„Fight the powers that be!‟ De tandeloosheid van de kritiek op het kapitalisme in hedendaagse Amerikaanse workplace sitcoms
Tom Goossens 0519278
[email protected] 0623341245 Masterscriptie televisiestudies Begeleider: Dr. J.A. Teurlings Tweede lezer: dr. M. Stauff Media en Cultuur Universiteit van Amsterdam 13 augustus 2010
Inhoudsopgave Abstract
1
Inleiding
2
1. Kapitalisme nu
5
Kapitalisme: een korte geschiedenis
5
Van taylorisme naar post-taylorisme
6
De geesten van het kapitalisme
8
De tweede geest van het kapitalisme
10
De nieuwe geest van het kapitalisme
13
Kapitalisme anno 2010
17
2. Tayloristische kritiek in een post-tayloristische wereld: de kritiek van Better off Ted
18
„The company loves its money‟
18
„Faceless cog in a dehumanizing machine‟
20
„The system doesn‟t make mistakes‟
21
„Helping the world. By telling people we‟re helping the world‟
22
„Friendship. It‟s the same as stealing‟
23
„You don‟t control everything I do‟
24
3. Neo-management onder de loep: de kritiek van The Office
27
„Clearly not the most traditional guy‟
27
„I hired my best friends‟
28
„I want the credit without any of the blame‟
28
Michael Scott Paper Company
29
„You‟re a thief of joy‟
30
„She‟s mad at us for not coming to her party‟
31
4. Kapitalisme verpersoonlijkt: de kritiek van 30 Rock
33
„Capitalism is my religion‟
33
„We have to fight the powers that be!‟
34
„These weirdo‟s are my family‟
36
„That woman is a subordinate of yours. Her behavior is totally inappropriate‟
37
Conclusie
39
De tweede geest van het kapitalisme
39
De nieuwe geest van het kapitalisme
40
Werk en privé
42
Sociale en artistieke kritiek
43
Is er geen alternatief?
44
De waarde van de geleverde kritiek
45
Bronnenverantwoording
47
Bibliografie
47
Mediagrafie
48
Abstract In this thesis, I analyze the capitalist critique in three contemporary American workplace sitcoms: Better off Ted (ABC, 2009-2010), The Office (NBC, 2005-now) and 30 Rock (NBC, 2006-now). Using Boltanski and Chiapello‟s historical overview of capitalist critique in modern society, I focus on two chronological categorizations – the second and the new spirit of capitalism – and two qualitative categorizations – social and artistic critique. Each category has its own, unique way of critiquing capitalism: the second spirit focuses mostly on the highly rationalized and hierarchized nature of the workplace, whereas the new spirit is more personal and is highly dependent on professional networks. Social critique criticizes capitalism as the cause of poverty, opportunism and egoism in modern society, whereas the artistic critique focuses on the inauthenticity of capitalism and the way it causes disillusion and alienation. The Office‟s and 30 Rock‟s critique is similar in the sense that these series both explicitly reject the second spirit of capitalism for all its rigidity and impersonality. And whereas they do criticize the new spirit – The Office focuses on the ridiculousness of neo-management, 30 Rock focuses on the demand for flexibility – in the end, both shows embrace the new spirit because of its functionality and the convincing way it engages people in the capitalist universe. Better off Ted, however, chooses an entirely different path. The series shows the battle between employers and employees during the second spirit from a contemporary perspective: the company rejects all demands for social and artistic changes and it presents itself explicitly as an enterprise from the second spirit. But when the show does tackle issues from the new spirit, the networkworld for example, it emphasizes that the rigidity and impersonality of the second spirit perhaps was not as bad as people nowadays think. At least capitalism did not interfere with its employees‟ personal lives. So in the end, the workplace sitcoms I discuss do criticize capitalism, albeit in two opposite ways. The critique itself, however, is hardly convincing, because it focuses on the excesses of capitalism instead of the structural problems. The Office and 30 Rock primarily dismiss the old, second spirit of capitalism, whereas the new spirit is accepted instead of challenged. Better off Ted works the other way around and criticizes the new spirit from the point of view of a second spirit-type company, in such a way that it is hard to relate to the critique for the modern audience. The shows therefore do not coherently and convincingly criticize modern capitalism and challenge it for all its flaws, but merely undermine their own critiques the minute they are expressed.
Key words: 30 Rock, Better off Ted, capitalism, critique, Marx, The Office, workplace sitcom
1
Inleiding „We‟re having a problem with some of those people who live in the cubicles. One of the drones accused another drone of sexual harassment‟ (Battle of the bulbs: 2008). Veronica Palmer zit met een probleem: voor de derde keer in een jaar tijd heeft een werknemer een collega aangeklaagd wegens seksuele intimidatie. Dit kost het bedrijf Veridian Dynamics veel tijd en geld en moet dus aangepakt worden. Daarom besluit Veronica seksuele intimidatie te laten registeren als een ziekte. Nu kan niemand meer ontslagen of gestraft worden en kan het bedrijf niet aangeklaagd worden. Maar als blijkt dat werknemers massaal misbruik maken van de regeling door ongegeneerd met iedereen te flirten, wordt de regeling opgeschort vanwege productiviteitsverlies. In Better off Ted (ABC, 2009-2010) is Veronica Palmer de vicepresident van het internationale conglomeraat Veridian Dynamics, een bedrijf dat veel aandacht heeft voor efficiëntie en winstmaximalisatie, maar weinig voor het welzijn van de werknemers. In het hierboven beschreven voorbeeld wordt op verschillende manieren kritiek geleverd op Veridian. Ten eerste denkt Veronica dat haar werknemers in hun hokjes op het kantoor leven en toont ze weinig respect voor de werknemers door naar ze te verwijzen als drones (werkezels). Ten tweede komt ze met een oplossing die alleen voor de directie voordelen heeft, maar de situatie op de werkvloer niet structureel verbetert. En tenslotte wordt de regeling niet
opgeschort omdat het geen goede oplossing is voor de
werknemers, maar omdat het bedrijf er geld aan verliest. Better off Ted is een van de vele workplace sitcoms die momenteel op televisie is. Dit is een vorm van sitcom die – de naam doet het al vermoeden – zich bijna geheel afspeelt op de werkvloer. De oorsprong van de sitcom ligt gedeeltelijk in de radio en gedeeltelijk op het toneel, waar verschillende vormen van komische optredens, zoals vaudeville, plaatsvonden. Op televisie werd dit samengesmolten tot een gescript komisch verhaal. Aanvankelijk lag de nadruk nog erg op het vaudeville verleden met veel zang en dans, maar in de loop der tijd verschoof de aandacht naar de familie, waarmee het ideale beeld van de gesuburbaniseerde samenleving werd geschetst (Spigel 1992: 179). De families in sitcoms, die via televisie als het ware werden uitgenodigd en binnengelaten in de huiskamers van de kijkers, moesten wel herkenbaar zijn voor de kijkers (Mills 2005: 44). Sitcoms spelen ook bij uitstek in op de heersende sociale conventies van een maatschappij: de situaties die humoristisch worden neergezet moeten namelijk herkenbaar zijn voor het publiek. Dit kan alleen als ze „conform to and utilise, normalised social conventions‟ (ibidem: 7). De traditionele familie is in de loop der tijd steeds meer vervangen door een surrogaatfamilie. Van vier oudere vrouwen die samenwonen in The Golden Girls (NBC, 1985-1992) tot zes jonge, stedelijke vrienden die lief en leed delen in Friends (NBC: 1994-2004): het zijn geen traditionele families, maar de manier waarop de karakters met elkaar omgaan maakt ze tot een surrogaatfamilie. De workplace sitcom gaat nog een stap verder door zich niet te focussen op vrienden, maar collega‟s die weer een andere soort surrogaatfamilie vormen. Dat deze transitie mogelijk is, komt doordat de maatschappij dit 2
heeft geaccepteerd als een genormaliseerde sociale conventie. Het laat ook zien dat werk een ontzettend grote rol speelt in onze levens. Aanvankelijk lag de nadruk in de workplace sitcom nog op intieme, seksuele relaties op de werkvloer. Er werd minder gewerkt dan dat er tijd besteed werd aan het liefdesleven van de collega‟s. Maar in de loop der tijd zijn de personages en het werk steeds belangrijker geworden voor de verhalen van sitcoms (Creeber 2005: 67). De helse manager die de baas speelt over werknemers, die alleen werken om geld te verdienen en te kunnen leven, is dan ook een vast ingrediënt van de workplace sitcom geworden (Mills 2005: 61). Humoristische situaties in de sitcom ontstaan vaak doordat de status quo wordt uitgedaagd. Op deze manier zijn sitcoms bij uitstek geschikt om kritiek te leveren op de samenleving. Over de effectiviteit van deze kritiek zijn critici het niet eens. Waar de een zegt dat de kritiek onschadelijk wordt gemaakt doordat het meteen wordt weggelachen in de komische situatie (Mills 2005: 19), is de ander van mening dat sitcoms met surrogaatfamilies – van vriendengroepen tot collega‟s – de status quo juist extra uitdagen doordat ze niet het conservatieve kerngezin als uitgangspunt hebben (Creeber 2005: 69).
In deze scriptie staan drie sitcoms centraal die een specifiek soort maatschappijkritiek uiten, namelijk kritiek op het kapitalisme. Om te onderzoeken wat voor kritiek op het kapitalisme de sitcoms hebben, heb ik allereerst een theoretisch kader opgesteld met een arbeidssociologische oorsprong. De nadruk ligt hierbij op het werk van Luc Boltanski en Eve Chiapello. In het eerste hoofdstuk zet ik uiteen hoe het kapitalisme zich in de loop van de geschiedenis heeft ontwikkeld en wat voor kritiek er vanuit de samenleving kwam op het kapitalisme. Uiteindelijk leidt deze uiteenzetting tot een categorisering van het kapitalisme in een chronologie van drie geesten van het kapitalisme en in twee kwalitatieve categorieën van kritiek: de sociale en de artistieke. Vervolgens analyseer ik drie hedendaagse Amerikaanse workplace sitcoms op hun kritiek op het kapitalisme. De sitcoms zijn Better off Ted, The Office (NBC, 2005-nu) en 30 Rock (NBC, 2006-nu). Ik heb voor deze series gekozen omdat ze elk een eigen, specifieke werkomgeving hebben: Better off Ted speelt zich af in een grote, anonieme multinational, The Office draait om een klein kantoor met intieme relaties tussen de collega‟s en een manager met bizarre managementmethoden en 30 Rock draait om de crew van een televisieprogramma binnen een groot Amerikaans televisiebedrijf. Deze verschillende achtergronden bieden mogelijkheden voor verschillende soorten kritiek op het kapitalisme. Ik analyseer in elke sitcom wat voor kritiek ze geven op het kapitalisme. Van Better off Ted heb ik twee seizoenen met in totaal 24 afleveringen bekeken, van The Office en 30 Rock heb ik één seizoen bekeken van respectievelijk 26 en 22 afleveringen. Ik heb hierbij voor het seizoen van
3
2008-20091 gekozen omdat in dit seizoen de economische crisis opkwam en hier in de sitcoms regelmatig aan werd gerefereerd. De crisis is meerdere malen aanleiding voor kritiek op het kapitalisme en maakt mijn onderzoek zo relevant en actueel. Ten slotte koppel ik beide delen van het onderzoek aan elkaar door uiteen te zetten hoe de kritiek in de sitcoms zich verhoudt tot de chronologische en kwalitatieve categorisering van het kapitalisme zoals ik daarvoor heb besproken. In dit laatste deel sta ik ook stil bij de effectiviteit van de kritiek en manieren waarop de sitcoms de kritiek ondermijnen of juist benadrukken. Zo kan ik uiteindelijk antwoord geven op mijn onderzoeksvraag: op welke manier leveren hedendaagse Amerikaanse workplace sitcoms kritiek op het kapitalisme? Hierbij ga ik in op de soorten kritiek die worden onderschreven door de sitcoms, welke elementen van het kapitalisme worden bekritiseerd en welke niet en in hoeverre de kritiek in de context van de gehele serie overeind blijft staan.
1
Van Better off Ted heb ik twee seizoenen geanalyseerd om op een gelijk aantal afleveringen te komen. De twee seizoenen werden uitgezonden in 2009 en 2010.
4
Hoofdstuk 1. Kapitalisme nu
Kapitalisme: een korte geschiedenis Kapitalisme is geen typisch verschijnsel uit de negentiende en twintigste eeuw: de wortels liggen in de veertiende eeuw. De inhoudelijke invulling en maatschappelijke betekenis van het kapitalisme is tussen de veertiende eeuw en nu echter wel altijd aan verandering onderhevig gebleken. Om de rol van het kapitalisme in de hedendaagse samenleving te begrijpen is het eerst noodzakelijk te begrijpen hoe het kapitalisme is ontstaan. Daarom begin ik met een kort overzicht van de geschiedenis en ontwikkeling van het kapitalisme. Om het ontstaan van het kapitalistische systeem aan te duiden gaat Marx terug naar de veertiende eeuw (1887: 480). Kapitalisme bestaat uit een vicieuze cirkel van geld, kapitaal en winst, maar heeft een duidelijk punt van oorsprong wat hij het moment van „primitive accumulation‟ (ibidem: 479) noemt: het moment in de geschiedenis waar de arbeider wordt losgekoppeld van de productiemethoden. Dit wordt in gang gezet tussen het einde van de veertiende eeuw en het begin van de zestiende eeuw, wanneer er steeds minder met slaven en gilden wordt gewerkt en het feodale systeem door grote sociale spanningen uiteenvalt (ibid: 482) – productiesystemen waarin de arbeiders niet losstaan van de productie. De loskoppeling ontstaat als de arme arbeiders hun werkkracht verkopen aan de landeigenaren, waarmee ze vrije arbeiders worden. Vrij is in deze context niet zozeer een positief begrip, maar wordt gebruikt omdat arbeiders zowel geen deel uitmaken van de productiemethoden als dat de geproduceerde producten niet hun eigendom worden: „These new freedmen became sellers of themselves only after they had been robbed of all their own means of production, and of all the guarantees of existence afforded by the old feudal arrangements‟ (ibid: 480, italics T.G.). In de zestiende eeuw zorgde de Reformatie in Engeland ervoor dat het feodale systeem definitief werd afgeschaft: door het verdrijven van de Kerk, verdween dit systeem van landeigenaren ook (ibid: 483). Dit proces werd versterkt door het feit dat mercantilisme2 in de zestiende en zeventiende eeuw in Europa een steeds belangrijkere bron van inkomsten werd. Geholpen door innovaties in het systeem van banken, verzekeringen en andere financiële middelen, kon de overzeese handel floreren en werden koloniën gesticht. De winst werd puur behaald op handel, niet op arbeid en productie, de nadruk lag daarom vooral op grondstoffen en producten die niet in eigen land geproduceerd of gewonnen konden worden. Omdat het feodale systeem in die tijd steeds meer afbrokkelde, werd de winst steeds meer gestoken in industriële doeleinden in de plaats van agrarische (ibid: 505). 2
[Mercantilism] refers to policies aimed at guaranteeing prosperity by making a nation as economically selfsufficient as possible by eliminating dependence on foreign suppliers, damaging foreign competitors‟ commercial interests, and increasing its net stock of gold and silver by selling more abroad than buying (Boyer 2004: 94).
5
In de achttiende eeuw bleef de handel belangrijk, maar nam binnenlandse productie een vlucht door de industrialisatie en het bijbehorende industrieel kapitalisme. Fabrieken schoten als paddenstoelen uit de grond. In fabrieken gold een specifieke manier van productie en arbeid. Het werkproces werd nauwkeurig ingedeeld en elke arbeider kreeg specifieke taken (Boyer 2004: 270). Ook de landbouw werd in deze tijd gemechaniseerd. Al deze ontwikkelingen hadden een grote invloed op het leven van de arbeiders. Zij verhuisden van het platteland naar de stad om in de buurt van de fabriek te wonen, vaak onder erbarmelijke omstandigheden. Dit industrieel kapitalisme bleef groeien in de negentiende eeuw. Het werd op steeds grotere schaal ingevoerd en volledig geïntegreerd in het dagelijks leven. Tegelijkertijd kwamen er steeds meer stemmen in de samenleving op die kritiek uitten op het kapitalistische systeem en de gevolgen van de industrialisatie. De slechte omstandigheden waaronder de arbeiders leefden en werkten kwamen onder vuur te liggen. Ook werd, nadat er al eerder recessies en depressies waren geweest, nogmaals duidelijk dat de economische groei wel degelijk grenzen heeft en geen oneindige, stijgende lijn is. Het einde van de negentiende eeuw kampte dan ook met twee grote depressies die diepe kloven in de samenleving sloegen. In de jaren ‟30 van de twintigste eeuw kwam er een nog grotere depressie, als gevolg van de beurskrach van 1929. Deze economische tegenslagen waren voer voor de critici van het kapitalisme. In de twintigste eeuw kwamen er steeds meer prominente politieke systemen aan de macht die openlijk tegen het kapitalisme ingingen. De communistische regimes in de Sovjet-Unie en China springen hierbij het meest in het oog. Geïnspireerd op het werk van Marx werden totalitaire regimes ingesteld die de economie van bovenaf streng sturen en structureren, waardoor er weinig tot niets wordt overgelaten aan de vrije markt. Dit begon vaak met een idealistisch idee van een betere wereld waarin arbeiders niet de dupe worden van het meedogenloze kapitalisme en waarbij kapitaal en bezittingen eerlijk worden verdeeld over de bevolking. Ook het nationaal socialisme in Duitsland was geen kapitalistische samenleving: de fascistische regimes hadden kritiek op het kapitalisme en het communisme, wat vaak resulteerde in een mix van een vrije markteconomie en een planeconomie.
Van taylorisme naar post-taylorisme Vanaf het moment dat het industrieel kapitalisme steeds belangijker werd, dachten industriëlen na over de manier waarop ze hun fabriek het beste konden inrichten voor een zo efficiënt mogelijke productie en een zo groot mogelijke winst door groei van de massaproductie te bewerkstelligen. Frederick Winslow Taylor, een Amerikaanse werktuigbouwkundige, is een van de beroemdste theoretici op dit vlak. Om de productiviteit te bevorderen analyseerde Taylor het arbeidsproces in zijn eigen fabrieken. Hij besloot de tijd die arbeiders besteden aan de productie terug te brengen naar een minimum en de tijdsindeling van de arbeid te rationaliseren (Peaucelle 2000: 454). Zijn doelen werden bereikt door een combinatie van middelen, zoals een strak gestructureerde arbeidsdeling, mechanisatie, het aannemen van ongekwalificeerde arbeiders, het werken met een productielijn en hoge salarissen (ibidem: 457).
