Gemeente Amersfoort
B en W-voorstel
Opsteller:
Bedrijfsvoering CST/FIN M.A.J. Mehciz
User-id:
MEHM
Beleidsterrein: Org. onderdeel:
Tel:
4464
Onderwerp:
ONDERZOEK NAAR AANBESTEDING WERKZAAMHEDEN ELLEBOOGKERK DOOR BUREAU INTEGRITEIT NEDERLANDSE GEMEENTEN Kader:
Reg.nr. Datum
2704089 19-03-2008
verantwoordelijken
datum
paraaf
afdelingshoofd Argumenten:
manager hoofdafdeling
SRO verricht in opdracht van de gemeente Amersfoort onderhoudswerkzaamheden aan diverse objecten in de stad. Een van deze objecten is de Elleboogkerk. De afgelopen maanden zijn vragen gerezen over de wijze waarop SRO NV de loodgieterswerkzaamheden aan de Elleboogkerk heeft aanbesteed. Naar aanleiding hiervan heeft de burgemeester in de raadsvergadering van 4 december 2007 toegezegd onderzoek te laten verrichten naar de wijze waarop deze aanbesteding in zijn werk is gegaan.
sectorcontroller directeur sector directeur sector …… juridisch advies gemeentecontroller
staf
Het college heeft het Bureau Integriteit Nederlandse Gemeenten (BING) opdracht verleend dit onderzoek uit te voeren.
FIN
d.d. 10:03:08
B en W behandeling
BING heeft het onderzoek afgerond en de resultaten neergelegd in bijgaand rapport. Beslispunten:
1. Kennis te nemen van het onderzoeksrapport en BING decharge te verlenen; 2. de gemeenteraad te informeren met bijgaande raadsinformatiebrief; 3. het rapport aan te bieden aan SRO NV met het verzoek op adequate wijze aandacht te schenken aan de in het rapport geformuleerde aanbevelingen.
agendastuk hamerstuk geheim embargo datum:
tijd:
B en W vergadering datum
agd.pnt paraaf
secretaris parafering B en W-hamerstuk
akkoord
secretaris burgemeester weth. Luchtenveld weth. Hekman weth. Eerdmans weth. Van 't Veld weth. Van Daalen weth. Kruyt
advies De Raad De Ronde Het Besluit Raadsinformatiebrief geen overige: CST (begr.wijz.) G.O. Ondernemingsraad Financiële toelichting: sectorcontroller:
gemeentecontroller:
B en W - besluit d.d.:
conform aangehouden vervallen
Peiling Voorbereiding besluit
Gemeente Amersfoort
RAADSINFORMATIEBRIEF Van Aan Portefeuillehouder
: Burgemeester en Wethouders : gemeenteraad : Burgemeester/Wethouder Hekman
Reg.nr. Datum Programma
: 2704280 : 17 maart 2008 : 12. Bedrijfsvoering en Financiën
TITEL Onderzoek naar aanbesteding werkzaamheden aan Elleboogkerk door SRO.
KENNISNEMEN VAN De rapportage van het Bureau Integriteit Nederlandse Gemeenten.
AANLEIDING SRO verricht in opdracht van de gemeente Amersfoort onderhoudswerkzaamheden aan diverse objecten in de stad. Een van deze objecten is de Elleboogkerk. De afgelopen maanden zijn vragen gerezen over de wijze waarop SRO NV de loodgieterswerkzaamheden aan de Elleboogkerk heeft aanbesteed. Naar aanleiding hiervan heeft de burgemeester in de raadsvergadering van 4 december 2007 toegezegd onderzoek te laten verrichten naar de wijze waarop deze aanbesteding in zijn werk is gegaan. Het college van burgemeester en wethouders heeft de opdracht tot uitvoering van dit onderzoek verleend aan het Bureau Integriteit Nederlandse Gemeenten (BING). Dit expertisecentrum is onafhankelijk en beschikt over specifieke kennis op het gebied integriteitsvraagstukken. Het doel van dit onderzoek was inzicht te krijgen in de wijze van opdrachtverlening door SRO in het algemeen en meer specifiek de opdrachtverlening in de casus Elleboogkerk. Het onderzoek was daarbij in het bijzonder gericht op de manier waarop bij de gunning van opdrachten wordt omgegaan met familierelaties. De centrale vraagstelling voor dit onderzoek luidde: Zijn er bij SRO NV voldoende waarborgen voor een rechtmatige en integere opdrachtverlening en in welke mate is in de casus Elleboogkerk aan deze criteria voldaan? Voor het onderzoek heeft een analyse plaatsgevonden van beleidsdocumenten op het gebied van aanbesteding en integriteit van zowel de gemeente als SRO. Daarnaast zijn gesprekken gevoerd met betrokkenen bij de gemeente en SRO. BING heeft verder een beperkt onderzoek in de
administratie van SRO (met name crediteurenadministratie) uitgevoerd om de onderzoeksvragen afdoende te kunnen beantwoorden. Daarnaast is onderzoek in open bronnen verricht, gericht op mogelijke relaties tussen SRO en opdrachtnemers/leveranciers van SRO. De feitelijke informatie in het conceptrapport is ter toetsing voorgelegd aan SRO NV.
KERNBOODSCHAP Het onderzoek toont aan dat er sprake is van voldoende waarborgen voor een rechtmatige en integere opdrachtverlening bij SRO.
Inlichtingen bij:
M.A.J. Mehciz, CST/FIN, (033) 469 44 64
Gemeente Amersfoort raadsinformatiebrief 2653183
In relatie tot de casus Elleboogkerk hebben betrokken functionarissen binnen SRO gewerkt op basis van de regels voor aanbesteding, integriteit zoals die door de gemeente Amersfoort zijn vastgesteld en door SRO worden gevolgd. Ook is er binnen de regels voor tekeningsbevoegdheid gewerkt. In deze casus is –zoals blijkt uit de aandacht in de media- de schijn gewekt dat de opdrachtverlening niet op integere wijze heeft plaatsgevonden. De uitvoerend loodgieter is de zoon van een medewerker van SRO. Het onderzoek toont aan dat deze medewerker niet direct betrokken is geweest bij de opdrachtverlening aan zijn zoon. De opdracht is verleend door een ondergeschikte van hem die zelf bevoegd was de opdracht te verlenen. Het onderzoek toont verder aan dat er geen andere opdrachten zijn verleend door SRO waarbij familierelaties een rol speelden, bezien vanuit de optiek van mogelijke belangenverstrengeling. In het rapport wordt verder vastgesteld dat SRO bij aanbestedingen van onderhoudswerkzaamheden aan derden uitsluitend zaken doet met bedrijven die de veiligheidsregels aantoonbaar kennen. De loodgieter die het zinkwerk aan de Elleboogkerk heeft uitgevoerd, heeft zoals blijkt uit certificeringen, verklaringen van goed gedrag (verzorgd door voorgaande werkgevers) en verklaringen over de kwaliteit van eerder verricht soortgelijk werk, in beginsel de kennis en ervaring om een dergelijke klus (aan een rijksmonument) te kunnen klaren. Bovendien beschikt hij over een geldig VCA certificaat waaruit blijkt dat hij op de hoogte moet zijn met de veiligheidsregels. In de opdracht aan de loodgieter was geen expliciete veiligheidsnorm opgenomen voor het werken met open vuur. Het onderzoek laat zien dat er geen wettelijke richtlijnen bestaan voor het werken met open vuur. Ook binnen de branche is hiervoor geen eenduidige norm. Op basis van het onderzoek formuleert BING enkele aanbevelingen richting SRO NV; 1. Vermijd de schijn van belangenverstrengeling door bij eventuele inhuur waarbij familierelaties aan de orde zijn, de opdrachtverstrekking door een hogere leidinggevende te laten verrichten c.q. diens expliciete goedkeuring daaraan te hechten. 2. Ontwikkel het integriteitsbeleid en vergroot het bewustzijn van integriteitrisico’s, waaronder het risico van (de schijn van) belangenverstrengeling. Dit zou onder meer kunnen door een nulmeting van het integriteitbeleid en de beleving van integriteit onder de medewerkers en/of door dilemmatrainingen. 3. Neem in overweging om bij het inhuren van derden expliciet aandacht te vragen om de regels voor veiligheid en toezicht te volgen vooral als het gaat om onderhoud aan kwetsbare panden. CONSEQUENTIES Het college biedt het rapport aan SRO aan met het verzoek op adequate wijze aandacht te schenken aan de door BING geformuleerde aanbevelingen. BETROKKEN PARTIJEN Gemeenteraad Amersfoort
Gemeente Amersfoort raadsinformatiebrief 2653183
NV SRO
COMMUNICATIE Het rapport van BING wordt nadat uw raad is geïnformeerd, toegankelijk voor iedereen via het bestuursinformatiesysteem op internet. Conform andere, algemene informatie rond de nasleep van de Museumbrand worden omwonenden en andere partijen via diverse wegen actief geïnformeerd over de beschikbaarheid. Via www.amersfoort.nl/elleboog wordt alle informatie ontsloten. De pers wordt afzonderlijk geïnformeerd via een persbericht.
