COLOFOON
FEMINA Femina is een uitgave van de Stichting Vrouwenrechtswinkel Nijmegen. De Femina wordt jaarlijks uitgegeven. Redactie Özlem, Karima & Esmee Redactieadres De Vrouwenrechtswinkel Nijmegen Pontanusstraat 20 6524 HG Nijmegen Tel: 024-3240855 www.vrouwenrechtswinkelnijmegen.nl E-mailadres Vrouwenrechtswinkel:
[email protected]
Drukwerk Copyshop Radboud Universiteit Nijmegen Thomas van Aquinostraat 5 Reprorecht Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, in fotokopie of anderszins zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van art. 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb. 575, dient men de daarvoor wettelijke verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (Postbus 3051, 2130 KB).
Pagina 2
Inhoud Welkomstwoord van de redactie …………………………….………… Pag. 4 Onze medewerksters ………………….……………………................... Pag. 5 t/m 8 Lezingen ….........................………………………………………………. Pag. 9 t/m 14 Nader belicht ......................................………………………………….. Pag. 15 t/m 18 Dag uit het leven van de Vrouwenrechtswinkel .……………………. Pag. 19 & 20 Afscheidswoord ......................................………………………………. Pag. 21
Pagina 3
Welkomstwoord van de redactie Geachte lezers en lezeressen, Met trots presenteren wij u de Femina 2013 / 2014, het officiële blad van de Stichting Vrouwenrechtswinkel Nijmegen. Sinds 1986 geeft een enthousiaste groep vrouwelijke vrijwilligsters gratis juridisch advies aan vrouwen. Vooral de laagdrempeligheid van onze organisatie én het feit dat we hier alleen met vrouwen onder elkaar zijn zorgt ervoor dat al veel vrouwen de weg naar de Vrouwenrechtswinkel hebben gevonden. En niet alleen Nederlandse vrouwen kunnen bij ons terecht, ook helpen we vrouwen met andere nationaliteiten. Het is een uitdaging om juist specifieke problemen van verschillende nationaliteiten op te lossen. Dit maakt het werk voor ons alleen nog maar gevarieerder. Heel fijn is het, dat de vrouwen die naar ons toekomen verzekerd kunnen zijn dat we discreet en zorgvuldig met hun probleem omgaan. De problemen liggen vaak op het gebied van arbeidsrecht en personen- en familierecht, maar ook alle andere juridische vragen beantwoorden wij graag. Het is mooi dat de medewerksters in de praktijk hun rechtskennis kunnen gebruiken. Vooral het feit dat dit juist voor en door vrouwen wordt gedaan stimuleert onze medewerksters enorm. We zijn allemaal vrijwilliger en het geeft een goed gevoel iets voor andere vrouwen te kunnen betekenen. Dat we hier zelf ook nog wat van opsteken is natuurlijk mooi meegenomen. In deze editie maakt u onder andere kennis met enkele van onze medewerksters, stellen we een aantal veelvoorkomende problemen aan de kaak en komt u erachter hoe een spreekuur bij de Vrouwenrechtswinkel eruitziet. Namens de reactie van de Femina wensen wij u veel leesplezier en wij hopen, met al onze medewerksters, het volgend seizoen weer veel vrouwen van advies te kunnen voorzien. Esmee Rutgers Hoofd Femina Commissie
Pagina 4
Onze medewerksters Bij de Vrouwenrechtswinkel Nijmegen werken gemiddeld 20 vrijwilligsters. Dit zijn dames met verschillende leeftijden en verschillende achtergronden. Maar 1 ding hebben ze gemeen; een passie voor het helpen van andere vrouwen. Maak hier kennis met enkele van onze medewerksters en lees wat hen motiveert om bij de Vrouwenrechtswinkel te werken. Roos van der Wearden Penningmeester 1. Hoe lang ben je al werkzaam bij de Vrouwenrechtswinkel? Ik ben nu meer dan 2 jaar werkzaam bij de Vrouwenrechtswinkel. In februari 2012 ben ik begonnen. 2. Wat was voor jou de motivatie om bij de Vrouwenrechtswinkel te solliciteren? Graag wilde ik meer met recht in de praktijk bezig zijn en niet alleen studeren uit boeken. Ik heb voor de Vrouwenrechtswinkel gekozen, omdat deze een specifiek doel nastreeft. Natuurlijk is er een groot aantal vrouwen door de emancipatie veel zelfstandiger geworden, maar er blijft ook nog altijd een grote groep achter. Juist deze specifieke groep vrouwen verdient wat extra aandacht. 