Fertiliteitscentrum AZ Sint-Lucas
Informatiebrochure
Fertiliteitscentrum AZ Sint-Lucas Groenebriel 1 9000 Gent 09/224.61.11
Verantwoordelijke In samenwerking met
Dr. Tom Coetsier IVF laboratorium UZ Gent Dir. Prof. Dr. M Dhont
Woord Vooraf Inleiding Beleidsopties vh fertiliteitscentrum AZ Sint-Luas Even voorstellen Wat u vooraf moet weten Wat verstaan we onder medisch begeleide voortplanting? Intra-uteriene inseminatie In-vitro fertilisatie Stimulatie van de eierstokken De eicelpunctie De bewerking van het zaadstaal Wat gebeurt er in het lab bij IVF? Wat is ICSI en wanneer is dit nodig? Terugplaatsing van embryos Na de terugplaatsing Het resultaat: zwanger of niet? Hoeveel kans op zwangerschap is er? Invriezen van embryos Wat kost IVF? Verloop van een IVF-zwangerschap Complicaties van een vruchtbaarheidsbehandeling Inseminatie met donorsperma Eiceldonatie en embryodonatie Medische voorzorgen Psychosociale begeleiding Hoe kan u ons bereiken? Routebeschrijving Nuttige contacten Informed consent formulier Grafieken AZ SINT-LUCAS
4
5 6 7 8 9 9 10 12 12 14 15 17 19 21 22 22 23 24 26 26 28 29 30 31 32 33 34 35 37 (bijlage 1) 38 (bijlage 2)
Wat vindt u waar?
Woord vooraf
Mevrouw, Mijnheer, inlichtingen die op uw persoonlijke situatie van toepassing zijn, kunt u steeds bij ons terecht.
Wij bespreken hierin een aantal belangrijke aspecten van de verschillende behandelingsmogelijkheden. Het doel van de brochure is u zo volledig mogelijke informatie te verschaffen over wat medisch begeleide voortplanting inhoudt. Op deze manier zal u weten wat u van een dergelijke behandeling kunt verwachten en wat niet, en zal u tegelijk kunnen inschatten welke effecten deze behandeling op u en uw leven kan hebben.
Om alle misverstanden te vermijden vragen wij aan beide partners te verklaren dat zij deze informatiebrochure hebben gelezen en begrepen (bijlage 1). Deze verklaring is van toepassing voor de hele duur van uw behandeling. Wanneer nieuwe ontwikkelingen in de vruchtbaarheidsbehandeling ingevoerd worden zullen wij u hieromtrent bijkomend inlichten. Wij vragen dat u voor de start van de behandeling dit formulier ondertekent en aan uw arts overmaakt.
Deze brochure is een aanvulling bij wat reeds tijdens het spreekuur met ons werd besproken. Voor meer informatie of
Wij hopen u hiermee van dienst te zijn geweest en wensen u van ganser harte veel succes toe. Met vriendelijke groeten, Dr. T. Coetsier Diensthoofd fertiliteitscentrum AZ Sint-Lucas Consulent Infertiliteit UZ Gent
FERTILITEITSCENTRUM
Vooraleer te starten met een vruchtbaarheidsbehandeling in ons centrum vragen wij u deze brochure zorgvuldig door te nemen.
5
Inleiding
Ongeveer 10% van de koppels is langer dan gewenst kinderloos en ook bij jullie lijkt het niet zo vlot te gaan. Vóór de toepassing van vruchtbaarheidsbevorderende technieken was de enige mogelijkheid een afwachtende houding in de hoop dat er vroeg of laat toch nog een spontane zwangerschap zou optreden. Vaak kwam het daarbij neer op het geleidelijk besef dat er wellicht nooit een zwangerschap zal komen. Het koppel berustte dan uiteindelijk in de definitieve kinderloosheid of overwoog alternatieven als adoptie. De technieken van vandaag laten vaak toe een oplossing te bieden voor een vruchtbaarheidsprobleem, maar toch niet altijd. Wanneer de ene op de andere poging niet tot een zwangerschap leidt, dan zal stilaan het besef groeien dat er geen zwangerschap zal komen. Het koppel zal dan hetzelfde aanvaardingsproces moeten doorlopen zoals vroeger toen er geen behandeling bestond. Het spreekt vanzelf dat hierdoor medisch begeleide voortplanting geen zuiver technische aangelegenheid is, maar dat alle stadia in deze behandeling heel sterke emoties kunnen
AZ SINT-LUCAS
6
teweegbrengen, die niet enkel op elk van de partners afzonderlijk, maar ook op hun relatie met mekaar en met de buitenwereld doorweegt. Het feit dat deze technieken zoveel inspanning vergen (zowel lichamelijk, gevoelsmatig als relationeel) doet op bepaalde ogenblikken de vraag rijzen of het allemaal nog wel de moeite waard is. Met deze brochure hopen wij jullie zo globaal mogelijk te informeren over alle aspecten van vruchtbaarheidsbehandeling, zodat jullie tot een gefundeerde keuze kunnen komen van wat voor jullie haalbaar of niet haalbaar is. Het starten en verderzetten van een vruchtbaarheidsbehandeling moet steeds een weloverwogen keuze van het koppel zijn, rekening houdend met de medische gegevens en theoretische slaagkansen, maar ook en vooral met de persoonlijke visie en draagkracht van het koppel zelf. De bedoeling van het fertiliteitscentrum is u zo goed mogelijk te begeleiden tijdens deze belastende tocht met aandacht voor zowel de medische als niet-medische aspecten van de behandeling in de hoop dat u verrijkt uit deze ervaring mag komen, wat ook het eindresultaat weze.
Bij het toepassen van de fertiliteitsbevorderende technieken in het AZ Sint-Lucas wordt maximaal rekening gehouden met volgende elementen:
1.
Een vruchtbaarheidsprobleem bestaat wanneer binnen een stabiele relatie tussen man en vrouw pogingen om een zwangerschap te bekomen langer dan normaal zonder resultaat blijven.
2.
Bij elke stap in een vruchtbaarheidsbehandeling worden de kansen op zwangerschap individueel afgewogen ten opzichte van de lichamelijke, psychische, relationele en financiële belasting voor het koppel en wordt in overleg met het koppel een beslissing genomen over het beleid.
3.
Steeds zal maximale informatieverstrekking en persoonlijke aanspreekbaarheid nagestreefd worden, teneinde een zo goed mogelijke begeleiding te kunnen garanderen, met aandacht voor zowel de medische als de psychosociale aspecten.
4.
Voor de laboratoriumaspecten van de IVF behandeling wordt gebruik gemaakt van de diensten van het IVF-laboratorium van het Universitair Ziekenhuis te Gent. De samenwerkingsmodaliteiten en respectievelijke verantwoordelijkheden werden in een schriftelijk protocol vastgelegd, conform aan de wetgeving terzake.
5.
Het fertiliteitscentrum heeft tot doel vruchtbaarheidsbehandelingen te begeleiden en staat dus niet in voor de verdere prenatale begeleiding, eenmaal een zwangerschap is bekomen. Hiervoor wordt terugverwezen naar de verwijzende gynaecoloog.
FERTILITEITSCENTRUM
Beleidsopties van het Fertiliteitscentrum AZ Sint-Lucas
7
Even voorstellen
Het fertiliteitscentrum van het AZ Sint-Lucas is een multidisciplinair team dat werd samengesteld om zo goed mogelijk in te staan voor de hulp aan koppels met vruchtbaarheidsproblemen. In eerste instantie werken hieraan mee de 14 gynaecologen werkzaam in het AZ Sint-Lucas: zij zorgen voor de onderzoeken noodzakelijk om de oorzaak te achterhalen van een vruchtbaarheidsprobleem. Tevens staan zij tot op zekere hoogte in voor de vruchtbaarheidsbehandeling. Wanneer meer geavanceerde technieken noodzakelijk zijn (bvb in vitro fertilisatie, IVF) of wanneer een te strikte opvolging noodzakelijk is, kan er op verwijzing van de gynaecologen beroep gedaan worden op Dr. Tom Coetsier, die als gynaecoloog aan het ziekenhuis verbonden is, specifiek voor de begeleiding van vruchtbaarheidsbehandelingen. Wanneer u door een gynaecoloog naar Dr. Coetsier verwezen wordt, dan zal deze de vruchtbaarheidsbehandeling begeleiden en u terugverwijzen naar uw oorspronkelijke gynaecoloog van zodra een zwangerschap bekomen is. Ook Dr. Alexandra Onghena volgt binnen het fertiliteitscentrum IVF-behandelingen naast haar algemeen gynaecologische praktijk. Wanneer bijzondere onderzoeken of behandelingen bij de man nodig zijn, dan kan hiervoor een bezoek bij de uroloog nodig zijn. Met name Dr. Luc Merckx heeft zich in het bijzonder bekwaamd in mannelijke vruchtbaarheidsproblemen en wordt hiervoor aangesproken. Wanneer een stukje testis-weefsel moet
AZ SINT-LUCAS
8
gepreleveerd worden om zaadcellen te bekomen (zie ook verder), dan zal het ook de uroloog zijn die hiervoor instaat. De meeste laboratoriumaspecten bij vruchtbaarheidsonderzoek en -behandeling kunnen in het ziekenhuislaboratorium gebeuren (denken we aan bloedonderzoeken, sperma-analyses, bewerking van sperma voor inseminaties, enz... labo-verantwoordelijken: Apr. Biol. H. De Puydt, Dr. A-M Van den Abeele). Bepaalde behandelingen vereisen echter bijzondere laboratoriumvoorzieningen, met name bij in vitro fertilisatie of proefbuisbaby-behandeling. Het fertiliteitscentrum van het AZ Sint-Lucas doet hiervoor beroep op het IVF-laboratorium van het UZ te Gent (Dir. Prof. Dr. M. Dhont). Dit laboratorium is het 2de grootste IVF-laboratorium van België en heeft een uitgebreide ervaring met goede succescijfers. Er is een voortdurende wisselwerking tussen het UZ en het AZ Sint-Lucas via Dr. Coetsier, die als consulent eveneens aan het IVF-centrum van het UZ is verbonden. Voor de begeleiding bij de psychische en emotionele impact van een vruchtbaarheidsbehandeling kan u vrijblijvend beroep doen op een psychosociale dienst en een patiëntenorganisatie. De ervaring leert dat de meeste koppels hierin heel wat steun en begrip vinden, zowel tijdens het uitwisselen van ervaringen en belevingen met lotgenoten als tijdens gesprekken met de psychologe. Het doel van deze diensten is niet alleen de last van de behandeling te verlichten, maar eveneens zuiver informatief te werken via o.a. het organiseren van informatieavonden.