Burgemeester en wethouders van Amersfoort, de secretaris,
de burgemeester,
H. Huitink
A. van Vliet-Kuiper
Rapportage Onderzoek Gemeente Amersfoort in relatie tot aanbestedingen SRO NV
11 maart 2008
Van Boetzelaerlaan 34 / 3828 NS AMERSFOORT / Tel 033-2474300 / Fax 033-2474301 www.bureauintegriteit.nl
Inhoudsopgave 1. AANLEIDING VAN HET ONDERZOEK..................................................................................................... 3 2. DOEL VAN HET ONDERZOEK EN ONDERZOEKSVRAGEN............................................................... 4 3. AANPAK VAN HET ONDERZOEK.............................................................................................................. 4 4. BEVINDINGEN ................................................................................................................................................ 5 4.1 4.2 4.3 4.4 4.4.1 4.4.2 4.4.3 4.4.4 4.4.5 4.5 4.6
ALGEMEEN ........................................................................................................................................... 5 UITGANGSPUNTEN EN PROCEDURES OP HET GEBIED VAN INKOOP EN AANBESTEDING (SRO) ............... 6 UITGANGSPUNTEN EN REGELS OP HET GEBIED VAN INTEGRITEIT (SRO)............................................... 6 DE TOTSTANDKOMING VAN DE OPDRACHTVERLENING IN DE CASUS ELLEBOOGKERK (SRO) ............... 7 Overeenkomst.................................................................................................................................. 7 Selectie van en de keuze voor D.I.................................................................................................... 8 Familierelaties .............................................................................................................................. 13 Kaders van het beleid en de geldende procedures ........................................................................ 13 Eventuele andere opdrachten in 2007 waarbij familierelaties een rol speelden........................... 15 CONCLUSIE ......................................................................................................................................... 16 AANBEVELINGEN ................................................................................................................................ 17
5. TENSLOTTE .................................................................................................................................................. 18 BIJLAGE 1: KWALIFICATIES VAN D.I. (LOODGIETER) ....................................................................... 19
2
Gemeente Amersfoort Het College van B en W T.a.v. mevrouw A. van Vliet - Kuiper, burgemeester Postbus 4000 3800 EA AMERSFOORT
Amersfoort, 11 maart 2008
Betreft: Bevindingen onderzoek aanbesteding SRO NV Geachte mevrouw Van Vliet, Op 14 januari 2008 heeft de gemeente Amersfoort aan BING de opdracht verstrekt tot het uitvoeren van het onderzoek aanbesteding SRO NV (hierna: SRO), op basis van ons voorstel van 21 december 2007. Hierbij rapporteren wij onze bevindingen, conclusies en verbetervoorstellen.
1. Aanleiding van het onderzoek SRO verricht in opdracht van de gemeente Amersfoort onderhoudswerkzaamheden aan diverse objecten in de stad. Een van deze objecten is de Elleboogkerk. Er zijn vragen gerezen over de wijze waarop SRO de loodgieterwerkzaamheden aan de Elleboogkerk heeft aanbesteed. Naar aanleiding hiervan heeft de burgemeester in de raadsvergadering van 4 december 2007 toegezegd onderzoek te verrichten naar de wijze waarop deze aanbesteding in zijn werk is gegaan. U heeft ons gevraagd om dit onafhankelijk onderzoek uit te voeren.
Van Boetzelaerlaan 34 / 3828 NS AMERSFOORT / Tel 033-2474300 / Fax 033-2474301 www.bureauintegriteit.nl
3
2. Doel van het onderzoek en onderzoeksvragen Het doel van dit onderzoek is inzicht te krijgen in de wijze van opdrachtverlening door SRO in het algemeen en meer specifiek de opdrachtverlening in de casus Elleboogkerk. Het onderzoek is daarbij in het bijzonder gericht op de manier waarop bij de gunning van opdrachten wordt omgegaan met familierelaties. Het onderzoek geeft een antwoord op de volgende centrale onderzoeksvraag: Zijn er bij SRO NV voldoende waarborgen voor een rechtmatige en integere opdrachtverlening en in welke mate is in de casus Elleboogkerk aan deze criteria voldaan? Deze onderzoeksvraag wordt mede beantwoord aan de hand van de volgende deelvragen: 1. Welke uitgangspunten en procedures hanteert SRO op het gebied van inkoop en aanbesteding? 2. Welke uitgangspunten en regels hanteert SRO op het gebied van integriteit, in het bijzonder waar het gaat om het omgaan met familierelaties? 3. Hoe is de opdrachtverlening in de casus Elleboogkerk tot stand gekomen? a. Hoe heeft de selectie van en de keuze voor de loodgieter D.I. plaatsgevonden? b. Hebben bij deze aanbesteding door SRO familierelaties een rol gespeeld? c. Is bij de opdrachtverlening Elleboogkerk gehandeld binnen de kaders van het beleid en de geldende procedures van SRO respectievelijk eventuele voorwaarden gesteld door de gemeente Amersfoort? d. Zijn er in 2007 andere opdrachten verleend door SRO waarbij familierelaties een rol speelden? 4. Welke aanbevelingen kunnen zo nodig worden geformuleerd?
3. Aanpak van het onderzoek Wij zijn het onderzoek gestart met een gesprek met de directeur van SRO, de Unit manager Vastgoed en Groen en de manager Concernstaf. Aansluitend heeft analyse plaatsgevonden van relevante documenten van SRO inzake: • de wijze van inkoop- en aanbesteding; (de richtlijn aanbestedingsvorm diensten, leveringen en werken d.d. 6 januari 2004 van de Gemeente Amersfoort wordt door SRO gehanteerd); • het integriteitbeleid (concept gedragscode, sinds zomer 2007 in ontwikkeling); • richtlijn tekenbevoegdheden afdeling Vastgoed en Groen (mei 2006); • de corporate governance code (concept d.d. 26 november 2007); • het aanbestedingsdossier Elleboogkerk.