3. Wij zijn één van de twee Vrouwenrechtswinkels in Nederland. Waarom is het volgens jou belangrijk dat er een rechtswinkel speciaal voor vrouwen is? Vaak krijgen medewerksters van de Vrouwenrechtswinkel te horen dat wij zouden discrimineren. Ik zou het positieve discriminatie noemen. Het is niet zo zeer dat wij mannen niet willen helpen, maar wij merken dat er behoefte aan is om er specifiek voor vrouwen te zijn. De vrouwen bij ons op spreekuur vinden de sfeer binnen de rechtswinkel erg aangenaam. ‘Voor vrouwen door vrouwen’ is dan ook onze slogan. 4. Wat waren je verwachtingen van het werk bij de Vrouwenrechtswinkel? En zijn die verwachtingen werkelijkheid geworden? Specifieke verwachtingen had ik niet, maar ik ben aangenaam verrast. Er komen veel zaken voorbij vanuit allerlei verschillende rechtsgebieden. Het is leuk om te merken dat je op deze manier steeds meer kennis vergaard. Helaas komen er niet ieder spreekuur daadwerkelijk mensen op spreekuur, maar er is altijd wel een mailtje of telefoontje waar je mee aan de slag kunt. 5. Je bent bestuurslid. Wat voor extra taken brengt dat met zich mee? Als bestuurslid krijg je ook een kijkje achter de organisatie van de rechtswinkel mee. Op het moment zijn we bezig met het jaarverslag. Hierin leggen we uit wat we doen, waar we voor zijn en wat er het afgelopen jaar allemaal gebeurd is. Ook tellen we het aantal zaken en maak ik een financiële bijlage met resultatenrekening en een balans voor 2014. Vervolgens moet de subsidie ingediend worden bij de Gemeente. Als penningmeester zijn dit de taken waar je zorg voor moet dragen en dat zijn zeker niet de minst belangrijke taken.
Pagina 5
6. Kun je iets vertellen over een zaak die je is bijgebleven? Heb je deze cliënte kunnen helpen? Er zijn een aantal zaken waar veel emotie bij betrokken is. Vaak zijn dit zeer schrijnende gevallen. Vrouwen zoeken hulp m.b.t. wat hun rechten zijn. Soms kunnen wij niet zoveel voor die vrouwen doen al wij zouden willen. Ook komt eenzaamheid regelmatig voor. Die vrouwen kunnen dan nergens anders heen, ze hebben bijvoorbeeld geen ouders of familie die ze om hulp kunnen vragen. 7. Welke voordelen heb je, dankzij je werkzaamheden bij de rechtswinkel, ondervonden? Dankzij mijn werkzaamheden bij de rechtswinkel heb ik het idee dat ik wat meer van de werkelijkheid af weet. Hoe zit een zaak nou in de praktijk in elkaar. Ook zijn er nog veel fasen voordat een zaak daadwerkelijk op zitting komt bij de rechtbank. Deze fasen maken wij bij de rechtswinkel ook mee. Natuurlijk staat het ook heel goed op je CV om bij latere werkgevers en stageadressen te laten zien dat je al een tijd in de praktijk mee hebt gelopen.
Jolette Derksen Lid activiteitencommissie 1. Hoe lang ben je al werkzaam bij de Vrouwenrechtswinkel? Ik ben vanaf september 2013 werkzaam bij de Vrouwenrechtswinkel. 2. Wat was voor jou de motivatie om bij de Vrouwenrechtswinkel te solliciteren? Toen ik solliciteerde, wilde ik erg graag bij een rechtswinkel werken om meer ervaring op te doen en mijn kennis in de praktijk toe te passen. Ook leek het contact met echte cliënten me heel leuk! Ik heb toen bij de Vrouwenrechtswinkel gesolliciteerd omdat hier al een aantal vriendinnen van mij werkten en het samenwerken met een stel meiden me erg gezellig leek. 3. Hoe zien jouw werkzaamheden er als vrijwilligster bij de Vrouwenrechtswinkel uit? Mijn werkzaamheden bestaan vooral uit spreekuren draaien. Tijdens deze spreekuren komen cliënten met juridische vragen op bezoek. Zij kunnen ook een email sturen of naar ons bellen. Meestal weet ik niet meteen een antwoord op de vragen van cliënten, dus mijn werkzaamheden bestaan ook uit het uitzoeken van juridische vragen en de antwoorden vervolgens naar de cliënten toe sturen. 4. Heb je binnen de rechtswinkel een specifieke taak? Zo ja, wat houdt deze taak in? Behalve dat ik in de activiteitencommissie zit, heb ik niet een erg specifieke taak.
