Fietsen in Amsterdam
Resultaten van een online enquête november 2011
In het kader van het door O+S georganiseerde symposium ‘Fietsen in Amsterdam’ is een online enquête gehouden onder het online panel van O+S. Ruim 2.600 Amsterdammers van 16 jaar en ouder deden daar aan mee. Deze respondenten zijn in het algemeen hoger opgeleid en minder vaak van niet-westerse herkomst dan gemiddeld in Amsterdam. Zij wonen verspreid over de hele stad maar bewoners van bepaalde stadsdelen zijn wat meer vertegenwoordigd (vooral West) en uit andere wat minder vertegenwoordigd (Zuidoost en Noord) dan in de gehele stad. Maar deze gegevens volstaan om een beeld te geven van wat er leeft onder fietsers in de stad.
Wisdom of the crowds: 881.000 fietsen in de stad Er wordt geklaagd over het grote aantal fietsen in Amsterdam. Maar niemand weet precies hoeveel fietsen er zijn. Er is een eenvoudige methode beschikbaar, om het aantal fietsen vrij betrouwbaar te benaderen, deze methode heet de Wisdom of the Crowds. Dit is ook de titel van een boek The Wisdom of Crowds: Why the Many are Smarter Than the Few and How Collective Wisdom Shapes Business, Economies, Societies and Nations. De gedachte hierachter is dat het gemiddelde van een groep experts (betrokkenen) ‘de waarheid’ oplevert. In dit geval hebben we de panelleden van O+S beschouwd als de groep experts. We hebben hen gevraagd hoeveel fietsen Amsterdam telt. Op basis hiervan komen we op 881.000 fietsen, het gemiddelde van de antwoorden. Er is slechts een klein beetje gesmokkeld: de mensen die een antwoord hebben gegeven tussen de 0 en 100 en boven de 10 miljoen zijn niet meegeteld. Eén miljoen werd het vaakst als schatting gegeven (door 21%), daarna 500.000 (door 13%).
Gemeente Amsterdam Dienst Onderzoek en Statistiek Fietsen in Amsterdam
Figuur 1 Hoeveel fietsen zijn er totaal in Amsterdam, volgens u? (n=2581, procenten)
bron: O+S
De schatting van het aantal fietsen hangt samen met het eigen fietsgedrag. Amsterdammers die dagelijks of wekelijks fietsen, geven een hoger aantal op dan mensen die minder vaak fietsen. Ook mensen die fietsen in de stad plezierig vinden, schatten het aantal fietsen in de stad hoger dan mensen die het fietsen onplezierig vinden. Dat scheelt rond de 100 duizend fietsen.
Fietsen door de stad Zes van de tien Amsterdammers in de online enquête fietsen dagelijks (58%), een kwart wekelijks (24%). Een klein deel fietst maandelijks (6%), één of enkele keren per jaar (3%) of (vrijwel) nooit (9%).
2
Gemeente Amsterdam Dienst Onderzoek en Statistiek Fietsen in Amsterdam
Figuur 2 Hoe vaak fietst u? (n=2632, procenten)
9% 3% 6%
24%
dagelijks wekelijks maandelijks 1 of enkele keren per jaar (vrijwel) nooit
58%
bron: O+S
Jongeren fietsen vaker dan ouderen; zo fietst 73% van de 16 tot 30 jarigen dagelijks, 64% van de 30-50 jarigen en 53% van de 50-plussers. Ook zien we verschillen in fietsgedrag naar stadsdeel. In Zuidoost (32% dagelijks), daarna Noord (39% dagelijks) en daarna Nieuw-West (44%) wordt het minst vaak gefietst. In West wordt het vaakst gefietst (69% dagelijks). De overige stadsdelen ontlopen elkaar niet zoveel.
3
Gemeente Amsterdam Dienst Onderzoek en Statistiek Fietsen in Amsterdam
Figuur 3 Hoe vaak fietst u? naar stadsdelen (n=2632, procenten)
totaal
West Dagelijks Zuid 1 of enkele keren per week 1 of enkele keren per maand 1 of enkele keren per jaar Zelden of nooit
Oost Centrum Nieuw-West Noord Zuidoost
% 0
10
20
30
40
50
60
70
80
90
100
bron: O+S
Zeven van de tien Amsterdammers vinden het (heel) plezierig om zich met de fiets door Amsterdam te verplaatsen (waarvan 23% heel plezierig), ruim een van de tien vindt het (heel) onplezierig (11%). De rest is neutraal (plezierig noch onplezierig, 19%).