4
Voorts hebben wij interviews gehouden met de Manager Vastgoedbeheer, de Manager Technische Dienst OGI (Onderhoud Gebouwen en Installaties) en de Bedrijfsleider Onderhoud Gebouwen en Installaties. Om inzicht te krijgen in de wijze waarop de opdrachtverlening vanuit de gemeente Amersfoort aan SRO heeft plaatsgevonden, zijn interviews gehouden met de contactambtenaren voor deze opdrachtverlening bij zowel Welzijn, Sociale Zekerheid en Onderwijs (WSO) als Stedelijke Ontwikkeling en Beheer (SOB). Daarbij heeft analyse plaatsgevonden van de hierna genoemde relevante gemeentelijke richtlijnen en procedures, welke tevens als toetsingskader dienen: • de richtlijn aanbestedingsvorm diensten, leveringen en werken (d.d. 6 januari 2004, met aanpassing drempelbedrag 2006); • het inkoopbeleid (d.d. 1 september 1999); • het integriteitbeleid (d.d. 18 januari 2002). Van de interviews zijn gespreksverslagen gemaakt, die de geïnterviewden ter verificatie zijn voorgelegd. Voor beantwoording van de onderzoeksvragen is SRO gevraagd inzage te geven in door ons relevant geachte delen van de administratie. Een beperkt en efficiënt onderzoek in de administratie van SRO (met name crediteurenadministratie) is uitgevoerd om de onderzoeksvragen afdoende te kunnen beantwoorden. Voorts hebben wij onderzoek in open bronnen verricht, gericht op mogelijke relaties tussen SRO en opdrachtnemers/leveranciers van SRO. Het open bronnen onderzoek concentreerde zich op gegevens uit de Kamer van Koophandel, Experian (Credit Buro), media. Gedurende het onderzoek hebben wij met de coördinator juridische kwaliteitszorg overleg gepleegd over de voortgang van het onderzoek. Wij hebben ons rapport in concept aan het management van SRO voorgelegd. De opmerkingen van SRO hebben wij betrokken bij het definitieve rapport.
4. Bevindingen 4.1
Algemeen
Voor een helder beeld van de partij SRO in relatie tot de gemeente Amersfoort, schetsen wij kort de historie. Per 1 januari 1997 ontstond SRO als resultaat van het afstoten van uitvoerende taken door de gemeente Amersfoort in het licht van een eerder gevoerde ambtelijke kerntakendiscussie. De voormalige gemeentelijke Dienst SRO, onder andere belast met beheer en exploitatie van de gemeentelijke sportvoorzieningen, werd een verzelfstandigde NV waarvan de gemeente Amersfoort de enige aandeelhouder was. De gemeenteraad en het college gaven SRO destijds een tweeledige opdracht mee. Dit hield in dat de afhankelijkheid van de gemeente Amersfoort als opdrachtgever duidelijk moest worden terug gebracht en SRO moest proberen meerdere aandeelhouders te vinden. Aan beide opdrachten is inmiddels invulling gegeven. 5
Omdat SRO vanaf 1997 met marktpartijen moest concurreren en offertes destijds werden verloren op loonkosten (die nog gekoppeld waren aan de ambtenarenschalen), is in 2004 een eigen CAO ontwikkeld. Deze CAO is een synthese van een marktconforme- en een gemeentelijke CAO. De onderhandelingen met vakorganisaties over de CAO van SRO strandden eind 2007, evenals de landelijke CAO onderhandelingen. In dat licht bleef de BedrijfsCAO SRO groep vigerend. In 2008 volgt SRO voor wat betreft het primaire deel de gemeentelijke CAO (CAR/UWO); voor wat betreft het secundaire deel volgt SRO de vakorganisaties. 4.2
Uitgangspunten en procedures op het gebied van inkoop en aanbesteding (SRO)
SRO hanteert voor inkoop en aanbesteding de gemeentelijke richtlijn aanbestedingsvorm diensten, leveringen en werken d.d. 6 januari 2004. In deze richtlijn worden drie aanbestedingsvormen geschetst, te weten: • openbaar aanbesteden; • meervoudig onderhands; • enkelvoudig onderhands. De keuze voor een bepaalde aanbestedingsprocedure is afhankelijk van een aantal factoren, zoals kosten en baten. Het doel van een dergelijke procedure is willekeur of bevoordeling voorkomen. Daarom is een dergelijke procedure bij voorkeur transparant en sluit aan bij bestaande rechtsregels. De volgende regels gelden bij diensten en leveringen: • tot € 20.000 enkelvoudig onderhands; • van € 20.000 tot € 50.000 onderhands bij twee of meer leveranciers; • van € 50.000 tot € 236.945 onderhands bij drie of meer leveranciers. Bij werken geldt: tot € 100.000 onderhands bij één of meer leveranciers. Wanneer het ingeschatte bedrag voor een aanbesteding boven het bedrag van de Europese drempel ligt (€ 236.945 voor diensten en leveringen, € 5.923.624 voor werken) wordt Europees aanbesteed. 4.3
Uitgangspunten en regels op het gebied van integriteit (SRO)
Sinds de zomer van 2007 is SRO bezig integriteitbeleid vorm te geven (gedragscode). De gedragscode is nog niet vastgesteld. De directie van SRO wil dit integriteitbeleid onderdeel laten zijn van de CAO. Volgens een verklaring van de directie van SRO is het MT op de hoogte van de inhoud van de concept gedragscode, het overige personeel is in deze fase niet in kennis gesteld in afwachting van de nieuwe CAO. De onderhandelingen met vakorganisaties over de CAO van SRO strandden eind vorig jaar (op andere punten dan het integriteitbeleid). De landelijke onderhandelingen over de nieuwe CAO Gemeenten loopt nog. De CAO onderhandelingen worden naar verwachting binnenkort weer opgestart.
6
Zolang het eigen beleid van SRO op het terrein van integriteit niet definitief is vastgesteld, is volgens het SRO management het beleid van de gemeente Amersfoort op dit terrein vigerend. Dit is ons niet uit schriftelijke vastlegging gebleken. In april 2000 is de Nota Integriteit vastgesteld binnen de gemeente. Op 29 januari 2002 is het integriteitbeleid door de raad vastgesteld. Flankerend beleid is: Nota inkoopbeleid (september 1999), Nota Naar een gedifferentieerd aanbestedingsbeleid (oktober 1999), Verordening op de ambtelijke organisatie en de organisatie van het middelen beheer (juni 2000) en het Treasurystatuut gemeente Amersfoort (december 2000). In het integriteitbeleid van de gemeente zijn regels voor omgang tussen ambtenaren en/of bestuurders met familierelaties niet sec benoemd. Er wordt in de gedragscode melding gemaakt dat ook de schijn (van omkoopbaarheid, belangenverstrengeling) altijd vermeden moet worden. Naast het concept integriteitbeleid is er een door SRO opgestelde Corporate Governance Code. Deze code is in het bijzonder gericht op de rollen van de aandeelhouders, raad van commissarissen en directie. 4.4
De totstandkoming van de opdrachtverlening in de casus Elleboogkerk (SRO)
4.4.1
Overeenkomst
In interviews met contactambtenaren van WSO en SOB en met de directie van SRO is de verhouding tussen gemeente Amersfoort en SRO kenbaar gemaakt. De Elleboogkerk, gelegen aan de Langegracht 36 met daarin gevestigd het Armandomuseum, was een zogenoemd ‘welzijnspand’. Tussen de gemeente Amersfoort en de SRO bestaat een huurovereenkomst waar een groot pakket aan vastgoed deel van uitmaakt. De hoofdregel die in de huurovereenkomst staat is dat de SRO verantwoordelijk is voor de uitvoering van het dagelijks- en groot onderhoud aan de welzijnspanden. De panden zijn in huur overgegaan naar de SRO en de SRO exploiteert ze vervolgens. De daarmee gepaarde inkomsten en uitgaven komen voor rekening van SRO. Uit de huurovereenkomst vloeien verschillende diensten voort, zoals meerjaren onderhoud (MJO) met een looptijd van 10 jaar. De afdeling Vastgoedbeheer (van SRO) stelt hiervoor budgetten en ramingen op. Jaarlijks maakt deze afdeling op basis van het MJO een jaarplan, de ‘jaarsnede’ genoemd. Zo is er een jaarplan voor alle BV’s en contracten. De uiteindelijk door de Manager Vastgoed & Groen vastgestelde ‘jaarsnede’ bestaat naast het MJO uit klein MJO werk. Het MJO werk bestaat onder andere uit: schilderwerk, dakbedekking (ook zinkwerk) en installatiewerk. Het klein MJO werk bestaat uit een veelheid aan kleine werkzaamheden waaronder ook klein loodgieterwerk. Voor de Elleboogkerk bestaat geen andere relatie dan in de huurovereenkomst is vastgelegd. Het betreft een contractuele relatie. Een Stichting maakt vervolgens gebruik van de Elleboogkerk. De Stichting huurt het pand van de SRO. Die Stichting wordt door de gemeente via een subsidie gefinancierd.