Pagina 6
5. Je geeft aan lid van de activiteitencommissie te zijn. Wat voor activiteiten als commissie organiseren jullie zoal? In februari hebben we voor de vrijwilligsters van de Vrouwenrechtswinkel een bingoavond met hapjes georganiseerd. Klinkt misschien suf, maar bingo is echt niet alleen voor bejaarden! Voordat de grote zomervakantie begint willen we graag nog een activiteit organiseren. Een wijnproeverij, een stadswandeling of misschien een leuk etentje. 6. Merk je dat de sfeer tussen de medewerksters onderling door deze activiteiten wordt beïnvloed? Het leuke aan een activiteit is dat je elkaar wat beter leert kennen en je het een keer niet over juridische onderwerpen hoeft te hebben. Ook spreek je mensen met wie je niet zo vaak spreekuur draait eens wat beter. Maar bovenal is het erg gezellig! Ik vind het een erg leuke groep meiden waarmee je veel kunt lachten. 7. Wat hoop je nog te kunnen bereiken tijdens je werk als vrijwilligster bij de Vrouwenrechtswinkel? Ik hoop over het algemeen dat cliënten iets met mijn advies kunnen. Ik zou nog graag een keer een interessante arbeidszaak of letselschadezaak willen krijgen, omdat ik hier door de specialisatie in mijn master wat meer van af weet. Dan heb ik helemaal het gevoel dat ik iemand kan helpen en mijn kennis kan toepassen!
Nikee Groot Lid Social Media commissie 1. Hoe lang ben je al werkzaam bij de Vrouwenrechtswinkel? Sinds februari 2013 ben ik werkzaam bij de Vrouwenrechtswinkel. 2. Waarom heb je ervoor gekozen om bij de Vrouwenrechtswinkel te werken en niet bij een algemene Rechtswinkel? Mijn keuze hiervoor had niet veel te maken met het feit dat ik speciaal iets voor vrouwen wilde betekenen. Een vriendin van mij zat destijds in het bestuur en door haar verhalen raakte ik geïnteresseerd in vrijwilligerswerk bij een rechtswinkel. Dat de Vrouwenrechtswinkel specifiek op vrouwen is gericht is een mooie bijkomstigheid. Ondanks het feit dat er wel eens gezegd wordt dat de vrouwen van tegenwoordig geëmancipeerd zijn valt dit in werkelijkheid tegen. Dit had ik in eerste instantie niet verwacht. De vrouwen die bij ons komen weten vaak absoluut niet wat hun rechten zijn als zij bijvoorbeeld gaan scheiden. Het is fijn dat wij hun kunnen helpen als zij in een lastige situatie verkeren.