6
Henry Ford is waarschijnlijk de bekendste fabrieksbaas die dit taylorisme in de praktijk bracht. Het productieproces van zijn Ford auto‟s werd gestandaardiseerd, gesynchroniseerd en gespecialiseerd. Arbeiders stonden aan een lopende band en voerden de hele dag één taak uit – ze vormden een schakel in een lange reeks handelingen. Het taylorisme werd in twee golven succesvol. Als eerste in 1912, toen fabrieken meer vrouwen aannamen om de productie op peil te houden, wat in 1914 door de Eerste Wereldoorlog alleen maar werd versterkt, en als tweede in 1945 toen industrieën en economieën overal ter wereld werden geherstructureerd als gevolg van de Tweede Wereldoorlog (ibid: 456). Critici waren echter niet te spreken over deze arbeidsverdeling en zagen er een aantal nadelen in: de arbeiders krijgen weinig uitdagingen en plezier in het werk omdat ze dag in dag uit één taak uitvoeren. Bovendien worden ze vervreemd van het productieproces en het eindproduct. Zo ontwikkelen ze geen vaardigheden en wordt het werk ontmenselijkt, wat onder andere treffend wordt verbeeld in Modern Times (Charlie Chaplin, 1936). In de tweede helft van de twintigste eeuw werd het taylorisme dan ook steeds meer aangepast in reactie op de maatschappelijke kritiek. Door deze aanpassingen is er sprake van het post-taylorisme of post-fordisme. Mark Fisher wijst de datum 6 oktober 1979 aan als de dag dat het post-Fordisme intrad. Op die dag steeg de rente met twintig punten, wat leidde tot een enorme inflatie, waardoor productie en distributie op een nieuwe manier werden ingedeeld (2009: 33). Waar het taylorisme draait om orde en regelmaat, staat in het post-taylorisme flexibiliteit centraal. Kapitaal wordt gedereguleerd en arbeid wordt flexiber ingedeeld en uitbesteed. Arbeiders moeten vaak samenwerken in groepen om samen doelen te bereiken: ze zijn niet meer één deel van een schakel, maar nemen veel meer taken op zich. Werktijden worden geflexibiliseerd waardoor productie zoveel mogelijk last minute gebeurt, zodat er direct kan worden ingespeeld op veranderende vraag van de markt – de just-in-time productiemethode (Peaucelle 2000: 459). Arbeiders hebben bovendien meer algemene kennis nodig en minder specifieke kennis over één taak. Ook spelen computers en informatie een steeds grotere rol in het behalen van doelstellingen. Zo wordt de economie er steeds meer een van diensten, minder van (fabrieks)productie. Nu informatie en kennis de hoofdmoot van het kapitalisme zijn geworden, is het begrip commoditeit ook een stuk breder geworden – steeds meer zaken worden verkoopbaar. Het kapitalisme blijft wel de drijvende kracht achter de economie (Olin Wright 1997: 91). Al deze veranderingen hebben ervoor gezorgd dat arbeid steeds meer asynchroon is geworden: de nadruk ligt in het post-taylorisme minder op familie en gemeenschap en meer op het netwerk. Fisher omschrijft deze netwerkwereld als een wereld zonder wortels en geschiedenis, met een gepolijst en geüniformeerd karakter: „a world without landmarks, a branded Sprawl, where markable territory has been replaced by endlessly repeating vistas of replicating franchises‟ (Fisher 2009: 31).
7
De geesten van het kapitalisme Mijn onderzoek hier zal zich vooral richten op de periode vanaf het taylorisme en de manier waarop het kapitalisme zich vanaf die periode heeft ontwikkeld, hoe het heeft gereageerd op kritiek en op welke manier veranderingen in het kapitalistische systeem werden doorgevoerd. In 1999 publiceerden Luc Boltanski en Eve Chiapello het boek The New Spirit Of Capitalism, waarin ze het moderne kapitalisme indelen naar de verschillende geesten, die volgens hen te onderscheiden zijn. De geest van het kapitalisme is de ideologie die deelname aan het kapitalisme rechtvaardigt (Boltanski en Chiapello: 8), want „capitalism needs a spirit in order to engage the people required for production and the functioning of business‟ (ibidem: 485). Kapitalisme, zo zeggen ze, is „an imperative to unlimited accumulation of capital by formally peaceful means‟ (ibid: 4). Het zoekt constant nieuwe manieren buiten materiële goederen om winst te maken, die vervolgens geïnvesteerd wordt om de winst te vergroten (2005: 5-6). Binnen het kapitalistische stelsel is er enerzijds een kleine groep actoren die kan bepalen hoe ze winst wordt gemaakt en geïnvesteerd, en anderzijds een grote groep arbeiders die niet het vermogen heeft deze beslissingen te maken; zij werken daarom in ruil voor loon voor de vermogenden. Deze relatie betreft altijd een theoretisch vrijwillige onderwerping aan deze machtsverhouding: „the wage-earner is theoretically free to refuse to work on the terms offered by the capitalist, just as the latter is free not to offer work on the terms demanded by the worker‟ (ibid: 7). De vraag is alleen in hoeverre deze relatie echt vrijwillig is, omdat werk en loon nodig zijn jezelf te voorzien in je eerste levensbehoeften. Daarom is het belangrijk dat arbeiders zich betrokken voelen bij het systeem en er deel van uit willen maken. Dit gaat verder dan motivatie halen uit het feit dat werk geld en dus eten oplevert: de deelname wordt ook op persoonlijk en maatschappelijk niveau verantwoord. Deze verantwoordingen benadrukken altijd het wenselijke en positieve, om het kapitalisme als de enige optie, of de beste van alle opties, neer te zetten (ibid: 10). Deze vrijwillige onderwerping aan een systeem heeft door de hele geschiedenis heen vragen en kritiek opgeroepen. Eeuwen geleden zag Aristoteles werk al als een bittere noodzaak, echte voldoening haalde hij uit de kunsten. Deze luxe was echter niet voor iedereen weggelegd (Jensen en Wijnberg 2010: 74). Andre Gorz, een hedendaagse criticus, is ook van mening dat arbeiders voldoening halen uit creatieve bezigheden. Deze moeten echter wel buiten de werksfeer worden gezocht omdat werk vervreemdend is (Sayers 1988: 730). Hannah Arendt onderscheidt daarom arbeid, een biologische en economische noodzaak, van werk, een menselijke en creatieve keuze (Erikson en Vallas 1990: 149). Maar Erikson en Vallas sluiten zich bij Boltanski en Chiapello aan in hun pleidooi voor „labors of love‟. Ze zijn van mening dat werk gezien moet worden als een bezigheid met gebruikswaarde die niet per se ruilwaarde hoeft te hebben. Het is belangijker persoonlijke voldoening uit het werk te halen, iets wat niet is uit te drukken in geld (1990: 151-154). Precies als je op een dergelijke manier overtuigd kan worden onderdeel uit te maken van het kapitalistische systeem, is het proces van vrijwillige onderwerping geslaagd.
8
Omdat het kapitalisme altijd onder druk staat van kritiek van binnenuit en buitenaf, is de geest van het kapitalisme altijd in beweging en aan verandering onderhevig (Boltanski en Chiapello 2005: 489). Het kapitalisme moet laten zien te luisteren naar en reageren op kritiek. De geest van het kapitalisme is daarom meer dan een ideologie: het beïnvloedt de wereld (ibidem: 488). Vanwege deze veranderingen is er geen sprake van één geest van het kapitalisme. Boltanski en Chiapello onderscheiden drie geesten van het kapitalisme. De eerste geest ontstaat aan het einde van de negentiende eeuw, waarin de bourgeois ondernemer en bijbehorende waarden centraal staan. De ondernemer is een held, want hij heeft zich losgemaakt van een lokale gemeenschap om, door een bedrijf te starten en arbeiders in dienst te nemen, winst te maken. Het vooruitgangsgeloof, met de blik op de toekomst, wetenschap, technologie en de voordelen van de industrie, is belangrijker dan het marktmechanisme. Deze uiteenlopende waarden en idealen zorgden ervoor dat velen de bourgeoisie als hypocriet ervoeren (ibid: 17). De tweede geest ontstaat tussen de jaren ‟30 en ‟60 van de twintigste eeuw. Hierin staat de organisatie centraal, waarbij de manager de held is. Winstmaximalisatie is het voornaamste doel. Dit alles wordt geholpen door de opkomende massaconsumptie in de maatschappij. De tweede geest is rationeel in de manier waarop de arbeidsverdeling wordt ingevoerd. De bureaucratie neemt toe en het werk wordt steeds onpersoonlijker (ibid: 19). De nieuwe, derde geest ten slotte is nog volop in ontwikkeling, maar draait om een geglobaliseerd kapitalisme en nieuwe technologieën. Hiërarchie maakt in de nieuwe geest plaats voor persoonlijke relaties en een netwerkwereld. De vorming van een nieuwe geest, en dus dominante ideologie, wordt voorafgegaan door een periode van kritiek op en crisis in de geest van het kapitalisme. Pas hierna is de nieuwe geest goed ontwikkeld en kan deze geïntegreerd in de maatschappij worden. Deze ontwikkeling kan alleen maar van binnenuit het kapitalisme worden ingevoerd (ibid: 19). Tegelijkertijd is het kapitalisme afhankelijk van input van buitenaf om de nieuwe geest tot een dominante ideologie te ontwikkelen. Alleen door deze externe input te gebruiken kan het kapitalisme zichzelf verantwoorden en dus de macht houden. Dus moet het kapitalisme aantrekkelijk worden gemaakt: What is at stake is making the new forms of accumulation attractive to [the workers] […], while taking account of their need to justify themselves […], and erecting defenses against those features of the new capitalist mechanisms that they perceive as threatening the survival of their social identity. (ibid: 21).
Doordat de geest van het kapitalisme zichzelf continu verantwoordt tegenover de arbeiders, krijgt het steun vanuit de maatschappij. Alleen als de geest gesteund wordt, breidt de macht van de geest uit, waardoor de oneindige drang van het kapitalisme om nieuwe zaken te commodificeren gevoed kan worden (ibid: 26). Wil externe kritiek dus echt invloed hebben op de realiteit en de geest van het
9
kapitalisme, dan moet deze kritiek erg nauwkeurig en overtuigend worden gebracht, anders kan deze meteen terzijde worden gelegd. Naast deze chronologische indeling van perioden van de geest van het kapitalisme onderscheiden Boltanski en Chiapello ook twee dominante stromingen binnen de kritiek op het kapitalisme. De geest van het kapitalisme mag in de loop van de geschiedenis wel veranderd zijn, de basis van het kapitalisme nauwelijks is vrijwel gelijk gebleven. Daarom hebben de belangrijkste kritieken zich altijd op vier pijlers gericht: kapitalisme als bron van desillusie en onauthenticiteit, kapitalisme als bron van onderdrukking, kapitalisme als bron van armoede en kapitalisme als bron van opportunisme en egoïsme. Omdat kritiek logger en zwakker wordt als alle thema‟s tegelijkertijd worden bekritiseerd, wordt er vaak gefocust op of de artistieke kritiek – over desillusie en onauthenticiteit – of de sociale kritiek – over armoede, opportunisme en egoïsme (ibid: 37-38). Verderop in dit onderzoek zal ik uitgebreider uitleggen hoe deze twee dominante stromingen zich hebben ontwikkeld en hoe ze zich verhouden tot het kapitalisme. Nu duidelijk is wat Boltanski en Chiapello bedoelen met de geest van het kapitalisme en welke begrippen en processen hier nauw mee samenhangen zal ik dieper ingaan op de tweede en de nieuwe geest van het kapitalisme. De eerste geest staat te ver van de tijdsgeest van nu en de sitcoms die ik hier onderzoek af, en is dus irrelevant voor het onderzoek.
De tweede geest van het kapitalisme Zoals ik hierboven heb aangegeven werd de tweede geest van het kapitalisme tussen de jaren ‟30 en ‟60 van de twintigste eeuw ontwikkeld. In deze periode vierde het taylorisme hoogtij. Productie was verregaand gerationaliseerd en gestandaardiseerd en de hiërarchische verschillen waren nauwkeurig vastgelegd en doorgevoerd tot in de kleinste details. In economisch opzicht waren deze productiemethode en arbeidsverdeling ideaal, waardoor de winsten van bedrijven tot grote hoogten konden stijgen. Door grote sociale veranderingen, veelal in gang gezet door de babyboomers in de jaren „60, bleek dat veel arbeiders ontevreden waren met de manier waarop ze werden behandeld door de kapitalistische bedrijven. De babyboomers gingen massaal naar de universiteit en waren daardoor overgekwalificeerd voor het werk dat ze in de fabrieken zouden moeten doen (Boltanski en Chiapello: 176). Hun opleidingsgraad sloot niet meer aan op de productiemethoden van het taylorisme. Deze generatie besloot het hier niet te bij laten zitten. De sociale beweging was in deze tijd alomtegenwoordig, op sociaal en politiek vlak ver ontwikkeld en had een grote invloed op de politiek (ibidem: 167). Aanvankelijk uitten de arbeiders vooral sociale kritiek. Deze vorm van kritiek was het bekendst bij zowel de critici als de werkgevers. De focus lag op kwantitatieve verbeteringen van de arbeidsomstandigheden (ibid: 178). Velen waren boos over het feit dat de lonen achterbleven bij de economische winst die hun bedrijven en bazen boekten. Ze voelden zich achtergesteld en te weinig
10
gewaardeerd door hun leidinggevenden. Toen hier naar werd geluisterd, bleken deze loonstijgingen op de lange termijn nadelige gevolgen te hebben: omdat de lonen stegen, stegen de prijzen, waardoor de arbeiders per saldo er nauwelijks op vooruit gingen (ibid: 182). Toch hadden de loonstijgingen een positieve invloed op de motivatie van de arbeiders: ze voelden zich meer gewaardeerd, en hadden dus meer zin om hun werk uit te voeren. Dit laat precies zien hoe de geest van het kapitalisme reageert op kritiek en er zo voor zorgt dat arbeiders vertrouwen houden in het kapitalistische systeem en er onderdeel van uit willen blijven maken. Wat ook een positieve invloed heeft op het beeld van arbeiders over het kapitalisme zijn de verschillende wetten die in deze periode worden ingevoerd waarmee de rechten van de werknemers worden beschermd, bijvoorbeeld tegen excessieve manipulatie, bijvoorbeeld door de werkgevers door arbeiders tegen elkaar uit te spelen en zo betere resultaten van de werknemers te garanderen. De meritocratie, waarin arbeiders worden gerankt naar potentie en resultaat en ook zo worden beloond, wordt verlaten om een eerlijke, gelijke loonverdeling in te voeren (ibid: 183). De sociale zekerheid gaat er op deze manier ook flink op vooruit. Al deze voorbeelden laten zien hoe het kapitalisme reageert op kritiek die er op de tweede geest kwam en dat de reactie ervoor zorgt dat de arbeiders positiever denken over het kapitalisme. Er zijn nauwelijks veranderingen aan de structuur van het kapitalisme nodig geweest om de sociale critici tevreden te krijgen, omdat de kritiek uit de tweede geest vrij goed aansloot op sociale kritiek ten tijde van de eerste geest. Het tegenovergestelde was het geval bij de artistieke kritiek die tijdens de jaren ‟60 luider werd in de maatschappij: arbeiders wilden zichzelf kunnen ontwikkelen en invulling geven aan hun eigen wensen, iets waar geen plaats voor was in de sterk gehiërarchiseerde en gerationaliseerde werkomgeving. Werkgevers hadden minder moeite met het veranderen van financiële regelingen dan met het veranderen van autoriteitsstructuren, de hiërarchie en de bureaucratie (ibid: 184). Omdat vakbonden zich alleen met sociale kritiek bezighielden, waren de arbeiders op zichzelf aangewezen als het ging om het uiten van artistieke kritiek. Door het gebrek aan centrale organisatie was er een veelvormigheid van kritiek, die de discrepantie tussen de opleidingsgraad van de nieuwe arbeiders en de verregaande rationalisatie van de arbeidsdeling als leidraad had (ibid: 185). In de artistieke kritiek lag de nadruk op andere zaken dan in de sociale kritiek. Want de sociale focus op kwantitatieve verbeteringen van de werkomstandigheden zorgde ervoor dat er geen ruimte was om kwalitatieve verbeteringen aan de kaak te stellen – waardoor er geen moment stilgestaan hoefde te worden bij de wensen (ibid: 183). Maar bij monde van de nieuwe generatie werknemers was deze situatie onhoudbaar geworden. De werkgevers, die hadden gehoopt de sociale onrust te doen sussen door toe te geven aan elementen van de sociale kritiek, kregen hierdoor alsnog te maken met stakingen, waardoor de productiviteit en winst afnamen (ibid: 187). Oplossingen konden nooit op dezelfde manier worden doorgevoerd als was gedaan bij de sociale kritiek uit deze tijd. De artistieke focus op het individu in het werk en de vraag naar het verder
11
ontplooien van talenten stond haaks op de sociale vraag naar de afschaffing van de meritocratie. Ook de artistieke vraag naar meer autonomie paste op het eerste gezicht niet binnen de manier waarop de industrie werkte. Na verloop van tijd werden de eisen toch ingewilligd en werd de vraag naar autonomie werd zelfs een centraal punt in de nieuwe industrie (ibid: 190). Zo werd er steeds meer gewerkt met flexibele werktijden – wat zich uitte in onder andere wisselende tijden, parttime werk en aangepaste pensioenen (ibid: 192). Vooral de hiërarchie en ver doorgevoerde autoriteit werden aangepast. Door de toenemende autonomie van de arbeiders namen de ontplooiingsmogelijkheden toe. Bovendien ontstond er volgens Boltanski en Chiapello:
a new conception of the role of managerial staff, with supervisors playing not so much the role of boss as of adviser to autonomous groups, who are called on to participate in the manufacture of part of the finished product (ibid: 193, italics in origineel).
Deze nieuwe opvatting van de managerrol bevordert autonoom werken3. De artistieke kritiek had ook veel aandacht voor massificatie en gebrek aan authenticiteit in de tweede geest van het kapitalisme. Doordat productie, producten en consumenten op grote schaal werden gemassificeerd, werd alles hetzelfde en inwisselbaar (ibid: 439). Hierop werd gereageerd door of dit proces te confronteren, wat een authentieke reactie werd genoemd door de critici, of door een zogenaamde onauthentieke reactie: „fleeing it or taking refuge in the inertia of a serial life‟ (ibid: 440). De kritiek op de conformistische samenleving werd geïnternaliseerd en gecommodificeerd in het kapitalisme. Massaproductie werd gemaskeerd door authentieke en gedifferentieerde producten aan te bieden. Hierdoor kon de verzadiging van de markt worden tegengegaan, kwam het kapitalisme de persoonlijke sfeer in én kreeg het kapitalisme een menselijk, authentiek gezicht (ibid: 442). Zo kwam steeds meer de focus te liggen op persoonlijke relaties, vriendschap en vertrouwen, en de grens tussen privé en werk vervaagde. Deze veranderingen „tend to bring relations that were once defined precisely as “disinterested” into the commodity sphere‟ (ibid: 443). Maar het succes van de artistieke kritiek in de latere helft van de tweede geest van het kapitalisme zorgde er wel voor dat de behaalde resultaten van de sociale kritiek weer ongedaan werden gemaakt. De sociale kritiek en het socialisme verkeerden sowieso in zwaar weer door hun expliciete link met het Communisme. Toen die politieke stroming steeds meer in het diskrediet raakte, durfde niemand zich meer te wagen aan uitsluitend sociale kritiek (ibid: 200). Ook werden de vakbonden, die zich focussen 3
Volgens Jensen en Wijnberg is deze strijd om autonomie te verklaren vanuit het existentialisme. In de filosofie kwam de nadruk steeds meer te liggen op het hier en nu in de plaats van het transcendente, wat in de eeuwen daarvoor de voornaamste aandacht kreeg. Heidegger, die de betekenis van het zijn ging zoeken in de tijd waarin men leeft, niet in een hogere macht, een hemel of iets anders wat het menselijke leven transcendeert, zette de eerste stappen in deze richting. Volgens de existentialisten is identiteit dan ook niet langer een statisch gegeven, maar een altijd veranderend begrip dat afhankelijk is van menselijke activiteiten. Zo verklaart Heidegger dat er op de werkvloer ook steeds meer vraag kwam naar autonomie en zelfontplooiing – dit is immers de enige manier om invulling te geven aan het bestaan (Jensen en Wijnberg 2010: 80-81).
