januari 2015. Op grond van deze bespreking heeft de commissie aangegeven de kwestie als afgedaan te beschouwen, hetgeen in de vergadering van 18 februari 2015 door het algemeen bestuur is bevestigd.
J.P. Verweij (CU)
De motie met nr. 11 aangehouden In de bestuursvergadering van 17 december 2014 is toegezegd dat er in januari 2015 een notitie wordt voorgelegd over de (her-) overweging van de uitgangspunten voor de kostentoedeling, gebaseerd op de aanbevelingen uit het OESO-rapport, de ontwikkelingen in de Unie van Waterschappen, de ontwikkelingen van de grondprijzen en onroerende zaken, een uitspraak van de Hoge Raad en het rapport van TAUW. De indiener heeft de motie in de vergadering aangehouden, in afwachting van de discussie over bovengenoemde notitie. In de commissievergadering BMZ van 18 februari 2015 is de notitie ‘overwegingen en uitgangspunten herziening kostentoedelingsverordening’ informerend besproken. De commissie heeft het college verzocht het punt voor de eerstvolgende commissievergadering BMZ te agenderen. In de vierde Bestuursinformatiebrief van 3 maart 2015 heeft het college aangegeven hoe hij hier mee om wil gaan.
50
Amendementen Nr
Datum
Onderwerp
Strekking amendement
Ingediend door
Aktie
Het dictum van het amendement luidt: ‘….Het dictum van het initiatiefvoorstel als volgt te wijzigen: 1. artikel 1, lid e, van het reglement voor de vaste commissies van advies aan te vullen met: “(…), tenzij elke kandidaat op de lijst van de betreffende fractie heeft aangegeven niet beschikbaar te zijn als duo-commissielid, ofwel daar niet meer toe in staat is”; 2. de onder 1. vermelde aanvulling met onmiddellijke ingang in werking te laten treden en te laten vervallen met ingang van 1 april 2015.’ Het dictum van het amendement luidt: ‘… een derde beslispunt toe te voegen, t.w. 3. om de door het college conform de aanbevelingen van de rekenkamercommissie op te stellen ‘visienota digitale dienstverlening’ inclusief aandacht voor de planning, een plan van aanpak en het beveiligingsaspect ter besluitvorming aan het algemeen bestuur voor te leggen.’
W.A. Bodewitz (PVDD)
Het amendement is aangenomen
J.G.M. Reerink (PvdA) G.H. van der Nat (PvdA)
Het amendement is aangenomen
Het amendement is aangenomen
1
26 maart
Amendement op initiatiefvoorstel reglement voor de vaste commissies
5
24 september
Veilige ICT
8
19 november
Prestatie indicator natuurvriendelijke oevers
Het dictum van het amendement luidt: De besluittekst te wijzigen door een derde beslispunt toe te voegen: 3. Uit het overzicht van vervallen PI’s (bijlage 2) PI nummer 35 ‘Aanleggen natuurvriendelijke oevers’ te verwijderen.’
W.A. Bodewitz (PVDD) J.M. Verheul (CDA) J.A. Balkema (PvdA)
9
19 november
Effectuering jaarlijkse extra storting in bestemmingsreserve RWZI Utrecht (ontwerp begroting 2015)
Het dictum van het amendement luidt: ‘Onder besluit 1 een extra bullet toe te voegen, t.w.: De bij de VJN 2014 afgesproken jaarlijkse extra storting in de bestemmingsreserve RWZI Utrecht te effectueren met ingang van 1-1-2015.’
J.P. Verweij (CU)
9a
Het college heeft in overleg met de indiener de volgende toevoeging aan het amendement met nr. 9 gedaan: ‘…door deze storting in tabel 22 op pagina 39 uit te splitsen in twee stortingen, t.w. 1. de bestemmingsreserve RWZI Utrecht te verhogen met € 750.000,2. de algemene reserve zuiveringsheffing te verlagen met € 750.000,-
.
51
Het amendement is aangenomen
Bijlage 3 Rapportage grote projecten Tabel 25 – overzicht grote projecten
Programma
Projectnaam Programma waterkeringen:
Waterkeringen
GOP regionale waterkeringen
Waterkeringen
POV Centraal Holland
geplande uitgaven Opgenomen in primaire begroting 2014
geplande uitgaven opgenomen in herziene begroting 2014
werkelijke uitgaven in 2014
Uitputting in begrotings jaar in % kwaliteit
tijd
geld
doelrealisatie?
7.995.000
6.000.000
5.047.034
84,12%
+/+
+/-
+/+
De uitgaven gaan langzamer als gepland
-
-
489.476
0,00%
+/+
+/+
+/+
Volgens plan
Totaal vastgesteld krediet AB/DB
Totaal uitgaven op krediet tm dec 2014
Totaal Prognose Budgetruimte einde werk
20.182.000
12.175.353
8.006.647
2020
7.756.000
489.476
7.266.524
2017
5.056.000
620.817
4.435.183
2016
2.500.000
872.673
1.627.327
2016
Programma watersysteembeheer
Watersysteembeh.