Pagina 7
3. Zijn de verwachtingen die je had van het werk bij de Vrouwenrechtswinkel waargemaakt? Mijn verwachting vrouwen te kunnen helpen is deels waargemaakt. Omdat vrouwen soms niet met een specifiek juridisch probleem komen maar meer met een emotioneel probleem hebben wij ook een ondersteunende rol. 4. Heb je een specifieke taak binnen de Rechtswinkel? Ik heb geen specifieke taak binnen de Rechtswinkel, wel ben ik lid van de Social Media commissie. 5. Je geeft aan lid van de Social Media commissie te zijn. Wat doet de Social Media commissie precies? Via deze weg proberen wij de Rechtswinkel meer naamsbekendheid te geven in Nijmegen en omstreken door regelmatig wat te plaatsen op de Facebookpagina. Op deze pagina geven wij aan wanneer de spreekuren plaatsvinden en houden we mensen op de hoogte van ontwikkelingen op juridisch gebied. Door deze publiciteit hopen wij meer vrouwen te kunnen bereiken zodat zij, als zij met een juridisch probleem te kampen hebben, de weg naar ons weten te vinden. 6. Op welke doelgroep richt de Social Media commissie, en daarmee dus de Vrouwenrechtswinkel, zich? De Social Media commissie richt zich eigenlijk op alle vrouwen met alle nationaliteiten. Jong of oud, Nederlands of buitenlands; iedereen is welkom bij ons. We vinden het juist belangrijk dat ook de minder ontwikkelde vrouwen de weg naar de Vrouwenrechtswinkel weten te vinden. Vandaar wat we naast Twitter en Facebook ook nog gewoon papieren foldertjes verspreiden. 7. Ben je van mening dat de Vrouwenrechtswinkel goed wordt benaderd door vrouwen? Hoe kan het bereik eventueel worden verbeterd? Dat is nu nog niet echt het geval naar mijn mening. Het zou drukker kunnen zijn op de spreekuren door middel van bijvoorbeeld een advertentie in de regionale krant zodat men van het bestaan van de Vrouwenrechtswinkel af weet.
Pagina 8
Lezingen De medewerksters van de Vrouwenrechtswinkel vinden het belangrijk om op de hoogte te blijven van de laatste ontwikkelingen op de verschillende rechtsgebieden. Vandaar dat we zoveel mogelijk lezingen over belangrijke juridische vraagstukken proberen bij te wonen. Deze lezingen worden georganiseerd door verschillende instanties, waaronder door Rozon. Rozon is de overkoepelende organisatie voor de rechtswinkels uit regio Zuid-Oost Nederland. Voor de Femina hebben we van deze verschillende lezingen een klein verslag gemaakt. Zo kunt u ook profiteren van de kennis die wij opgedaan hebben!
Lezing Rozon - Raad voor de Rechtsbijstand Door Roos van der Waerden, penningmeester Deze lezing over de Raad voor de Rechtsbijstand werd gegeven door Ineke Klement, werkzaam bij het Regiokantoor Arnhem. Inleiding Een cliënt bij de rechtswinkel heeft een advocaat nodig en vraagt aan u wat dat gaat kosten. In Nederland kennen we gesubsidieerde rechtsbijstand. Vaak wordt er dan aan een ‘pro deo’ advocaat gedacht. Let op, deze advocaat is niet gratis. Bij gesubsidieerde rechtsbijstand betaalt de overheid een groot deel van de kosten van de advocaat. Afhankelijk van de hoogte van het inkomen en het vermogen kan een cliënt in aanmerking komen voor gesubsidieerde rechtsbijstand. Het maakt niet uit of de cliënt wel of geen rechtsbijstandverzekering heeft. De cliënt betaalt een eigen bijdrage naar draagkracht. Als een cliënt in aanmerking komt voor gesubsidieerde rechtsbijstand, dan krijgt hij/zij een besluit ofwel een toevoeging, waarin staat hoeveel de eigen bijdrage is. De advocaat kan na afloop van de zaak met deze toevoeging zijn werkzaamheden declareren bij de Raad voor de Rechtsbijstand (hierna: RvR). De advocaat moet wel ingeschreven staan bij de RvR. Raad voor de Rechtsbijstand RvR is opgericht in 1994 bestaande uit vijf Raden voor de Rechtsbijstand (ressort). Zij hielden zich bezig met het aanvragen van toevoeging van Bureaus voor de rechtshulp en het vaststellen van de vergoeding van de griffies. In 2006 ging de Wet VIValt in, sindsdien wordt er getoetst op fiscaal jaarinkomen in samenwerking met gegevens van de Belastingdienst. In 2009 werden de vijf Raden samengevoegd tot één landelijke Raad. Enkele feiten en cijfers: 36% van de bevolking komt in aanmerking voor gesubsidieerde rechtsbijstand en zo’n 7825 advocaten & 579 mediators staan ingeschreven als rechtsbijstandverleners. Het stelsel 1e lijns: Rechtshulp Juridisch Loket (kortingsregeling 52 euro op eigen bijdrage).