12
op sociale kritiek, steeds minder machtig en populair. Omdat de ledenaantallen zienderogen daalden, nam hun macht af, waardoor de populariteit alleen maar verder afnam (ibid: 277). Zo kwam het kapitalisme, na de roerige jaren ‟60 en ‟70, weer in rustiger vaarwater terecht. De uiteindelijke wisselwerking met de artistieke kritiek had de basis gelegd voor de nieuwe geest van het kapitalisme, die zich in de luwte van de jaren ‟80 volledig ontwikkelde.
De nieuwe geest van het kapitalisme Met de komst van de nieuwe geest in de jaren ‟80 is er dus een boel veranderd in de werkomstandigheden en arbeidsdeling. Het nieuwe werken kenmerkt zich door een individueel karakter. De meritocratie wordt weer ingevoerd. Het is moeilijker arbeiders in grote groepen te verenigen, waardoor onderlinge verschillen tussen arbeiders toenemen. De flexibilisering van arbeid en de werknemers betekent dat de contractduur wordt verkort, tijdelijk werk toenam en werk steeds vaker werd uitbesteed. In lijn met de verwerping van het taylorisme kwam er een grotere nadruk te liggen op de dienstensector (Boltanski en Chiapello: 220). De nieuwe generatie arbeiders zet zich af tegen de manier waarop hun voorgangers, de babyboomers uit de jaren ‟60, de kritieken hadden georganiseerd. Vakbonden worden gezien als een bureaucratisch overblijfsel van een achterhaald gedachtegoed (ibidem: 291). Het individuele karakter van het werk dringt door in alle lagen van de bevolking en verandert de maatschappij indringend. Dit hangt nauw samen met het ontstaan van een soort algemene middenklasse, waar het grootste deel van de bevolking door een toegenomen welvaart toe behoorde (ibid: 300). Zo heeft het kapitalisme bijgedragen aan een vervaging van de sociale klassen die voorheen duidelijk waren afgebakend en zo gemakkelijk konden worden gebruikt in de kritieken. De verschillen tussen klassen en individuen worden ondermijnd, en ook het onderscheid tussen de economische elite en de intellectuele en artistieke elite vervaagt (ibid: 311). Deze samensmelting van twee tegenpolen doet de artistieke kritiek die aan het einde van de tweede geest van het kapitalisme floreerde verstommen, omdat deze is geïncorporeerd in de mainstream van het kapitalisme (ibid: 313). Netwerken worden steeds belangrijker door de individualisatie en het verdwijnen van klassen. Hoe meer je met anderen verbonden bent, hoe meer je bent ingesloten in de maatschappij. Mensen met minder netwerkverbindingen vallen buiten de boot (ibid: 348). En hoe minder netwerkverbindingen je hebt, hoe minder snel je een baan vindt en dus hoe zwakker je economische en sociale positie wordt (ibid: 233). Deze netwerken hebben op deze manier de onderdrukkende rol van de sociale klassen overgenomen. Er zijn mensen die dit zien als een positieve ontwikkeling: werknemers hebben in toenemende mate invloed op hun werkomstandigheden en gaan er dus op vooruit. Anderen zijn echter pessimistischer over de postindustriële netwerkwereld, zoals Robert Reich die vreest voor een sterk gepolariseerde samenleving waarin de hoog geschoolde arbeiders met een groot netwerk tegenover de lager geschoolden zonder groot netwerk komen te staan (Olin Wright 1997: 92).
13
Het werk in deze nieuwe wereld is gefragmentariseerder dan het ooit is geweest als gevolg van de flexibilisering van de werkkrachten. Door de flexibiliteit en mobiliteit van de netwerken nemen continuïteit en betrokkenheid af (Boltanski en Chiapello 2005: 353). Ook viert opportunisme hoogtij in de netwerkwereld. Deze netwerkers, zoals Boltanski en Chiapello ze noemen, maken misbruik van hun eigen hoge positie door een asymmetrie in de communicatie en communicatiemogelijkheden binnen een netwerk te bewerkstelligen (ibidem: 356). Ondergeschikten worden afhankelijk van de informatie van boven gemaakt, moeten hard werken om de baas te behagen, maar zullen nooit de credits voor het geleverde werk krijgen. De hogergeplaatste krijgt op deze manier alle eer en bijbehorende financiële voordelen: „some people‟s immobility is necessary for other people‟s mobility‟ (ibid: 362). De nieuwe geest van het kapitalisme is dus flink veranderd ten opzichte van de tweede geest. Het mechanische taylorisme van de tweede geest werd afgewezen en de wensen van de artistieke kritiek werden waar mogelijk ingewilligd. Deze nieuwe vorm presenteert zich als een liberaler kapitalisme, waarin iedereen zichzelf kan ontwikkelen en ontplooien, waarmee het als het ware een brug slaat tussen het klassieke kapitalisme en antikapitalisme (ibid: 201). Ook krijgt de staat minder invloed op het nieuwe, liberalere kapitalisme, wat de (extreem-)linkse kritiek deed verstommen. Hiermee worden de juridisch vergaarde rechten verworpen, maar het was „one of the mediums for expressing rejection of the second spirit of capitalism and hopes, not formulated as such, of an original construct, reconciling opposites: a leftist capitalism‟ (ibid: 202). Toen deze grote veranderingen in de jaren ‟80 werden doorgevoerd, leken de critici aanvankelijk monddood gemaakt te zijn, want er kwam nauwelijks kritiek op de nieuwe geest van het kapitalisme. Maar in de jaren ‟90 verandert dit en komen er steeds meer protesten (ibid: 3). Want hoewel mensen blij waren af te zijn van de tayloristische arbeidsdeling en werkomstandigheden, de nieuwe geest van het kapitalisme is alles behalve perfect. Doordat steeds meer mensen naar de marges van de samenleving werden gedrukt door de flexibilisering, individualisering van en het toenemende belang van netwerken in arbeid, nam de maatschappelijke onrust toe en kwam de sociale kritiek weer aan de oppervlakte (ibid: 351). Doordat in deze situatie de focus ligt op de kwaliteiten die de uitgesloten arbeiders missen, wordt de schuld van de uitsluiting bij de arbeiders gelegd, niet bij het kapitalisme (ibid: 354). Door de netwerkwereld is het bovendien moeilijk aan te tonen dat lagergeplaatste arbeiders worden uitgebuit door hun meerderen: er is vaak sprake van een lange ketting van schakels waarmee iedereen aan elkaar verbonden is en afhankelijk van elkaar is, maar waardoor het onduidelijk is hoe iedereen zich precies tot elkaar verhoudt (ibid: 373). Hierdoor is er geen centrum van het kapitalisme meer aan te wijzen, alleen representaties en stand-ins voor het kapitalisme. Žižek behandelt dit als hij het heeft over „the big Other‟: een collectieve fictie die hij definieert als„the consumer of PR and propaganda, the virtual figure which is required to believe even when no individual can‟ (Fisher 2009: 44). Er bestaat een
14
discrepantie tussen de officiële cultuur die allerlei zaken ontkent (de big Other) en een cultuur die niet wordt genoemd maar wel wordt gekend door individuen in de maatschappij: die van het corrupte en meedogenloze kapitalisme (ibidem: 46). De big Other heeft een enorme invloed op onze maatschappij: het vormt de wensen en verlangens van het publiek zo, dat het lijkt alsof ze intern zijn, terwijl ze worden ze ingegeven door de big Other. Frustratie over de logheid van de maatschappij kan alleen worden geuit op mensen die geen macht hebben over de big Other – denk bijvoorbeeld aan werknemers van een callcenter. Mensen of diensten waarop we onze frustraties over de bureaucratische, kapitalistische samenleving kunnen uiten hebben geen enkele invloed op die wereld en werkelijkheid: ze kunnen de klachten alleen doorverwijzen naar „boven‟ (ibid: 49). Het frustrerende is dus niet dat er niemand is om je tot te richten, „it is that what is there is not capable of exercising responsibility‟ (ibid: 66, italics in origineel). En als er iets misgaat in het kapitalisme, zoals met de huidige bankencrisis en kredietcrisis, wordt niet het kapitalistische systeem als schuldige aangewezen, maar worden enkele individuen uit het systeem gelicht en aangewezen als de schuldigen (ibid: 68). Hierdoor worden alleen poppetjes in het systeem verwisseld, waardoor er geen structurele veranderingen plaatsvinden. De artistieke kritiek had het zwaarder, omdat deze aan het einde van de tweede geest bijna volledig was geïncorporeerd in het kapitalisme. De eis voor meer autonomie van werknemers, één van de speerpunten van de artistieke kritiek, werd hierdoor omgedraaid: werkgevers eisten verregaande autonomie en flexibiliteit van hun werknemers (Boltanksi en Chiapello 2005: 419). Dit heeft als gevolg dat in de nieuwe geest werknemers elkaar in de gaten houden, én hun eigen werkzaamheden controleren. Hier komt nog bij dat ze in de gaten wordt gehouden door de baas, manager of opzichter. Deze intensieve controle beperkt de autonome vrijheid en werkt erg demotiverend en verlammend (ibidem: 430). Want de representatie van je gedane werk (de kwantitatieve data) wordt belangrijker dan de kwalitatieve, daadwerkelijk bereikte doelen. Dit noemt Fisher marktstalinisme: symbolen en PR zijn belangrijker dan echte resultaten (Fisher 2009: 42). Targets zijn niet langer een meetinstrument, maar het doel van het werk geworden. Ook zijn de problemen in de nieuwe geest die gelieerd zijn aan de artistieke kritiek minder zichtbaar dan die van de sociale kritiek. Boltanski en Chiapello verwijzen daarom naar „symptoms of an anxiety‟ (2005: 420). Anomie – een afwezigheid van sociale normen en waarden in de nieuwe wereld – is een van die symptomen die wordt veroorzaakt door de flexibiliteit en snelheid van de nieuwe geest (ibidem: 421). Mensen zijn steeds korter verbonden aan werk, maar ook aan anderen in de sociale omgang. De ontwikkeling van vrijheid en autonomie is hierdoor te ver doorgeschoten, want mensen kunnen niet omgaan met de enorme vrijheid en onafhankelijkheid van het moderne leven (ibid: 423). Het kapitalisme heeft zich altijd gepresenteerd als emancipatoir: als je meedoet aan het kapitalisme kun je vrij consumeren en je vrij bewegen in de maatschappij (ibid: 425). Deze vrijheid is echter niet onproblematisch: ten eerste werkt het kapitalisme disciplinair en is de vrijheid dus beperkt tot de grenzen die worden aangegeven door het kapitalisme. Ten tweede blijken autonomie en
15
zelfvoorziening niet te leiden tot een levensvatbare sociale orde (ibid: 427). Bovendien wordt er van arbeiders verwacht meer werk te verrichten dan het minimale wat nodig is (Fisher 2009: 39). Want hogergeplaatsten schuiven hun taken steeds meer door naar hun werknemers: „numerous tasks previously undertaken by bosses have been transferred to the team, which consequently exercises constant control over its members, notably as regards punctuality and attendance at work‟ (Boltanski en Chiapello 2005: 432). De groepsdynamiek verandert hierdoor sterk: waar een groep arbeiders eerst ageerde tegen de baas, manager of supervisor, ageren ze nu tegen hun groepsgenoten, wat de werkomstandigheden niet prettiger maakt. Sociale grenzen vervagen in de netwerkwereld omdat iedereen met elkaar in contact kan komen. Op de werkvloer heeft dit als gevolg dat arbeidsrelaties vriendschappelijker zijn geworden, zowel in taal als in karakter. Dit is problematisch omdat het voornaamste doel van werk nog steeds winst genereren is. De verwarring wordt helemaal groot door de tegenstelling
between the requirement of adaptability and mobility on the one hand, and the requirement of authenticity (which assumes making connections in person, inspiring trust) that permeates the new world, and is duplicated in the projective city on the other (ibidem: 456-457).
Authentieke relaties komen zo op het spel te staan: in een netwerk bestaat immers geen onderscheid tussen verschillende soorten relaties. Netwerken mediëren alleen maar tussen mensen die hier onderdeel van uitmaken. Netwerken stellen persoonlijk contact en persoonlijke relaties op de voorgrond, waardoor relaties worden gedeconventionaliseerd. Het zogenoemde neo-management speelt handig in op deze persoonlijke relaties. Managers proberen, door schijnbaar authentieke, persoonlijke en vriendschappelijke relaties met hun ondergeschikten aan te gaan, deze werknemers te manipuleren: doordat ze een vertrouwelijke relatie met hun meerdere hebben, zullen ze eerder „uit zichzelf‟ werk verrichten (ibid: 459). Hiermee wordt het productieproces versneld en prettiger. De verhoudingen tussen baas en ondergeschikten kunnen op deze manier snel scheef groeien, en de onderlinge relaties „may be seen as deriving from a cynical use of the reference to authenticity in order to get people to do, seemingly voluntarily, what can no longer be dictated in hierarchical fashion‟ (ibid: 460). Arbeid is tegenwoordig dus een onontkoombare mix van werk, een bron van onrust omdat je flexibel moet zijn in verschillende banen en je baan altijd kan veranderen, en je eigen persoonlijkheid, welke stabiel en continu hetzelfde moet zijn. Dit levert schizofrene eisen op het gebied van aanpasbaarheid in de netwerkwereld op, maar is wel van groot belang voor de ontwikkeling van het kapitalisme (ibid: 461). Zakelijke relaties worden gekenmerkt door het motief van persoonlijk gewin terwijl persoonlijke relaties hier altijd los van staan. Door de manier waarop in het kapitalisme persoonlijke relaties zakelijk zijn geworden, en zakelijke relaties persoonlijk, is deze grens verschoven. Het persoonlijke is nu commodificeerbaar en kapitaal geworden, terwijl het daarvoor altijd buiten deze sfeer stond (ibid:
16
464). Mensen worden zo gestandaardiseerd, net zoals machines en producten dat in voorgaande geesten zijn, en krijgen ze directe economische waarde. Mensen kunnen direct gebruikt worden om winst te maken (ibid: 465).
Kapitalisme anno 2010 Boltanski en Chiapello hebben hun boek in 1999 geschreven en in de tussentijd heeft het kapitalisme zich verder ontwikkeld. Mark Fisher‟s boek Capitalist Realism uit 2009 geeft een goede update van de hedendaagse kritiek op het kapitalisme. Volgens Fisher is het kapitalisme tegenwoordig zo alomtegenwoordig in de maatschappij, dat er geen ontsnappen meer aan is: het vormt alles en iedereen in de samenleving, van werk tot cultuur tot onderwijs. Men moet realistisch zijn over „the widespread sense that not only is capitalism the only viable political and economic system, but also that it is now impossible to even imagine a coherent alternative to it‟ (Fisher 2009: 2, italics in origineel). Dit kapitalisme is cultureel en politiek uitputtender, want er kan niets buiten het kapitalisme bestaan, omdat alles wordt geïncorporeerd (ibidem: 8). Hij gaat zelfs zo ver te zeggen dat alle dromen en verlangens van nieuwe generaties worden „geprecorporeerd‟, of wel van tevoren aangepast aan de kapitalistische realiteit (ibid: 9). Ook kritiek wordt volgens Fisher geïncorporeerd in het kapitalisme: „[it] performs our anticapitalism for us, allowing us to continue to consume with impunity‟ (ibid: 12). Hierdoor kunnen we een ironische afstand tot het kapitalisme bewaren, waardoor het mogelijk wordt deel te nemen aan een wereld waar je het in basis niet mee eens bent. Op dit punt werkt kapitalisme kritiekverlammend: omdat het kapitalisme alomvattend is, denken mensen het niet te kunnen veranderen. En juist omdat ze dit denken, heeft kritiek weinig invloed. Je kunt het systeem niet de schuld geven, alleen individuen die hier in principe geen schuld aan hebben. Fisher noemt dit „reflexive impotence‟ (ibid: 21). De overgang van het taylorisme naar het post-taylorisme werd door het kapitalisme uitgelegd als een positieve ontwikkeling voor arbeiders, omdat het meer en betere mogelijkheden zou bieden voor zelfontplooiing en afwisseling in het werk. Fisher benadrukt dat er echter ook negatieve kanten aan het post-taylorisme zitten. De maatschappij heeft hiermee namelijk de blik op het verleden en de toekomst verloren, met chaos als gevolg: alles kan altijd overal veranderen en niets is definitief (ibid: 54). Dit uit zich onder andere in de toename van parttime werk (ibid: 34) en het gedrag van managers die beleidsveranderingen doorvoeren zonder het voorgaande beleid af te wijzen – het verandert gewoon (ibid: 54). De werkomstandigheden verbeterden echter niet. Bovendien zit de werknemer nu met twee tegengestelde, interne belangen: „as a worker, is interested in old-style class conflict, but, as someone with a pension fund, is also interested in maximizing the yield from his or her investments‟ (ibid: 35). Al deze tegenstellingen worden draaglijk gemaakt door het gebrek aan verleden en toekomst: door te vergeten kunnen mensen zich hier overheen zetten: „if the Real is unbearable, any reality we construct must be a tissue of inconsistencies‟ (2009: 55, italics in origineel).
17
2. Tayloristische kritiek in een post-tayloristisch tijdperk: de kritiek van Better off Ted Better off Ted is een Amerikaanse sitcom die in mei 2010, na twee seizoenen, werd geannuleerd. De serie draait om Ted Crisp, de leider van de onderzoek en ontwikkeling afdeling van het fictieve bedrijf Veridian Dynamics. Onder leiding van Ted doet zijn team, bestaande uit wetenschappers Phil Myman en Lem Hewitt en product tester Linda Zwordling onderzoek naar nieuwe, bizarre uitvindingen en innovaties, zoals een pompoen die kan doden en een machine die mensen kan invriezen en later weer levend kan ontdooien. Teds baas is de kille en zakelijke Veronica Palmer. Veridian Dynamics is een grote multinational die werkzaam is op bijna elke markt en industrie die er is. In de eerste aflevering wordt het bedrijf op deze manier geïntroduceerd:
Everyday something we make makes your life better. Power, we make that. Technology, we make that. Cows, well no, we don‟t make cows, although we have made a sheep. And medicines. And airplane engines. And whatever this is. And all sorts of things. Veridian Dynamics. Everyday something we make makes your life better. [beeld van een bominslag] Usually. Veridian Dynamics. Life. Better. (Pilot 2009).