KRW
Watersysteembeh.
KRW Kansen
Watersysteembeh.
Synergieproject KRW Ouwenaar
Twee projecten nog niet gestart. Grecht door onduidelijkheid over verkrijgen subsidiebedragen, Lopikerwaard door onderschatte complexiteit van de aanleg. Meer gedaan dan voorgenomen door naar voren halen extra maatregelen.
1.400.000
400.000
233.778
58,44%
+/+
+/-
+/+
500.000
300.000
343.002
114,33%
+/+
+/+
+/+
3.295.000
3.295.000
3.280.482
99,56%
+/+
+/+
+/+
Volgens plan
8.608.000
6.408.629
2.199.372
2015
6.761.000
3.931.264
2.829.736
2017
1.221.807
2016
Watersysteembeh.
Synergieproject KRR
1.700.000
700.000
1.026.429
146,63%
+/+
+/-
+/+
Vanwege onrust over bomenkap is project vertraagd en was doelstelling omlaag gezet. Uiteindelijk toch sneller dan verwacht weer in uitvoering gekomen, daardoor hogere omzet.
Watersysteembeh.
Grootonderhoudsplan Kunstwerken
2.629.000
3.029.000
2.489.856
82,20%
+/+
+/+
+/+
Alle geplande projecten uitgevoerd tegen lagere kosten. Daardoor een aanzienlijke besparing gerealiseerd.
32.245.576
31.023.769
Watersysteembeh.
Grootonderhoudsplan Oevers
700.000
1.000.000
873.906
87,39%
+/+
+/+
+/+
Project aanleg oevers in Harmelen is wel uitgevoerd maar nog niet afgerekend omdat dit via de gemeente Woerden loopt.
15.435.000
15.814.071,63
Watersysteembeh.
Watergebiedsplan Groenraven/ Maartensdijk
900.000
1.400.000
1.384.359
98,88%
+/+
+/+
+/+
Volgens plan
6.400.000
4.953.281
1.446.719
2016
Watersysteembeh.
Watergebiedsplan Kromme Rijn
300.000
300.000
281.997
94,00%
+/+
+/+
+/+
Volgens plan
8.300.000
8.228.201
71.799
2016
Watersysteembeh.
Watergebiedsplan Langbroekerwetering
800.000
860.000
877.072
101,99%
+/+
+/+
+/+
Volgens plan
8.600.000
3.747.814
4.852.186
2017
Watersysteembeh.
Watergebiedsplan Linschoterwaard
200.000
100.000
158.477
158,48%
+/+
+/+
+/+
Effect facturen eind 2014 ipv 2015
10.800.000
265.196
10.534.804
2020
Watersysteembeh.
Watergebiedsplan Kamerik en Kockengen
500.000
525.000
713.790
135,96%
+/+
+/+
+/+
Effect facturen eind 2014 ipv 2015
17.200.000
10.315.302
6.884.698
2020
Watersysteembeh.
Watergebiedsplan Zegveld Oud-kamerik
1.300.000
1.900.000
1.807.827
95,15%
+/+
+/+
+/+
Volgens plan
13.400.000
12.248.588
1.151.412
2016
Watersysteembeh.
Nota ruimte middelen
1.850.000
1.450.000
1.008.821
69,57%
+/+
+/+
+/+
Deelproject Achttienhoven is vertraagd doordat het traject verkavelen voor groei langer duurt.
3.939.900
1.631.778
1.474.002
2017
Watersysteembeh.
CAW Datacommunicatie en telemetrie
1.000.000
650.000
560.403
86,22%
+/+
+/+
+/+
Alle geplande deelprojecten uitgevoerd, aanbestedingsvoordelen blijken nog groter dan bekend bij begrotingswijziging.
2.850.000
847.299
2.002.701
2016
3.430.000
2.930.000
2.139.165
73,01%
+/+
+/+
+/+
5.730.000
3.635.948
2.094.052
2015
-
-
-
0,00%
+/+
+/+
+/+
104.400.000
2019
1.800.000
1.250.000
1.145.675
91,65%
+/+
+/+
+/+
+/+
+/-
+/+
379.072-
2017
Programma zuiveringsbeheer Zuiveringsbeheer
Rwzi Utrecht - Instandhoudingsplan
Zuiveringsbeheer
Rwzi Utrecht - Waterlijn
Zuiveringsbeheer
Rwzi de Meern
Gestart met de investeringen t.b.v. de effluentmaatregelen. Uitvoer gaat voglens plan. In het AB van 18 december jl. heeft het AB een krediet toegekend van 104 mln ten behoeve voor de nieuwbouw van de waterlijn. Project verloopt conform planning en kent een aanbestedingsvoordeel
104.400.000
-
2.600.000
1.426.710
1.173.290
2015
3.100.000
1.600
3.098.400
2016
Programma Bestuur en ondersteuning Bestuur en ondersteuning
Modernisering huisvesting HDSR
0
Bedragen in euro’s
52
1.600
-
0,00%
Project is een half jaar uitgesteld omdat eerst inzichtelijk dient te worden hoe de randvoorwaardelijke ICT voorzieningen gerealiseerd kunnen worden.