Om verantwoord te kunnen kiezen voor enige vorm van vruchtbaarheidsbehandeling, is het belangrijk te weten wat een dergelijke behandeling inhoudt. Meestal is het niet zo dat een bepaalde vruchtbaarheidsbehandeling een pasklare oplossing vormt voor een heel specifiek probleem, alsof een zwangerschap ineens mogelijk wordt, waar dit uitgesloten was zonder behandeling. Waar de kans op spontane zwangerschap per cyclus zonder enige behandeling laag is (zonder daarom uitgesloten te zijn), doet een vruchtbaarheidsbehandeling niets anders dan deze kans op zwangerschap per cyclus verhogen. Verschillende behandelingsmethoden hebben daarbij verschillende kansen op zwangerschap per cyclus en vereisen verschillende inspanningen van het koppel. Het is de taak van de behandelend arts het koppel te informeren over deze verschillende mogelijkheden en hun kansen op succes. Uiteindelijk wordt in overleg met het koppel beslist welke behandeling gestart wordt en hoe lang deze behandeling volgehouden wordt. Er bestaat dus zelden een beste of enige oplossing, maar enkel een voorstel waarvoor kan gekozen worden na zorgvuldige overweging van allerhande factoren. Net zoals bij pogingen om spontaan een zwangerschap te bekomen, vermindert bij om het even welke vruchtbaarheidsbehandeling de kans op zwangerschap naarmate het aantal niet gelukte pogingen toeneemt. Zo kunnen we uit statistische gegevens opmaken dat het meestal weinig zinvol is om om het even welke behandeling langer dan 6 maal te proberen. Na een
zesde mislukte poging is er namelijk nog weinig verschil tussen de zwangerschapskans met of zonder behandeling, zodat de inspanningen niet echt beloond worden. Gelukkig kan er meestal nog op een andere behandeling overgeschakeld worden, zodat er dan opnieuw meer kansen op succes bestaan. Hoe vaak een bepaalde behandeling wordt herhaald wordt door het koppel zelf beslist: wil het koppel bvb. toch nog een zevende poging, dan kan dat, op voorwaarde dat zij correct de slaagkansen kunnen inschatten. Net zo kan het koppel verkiezen reeds na 3 mislukte pogingen te stoppen en/of naar een andere behandelingsvorm over te stappen. Het is niet slecht voor ogen te houden dat de overgrote meerderheid van de koppels met vruchtbaarheidsproblemen (ongeveer 85%) uiteindelijk een zwangerschap bekomt. We kunnen dus, wat ook de reden voor het vruchtbaarheidsprobleem is, stellen dat meestal de kansen heel goed zijn, al zijn soms aanzienlijke inspanningen nodig om het vooropgestelde doel te bereiken.
Wat verstaan we onder medisch begeleide voortplanting?
Men spreekt over medisch begeleide voortplanting wanneer de essentiële stappen van de voortplanting, namelijk het samenbrengen van de eicellen en de zaadcellen, niet op natuurlijke wijze gebeuren. Het gaat hier dus over inseminatie met echtgenoot- of donorsperma, in-vitro fertilisatie en alle andere technieken die hiervan zijn afgeleid.
FERTILITEITSCENTRUM
Wat u vooraf moet weten
9
Intra-uteriene inseminatie (IUI)
De theorie In sommige gevallen kan men het natuurlijke bevruchtingsproces letterlijk en figuurlijk een eindje op weg helpen door het sperma, dat vooraf in het laboratorium werd voorbereid, op het juiste ogenblik rechtstreeks in de baarmoeder te brengen d.m.v. een fijn buisje (een kathetertje) (fig.1). Door de bewerking van het sperma worden de meest actieve zaadcellen geselecteerd en worden de nadelige bestanddelen uit het spermavocht verwijderd. Deze behandeling wordt frequent toegepast wanneer de verminderde vruchtbaarheid van het koppel te wijten is aan matige afwijkingen van het sperma of wanneer het opzwemmen van sperma in het lichaam van de vrouw wordt verhinderd door antistoffen aanwezig in de slijmprop van de baarmoederhals. Om het ogenblik van de eisprong nauwkeurig te kunnen bepalen wordt de eicelrijping kunstmatig op gang gebracht (meestal met pilletjes die hormonen bevatten). Hierdoor worden vaak meerdere eicellen tot ontwikkeling gebracht, wat de kans op bevruchting doet toenemen. Inderdaad, wanneer verschillende eicellen aangeboden worden aan de zaadcellen, dan heeft elk van deze eicellen een kans om bevrucht te worden. Het nadeel is echter dat hierdoor ook meerlingen kunnen ontstaan. Het aantal eicellen dat zich ontwikkelt en dat mogelijk kan bevruchten, kan vrij nauwkeurig worden bepaald d.m.v. hormonaal onderzoek en echografie. Om de kans op meerlingen zo laag mogelijk en de kans op zwangerschap toch hoog genoeg te houden is dus voor deze behandeling medische controle noodzakelijk. AZ SINT-LUCAS
10
Fig. 1: Intra-uteriene inseminatie: inbrengen van zaadcellen in de baarmoederholte via een katheter
De kans op zwangerschap met deze methode bedraagt ongeveer 10 % per cyclus. Van al deze zwangerschappen is ongeveer 75% éénling, 20% tweeling en 5% drieling. De ervaring heeft geleerd dat de zwangerschapskans de eerste drie cycli ongeveer gelijk blijft, om gedurende de 3 volgende cycli geleidelijk aan te dalen. Zoals reeds vermeld, is de kans laag dat na zes mislukte cycli alsnog met dezelfde techniek een zwangerschap bekomen wordt. Daarom wordt IUI meestal slechts gedurende drie tot zes cycli toegepast. Inseminaties kunnen maand na maand zonder onderbreking worden verricht en gebeuren volledig ambulant (geen ziekenhuisopname). Een zeldzaam risico van het inbrengen van sperma doorheen de baarmoederhals in de baarmoeder is infectie van de baarmoederholte (<1/100). Wanneer hevige pijnklachten en/of koorts optreedt na een inseminatie, dient contact opgenomen te worden met de arts.
De praktijk
Wanneer op echografie één of meerdere rijpe eicellen worden gevonden, wordt meestal een injectie toegediend bij de vrouw om ervoor te zorgen dat de eicellen vrijkomen op het juiste moment, m.n. het ogenblik waarop de eigenlijke inseminatie zal gebeuren twee dagen later. De dag van de inseminatie kan zowel in de week als in het weekend zijn en hangt af van de niet exact te voorspellen reactie van de eierstokken. Het spermastaaltje wordt s ochtends thuis geproduceerd via masturbatie, opgevangen in een plastic potje en binnen het uur in het labo binnengebracht. Het is daarbij belangrijk het spermastaaltje niet te laten afkoelen tijdens het transport (onder de kledij of in een binnenzak op lichaamstemperatuur is ideaal). Om de kwaliteit zo goed mogelijk te maken is het ook best drie dagen sexuele onthouding te respecteren. Het spreekt vanzelf dat het potje best gemerkt wordt, bij voorkeur met een mutualiteitsklevertje van de vrouw. Uit dit spermastaaltje worden de beste zaadcellen geïsoleerd, wat ongeveer anderhalf tot twee uur in beslag neemt. Daarna wordt het voorbereide staaltje in de baarmoederholte ingebracht. Dit kan eventueel verschillende uren na de spermavoorbereiding zijn. Immers, na de voorbereiding bevinden de
zaadcellen zich in een speciale vloeistof waarin de zaadcellen meer dan 24 uur overleven. Het moment van de inseminatie wordt dan ook afgestemd op het verwachte uur van de eisprong, eerder dan zo snel mogelijk na de voorbereiding. Het opschuiven van het kathetertje doorheen de baarmoederhals is pijnloos en gebeurt via een kort gynaecologisch onderzoek (vergelijkbaar met het nemen van een uitstrijkje). Nadien moet niet speciaal gerust worden en er is dus ook geen werkonbekwaamheid. Na de inseminatie kan de tweede helft van de cyclus nog ondersteund worden bij middel van een hormonale injectie die het baarmoederslijmvlies in optimale conditie houdt voor de innesteling. Een 14-tal dagen na de inseminatie kan het resultaat gekend zijn. Wanneer geen menstruatie optreedt kan vanaf dan bloed geprikt worden om het zwangerschapshormoon te bepalen. Wanneer het bloedverlies minimaal is of met meer dan normale pijn zou gepaard gaan is het aangewezen de arts hiervan te verwittigen, zodat toch kan nagekeken worden wat er gaande is. Met name dient men altijd bedacht te zijn op de mogelijkheid van een buitenbaarmoederlijke zwangerschap. Wanneer de echte menstruatie duidelijk optreedt is die poging uiteraard niet gelukt en kan een nieuwe poging overwogen worden. Voorwaarde is dat daarbij geen restfollikels in de eierstokken gezien worden bij vaginale echografie. Een restfollikel is niets anders dan een eiblaasje waaruit de eicel is vrijgekomen. Wanneer deze restfollikel(s) nog te veel ruimte inne(e)m(t)en in de eierstok is er onvoldoende plaats om nieuwe eiblaasjes te doen groeien en moet eventueel een cyclus gewacht worden.
FERTILITEITSCENTRUM
Bij het starten van een inseminatiecyclus zal veelal met het centrum contact moeten opgenomen worden om het begin van de menstruatie te melden, om de medicatie af te spreken en om te bepalen wanneer de eerste controle zal gebeuren. Gemiddeld is het voor één inseminatiecyclus nodig om 2 tot 3 maal voor een vaginale echografie naar het ziekenhuis te komen. Deze onderzoeken gebeuren op een welbepaalde dag van de menstruatiecyclus en momenteel steeds op afspraak.
11
In-vitro fertilisatie (IVF, proefbuisbaby)
Wanneer intra-uteriene inseminaties niet tot zwangerschap hebben geleid, of wanneer het vruchtbaarheidsprobleem van die aard is dat inseminaties geen kans hebben, kan de stap worden gezet naar in-vitro fertilisatie. Hierbij worden zaadcellen en eicellen buiten het lichaam samengebracht (fig.2) en worden de bevruchte eicellen (embryos) teruggeplaatst in de baarmoeder. Hieronder volgt een korte beschrijving van de belangrijkste stappen in deze procedure.
Stimulatie van de eierstokken De theorie De kans op slagen van een IVF-behandeling wordt mede bepaald door het aantal eicellen dat per behandeling wordt bekomen. Om meerdere eicellen tot ontwikkeling te brengen (gemiddeld een tiental) moeten de eierstokken gestimuleerd worden. Dit gebeurt met natuurlijke hormonen (gonadotrofines) die slechts een tijdelijk effect hebben op het lichaam en in de vorm van dagelijkse injecties gedurende een veertiental dagen worden toegediend. Nadelen op lange termijn zijn onwaarschijnlijk en werden in ieder geval tot nu toe niet vastgesteld. Meestal wordt deze stimulatie gecombineerd met een andere soort injectie, die ervoor zorgt dat de groei van eicellen wordt losgekoppeld van de controle van het eigen lichaam. Het eigen lichaam is namelijk geprogrammeerd op de aanmaak van één enkel eitje per maand.
AZ SINT-LUCAS
12
Fig. 2: Het IMF-principe: bevruchting van de eicel buiten het lichaam
Het verloop van de stimulatie wordt gevolgd door middel van echografie en eventueel bloedonderzoeken. Dit is noodzakelijk om te kunnen volgen hoeveel eicellen tot ontwikkeling komen en vooral om het ogenblik te bepalen waarop zij rijp en bevruchtbaar zijn. Op het ogenblik dat de follikels (of eiblaasjes: vochtblaasjes in de eierstok waarin de eicellen zich bevinden) een diameter hebben bereikt van ongeveer 20 mm, worden de laatste stappen van de eicelrijping in gang gezet d.m.v. een homonale injectie die meteen ook het baarmoederslijmvlies klaarmaakt voor de innesteling. Dit moet op een vast tijdstip, dat u vooraf wordt meegedeeld, omdat de eicelpunctie moet plaatsvinden tussen de 36 tot 40 uur na de injectie. Meestal wordt de injectie s avonds gegeven, tussen 20u en 24u, omdat de eicelpunctie plaatsheeft anderhalve dag later s ochtends.