De manier waarop in Better off Ted kritiek op het kapitalisme wordt geleverd leidt tot een bijzondere paradox: de personages komen veel in situaties terecht die duidelijk over de nieuwe geest van het kapitalisme gaan, maar de serie levert tegelijkertijd veel kritiek op de tweede geest. ‘The company loves its money’ De tweede geest van het kapitalisme vormde de hoogtijdagen van het taylorisme. De focus op productiviteit, ratio en efficiëntie zorgen vaak voor alles behalve prettige werkomstandigheden. Veridian Dynamics heeft die drie pijlers vooraan staan. Onprettige werkomstandigheden worden alleen aangepakt als ze de productiviteit negatief beïnvloeden. Veridian Dynamics wordt in dit opzicht dan ook neergezet als een typisch bedrijf uit de tweede geest van het kapitalisme. Dit uitgangspunt is van groot belang voor de humor van de serie: „Veridian is a company that puts its bottom line first and employees last‟ is de slogan waarmee ABC de serie promoot in haar persberichten (ABC Medianet 2009). De makers kiezen hiermee expliciet voor de tweede geest van het kapitalisme als uitgangspunt van de serie. Ook in de serie wordt het benadrukt, bijvoorbeeld als Veronica zegt: „Wrong? How should I know what‟s wrong? I‟m not some Greek philosopher‟ (Win some, dose some 2009), en als een van de werknemers dood neervalt tijdens het werk omdat hij onder druk van een naderende deadline lange tijd dagen van veertien uur moet maken (Beating a dead workforce 2010). Dat Veridian Dynamics weinig aandacht heeft voor het welzijn van de werknemers blijkt als Phil en Lem „The Focus Master‟, een bureaustoel die ontzettend ongemakkelijk is, hebben ontwikkeld. Uit
18
onderzoek blijkt dat de stoel productiviteit van de werknemers verhoogt: ze zitten zo vervelend dat ze niet gaan dagdromen of afgeleid raken (Pilot 2009). Productiviteit is vaker een drijfveer voor het management van Veridian om twijfelachtige beslissingen te nemen. Als gif uit het lab in de kantoren lekt, gaan hun grootste zorgen niet over het welzijn van de werknemers, maar over de uren die er niet gewerkt kunnen worden. Veronica stelt zelfs voor iedereen in gifdichte pakken te laten werken, zodat er geen geld en tijd verloren gaan (Bioshuffle 2009). Als er nieuwe bewegingssensoren worden geïnstalleerd om het licht, de lift en de waterkranen te bedienen, leidt dit tot problemen. Deze sensoren reageren op lichtreflectie van de huid en Lem reflecteert geen licht vanwege zijn donkere huid. Maar omdat het nieuwe systeem geld bespaart, wil Veridian het niet vervangen. Het komt wel met oplossingen die de plank compleet misslaan: een „manual drinking fountain for blacks‟ en blanke arbeiders voor minimumloon aannemen die de zwarte werknemers de hele dag achtervolgen om de sensor te activeren. Het is juridisch gezien verboden om alleen maar blanke werknemers aan te nemen, dus worden er ook zwarten aangenomen die de zwarte werknemers achtervolgen, waar dan weer nieuwe blanke achtervolgers voor nodig zijn. De inefficiëntie van dit systeem is de enige manier om het echte probleem, de sensoren, aan te pakken. Ted en Veronica laten aan het management zien dat als dit proces van mensen aannemen om blijft doorgaan, in 2013 iedereen op de wereld voor Veridian zou werken. „And we don‟t have the parking for that. Now let‟s see how that affects health care costs…‟ (Racial sensitivity 2009). Door te laten zien dat het systeem juist meer geld kost, en niet efficiënter en goedkoper is, weten ze het te veranderen, en niet vanwege de sociale onwenselijkheid van het systeem. In de serie wordt dit kenmerk van het kapitalisme neergezet als een gegeven waar niets aan te veranderen. Het is naïef en onrealistisch om een romantisch beeld van het kapitalisme te hebben. Als Veronica Ted erop betrapt toch zo‟n beeld te hebben, duwt ze hem met de neus op de feiten. Ted voelt zich namelijk persoonlijk bedrogen door Veridian omdat ze zijn welzijn niet boven hun economische vooruitgang plaatsen: „It‟s hard to accept that giant companies don‟t care about people. I know how hard it was for me when I first realized it. I was eight,‟ (Goodbye, mr Chips 2009). Rechtszaken bedreigen de drie-eenheid van efficiëntie, productiviteit en ratio, dus hiermee geconfronteerd moet Veridian zich goed verdedigen. Ze krijgen te maken met een rechtszaak wanneer een experiment met een machine die mensen invriest mislukt. Hierdoor ontwikkelt Phil een tic en barst hij regelmatig in gegil uit (Pilot 2009). De juridische afdeling van Veridian wil echter geen verantwoordelijkheid nemen voor deze mislukking. Ze zeggen dat het niet bewezen is dat die tic is veroorzaakt door het experiment. Ze gaan zelfs zo ver te zeggen dat het niet is te bewijzen dat Phil bevroren is geweest door het bedrijf. Om het probleem op te lossen haalt Ted Veronica vervolgens over om Phil te eren als een held die zijn leven heeft geriskeerd voor het bedrijf. Dit is de enige manier om hem Veridian niet aan te laten klagen (Heroes 2009). De wetten en regelingen die tijdens de tweede geest werden vastgelegd om werknemers te beschermen tegen uitbuiting worden zo op de hak genomen. Ze zijn niet functioneel, omdat Veridian altijd een maas in de wet weet te vinden om deze te
19
omzeilen. Hieruit blijkt dat de sociale vooruitgang die in die tijd is geboekt niets meer is dan een wassen neus.
‘Faceless cog in a dehumanizing machine’ Uit al deze voorbeelden blijkt dat Veridian Dynamics een tayloristisch bedrijf bij uitstek is. Het werk is verregaand gerationaliseerd en dat efficiëntie en geld verdienen de enige drijfveren zijn om productieprocessen aan te passen. Persoonlijke ongemakken en andere individuele bedenkingen worden meteen terzijde gelegd. Dit biedt aanknopingspunten voor de werknemers om artistieke en sociale kritiek te uiten op het bedrijf. Linda doet dit dan ook. Ze appelleert aan de artistieke kritiek uit de tweede geest van het kapitalisme als ze de eenvormige kantoorhokjes van de werknemers wil opleuken. De massificering, standaardisering en rationalisering van werk op basis van het taylorisme leidden tot een storm van kritiek van arbeiders die hun persoonlijkheid niet konden ontplooien en ontwikkelen. Volgens Linda stijgt de productiviteit als werknemers zich niet meer een „faceless cog in a dehumanizing machine‟ voelen (Get happy 2009). De werknemers voelen zich nu namelijk anoniem en geen onderdeel van een gemeenschap. Veridian is geïntrigeerd door dit idee, want het grijpt elke mogelijkheid aan om productiviteit te stimuleren en winst te genereren. Het is alleen riskant om iedereen vrij spel te geven in het aankleden van de werkomgeving, dus heeft Veridian Dynamics zelf alle hokjes ingericht naar één van vier thema‟s die volgens onderzoek geen aanstoot kunnen geven: honkbal, katten, ruimte en klassieke auto‟s. Zo worden extremiteiten tegengegaan en blijft het project veilig. De sitcom laat zo zien dat de autonomie eis helemaal niet zo wordt ingewilligd als iedereen zou willen, mensen kunnen hun identiteit alleen maar uiten via wegen die door het kapitalisme akkoord zijn bevonden. Veridian‟s manier van opereren komt overeen met de kritiek van Michel Bosquet, die van mening was dat „the concession of a degree of autonomy to workers would engender a desire for even greater influence and thereby precipitate an unstable and (to management) threatening process that could even call into question management‟s control of production‟ (Wood en Kelly 1988: 186). Ook vertoont Veridians tactiek veel overeenkomsten met de wijze waarop het kapitalisme tijdens de tweede geest reageerde op de kritiek op het gebrek aan authenticiteit in de gemassificeerde en gecommodificeerde productiemethoden: er wordt een set van „authentieke‟ en gedifferentieerde types inrichtingen aangeboden om de roep om meer authenticiteit halt toe te roepen, dit kan nu immers intern in het kapitalisme worden opgelost. Na verloop van tijd blijken de vier thema‟s bovendien te veel gemeenschapsgevoel op te wekken: de werknemers klitten samen met andere werknemers van hun thema en besteden steeds meer tijd aan gezelligheid en kletsen. Het idee is juist inefficiënt en leidt niet tot grotere productiviteit, waardoor de beslissing weer snel wordt teruggedraaid en de werknemers terugkeren naar een status van faceless cog in a dehumanizing machine. Dit voorbeeld plaatst Better off Ted expliciet in de tweede geest van het kapitalisme. Linda‟s kritiek refereert aan de onrust die tijdens de tweede geest ontstond onder werknemers over een gebrek aan
20
authenticiteit en mogelijkheden tot persoonlijke ontplooiing in het werk. Boltanski en Chiapello hebben laten zien dat er tijdens de tweede geest van het kapitalisme meer aandacht kwam voor het persoonlijke en het menselijke op de werkvloer. Maar de manier waarop Veridian Dynamics op deze ontwikkeling reageert is alles behalve vooruitstrevend: de verpersoonlijking van het werk wordt zo snel mogelijk weer teruggedraaid omdat ze bang zijn de grip op hun werknemers op deze manier te verliezen. Artistieke kritiek staat de efficiëntie en productiviteit van het kapitalisme hier te veel in de weg. ‘The system doesn’t make mistakes’ Een belangrijk element van de kritiek op de nieuwe geest van het kapitalisme gaat over bureaucratie. Hier wordt gedurende de serie ook meerdere malen op ingespeeld. Zo wordt Teds achternaam verkeerd geschreven op zijn badge en wil hij dit veranderen bij personeelszaken. Zijn geloof in het systeem om het probleem op te lossen krijgt het echter zwaar te verduren: „Are you sure, the system‟s unlikely to make a mistake,‟ zegt de medewerkster tegen Ted (Goodbye, mr. Chips 2009). Dan wordt zijn bestand per ongeluk verwijderd uit het systeem en is de enige manier voor Ted om zijn baan terug te krijgen solliciteren. Hiervoor wordt wel een hele nieuwe vacature opengesteld en is hij niet zeker weer aangenomen te worden. Het systeem maakt wel vaker fouten, vooral in communicatie naar de werknemers toe. Als een memo naar alle werknemers wordt gestuurd waarin staat „Employees must NOW use offensive or insulting language in the workplace‟ (The impertence of communicationizing 2010), in plaats van „NOT‟, zegt personeelszaken: „the company doesn‟t make mistakes like that.‟ Dus houdt iedereen zich eraan: Linda denkt dat de regel is ingevoerd omdat het mensen harder laat werken, Veronica denkt dat het is omdat collega‟s elkaar dan echt behandelen als familie. Omdat het bedrijf nooit een fout zal toegeven, smeedt Ted met personeelszaken een nieuw plan: „What if it could just say it‟s making a new policy based on a groundswell of employee opinion,‟ (The impertence of communicationizing 2010). Zo kan Veridian zichzelf complimenteren met het feit dat ze hebben geluisterd naar de wensen van de werknemers en hoeven ze hun fout niet toe te geven. De manier waarop bureaucratie in deze voorbeelden wordt gerepresenteerd komt overeen met wat Paul du Gay omschrijft als de typische bureaucratische voorstelling: een gefaald paradigma dat niet meer in de moderne wereld past (du Gay 2000: 5). Binnen deze voorstelling zijn drie subthema‟s te onderscheiden. Ten eerste de grote organisatie die negatief wordt benaderd en gekenmerkt wordt door onder andere stapels papierwerk en onpersoonlijkheid (ibidem: 1). Veridian Dynamics is erg onpersoonlijk ingesteld, wat alleen al blijkt uit de moeite die het kost om Teds naam goed gespeld te laten worden in het systeem. Het tweede thema is „the one-sided expression of an “instrumental rationality” which can sustain its identity only through repressing and maginalizing its “other” – the emotional, the personal, the sexual and so forth‟ (ibid: 2). De afwijzing van het persoonlijke en het emotionele komt ook in Better off Ted naar voren door de manier waarop Veridian Dynamics haar
21
werknemers continu de mogelijkheid ontneemt hun persoonlijke identiteiten te ontplooien op de werkvloer en vriendschappen te onderhouden. Alleen het laatste thema – de publieke keuze theorie en hedendaagse methoden van management (ibid: 5) – komt niet aan bod omdat dit thema specifiek over overheid gaat. Fisher benadrukt ook dat het in het kapitalisme geen fouten toegegeven worden, maar dat er wel beleidswijzigingen doorgevoerd kunnen worden.
‘Helping the world. By telling people we’re helping the world.’ In de manier waarop Boltanski en Chiapello en Fisher de kritiek op het hedendaagse kapitalisme uiteenzetten ligt een grote nadruk op de netwerkwereld. Netwerken zijn in de loop der tijd een grote rol gaan spelen in de professionele wereld en hebben zo de nieuwe geest van het kapitalisme mede vormgegeven. Hoewel Better off Ted zich voor en groot gedeelte in typische omstandigheden uit de tweede geest afspeelt, worden verschillende elementen van de netwerkwereld, en dus de nieuwe geest, ook uitgelicht en bekritiseerd, zoals de nadruk op goede publiciteit en de waarde van PR. Als Veronica een award krijgt van Veridian, moet ze geld inzamelen voor een goed doel. Ze komt er echter achter dat Veridian 95% van het geld zelf houdt en uitgeeft aan promotionele doeleinden. Het goede doel is dus aan de buitenwereld laten zien dat Veridian een goed bedrijf is: „The Veridian foundation: helping the world. By telling people we‟re helping the world.‟ (Mess of a salesman 2010). Ook maakt Veridian een infomercial over hun inzet voor het milieu. Linda ziet dit, wordt enthousiast en wil graag op dit project werken. Dan blijkt echter dat het project niet bestaat, het is alleen maar een PR campagne (Jabberwocky 2009). Dit niet bestaande project levert ook kritiek op de manier waarop de netwerken de rol van sociale klassen hebben overgenomen. Omdat Ted het niet over zijn hart kan verkrijgen Linda te teleurstellen geeft hij haar toestemming een daktuin te ontwikkelen. Hij haalt wat geld bij andere projecten weg zodat ze aan de slag kan gaan. Veronica komt hier echter meteen achter en wil weten waarom er geld weg is „because the company loves its money‟. Ted liegt en zegt dat het geld naar het uiterst geheime Jabberwocky-project gaat. Hij vertelt dit op zo een vanzelfsprekende manier, dat Veronica wel van het project op de hoogte móet zijn – ze is immers zijn baas. Veronica is dit niet, maar uit angst geen onderdeel meer uit te maken van het netwerk doet ze alsof ze weet waar het over gaat. Dit trucje haalt ze op haar beurt uit bij de rest van het management, die er op eenzelfde manier intrappen. Uiteindelijk wordt Jabberwocky door Ted en Veronica gepresenteerd aan het hele bedrijf, iets wat ze doen door uitsluitend holle frasen, mooie beelden en geveinsd enthousiasme te tonen. En hoewel niemand weet waar het project over gaat, wil toch iedereen er deel van uitmaken, omdat de geruchten gaan dat het een project is dat je carrière een boost kan geven. Iedereen doet alsof ze alle details van het project kennen, want kennis is macht in de netwerkwereld, en als je geen kennis hebt van nieuwe ontwikkelingen val je buiten het netwerk. (Jabberwocky 2009). Ook laat Veridian op niet al te subtiele wijze blijken dat het altijd weet wat de werknemers doen op het kantoor. Zo krijgt Linda een overzicht van alle telefoongesprekken die ze op het kantoor heeft
22
gevoerd, waarbij de privégesprekken expliciet staan vermeld. Dit gebeurt puur en alleen om Linda te laten weten dat het bedrijf weet dat ze privégesprekken onder werktijd voert (Pilot 2009). Als Phil een seksuele relatie aangaat met een advocaat van het bedrijf, wordt de tijd dat ze op kantooruren seks met elkaar hebben van zijn loon afgehaald. De advocaten moeten elke minuut die ze werken namelijk verantwoorden (The lawyer, the lemur and the little listener 2009). Zoals Boltanski en Chiapello en Fisher hebben laten zien controleren werknemers elkaar en zichzelf in de moderne arbeidswereld extensief. In Better off Ted ligt de focus van de controle bij het management en de directie. Door Linda met haar privégesprekken onder werktijd te confronteren, proberen ze haar te disciplineren: ze wordt niet gestraft voor haar gedrag maar wordt aangespoord het te veranderen, omdat iedereen op de hoogte is van haar gedrag. ‘Friendship. It’s the same as stealing.’ De grens tussen het persoonlijke en professionele leven wordt in Better off Ted ook meerdere malen verlegd. Zo neemt Ted zijn dochter Rose af en toe mee naar werk, waardoor de boel ontregeld wordt. Met haar aanwezigheid kan er niet vrijuit gesproken worden over de twijfelachtige projecten van Veridian, waardoor Ted en Veronica in de problemen komen (Through the Rose-colored HAZMAT suits 2009). Bovendien vertelt Rose dat ze bij de kinderopvang hoorde dat een werknemer ontslagen zou worden, wat uiteindelijk niet blijkt te kloppen (The lawyer, the lemur and the little listener 2009). Ook bemoeit Veridian zich meer dan eens met de privélevens van haar werknemers. Zo ontwikkelt het bedrijf een schema waarin staat welke werknemers een relatie met elkaar zouden moeten aangaan gebaseerd op genetische overeenkomsten. Het idee erachter is dat deze mensen vanwege hun genetische compatibiliteit gezonde kinderen zouden krijgen, en dus het bedrijf besparen op gezondheidskosten (Love blurts 2009). Maar de meeste aandacht gaat in Better off Ted naar de manier waarop werknemers vriendschappen en liefdesrelaties met elkaar aangaan op de werkvloer. Het bedrijf heeft hier een duidelijke mening over: persoonlijke relaties en vriendschappen op de werkvloer kosten Veridian geld. Alle tijd die wordt geïnvesteerd in met elkaar praten over privézaken gaat ten koste van werktijd. In deze stelt Veridian zich weer expliciet op als een bedrijf in de tweede geest van het kapitalisme. Het standpunt wordt haarfijn uitgelegd in een van de infomercials over Veridian Dynamics: Veridian Dynamics. Friendship, it‟s so important. But it‟s different at work. Time spent with friends at work robs your employer of productivity. And robbing people is wrong. Veridian Dynamics. Friendship. It‟s the same as stealing. (Change we can‟t believe in 2010).