Pagina 9
2e lijns: Advocaten en mediators - Eenvoudig rechtskundig advies: lichte advies toevoeging (LAT). - Rechtsbijstand advies en/of procedure: reguliere toevoeging. De toevoeging moet tijdig aangevraagd worden, achteraf wordt niet meer toegevoegd. Dit is terug te vinden in artikel 28 lid 1 sub a Wet op de Rechtsbijstand (Wrb). Er wordt getoetst op drie punten: inkomen, vermogen en soort zaak (inhoudelijk). Pas als de cliënt op alle drie de punten groen licht krijgt komt hij/zij in aanmerking voor de toevoeging. 1. Inkomen en vermogen Als eerste worden de persoonsgegevens gecontroleerd bij de Gemeentelijke Basisadministratie (GBA) van de aanvrager en de huidige partner. Na akkoord GBA wordt het verzoek doorgestuurd naar de Belastingdienst. De RvR ontvangt van de belastingdienst het verzamelinkomen en de vermogensgegevens over het jaar T – 2 (jaar aanvraag minus 2 jaar). Waarom minus 2 jaar? Gegevens van het lopende kalenderjaar zijn nog niet bekend bij de belastingdienst en gegevens minus 1 jaar zijn doorgaans nog niet door de Belastingdienst vastgesteld. Bij echtscheiding, waar we bij onze rechtswinkel vaak mee te maken hebben, wordt er niet meer uitgegaan van het verzamelinkomen, maar worden de partners geïndividualiseerd en aangemerkt als alleenstaand. Er wordt altijd gekeken naar de huidige situatie. In geval er een nieuwe partner aanwezig is wordt het inkomen van beide uit 2011 bij elkaar opgeteld. Peiljaarverlegging aanvragen is mogelijk wanneer het inkomen minimaal 15% verlaagd is ten opzichte van het huidige kalenderjaar (T). 2. Inhoudelijke beoordeling Artikel 12, 28, 32 en 44 Wrb zijn hierbij van belang. Er wordt gekeken naar de zelfredzaamheid van de rechtzoekende, de te verrichten werkzaamheden, er moet sprake zijn van een geschil met juridische / feitelijke complexiteit en er moet een financieel belang zijn. Resultaatsbeoordeling: Raad kan de toevoeging weer intrekken als het resultaat van de zaak een vordering of een geldsom ter hoogte van tenminste 50% van het heffingsvrij vermogen betreft. Let op: de rechtzoekende moet dan alsnog de kosten voor de rechtsbijstand zelf betalen. Belangrijke websites: http://kenniswijzer.rvr.org, www.rvr.org
Pagina 10
Workshop Vrouwenrechten Door Esmee Rutgers Op 7 november 2013 hebben we met een aantal medewerksters van de Vrouwenrechtswinkel een workshop over het inzetten van mensenrechten voor verandering in Velp bijgewoond. Deze workshop werd verzorgd door Margreet de Boer en Anne-Floor Dekker. Margreet de Boer is deskundige op het gebied van het VN- Vrouwenverdrag en werkt bij Rights4Change. Anne FloorDekker is werkzaam bij de Vluchtelingen Organisaties Nederland en coördinator van het Changemakers-programma. De workshop werd georganiseerd voor organisaties in Oost-Nederland die op lokaal niveau opkomen voor de belangen van vrouwen, dus als Vrouwenrechtswinkel konden wij natuurlijk niet ontbreken. Mensenrechten Aan het begin van de workshop kregen we informatie over mensenrechten in het algemeen. Mensenrechten zijn rechten die ieder mens heeft, simpelweg omdat hij of zij mens is. Mensenrechten hebben een aantal belangrijke kenmerken. Zo zijn ze fundamenteel, onvervreemdbaar, universeel, ondeelbaar en ze bestaan van zichzelf. Het feit dat ze uit zichzelf bestaan wil dus zeggen dat het niet uitmaakt of ze in een vedrag zijn vastgelegd, ieder mens kan er een beroep op doen. We kunnen een onderscheid maken tussen verschillende soorten mensenrechten. Zo zijn er rechten die beschermen tegen de overheid. De overheid moet zich onthouden van ingrijpen. Deze rechten noemen we burgerlijke- en politieke rechten. Ook zijn er rechten die juist vragen om actieve overheidsinzet. Deze worden ook wel sociaal- economische rechten genoemd. Mensenrechten zijn vastgelegd in verdragen. In die verdragen worden aan een overheid verplichtingen opgelegd om de mensenrechten te