7
4.4.2
Selectie van en de keuze voor D.I.
Om een duidelijk beeld te schetsen van de SRO organisatie en de plaats van bij de aanbesteding betrokken partijen, volgt eerst het organigram. Organigram SRO NV SRO
Concernstaf
Unit Exploitatie
Vastgoedbeheer
Unit Vastgoed & Groen
Cultuur techniek
Unit Sport Ontwikkeling
Technische Dienst (OGI)
Projecten & Advisering
Bedrijfsleider Onderhoud Gebouwen en Installaties
Voorman
De manager Technische Dienst (OGI) is de vader van de eigenaar van het door SRO ingehuurde loodgieterbedrijf D.I. Betrokkenen en tekeningsbevoegdheid Ter beoordeling van de tekeningsbevoegdheden binnen SRO is gebruik gemaakt van de richtlijn tekeningsbevoegdheid NV SRO afdeling Vastgoed & Groen d.d. 19 mei 2006.
8
De loodgieterwerkzaamheden aan de Elleboogkerk betreft klein MJO werk. Voor de interne opdrachtverlening van klein MJO werk door de afdeling Vastgoedbeheer aan de afdeling Technische Dienst (OGI) bestaat een procedure. De Manager Vastgoedbeheer (tekeningsbevoegd tot € 50.000) heeft zicht op de deskundigheid van de afdeling Technische Dienst (OGI) voor het inschakelen bij het klein MJO werk. Hij fungeert als de opdrachtgever van de Technische Dienst (OGI). Het onderhoud aan de Elleboogkerk bestond in 2007 onder andere uit schilderwerk en zinkwerk. Er was tijdens de onderhoudswerkzaamheden een stuk houtrot geconstateerd waardoor ook timmerwerkzaamheden noodzakelijk waren. De schilderwerkopdracht t.b.v. de Elleboogkerk (MJO) is door de afdeling Vastgoedbeheer verstrekt en in verband met de afwezigheid van de Manager Vastgoedbeheer (tekeningsbevoegd tot € 50.000) getekend door de Unitmanager Vastgoed & Groen (tekeningsbevoegd tot € 200.000). De Bedrijfsleider Onderhoud Gebouwen en Installaties is werkverdeler en planner (tekeningsbevoegd tot € 10.000). Hij heeft verder de werkafspraken met het schildersbedrijf gemaakt. Voor het onderhoud aan de Elleboogkerk was een steiger nodig. Opdracht voor het plaatsen van de steiger bij de Elleboogkerk is gegeven door de manager Technische Dienst (OGI). Toezicht op onderhoud wordt uitgevoerd door de Voorman van de Technische Dienst (OGI) (tekeningsbevoegd tot € 10.000). Opdrachtverlening, uren en begroting SRO had zelf een loodgieter annex zinkspecialist in dienst die het klein onderhoud aan de Elleboogkerk zou verrichten in 2007. Deze loodgieter is echter in het 2e kwartaal van 2007 plotseling overleden. Vanuit die optiek moest er een vervanger worden gezocht die kennis, ervaring en benodigd gereedschap had op het terrein van onderhoud aan monumentaal zinkwerk. Uit ons onderzoek is gebleken dat SRO op het gebied van dak- en zinkwerk niet alleen zaken doet met de ingehuurde loodgieter D.I., maar bijvoorbeeld ook met andere loodgieterbedrijven uit Amersfoort en omstreken. De voor de Elleboogkerk ingehuurde loodgieter D.I. was binnen de Technische Dienst van SRO in 2007 geen vreemde. Eerder al had men zaken gedaan met dit eenmansbedrijf en met de eigenaar die voordien via zijn vorige werkgevers al loodgieterwerk voor SRO had verricht. SRO was tevreden met de kwaliteit van het eerder verrichte werk en de hiermee gemoeide kosten. Het zink voor die klus was eerder al ingekocht door de voorman, omdat de prijzen op dat moment gunstig waren. De inhoud van de opdracht aan de loodgieter kan gezien de definitie in het inkoop- en aanbestedingsbeleid dat SRO hanteert worden gekwalificeerd als onderhandse diensten en leveringen. De te vergoeden kosten voor het klein onderhoud (zinkwerk) aan de Elleboogkerk zitten met € 6.160 ruim onder de grens van € 20.000 zoals die geldt voor enkelvoudig onderhands aanbesteden. De Bedrijfsleider Onderhoud Gebouwen en Installaties, tekende op 13 september 2007 de opdrachtbrief aan DI Dak voor het zinkwerk aan de Elleboogkerk. Gezien het hiermee gemoeide bedrag was hij tekeningsbevoegd.
9
BING heeft ook de opdrachten aan de andere bij het onderhoud aan de Elleboogkerk (2007) betrokken partijen gezien. De Manager Technische Dienst (OGI) tekende op 13 september 2007 voor de opdracht aan een bedrijf dat de steigerbouw zou regelen (ad. € 6.975 excl. BTW). De Unit Manager Vastgoed & Groen tekende voor de opdracht aan het bij dit onderhoud betrokken schildersbedrijf (ad. € 4.250). Betrokken managers hebben derhalve binnen hun tekeningsbevoegdheden gehandeld. In totaal is er volgens de SRO administratie op locatienummer Elleboogkerk € 19.120 op ‘Bak- / mastgoot zink vervangen’ geboekt. In dit bedrag zitten volgens de administratie en de uitleg van de Manager Technische Dienst (OGI) de aanschaf van het zink, de uren van D.I., de uren van de hulp (TD-medewerkers), de steigerhuur en het verhelpen van een stuk houtrot (TD-timmerman). Per brief d.d. 13 september 2007 (week 37) kreeg de loodgieter van SRO de opdracht voor het zinkwerk. Dezelfde dag kreeg de steigerbouwer de opdracht voor plaatsing van de steiger (op afroep). De uitvoering van de opdracht door de loodgieter vond deels plaats in de werkplaats van SRO en ter plaatse bij de Elleboogkerk. Op 8, 9 en 10 oktober 2007 is de steiger bij de Elleboogkerk opgebouwd (week 41). De totale zinkklus was begroot op 160 uur. D.I. was in week 43 (ten tijde van de brand) volgens de inmiddels bestede uren nog niet halverwege het werk. Ditzelfde blijkt uit verklaringen over de voortgang (‘ongeveer halverwege’) op het moment van de brand. Gunning aan D.I . In relatie tot de gunning van het zinkwerk aan de Elleboogkerk aan de loodgieter D.I. is het volgende verklaard door betrokkenen. Verklaring Manager Technische Dienst (OGI) De manager Technische Dienst (OGI) en tevens vader van de betrokken loodgieter vertelde op 24 januari jongstleden tijdens het interview met BING: “D. werkt vanaf eind 2005 af en toe voor SRO. D. is half 2005 voor zichzelf begonnen. Het was geen grote klus (red.: zinkwerk Elleboogkerk). Ingeschat op 160 uur. Dat was werk voor onze eigen loodgieter W. vd B. D. zou hem als 2e man helpen (materiaal klaarmaken e.d.). Na het overlijden van W. vd B. werd D. als 1e man ingezet. Als 2e man/hulp zijn diverse medewerkers van de TD ingezet. A. v B. was de laatste ochtend mee. Dat is een stagiair, zoon van onze medewerker Ar.v B. (projectmanager SRO) (…).” (Red.: Ten tijde van de werkzaamheden aan de Elleboogkerk was voormalig stagiair, de heer A. v B., in dienst bij SRO.) “D. heeft niet veel klussen gekregen. Bij welzijnswerk gaat het per jaar om 150 storingen/klachten. Bij maximaal 3 per jaar is D. ingehuurd, totaal nog geen 100 uur. In 2006 is D. door de TD ongeveer 300 uur ingehuurd. Ook in 2007 gaat het om ongeveer 300 uur.”