Dit voorbeeld laat precies zien hoe de serie werkt: het legt een vergrootglas op het functioneren van het kapitalisme. Door dit vergrootglas ontstaan humoristische situaties, want het is absurd dat een bedrijf deze logica kan hanteren. Tegelijkertijd levert die uitvergroting kritiek op het kapitalisme: de
23
nieuwe geest van het kapitalisme kenmerkt zich door persoonlijke relaties op de werkvloer en deze relaties schaden de productiviteit inderdaad. Deze situatie benadert dus extra dat de tweede geest, gerepresenteerd door Veridian, een geheel andere interne logica heeft dan de nieuwe geest. Toch merken Ted en Veronica dat werknemers behoefte hebben aan een persoonlijke klik met de baas. De spanning tussen aan de ene kant een autoritaire baas naar wie je moet luisteren en aan de andere kant een vriendelijke baas naar wie je wilt luisteren houdt ze dan ook bezig. Zo probeert Veronica aardiger gevonden te worden door haar haren los te gooien en alle werknemers ongemeende complimenten te geven. Ted, die wel populair is bij vrouwen en jonge werknemers, maar niet bij mannelijke werknemers ouder dan 50, gaat zijn imago bij die doelgroep opvijzelen door met hen te lunchen. Al snel merken Ted en Veronica echter dat de werknemers misbruik maken van het gebrek aan autoriteit en afstand, waardoor ze weer meer professionele afstand moeten nemen (Get happy 2009). Ook hieruit blijkt weer: persoonlijke contacten schaden de productiviteit. Veronica krijgt meer problemen met haar persoonlijke leven op het werk als ze een relatie krijgt met illusionist Mordor. Als werknemers bij Veridian hier achter komen, ondermijnt dit haar autoriteit en besluit ze de relatie te beëindigen (Secrets and lives 2009). Ze kan echter niet zonder hem en de relatie wordt al snel in ere hersteld. Hun seksleven zorgt ervoor dat Veronica weinig slaapt, waardoor ze op kantoor veel fouten maakt. Linda moet deze problemen oplossen: „So my boss gets to have all the sex fun of a relationship, while all the stress of being exhausted trickles down to me? Man, capitalism blows!‟ (It‟s nothing business, it‟s just personal 2009). Dit is een van de enige momenten in de serie waarin het kapitalisme rechtstreeks wordt benoemd. Bovendien refereert Linda hiermee aan werken in een netwerkwereld waarin de baas alle eer van het gedane werk kan opstrijken zonder de ondergeschikten hiervoor enige erkenning te geven. Veronica‟s persoonlijke leven tast dus niet alleen haar status als baas aan, maar het beïnvloedt haar productiviteit ook op een negatieve manier. In Better off Ted wordt productief werken op meerdere vlakken onmogelijk gemaakt doordat er zich privézaken op de werkvloer afspelen. De managementsmethode van de nieuwe geest van het kapitalisme, gekenmerkt door persoonlijke contacten en minder hiërarchische verschillen, past niet in Veridian‟s tayloristische werkfilosofie. Geen wonder dat een van Veridian‟s slogans „friendship. It‟s the same as stealing‟ is. ‘You don’t control everything I do’ De netwerkwereld heeft volgens Fisher nog een ander gevolg: het kapitalistische systeem als geheel kan niet meer worden aangesproken, je kunt alleen nog individuen aanspreken. Zo wordt er door samenwerking in groepen niet langer geageerd tegen de manager of de baas, maar tegen groepsleden. Dit gebeurt in Better off Ted als een parfum ongetest op de markt komt en gebruikers achtervolgd worden door horzels. Hoewel uit onderzoek blijkt dat niemand echt schuldig is aan deze fout, moet er voor de buitenwereld iemand de verantwoordelijkheid op zich nemen: dr. Bhamba, die publiekelijk een drugsprobleem moet veinzen (Trust and consequence 2009). Ook is er geen centrum aanwijsbaar
24
in het kapitalisme, je kunt alleen in contact komen met representaties en stand-ins. Veronica maakt hier gebruik van door bij impopulaire maatregelen of vreemde nieuwe regels steevast de schuld te geven aan „boven‟, verwijzend naar de directie. Veronica is slechts degene die de berichten doorgeeft. Het management blijft een gezichtsloze en karakterloze entiteit en wordt alleen gerepresenteerd door mannen in pakken, die nooit aan het woord komen. Veronica fungeert als eerste stand-in voor het systeem, Ted als tweede. Dit laat precies zien hoe het centrumloze, gezichtsloze netwerkkapitalisme in de derde geest functioneert. Deze gezichtsloosheid en afwezigheid van een centrum leiden er in Better off Ted toe dat veel personages hun eigen manier hebben om hun frustratie over het werken in een dergelijk bedrijf te uiten. Vooral Linda heeft hier veel behoefte aan. Zo steelt ze cups koffiemelk als teken van stille rebellie tegen het bedrijf. Het is haar manier om te zeggen: „Hey, I‟m here, you don‟t control everything I do‟ (Love blurts 2009). Later uit ze haar frustratie door in een leegstaande ruimte in de kelder bagels in het aircosysteem te gooien (Lust in translation 2010). Lem en Phil reageren zich ook af in de kelder: hier organiseren ze met collega‟s eens per week een middeleeuwse fightclub, om al hun frustraties op elkaar af te reageren (You are the boss of me 2009). Dat deze activiteiten plaatsvinden in de kelder, ondergronds dus, laat zien dat kritiek op het kapitalisme alleen wordt toegestaan in daarvoor aangewezen manieren. Kritiek die daar buiten gaat, zoals die van Linda, Lem en Phil, moet ondergronds plaatsvinden en mag bovengronds niet merkbaar worden. Deze kritiek kan zo geen veranderingen in het systeem teweegbrengen. Zelfs Veronica heeft soms de behoefte om zich af te reageren. Haar relatie met Mordor en haar bijbaan als zijn assistente zijn uitlaatkleppen (Secrets and lives 2009). Ook raakt ze soms zo gefrustreerd van het management, dat ze een geweer leegschiet op een kussen in haar kantoor (Bioshuffle 2009). Maar degene die zich het meest tegen de afwezigheid van normen en waarden afzet is Linda. Ze verzet zich echter niet tegen haar collega‟s, maar ze verzamelt haar collega‟s juist vaak om zich te verzetten tegen Veronica en de directie van Veridian Dynamics, die volgens haar geen normen en waarden hebben. Ook gaat ze expliciet op zoek naar een alternatief voor het werk binnen dit kapitalistische bedrijf als ze een kinderboek schrijft. Ze hoopt hierdoor ontslag hoopt te kunnen nemen bij Veridian, maar stuit al snel op problemen. Haar uitgever blijkt namelijk onderdeel te zijn van een „evil conglomerate‟ (The lawyer, the lemur and the little listener 2009). Een van de karakters uit haar boek wordt gebruikt in een Japanse reclame om bier aan kinderen te verkopen. De enige manier waarop Linda de rechten van haar verhaal terug kan krijgen is door Veridian ze terug te laten kopen van de uitgever. Linda raakt zo haar intellectuele eigendom en haar droom om weg te gaan bij Veridian kwijt. Hoewel ze altijd hard ageert tegen Veridian Dynamics, redt het bedrijf haar wel uit een benarde positie. Haar zoektocht naar een uitgang uit het kapitalisme loopt dus op niets uit en Linda wordt weer ingekapseld in het systeem.
25
De kritiek die Better off Ted levert is dus behoorlijk ambigu. Enerzijds positioneert de serie zich expliciet in de tweede geest van het kapitalisme, wat wordt verduidelijkt door de focus van Veridian Dynamics op efficiëntie en gerationaliseerde arbeidsomstandigheden. De manier waarop het bedrijf omgaat met Linda‟s artistieke kritiek op het gestandaardiseerde en onpersoonlijke werk benadrukt dat Veridian Dynamics niets moet hebben van de persoonlijke, informele aard van de nieuwe geest van het kapitalisme. Maar tegelijkertijd komen verschillende elementen uit de nieuwe geest aan bod. De netwerkwereld speelt ook een grote rol in de serie, en de grens tussen werk en privé staat ook steeds meer onder druk. Dit alles duidt erop dat Better off Ted zich afspeelt in de nieuwe geest. Het is dan ook precies op de grens tussen de twee geesten waar de conflicten zich afspelen: Veronica en de rest van het management wil het werk indelen zoals het was in de tweede geest, terwijl de werknemers, met Linda voorop, juist behoefte hebben aan de persoonlijkere benadering van de nieuwe geest. Ted schippert heen en weer tussen de twee kampen en probeert zo iedereen tevreden te houden. Het conflict tussen werknemers en werkgevers in de jaren ‟60 wordt in Better off Ted op deze wijze nog eens dunnetjes overgedaan.
26
3. Neo-management onder de loep: de kritiek van The Office The Office is een Amerikaanse sitcom die sinds 2005 te zien is op de zender NBC. Het is een Amerikaanse adaptatie van een Britse serie met dezelfde naam. De serie gaat over een groep werknemers bij een vestiging Dunder Mifflin, een bedrijf dat papier verkoopt. Het bedrijf staat onder leiding van Michael Scott, een manager met een geheel eigen stijl van omgaan met de werknemers. De belangrijkste werknemers van Dunder Mifflin zijn Jim Halpert, de cynische papierverkoper, zijn verloofde, receptioniste Pam Beesly en zijn grote concurrent Dwight Schrute, wiens werkethos compleet tegenovergesteld is aan die van Jim. ‘Clearly not the most traditional guy’ Antiheld van The Office is Michael Scott, wiens onvermogen om als adequate manager op te treden als rode draad door de serie loopt en vaak aangehaald wordt als The office wordt besproken in de media. Michael wordt omschreven als iemand die zich miskend voelt in zijn artistieke aspiraties en totaal niet op de hoogte is van het feit dat zijn werknemers hem achter zijn rug om belachelijk maken (de Pers 2010). In zijn functie als manager van de Scranton vestiging van Dunder Mifflin fungeert hij als brug tussen de directie van het moederbedrijf Dunder Mifflin en zijn werknemers in Scranton. Het blijkt voor Michael op meerdere momenten erg lastig te zijn om de verantwoordelijkheden die aan deze functie verbonden zijn te dragen. Als blijkt dat Dunder Mifflin flink geraakt is door de financiële crisis en er misschien ontslagen zullen vallen, is Michael niet in staat dit zelf aan zijn personeel te vertellen. Als Charles Minor, een medewerker van het moederbedrijf, naar Scranton afreist om polshoogte te nemen bij de vestiging, komt hij er achter dat Michael dit niet aan zijn personeel heeft verteld (New boss 2009). Het is duidelijk dat The office met deze invalshoek niet onder de tweede geest van het kapitalisme valt, want die geest kenmerkt zich door een strenge hiërarchie, waarin de manager de held is. Michael ziet zichzelf wel als held – al denken zijn werknemers daar anders over – maar hanteert de managementtechnieken van het neo-management, waarbij werknemers te vriend worden gehouden, in de hoop ze op deze manier te sturen in hun werkzaamheden. Michael heeft dan ook een diep verlangen altijd en overal grappig en leuk gevonden te worden. Hierdoor komt hij vaak onprofessioneel over en vertelt hij vaak dingen die hij beter niet had kunnen zeggen. Tijdens de jaarlijkse bedrijfspicknick maakt hij het bijvoorbeeld helemaal bont. In de vorm van een parodie op de film Slumdog Millionaire4 bereidt Michael samen met zijn collega en exgeliefde Holly Flax een sketch voor waarin ze de geschiedenis van Dunder Mifflin in de vorm van een quiz vertellen. Hierbij maken ze bekend dat de branch in Buffalo zal moeten sluiten vanwege de crisis. Dit wisten de werknemers van Buffalo nog niet en had helemaal niet op deze plek bekend mogen worden gemaakt (Company picknick 2009). 4
Een film uit 2008 van Danny Boyle waarin het verhaal van een arme straatjongen uit India wordt verteld aan de hand van de quiz Who wants to be a millionaire?
27
Toch blijkt dat de Scranton-vestiging van Dunder Mifflin het onder Michael‟s leiding lang niet zo slecht doet als je zou verwachten aan de hand van zijn managementtechnieken. Dit valt ook op bij het algemene management van het bedrijf, die willen weten wat zijn geheim is, want hij is „clearly not the most traditional guy‟ – Michael kan ook niet uitleggen wat hij doet dat hem succesvol maakt – en sturen hem op een tour langs alle vestigingen om cursussen te geven over succesvol management. Scranton is namelijk de enige vestiging die in de economisch zware tijden winst weet te maken (The duel 2009). ‘I hired my best friends’ Voor Michael is werk niet zomaar werk. Werk is voor hem een bron van vermaak, van vriendschap en een plek waar hij een surrogaatfamilie vindt. Hij gedraagt zich op dit gebied precies zoals van managers wordt verwacht in de nieuwe geest van het kapitalisme. Zijn houding beïnvloedt zijn zakelijke beslissingen wél: „You have to tolerate a lot when you‟re part of a family,‟ (Business ethics 2008) is zijn motto. Als hij wordt geconfronteerd met allerlei vormen van onethisch gedrag van zijn werknemers weigert Michael ze te straffen, want voor hem staan eerlijkheid en een persoonlijke relatie voorop. Michael laat ook meer dan eens merken dat hij dit familiegevoel belangrijker vindt dan het genereren van winst voor Dunder Mifflin. Als op Valentijnsdag iedereen verhalen over ex-geliefden en mislukte romances met elkaar deelt, zegt hij „a great boss cares more about the happiness of its employees than anything else. […] Who cares if we sell a little less paper today?‟ (Blood drive 2009). Hij maakt de keuze voor vriendschap boven werk ogenschijnlijk bewust: „They always say that it‟s a mistake to hire your friends. They‟re right. So I hired my best friends‟ (The Michael Scott paper company 2009). Michael‟s opvattingen over vriendschap op de werkvloer is dus compleet het tegenovergestelde van de houding van Veridian Dynamics in Better off Ted. Dat Michael vaak te persoonlijk betrokken is bij zijn medewerkers blijkt uit verschillende situaties. Als Pam naar New York vertrekt voor een kunstcursus van drie maanden neemt ze uitgebreid afscheid van haar geliefde Jim. Michael staat hier met zijn neus bovenop en wil net zo innig afscheid nemen van Pam (Weightloss 2009). Charles Minor, die tijdelijk de vestigingsmanager van Scranton is als Michael ontslag neemt bij Dunder Mifflin, verbaast zich ook over de manier waarop Michael zijn vestiging leidde. Zo loopt iedereen continu zijn kantoor binnen met vragen en opmerkingen die al dan niet met werk te maken hebben. „Did Michael just let anyone into his office?‟ (Two weeks 2009) vraagt hij zich af. ‘I want the credit without any of the blame’ Naast onorthodoxe managementmethoden houdt Michael er ook een bijzondere manier van handel drijven op na. Zo bedenkt hij een promotie gebaseerd op het verhaal van Sjakie en de Chocoladefabriek: hij heeft in vijf dozen papier een „gouden ticket‟ verstopt, waarmee de ontvanger een jaar lang tien procent korting krijgt op aankopen bij Dunder Mifflin. Hier heeft hij echter niet goed
28
over nagedacht: alle tickets komen bij dezelfde klant terecht, waardoor die uiteindelijk 50% korting krijgt. Als Michael hier achter komt wil hij geen verantwoordelijkheid nemen voor zijn acties en probeert hij de schuld van zich af te schuiven: „I might have hired an outside marketing consultant‟ (Golden ticket 2009). Uiteindelijk weet hij Dwight de schuld te geven. Als dan blijkt dat de actie tóch gewerkt heeft – de klant besluit door de korting exclusief alle kantoorartikelen bij Dunder Mifflin te kopen – wil Michael uiteraard wel de verantwoordelijkheid op zich nemen: „I do want the credit without any of the blame‟ (Golden ticket 2009). Hieruit blijkt dat Michael, als de kans er is, opportunistisch is en zijn eigen wensen en geluk boven dat van zijn werknemers stelt – hoe graag hij ook de indruk wil wekken dit niet te doen en juist te staan voor het welzijn van zijn medewerkers. Hij maakt nog een opportunistische keuze als aan het einde van het jaar blijkt dat de Scranton afdeling een overschot van $4300 heeft op de balans. Als dit geld niet voor het einde van de dag wordt uitgegeven, zal het volgend jaar van het budget worden afgetrokken. Terwijl onder de collega‟s een felle strijd losbarst over of het geld moet worden uitgegeven aan een nieuwe printer of nieuwe bureaustoelen, komt Michael er achter dat hij vijftien procent van het overschot zelf mag houden. Net op het moment dat hij het geld in eigen zak kan steken, krijgen de werknemers het plan in de gaten en beslissen ze op het laatste moment een nieuwe printer te kiezen (The surplus 2008). Deze twee situaties illustreren de mogelijkheden tot opportunisme in de netwerkwereld. In beide gevallen maakt Michael misbruik van de asymmetrie van de netwerken: hij komt vooruit in de netwerkwereld ten koste van zijn werknemers. Hij gebruikt zijn kennis van de regeling over het overschot alleen voor zijn eigen gewin en spant zijn werknemers voor zijn karretje als hij daar beter van kan worden. Zijn werknemers worden wel gebruikt om de schuld te geven als iets fout gaat, maar niet om geprezen te worden als iets goed gaat. Opmerkelijk is dat Michael de brug vormt tussen het kapitalistische, vaak meedogenloze management aan de ene kant en de werknemers aan de andere kant. Hij wordt gevangen tussen deze twee kampen, die elk hun eigen motieven hebben om hun eigen wensen uit te laten komen. Bovendien moet Michael beide kampen te vriend houden om succesvol te blijven in zijn positie als manager. Juist deze positie biedt dus ruimte voor opportunisme.
Michael Scott Paper Company Na een conflict met het management van Dunder Mifflin over de bezuinigingen en het in de soep lopen van zijn vijftienjarige jubileum, besluit Michael ontslag te nemen (New boss 2009). Hij voelt zich persoonlijk niet gewaardeerd en besluit zijn eigen bedrijf op te richten: de Michael Scott Paper Company. Het kost meer moeite dan Michael van tevoren had gehoopt en verwacht: „Who would have thought, that the thing that would save this company would be work?‟ (The Michael Scott paper company 2009). Hij lijkt oprecht verbaasd dat het oprichten en draaiende houden van een succesvol bedrijf echt werk, tijd en moeite kost.