Figuur 4 Kunt u toelichten hoe u het vindt om u met de fiets door Amsterdam te verplaatsen? Meest genoemde steekwoorden (hoe groter weergegeven, des te vaker genoemd)
bron: O+S
De fietsers die het fietsen plezierig vinden, geven vaak als toelichting dat het een snelle en makkelijke manier van vervoer is (50%), dat ze genieten van de omgeving op de fiets (19%) en dat het sportief en gezond is (17%). De goede fietspaden/-faciliteiten en dat het
4
Gemeente Amsterdam Dienst Onderzoek en Statistiek Fietsen in Amsterdam
goedkoop is, worden in mindere mate genoemd (respectievelijk door 9% en 6% van diegenen die fietsen plezierig vinden). Maar deze groep fietsers noemt ook negatieve aspecten zoals het asociale verkeersgedrag, onveiligheid en overlast van scooters. Fietsers die het fietsen in de stad onplezierig vinden, noemen veruit het vaakst dat ze het te druk en onveilig vinden (door 69% genoemd). Overlast door scooters (8%) en slechte faciliteiten voor de fiets (5%) worden ook als redenen genoemd. Mannen en vrouwen verschillen niet in de mate waarin ze fietsen door Amsterdam prettig vinden. Vijftigplussers vinden het fietsen in de stad wel minder vaak plezierig en vaker onplezierig dan jongere Amsterdammers. Ook de bewoners van Zuidoost, Nieuw-West en Noord vinden het fietsen minder vaak plezierig dan gemiddeld. Dit zijn ook de stadsdelen waar het minst gefietst wordt. De mate waarin men zelf fietst en de mate waarin men het fietsen door Amsterdam plezierig vindt, hangen dan ook sterk samen. Zo vinden vrijwel alle dagelijkse fietsers het (heel) plezierig (84%, 4% (heel) onplezierig), tegenover rond een vijfde deel onder diegenen die minder dan maandelijks fietsen. Van de Amsterdammers die zelden of nooit fietsen, vindt zelfs ruim de helft het (heel) onplezierig om door te stad te fietsen. Dus hoe onplezieriger men het vindt om te fietsen, hoe minder vaak men fietst en visa versa. En dus ook: hoe plezieriger men het vindt om te fietsen, hoe vaker men fietst en visa versa.
Figuur 5 Hoe vindt u het om u met de fiets door Amsterdam te verplaatsen? naar mate van fietsen (n=2632, procenten)
% 100 90 80 70 60 50 Onplezierig
40
Plezierig noch onplezierig Plezierig
30 20 10 0 Dagelijks
1 of 1 of 1 of Zelden tot enkele enkele enkele nooit keren per keren per keren per week maand jaar
totaal
bron: O+S
5
Gemeente Amsterdam Dienst Onderzoek en Statistiek Fietsen in Amsterdam
Ruim driekwart van de geënquêteerden zou het vervelend tot erg vervelend vinden als hij/zij geen fiets meer had (77% ). Er wordt zelfs gesproken van “rampzalig” en “onoverkomelijk’’. Dertien procent spreekt van “onhandig”. Zes procent zou het echter geen enkel probleem vinden en 4% had al geen fiets. Uiteraard hangt dit sterk samen met de mate waarin men fietst. Van de dagelijkse fietsers zou bijna iedereen het erg vervelend vinden (91%) om geen fiets meer te hebben, tegenover 61% van de wekelijkse fietsers en 22% van de maandelijkse fietsers.