waarborgen. De kern van die verplichting kan als volgt worden omschreven: ‘To respect, protect, fulfill and promote human rights, and to act with due diligence on violations by non-state actors’ Verdragen waarin mensenrechten zijn opgenomen zijn o.a. het Vluchtelingenverdrag, het Verdrag tegen rassendiscriminatie en het Anti-folteverdrag. Een voor ons erg belangrijk verdrag waarin mensenrechten zijn opgenomen is het VNVrouwenverdrag. VN – Vrouwenverdrag Algemene mensenrechtenverdragen bevatten anti-discriminatiebepalingen. Dat wil zeggen dat alle rechten voor alle mensen gelden, ongeacht sekse. Velen zullen zich daarom afvragen waarom vrouwenrechten dan nogmaals in een apart verdrag zijn opgenomen. In de praktijk bleek dat de situatie van vrouwen ten opzichte van
Pagina 11
mannen na de werking van mensenrechtenverdragen nauwelijks verbeterde, vrouwen hadden minder mogelijkheden om van hun rechten te genieten. Daarom is in 1979 het VN-Vrouwenverdrag gesloten ter bescherming en promotie van Rechten van Vrouwen. Dit verdrag is enkel voor vrouwen en ziet op zowel burgerlijke als sociaal-economische rechten. Met dit verdrag wordt ten eerste beoogd om formele gelijkheid tussen mannen en vrouwen te bewerkstellingen. Ten tweede ziet dit verdrag op de verbetering van de positie van vrouwen en tot slot moet met dit verdrag de traditionele rolpatronen tussen mannen en vrouwen bestreden worden. De Nederlandse overheid heeft dit verdrag ondertekend, en heeft daarom de verplichting om vrouwen te beschermen tegen discriminatie en maatregelen te nemen om de positie van vrouwen te verbeteren. Verandering Na een korte pauze, waarin we kennis hebben gemaakt met de andere deelneemsters, hebben we stil gestaan bij 'verandering': welke veranderingen wil je bereiken, en welke aangrijpingspunten zijn daarvoor? Het Changemakers programmama, welke onderdeel is van de Vluchtelingen Organisaties Nederland, zorgt voor verandering. Het Changemakers programma is opgericht met het idee dat mensen zelf de ambassadeurs zijn van hun mensenrechten. Samen met hulpbehoevende mensen maakt Changemakers een strategisch plan om de problemen van deze mensen aan te pakken. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de ATSPAR-methode. De A staat voor Analyse, de T staat voor Target, de S staat voor Strategie, de P staat voor Plan, de A staat voor Actie en de R staat voor Reflectie. Het Changemakers programma heeft met behulp van zijn aanpak al vele mensen de hulp kunnen bieden die zij nodig hadden. Stappenplan Aan het eind van de cursus hebben we kennis gemaakt met een stap-voorstapmethode om mensenrechten zelf bij onze werkzaamheden te gebruiken. Stap 1: Wat is het probleem? Stap 2: Aan welke mensenrechten raakt het probleem? Stap 3: Welk lokaal beleid is van invloed of kan van invloed zijn op het probleem? Stap 4: Wat zijn de verplichtingen van de (lokale) overheid volgens het VNVrouwenverdrag Stap 5: Wat is het effect van het beleid van de (lokale) overheid op de mensenrechten van vrouwen? Stap 6: Voldoet de (lokale) overheid aan de verdragsverplichtingen? Stap 7: Aanbevelingen en actieplan. Bij de vrouwenrechtswinkel merken we dat veel vrouwen niet economisch zelfstandig zijn. Met behulp van bovenstaand stappenplan zouden we dit probleem aan kunnen pakken. Ook bij andere problemen die we tegenkomen in ons werk verwachten gebruik te kunnen maken van dit stappenplan. Al met al was het een zeer interessante workshop waar we veel van opgestoken hebben. Meer informatie is te vinden op de volgende websites: http://www.rights4change.org, www.vluchtelingenorganisaties.nl
Pagina 12