29
De kwestie van zelfontplooiing uit de tweede geest van het kapitalisme komt hier aan bod. Pam is ongelukkig met haar baan als receptioniste en is dan ook blij dat ze bij de Michael Scott Paper Company de kans krijgt om zich te ontwikkelen als verkoper. Dit is een langgekoesterde wens van Pam, die al verschillende pogingen heeft ondernomen om van haar baan als receptioniste af te komen. Zo volgde ze een kunstcursus in New York gevolgd in de hoop zich te ontwikkelen in de artistieke wereld. Dit loopt echter niet goed af: Pam zakt voor haar vakken en keert na een paar maanden gedesillusioneerd terug naar Dunder Mifflin, waar ze weer plaatsneemt achter de receptie. De nieuwe geest van het kapitalisme wordt onder andere gekenmerkt door flexibilisering van werk. Maar de werknemers met tijdelijke contracten die daar bijhoren komen in de sitcoms uit mijn corpus niet voor. Alleen medewerker Ryan heeft een tijdelijk contract, en dat is omdat hij van zijn vorige baan bij Dunder Mifflin is ontslagen. Michael is zo aan hem gehecht, dat hij Ryan alleen via een uitzendbureau kon aannemen. Ryans status wordt wel aangetast door zijn tijdelijke contract: dit zou voor collega‟s een reden kunnen zijn om hem met de vervelende klusjes op te zadelen. Want als er een conflict onder collega‟s ontstaat over de vieze magnetron in de keuken en niemand deze wil schoonmaken, zegt Pam „I guess that‟s why we have a temp‟ (Frame Toby 2008). Maar het blijft bij dit soort grappen en opmerkingen, Ryan wordt nooit echt opgezadeld met dit soort klusjes. Bovendien neemt Michael hem bij de Michael Scott Paper Company direct aan als volwaardig staflid, waardoor hij geen uitzendkracht meer is. Het geluk lacht de Michael Scott Paper Company echter niet lang toe. De financiële problemen stapelen zich op omdat het bedrijf papier voor te lage prijzen aan haar klanten verkoopt, waardoor ze failliet dreigen te gaan. Tegelijkertijd raakt Dunder Mifflin in de problemen omdat Michael alle klanten daar heeft weggelokt met de lage papierprijzen. Daarom besluit Dunder Mifflin de Michael Scott Paper Company op te kopen, en keert Michael terug als vestigingsmanager in Scranton. De verkopers van Dunder Mifflin zitten nu zonder klanten en inkomen, omdat Ryan en Pam deze klanten nu vertegenwoordigen. Phyllis, normaal een rustige en bedeesde medewerkster, confronteert Michael daarom: „You thought you were attacking corporate, but we were the ones getting hurt. You should be apologizing to us. Michael, you always said we were a family, and then you went after us‟ (Casual Friday 2009). De persoonlijke ontplooiing van Michael, Pam en Ryan belemmert dus de sociale zekerheden van de anderen. De serie laat hier zien, zoals Boltanski en Chiapello beargumenteren, dat je niet tegelijkertijd de sociale zekerheid van werk, inkomen en veiligheid kunt hebben met de artistieke voordelen van zelfontplooiing. Je moet kiezen tussen een van de twee. ‘You’re a thief of joy’ Erg productief zijn de meeste werknemers bij Dunder Mifflin niet. Zo staat op Meredith‟s computer vaak het spelletje FreeCell open, vertrekt Angela midden op de dag naar huis om haar katten te verzorgen en speelt Andy regelmatig banjo op kantoor. Maar de werknemer die het minste werk verzet is zonder twijfel Jim, een kwaliteit waar hij bovendien zelf erg trots op is. Als Andy aan Jim vraagt of
30
hij mee wil helpen zijn huwelijk voor te bereiden, zegt Jim „I was gonna clean up my inbox, but now I‟ve got more important things to do,‟ (Heavy competition 2009). Terwijl Andy zijn best doet in de smaak te vallen bij nieuwe baas Charles door te slijmen, heeft Jim een andere tactiek: „I‟ve always subscribed to the idea that if you really want to impress your boss, go in there and do a mediocre job half-heartedly,‟ (Dream team 2009). Dwight is de uitzondering die de regel bevestigt en staat aan de andere kant van het spectrum wat betreft werkethos. Hij doet continu zijn best om in de smaak te vallen bij Michael, David, Charles en andere hogergeplaatsten. Hij is gefixeerd op Jims werkethos en dreigt hij meerdere malen om Jim te rapporteren aan het management: „I‟m gonna write you up for not working,‟ (Weightloss 2008). Tijdens een cursus over ethiek op de werkvloer, die verplicht wordt gesteld door het moederbedrijf, verdedigt Dwight als enige het nut van die cursus. Want waar de rest van de werknemers geen moeite heeft met het stelen van tijd en kantoorartikelen, is Dwight hier een fel tegenstander van en confronteert hij zijn collega‟s hiermee. Hierop beschuldigt Michael hem: „you are a thief of joy‟ (Business ethics 2008). Dat deze voorkeur voor een gereguleerde en gehiërarchiseerde werkomgeving te ver gaat illustreert Dwight met een uit de hand gelopen brandoefening. Als zijn presentatie over brandpreventie en brandveiligheid niet op veel enthousiasme van de collega‟s kan rekenen, besluit Dwight hen te testen door een heel erg realistische brandoefening op te zetten. Hij gooit rookbommen in het kantoor, zet een prullenbak in brand en maakt deurklinken warm met een vlam, zodat niemand een kant op kan. In blinde paniek breekt er complete chaos uit. Dwight is echter niet onder de indruk van het management dat enorm boos op hem wordt: „It always amuses me when corporate thinks they can make a change with a 20 minute meeting in a fancy high-rise,‟ (Stress relief 2009). Dwight verzet zich tegen een afwezigheid van normen en waarden, tegen anomie, wat volgens Boltanski en Chiapello een groot onderdeel uitmaakt van de nieuwe geest van het kapitalisme. Dwight verzet zich hiermee dus tegen de nieuwe geest van het kapitalisme, terwijl alle andere werknemers zich tegen Dwight en zijn houding typisch voor de tweede geest verzetten. Bovendien wordt Dwight‟s excessieve gedrag geridiculiseerd door de serie, terwijl Jim‟s onproductieve houding juist wordt gewaardeerd en toegejuicht. De serie verwerpt hiermee dus definitief de tweede geest van het kapitalisme en de strenge houding die hierbij hoort, terwijl de losse, persoonlijke stijl van het neomanagement uit de nieuwe geest wordt omarmd. ‘She’s mad at us for not coming to her party’ Zoals ik hierboven al heb aangestipt worden in The Office regelmatig de grenzen tussen het persoonlijke en het professionele vlak opgezocht – en nog vaker overschreden. Zo zijn er een aantal liefdesrelaties op de werkvloer van Dunder Mifflin ontstaan. Jim en Pam verloven zich en Pam raakt zwanger van hem. Michael krijgt een relatie met Holly, die als gevolg daarvan naar een andere vestiging wordt overgezet (Employee transfer 2008). Andy, die verloofd is met Angela, komt er achter
31
dat Angela al geruime tijd een affaire heeft met Dwight. Vooral deze laatste driehoeksverhouding heeft veel invloed op de werkvloer, omdat de twee mannen de strijd met elkaar aangaan voor Angela. Als Phyllis er achter komt dat Angela vreemdgaat, chanteert ze haar omdat ze Angela‟s rol als leider van het feestcomité overnemen. Door te dreigen dat ze de gevoelige informatie met de andere collega‟s zal delen weet ze Angela te dwingen allerlei nare klusjes voor haar op te knappen (Moroccan Christmas 2008). Zo wordt geïllustreerd dat door samenwerking in groepen niet langer geageerd wordt tegen de manager of de baas, maar tegen groepsleden. Iedereen heeft een eigen mening over het conflict en legt de schuld bij iemand anders, maar Michael, die zich in het conflict volledig op de achtergrond stelt, blijft buiten schot. Het wordt bij Dunder Mifflin eigenlijk van je verwacht dat je je bemoeit met de persoonlijke levens van je collega‟s en het wordt je niet in dank afgenomen als je dit niet doet. Jim en Dwight ondervinden dit als ze niet opdagen bij een feest van Kelly. Kelly is verantwoordelijk voor onderzoeken naar de tevredenheid onder de klanten van Dunder Mifflin, en naar aanleiding van dit feest straft ze Jim en Dwight door ze een lage waardering te geven, waardoor hun bonus lager zal uitvallen. Als ze er achter komen dat zij dit heeft gedaan en ze dit bij Michael neerleggen, doet hij alleen maar alsof hij haar straft. Maar in feite doet hij niets. Hij steunt Kelly, omdat hij zich haar verdriet en teleurstelling goed kan voorstellen (Customer survey 2008). De vele seksuele relaties op de werkvloer leiden dus op verschillende manieren tot afname van de productiviteit op de werkvloer: van seks tijdens werk tot ruzie tussen Dwight en Andy over Angela. Alle collega‟s bemoeien zich met elkaars levens. Kelly en Michael gaan zelfs zo ver Jim en Dwight te straffen omdat ze niet op Kelly‟s feest komen. Michael ziet zijn werknemers als een familie die hij moet beschermen en entertainen, en deze persoonlijke relaties zorgen er dan ook voor dat hij vaak vriendschap en gezelligheid verkiest boven werken, verkopen en winst maken.
In The Office wordt het kantoorleven op verschillende manieren op de hak genomen, maar er zijn duidelijke verschillen waar te nemen in de manier waarop dat gebeurt. Waar Dwight‟s gedrag, typerend voor de houding van het kapitalisme ten tijde van de tweede geest, wordt belachelijk gemaakt door de serie en afgewezen door alle hogergeplaatste medewerkers van Dunder Mifflin, wordt Michael‟s ook gedrag belachelijk gemaakt, maar uiteindelijk ook goedgekeurd door de directie omdat zijn neo-management financieel succesvol blijkt te zijn. The Office onderschrijft op deze manier de nieuwe geest van het kapitalisme en benadrukt dat werk leuk hoort te zijn en niet alleen maar geld in het laatje moet brengen.
32
4. Kapitalisme verpersoonlijkt: de kritiek van 30 Rock 30 Rock is een Amerikaanse sitcom die sinds 2006 op de zender NBC te zien is. De serie is ontwikkeld door Tina Fey, een comédienne die werkzaam was bij Saturday Night Live, een live comedy sketch show van NBC. 30 Rock is gebaseerd op haar ervaringen als schrijfster bij dit programma. Fey speelt zelf de hoofdrol van Liz Lemon, de hoofdschrijfster van het fictieve sketchprogramma TGS with Tracy Jordan. Jack Donaghy, gespeeld door Alec Baldwin, is de „vice president of east coast television and microwave oven programming‟ van General Electronics (GE). Liz‟ baan bestaat uit het tegelijkertijd tevreden houden van Jack en van haar acteurs Tracy Jordan en Jenna Maroney. Omdat de serie is gebaseerd op de werkelijkheid, bestaan er veel parallellen tussen de werkelijkheid en de fictiewereld van de serie. Zo wordt TGS ook door NBC uitgezonden, speelt de serie zich af in het NBC gebouw in New York en is GE in het echt ook de eigenaar van NBC. ‘Capitalism is my religion’ Dankzij Jacks baan als baas van de televisieprogrammering zijn er veel verhaallijnen over de corporate cultuur in 30 Rock. Jack zet zich voor de volle 100 procent in voor zijn baan, het bedrijf en het kapitalisme: „I have faith in things I can see and buy and deregulate. Capitalism is my religion‟ vertelt hij dan ook aan Liz (St. Valentine‟s day 2009). Je kunt Jack dan ook zien als de verpersoonlijking van het kapitalisme. Dit wil echter niet zeggen dat Jacks bestaan in die functie altijd over rozen gaat. Don Geiss is de bestuursvoorzitter van GE en Jacks mentor en inspirator. Net op het moment dat Don met pensioen wil gaan en zijn baan wil overdragen aan Jack, raakt hij in een coma. De papieren zijn nog niet getekend, waardoor Dons geestelijk gehandicapte dochter Kathy de bestuursvoorzitter wordt. Jacks aartsrivaal Devon Banks, die op dezelfde baan aast, verlooft zich daarom met Kathy en krijgt zo de macht over het bedrijf (Succession 2008). Devon ontslaat Jack, die weer onderaan de ladder moet beginnen – als postbezorger. Toch heeft Jack er vertrouwen in dat hij zich weer naar de top kan werken: „I‟ve worked my way up from the bottom once before. It took me 22 years. I think I can do it in nine years now‟ (Do-over 2008). Maar als blijkt dat Devon de E van GE wil verkopen5 en het hele bedrijf voor twee jaar wil sluiten om de winst te verdriedubbelen, weet Jack succesvol een coup te plegen. Hij is nu degene die Kathy aanstuurt de juiste zakelijke beslissingen te nemen, al is hij wel gefrustreerd over het feit dat hij geen enkele waardering of erkenning krijgt voor het werk dat hij doet (Reunion 2008). Jack heeft niet alleen een oneindig vertrouwen heeft in het kapitalistische systeem, maar ook jaren van zijn leven over voor een hoge functie binnen het systeem. Jacks toverwoord is synergie, het samenbrengen van verschillende processen om meer winst te genereren. Dus als hij hoort van Jenna‟s rol in een nieuwe film gebaseerd op Janis Joplins leven, ziet hij grote mogelijkheden TGS en de film tegelijkertijd te promoten. Liz heeft zo haar twijfels, maar 5
„Electronics‟ zou aan Samsung worden verkocht, waardoor van GE alleen de G van „General‟ overblijft.
33
Jack zegt „you can‟t fight synergy, it‟s bigger than both of us‟ (Señor macho solo 2009). Hij doet er dan ook alles aan om te zorgen dat de film er komt, ondanks dat de rechten voor het levensverhaal van Joplin bij een andere producent liggen6. Jack is ook altijd op zoek naar een nieuw product of een nieuw idee dat hij kan commodificeren om meer winst te genereren. Zijn nieuwste verkoopwaar is een uitspraak van een van Jenna‟s personages in TGS: „that‟s a dealbreaker, ladies!‟ (Mamma mia 2009). Met de quote legt het personage van Jenna uit dat er bepaalde gebeurtenissen zijn die het einde van een relatie kunnen betekenen – dus dealbreakers zijn. Dit slaat aan bij het publiek en dus springt Jack er direct bovenop. Hij weet deze ene uitspraak om te bouwen tot een grote franchise waarmee miljoenen dollars verdiend kunnen worden: er verschijnen zelfhulpboeken, t-shirts en andere merchandise. Liz, de bedenkster van de quote, krijgt zelfs een eigen talkshow waarin ze relatieadviezen geeft. Ook heeft Jack als baas van NBC invloed op televisieprogramma‟s en hun inhoud. Zo bekent Jack over de Olympische Zomerspelen van 2008: „we staged a couple of events so the Americans would win more medals‟ (Believe in the stars 2008). Dit zei hij gedaan te hebben om meer kijkcijfers te trekken en de moraal van het Amerikaanse publiek op te vijzelen. En als de grootmoeder van Jacks vriendin Sofia een hekel aan hem heeft omdat hij veel lijkt op de schurk van haar favoriete telenovela, zorgt hij ervoor dat het gedrag van dit personage verandert – de zender waar het wordt uitgezonden hoort immers tot hetzelfde bedrijf als NBC (Generalissimo 2009). In al deze voorbeelden laat 30 Rock zien dat de macht van Jack, en daarmee het kapitalisme – ver reikt. Als er persoonlijk gewin op het spel staat, staat hem niets in de weg om de normale gang van zaken te beïnvloeden. Dus kan hij de inhoud van televisieprogramma‟s naar wens aanpassen, elke kans die zich aanbiedt aangrijpen om nieuwe zaken te commodificeren en zelfs bestaande rechten omzeilen. ‘We have to fight the powers that be!’ Waar Jack op zijn gemak is als hooggeplaatst directielid binnen het bedrijf, heeft Liz Lemon een stuk meer moeite met de relatief hoge positie die ze inneemt in de organisatie. Als hoofdschrijfster van TGS is ze de brug tussen Jack en de rest van het management aan de ene kant en de acteurs, crew en andere werknemers aan de andere kant. Deze positie brengt haar vaak in problemen. Als GE moet bezuinigen door de economische crisis, bijvoorbeeld, kan Liz niet besluiten op welke vlakken zij kan bezuinigen. Ze wil haar werknemers niet tekort doen door bijvoorbeeld een hoogbejaarde schoonmaker die zijn werk niet meer goed doet te ontslaan of op drinkrietjes te bezuinigen. Jack schakelt daarom een accountant in die het werk voor haar doet. Die zegt: „if you don‟t make the cuts, I will, and I don‟t care about anyone here‟ (Cutbacks 2009). Liz probeert haar zin dan op een andere
6
Het personage krijgt daarom steeds een andere naam (ze wordt Janice Jompler en Jackie Jormp-Jomp genoemd) en de songteksten van Joplins hits worden veranderd (de tekst van Piece of my heart wordt aangepast naar „you know you‟ve bought it, if life makes you sweet food‟) (Señor macho solo 2009).
34
manier te krijgen: door de accountant te verleiden. „They may take my dignity, but they will not take our straws‟ zegt ze tegen haar crew (Cutbacks 2009). Maar het loopt niet zoals ze had gehoopt: de accountant klaagt haar aan wegens seksuele intimidatie, waardoor Liz twee weken geschorst wordt. De accountant wordt echter ook van het project gehaald en Jack neemt deze taak over. Hierdoor komt het toch nog goed voor Liz: Jack neemt haar in bescherming vanwege hun vriendschap en besluit geen bezuinigingen door te voeren. Zelfs de rietjes zijn gered. Een andere keer dat Liz op de barricade gaat tegen beslissingen van het management is als er een griepepidemie heerst onder de werknemers van TGS. Er is namelijk besloten de griepvaccins te rantsoeneren: alleen de belangrijke mensen – Jack, de acteurs en Liz – mogen zich laten inenten. Liz besluit hier tegen te protesteren door de vaccinatie te weigeren en de rest van de crew te mobiliseren: „we have to fight the power! Fight the powers that be!‟ (Flu shot 2009). De protestwil van Liz verdwijnt echter als sneeuw voor de zon als blijkt dat een vakantie die ze eerder had geboekt en niet door zou gaan, op het laatste moment wel plaats kan vinden. Omdat ze koste wat kost niet ziek wil zijn op haar vakantie besluit ze de prik toch te nemen. Het lukt haar niet om het geheim te houden voor de rest, die hier kwaad om wordt. Jack staat aan Liz‟s zijde: „what do we elites do when we screw up? We pretend like it never happened and we give ourselves a giant bonus‟ (Flu shot 2009). Ten eerste is hier aandacht voor sociale ongelijkheid onder werknemers. De manier waarop GE in 30 Rock besluit alleen griepvaccins te geven aan Jack, Tracy, Jenna en Liz laat zien dat uit financiële overwegingen nog steeds niet alle werknemers dezelfde rechten hebben – iets waar tijdens de tweede geest van het kapitalisme voor is gestreden. Ten tweede gaat de serie hier in op een kenmerk van de nieuwe geest: de netwerkwereld en het bijbehorende opportunisme. Persoonlijk winstbejag ten koste van anderen wordt expliciet bekritiseerd. Jack doet daar met zijn uitspraak nog een schep bovenop, waardoor het kapitalisme in eerste instantie extra wordt bekritiseerd. Deze kritiek wordt echter direct weggelachen omdat de uitspraak zó over de top is en omdat Jack als persoon erg innemend en sympathiek is. Hij kan die uitspraak doen zonder dat je boos op hem wordt. Liz hecht minder waarde aan hiërarische verschillen dan Jack. Ze behandelt zowel Jack als de crewleden van TGS als gelijken – een kwaliteit waar ze zelf erg trots op is. Ze wordt echter met haar gedrag geconfronteerd als ze een aanvaring heeft met Tracy, die nooit op tijd is en zijn teksten nooit uit zijn hoofd kent. Als ze hem hierop aanspreekt beschuldigt Tracy haar van discriminatie: ze zou hem anders behandelen omdat hij zwart is. Ze reageert hier verontwaardigd op, maar krijgt dan te horen van de andere crewleden dat zij haar ook anders behandelen omdat ze een vrouw is. Jack bekent zelfs dat ze minder loon krijgt vanwege haar sekse. Tracy en Liz willen hier een einde aan maken: ze willen niet anders behandeld worden. Dus moet Tracy serieus aan het werk en wordt Liz getrakteerd op een avondje uit naar de stripclub door de mannen van haar staf. Al snel komen ze er achter dat deze gelijke behandeling ook niet is wat ze willen: „we need to go back to the way things were with both of us getting preferential treatment‟ (The natural order 2009). Deze aflevering grijpt terug op de tweede geest van het kapitalisme en de sociale kritiek over ongelijkheid binnen het systeem. Liz krijgt minder
35
loon vanwege haar sekse en Tracy voelt zich slecht behandeld vanwege zijn ras. Deze kritiek wordt echter wel meteen ondermijnd door de serie zelf, want als Liz en Tracy hebben gekregen wat ze wilden en ze eindelijk gelijkwaardig worden behandeld, weten ze niet hoe snel ze de verworven sociale gelijkheid moeten terugdraaien. Ze willen helemaal niet gelijk behandeld worden en genieten van de voorkeursbehandeling die ze krijgen op basis van hun ras – Tracy mag altijd te laat komen en hoeft nooit zijn tekst te kennen – en geslacht – Liz wordt niet geconfronteerd met vieze grappen en geuren van haar mannelijke collega‟s. Ook dit voorbeeld raakt een kenmerk van de netwerkwereld en de derde geest: de uitgebreide controles. TGS wordt gemaakt door een grote groep mensen – schrijvers, acteurs, technici, enzovoorts – die allemaal van elkaar afhankelijk zijn. Als Tracy dit proces bemoeilijkt door steevast onvoorbereid en te laat op de set te verschijnen, wordt hij hierop aangesproken. Iedereen is er namelijk de dupe van. ‘These weirdo’s are my family’ Net als in de andere besproken sitcoms, speelt de balans tussen privé en werk in 30 Rock ook een grote rol. De medewerkers van TGS maken veel lange dagen op kantoor – Liz vertelt dat ze gemiddeld 60 tot 80 uur per week werkt – waardoor ze veel met elkaar zitten opgescheept. Dit gaat zelfs zo ver dat, wanneer Liz probeert een baby te adopteren, ze tegen de adoptiemedewerkster over haar collega‟s zegt: „these weirdo‟s are my family‟ (Do-over 2009). De medewerkster komt dan ook niet in Liz‟ thuisomgeving kijken of ze geschikt is als adoptieouder, maar observeert haar in haar werkomgeving. We zien Liz dan ook bijna nooit in haar thuisomgeving: ze zit meestal van ‟s ochtends vroeg tot ‟s avonds laat op kantoor te werken. Dit heeft natuurlijk een grote invloed op haar privéleven: als Liz haar telefoon in een taxi laat liggen, confronteert de taxichauffeur haar met het feit dat er alleen collega‟s en zakelijke contacten in haar telefoon staan: „you have no friends‟ (Larry King 2009). Kenneth, de loopjongen van NBC, refereert aan zijn collega‟s als beste vrienden. De manier waarop Liz en Jack op elkaar steunen met persoonlijke problemen, vaak op het gebied van de liefde, duidt op een band die meer weg heeft van beste vrienden of familie dan baas en werknemer. Zou Liz het niet anders willen? Als ze twee weken geschorst wordt voor seksuele intimidatie leert ze een leven zonder werk en met heel veel vrije tijd kennen. Ze krijgt vriendinnen in het flatgebouw waar ze woont en brengt de twee weken door in sauna‟s, spa‟s, sportscholen en winkels. Hoewel ze aanvankelijk erg gelukkig wordt van dit luxueuze leven, krijgt ze er al snel genoeg van. Bovendien blijken haar nieuwe, werkloze, vriendinnen nogal wat problemen te hebben: omdat ze hun goede baan hebben opgezegd voor een lui leven zonder intellectuele diepgang en uitdaging moeten ze hun frustratie op een bepaalde manier kwijt. Daarom hebben ze een fight club opgericht, want „the pain proves we‟re alive‟ (Jackie Jormp-Jomp 2009). Dit is de druppel voor Liz en ze is dolgelukkig dat haar schorsing na haar schorsing voorbij is. „I guess I‟m just one of those women who thrives on work‟ bekent ze (Jackie Jormp-Jomp 2009).