Vermijden van drukke en onveilige plekken Sommige fietsers mijden bepaalde plekken in Amsterdam omdat ze het daar te druk vinden of de verkeerssituatie onveilig. De respondenten is gevraagd welke plek ze in Amsterdam het vervelendst vinden om te fietsen. Vrijwel iedereen (84%) wist wel een plek te noemen. Veruit het meest genoemd werd de binnenstad met daarbinnen als meest genoemde plekken omgeving van De Dam, het Centraal Station, het Leidseplein en de Stadhouderskade. Maar ook werden straten en specifieke kruisingen in Zuid (bijvoorbeeld Van Woustraat, Ceintuurbaan) en West (bijvoorbeeld Kinkerstraat, Nassaukade) genoemd. Figuur 6 Wat vindt u in Amsterdam de vervelendste plek om te fietsen? Meest genoemde plekken
bron: O+S
6
Gemeente Amsterdam Dienst Onderzoek en Statistiek Fietsen in Amsterdam
Parkeerproblemen Vervelendste plek Ook worden sommige plekken in de stad gemeden omdat het moeilijk is daar je fiets te pakeren. Veel respondenten (82%) weten de vervelendste plek om de fiets te parkeren te noemen. Veruit het vaakst genoemd is hierbij het Centraal Station, dat werd door 31% genoemd. Verder zijn onder andere genoemd: de gehele binnenstad, het Leidseplein, de Dam, Muntplein en stations in het algemeen. Figuur 7 Wat vindt u in Amsterdam de vervelendste plek om uw fiets te parkeren? Meest genoemde plekken
bron: O+S
Overwegingen Bij het besluit waar de fiets bij het Centraal Station neer te zetten, kunnen verschillende overwegingen een rol spelen. Aan de respondenten zijn zes verschillende overwegingen voorgelegd en is gevraagd om deze in volgorde van belangrijk te zetten. Twee overwegingen vallen daarbij het meest op. ‘Ik wil dat mijn fiets er nog staat als ik terug kom’ wordt veruit het vaakst als belangrijkste overweging genoemd, door ruim de helft van de ondervraagden. ‘Ik heb haast’ wordt het vaakst als minst belangrijk genoemd. De overweging ‘ik wil mijn fiets gratis stallen’ wordt vaak als één na belangrijkste overweging genoemd. Op de derde of vierde worden vaak genoemd ‘ik zet mijn fiets zo neer dat er ruimte is voor ander gebruikers van de openbare ruimte’ of ‘ik wil zo dicht mogelijk bij het station parkeren’. Daarna volgt ‘ik neem de eerste plek die ik tegenkom, ook al moet ik dan wat verder lopen’.
7
Gemeente Amsterdam Dienst Onderzoek en Statistiek Fietsen in Amsterdam
Tabel 8 Rangorde van overwegingen die een rol spelen bij het besluit waar de fiets bij het Centraal Station neer te zetten (onder fietsers, n=2404) 1e
Ik wil dat mijn fiets er nog staat als ik terugkom
2e
Ik wil mijn fiets gratis stallen Ik zet mijn fiets zo neer dat er ruimte blijft voor andere gebruikers van de openbare
3e e
ruimte
4
Ik wil zo dicht mogelijk bij het station parkeren
5e
Ik neem de eerste plek die ik tegenkom, ook al moet ik dan wat verder lopen
6e
Ik heb haast bron: O+S
Voor jongeren spelen de argumenten ‘gratis stallen’ en ‘ik heb haast’ wat vaker een belangrijke rol dan voor ouderen. Ouderen daarentegen kennen iets meer belang toe aan het rekening houden met andere gebruikers van de openbare ruimte. Oplossingen De ondervraagde Amsterdammers werd drie mogelijke oplossingen voor het parkeerprobleem voorgelegd: meer gratis plekken, meer betaald parkeren, meer fietsen weghalen die niet in de rekken staan (handhaven). Bijna de helft kiest dan voor meer gratis plekken (46%), ruim eenderde deel (35%) voor dat er meer fietsen weggehaald worden die niet in de rekken staan en slechts 7% kiest dan voor meer betaald parkeren. Het overige deel maakte geen keuze voor één van de drie geboden oplossingen. Over wat er in de toekomst gaat gebeuren om het parkeerprobleem bij het Centraal Station op te lossen, zijn de meningen verdeeld: 40% denkt dat er meer betaald parkeren zal komen, 32% denkt dat er meer fietsen weggehaald zullen worden die niet in de rekken staan en 19% denkt dat er meer gratis plekken zullen komen. Het valt op dat dit vrijwel omgekeerd is aan de eigen mening. Figuur 9 Keuze voor oplossing voor het parkeerprobleem bij het Centraal Station en verwachte gekozen oplossing in de toekomst (n=2632, procenten) Welke van de drie geboden oplossingen heeft de voorkeur? 46%
meer gratis plekken
35%
meer fout geparkeerde fietsen weghalen
7%
meer betaald parkeren
Wat denkt men dat er in de toekomst gaat gebeuren om het parkeerprobleem op te lossen? meer betaald parkeren
40%
meer fout geparkeerde fietsen weghalen
32%
meer gratis plekken
19%
bron: O+S
Stel dat er gekozen zou worden voor betaald parkeren, dan zou 44% een voorkeur hebben voor één tarief onafhankelijk van de plek en 38% is dan voor verschillende tarieven, hoe dichterbij het station hoe hoger het tarief. Elf procent gaf aan voor geen van deze opties te willen kiezen, zij willen geen betaald parkeren. Acht procent noemde een andere mogelijkheid, bijvoorbeeld het tarief afhankelijk maken van de parkeerduur of alleen betalen bij langer dan 24 uur parkeren.