Meestal is het zo dat u voor de start van een stimulatie gewoon de menstruatie afwacht en vanaf de eerste dag van het bloedverlies start met de injecties. U kan vrij kiezen wie u de injecties toedient. U kan bijvoorbeeld in uw kennissenkring een verpleegkundige aanspreken die bereid is dit te doen, u kan uw huisarts hiervoor aanspreken, een thuisverplegingsdienst zoals het WitGele Kruis of een zelfstandig verpleegkundige. Desnoods kan u ook terecht in de spoedopname van het AZ Sint-Lucas, waar men u eveneens de injectie kan toedienen. Deze injecties worden best s avonds gegeven. Het exacte uur is daarbij minder belangrijk (ergens tussen 16.00 h en 24.00 h). Alleen de laatste injectie dient exact op uur te gebeuren, vermits deze injectie afgestemd is op het uur dat de eicelpunctie gepland wordt.
De praktijk Voor de start van de behandeling wordt u een gedetailleerd stimulatieschema meegegeven, waarop alle nuttige instructies staan om de stimulatie vlot te laten verlopen. Daarnaast krijgt u ook een aantal voorschriften mee voor de nodige medicatie. Het is best al deze voorschriften een veertien dagen voor de start van een cyclus te gaan omruilen in uw apotheek, omdat er soms een korte wachttijd bestaat vooraleer de apotheek de produkten in huis heeft. Het is ook best ineens de volledige reeks voorgeschreven produkten af te halen, zodat u niet het risico loopt halverwege (laat staan in een weekend) zonder medicatie te vallen. Hou er rekening mee dat de volledige medicatie een 6.000 a 7.000 Bfr. kost (=niet terugbetaald gedeelte). Mocht u toch om een of andere reden problemen hebben met het verkrijgen van de medicatie, contacteer dan het centrum.
Bij de start van de stimulatie brengt u het centrum op de hoogte van het feit dat u gestart bent en op dat ogenblik wordt de eerste echografische controle afgesproken. De echografie is zoals u wellicht weet een pijnloos vaginaal onderzoek dat slechts een vijftal minuten duurt (fig.3). Gemiddeld moet een twee tot drie maal een dergelijk onderzoek gebeuren tijdens de twee weken durende stimulatie.
Let bij het geven van de injecties goed op dat u het juiste produkt toegediend krijgt! Uiteraard is het de verantwoordelijkheid van degene die de inspuiting geeft om de instructies te volgen, maar toch is een dubbele check geen overbodige luxe, vooral als u weet dat verschillende ampoules in zeer gelijkaardige verpakkingen zitten (let vooral op het verschil tussen Pregnyl en Humegon)! Het gebeurt jammer genoeg nog regelmatig dat door een dergelijke vergissing de hele stimulatie moet herbegonnen worden.
FERTILITEITSCENTRUM
Fig. 3: Vaginale echografie: beeld van enkele rijpe follikels
13
De eicelpunctie (follikelaspiratie, pick-up) De theorie De eicelpunctie is de enige stap in de IVF-behandeling waarvoor nog een korte ziekenhuisopname van een halve dag vereist is. Hierbij wordt met een fijne naald onder echografische controle doorheen de schedewand tot in de eiblaasjes geprikt en wordt het follikelvocht met de eicel erin aangezogen. Alhoewel een eenvoudige ingreep raden wij aan om de punctie onder algemene verdoving te laten gebeuren. De verdoving bestaat uit de toediening van een krachtig maar kortwerkend slaapmiddel onder toezicht van een anesthesist. Het voordeel hiervan is dat de behandeling volkomen pijnloos is en dat, zeker wanneer de eierstokken moeilijk bereikbaar zijn, alle eiblaasjes kunnen aangeprikt worden. De punctie kan echter ook uitgevoerd worden met lokale verdoving. Afhankelijk van de persoonlijke pijndrempel, de mate waarin men zich kan ontspannen en de bereikbaarheid van de eierstokken is dit een alternatief dat door sommige vrouwen wordt verkozen. Indien u een lokale verdoving overweegt, moet u dit vooraf bespreken.
Fig. 4: Trantsportbox in de auto: op weg naar het IVF-labo
AZ SINT-LUCAS
14
Hoe dan ook moet de vrouw na de punctie nog enkele uren onder medisch toezicht blijven om acute verwikkelingen uit te sluiten. De kans op verwikkelingen is echter zeer klein. Zoals trouwens ook gebeurt bij een natuurlijke eisprong komt uit de follikel die wordt aangeprikt een kleine hoeveelheid bloed in de buikholte terecht. Deze kleine bloeding stopt echter bijna steeds vanzelf na de punctie. Ook kan de plaats waar de naald doorheen de schedewand is gegaan nog wat nabloeden. Het is uitzonderlijk (risico kleiner dan 1/1000) dat er door de punctie een infectie wordt teweeggebracht. Indien tijdens de dagen na de punctie koorts zou optreden moet dit steeds aan de arts worden gemeld.
De praktijk Wanneer op echografie bepaald is wanneer de eicellen rijp zijn, wordt ook beslist wanneer de laatste inspuiting dient te worden gegeven en wanneer de eicelpunctie zal gebeuren. De eicelpunctie gebeurt steeds in de voormiddag, tijdens de week om 07.30h s ochtends, s weekends meestal iets later. Mevrouw dient zich nuchter (niet gegeten of gedronken vanaf 12h s nachts) samen met haar partner aan te melden drie kwartier voor de geplande eicelpunctie aan de receptie van AZ Sint-Lucas. Van hieruit zal u doorgestuurd worden naar de kamer, waarna de vrouw naar de operatiezaal zal gebracht worden. De partner wacht even in de zithoek aan de inkom van de operatieafdeling voor de duur van de punctie, die ongeveer een half uurtje in beslag neemt. Na de punctie komt de gynaecoloog uit de operatieafdeling om de transportbox persoonlijk aan de partner te overhandigen. Deze transportbox is een afgesloten koffertje met erin de eicellen die door een verwarmingselement op temperatuur gehouden worden (fig. 4). Voor langere afstanden kan de batterij opgeladen worden via een stekker in de sigarettenaansteker van
In het UZ zal de partner even moeten wachten om te vernemen hoeveel eicellen er werden bekomen en om te horen of de kwaliteit van het spermastaal voldoende is. Tegelijk wordt afgesproken wanneer mag opgebeld worden om het resultaat van de bevruchting te vernemen en de embryoterugplaatsing af te spreken. Nadien kan de man eventueel terug naar het AZ Sint-Lucas, waar de vrouw intussen opnieuw op de kamer is. In principe dient u een zestal uur in het ziekenhuis te blijven, te rekenen vanaf de start van de ingreep. De gynaecoloog komt langs tegen de middag of neemt telefonisch contact op om te zien of er geen problemen zijn en om te bevestigen dat u naar huis kan. De eerste dagen na de eicelpunctie kan het zijn dat u wat vaginaal bloedverlies heeft. Dit is normaal en stopt meestal vanzelf: het gaat om wat bloedverlies uit de prikgaatjes in de vaginawand en heeft dus niets te maken met de plaats waar de embryos terechtkomen. Ook lichte tot matige onderbuikspijn is in zekere mate een normaal gevolg van de punctie. Hiervoor mag zeker pijnstilling genomen worden (liefst paracetamol: bvb Perdolan, Dafalgan). Hoe meer eicellen er bekomen werden, hoe sterker de opzetting van de eierstokken en hoe meer last u kunt verwachten in de onderbuik. Zoals reeds vermeld is koorts (> 37,5 °C) niet normaal en moet desgevallend contact opgenomen worden met de gynaecoloog.
Wanneer u twijfelt of iets al dan niet normaal is, neemt u best telefonisch contact op. In ieder geval zal het u nooit kwalijk genomen worden dat u belt: het feit dat u zich zorgen maakt is al een voldoende reden, ook wanneer enkel mondelinge geruststelling noodzakelijk is.
De bewerking van het zaadstaal De theorie De dag van de eicelpunctie wordt het sperma van de partner in het laboratorium nauwkeurig voorbereid. De voorbereiding zorgt ervoor dat het sperma wordt ontdaan van schadelijke stoffen en dode of te zwakke zaadcellen. Het spreekt vanzelf dat alle laboranten en embryologen van het IVF-centrum goed beseffen wat voor een belang het heeft zo nauwgezet mogelijk tewerk te gaan om staalverwisselingen te voorkomen. Er bestaan hiertoe een aantal strikte richtlijnen die in het laboratorium steeds worden gevolgd. Een ervan is dat alle recipiënten waarin zich zaadcellen bevinden moeten genaamtekend zijn met de naam van de vrouw. De naam van de man wordt dus in principe niet gebruikt. Op deze manier is al één mogelijkheid tot vergissingen uitgeschakeld (de link tussen de man en de (juiste) vrouw moet al niet meer gelegd worden). Bij sommige mannen vindt men geen enkele zaadcel in het spermastaal (azoöspermie). Verstopping van de afvoerwegen (na infectie, na vasectomie of aangeboren) is een van de oorzaken. In andere gevallen produceren de teelballen ofwel geen of te weinig zaadcellen. De precieze oorzaak moet via voorafgaand onderzoek worden uitgemaakt. Hiervoor kan de man verwezen worden naar Dr. Merckx, uroloog.
FERTILITEITSCENTRUM
de auto, maar voor de afstand van het AZ Sint-Lucas tot aan het IVF-labo in het UZ is dit niet nodig. De partner brengt dus de box naar het UZ (P3 Vrouwenkliniek, 2 de verdieping IVF-labo, zie routebeschrijving, p. 34) en produceert daar ook het spermastaal in het kamertje dat hiervoor is voorzien.
15
Wanneer een afvoerstoornis het probleem is kunnen zaadcellen via een heelkundige ingreep uit de bijbal worden geaspireerd (MESA of microscopische epididymaire sperma aspiratie). Ook wanneer de teelballen weinig zaadcellen aanmaken is de kans groot dat men enkele zaadcellen kan aantreffen in de zaadbuisjes. Om deze zaadcellen te recupereren kan men één of meerdere stukjes weefsel uit de teelbal nemen (TESE of testiculaire sperma extractie). De ingreep om op deze manier zaadcellen te bekomen kan verricht worden op de dag van de eicelpunctie of op voorhand, waarbij de bekomen zaadcellen worden ingevroren en bewaard voor later gebruik eenmaal de eicellen ter beschikking zijn. Bevruchting en zwangerschap kunnen na deze behandeling evenzeer worden bereikt als bij gebruik van zaadcellen na ejaculatie. Welke methode van bevruchting van de eicel zal worden toegepast (IVF of ICSI, zie verder) hangt af van de kwaliteit van het zaadstaal en wordt in principe op voorhand vastgelegd.