10
In relatie tot de inhuur voor de Elleboogkerk verklaarde de Manager technische Dienst (OGI): “Met inhuur van personeel bemoei ik me niet, dat doet B. (Bedrijfsleider Onderhoud Gebouwen en Installaties). Een tweede reden met betrekking tot het zinkwerk is dat het mijn zoon betrof. Daar wilde ik me niet mee bemoeien.” Ten aanzien van de voortgang van het werk op het moment van de brand vertelde hij: “Het werk was toen nog niet klaar, het was ongeveer halverwege. Het is mogelijk dat de werkzaamheden aan het gebouw volgens planning in week 40 zijn gestart en dat hij vanaf week 38 zink gezet heeft in de werkplaats van SRO.” Tevens verklaarde de manager Technische Dienst (OGI) dat vakbekwaamheid op het terrein van zinkwerk door SRO werd getest op basis van het overleggen van een proefstuk. Zijn zoon had echter geen proefstuk gemaakt. D.I. zijn werk was reeds bekend binnen SRO doordat hij eerder al (periode vanaf 1995) via twee voormalige werkgevers, tevens installatiebedrijven, dergelijke klussen had gedaan. Verklaring Bedrijfsleider Onderhoud Gebouwen en Installaties De Bedrijfsleider Onderhoud Gebouwen en Installaties vertelde op 24 januari jongstleden tijdens het interview met BING: “D.I. hadden we al eerder ingehuurd. Ook toen hij voor V.d K. werkte is hij bij ons aan het werk geweest. W.W. (Voorman) en G.V. (Chef uitvoering/projectleider) bekijken hoe een inhuurmedewerker het doet. Wij hebben geen klachten over D.I, hij voert het werk naar behoren uit.” Op de vraag op basis waarvan D.I. was ingehuurd voor deze specifieke klus antwoordde hij: “Kwaliteit, ervaring (…) en bovendien een laag uurtarief: € 35. D.I. heeft eerder circa 5 klussen zinkwerk voor SRO gedaan. Daarnaast doet hij dakwerk, vervangen goten, etc.. Wij huren hem sinds het overlijden van W.vd B. wel vaker in. De eerste keer ‘inhuur D.I.’ was in 2006. Ik schat in dat we D.I. vanaf 2006 totaal circa 600 à 700 uur hebben ingehuurd. Op de vraag of de Manager Technische Dienst (OGI) betrokken is geweest bij de inhuur van zijn zoon D.I. antwoordde de Bedrijfsleider Onderhoud Gebouwen en Installaties: “H. bemoeit zich er niet mee. Niet bij D.I. en niet bij andere inhuurmedewerkers. Ik heb wel overleg met H. over de prijzen voor inhuur.(…) Inhuur plannen doe ik. H. tekent normaal gesproken. Als hij er was, heeft hij de brief aan D.I. gezien. Omdat het zijn zoon betreft vindt hij het niet prettig om te tekenen. Opdrachtverlening voor inhuur loopt via mij als de prijs het toelaat.” Resultaat administratief onderzoek BING heeft bij het administratief onderzoek onder meer aandacht besteed aan inhuur van de loodgieter D.I. door SRO. Uit het onderzoek komt naar voren dat de loodgieter is ingehuurd door SRO voor onderhoud aan welzijnspanden, overige WSO klussen en voor SOB. De crediteur D.I. verricht ook werkzaamheden tegen overeengekomen aanneemsommen.
11
Het totaal aan werkzaamheden door crediteur D.I.. voor SRO bedraagt over 2006 € 66.112 (exclusief BTW en exclusief facturen voor werk in 2005) en over 2007 € 35.892 (exclusief BTW). Naast in rekening gebrachte materiaalkosten, betreft dit circa € 50.000 (2006) en € 29.500 (2007) voor de bestede uren. Uit voorgaande informatie volgt dat de inzet van D.I. de door de Manager Technische Dienst (OGI) en de Bedrijfsleider Onderhoud gebouwen en Installaties gegeven schattingen van aantallen uren overtreft. In reactie op het voorgelegde conceptrapport heeft het management van SRO op dit punt verklaard: ‘De antwoorden van de Manager Technische Dienst (OGI) en de Bedrijfsleider Onderhoud gebouwen en Installaties waren gericht op de vraagstelling naar de inzet van D.I. bij werkzaamheden ten behoeve van de gemeente Amersfoort. De overige uren betroffen andere instanties.’ Kwalificaties van de loodgieter D.I. Wij hebben nader onderzoek verricht naar de achtergronden van de loodgieter D.I. die door SRO was ingehuurd voor werkzaamheden aan de Elleboogkerk in verband met kwalificering voor de opdracht. In bijlage 1 gaan wij daar meer uitgebreid op in. SRO is - volgens verklaringen van geïnterviewden - op basis van eerder verricht werk tevreden over de kwaliteit van de loodgieter. Betrokkene heeft de voor het werk noodzakelijke scholing genoten en heeft de daarbij behorende certificaten behaald. Hij heeft sinds 1995 ervaring in zijn vakgebied opgedaan bij verschillende bedrijven. Bovendien beschikt hij volgens zijn opdrachtgever over de specifieke kennis, gereedschappen en materialen om het zinkwerk aan een dergelijk monumentenpand te kunnen verrichten. Er zijn door een tweetal voormalige werkgevers van de loodgieter in januari 2008 positieve getuigschriften afgegeven in relatie tot de kwaliteit van zijn werk. Certificeringen SRO doet bij aanbestedingen van onderhoudswerkzaamheden aan derden uitsluitend zaken met bedrijven die de veiligheidsregels aantoonbaar kennen. Dit is gebleken uit de VCA certificeringen van bij de werkzaamheden aan de Elleboogkerk betrokken bedrijven en uit verklaringen hieromtrent van de manager Unit Vastgoed & Groen. Het VCA gecertificeerd zijn is bovendien een eis voor alle eigen medewerkers van de Technische Dienst (OGI) alsmede voor de medewerkers van de Cultuurtechnische afdeling. -
In 2000 is de loodgieter D.I. geslaagd voor het diploma “Basisveiligheid VCA” (Hét Examen BV). Dit diploma is voor een periode van 10 jaar geldig (tot 2 maart 2010). De VCA examenbank bevat uitsluitend gegevens van personen die in de periode na 1 januari 2004 gecertificeerd zijn. Kijkend naar de opdrachtnemers in relatie tot het onderhoud aan de Elleboogkerk dan zijn zij allen VCA gecertificeerd (bronnen: interviews, briefpapier en websites).