8
Gemeente Amsterdam Dienst Onderzoek en Statistiek Fietsen in Amsterdam
Gemiddeld zou men wel 1,35 euro willen betalen om de fiets een dag bij het CS te stallen. Bijna een kwart (23%) wil niets betalen. Laten we deze mensen buiten beschouwing dan wil men gemiddeld 1,75 euro betalen. Het vaakst wordt 1 euro genoemd (29% van allen), daarna 2 euro (18%). In werkelijkheid kost een dagkaartje 1,10 euro.
Lekke band Steken Amsterdammers zelf de handen uit de mouwen wanneer ze een lekke band hebben? Nog geen drie van de tien Amsterdammers plakt altijd zelf een lekke band (27%), bijna vier van de tien doen dat nooit (37%) en de rest regelmatig (11%) of soms (22%, 3% niet van toepassing). Figuur 10 Plakt u zelf uw lekke band? naar stadsdelen (n=2632, procenten)
totaal Altijd Noord
Regelmatig
Zuidoost Soms Nieuw-West Nooit
Zuid
Weet ik niet/Niet van toepassing
Oost West Centrum
% 0
20
40
60
80
100
bron: O+S
Een fietsband plakken blijkt een traditionele ‘mannenklus’: 40% van de mannen plakt altijd zelf zijn lekke band, tegenover 13% van de vrouwen. Het hangt niet duidelijk samen met leeftijd. Noordelingen plakken het vaakst zelf een lekke band (41% ‘vaak’), daarna bewoners van Zuidoost (34%) en Nieuw-West (eveneens 34%). Bewoners van Centrum plakken het minst vaak zelf hun band (47% ‘nooit’). Dit heeft een relatie met het aantal fietsenmakers in de betreffende stadsdelen en het aantal fietsers aldaar. In Noord, Zuidoost en NieuwWest zitten relatief weinig fietsenmakers en wordt weinig gefietst en in Centrum zitten juist veel fietsenmakers en wordt er veel gefietst.
9
Gemeente Amsterdam Dienst Onderzoek en Statistiek Fietsen in Amsterdam
Figuur 11 Plekken van fietsreparatie, fietshandel, fietsenstalling en fietsverhuur in Amsterdam
bron: O+S
Fietsen in de stad leeft Aan het eind van de vragenlijst werd nog de gelegenheid geboden om iets op te merken over dit onderwerp. Bijna de helft van de respondenten maakte daar gebruik van. Het onderwerp leeft dus enorm. Veel opmerkingen hebben betrekking op het stallen van fietsen. Men is het vaak niet eens met het vragen van geld voor het stallen van fietsen en ziet veel meer in het handhaven en het weghalen van fietswrakken. Dat dit onderwerp het meest genoemd werd, heeft ook te maken met dat daar vragen over werden gesteld in de enquête. Veel mensen komen met oplossingen, soms heel creatief maar dus ook met veel commentaar op betaald pakeren, bijvoorbeeld: “Als betaald parkeren dan zoals bij station Zuid: eerste dag gratis, daarna betalen”, “Liever meer handhaven om ruimte te creëren en gratis parkeren”, “Fietsen stimuleren, door te belonen in plaats van te straffen!”, “Eerst de auto de stad uit en nu de fiets? Belachelijk!”, “Autoluw maken van de stad vraagt om meer positieve aandacht voor de fiets en fietser, niet om afstraffing”. Daarnaast uitten veel fietsers hun ergernis over scooters op het fietspad en (in mindere mate) over toeristen. Bakfietsen en fietstaxi’s kwamen er genadig vanaf.
