Regeling Klachtencommissie Ongewenst Gedrag SintLucas
Vastgesteld door het College van Bestuur Inwerking getreden op 7 oktober 2013
Artikel 1: Begripsbepalingen 1. Agressie en geweld:
2. Beklaagde: 3. Commissie: 4. College van Bestuur: 5. Discriminatie:
6. Instelling: 7. Klacht:
8. Klager: 9. Ongewenst gedrag:
10. Pesten:
11. Regeling: 12. Seksuele intimidatie:
13. Stress: 14. Werknemer:
voorvallen waarbij een leerling/ student of werknemer psychisch, fysiek of verbaal wordt lastig gevallen, bedreigd of aangevallen; degene tegen wie de klacht is gericht; de Klachtencommissie Ongewenst Gedrag; Het orgaan zoals bedoeld in artikel 9.1.4. lid 1 Wet educatie en beroepsonderwijs tevens Bevoegd Gezag; het maken van onderscheid wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook zonder dat daarvoor een objectieve rechtvaardigingsgrond is aan te wijzen; Locaties van SintLucas; een schriftelijke uiting van ongenoegen over de wijze waarop een werknemer of een leerling/ student zich in een bepaalde aangelegenheid jegens de klager of een ander ongewenst heeft gedragen die voldoet aan de eisen van artikel 10 van deze regeling; degene die een klacht indient over ongewenst gedrag; onder ongewenst gedrag wordt in ieder geval begrepen seksuele intimidatie, agressie en geweld, pesten en discriminatie, onder omstandigheden die rechtstreeks verband houden met het verrichten van studie of arbeid, die stress teweeg brengen; vormen van intimiderend gedrag met een structureel karakter van een of meerdere leerlingen/ studenten of werknemers gericht tegen een (groep van) leerling(en)/ student(en) of werknemer(s); de Regeling Klachtencommissie Ongewenst Gedrag van de SintLucas; enige vorm van verbaal, non-verbaal of fysiek gedrag met een seksuele connotatie dat als doel of gevolg heeft dat de waardigheid van een persoon wordt aangetast, in het bijzonder wanneer een bedreigende, vijandige, beledigende, vernederende of kwetsende situatie wordt gecreëerd; een toestand die als negatief ervaren lichamelijke, psychische of sociale gevolgen heeft; degene die bij de instelling werkzaam is (geweest) uit hoofde van een dienstverband dan wel een andere titel;
Artikel 2: Werkingssfeer
Deze regeling is van toepassing op leerlingen/ studenten en werknemers die geconfronteerd worden (werden) met ongewenst gedrag. De regeling is eveneens van toepassing op externe relaties van SintLucas, voor zover het ongewenst gedrag leidt tot een aantasting van een veilige leer-werkomgeving van leerlingen/ studenten en medewerkers voor zover deze binnen de zorgplicht van SintLucas valt.
Artikel 3: Vertrouwelijkheid 3.1 3.2
Op basis van deze regeling ingediende en behandelde klachten zijn vertrouwelijk. Alle betrokkenen zijn buiten het onderzoek op grond van de regeling verplicht tot geheimhouding van hetgeen met hen besproken is en hetgeen hen over de klacht bekend is.
Pagina 2 van 6
Artikel 4: Taken en bevoegdheden College van Bestuur 4.1
4.2 4.2 4.4
Het College van Bestuur legt klachten zoals bedoeld in artikel 1 sub 8 voor behandeling en advisering voor aan de Commissie. Indien en voor zover een klacht betrekking heeft op een lid van het College van Bestuur zal het College van Bestuur de Voorzitter van de Raad van Toezicht hierover informeren. Het College van Bestuur draagt er zorg voor, dat de leden van de Commissie voldoende deskundigheid (kunnen) hebben en behouden. Het College van Bestuur biedt de Commissie de faciliteiten die nodig zijn voor het behandelen en afhandelen van de klachten waarbij de instelling betrokken is. Het College van Bestuur draagt de kosten, die in het kader van deze regeling worden gemaakt.
Artikel 5: Samenstelling Commissie 5.1 5.2 5.3 5.4
De Commissie bestaat uit een voorzitter en twee leden. In de Commissie dienen zowel mannen als vrouwen zitting te hebben. De Commissie dient zo te zijn samengesteld, dat voldaan wordt aan de eisen van onafhankelijkheid en objectiviteit. De Commissie heeft steeds zitting met drie leden.