Lezing Rozon - Huurrecht Door Karima Azzaimoun Een gebrek aan de woonruimte: wie herstelt het, de huurder of verhuurder? U bent huurder van een woonruimte en ontdekt een gebrek aan deze ruimte. Wie moet dit gebrek herstellen en wie betaalt de kosten die hiermee gepaard gaan?1 Er zijn twee soorten woonruimtes: zelfstandige en onzelfstandige woonruimtes. In dit stuk zal ik enkel de zelfstandige woonruimte bespreken. Een woonruimte is zelfstandig indien deze beschikt over een eigen voordeur, een eigen toilet enzovoort. Wanneer is er nu sprake van een gebrek? De wettelijke omschrijving luidt als volgt: ‘’Een gebrek is een staat of eigenschap van de zaak of een andere niet aan de huurder toe te rekenen omstandigheid, waardoor de zaak aan de huurder niet het genot kan verschaffen dat een huurder bij het aangaan van de overeenkomst mag verwachten van een goed onderhouden zaak van de soort als waarop de overeenkomst betrekking heeft.’’ Uit de wettelijke omschrijving van het gebrek zou de schijn kunnen worden gewekt dat veel subjectieve verwachtingen onder dit criterium vallen, het criterium is echter objectief van aard. Dat betekent bijvoorbeeld ook dat een gehandicapte die klaagt over een opstapje zich niet op basis van dit criterium kan beroepen op een gebrek. Dat betekent dat de verhuurder dan ook niet kan worden verplicht om dat gebrek te verhelpen. De verhuurder dient dus op verlangen van de huurder gebreken te verhelpen. Tenzij het om kleine herstellingen gaat, deze dient de huurder zelf te verrichten. De wetgever omschrijft kleine herstellingen als werkzaamheden die ‘’gewoonlijk nu en dan moeten worden verricht’’. In de rechtspraak is uitgemaakt dat het ‘’moet gaan om herstellingen die door de gemiddelde handige huurder, zonder al te veel kosten en/of specialistische kennis kunnen worden verricht’’. De gemiddelde huurder wordt als uitgangspunt genomen en dus gaat het ook hier om een geobjectiveerd criterium. Het besluit kleine herstellingen bevat een niet-limitatieve opsomming van werkzaamheden die voor rekening van de huurder komen. Het besluit hanteert daarbij twee criteria naast elkaar: - Bereikbaarheidsmaatstaf en – Geen noemenswaardige kosten. Als voorbeelden kunnen worden genoemd het bijvullen van de cv-ketel en het ontstoppen van de riolering. Contractueel kan het besluit kleine herstellingen worden aangevuld met werkzaamheden die daarin niet zijn genoemd. Ook kan de verhuurder bedingen dat werkzaamheden die voor rekening van de huurder komen door de verhuurder zullen worden uitgevoerd. In dit verband wijs ik op ROZ-model woonruimte en Aedes-model zelfstandige woonruimte, twee bekende contractmodellen.2
1
Dit onderwerp is besproken tijdens een lezing door de Mr. Maarten van der Groot, advocaat bouw en vastgoed bij AKD. 2 ROZ: (Vereniging) Raad voor Onroerende Zaken Aedes: Vereniging van woningcorporaties
Pagina 13
Deze contractmodellen bevatten voor de verhuurders vriendelijke Algemene voorwaarden, deze houden de wettelijke huurder vriendelijke bepalingen in balans. Een geval waarin de bepalingen in het contractmodel bijvoorbeeld een rol kan spelen is indien een huurder bij aanvang van de huurovereenkomst een gebrek ontdekt. Een dergelijk gebrek dient de verhuurder binnen een redelijke termijn te verhelpen. Indien de verhuurder zulks nalaat is de verhuurder volgens het ROZ en Aedes-model echter slechts in verzuim nadat huurder de verhuurder in gebreke heeft gesteld. Bij een gebrek is het dus aanbevolen direct de verhuurder schriftelijk in gebreke te stellen. De verhuurder dient dus op verzoek van de huurder alles te herstellen dat geen kleine herstelling is en wat niet door de huurder zelf is aangebracht. Van deze regels mag enkel ten voordele van de huurder worden afgeweken. Wel kan een overeenkomst de betekenis van ‘’kleine herstelling’’ nader duiden aangezien het besluit een niet limitatieve lijst omvat.
Pagina 14
Nader belicht In deze rubriek lichten wij veel voorkomende problemen nader toe. Aangezien we de laatste tijd op spreekuur veel vragen krijgen van vrouwen over scheiding en arbeidsrechtelijke problemen, willen we u hierover graag iets meer vertellen.