36
Jack gebruikt het werk zelfs om te ontsnappen aan een ongewenste privésituatie. Als zijn bazige moeder, met wie hij nauwelijks door één deur kan, onverwacht op de stoep staat, besluit Jack op het laatste moment een extra uitzending van TGS te plannen. Hierdoor zal hij, maar ook de rest van de cast en crew, lang moeten overwerken. Hij verplicht iedereen hier contractueel toe en betaalt de vierdubbele overwerkuren graag, zolang hij zijn moeder maar kan ontwijken (Christmas special 2008). Dit laat zien dat er negatieve kanten aan de flexibilisering zitten: flexibiliteit wordt inderdaad verwacht en zelfs geëist wordt door werkgevers en dit kan altijd tegen je gebruikt worden. ‘That woman is a subordinate of yours. Her behavior is totally inappropriate’ De innige band tussen Jack en Liz wordt door Jacks zakelijke collega‟s niet gewaardeerd. Als Jack Liz meeneemt naar een uitje van het management, worden de verschillen in interesse en hiërarchie tussen hen benadrukt. Waar het uitje voor Jack een hoogtepunt in het jaar is, ziet Liz het meer als „a bunch of drunk idiots talking about synergy‟ (Retreat to move forward 2009). Jack laat Liz dan ook al snel in de steek als hij de Zes Sigma‟s – de zes belangrijkste managers van GE – tegenkomt. Het uitje is voor Jack de ideale omgeving om contacten met andere managers te onderhouden en via deze weg een promotie voor zichzelf zeker te stellen. Liz, die deze dingen niet ambieert, gebruikt haar tijd op het uitje dan ook op een geheel andere manier – ze maakt ongepaste grappen tegen de aanwezigen en doet iets te fanatiek mee aan teambuildingsopdrachten, waardoor ze zich buiten het netwerk plaatst. Wanneer de Sigma‟s merken dat Jack een goede, persoonlijke band heeft met Liz, confronteren ze hem hiermee: „What happened to you, Donaghy? That woman is a subordinate of yours. Her behavior is totally inappropriate. Familiarity, nicknamification, and you seem to encourage it!‟ (Retreat to move forward 2009). Jack beveelt hierop Liz dat ze hem voortaan mister Donaghy moet noemen, waar Liz op haar beurt boos en gekwetst op reageert. De vriendschap is voor haar over. Uiteindelijk komt het weer goed tussen de twee: als Jack, vlak voor hij een toespraak op het uitje moet geven, zichzelf oppept voor de spiegel staat zijn microfoon al aan, met als gevolg dat de hele zaal hem hoort. Liz probeert hem te beschermen door op het podium te springen en haar BH aan de zaal te laten zien. Want „that‟s what friends do‟ (Retreat to move forward 2009). In deze aflevering brengt 30 Rock een interne spanning binnen de nieuwe geest van het kapitalisme aan het licht. Want waar persoonlijke contacten binnen de netwerkwereld essentieel zijn om jezelf te ontwikkelen – dit wordt geïllustreerd door Jacks contact met de Zes Sigma‟s – gelden te veel persoonlijke contacten als ongewenst – wat te zien is in de manier waarop de Sigma‟s Jacks band met Liz afwijzen. Uiteindelijk is het de sterke persoonlijke band tussen Liz en Jack die Jack redt van een enorme afgang tijdens zijn speech. Liz offert zich op voor Jack, voor wie het uitje het hoogtepunt van het jaar is en voor hem de uitgelezen kans is om eindelijk echt de positie van Don Geiss in te vullen. Dat wil niet zeggen dat Jack zijn privéleven ineens belangrijker vindt dan zijn carrière. Enkele afleveringen later wordt hij voor het blok gezet: kiest hij voor privégeluk of zakelijk geluk? Als de economische crisis hard toeslaat zit Tracy in de talkshow van Larry King. Hij wordt gevraagd naar een
37
reactie op de economische ontwikkelingen en kan alleen maar met extreme opmerkingen komen die een kettingreactie aan paniek en verdere economische problemen veroorzaken. Don Geiss is kwijt, dus wordt er naar Jack gekeken om het op te lossen, die net een romantische avond met Elisa, zijn geliefde, heeft. Zij is niet onder de indruk van de economische problemen – ze vindt dat Jack ook zonder zijn persoonlijke rijkdom een gelukkig leven kan leiden – en wil dat Jack bij haar blijft. Jack kiest echter voor het werk en probeert daar te redden wat er te redden valt. Dit blijkt niet te lukken, en er wordt een videoboodschap van Don Geiss vertoond: „Capitalism is ending. It‟s over. There‟s only one thing for you to do: go to your loved ones. Love is all that matters‟ (Larry King 2009). Dit is een
duidelijke verwijzing naar apocalyptische rampenfilms waarin het einde van de wereld wordt aangekondigd. 30 Rock vergelijkt het einde van het kapitalisme met het einde van de wereld, alsof het niet is voor te stellen dat een leven zonder kapitalisme mogelijk is. Jack gaat meteen naar huis om Elisa ten huwelijk te vragen, die ja zegt. Hoewel Jack eerder zijn werk boven haar liefde verkoos, vergeeft ze het hem direct als hij terugkomt. Als 30 Rock écht kritiek had willen leveren op deze situatie, zou Elisa Jack – het kapitalisme – uiteindelijk niet vergeven. Maar nu komt hij wéér overal mee weg. De houding van de tweede geest van het kapitalisme, zoals geuit door de Zes Sigma‟s, wordt bekritiseerd in 30 Rock. De kille, onpersoonlijke en gerationaliseerde manier van handelen past niet in het moderne leven. Liz houdt van haar baan en is blij dat ze vriendschappen heeft kunnen sluiten op de werkvloer. Het komt door de vriendschap tussen Liz en Jack dat Liz zijn gezicht redt als hij zich per ongeluk voor schut zet tijdens het managementsuitje. Het komt door dezelfde vriendschap dat Jack Liz redt als zij onder vuur ligt vanwege seksuele intimidatie. De nieuwe geest van het kapitalisme is niet altijd gemakkelijk, wat Jack toegeeft als hij vertelt dat het 22 jaar duurde om zich door de netwerkwereld te manoeuvreren naar zijn hoge positie, maar uiteindelijk is het wel de beste vorm van het kapitalisme. En in zijn rol als verpersoonlijking van het kapitalisme doet hij vaak twijfelachtige uitspraken, bijvoorbeeld over de griepvaccins, maar omdat het een betrouwbaar en sympathiek personage is, worden al deze fouten hem onmiddellijk vergeven. En zo wordt elke vorm van kritiek op het kapitalisme ongedaan gemaakt.
38
Conclusie In deze scriptie heb ik, aan de hand van Boltanski en Chiapello‟s indeling van het kapitalisme, onderzocht wat voor kritiek moderne Amerikaanse workplace sitcoms hebben op het kapitalisme. Door uiteen te zetten hoe het kapitalisme in de loop der tijd heeft ontwikkeld en te laten zien wat voor kritiek er gedurende de recente geschiedenis uit de maatschappij is gekomen op het kapitalisme heb ik kunnen duiden op welke punten het kapitalisme in Better off Ted, The Office en 30 Rock de door mij onderzochte sitcoms wordt aangevallen en welke maatschappelijke context deze kritiek heeft. Uit bovenstaande uiteenzetting van situaties in de workplace sitcoms blijkt dat er een veelvormigheid is van werkomstandigheden en verhoudingen tussen collega‟s. Er zijn wel enkele overeenkomsten te vinden. Zo wordt in alle series het kapitalisme erkend als het economische systeem waarin men zich bevindt. Er wordt ook een expliciet onderscheid aangebracht tussen de actoren in het kapitalisme aan de ene kant – de manier waarop in Better off Ted elke keer wordt benadrukt dat het bedrijf van geld houdt, en Jack die zegt „above money‟ (The bubble 2009) te zijn – en de lagergeplaatste onderdelen van de hiërarchie, die vaak slachtoffer zijn van het kapitalisme – zoals de werknemers in 30 Rock die geen griepvaccin krijgen. Bovendien is in iedere serie is de hoofdpersoon – Ted in Better off Ted, Michael in The Office en Liz in 30 Rock – de schakel tussen het management en de lagergeplaatste arbeiders. Zij belichamen de verschillende manieren waarop de verschillen tussen beide kampen worden benadrukt en hoe de twee kampen in conflictsituaties toenadering tot elkaar zoeken. Er zijn echter ook veel verschillen waar te nemen, vooral omdat Better off Ted een significant ander soort kritiek levert dan The Office en 30 Rock. Bij de eerste wordt de nieuwe geest vooral bekritiseerd vanuit de positie van de tweede geest. De laatste twee sitcoms, daarentegen, leggen hun focus vooral op kritiek op de tweede geest van het kapitalisme gezien vanuit de nieuwe geest. Elementen van de nieuwe geest, zoals flexibiliteit, de netwerkwereld, het opportunisme en de anomie in die wereld komen worden wel bekritiseerd in deze series, maar tegelijkertijd weer goedgepraat.
De tweede geest van het kapitalisme Kijkend naar de tweede geest van het kapitalisme en de kritiek die hierop is gekomen, blijkt dat deze op een geheel andere manier wordt bekritiseerd dan de nieuwe geest. Ten eerste is er aandacht voor sociale ongelijkheid onder werknemers. De manier waarop GE in 30 Rock besluit alleen griepvaccins te geven aan Jack, Tracy, Jenna en Liz is hiervan een voorbeeld. En ook de opmerking van Jack over het loon van Liz, dat lager is dan van een man, bekritiseert de sociale ongelijkheid. Deze kritiek wordt echter wel meteen ondermijnd door de serie zelf. In het eerste geval omdat Liz, die het hardst roept de regeling slecht te vinden, uiteindelijk toch voor zichzelf kiest, in het tweede geval omdat Liz ervoor kiest niet gelijkwaardig behandeld te willen worden.
39
De regelingen en wetten die tijdens de tweede geest zijn opgesteld om het welzijn van werknemers te beschermen en waarborgen worden door Veridian Dynamics wel gerespecteerd, maar het bedrijf is elke keer weer creatief om een maas in de wet te vinden zodat een conflict of regeling toch in hun voordeel eindigt. Vooral in het geval van rechtszaken is Veridian hier erg handig in. De serie zegt hiermee dat die wetten weinig voorstellen en eigenlijk een wassen neus zijn. Ook de manier waarop Veridian altijd productiviteit, ratio en efficiëntie voorop heeft staan en daardoor bar weinig interesse heeft in het welzijn en de werkomstandigheden van haar medewerkers typeert de manier waarop het denken van het bedrijf is geankerd in de tweede geest van het kapitalisme. Men is alleen bereid onprettige omstandigheden aan te pakken als de productiviteit van de werknemers op deze manier bevorderd kan worden. De artistieke kritiek van die tijd is ook terug te zien in de sitcoms. De manier waarop in Better off Ted wordt omgegaan met Linda‟s vraag naar een authentiekere ervaring van werk en de mogelijkheid om je persoonlijkheid uit te drukken in de eenvormige werkomstandigheden laat zien dat werkgevers hier helemaal niet zo open voor staan. Een te grote uitdrukking van je persoonlijkheid wordt door hen gezien als een potentieel gevaar voor de werkverhoudingen en productiviteit. Vandaar dat Veridian Dynamics vier gepredetermineerde persoonlijkheden aanbiedt die door de werknemers mogen worden geuit. De autonomie wordt zo ingeperkt en vormt geen gevaar voor de macht van het management. Hoewel deze uitingen niet authentiek zijn, voldoen ze wel aan de vraag en wordt de kritiek zo binnen het kapitalisme zelf opgelost. Omdat The Office en 30 Rock zich expliciet afspelen in de nieuwe geest heeft de kritiek die daar geleverd wordt op de tweede geest een andere betekenis. Dwight, die de waarden van de tweede geest probeert te waarborgen, en de Zes Sigma‟s, die niets moeten hebben van de persoonlijke omgangsvormen, worden in beide series neergezet als ouderwets en achterhaald. De tweede geest van het kapitalisme wordt hiermee verworpen, terwijl de nieuwe geest eerder wordt neergezet als een voldongen feit. Er zitten slechte kanten aan, maar daar kan om gelachen worden. En Jack en Michael zijn, ondanks al hun eigenaardige en slechte kanten, toch sympathiek. Zo wordt de kritiek weggewuifd.
De nieuwe geest van het kapitalisme De kritiek die op de nieuwe geest van het kapitalisme in de series klinkt, is dan ook anders van aard in The Office en 30 Rock. Dat er negatieve kanten aan de flexibilisering van het werk zitten bewijst Jack in 30 Rock: hij dwingt zijn werknemers, die het volgens hun contracten verplicht zijn, om tijdens de kerstdagen te werken aan een extra uitzending van TGS. De verwachte en geëiste flexibiliteit kan dus altijd tegen de werknemers worden gebruikt. Een ander gevolg van de flexibilisering is een toename van flexwerkers en tijdelijke contracten. Flexwerkers en andere tijdelijke krachten spelen in de sitcoms een marginale rol. De enige werknemer die uitgebreid wordt neergezet als tijdelijke kracht is Ryan in The Office. Hoewel er wel grappen
40
worden gemaakt over zijn status, wordt hij nooit uitgebuit en draait hij mee als volwaardig lid van het bedrijf. De sitcoms uit dit onderzoek staan dus niet stil bij de moeilijke sociale en economische positie van de flexwerkers binnen het kapitalistische systeem. Ze laten hiermee een van de grootste bronnen van sociale kritiek op de nieuwe geest links liggen. De nieuwe geest kenmerkt zich ook door het verdwijnen van sociale klassen en het ontstaan van een netwerkwereld. Het functioneren van de netwerkwereld wordt door Better off Ted op de hak genomen in de aflevering over het Jabberwocky-project, waarin een niet-bestaand project de nieuwe hit van het bedrijf wordt, puur en alleen op basis van roddels. De mogelijkheden om hogerop te komen binnen een netwerk worden ook in 30 Rock geridiculiseerd als Jack en Liz samen op een bedrijfsuitje zijn, waar Jack zijn positie als opvolger van Don Geiss wil veiligstellen, terwijl Liz, die een dergelijke functie niet ambieert, juist hard ageert tegen de corporate cultuur van het uitje. Fisher benadrukt ook dat fouten in het kapitalisme niet worden toegegeven, maar wel aangepast kunnen worden. Dit wordt geïllustreerd door de twee aanvaringen die Ted in Better off Ted heeft met het zwaar bureaucratische personeelszaken. Als er een fout wordt gemaakt wordt er ook altijd een individu aangewezen als zondebok, als schuldige, terwijl de fout ook bij het bedrijf of het systeem kan liggen. Dit gebeurt als Dr. Bhamba publiekelijk de schuld op zich moet nemen over het mislukte parfum, terwijl het niet zijn fout is. Bovendien kan het kapitalistische systeem als geheel niet meer worden aangesproken, je kunt alleen nog individuen aanspreken. Dit uit zich op verschillende manieren. In The Office zie je in de gebeurtenissen rondom de driehoeksverhouding tussen Dwight, Angela en Andy dat groepsleden tegen elkaar gaan ageren in de plaats van tegen de manager of baas. Ook het feit dat er geen centrum aanwijsbaar is in het kapitalisme en je alleen in contact kunt komen met representaties en stand-ins, wordt bekritiseerd in Better off Ted, als Veronica bij het doorvoeren van nieuwe, twijfelachtige regels altijd zegt dat ze slechts een boodschap van „boven‟ doorgeeft. Ze neemt hier zelf geen enkele verantwoordelijkheid voor en het management van boven, dat de beslissingen neemt, blijft gezichtsloos. Deze netwerkwereld biedt veel mogelijkheden tot opportunisme. Persoonlijk winstbejag ten koste van anderen komt expliciet naar voren in 30 Rock, als Liz haar persoonlijke gezondheid en vakantie boven sociale gelijkheid voor al haar werknemers verkiest, en The Office, waar Michael liever een begrotingsoverschot in eigen zak steekt dan het investeert in nieuwe bureaustoelen of een printer op kantoor. Deze nieuwe netwerkwereld leidt tot een afwezigheid van normen en waarden, tot anomie. Mensen zijn te vrij en autonoom geworden en voelen zich niet meer verbonden aan elkaar of aan hun werk. In The Office zie je dat Dwight zich hard verzet tegen deze anomie. Hij confronteert zijn collega‟s continu met hun werkethos en heeft in Jim een aartsvijand gevonden. In Better Off Ted verzet Linda zich juist tegen de afwezigheid van normen en waarden bij Veridian Dynamics. Ze probeert haar
41
collega‟s te mobiliseren in haar strijd, maar moet keer op keer accepteren dat haar strijd geen verschil maakt. De manier waarop Dwight zich verzet tegen de anomie van zijn collega‟s reflecteert het controlerende aspect van de nieuwe geest van het kapitalisme, zoals deze wordt uitgelegd door Boltanski en Chiapello en Fisher. Want niet alleen worden de werknemers gecontroleerd door hun leidinggevenden, ze controleren elkaar en zichzelf ook uitgebreid. Dwight heeft het vooral gemunt op Jim, die veel privézaken regelt onder werktijd. Hij dreigt Jim dan ook aan te geven bij het management, iets wat door zijn collega‟s en leidinggevende niet wordt gewaardeerd. In 30 Rock leidt de onderlinge controle tot een confrontatie met Tracy, die zich egocentrisch en onprofessioneel opstelt door continu te laat op het werk te verschijnen en de scripts niet uit zijn hoofd heeft geleerd. Omdat alle collega‟s hier de dupe van worden, confronteren ze hem met zijn gedrag. In Better off Ted is het, zoals in meer situaties, precies andersom. Hier controleert het management zijn werknemers nog grondig. Dit uit zich in Linda die op de hoogte wordt gesteld van het feit dat het bedrijf weet dat ze privégesprekken voert onder werktijd in de hoop haar te disciplineren en in Phil die een rekening krijgt voor het onderhouden van zijn relatie met een bedrijfsadvocate onder werktijd. Ook hier zijn weer duidelijke verschillen te zien tussen Better off Ted, waar elementen van de nieuwe geest worden bekritiseerd en uiteindelijk verworpen door de werknemers, maar vooral door het bedrijf, en The Office en 30 Rock, waar de nieuwe geest ook wordt bekritiseerd, maar uiteindelijk wel wordt omarmd als de best mogelijke invulling van het kapitalisme.