De praktijk Op de dag van de eicelpunctie wordt het spermastaal meestal in het UZ geproduceerd. Wanneer de productie van het staal problemen zou opleveren in een ziekenhuisomgeving, is het ook mogelijk om na de punctie in het AZ Sint-Lucas de box met eicellen mee te nemen naar huis, thuis het spermastaal te produceren, en daarna de box en
AZ SINT-LUCAS
16
het spermastaal naar het IVF-lab in het UZ te brengen. Hierbij moet ervoor zorg gedragen worden het sperma niet te laten afkoelen tijdens het transport (bvb in binnenzak van jas, zodat het staal ongeveer op lichaamstemperatuur blijft). Een andere mogelijkheid is een back-up te voorzien met een ingevroren spermastaaltje, dat voor de IVF-poging in minder stresserende omstandigheden werd geproduceerd en ingevroren. De dag van de punctie wordt dan nog wel een vers staaltje gevraagd (vermits de kwaliteit hiervan doorgaans beter is dan na invriezen), maar het besef dat er nog wat in voorraad is voor het geval dat is veelal voldoende om de productie van een vers staaltje vlotter te laten verlopen. Nog even herhalen dat bij het binnenbrengen van het spermastaal best een mutualiteitsklevertje van de vrouw op het spermapotje gekleefd wordt. Een TESE of MESA procedure is een kleine ingreep die zowel kan gebeuren onder lokale verdoving als onder een korte algemene narcose. Vele mannen kiezen voor deze laatste optie omdat de prikken die worden toegediend om de teelbal voldoende te verdoven op zich pijnlijk kunnen zijn. In ieder geval gaat het hier om een ingreep die verloopt via daghospitalisatie. De weggenomen stukjes weefsel worden dezelfde dag in een box op lichaamstemperatuur doorgestuurd naar het IVF lab in het UZ dat dezelfde dag nog per fax terug antwoordt of in deze stukjes bruikbare zaadcellen worden teruggevonden. De postoperatieve nazorg bestaat uit het ontsmetten van de twee kleine littekentjes in het scrotum met eosine 2x per dag. De pijn na de operatie kan meestal gemakkelijk worden bestreden met een tabletje aspirine of paracetamol. Het geheel vergt een tijdelijke werkongeschiktheid van een 2-tal dagen.
Wat gebeurt er in het lab bij IVF? De theorie Bevruchting is het versmelten van een zaadcel met een eicel. Na de eicelpunctie worden de proefbuisjes waarin de eicellen zich bevinden onmiddellijk in het laboratorium onderzocht en worden de goed beweeglijke zaadcellen hieraan toegevoegd. De eicellen worden samen met de zaadcellen in een broedstoof geplaatst op lichaamstemperatuur en welbepaalde vochtigheidsgraad (fig. 5a-5b-6). Eén dag later kan men microscopisch nagaan of de eicellen bevrucht zijn. Een bevruchte eicel is op dat ogenblik nog niet gedeeld maar bevat twee voorkernen die onder de microscoop zichtbaar zijn (fig. 7).
Fig. 5a: Incubator of broedstoof waarin de embryo's ontstaan
leder embryo wordt vóór de terugplaatsing beoordeeld op zijn kwaliteit volgens een puntenscore. De kwaliteit van een embryo wordt bepaald door de gelijkheid en gaafheid van de afzonderlijke cellen. Sommige cellen verbrokkelen doordat celmateriaal wordt uitgestoten tijdens de delingen (fig. 8-9). Hoe meer verbrokkeling hoe kleiner de kansen op een zwangerschap. Wanneer een zwangerschap ontstaat na inplanting van minder goede embryos is de uitkomst ervan en de gezondheid van het kind even goed als na inplanting van een perfect embryo. De kwaliteit van het embryos heeft dus niets te maken met het al dan niet normaal zijn van het kind dat eruit voortkomt.
Fig. 5b: Embryocultuurschaaltje
FERTILITEITSCENTRUM
De terugplaatsing gebeurt 2 tot 3 dagen na de eicelpunctie, nl. als de bevruchte eicellen verder zijn gedeeld. Normaal bevinden de embryos zich dan op het 4- tot 8-cellig stadium (fig. 8-9).
17
Fig. 6: Eicel voor de bevruchting
Fig. 7: Eicel na de bevruchting met aanwezigheid van twee voorkernen
De praktijk
Fig. 8: Embryo van goede kwaliteit (4-cel)
Fig. 9: Embryo van minder goede kwaliteit (meer fragmenten)
De dag na de eicelpunctie dient u om 11.00 h het IVF-lab op te bellen om het resultaat van de bevruchting te vernemen en om het ogenblik van de terugplaatsing af te spreken. De eigenlijke terugplaatsing: zie verder. Wanneer u naderhand zwanger bent, kan u op verzoek een kopij bekomen van de microscopische beelden van de teruggeplaatste embryos.
AZ SINT-LUCAS
18
Wat is ICSI en wanneer is dit nodig? De theorie Normale zaadcellen beschikken over natuurlijke mechanismen om de eicel binnen te dringen terwijl de eicel ervoor zorgt dat slechts één zaadcel wordt toegelaten. In een aantal gevallen blijft bevruchting uit omdat de zaadcellen in onvoldoende aantal aanwezig zijn of omdat zij te zwak zijn om de wand van de eicel te kunnen doorboren. In zeldzame gevallen kan het uitblijven van bevruchting te wijten zijn aan een voor zaadcellen ondoordringbare eicelwand. Fig. 10: Intracytoplasmatische sperma-injectie (ICSI, het injecteren van 1 zaadcel binnenin de eicel)
tisch materiaal is niet zoals het hoort), hetgeen meestal niet in verband staat met de genetische inhoud van de zaadcellen. Zo is het resultaat na injectie van zaadcellen uit een zaadstaal met veel abnormale vormen hetzelfde als na injectie van zaadcellen uit een staal met een groot aantal normale vormen.
Eenmaal bevruchting is opgetreden is de kans op zwangerschap dezelfde als na een gewone IVF-behandeling. De ICSI-techniek vormt enkel een garantie op bevruchting wanneer klassieke IVF dit niet kan, en is dus geenszins een garantie op zwangerschap. Wanneer klassieke IVF goede bevruchting geeft is er geen reden waarom ICSI betere kansen zou bieden.
Aanvankelijk bestond de vrees dat het uitschakelen van een natuurlijke selectie onder zaadcellen bij ICSI (de laborant beslist immers zelf welke zaadcel welke eicel moet bevruchten) risicos zou inhouden. Uit de talrijke zwangerschappen die intussen via deze techniek werden bekomen blijkt dat geen algemeen verhoogde kans op aangeboren afwijkingen bestaat.
Indien in het spermastaal geen enkele normaal gevormde zaadcel aanwezig is, vormt dit geen bezwaar tegen het gebruik van de ICSI-methode. Immers, indien over vormafwijkingen van zaadcellen wordt gesproken, wordt hiermee bedoeld dat de zaadcellen er microscopisch niet normaal uitzien (lees: de buitenkant van de zaadcellen, de verpakking van het gene-
Enkel een aantal geslachtschromosoom-afwijkingen zouden iets frequenter voorkomen na ICSI. Met iets frequenter bedoelen we dan dat het risico stijgt van 1 op 500 naar 1 tot 2 op 100, hetgeen ook betekent dat bij 98 a 99% alles normaal is. Het is evenwel zeer de vraag of dit risico te wijten is aan de ICSI-procedure zelf, dan wel aan de voorbeschiktheid van de groep mensen
FERTILITEITSCENTRUM
Enkele jaren terug heeft men een methode ontwikkeld om één zaadcel op te pikken met een fijn naaldje en rechtstreeks te injecteren in de eicel (intracytoplasmatische sperma-injectie of afgekort ICSI fig. 10). ICSI leidt tot bevruchting van gemiddeld 70% van de geïnjecteerde eicellen, ook wanneer bij klassieke IVF geen bevruchting wordt bekomen. Redenen waarom 30% van de eicellen toch niet bevruchten kunnen zijn: onrijpe eicellen, abnormale eicellen, beschadiging van de eicel tijdens de injectie of defecten in de zaadcel.
19
waarbij ICSI nodig is om een zwangerschap te bekomen. Met andere woorden, dit risico bestaat bij het welbepaalde koppel, ongeacht op welke manier de zwangerschap bij hen ontstaat. Daarnaast bestaat er een mogelijkheid dat het vruchtbaarheidsprobleem via de ICSI-behandeling aan kinderen, met name zoontjes, wordt doorgegeven. Deze kinderen zijn net zoals hun vader voor de rest perfect gezond. Het koppel kan voor zichzelf uitmaken of dit een beletsel vormt voor het verderzetten van de behandeling. Het is uiteraard wel aan te raden om voor de start van ICSI erfelijkheidsonderzoek te doen bij de man om te zien of er inderdaad een detecteerbare erfelijke afwijking bestaat. Wanneer geen zaadcellen in het sperma aanwezig zijn omdat de man geen zaadleiders heeft, is meer uitgebreid erfelijkheidsonderzoek aangewezen. Inderdaad, deze afwezigheid van zaadleiders kan aangeboren zijn en tevens het enige teken vormen van het feit dat de man zgn. drager is van de ziekte die men mucoviscidose of taaislijmziekte noemt. Wanneer de man drager is en de vrouw toevallig ook, dan heeft dit koppel 1 kans op 4 om na ICSI een kind te hebben met mucoviscidose. Vermits mucoviscidose een sterk handicapperende aandoening is die de levensverwachting van het kind in belangrijke mate beïnvloedt, is het belangrijk dergelijk dragerschap op te sporen voor de start van een ICSI-behandeling. Voor alle duidelijkheid herhalen we nog eens dat dit niet voor iedere ICSI-behandeling het geval is, maar enkel wanneer de man geen zaadleiders heeft.
AZ SINT-LUCAS
20
De praktijk In de praktijk is er geen enkel verschil in de praktische stappen voor het koppel tussen een klassieke IVF- en een ICSI-poging. Het enige wat verschilt is wat zich in het labo afspeelt. Soms is het zo dat op de dag van de eicelpunctie de kwaliteit van het sperma dermate slecht is, dat eigenlijk enkel ICSI een kans op bevruchting biedt, hoewel aanvankelijk een klassieke IVF werd gepland. In eerste instantie wordt altijd een tweede spermastaal gevraagd in de hoop dat dit beter zal zijn. Is dit niet het geval, dan zal tijdens de uren na de eicelpunctie met het koppel overlegd worden of in extremis niet omgeschakeld dient te worden naar ICSI. Gezien de financiële implicaties voor het koppel wordt hierover nooit zelfstandig door het labo beslist. Wanneer op voorhand al geweten is dat het sperma op het randje is om voor klassieke IVF in aanmerking te komen, dan kan eventueel overwogen worden om de eicellen in twee groepen te verdelen, waarbij op de helft van de eicellen klassieke IVF wordt toegepast en op de helft ICSI. Op deze manier wordt toch aan de meest eenvoudige techniek een kans gegeven, terwijl niet het risico bestaat dat geen van de eicellen bevrucht. Deze fifty-fifty - techniek heeft dezelfde kostprijs als een ICSIcyclus.