12
Zoals blijkt uit interviews met het management van SRO en op basis van bovenstaande neemt SRO de regels voor veiligheid in acht door bij inhuur van derden gebruik te maken van VCA gecertificeerde bedrijven. 4.4.3
Familierelaties
Tussen de Manager Technische Dienst (OGI) en de loodgieter bestaat een familiaire band (vader en zoon). Uit verklaringen van geïnterviewden is gebleken dat de keuze ten behoeve van onderhoud aan de Elleboogkerk is voortgekomen uit bekendheid en tevredenheid binnen de Technische Dienst (OGI) van SRO met de loodgieter. De opdracht aan de loodgieter voor het onderhoud aan de Elleboogkerk is niet door de Manager Technische Dienst (OGI) maar door de Bedrijfsleider Onderhoud Gebouwen en Installaties verstrekt. Laatstgenoemde was hiertoe beschikkingsbevoegd. De opdracht mocht gezien het geringe bedrag één op één aanbesteed worden. 4.4.4
Kaders van het beleid en de geldende procedures
Uit hetgeen in de voorgaande paragrafen is vermeld volgt dat binnen de kaders van het beleid en de geldende procedures van SRO is gehandeld. De opdrachtverlening aan het loodgieterbedrijf heeft plaatsgevonden als een - gezien het bedrag geoorloofde - enkelvoudige onderhandse aanbesteding aan een gekwalificeerde partij waarmee SRO bovendien de nodige werkervaring had opgedaan. In aanvulling op deze constatering gaan wij hierna in op eventuele eisen van veiligheid en toezicht in relatie tot de opdrachtverlening voor werkzaamheden aan de Elleboogkerk, gesteld door de gemeente Amersfoort, SRO, de brandweer en monumentenzorg. De uitvoering van de opdracht valt als zodanig buiten de scope van ons onderzoek. Eisen van veiligheid en toezicht in relatie tot de werkzaamheden aan de Elleboogkerk Gemeente Amersfoort BING heeft op 8 februari gesproken met twee contactambtenaren van WSO, het Afdelingshoofd Vastgoed en Voorzieningen en het Afdelingshoofd CTS. De gemeente Amersfoort heeft volgens beide heren geen ‘eigen’ eisen en regels op het terrein van onderhoud aan SRO kenbaar gemaakt. Wel gelden er controles op brandveiligheid die door de Brandweer van de gemeente Amersfoort worden uitgevoerd. Wij gaan hier in de paragraaf ‘brandweer’ nader op in. SRO De SRO hanteert volgens de geïnterviewden de wettelijke regels en eisen ten aanzien van het dagelijks- en groot onderhoud. In de opdrachtbrief van SRO aan de loodgieter d.d. 13 september 2007 wordt gesproken over ‘begeleiding van bovengenoemde werkzaamheden.’
13
Hieronder wordt volgens interviews met betrokkenen bij SRO verstaan het uitoefenen van kwaliteitscontrole op door derden verrichte onderhoudswerkzaamheden door SRO. Het toezicht zou in dit specifieke geval worden uitgevoerd door de Voorman bij SRO. In de opdracht aan het schildersbedrijf, ook ten behoeve van de Elleboogkerk, staat genoemd: ‘De aanvang van de werkzaamheden dient u minimaal 3 werkdagen vooraf aan te kondigen bij NV SRO, de heer B. Hij zal namens SRO de kwaliteitscontrole van uw werkzaamheden doen, alsmede de coördinatie met de gebruiker van het pand.’ Uit bovenstaande komt naar voren dat SRO in beginsel kwaliteitscontrole uitvoert op werkzaamheden door derden en hierover communiceert met betrokken partijen. Brandweer In relatie tot de Elleboogkerk heeft een medewerker van de Afdeling Veiligheid van Brandweer Amersfoort op 12 april 2007 een controle uitgevoerd op brandveiligheid van de Elleboogkerk aan de Langegracht 36. Resultaat hiervan was dat het bouwwerk ten tijde van de controle voldeed aan de voorwaarden als gesteld in de gebruiksvergunning d.d. 9 januari 2004. Dergelijke controles worden door de Brandweer van de gemeente Amersfoort, al dan niet aangekondigd, uitgevoerd. De mededeling van de brandweer bevatte tevens een dringend advies op het terrein van het verwisselen van poederblussers en het aanbrengen van rookmelders. Aan dit dringende advies is blijkens correspondentie op adequate wijze gehoor gegeven door SRO. Monumentenzorg Op woensdag 17 oktober 2007, vijf dagen voor de brand, heeft een Adviseur Monumentenzorg Amersfoort een bezoek gebracht aan het Armandomuseum. Doel van dit bezoek was een beoordeling van het onderhoud aan het zinkwerk. De overall beoordeling van Monumentenzorg was dat het zinkwerk er ten tijde van de controle redelijk uitzag. De brochure ‘Restauratie en beheer, bladlood op monumenten’ van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg (2003) bevat een passage genaamd ‘Brandpreventie’. Hierin staat: ‘Het gebruik van open vuur leidt jaarlijks tot zware beschadiging en verlies van monumenten. Brand ontstaat vaak lang nadat de werkzaamheden zijn beëindigd. Wanneer open vuur voor loodgieterwerk onontbeerlijk is, dan dienen voorzorgsmaatregelen genomen te worden om brand te voorkomen. Hiervoor gelden de volgende regels: - Zorg dat de ondergrond stofvrij is: stof in combinatie met droog hout kan tot een smeulbrand leiden. Lang na het beëindigen van het werk kan de smeulbrand zich ontwikkelen tot een grote brand. - Verwijder rot hout: droog rot hout is erg brandgevaarlijk. - Bevochtig zo mogelijk het hout onder een te solderen plek. - Zorg voor een draagbaar, werkend brandblustoestel (natblusser of sproeischuimblusser). - Controleer 3 uur na het einde van de werkzaamheden het werk op smeulbranden of laat dit doen door een ingehuurde brandwacht.
14
Burgemeester en Wethouders kunnen op basis van een bouw- of monumentenvergunning nadere eisen stellen aan het uitvoeren van brandgevaarlijke werkzaamheden.” De folder betreft werken met bladlood. Dat is iets anders als werken met zink. De adviezen op het terrein van brandpreventie zijn echter ook toepasbaar op het werken met zink. In beide gevallen is er sprake van loodgieterwerk en werken met open vuur. In interviews met contactambtenaren van de sector WSO van gemeente Amersfoort is naar voren gebracht dat door de Monumentenwacht een veiligheidsrichtlijn wordt gehanteerd van 2 uur. SRO heeft in reactie op onze conceptrapportage laten weten dat een dergelijke wachttijd nooit aan SRO is gecommuniceerd. BING heeft vijf van de twaalf Monumentenwacht organisaties (elf provinciale stichtingen en de Archeologische Monumentenwacht) benaderd met de vraag over de in acht te nemen wachttijd ter controle op smeulbranden. Uit deze gesprekken komt naar voren dat een éénduidig antwoord niet voor handen is. De controletijd varieert van minimaal een half uur tot twee uur na afronding van de werkzaamheden met open vuur. BING heeft een drietal dakbedekking bedrijven uit de regio Utrecht benaderd met de vraag over wachttijden die in acht worden genomen bij werken met open vuur ter controle op eventuele smeulbranden. Dit teneinde te verifiëren of er een branchespecifieke norm bestaat en wat die specifieke norm is. Uit de vraagstelling is gebleken dat branchegenoten bij werken met open vuur wel een wachttijd hanteren voor controle op smeulbranden maar dat de tijd die hiervoor in acht wordt genomen niet éénduidig is maar varieert van een half uur tot twee uur na afronding van de werkzaamheden met open vuur. Het toepassen van specifieke regels aangaande wachttijden is door SRO niet expliciet genoemd in de opdrachtverstrekking aan D.I., maar er wordt wel impliciet aandacht aan dergelijke veiligheidsregels gesteld door de eis te stellen VCA gecertificeerd te zijn. Samenvattend: er bestaat een brochure van Monumentenzorg, welke richtlijnen bevat voor het werken met open vuur. Deze hebben geen verbindend karakter. Er is geen sprake van wettelijke voorschriften. Zowel de Monumentenwacht als drie branchegenoten (dakbedekking) zijn niet unaniem in de uitspraak over de exacte duur van de in acht te nemen wachttijd. 4.4.5
Eventuele andere opdrachten in 2007 waarbij familierelaties een rol speelden
Teneinde deze vraag te kunnen beantwoorden zijn er in de interviews gerichte vragen gesteld, is een administratief onderzoek gedaan naar eventuele relaties tussen SRO management en medewerkers en crediteuren van SRO en er heeft open bronnen onderzoek plaatsgevonden. Hieruit is naar voren gekomen dat er een familierelatie bestaat tussen de Manager Vastgoedbeheer en de Manager van een installatiebedrijf uit Amersfoort. Aan dit installatiebedrijf worden door SRO geregeld opdrachten verstrekt.