Bijlage 4 Subsidies Algemeen Onderstaand treft u een aantal tabellen waarmee verslag wordt gedaan over de actuele subsidies. De indeling van onderstaande tabellen is gebaseerd op de fase waarin de subsidies zich bevinden. Deze fasen zijn achtereenvolgens: • Ontvangen subsidiebeschikkingen; • Ingediende/ lopende subsidieverzoeken; • Subsidiekansen in onderzoek; • Afgewezen en stopgezette subsidie-ideeën; • Afgewikkelde subsidiebedragen. Tabel 26 –subsidies 2014 (stand tot net 31 december 2014) Overzicht ontvangen subsidie beschikkingen 2014 (aantal 6 stuks) Naam project Regeling Aanleg natuurvriendelijke oevers ILG/AVP Kromme Rijn (fase 4): Van Dijk Kavelruil Achttienhoven Projectsubsidie provincie Zuid Holland
€
Bedrag 150.000
€
72.600
Aanleg natuurvriendelijke oevers Kromme Rijn (fase 3): Odijk/Bunnik Verdrogingbestrijding Langbroekerweteringgebied HWBP 2015-2020: Projectoverstijgende verkenning Centraal Holland, fase 1
ILG/AVP
€
883.451
Programmasubsidie provincie Utrecht
€
828.089
Subsidie Hoogwaterbescherming 2014
€ 5.209.000
Milieu en keur activiteiten 2014 afdeling V&H.
Startsubsidie bestuurlijke strafbeschikking Totaal
€
12.500
€ 7.155.640
Bedragen in euro’s
Overzicht ingediende/lopende subsidie verzoeken 2014 Naam project Regeling -
Bedrag
Totaal
€
-
€
-
Subsidiekansen in onderzoek (initiatiefase) in 2014 Naam project Regeling
Bedrag
-
€ €
-
€
-
€
-
Veenweidesloot (van de toekomst). Sturen met water (in polder Spengen). Circulaire landbouw. Pilot/ onderzoek met 10-tal agrariërs Subsidieaanvraag Groene Hart
Nota Ruimte Middelen provincie Utrecht/ Programma Aanpak Veenweidegebied
Inventarisatie tijdelijk ‘on hold’ gezet. Totaal
Afgewezen en stop gezette subsidie-ideeën 2014 Naam project CoRes (risico en crisiscommunicatie binnen het Uitvoeringsprogramma Crisisbeheersing 2014-2020)*
Regeling Interreg VB NW Europa
Bedrag € -
Totaal
€
53
-
* project past achteraf bezien beter binnen het Interreg VB Noordzee programma. HDSR is uitgesloten voor deelname aan dit programma. Afgewikkelde subsidies 2014 Naam project Herstel waterloop Hooge Woerd
Regeling POP2
Beschikking € 54.900
Vaststelling € 53.253
5 vispassages KRW synergieproject Kromme Rijn Rijsbruggerwetering / Driebergsemeer / Hakswetering / Zeistergrift / langbroekerwetering / Amerongerwetering Verbreding Kanaalsloot West Natuurontwikkeling Kromme Rijnoevers te Wijk bij Duurstede Vispasseerbaar maken inlaat Wijk bij Duurstede Natuurontwikkeling oevers Kromme Rijn (fase 2 HUL)
ILG
€
350.588
€
350.588
POP2 ILG/KRW-synergie
€ €
250.000 399.647
€ €
250.000 399.647
ILG/KRW synergie
€
76.323
€
90.295
ILG/KRW synergie
€
222.820
€
119.649
Meerjarenprogramma Bodemsanering 20052009 Totaal
€
1.905.000
€ 1.905.000
€
3.259.278
€ 3.168.432
Sanering stadsgrachten van Utrecht (Wbb -financiering)
Bedragen in euro’s
Toelichting afgewikkelde subsidies bij relevante afwijkingen. Herstel waterloop Hooge Woerd Korting 3% (€ 1.647) vanwege niet voldoen aan voorwaarden m.b.t. publicatie (plaatsen plaquette). Opm: ontbreken mogelijkheid tot plaatsen bord (niet toegankelijk bosperceel). Natuurontwikkeling oevers Kromme Rijn (fase 2 HUL) Voor de twee projecten is één gezamenlijke subsidiebeschikking afgegeven. De uitvoeringskosten van het project Natuurontwikkeling oevers Kromme Rijn Fase 2 zijn lager uitgevallen dan op voorhand is begroot. De reden is dat de vrijkomende grond goedkoper in de directe omgeving kon worden verwerkt. Daarnaast is het werk, door schaarste op de markt, erg scherp aangenomen door de aannemer. Door de lagere kosten is het subsidiebedrag (60% ook lager uitgevallen. Vispasseerbaar maken inlaat Wijk bij Duursted De uitvoeringskosten van het project Vispasseerbaar maken inlaat Wijk bij Duurstede zijn hoger uitgevallen dan op voorhand is begroot. In eerste instantie was voorzien om de motoren van de aandrijvingen te hergebruiken. In de praktijk bleek dit niet mogelijk. De bestaande motoren bleken niet toepasbaar op de nieuwe overbrengingen en ook te licht qua aandrijfcapaciteit voor de overbrengingen en heugels. Om deze reden zijn nieuwe motoren geplaatst.