Artikel 6: Eisen leden Commissie 6.1.
De leden van de Commissie: a. hebben op grond van hun werkkring, ervaring en/of opleiding, inzicht in de verschillende aspecten van problemen die kunnen leiden tot een klacht; b. beschikken over voldoende psychosociale kennis; c. zijn niet werkzaam bij de instelling; d. zijn verplicht tot geheimhouding van wat hen in verband met de werkzaamheden als Commissielid ter kennis komt e. zijn van onberispelijk gedrag; f. overleggen een geldige Verklaring Omtrent Gedrag, voor zover zij niet in actieve dienst zijn van de Rechterlijke Macht.
Artikel 7: Benoeming en ontslag Commissie 7.1
De leden worden door het College van Bestuur voor een termijn van vier jaar benoemd en zijn bij het verstrijken daarvan telkens terstond herbenoembaar. 7.2 De voorzitter en plaatsvervangend voorzitter worden door de leden gezamenlijk voorgedragen. 7.3 Op verzoek van een lid zal hem door het College van Bestuur ontslag worden verleend. 7.4 De bestuurder heeft voor de leden van een Commissie de leeftijdsgrens op 67 jaar gesteld. 7.5 Een lid zal worden ontslagen uit zijn functie als: a. hij uit hoofde van ziekte of gebreken blijvend ongeschikt is zijn functie te vervullen dan wel niet meer voldoet aan de eisen zoals opgenomen bij artikel 6; b. hij bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak wegens misdrijf is veroordeeld; Alvorens ontslag op grond van sub a dan wel sub b wordt verleend, zal het lid van dit voornemen tot ontslag in kennis worden gesteld en wordt hij in de gelegenheid gesteld zich ter zake te doen horen.
Artikel 8: Taken en bevoegdheden van de Commissie 8.1 8.2
8.3.
De Commissie doet onderzoek naar de ontvankelijkheid van een klacht. Wanneer een (formele) klacht nog niet aan de vereisten in artikel 10 voldoet, stelt de Commissie klager in de gelegenheid zijn klacht aan te vullen. De Commissie doet onderzoek naar een klacht, hoort hiertoe de personen respectievelijk partijen die zij van belang acht en brengt vervolgens een verslag van haar bevindingen alsmede een schriftelijk advies uit aan het College van Bestuur.
Pagina 3 van 6
8.4 8.5
De Commissie kan het College van Bestuur adviseren om deze regeling aan te passen. Jaarlijks wordt door de Commissie een verslag opgemaakt met betrekking tot de activiteiten van de Commissie. In dat verslag wordt in geanonimiseerde zin en met inachtneming van de ter zake geldende wettelijke bepalingen gemeld: a. het aantal en de aard van de meldingen van een vermoeden van een misstand; b. het aantal meldingen dat niet tot een onderzoek heeft geleid; c. het aantal onderzoeken dat de Commissie heeft verricht; d. het aantal adviezen en de aard van de adviezen die door de Commissie zijn uitgebracht. Dit jaarverslag wordt door het College van Bestuur openbaar gemaakt.
Artikel 9: Rechten betrokkenen
Klager en beklaagde kunnen zich laten bijstaan.
Artikel 10: Indiening klacht, termijn en inhoud 10.1
10.2
10.3
10.4
Een klacht wordt bij de Commissie schriftelijk en met redenen omkleed ingediend. Dit kan per mail of per post via de contactpersoon klachten. De klacht bevat: a. Naam, adres en woonplaats van de klager b. de dagtekening c. een beschrijving van de confrontatie met het ongewenste gedrag; d. in geval van indiening door een gemachtigde, een door klager gedateerde en ondertekende machtiging. Daarnaast bevat de klacht zo mogelijk: e. de naam van beklaagde; f. wanneer het ongewenste gedrag heeft plaatsgevonden; g. een beschrijving van de reeds gezette stappen, waaronder het contact met de vertrouwenspersoon. De voorzitter van de Commissie stelt de klager in kennis van eventuele door hem gepleegde verzuimen bij het ingediende klaagschrift en nodigt hem uit deze binnen een door de voorzitter te stellen termijn te herstellen. Ingeval de klager niet binnen die termijn de door hem gepleegde verzuimen heeft hersteld, wordt de klacht kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. De klager krijgt binnen twee weken bericht van ontvangst van de klacht.