Terugplaatsing van embryos (embryotransfer) De theorie
Wanneer de omstandigheden ideaal zijn kan het aan te raden zijn om slechts één embryo terug te plaatsen met toch een kans op zwangerschap van om en bij de 30% zonder risico op meerlingen. Dit gebeurt met name bij een eerste poging bij een jonge vrouw, wanneer embryos van uitstekende kwaliteit ter beschikking zijn. De uiteindelijke beslissing over het aantal terug te plaatsen embryos kan slechts genomen worden op de dag van de terugplaatsing, vermits dan pas de kwaliteit van de embryos kan beoordeeld worden.
Fig. 11: Terugplaatsen van embryo's in de baarmoederholte
De praktijk De embryoterugplaatsing gebeurt in het IVF-laboratorium van het UZ Gent, vermits we graag rechtstreeks de embryos van de broedstoof in de baarmoeder plaatsen zonder transport tussenin. De terugplaatsing in het UZ gebeurt evenwel door de gynaecoloog van het AZ Sint-Lucas zelf, zodat u steeds een vertrouwde persoon zal zien. De terugplaatsing zelf is een eenvoudige procedure (fig.11), waarvoor geen opname of verdoving is vereist. De embryos worden in een fijn kathetertje of buisje uit het laboratoriumschaaltje opgenomen en via de baarmoederhals in de baarmoederholte teruggeplaatst. Dit is qua belasting voor de vrouw vergelijkbaar met het nemen van een uitstrijkje of een inseminatie. Hoeveel embryos er teruggeplaatst worden is een beslissing die de gynaecoloog neemt in overleg met het koppel en met het laboratorium. Het staat het koppel uiteraard vrij minder dan het voorgestelde aantal embryos terug te laten plaatsen.
FERTILITEITSCENTRUM
Het aantal embryos dat wordt teruggeplaatst hangt af van verschillende factoren, waarvan de belangrijkste zijn: de kwaliteit van de embryos, de leeftijd van de vrouw en de voorgeschiedenis. Het principe is eenvoudig: hoe hoger de kansen op innesteling (embryos van goede kwaliteit, jonge leeftijd, eerste behandelingscyclus) hoe lager het aantal dat wordt teruggeplaatst. De reden hiervoor is uiteraard dat de kans op meerlingzwangerschap vrij hoog is: wanneer twee embryos worden teruggeplaatst is de gemiddelde kans op zwangerschap ongeveer 30% en hiervan is één vierde tweelingzwangerschap. Als u weet dat een tweelingzwangerschap heel wat meer risicos inhoudt voor zowel de moeder als de kinderen, is het duidelijk waarom wij trachten meerlingzwangerschappen te vermijden. We trachten inderdaad verder te denken dan enkel aan het ogenblik waarop we een positieve zwangerschapstest bekomen, en laten het welzijn van moeder en kinderen op langere termijn primeren.
21
Na de terugplaatsing Na de terugplaatsing kunnen we nog heel weinig doen om de kans op zwangerschap te beïnvloeden. We dienen nog medicatie toe om het slijmvlies van de baarmoeder te ondersteunen, maar voor de rest is het vooral kwestie van 14 dagen geduld uit te oefenen tot het eindresultaat gekend is. Het is belangrijk dat u goed beseft dat ook u hieraan niets kunt veranderen, met name is het niet zinvol extra te rusten, fysieke inspanningen te vermijden of bepaalde voedingsregels te gaan volgen. Dit zou alleen de vruchtbaarheidsbehandeling nog gecompliceerder en stresserender maken, zonder enig bewezen effect op het eindresultaat. De enige reden om het rustig aan te doen na een terugplaatsing is wanneer de eierstokken nog sterk opgezet zijn (hoog aantal eicellen). De bedoeling hiervan is dan niet zozeer de kans op zwangerschap te beïnvloeden, maar wel ervoor te zorgen dat u in de periode na de terugplaatsing niet te veel buikpijnklachten ondervindt. De periode na de terugplaatsing wordt door de meerderheid van de koppels ervaren als de meest zenuwslopende episode van de hele IVF-behandeling. De beste manier om de psychische belasting hiervan wat te reduceren is zo normaal mogelijk te doen, de dagdagelijkse bezigheden zo weinig mogelijk door de IVF te laten verstoren, m.a.w. het leven laten verdergaan ondanks de IVF-behandeling. Soms leggen vrouwen zichzelf extra regels op vanuit de gedachte: baat het niet, het schaadt ook niet. Toch menen wij dat deze extra belasting van een IVF niet zo onschuldig is als op het eerste gezicht lijkt. Inderdaad, wanneer achteraf geen zwangerschap is bekomen, is het risico niet gering dat de reden van het falen van de IVF wordt gezocht in de extra regeltjes, die nog niet streng genoeg zouden geweest zijn. Op deze manier komt men in een viscieuze cirkel van schuldgevoelens terecht die dermate belastend kan worden dat verdere IVF uiteindelijk onleefbaar wordt.
AZ SINT-LUCAS
22
Of zwangerschap al dan niet optreedt, hangt voornamelijk af van de (niet beïnvloedbare) kwaliteit van de embryos. Wanneer een IVF-poging niet lukt dan is dit in de meeste gevallen te wijten aan natuurlijke selectie en pure kans (geluk of ongeluk hebben). De vraag hoe komt het dat het niet is gelukt moet dan ook meestal op die manier beantwoord worden.
Het resultaat: zwanger of niet? De datum waarop het resultaat kan bepaald worden wordt bij de terugplaatsing afgesproken. Op de dag dat u komt voor het resultaat zal meestal een echografie gebeuren, niet zozeer om te zien of er een zwangerschap is, maar wel om te zien hoe sterk de eierstokken nog zijn opgezet na de stimulatie. Of er al dan niet een zwangerschap is ontstaan kan op dat ogenblik enkel met zekerheid bepaald worden via bloedonderzoek: over tijd zijn is op zich nog geen bewijs voor zwangerschap en ook vaginaal bloedverlies is nog geen bewijs dat er geen zwangerschap is, al wordt hierdoor de kans kleiner dat het gaat om een normale zwangerschap. Urinaire zwangerschapstests zijn af te raden vermits de medicatie die toegediend wordt bij een IVFbehandeling een vals testresultaat kan geven. In elk geval moet dus na een IVF-cyclus bloed geprikt worden om het eindresultaat te kennen. De bloeduitslag zal u meestal nog dezelfde dag telefonisch vernemen via de gynaecoloog. U vraagt zich misschien af of er geen menstruatie optreedt wanneer één van de embryos zich innestelt en het andere niet. Dit is niet het geval, vermits de menstruatie niet rechtstreeks het gevolg is van het niet-ingenestelde embryo, maar wel van de afbraak van het baarmoederslijmvlies dat niet meer hormonaal wordt ondersteund wanneer er geen innesteling (van 1 of meerdere embryos) is gebeurd.
Hoeveel kans op zwangerschap is er? Steunend op de cijfers bekomen in ons centrum kunnen we zeggen dat globaal genomen uw kans om een zwangerschap te bereiken per gestarte cyclus 30% en per terugplaatsing 35% bedraagt. In het individuele geval wordt deze kans bepaald door o.a. de leeftijd van de vrouw, het aantal en de kwaliteit van eicellen en de kwaliteit en het aantal embryos dat wordt teruggeplaatst. Toch is het uitermate moeilijk in elk individueel geval op voorhand exact te bepalen wat de persoonlijke kansen zijn.
Mocht na zes cycli nog steeds geen zwangerschap ontstaan zijn, wat gelukkig slechts gebeurt bij 10% van de koppels, dan kan individueel beoordeeld worden of de kansen nog hoog genoeg zijn om door te gaan. Uiteraard zal hier de ingesteldheid van het koppel van doorslaggevend belang zijn want medisch gezien kan nooit gezegd worden dat er geen slaagkansen meer zijn: zolang er embryos teruggeplaatst worden, is er mogelijkheid dat een van hen erin slaagt zich in te nestelen. Of de kans op zwangerschap groot genoeg is om de inspanningen en investeringen (zowel op fysisch, psychisch als financiëel vlak) te verantwoorden, is een persoonlijke aangelegenheid waarover het koppel zelf dient te oordelen. Medische en niet-medische aspecten dienen dan met elkaar afgewogen te worden, willen we niet verstrikt geraken in irrationele verbetenheid.
%
In bijlage 2 vindt u nog enkele grafieken die duidelijk weergeven hoe de zwangerschapskansen veranderen volgens leeftijd, aantal eicellen, ...
FERTILITEITSCENTRUM
Deze slaagkans lijkt misschien op het eerste zicht niet hoog. Toch moet goed beseft worden dat wanneer er geen vruchtbaarheidsprobleem bestaat de spontane kans op zwangerschap per cyclus ook maar 20% is. Bovendien is de 30% per cyclus een hele verbetering ten opzichte van de maximum 5% zwangerschapskans per cyclus zonder verdere behandeling. Een zwangerschapskans van 30% per cyclus betekent overigens ook dat er 75% kans op zwangerschap bestaat binnen 3 pogingen.
23
lnvriezen van embryos (cryopreservatie) De theorie Wanneer één of meer embryos van goede kwaliteit na embryotransfer overblijven bestaat de mogelijkheid om deze in te vriezen. Het invriezen gebeurt in het IVF-labo van het UZ Gent en enkel na schriftelijke toestemming van het koppel (bijlage 1). Indien de embryos van onvoldoende kwaliteit zijn en dus geen kans op zwangerschap kunnen bieden, worden zij aan hun natuurlijk lot overgelaten. Zij zullen dan niet verder ontwikkelen en afsterven. Na ontdooiing overleeft gemiddeld de helft van de embryos. De andere helft is na ontdooiing dermate verbrokkeld dat ze geen kans op zwangerschap kunnen bieden. De kans om zwanger te worden na terugplaatsing van de embryos die wel nog goed zijn bedraagt ongeveer 10 tot 15%. Ondanks de kleinere kans om met ontdooide embryos tot zwangerschap te komen, moet deze extra kans worden beschouwd als een supplement bovenop de kans van de IVF-cyclus zelf en waarvoor relatief weinig inspanningen moeten worden geleverd. Er is hiervoor inderdaad geen stimulatie of eicelpunctie nodig. lngevroren embryos worden gedurende maximum zes jaar bewaard. Het beschikkingsrecht over het embryo behoort toe aan het koppel en is niet overdraagbaar op de afzonderlijke partners. In geval van onenigheid, scheiding of overlijden van een van de partners wordt het embryo bewaard in het IVF-labo tot het einde van de afgesproken termijn. Het invriezen en bewaren van embryos vereist van het IVF-lab een belangrijke investering. Daarom wordt om de twee jaar aan het koppel, dat over ingevroren embryos beschikt, schriftelijk gevraagd om het contract voor bewaring te hernieuwen. Vanaf het derde jaar wordt hiervoor een vergoeding gevraagd van 5000,- Bf voor 2 jaar.
AZ SINT-LUCAS
24
Wanneer het koppel wenst afstand te doen van het ingevroren embryo, hetzij na twee jaar of vier jaar, hetzij na de maximum periode van zes jaar kan de bestemming van het embryo zijn: 1.
Ontdooien met afsterven tot gevolg,
2.
Ontdooien en schenken voor wetenschappelijk onderzoek met als uiteindelijk gevolg de vernietiging ervan of
3.
Anonieme schenking van het embryo aan een kinderloos paar dat zelf geen embryos kan bekomen.