Werk en privé De meeste aandacht in alle sitcoms gaat uit naar de manier waarop werk en privé in de nieuwe geest van het kapitalisme steeds meer door elkaar heen gaan lopen. Dit gebeurt op uiteenlopende manieren, maar steeds is er dezelfde boodschap: de toenemende vermenging van werk en privé is een belasting voor zowel de werknemers, wie het ten koste gaat van privacy en vrije tijd, als de bedrijven, wie het ten koste gaat van productiviteit en winst. In Better off Ted wordt werk meerdere keren onmogelijk gemaakt doordat er zich privézaken op de werkvloer afspelen. Als Ted zijn dochter meeneemt naar het werk, moeten er vergaderingen over worden gedaan en maken hij en Veronica enkele cruciale fouten in hun beleid. Als Veridian Dynamics zich bemoeit met de privélevens van de werknemers – door de hokjes te personaliseren en door genetisch ideale paren bekend te maken – zorgt dit er uiteindelijk ook voor dat de werknemers meer tijd aan elkaar besteden dan aan het werk. Maar vriendschappen en relaties vormen het grootste probleem voor de productiviteit, want als je teveel focust op je privéleven betekent het dat collega‟s jouw werk moeten overnemen. Dunder Mifflin en haar werknemers worstelen met gelijksoortige problemen in The Office, maar deze problemen worden op een heel andere manier benaderd door de werknemers en het management. De vele seksuele relaties op de werkvloer zorgen voor verschillende vormen van afleiding: van seks
42
tijdens werk tot ruzie tussen Dwight en Andy over Angela. Alle collega‟s bemoeien zich met elkaars levens: Kelly en Michael gaan zelfs zo ver Jim en Dwight te straffen doordat ze niet op Kelly‟s feest. Michael ziet zijn werknemers als een familie die hij moet beschermen en entertainen en deze persoonlijke relaties zorgen ervoor dat hij vaak vriendschap en gezelligheid verkiest boven werken, verkopen en winst maken. In 30 Rock is het niet anders: omdat de collega‟s dag in dag uit op elkaar zijn aangewezen ontstaan er hechte vriendschappen op de werkvloer. Er zijn geen liefdesrelaties tussen collega‟s, maar voor zowel Kenneth als Liz blijkt dat hun collega‟s hun enige vrienden zijn. En ook in 30 Rock leveren de vriendschappen zakelijke problemen op: Jack‟s reputatie bij de Zes Sigma‟s wankelt als ze er achter komen dat hij en Liz vriendschappelijk en niet zakelijk met elkaar omgaan. Onder deze druk moet hij de vriendschap, ook al is het tijdelijk, op een laag pitje zetten. Jack blijkt later, als hij moet kiezen tussen werk en zijn geliefde Elisa, dan ook te kiezen voor werk als het belangrijkste onderdeel van zijn leven. Maar ondanks alle kritiek op de vervaging van de grens tussen werk en privé, zorgen toenemende persoonlijke banden onder werknemers in alle series er uiteindelijk voor dat werknemers elkaar uit benarde posities redden. In Better off Ted beschermt Veronica Ted, die op zijn beurt Linda en de onderzoekers beschermt. In 30 Rock redden Liz en Jack elkaar meerdere malen uit benarde posities omdat ze goede vrienden van elkaar zijn. Sociale en artistieke kritiek Het is duidelijk dat de series artistieke en sociale kritiek door elkaar heen gebruiken. In Better off Ted ligt het zwaartepunt van de kritiek op de tweede geest van het kapitalisme en het zwaar gerationaliseerde productieproces binnen Veridian Dynamics en alle vormen van uitbuiting die hiermee gepaard gaan. De werknemers strijden tegen de gerationaliseerde arbeidsomstandigheden binnen het bedrijf, wat moet leiden tot kwantitatieve verbeteringen. Maar er is ook sprake van artistieke kritiek, wanneer Linda de kwalitatieve arbeidsomstandigheden probeert te verbeteren door iedereen hun eigen hokje te laten personaliseren. De manier waarop privé steeds meer op de werkvloer komt, zorgt ervoor dat productiviteit achteruitgaat, wat door Veridian wordt bestreden door zoveel mogelijk deze inmenging te beperken en te bestraffen. De nadruk in The Office ligt op de nieuwe geest, waarbij vooral kritiek wordt geleverd op de netwerkwereld en al haar gevolgen. Michael blijkt een opportunist pur sang te zijn die zijn kennis misbruikt om van zijn werknemers te profiteren. Dwight verzet zich tegen de anomie die heerst onder zijn collega‟s. Deze punten worden echter ook weer meteen teniet gedaan in de serie: Michaels opportunistische plannen vinden nooit doorgang doordat zijn werknemers hem te slim af zijn. Ook zien we dit terug als Dwights controlerende karakter keer op keer wordt gestraft door Michael en het management.
43
30 Rock ten slotte levert sociale kritiek uit de tweede geest als blijkt dat de griepvaccins worden gerantsoeneerd en Liz minder betaald krijgt omdat ze een vrouw is. Ook bij deze serie ligt de nadruk op de nieuwe geest van het kapitalisme. Jack maakt misbruik van de vereiste flexibiliteit door iedereen met Kerst te laten werken. Liz is zo flexibel dat ze van vroeg tot laat op kantoor zit en daardoor geen vrienden buiten het werk heeft. Maar net als in The Office liggen de netwerkwereld en de vervaagde grenzen tussen werk en privé het meest onder vuur hier. Het boeken van zakelijke winst via netwerken wordt bekritiseerd tijdens het managementsuitje en de opportunistische mogelijkheden van de netwerkwereld komen aan het licht als Liz voor haar eigen gewin kiest in de plaats van sociale gelijkheid voor al haar werknemers. Hierdoor wordt de kritiek die Liz op het kapitalisme levert weer ongedaan gemaakt: ze kiest elke keer weer voor haar eigen geluk als ze wordt geconfronteerd met de verleidingen van het kapitalisme. Hier bovenop komt dat Jack, de personificatie van het kapitalisme en alle negatieve kanten die erbij horen, wordt neergezet als een sympathiek en betrouwbaar persoon, die alle problemen van Liz oplost. Nu is er voor de kijker niets over om kritisch over te zijn. Dit maakt de kritiek helemaal monddood en zo wordt het kapitalisme uiteindelijk omarmd door 30 Rock, in de plaats van bekritiseerd. Is er geen alternatief? Is er dan geen alternatief voor het kapitalisme, zoals Fisher zegt? Volgens de sitcoms niet. In elke sitcom zit een verhaallijn van een medewerker die probeert te ontsnappen aan het kapitalisme, maar hiertoe niet in staat is. Als Linda in Better off Ted een kinderboek publiceert, en hierdoor ontslag hoopt te kunnen nemen bij Veridian, blijkt hier een probleem te zijn: haar uitgever maakt deel uit van een „evil conglomerate‟ die haar personages gebruikt om kinderbier aan de man te brengen. In haar eentje kan ze niets beginnen tegen het bedrijf, dus schakelt ze de hulp van Veridian Dynamics in, die uiteindelijk de rechten van het boek uit Japan terugkopen. Linda raakt zo niet alleen haar intellectuele eigendom kwijt, maar ook de mogelijkheid om Veridian Dynamics en een bestaan binnen een kapitalistisch bedrijf te verlaten. Ook Pam‟s droom om weg te gaan bij Dunder Mifflin door een kunstopleiding in New York te volgen valt in duigen. De opleiding is duur en Pam zakt voor al haar vakken. Omdat het leven in Scranton met Jim toch makkelijker was, kiest ze ervoor terug te keren naar haar veilige basis en keert ze terug naar haar bestaan als receptioniste. In 30 Rock ten slotte gaat Liz niet zelf op zoek naar een leven vrij van het werk binnen een kapitalistisch bedrijf, maar wordt ze hiertoe gedwongen als ze twee weken geschorst wordt naar aanleiding van seksuele intimidatie. Liz brengt veel tijd door in haar appartementencomplex en raakt bevriend met enkele vrouwen die, doordat ze met rijke mannen zijn getrouwd, niet hoeven te werken om geld te verdienen en dus de hele dag gebruiken om geld uit te geven. Liz wordt na een paar dagen gek van het niets doen. Als ze vervolgens door haar nieuwe vriendinnen wordt geïntroduceerd tot de fightclub, waarin de vrouwen hun frustraties uiten, besluit Liz dat dit leven niets voor haar is en is ze blij dat ze weer snel terug kan naar haar baan die 60 tot 80 uur per week kost.
44
De waarde van de geleverde kritiek De kritiek die geleverd wordt in de sitcoms focust zich dan ook vrijwel zonder uitzondering op excessen en de buitenkant van het kapitalisme. Hiermee wordt in de sitcoms uiteindelijk geen kritiek geleverd op de structuur van het kapitalisme, maar op individuele excessen. Deze excessen kunnen bekritiseerd worden omdat ze de kern van het kapitalisme zelf niet direct aanvallen; het zijn slechts representaties en stand-ins voor de grotere machine. Zo wordt het kapitalisme meteen gedistantieerd van de punten waarop kritiek wordt geleverd in de sitcoms en is deze kritiek per saldo ongevaarlijk gemaakt. In Better off Ted wordt Veridian Dynamics, met Veronica als boegbeeld, gekarikaturiseerd tot een absurdistisch en inhumaan bedrijf. De voornaamste kritiek in de serie richt zich op de tweede geest van het kapitalisme, die in de huidige samenleving niet meer actueel is. Daarmee wordt de kritiek ongevaarlijk gemaakt. Ook in The Office richt de kritiek zich op de excessen. Michaels mismanagement wordt bekritiseerd door zowel het management als door zijn werknemers, wat hem aan geloofwaardigheid doet inboeten. Tegelijkertijd blijkt Michael wel een succesvolle manager te zijn, waardoor de kritiek op hem en het neomanagement wordt meteen ondermijnd wordt. Michaels management laat zien dat daar wel eigenaardigheden aan zitten, maar per saldo is het wel een winstgevende managementtechniek, en dus wordt het niet echt verworpen. Dwight, die de werksituatie bekijkt vanuit een perspectief van de tweede geest, is ook een exces. Zijn manier van werken wordt door niemand in het bedrijf gewaardeerd. De serie verwerpt daarmee definitief de tweede geest van het kapitalisme. In 30 Rock ten slotte richten de momenten van massale kritiek zich op vormen van sociale ongelijkheid uit de tweede geest, maar wordt deze ongelijkheid uiteindelijk omarmd door degenen die er onder lijden. De kritiek die zich richt op de nieuwe geest richt zich ook op excessieve situaties. Maar de manier waarop Jack, de verpersoonlijking van het kapitalisme, een held in het verhaal is die Liz redt uit allerlei benarde situaties, laat zien dat het kapitalisme betrouwbaar is. De vriendschap tussen Liz en Jack maakt alle kritiek dus monddood.
De kritiek die in de sitcoms wordt geleverd op het kapitalisme is dus een amalgaam van sociale en artistieke kritiek uit de tweede en nieuwe geest van het kapitalisme. Zoals Boltanski en Chiapello al hebben aangegeven verzwakt een dergelijke amalgaam de kritiek, omdat er teveel belangen tegelijkertijd lopen die nooit allemaal op een bevredigende manier kunnen worden behartigd. Bovendien worden de kritiekpunten binnen het narratief van de serie altijd weer opgelost en ingekapseld in het kapitalistische systeem. De narratieve structuur van sitcoms versterkt deze inkapseling. Sitcoms beginnen met de bekende status quo, die vervolgens wordt uitgedaagd door een rituele fout. Deze fout wordt opgelost en de betrokkenen leren hiervan een les. En zo is de status quo aan het einde van een aflevering altijd weer hersteld (Creeber 2005: 69). Het kapitalisme is de status quo in de hier onderzochte sitcoms. Het kapitalisme wordt uitgedaagd door fouten van het
45
management of acties van het personeel, maar uiteindelijk wordt het kapitalisme nergens écht ondermijnd en kan er nergens aan het kapitalisme ontsnapt worden. Boltanski en Chiapello zeggen dat externe kritiek goed geformuleerd moet zijn, het kapitalisme nauwkeurig moet bestuderen en zo een samenhangende aanklacht tegen het kapitalisme formuleren. Alleen zo kan kritiek bijdragen aan de ontmanteling van huidige geest van het kapitalisme. De manier waarop er in de sitcoms echter kritiek wordt geleverd op het kapitalisme is dusdanig geformuleerd dat het kapitalisme niet wordt aangeklaagd, maar wordt onderschreven en ondersteund. De kritiek die de kijker heeft wordt door de personages in de sitcom namelijk al voor de kijker uitgevoerd, zoals Fisher ook zegt. Dit alles zorgt ervoor dat de sitcoms weliswaar leuk vermaak bieden en in deze context kritiek leveren op het kapitalisme, maar de manier waarop de kritiek wordt gebracht ondermijnt deze meteen, waardoor de kijker na de sitcom bekeken heeft geen behoefte meer heeft om de kritiek naar de werkelijkheid door te trekken en er zo geen coherente aanklacht tegen het kapitalisme kan worden gevormd. De kritiek die wordt geleverd wordt direct weggelachen en de kijker kan met een gerust hart slapen: er is niets mis met het kapitalisme.
46
Bronnenverantwoording Bibliografie „Better Off Ted‟. ABC Medianet. s.d. Bekeken op 14 juni 2010. http://abcmedianet.com/web/showpage/showpage.aspx?program_id=3117618&type=lead Boltanski, Luc, Eve Chiapello. The new spirit of capitalism. Vert. Gregory Elliot. Londen: Verso, 2005. Boyer, Paul S., ed. The enduring vision: a history of the American people. Boston: Houghton Mifflin Company, 2004. Creeber, Glen, red. The television genre book. 4e druk. Londen: BFI Publishing, 2005. Fisher, Mark. Capitalist realism: is there no alternative?. Winchester: O Books, 2009. Gay, Paul du. In praise of bureaucracy: Weber – organization – ethics. Londen: Sage, 2000. Jensen, Stine, Rob Wijnberg. Dus ik ben: een zoektocht naar identiteit. Amsterdam: De Bezige Bij, 2010. Marx, Karl. Capital: a critique of political economy. Moskou: Progress Publishers, 1887. Mills, Brett. Television sitcom. Londen: British Film Institute, 2005. Olin Wright, Erik. Class counts: comparative studies in class analysis. Cambridge: university press, 1997. Peaucelle, Jean-Louis. „From Taylorism to post-Taylorism: simultaneously pursuing several management objectives‟. Journal of organizational change management, vol. 13, no. 5, 2000: p. 452467. Sayers, Sean. „The need to work: a perspective from social science.‟ In: R.E. Pahl, red.On work: historical, comparative and theoretical approaches. Oxford: Basil Blackwell, 1988: p: 722-741. Spigel, Lynn. Make room for TV: television and the family ideal in postwar America. Chicago: The University of Chicago Press, 1992. „Van je collega‟s moet je het hebben: the office US.‟ De pers, 8 juni 2010: p. 12. Wood, Stephen, John Kelly. „Taylorism, responsible autonomy and management strategy.‟ In: R.E. Pahl, red. On work: historical, comparative and theoretical approaches. Oxford: Basil Blackwell, 1988: p: 175-189.
47
Mediagrafie „Beating a dead workforce.‟ Better off Ted. ABC. 5 januari 2010. „Believe in the stars.‟ 30 rock. NBC. 6 november 2008. „Bioshuffle‟. Better off Ted. ABC. 30 juni 2009. „Blood drive.‟ The office. NBC. 5 maart 2009. „the Bubble.‟ 30 rock. NBC. 19 maart 2009. „Change we can‟t believe in.‟ Better off Ted. ABC. 5 januari 2010. „Christmas special.‟ 30 rock. NBC. 11 december 2008. „Cutbacks.‟ 30 rock. NBC. 9 april 2009. „Company picknick.‟ The office. NBC. 14 mei 2009. „Do-over.‟ 30 rock. NBC. 30 oktober 2009. „Flu shot.‟ 30 rock. NBC. 15 januari 2009. „Frame Toby.‟ The office. NBC. 28 november 2008. „Generalissimo.‟ 30 rock. NBC. 5februari 2009. „Get happy‟. Better off Ted. ABC. 5 mei 2009. „Goodbye, mr. Chips.‟ Better off Ted. ABC. 22 april 2009. „Heavy competition.‟ The office. NBC. 16 april 2009. „Heroes‟. Better off Ted. ABC. 25 maart 2009. „The impertence of communicationizing.‟ Better off Ted. ABC. 12 januari 2010. „It‟s nothing business, it‟s just personal.‟ Better off Ted. ABC. 29 december 2009. „Jackie Jormp-Jomp.‟ 30 rock. 16 april 2009. „Larry King.‟ 30 rock. NBC. 26 februari 2009. „The lawyer, the lemur and the little listener.‟ Better off Ted. ABC. 15 december 2009. „Love blurts.‟ Better off Ted. ABC. 8 december 2009. „Lust in translation.‟ Better off Ted. ABC. 19 januari 2010. „Mamma mia.‟ 30 rock. 7 mei 2009. „Mess of a salesman.‟ Better off Ted. ABC. 26 januari 2010. „The natural order.‟ 30 rock. NBC. 30 april 2009. „New boss.‟ The office. NBC. 19 maart 2009. „Pilot‟. Better off Ted. ABC. 18 maart 2009. „Racial sensitivity‟. Better off Ted. ABC. 8 april 2009. „Retreat to move forward.‟ 30 rock. NBC. 22 januari 2009. „Reunion.‟ 30 rock. 4 december 2009. „Secrets and lives.‟ Better off Ted. ABC. 11 augustus 2009. „Señor macho solo.‟ 30 rock. NBC. 8 januari 2009. „St. Valentine‟s day.‟ 30 Rock. NBC. 12 februari 2009.
48
„Succession.‟ 30 Rock. NBC. 24 april 2008. „Through Rose-colored HAZMAT suits‟. Better off Ted. ABC. 1 april 2009. „Trust and consequence.‟ Better off Ted. ABC. 14 juli 2009. „Two Weeks.‟ The office. NBC. 26 maart 2009. „Weightloss.‟ The office. NBC. 25 september 2008. „Win some, dose some.‟ Better off Ted. ABC. 15 april 2009. „You are the boss of me.‟ Better off Ted. ABC. 23 juni 2009.
49