Artikel 11: Termijnen
De Commissie behandelt de klacht in beginsel binnen maximaal 10 weken na ontvangst ervan. Als de termijn niet haalbaar blijkt te zijn, kan de Commissie de termijn voor maximaal 4 weken verlengen onder mededeling daarvan aan klager en beklaagde.
Artikel 12: Horen 12.1
12.2
12.3
Klager en beklaagde krijgen van de Commissie de gelegenheid te worden gehoord, tenzij ze schriftelijk afzien van het recht om gehoord te worden, dan wel de klacht door de Commissie kennelijk ongegrond wordt geoordeeld. Het horen vindt plaats in elkaars aanwezigheid, tenzij naar het oordeel van de Commissie gezamenlijk horen een zorgvuldige klachtbehandeling belemmert, dan wel de Commissie verwacht dat feiten of omstandigheden naar voren zullen komen, waarvan geheimhouding om gewichtige redenen is vereist. Van de hoorzitting wordt een verslag gemaakt, dat door de voorzitter van de Commissie wordt ondertekend.
Pagina 4 van 6
12.4
12.5 12.6 12.7
Als klager en beklaagde afzonderlijk gehoord worden is de procedure als volgt: a. De Commissie verzoekt beklaagde, binnen 10 werkdagen na dagtekening van het verzoek, schriftelijk te reageren op het klaagschrift en stuurt de reactie vervolgens onverwijld aan de klager; b. de afzonderlijke hoorzitting vindt plaats op basis van het klaagschrift en de reactie; c. het verslag van deze afzonderlijke hoorzittingen wordt aan partijen gezonden; d. klager en beklaagde hebben 5 werkdagen na dagtekening van toezending ervan de gelegenheid schriftelijk te reageren op de verslagen. De reacties worden door de Commissie gelijktijdig aan partijen verzonden. Hoorzittingen zijn niet openbaar. Op verzoek van klager, beklaagde en/of de Commissie kunnen getuigen en/of deskundigen gehoord worden. Indien de Commissie van oordeel is dat klager en/of beklaagde nader gehoord dien(t)en te worden alvorens een advies aan het College van Bestuur kan worden verstrekt, nodigt zij klager en/of beklaagde hiertoe uit.
Artikel 13: Advies van de Commissie 13.1
13.2
13.3
Een advies van de Commissie bevat tenminste: a. de naam en het adres van klager; b. de naam en het adres van beklaagde; c. de uitkomst van het door de Commissie verrichte onderzoek; d. de motivering op grond waarvan de Commissie tot het advies is gekomen; e. het verslag respectievelijk de verslagen van de hoorzittingen. Indien de klacht hiertoe aanleiding geeft, kan het advies tevens bevatten: a. een advies over de te nemen maatregel(en) of sanctie(s) binnen de voor de instelling geldende wettelijke bepalingen en vigerende CAO; b. een advies over het nazorgtraject. De Commissie stuurt het advies naar het College van Bestuur en deelt klager en beklaagde mee dat het advies naar het College van Bestuur is gestuurd.
Artikel 14: Beslissing College van Bestuur 14.1
14.2 14.3 14.4
Het College van Bestuur stuurt het advies van de Commissie en zijn daarop gebaseerde besluit binnen 10 werkdagen na dagtekening van het advies, aan klager en beklaagde. Als het besluit van het College van Bestuur afwijkt van het advies van de Commissie deelt het College van Bestuur klager en beklaagde in de conclusie tevens mee, waarom wordt afgeweken. Het College van Bestuur stuurt een afschrift van zijn besluit aan de Commissie. In de mededeling van het besluit neemt het College van Bestuur tevens de beroepsmogelijkheid op, die daartegen bestaat.
Artikel 15: Onvoorziene omstandigheden
Bij onvoorziene omstandigheden beslist de Commissie naar redelijkheid en billijkheid.
Artikel 16: Wijziging 16.1 16.2
Deze regeling kan met inachtneming van de ter zake geldende voorschriften door het College van Bestuur worden aangevuld en gewijzigd. Het College van Bestuur zal wijzigingsvoorstellen ten aanzien van dit reglement aan de ondernemingsraad en (indien geïnstalleerd) de leerling/ studentenraad ter instemming voorleggen.
Pagina 5 van 6
Artikel 17: Inwerkingtreding
Het reglement is op 7 oktober 2013 door het College van Bestuur vastgesteld en is met ingang van die datum in werking getreden.
Pagina 6 van 6