Een beslissing tot één van deze drie bestemmingen kan slechts genomen worden mits schriftelijk akkoord van beide partners. Een gelijkaardige regeling bestaat voor het bewaren van ingevroren zaadcellen, met als enig verschil dat hierbij enkel de man de beslissingen neemt. Op dit ogenblik bestaat technisch (nog) niet de mogelijkheid om onbevruchte eicellen in te vriezen.
De praktijk Bij de terugplaatsing of ten laatste de dag daarop kan bepaald worden hoeveel van de overgebleven embryos kunnen ingevroren worden. Er zal enkel tot invriezen overgegaan worden wanneer het toestemmingsformulier (zie bijlage 1) in het dossier aanwezig is. Voor alle duidelijkheid vermelden wij nog dat dit toestemmingsformulier enkel een groen licht betekent om in te vriezen en niets te maken heeft met de bestemming van de ingevroren embryos. Wanneer er een zwangerschap ontstaat na de terugplaatsing van verse embryos, dan blijven de restembryos ingevroren tot de overeengekomen termijn van bewaring verstreken is. Wanneer u binnen deze termijn geen aanspraak gemaakt hebt op deze restembryos, dan zal u aangeschreven worden omtrent de bestemming van de embryos.
Indien u verhuist in de periode dat er nog restembryos ingevroren zijn, ontvangen wij graag een bericht van adresverandering. Zoniet kan het soms extreem moeilijk zijn u op te sporen.
Is er geen zwangerschap na de verse terugplaatsing, dan kunnen in eerste instantie de ingevroren embryos teruggeplaatst worden.
Het volgen van een dergelijke cyclus beperkt zich meestal tot een tweetal echos, waarna de ontdooiing + eventuele terugplaatsing wordt afgesproken. Er moet altijd rekening gehouden worden met de mogelijkheid dat geen van de ontdooide embryos goed genoeg is om terug te plaatsen, zodat het altijd nodig is om op de dag van de terugplaatsing naar het IVF-lab te bellen ter bevestiging van het feit dat de terugplaatsing kan doorgaan.
FERTILITEITSCENTRUM
Wanneer er een regelmatige spontane cyclus bestaat, dan hoeft hiervoor geen medicatie ingenomen worden. Meestal is dit wel nodig wanneer er geen spontane eisprong is, of wanneer gebruik gemaakt wordt van de cyclus onmiddellijk na een IVF-cyclus. Het normale verloop van de eerste spontane cyclus na een IVF kan immers nog wat verstoord worden door de nawerking van de IVF-stimulatie.
25
Wat kost IVF-behandeling? Jammer genoeg zijn tot op heden in België vruchtbaarheidsbehandelingen niet terugbetaald door het RIZIV, althans niet voor wat betreft de laboratoriumonkosten. Wat wel is terugbetaald: consultaties tijdens een behandeling, echografieën voor het volgen van een stimulatie, bloedonderzoeken, een eicelpunctie en een deel van de medicatie nodig voor de stimulatie bij de vrouw. Hetgeen de gemeenschap op deze manier bijdraagt in één IVF-cyclus bedraagt om en bij de 70.000,- Bf. De labo-onkost voor een IVF-cyclus bedraagt 25.000,- Bf, hetgeen inhoudt de laboratoriumprocedure voor het bij elkaar brengen van de eicellen met de zaadcellen, de embryo-culturen, de katheter voor embryoterugplaatsing, het invriezen en bewaren gedurende 2 jaar van spare embryos. Voor een ICSI-behandeling is dit 40.000,- Bf. Deze prijs is hoger omdat de techniek ook moeilijker is en heel specifieke (dure) apparatuur en speciaal hiervoor opgeleide laboranten vereist. Vanaf de vierde cyclus wordt een lager tarief aangerekend: 15.000,- Bf voor een IVF-cyclus en 20.000,- Bf voor ICSI. Deze vergoeding voor labo-onkosten gebeurt via een ziekenhuisfactuur die u na afloop van de IVF-behandeling thuis ontvangt. Er dient eveneens rekening gehouden te worden met het feit dat de eigen bijdrage in de kosten voor medicatie in totaal tussen de 6 en 7.000,- Bf bedraagt, te betalen aan de apotheker bij afhalen van de medicatie. De kosten voor de controles, de bloedonderzoeken en het ziekenhuisverblijf voor de punktie ligt rond de 3 a 4.000 ,- Bf. Meestal wordt in de polis van hospitalisatieverzekeringen gestipuleerd dat vruchtbaarheidsbehandelingen uitgesloten
AZ SINT-LUCAS
26
worden van vergoeding. Wanneer u een hospitalisatieverzekering heeft, raden wij u toch aan de gedetailleerde polis te bekijken om te zien of u de gemaakte kosten langs die weg kunt recupereren.
Verloop van een IVF-zwangerschap Na IVF of ICSI verloopt de zwangerschap ongeveer zoals elke andere zwangerschap. Toch vestigen we uw aandacht op enkele punten.
Bloedverlies tijdens de eerste maanden van de zwangerschap Het gebeurt iets vaker dan bij een spontane zwangerschap dat tijdens de eerste weken van de zwangerschap bloedverlies optreedt. Door echografisch onderzoek kan de betekenis hiervan worden achterhaald. In de meeste gevallen wordt de zwangerschap hierdoor niet in het gedrang gebracht en gaat het om een zogenaamde innestelingsbloeding. De kans op miskraam na IVF is echter iets hoger dan na een spontane zwangerschap (15-20%). Waarschijnlijk is dit niet zozeer te wijten aan de IVF-procedure op zich, maar eerder aan het feit dat mensen met vruchtbaarheidsproblemen meer risico hebben om een miskraam door te maken, ongeacht de wijze waarop de zwangerschap ontstaat. Bovendien zijn we er uiteraard onmiddellijk bij om een heel beginnende zwangerschap te ontdekken, zodat ook heel vroege miskramen gedetecteerd worden. Bij spontane zwangerschap is dit wellicht niet steeds het geval, omdat een bloeding soms niet als miskraam, maar enkel als een wat late menstruatie wordt geïnterpreteerd door de vrouw.
Meerlingzwangerschappen
In geval men zwanger wordt na IVF is de kans op buitenbaarmoederlijke zwangerschap 2%. Het risico is hoger dan bij een spontane zwangerschap, vooral omdat bij mensen die IVF ondergaan vaak van vooraf al beschadiging van de eileiders bestaat, wat een risico op buitenbaarmoederlijke zwangerschap met zich meebrengt. Het klinkt verwonderlijk dat na terugplaatsen van embryos in de baarmoeder toch nog zwangerschappen buiten de baarmoeder voorkomen. De reden hiervoor is dat het embryo door beweging van de baarmoederspier naar andere plaatsen kan verhuizen. In de volksmond heet men de embryoterugplaatsing vaak het inplanten van embryos, wat klinkt alsof die embryos ergens in vastgehecht worden. Dit is echter geenszins het geval: bij de terugplaatsing komen de embryos los in een holte terecht die doorloopt in de eileiders, zodat de embryos in zekere mate nog van plaats kunnen veranderen. Door zorgvuldige hormonale en echografische controle wordt de diagnose van extra-uteriene zwangerschap meestal zeer vlug gesteld zodat ze tijdig kan worden behandeld. Meestal kan dit niet zonder laparoscopie (kijkoperatie langs de navel).
Zoals reeds hoger vermeld, bestaat er momenteel nog steeds een risico van om en bij de 25% op een meerlingzwangerschap na IVF. Het beste is uiteraard een meerlingzwangerschap te voorkomen door het aantal embryos per terugplaatsing te beperken. Wanneer er ondanks dit toch een meerlingzwangerschap is ontstaan, is een stricte opvolging noodzakelijk. Een meerlingzwangerschap heeft inderdaad een aantal extra risicos: risico op miskraam, op vroegtijdige ontsluiting en vroeggeboorte, op groeiachterstand en laag geboortegewicht, op hoge bloeddruk, ... Een en ander zal uitgebreid met uw gynaecoloog besproken worden, eenmaal het zover zou zijn. Wat af en toe voorkomt bij een IVF-meerlingzwangerschap is dat een van de ingenestelde vruchtjes tijdens het eerste trimester toch nog afsterft of stopt met zich ontwikkelen, zodat er sprake is van een gedeeltelijk miskraam. Dit kan al dan niet met vaginaal bloedverlies gepaard gaan, wat niet persé hoeft te betekenen dat het andere vruchtje eveneens verloren is.
Fig. 12: Buitenbaarmoederlijke zwangerschap met sterke opzetting van de eileider
FERTILITEITSCENTRUM
Buitenbaarmoederlijke zwangerschap
27
Vruchtwaterpunctie Via vruchtwaterpunctie kan men opsporen of de vrucht chromosomale afwijkingen draagt. De meest frequente reden voor vruchtwaterpunctie is de leeftijd van de moeder of een afwijkende risicoschatting via een bloedtest (triple test). Op zich vormt de vruchtbaarheidsbehandeling (IVF of ICSI) geen reden om een vruchtwaterpunctie te doen. Het is integendeel vaak moeilijk om te beslissen tot een vruchtwaterpunctie na IVF, omdat deze punctie zelf een risico op miskraam van ongeveer 1 op 200 met zich meebrengt. Een normaal resultaat bij een vruchtwaterpunctie is geen garantie op een perfect normaal kind, vermits een aantal aangeboren afwijkingen niet chromosomaal zijn en dus ook niet ontdekt worden via chromosoomonderzoek (bvb. open rug, hartafwijking, gespleten lip, ...).
Complicaties van een vruchtbaarheidsbehandeling Hyperstimulatiesyndroom Het aantal eicellen dat per cyclus bij de vrouw tot rijping kan worden gebracht is individueel zeer verschillend. Het optimale aantal eicellen ligt tussen 10 á 20. In sommige gevallen reageren de eierstokken onvoldoende, wat het resultaat van een IVFbehandeling nadelig kan beïnvloeden. In andere gevallen echter is de reactie van de eierstokken onverwacht hevig en komen 30 á 40 eicellen tot ontwikkeling.
Een gelijkaardig fenomeen kan in minder erge graad aanleiding geven tot een gewichtstoename door vochtophoping van 2 a 3 kg tijdens een IVF-stimulatie. Dit is normaal en verdwijnt weer achteraf, vermits het niet gaat om vetweefsel maar om vocht.
Als gevolg hiervan kunnen na de ovulatie of eicel pick-up de eierstokken sterk gaan zwellen en produceren zij vocht dat zich in de buik opstapelt. Bij de meeste vrouwen veroorzaakt dit enkel een tijdelijk zwaartegevoel in de onderbuik. In zeldzame gevallen echter en des te meer uitgesproken wanneer er een zwangerschap ontstaat, treedt hierdoor een enorme verschuiving op in de waterhuishouding van het lichaam waarvoor een behandeling binnen het ziekenhuis noodzakelijk kan zijn. Dit uit zich in sterke pijnlijke opzetting van de buik, gewichtstoename > 5 kg, kortademigheid, maaglast, duizeligheid, misselijkheid. Deze behandeling bestaat uit bedrust, intraveneuze toediening van eiwitrijk vocht en eventueel afnemen van overtollig vocht uit de buikholte. Alhoewel een opname gedurende
Hoewel sommige paren hopen op een tweelingzwangerschap en de meeste paren dit ook dankbaar aanvaarden wensen wij hier uitdrukkelijk te waarschuwen voor een overmatig optimisme en enthousiasme. Zonder enige twijfel is meerlingzwangerschap nog steeds de meest belangrijke complicatie van IVF-behandeling. Afgezien van de belasting voor de vrouw tijdens de zwangerschap zelf en de sociofamiliale last na de geboorte is er vooral het medisch risico voor de kinderen zelf. Bij wijze van voorbeeld kunnen we stellen dat de kans dat men één of beide kinderen verliest vijfmaal hoger is dan bij een eenlingzwangerschap, voornamelijk tengevolge van vroeggeboorte. Dit geldt a fortiori voor een drielingzwangerschap.