54
Bijlage 5 Bezuinigingskaarten (conform voorjaarsnota 2013, jaren 2014 t/m 2017) Tabel 27: Bezuinigingskaarten voorjaarsnota 2014 (jaren 2015 - 2018) kaart Bestuurlijke bezuinigingskaarten nr 1 Peilbesluiten 2 Beperken stimuleringsregeling afkoppelen 6 Deregulering en uniformering regelgeving 7 Wateropgave wateroverlast 8 Maaionderhoud extensiveren 9 Maaiafval nuttig toepassen 11 Stopzetten preventieve bestrijding exoten 12 Baggerprogramma extensiveren 13 Slibverwerking tegen laagste kosten 16 Rijden op eigen groengas niet meer doen TOTAAL BESTUURLIJKE BEZUINIGINGSKAARTEN krt nr Ontwikkelingskaarten O1 Stedelijk water O2 Waterhuishouding West-Nederland TOTAAL ONTWIKKELINGSKAARTEN kaart Bestuurlijke bezuinigingskaarten nr A Strakkere inkoop & centrale regie B Strategisch personeelsmanagement & verlaging inhuur C Versoberen groenonderhoud zuiveringsterreinen D Integratie/optimalisatie organisatie Muskusrattenbeheer E Energiebesparing (EEP) F Opheffen capaciteitspool internationale samenwerking H Afstoten doorgangsdepots I Efficiency voordelen baggeren J Verdienen met efficiëntere telecom K Verlagen ambities kantoorautomatisering L Uitvoering administratie van belastingsamenwerking M Verbetertraject administratie - informatiebeleidsplan TOTAAL AMBTELIJKE BEZUINIGINGSKAARTEN
jaar 2015
jaar 2014
€
€ € € € €
€ €
nvt 75.000 nvt nvt 750.000 nvt 80.000 nvt 285.000 60.000 1.250.000
€
€ € €
€ € € € € € €
75.000 nvt nvt nvt 750.000 100.000 80.000 500.000 285.000 60.000 1.850.000
€ € € € € € €
300.000 € nvt € 300.000 € jaar 2014 340.000 1.000.000 150.000 nvt nvt 100.000 nvt 750.000 20.000 65.000 50.000 30.000 2.505.000
jaar 2016 € € € € € € € € € €
jaar 2015
€ € € € € €
75.000 € nvt
300.000 € 255.000- € 45.000 €
€ € € € € €
jaar 2017
80.000 400.000 750.000 100.000 80.000 500.000 900.000 60.000 2.945.000
€ € € € € € € € €
80.000 400.000 750.000 100.000 80.000 1.250.000 900.000 60.000 3.695.000
300.000 € 255.000- € 45.000 €
300.000 255.00045.000
jaar 2016
340.000 1.000.000 150.000 265.000 300.000 100.000 nvt 750.000 20.000 65.000 50.000 30.000 3.070.000
€ € € € € € € € € € € € €
Groen Ingeschat als uitvoerbaar Oranje Ingeschat dat kaart niet/ niet geheel uitvoerbaar is / nog uitgewerkt moet worden. Rood Ingeschat dat kaart in deze niet vorm uitvoerbaar is. Bedragen in euro’s
55
75.000 nvt
340.000 1.000.000 150.000 265.000 300.000 100.000 200.000 750.000 20.000 65.000 50.000 30.000 3.270.000
jaar 2017 € € € € € €
€ € € € €
340.000 1.000.000 150.000 265.000 300.000 100.000 nvt nvt 20.000 65.000 50.000 30.000 2.320.000