10
Gemeente Amsterdam Dienst Onderzoek en Statistiek Fietsen in Amsterdam
Figuur 12 Wilt u zelf nog iets over dit onderwerp kwijt? Meest genoemde steekwoorden (hoe groter weergegeven, des te vaker genoemd)
bron: O+S
11
Gemeente Amsterdam Dienst Onderzoek en Statistiek Fietsen in Amsterdam
12
Gemeente Amsterdam Dienst Onderzoek en Statistiek Fietsen in Amsterdam
Vragenlijst Amsterdammers en de fiets
Er is de laatste tijd veel aandacht voor de fiets. Binnenkort organiseert O+S hier een symposium over. Hiervoor willen we u graag nog wat vragen stellen. 1. Hoeveel fietsen zijn er totaal in Amsterdam, volgens u? ------- fietsen 2. Hoe vaak fietst u? o Dagelijks o 1 of enkele keren per week o 1 of enkele keren per maand o 1 of enkele keren per jaar o Zelden tot nooit o Weet niet, geen mening 3. Hoe vindt u het om u met de fiets door Amsterdam te verplaatsen? o Heel plezierig o Plezierig o Plezierig noch onplezierig o Onplezierig o Heel onplezierig 4. Kunt u dat toelichten? [Open antwoord] 4b. Hoe zou u het vinden als u geen fiets meer had? o Geen enkel probleem o Onhandig o Vervelend o Erg vervelend o Heb nu al geen fiets o Anders namelijk: Sommige fietsers mijden bepaalde plekken in Amsterdam omdat ze het daar te druk vinden of de verkeerssituatie onveilig. 5.Wat vindt u in Amsterdam de vervelendste plek om te fietsen? [Open antwoord of optie geen] Sommige fietsers mijden bepaalde plekken in Amsterdam omdat ze moeite hebben hun fiets daar te parkeren. 6. Wat vindt u in Amsterdam de vervelendste plek om uw fiets te parkeren?
13
Gemeente Amsterdam Dienst Onderzoek en Statistiek Fietsen in Amsterdam
[Open antwoord of optie geen]
Alleen voor mensen die bij vraag 2 1, 2, 3 of 4 hebben ingevuld: Bij het Centraal Station (CS) kan het even duren voordat je een plek voor je fiets hebt gevonden. We vragen u nu om mee te denken over een oplossing van het parkeerprobleem rondom CS. Ook als u daar nooit een fiets parkeert, zijn we geïnteresseerd in uw mening. Wij denken dat de volgende overwegingen een rol spelen bij het besluit waar iemand zijn fiets neerzet: • Ik neem de eerste plek die ik tegenkom, ook al moet ik dan wat verder lopen • Ik wil zo dicht mogelijk bij het station parkeren • Ik zet mijn fiets zo neer dat er ruimte blijft voor andere gebruikers van de openbare ruimte • Ik heb haast • Ik wil dat mijn fiets er nog staat als ik terugkom • Ik wil mijn fiets gratis stallen 7. Wilt u de overwegingen in volgorde van belangrijkheid zetten, waarbij de eerste plaats is voor het punt dat voor u het zwaarst zou wegen, de tweede plaats voor het punt dat daarna komt etc. 1 2 3 4 5 6 8. Als u kunt kiezen uit de volgende oplossingen voor het parkeerprobleem, welke zou dan uw voorkeur genieten? (u mag er 1 kiezen): o Meer gratis plekken o Meer betaald parkeren (er zijn al twee stallingen) o Meer fietsen weghalen, die niet in de rekken staan (dit heet handhaven) o Anders, namelijk:
9. Wat denkt u dat er in de toekomst gaat gebeuren om het parkeerprobleem bij CS op te lossen? (u mag er 1 kiezen): o Meer gratis plekken o Meer betaald parkeren o Meer fietsen weghalen, die niet in de rekken staan. o Anders namelijk
10. Stel dat er gekozen wordt voor meer betaald parkeren. Wat zou uw voorkeur hebben?: o Verschillende tarieven, hoe dichterbij het station, hoe hoger het tarief
14
Gemeente Amsterdam Dienst Onderzoek en Statistiek Fietsen in Amsterdam
o o
Eén tarief, onafhankelijk van de plek Anders, namelijk:
11. Hoeveel zou willen betalen om uw fiets een dag bij het CS te stallen? --, -- euro 12. Er is een aantal onderwerpen aan de orde gekomen. Wilt u zelf nog iets over dit onderwerp kwijt? [Open antwoord]
Tot slot nog een heel andere vraag. 13. Plakt u zelf uw lekke band? o Altijd o Regelmatig o Soms o Nooit
Hartelijk bedankt voor uw medewerking.
15