AZ SINT-LUCAS
28
maximaal 1 á 2 weken kan noodzakelijk zijn, heeft het hyperstimulatiesyndroom, mits medisch toezicht, geen nadelige gevolgen voor de gezondheid van de vrouw noch voor de vrucht.
Meerlingzwangerschap
lnseminatie met donorsperma
Meestal gebeuren de inseminaties in een spontane cyclus. Het vruchtbare ogenblik wordt bepaald d.m.v. urinaire LHtesten, echografle enlof hormonaal (bloed)onderzoek. Wanneer zwangerschap uitblijft na drie á zes cycli wordt verder onderzoek verricht naar de vruchtbaarheid van de vrouw. Indien geen afwijkingen worden vastgesteld worden de inseminaties hernomen. Om de kans op zwangerschap te verhogen wordt soms de eicelrijping licht gestimuleerd met Clomid en wordt de eisprong kunstmatig uitgelokt door een inspuiting met Pregnyl of Profasi. Hetzelfde wordt toegepast wanneer de eisprong achterwege blijft of wanneer het ogenblik van de eisprong zeer wisselend is. Wanneer ook deze methode faalt kan op verzoek van het paar en na minstens twaalf inseminaties worden overgegaan tot IVF met donorsperma.
Het sperma dat wordt gebruikt voor donorinseminatie is afkomstig van gezonde donoren met normaal sperma. Dit sperma wordt ingevroren en pas gebruikt nadat bij de donor met zekerheid is vastgesteld dat hij geen drager is van HIV of hepatitis B en C virus. De spermabank wordt beheerd door Prof. Dr. F. Comhaire, afdeling Endocrinologie, Andrologie van het UZ-Gent. Hij is verantwoordelijk voor de selectie van de donoren en de kwaliteit van het donorsperma. In het bijzonder wordt hiermee bedoeld dat de donor niet belast is met opspoorbare erfelijke afwijkingen en dat het sperma vrij is van overdraagbare infectieziekten. Het spreekt vanzelf dat ook donorinseminatie niet een louter medische aangelegenheid is, maar dat dit beide partners raakt op alle vlakken van hun persoonlijk leven en hun samenleven. Niet alleen het vruchtbaarheidsprobleem zelf moet daarbij verwerkt worden, maar bovendien ook het besef dat om tot een oplossing te komen een andere partij (de donor) moet worden ingeschakeld. Het is dan ook aangewezen hieraan de nodige aandacht te besteden en zo nodig specifieke psychologische begeleiding te voorzien. Een dergelijke afweging dient ook de leidraad te zijn bij de volgende vormen van medisch begeleide bevruchting: eiceldonatie of embryodonatie. FERTILITEITSCENTRUM
Vroeger werd inseminatie met donorsperma als een mogelijke behandeling voor onvruchtbaarheid voorgesteld wanneer de man hetzij geen zaadcellen had of de kwaliteit ervan zo slecht was dat een zwangerschap met eigen sperma omzeggens uitgesloten was. Dankzij de ontwikkeling van ICSI, TESE en MESA, gebeurt het nog uiterst zelden dat deze behandeling ter sprake moet worden gebracht. ]n andere en zeldzame gevallen kan inseminatie met donorsperma aangewezen zijn om erfelijke ziekten bij het kind te voorkomen. Het spreekt vanzelf dat een dergelijke behandeling enkel wordt toegepast na grondig overleg en voorlichting en op uitdrukkelijk verzoek van het paar.
29
Eiceldonatie of embryodonatie
Eiceldonatie De indicaties om beroep te doen op eicellen van een andere vrouw om een zwangerschap tot stand te brengen zijn: aangeboren afwezigheid van eicellen, vroegtijdige menopauze (vroegtijdig verlies van de reserve aan eicellen), afwijkingen van de eicellen waardoor geen bevruchting kan optreden of erfelijke belasting De leeftijdsgrens om donoreicellen te ontvangen in ons centrum is 45 jaar. In tegenstelling tot de gift van sperma is eiceldonatie een ingrijpende procedure: er moet immers een hormonale stimulatie en eicelpunctie bij de donor gebeuren. Hierdoor is het aanbod aan eiceldonoren zeer beperkt. Alhoewel slechts zeldzaam tot eiceldonatie moet worden overgegaan is de vraag naar donoreicellen beduidend groter dan het aanbod. Wanneer u om een van de bovenvermelde redenen donoreicellen nodig hebt, bestaan er twee mogelijkheden: U wordt op een wachtlijst geplaatst, waarbij U telkens een plaatsje opschuift wanneer iemand spontaan bereid is eicellen af te staan. Momenteel moet op een wachttijd van om en bij de 2 jaar gerekend worden, zodat uw maximale leeftijd op het ogenblik dat u op de lijst komt 43 jaar mag zijn. U kunt sneller geholpen worden wanneer u erin slaagt een familielid of kennis te motiveren om als donor te fungeren. Deze persoon mag maximum 35 jaar oud te zijn, moet zelf een voltooid gezin hebben, vrij zijn van erfelijke en besmettelijke ziekAZ SINT-LUCAS
30
ten en moet bereid zijn een IVF-procedure te doorlopen. Wanneer twee of meerdere koppels die voor eiceldonatie in aanmerking komen een donor hebben aangebracht zullen de eicellen van uw donor worden ingeruild tegen de eicellen van een voor u anonieme donor. Dit wordt wisseldonatie genoemd, zodat steeds de anonimiteit bewaard blijft. Als een vrouw in aanmerking komt voor eiceldonatie, zal zij samen met haar partner eerst een uitgebreid gesprek hebben met de psycholoog. Ook elk koppel dat in ons centrum een IVF-behandeling start en waarbij een redelijk aantal eicellen wordt verwacht, krijgt de mogelijkheid om vrijwillig overtollige eicellen af te staan voor anonieme donatie. In uitzonderlijke gevallen (bvb. omwille van huidskleur) kan gekende eiceldonatie overwogen worden.
Embryodonatie Uitzonderlijk bestaat er bij beide partners een onoplosbaar vruchtbaarheidsprobleem waarbij geen eicellen of zaadcellen kunnen worden bekomen of waarbij geen embryos van voldoende kwaliteit kunnen bekomen worden. Om hieraan te verhelpen kan anonieme schenking van embryos aan een ander koppel worden overwogen. Dit kan enkel na uitdrukkelijke toestemming van zowel het koppel dat het embryo ontvangt als van het koppel dat het embryo schenkt. In de praktijk gaat het hier enkel om ingevroren embryos die kort na een natuurlijke eisprong of na gepaste voorbereiding van de baarmoeder worden ontdooid en teruggeplaatst. De beslissing om tot embryodonatie over te gaan, wordt eveneens begeleid door de psycholoog.
Medische voorzorgen
Het spreekt vanzelf dat een gezond leven met voldoende lichaamsbeweging, een evenwichtige voeding en een goede nachtrust belangrijk zijn voor de algemene gezondheid. Zij vormen ook de optimale omstandigheden om zwanger te worden. Alcoholgebruik dient beperkt te worden. Roken is niet alleen schadelijk voor de ongeboren vrucht, maar hoge hormoonspiegels in combinatie met roken verhoogt het risico op thrombose. Roken wordt dus best gestopt.
Controle van infecties bij beide partners Zowel voor het koppel als voor het personeel dat in contact komt met bloed, zaadcellen en eicellen is het noodzakelijk te weten of dit biologisch materiaal vrij is van besmetting met het HIV enlof hepatitis B en C virus. Daarom wordt voor de aanvang van de behandeling van beide partners een bloedstaal afgenomen om de eventuele aanwezigheid van de bovengenoemde virussen op te sporen. Indien u dit onderzoek niet wenst te ondergaan dient u dit uitdrukkelijk te vermelden vóór de behandeling wordt gestart.
Genetisch onderzoek Wanneer een vermoeden bestaat dat er bij een van de partners een genetische afwijking bestaat is een genetisch onderzoek wenselijk. Vooral bij ernstige mannelijke onvruchtbaarheid is het aangewezen om na te gaan of hiervoor een erfelijke oorzaak bestaat.
Pre-operatief onderzoek Zoals u intussen weet, gebeurt de eicelpunctie onder een lichte verdoving. Zoals bij elke heelkundige ingreep onder narcose dient daarom pre-operatief onderzoek te gebeuren ten behoeve van de anesthesist. Meestal is dit beperkt tot een bloedonderzoek. Wanneer u algemene gezondheidsproblemen heeft waarvoor u medicatie neemt (bvb. hoge bloeddruk, suikerziekte, asthma,...) dan dient u dit te vermelden, want dan kan het pre-operatief onderzoek uitgebreider zijn.
Preventie van afwijkingen van het zenuwstelsel bij het kind De kans dat er tijdens de zwangerschap een stoornis optreedt in het sluiten van de ruggegraat, bedraagt ongeveer 1 op 1.000. De aanwezigheid van een open ruggetje geeft het kind een blijvende handicap. Recent onderzoek heeft aangetoond dat de meerderheid van de gevallen van open rug ontstaan door een tekort aan foliumzuur tijdens de eerste weken van de zwangerschap. Alhoewel de meeste vrouwen via de voeding (o.a. graanproducten, bladgroenten, peulvruchten, lever) vermoedelijk voldoende foliumzuur innemen, raadt men nu alle vrouwen die een zwangerschap nastreven aan een supplement van foliumzuur in te nemen. Hierdoor is het aantal gevallen van kinderen met open rug sterk verminderd. Deze behandeling start best enkele weken voor de bevruchting en moet worden doorgenomen tot de 10de zwangerschapsweek. Foliumzuur kan zonder voorschrift in uw apotheek verkregen worden.
FERTILITEITSCENTRUM
Algemene gezondheid
31
Psychosociale begeleiding
Als u dit wenst, kan u advies vragen en begeleiding krijgen bij de psychosociale aspecten van vruchtbaarheidsbehandeling. Hiervoor kan u niet alleen te rade gaan bij de gynaecoloog of de verpleegkundige, maar bovendien kan u hiervoor specifiek ook een psycholoog aanspreken. Het is volkomen normaal wanneer u sterk gedreven bent door uw kinderwens. Zolang u niet weet of u uiteindelijk kinderen zal krijgen, bent u geneigd en bereid hierin ver te gaan. De angsten en zorgen die hiermee samengaan kunnen soms onverwacht sterk zijn. De moed en het optimisme zakt dan ook wel eens weg. Inderdaad, elke vruchtbaarheidsbehandeling is een aaneenschakeling van momenten van sterke hoop, verwachting en blijdschap, met ogenblikken van diepe teleurstelling en droefheid. Een eerste vereiste om aan de stress van een vruchtbaarheidsbehandeling te kunnen het hoofd bieden is het beschikken over een gezonde portie realisme. Houd daarom zoveel mogelijk de cijfers voor ogen (35% kans op zwangerschap betekent ook 65% kans dat er geen zwangerschap is), probeer zwangerschap op zich niet als enig levensdoel te beschouwen (geef zeker je job niet op bij de start van de IVF) en tot slot neem iemand in vertrouwen waarbij je je hart kunt uitstorten. In zekere mate kunnen hierin behulpzaam zijn: je partner, de arts die de behandeling begeleidt, je huisarts, de psychologe, een familielid, een goede vriend of vriendin, een zelfhulpgroep, ...