15
De Manager Vastgoedbeheer, de heer H. v D. vertelde tijdens het interview met BING in reactie op de vraag of er een relatie bestond met de heer M. v D.: “Dat is mijn broer. We werken ook met (naam installatiebedrijf). Mijn broer is daar bedrijfsleider. Mijn naam kan onder een opdracht aan (naam installatiebedrijf) staan. Er wordt geregeld 1 op 1 aanbesteed aan (naam installatiebedrijf). Ze doen ook mee bij meervoudige aanbesteding. (Naam installatiebedrijf) doet 5 á 6 opdrachten per jaar voor ons (totaal tussen € 100.000 en € 200.000). Ze halen circa 5% van hun omzet uit opdrachten van SRO. Het soort werk betreft bijvoorbeeld het vervangen van dakbedekking voor sporthal of zwembad. (Naam installatiebedrijf) werkt al langer voor SRO dan ik hier werk. Ik werk vanaf 2000 bij SRO, SRO bestaat vanaf 1997. (Naam Manager Technische Dienst (OGI) werkte al ver daarvoor met (naam installatiebedrijf). Mijn broer zit al wel zo’n 20 jaar bij (naam installatiebedrijf). De 17 jarige zoon van de Bedrijfsleider Onderhoud Gebouwen en Installaties, werkt op vrijdagavond (als oproepkracht horeca) voor SRO in een sporthal. Hij heeft een 0-uren contract. De zoon van de heer Ar. v B. (medewerker Technische Dienst OGI), A. v B., heeft eveneens een 0-uren contract bij SRO. Hij werkte voorheen reeds als stagiair bij de Technische Dienst (OGI) van SRO en verricht werkzaamheden zoals de eerder beschreven hulp bij zinkwerk aan welzijnspanden. Uit administratief onderzoek is gebleken dat 13 medewerkers van SRO niet alleen een personeels crediteurennummer hebben, maar op hetzelfde adres ook bekend zijn met een tweede, al dan niet zakelijk, crediteurennummer. Nader onderzoek heeft uitgewezen dat het hier om crediteurennummers gaat die al jaren niet meer in gebruik zijn (4 relaties) en het vergoeden van onkosten, zoals bedrijfskleding, een computerbril en gebruik van een fietsplan (9 relaties). 4.5
Conclusie
Op de vraag: ‘Zijn er bij SRO NV voldoende waarborgen voor een rechtmatige en integere opdrachtverlening en in welke mate is in de casus Elleboogkerk aan deze criteria voldaan?’ luidt het antwoord als volgt: Ons is uit onderzoek gebleken dat er sprake is van voldoende waarborgen voor een rechtmatige en integere opdrachtverlening. Wel zijn verbeteringen mogelijk (zie aanbevelingen in de volgende paragraaf). Ook al heeft SRO niet op alle terreinen haar eigen beleid, procedures en richtlijnen definitief vastgesteld, SRO hanteert het beleid zoals door de gemeente Amersfoort is vastgesteld ten aanzien van aanbesteding en integriteit. In relatie tot de casus Elleboogkerk hebben betrokken functionarissen binnen SRO gewerkt op basis van de regels voor aanbesteding zoals die door de gemeente Amersfoort zijn vastgesteld en door SRO worden gevolgd. Er is met de opdrachtverlening aan de loodgieter D.I. ten behoeve van de Elleboogkerk een bedrag gemoeid van ruim € 6.000.
16
Deze omvang biedt de mogelijkheid tot enkelvoudige, onderhandse aanbesteding, waarvoor ook gekozen is. Hiervoor geldt een grensbedrag van € 20.000. Ook is er binnen de regels voor tekeningsbevoegdheid gewerkt, aangezien de opdrachtgever de Bedrijfsleider Onderhoud gebouwen en Installaties - bevoegd is om dergelijke opdrachten te verstrekken tot een bedrag van € 10.000. De vader van de loodgieter is afgaande op de correspondentie en de interviews niet direct betrokken geweest bij de opdrachtverlening aan zijn zoon. Uit onderzoek is niet gebleken dat andere opdrachten zijn verleend door SRO waarbij familierelaties een rol speelden, bezien vanuit de optiek van mogelijke belangenverstrengeling. Ten aanzien van veiligheid en toezicht merken wij op dat SRO bij aanbestedingen van onderhoudswerkzaamheden aan derden uitsluitend zaken doet met bedrijven die de veiligheidsregels aantoonbaar kennen. Dit is gebleken uit de VCA certificeringen van bij de werkzaamheden aan de Elleboogkerk betrokken bedrijven en uit verklaringen hieromtrent van de manager Unit Vastgoed & Groen. Het VCA gecertificeerd zijn is bovendien een eis voor alle eigen medewerkers van de Technische Dienst (OGI) alsmede voor de medewerkers van de Cultuurtechnische afdeling. De uitvoering van het zinkwerk aan de Elleboogkerk heeft plaatsgevonden door een eenmansbedrijf D.I. De eigenaar - de heer D.I. - heeft zoals blijkt uit certificeringen, verklaringen van goed gedrag (verzorgd door voorgaande werkgevers) en verklaringen over de kwaliteit van eerder verricht soortgelijk werk, in beginsel de kennis en ervaring om een dergelijke klus (aan een rijksmonument) te kunnen klaren. Bovendien beschikt hij over een geldig VCA certificaat waaruit blijkt dat hij op de hoogte moet zijn met de veiligheidsregels. Er is geen sprake van verplichte regelgeving vanuit de Rijksdienst voor de Monumentenzorg aangaande wachttijden die in acht zouden moeten worden genomen nadat er met open vuur is gewerkt. Dit blijken richtlijnen, geen wettelijke vereisten. De Rijksdienst voor de Monumentenzorg noemt een periode na het einde van de werkzaamheden van 3 uur, waarbij er na die periode gecontroleerd dient te worden op eventuele smeulbranden. Contactambtenaren van de sector WSO van de gemeente Amersfoort noemden een wachttijd van 2 uur die door de Monumentenwacht is gecommuniceerd. In interviews is naar voren gebracht dat SRO in beginsel de branchespecifieke norm hanteert qua wachttijd. Uit navraag bij vijf van de twaalf Monumentenwacht organisaties (provinciaal) en bij drie branchegenoten (dakbedekkingbedrijven regio Utrecht) is gebleken dat de wachttijd die in acht wordt genomen niet eenduidig is en varieert tussen een half uur en twee uur na het werken met open vuur. In de opdrachtverstrekking aan derden wordt door SRO niet expliciet aandacht gevraagd voor het daadwerkelijk in acht nemen van dergelijke regels voor veiligheid. Impliciet stelt SRO wel eisen aan de veiligheid door te werken met VCA gecertificeerde bedrijven. 4.6
Aanbevelingen
Ondanks het resultaat van dit onderzoek, is er ruimte voor verbeteringen bij SRO. In het integriteitbeleid van de gemeente Amersfoort wordt gesproken over ‘het voorkomen van de schijn van belangenverstrengeling’. SRO volgt dit integriteitbeleid zolang het eigen integriteitbeleid nog niet is vastgesteld.