AZ SINT-LUCAS
32
Blijf in ieder geval praten en krop niet op: praten vermindert altijd de stress en lucht op, gesprekken kunnen verhinderen dat de ontgoochelingen en het verdriet tot echte depressie leiden. Begeleiding bij de verwerking van mislukking, verlies of rouw is een belangrijke factor om nadien samen weer verder te kunnen. Het verwerken van het vruchtbaarheidsprobleem op zich kan al een zware dobber zijn, maar daarnaast kan er ook binnen de relatie een onevenwicht ontstaan in het verwerkingsproces: de ene partner verwerkt sneller dan de ander, de ene partner worstelt meer met schuldgevoelens dan de ander, de ene is geneigd verder te gaan in de behandeling dan de ander, ... De fysische en psychische belasting van medisch begeleide bevruchting zal ook vaak een verstoring van het normale sexleven van het koppel teweegbrengen, hetgeen opnieuw tot spanningen kan leiden binnen de relatie. Het spreekt vanzelf dat in heel deze problematiek een gesprekspartner zoals een psycholoog zinvol kan zijn. Om de vicieuze cirkel van angsten en zorgen spierspanning lichamelijke klachten meer angsten en zorgen ... te doorbreken of om de spanning te reduceren tijdens de behandeling, kan de psychologe spierrelaxatietherapie toepassen.
Fertiliteitscentrum AZ Sint-Lucas (Straat 1) Tel. 09/224.64.29 Spreekuur op afspraak
Praktijk Privaat GSM Fax e-mail
dinsdag voormiddag 09.00 12.00 h donderdag voormiddag 09.00 12.00 h andere dagen: indien vereist voor de behandeling 09/220.20.88 09/385.80.39 0495/50.20.89 09/385.43.66
[email protected]
Dr. A. Onghena, gynaecoloog Polikliniek Gynaecologie AZ Sint-Lucas (Straat 30) Tel. 09/224.63.80 Spreekuur op afspraak
Praktijk Privaat GSM
woensdag namiddag 14.00 18.00 h donderdag namiddag 14.00 18.00 h andere dagen: indien vereist voor de behandeling 09/329.83.43 09/238.17.94 0476/29.91.19
Dr. L. Merckx, uroloog Polikliniek Urologie AZ Sint-Lucas Tel. 09/224.66.50 Spreekuur op afspraak
IVF-laboratorium UZ (P3, 2de verdieping) Tel. 09/240.31.39 Fax 09/240.49.72
Mevr. Nadia Vanderstraeten, psychologe Tel. 09/231.39.35
FERTILITEITSCENTRUM
Hoe kan u ons bereiken?
Dr. T. Coetsier, gynaecoloog
33
Nuttige contacten
Gent Merelbeke Drongen, Mariakerke, Wondelgem Gentbrugge, Ledeberg, Sint-Amandsberg Lochristi, Oostakker, Sint-Kruis-Winkel Zottegem Aalter Deinze
09/265.75.75 09/231.30.33 09/236.36.37 09/229.18.81 09/356.60.60 09/360.81.81 09/375.30.50 09/386.47.12
Bond Moyson (thuisverplegingsdienst) Algemeen nummer wachtdienst Gent Wachtdienst Gent Aalst-Oudenaarde Wachtdienst Aalst-Oudenaarde Sint-Niklaas
078/15.01.60 09/265.59.00 09/265.59.00 09/364.98.11 09/364.98.98 03/760.35.00
Oost-Vlaamse Meerlingenstudie (twin-telefoon) Vragen, documentatie, praktische info, begeleiding... bij meerlingzwangerschappen Tel. 016/34.58.65 Tel. 09/234.07.19
Gents adoptiecentrum
Tel. 09/229.31.00 Fax 09/228.86.89
Contactgroepen voor mensen met vruchtbaarheidsproblemen SARA (Paul en Frieda Dewickere Franck) Tel. 03/652.03.39
Alice en de drie Es Tel. 02/345.49.65 Di en do namiddag
Zelfhulpgroep eiceldonatie Johan en Lisa Postbus 28, 2400 Mol Tel. 075/986175 e-mail:
[email protected]
Interessante websites http://www.freya.nl Nederlandse zelfhulpgroep voor mensen met vruchtbaarheidsproblemen http://www.ferti.net/nl Nederlandse site met algemene fertiliteitsinfo http://www.eshre.com European Society for Human Reproduction and Embryology http://www.arsm.org American Society of Reproductive Medicine http://fertilitext.org Algemene informatie (USA-getint) http://www.inciid.org International Council on Infertility Information Dissemination (USA-getint) http://visembryo.com Embryonale ontwikkeling in beeld
FERTILITEITSCENTRUM
Wit-Gele Kruis (thuisverplegingsdienst)
35
Literatuur Intens verlangen naar een kind IVF: ervaringen met reageerbuisbevruchting Rob Bots en Piet Kaashoek ISBN 90-215-2834-7 In dit boek staan de ervaringen van mensen met reageerbuisbevruchting centraal. Het bevat naast persoonlijke ervaringen ook brieven, gedichten, antwoorden op vragen en het geeft bovendien adviezen aan eenieder die over IVF meer te weten wil komen. De Stille Tuin Paul en Frieda Dewickere Franck ISBN 90-6152-856-9 Eerlijke getuigenis van een koppel, tevens oprichters van de zelfhulpgroep SARA, over hun ervaringen tijdens vruchtbaarheidsbehandeling en het verwerken van ontgoochelingen. Wanneer het verdict valt dat hun tuin nooit zal gevuld worden met stoeiend gejoel, begint een lang en indringend rouwproces. Het duurt tot de dag dat men ontdekt dat men ook anders vruchtbaar kan zijn ondanks het gemis. Stoppen of doorgaan? Omgaan met ongewenste kinderloosheid Emmelie van Asten en Myra van Zwieten ISBN 90-652-3088-2 Gedurende vruchtbaarheidsbehandelingen staan patiënten vaak voor moeilijke keuzes. Zij verlangen een kind, maar tegelijkertijd twijfelen ze hoe ver ze in de medische aanpak willen gaan. In het boek pleiten de auteurs ervoor dat ongewenst kinderloze paren zoveel mogelijk hun eigen keuzes maken. Met hun boek reiken zij de hand aan alle paren die bewust en actief met hun ongewenste kinderloosheid willen omgaan. AZ SINT-LUCAS
36
Als zwanger worden niet snel lukt. Oorzaken, mogelijkheden, kansen José Sagasser ISBN 90-269-6483-8 Van kinderen nemen is niet altijd sprake. Dit boek is be stemd voor echtparen met vruchtbaarheidsproblemen. Het geeft aan wat er tegenwoordig aan te doen is en welke stappen mensen kunnen ondernemen als er maar geen baby komt. Een kwestie van leven Robert Edwards en Patrick Steptoe ISBN 90-204-3208-7 Het verhaal van de eerste proefbuisbaby door de artsen verteld. Een leven zonder kinderen Frank van Balen ISBN 90-255-0062-5 Ongewilde kinderloosheid: beleving, stress en aanpassing; onderzoeksrapport. Het perfecte kind André Kalden en Peter Beker ISBN 90-6523-080-7 Een compleet tijdsdocument over de medische, juridische en met name ethische aspecten van kunstmatige voortplanting en genetische selectie. Kindje ja, kindje nee Jeanette van den Noort Uitgeverij Boom, Meppel Over keuzes: wel of niet KID, IVF, adoptie.
Bijlage 1 Ondergetekenden
Mevrouw Partner van de Heer
Informed consent vruchtbaarheidsbehandeling en deelaspecten ervan.
verklaren de informatiebrochure te hebben gelezen en begrepen en voldoende gelegenheid gehad te hebben eventuele vragen te laten beantwoorden. Handtekeningen
Ondergetekende
Mijnheer Partner van Mevrouw vraagt hierbij om zaadcellen, bekomen in het kader van een vruchtbaarheidsbehandeling, in te vriezen voor een periode van 2 jaar. Handtekening
Ondergetekenden
Mevrouw Partner van de Heer vragen hierbij om embryos bekomen in het kader van een vruchtbaarheidsbehandeling in te vriezen voor een periode van 2 jaar. Handtekeningen
Ondergetekenden
Mevrouw Partner van de Heer vragen hierbij uitdrukkelijk om het gebruik van donorsperma bij de vruchtbaarheidsbehandeling. Handtekeningen
Datum
Bijlage 2 Overzicht van de activiteiten en de resultaten van het Centrum 1993 - 1997
Kans op zwangerschap en leeftijd Tot de leeftijd van 36 jaar blijft de zwangerschapskans per cyclus vrij constant. Daarna treedt een geleidelijke daling op. Dit heeft te maken met de verminderde eicelkwaliteit na 37 jaar.
Kans op zwangerschap en aantal eicellen De kans op zwangerschap hangt nauw samen met het aantal eicellen dat wordt bekomen. Vanaf 15 tot 20 eicellen stijgt deze kans evenwel niet verder. Ideaal streeft men dus naar 10 tot 15 eicellen.
Globale kans op zwangerschap per IVF/ICSI cyclus De zwangerschapskans is vrij constant gedurende de eerste 4 behandelingscycli, wat te verwachten is vermits het toeval een grote rol speelt. Cumulatief bekomt men 80% zwangerschappen binnen de eerste vier cycli.
AZ SINT-LUCAS
38
Risico op meerlingzwangerschap en aantal embryo's teruggeplaatst Bij vrouwen die zwanger worden na terugplaatsing van 3 embryos is de kans op een drieling 6%. In gunstige gevallen plaatst men daarom bij voorkeur 2 embryos terug. Soms is het zelfs aan te raden slechts 1 embryo terug te plaatsen.
Uitkomst zwangerschap na IVF/ICSI Zoals in de natuurlijke situatie zijn 74% van alle beginnende zwangerschappen evolutief (doorgaand). Een 7% eindigt in een zeer vroeg miskraam (biochemisch, t.t.z. nog niet klinisch waarneembaar), 17% eindigt in een klinisch miskraam en 2% zijn buitenbaarmoederlijk.
De zwangerschapskans is vrij constant gedurende de eerste 3 behandelingscycli, wat te verwachten is vermits het toeval een grote rol speelt. Cumulatief bekomt men 35% zwangerschappen binnen de eerste 3 cycli.
FERTILITEITSCENTRUM
Globale kans op zwangerschap per inseminatiecyclus
39
dotplus
Fertiliteitscentrum AZ Sint-Lucas
Groenebriel 1 9000 Gent 09/224.61.11 Verantwoordelijke: Tom Coetsier In samenwerking met IVF laboratorium UZ Gent Dir. Prof. Dr. M Dhont