17
In deze casus is - zoals blijkt uit de aandacht in de media - de schijn gewekt dat de opdrachtverlening aan DI Dak op niet integere wijze heeft plaatsgevonden. De familierelatie tussen de eigenaar van dit bedrijf en de Manager Technische Dienst (OGI) zou hieraan mede debet zijn. Ondanks dat degene die de opdracht aan D.I. verleende niet de vader van de eigenaar is en bovendien bevoegd was om de opdracht te verlenen, was het gezien zijn positie binnen de SRO organisatie - als zijnde ondergeschikte aan de Manager Technische Dienst (OGI) / tevens vader van - verstandiger geweest wanneer de opdrachtverlening aan DI Dak door een hogere functionaris had plaatsgevonden. Dat is in dit geval de Manager Unit Vastgoed & Groen. Wij adviseren om bij eventuele inhuur waarbij familierelaties aan de orde zijn de opdrachtverstrekking door een hogere leidinggevende te laten verrichten c.q. diens expliciete goedkeuring daaraan te hechten. Uit de overgelegde documenten en uit de interviews volgt dat integriteitbeleid in de praktijk nog weinig gerichte aandacht heeft gehad binnen SRO. Integriteitbeleid gaat verder dan het invoeren van een gedragscode. Wij bevelen aan hier meer werk van te maken, door integriteitbeleid te ontwikkelen en bewustheid van integriteitrisico’s te vergroten, waaronder het risico van (de schijn van) belangenverstrengeling. Dit zou onder meer kunnen door een nulmeting van het integriteitbeleid en de beleving van integriteit onder de medewerkers en/of door dilemmatrainingen. Wij geven SRO in overweging om bij het inhuren van derden expliciet aandacht te vragen om de regels voor veiligheid en toezicht te volgen, vooral als het gaat om onderhoud aan kwetsbare panden zoals monumenten.
5. Tenslotte Wij vertrouwen er op hiermede aan de opdracht te hebben voldaan en zijn gaarne bereid tot nadere toelichting. Ons rapport mag uitsluitend aangewend worden ten dienste van de doelstelling van het onderzoek. Het is niet toegestaan dit rapport - of delen daaruit - aan te wenden voor andere doeleinden en zonder onze schriftelijke toestemming verder te verspreiden of te openbaren. Hoogachtend,
P. Werkman RA Plv. Directeur
18
Bijlage 1: Kwalificaties van D.I. (loodgieter) Wij hebben nader onderzoek gedaan naar de achtergronden van de heer D.I. in verband met kwalificering voor de opdracht. Op 30 juni 1993 heeft de heer D.I. een deelcertificaat (primair beroepsonderwijs) behaald voor de leerstofmodule praktijk scholingspakket lassen (differentiatie constructie), bekend als MC-1 van de afdeling metaaltechniek. Tevens heeft hij per dezelfde datum het certificaat Lassen / basisprogramma, bekend als module MB-3 behaald. Op 20 mei 1994 heeft hij een MBO certificaat (MBO college Eemvoorde) behaald voor het basisprogramma Installatietechniek (theorie, vaktekenen en praktijk). Op 8 november 1995 heeft hij een MBO certificaat (ROC De Amelanden) behaald voor het vak autogeen lassen en hardsolderen. Op 4 augustus 1999 heeft hij een getuigschrift van de bijscholingscursus be- en verwerken van titaanzink verkregen (Intechnium). Deze kennis en vaardigheden zijn bedoeld voor de beroepscategorie dakbedekkingmonteur. Op 2 maart 2000 is de heer DI geslaagd voor het diploma “Basisveiligheid VCA” (Hét Examen BV). Dit diploma is voor een periode van 10 jaar geldig (tot 2 maart 2010). Zijn toenmalige werkgever J. BV vermeldt hierover in het getuigschrift van de heer D.I.: ‘Ook heeft hij in de bij ons gewerkte periode zijn VCA diploma gehaald met de hoogste score van ons bedrijf.’ Op 8 januari 2008 heeft installatiebedrijf WK. BV op verzoek van SRO een getuigschrift over de heer D.I. afgegeven. Hierin staat: ‘D.I. is in de periode van 1995 tot heden diverse malen door onze firma werkzaam geweest. Eerst als uitzendkracht, later ook als zelfstandig ondernemer. Zijn taken bestonden voornamelijk uit het realiseren van dak-, lood-, en zinkwerken op diverse gebouwen en gebouwdelen. D.I. staat bij ons bekend als een praktijkgerichte en gedreven medewerker. Met zijn technische kennis en ervaring in ons vakgebied heeft hij, voor zowel onze vestiging Barneveld als Amersfoort, diverse werken naar tevredenheid uitgevoerd en afgerond. Zijn werkzaamheden bestonden o.a. uit het vervangen c.q. aanbrengen van bitumineuze- en kunststof dakbedekkingen, zinken goten en dakkapellen, kunststof goten, hemelwaterafvoeren en rioleringen, herstel van pannendaken, loodwerk van schoorstenen en gevels in zowel de nieuwbouw als renovatiesector. Wij zien D.I. als een prettige collega en hopen ook voor de toekomst van zijn diensten gebruik te mogen maken.” Deze verklaring is getekend door de heer MvD., manager vestiging Amersfoort. Op 7 januari 2008 heeft Installatiebedrijf J. BV op verzoek van SRO een getuigschrift afgegeven in relatie tot de heer D.I.. In de verklaring staat: ‘Via een reguliere sollicitatieprocedure is dhr. D.I. bij ons circa 98/99 in dienst gekomen, en heeft circa 2000 het bedrijf weer verlaten.
19
In de tijd dat hij bij ons gewerkt heeft, is hij mij voorgekomen als een terzake deskundig persoon. De kwaliteit van zijn werk is in deze periode nooit een twistpunt geweest. Dhr. D.I. had een hekel aan schrijven, maar wist lange tijd nadat iets besproken was woordelijk de afspraken te herhalen. Ook heeft hij in de bij ons gewerkte periode zijn VCA diploma gehaald met de hoogste score van ons bedrijf. Reden van vertrek bij J. BV is een motivatieprobleem. Tijdens gesprekken over afnemende motivatie is in goede samenspraak besloten de relatie met wederzijds goedvinden te beëindigen.’ De verklaring is getekend door J. v D. van J. BV. Uit KvK gegevens blijkt dat D.I. als eenmansbedrijf op 23 augustus 2005 in Amersfoort is gevestigd. De onderneming wordt gedreven voor rekening van de heer D.I., geboren op 27 februari 1976. Gezien voorgaande informatie is de heer D.I. een bekende in de wereld van loodgieterbedrijven in en rond Amersfoort. Hij is niet alleen bekend maar hij wordt door een tweetal loodgieterbedrijven (die overigens met regelmaat door SRO worden ingehuurd voor werkzaamheden) ook geprezen voor zijn werk, gezien de inhoud van de getuigschriften. De SRO is - volgens verklaringen van geïnterviewden - op basis van eerder verricht werk tevreden over de kwaliteit van D.I. De heer D.I. heeft de voor het werk noodzakelijke scholing genoten en heeft de daarbij behorende certificaten behaald. Hij heeft sinds 1995 ervaring in zijn vakgebied opgedaan bij verschillende bedrijven. Bovendien beschikt hij volgens zijn opdrachtgever over de specifieke kennis, gereedschappen en materialen om het zinkwerk aan een dergelijk monumentenpand te kunnen verrichten. Tenslotte heeft hij, zoals blijkt uit de VCA certificering, kennis van veiligheid op zijn vakgebied.
20