Scheiden, wat moet er gebeuren? Door Karima Azzaimoun Bij de rechtswinkel komen regelmatig vrouwen die op de één of andere manier bezig zijn met een scheiding. Soms denken ze slechts nog aan een scheiding en willen ze informeren naar hun rechten. Of ze zijn al bezig met een scheidingsprocedure en hebben daarbij specifieke vragen die ze willen stellen. Bij een scheiding komt immers veel kijken, het is een proces dat doorlopen moet worden. Er komen ook veel emoties los en er moeten verschillende zaken worden geregeld. De vraag welk juridische vorm het samenzijn heeft wordt belangrijker dan ooit tevoren. Bij een scheiding denkt men al snel aan een getrouwd stel dat gaat scheiden, maar een scheiding komt in meerdere vormen voor. Ten eerste is er de echtscheiding wanneer een stel voor de wet is getrouwd. In het tweede geval is er een geregistreerd partnerschap aangegaan en spreekt men van een ontbinding van de geregistreerde gemeenschap. En vorm dat niet meer veel voorkomt, maar toch genoemd moet worden, is de scheiding van tafel en bed. Daarbij vervallen alle rechten en plichten van de echtgenoten, maar blijft het huwelijk wegens religieuze redenen voortbestaan. Tenslotte is er de feitelijke scheiding in het geval er geen geformaliseerde partnerschap is aangegaan. In dat laatste geval is er vaak niets geregeld en moeten dus nog overal afspraken over worden gemaakt. Het is dan ook aan te bevelen om bij het gaan samenwonen in ieder geval een samenlevingscontract op te stellen en daar afspraken in op te nemen over de gevolgen van een eventuele feitelijke scheiding. De meest gangbare samenlevingsvorm het huwelijk kan op 2 verschillende manieren worden beëindigd. Namelijk door een eenzijdig- of gezamenlijk verzoekschrift in te dienen bij de rechtbank. Zowel bij een scheiding als een ontbinding van een geregistreerd partnerschap dient u in het geval u kinderen heeft een ouderschapsplan op te stellen, kunt u geen ouderschapsplan overleggen dan zal u door de rechtbank niet-ontvankelijk worden verklaard. Bij een ouderschapsplan staat het belang van het kind voorop. Men dient zich echter te realiseren dat de afspraken die daarin worden opgenomen ook moeten worden nagekomen. Het is dan ook belangrijk dat er een consensus wordt bereikt over de afspraken in het ouderschapsplan. Dat stimuleert de ex-partners om de afspraken ook echt na te komen. Wat er in ieder geval in het ouderschapsplan moet worden geregeld is de zorgregeling, ook wel omgangsregeling genoemd. Daarbij is het van belang dat hoe jonger de kinderen zijn, hoe frequenter het contact met de vader moet zijn. Verder moet de kinderalimentatie in het ouderschapsplan worden opgenomen. Hoe hoog de alimentatie kan zijn hangt af van de draagkracht. Het inkomen speelt daarbij een rol, maar het overige vermogen wordt buiten beschouwing gelaten. Om een indruk te Pagina 15
krijgen hoe hoog de alimentatie zou moeten zijn kan de alimentatiewijzer worden geraadpleegd. Een verwijzing hierna vindt u onderaan dit artikel. Uiteraard moeten bij een scheiding ook de goederen worden verdeeld. In principe moeten de goederen op een praktische manier worden verdeeld zodat beide expartners daar iets aan hebben. De spullen die een ieder krijgt moeten verder evenveel waard zijn. De verdeling van de gemeenschap kan een ingewikkelde aangelegenheid zijn en daarom is het vaak aan te bevelen bij de verdeling een advocaat te betrekken. Tot slot een tip: Gaat een van de partners van huis nog voordat de gemeenschap is verdeeld dan is het goed om een lijst te maken met alle spullen die u gezamenlijk heeft en daar foto’s van te maken. Deze lijst ondertekent u beide zodat u achteraf geen geschillen kunt hebben over welke goederen zich tot uw gezamenlijke goederen behoren. Alimentatiewijzer: http://www.alimentatiewijzer.nl/berekenen/kinderalimentatiebehoefte.html
Pagina 16
De ontslagprocedures Door Özlem Demirkol Een werkgever die ontslag voor een werknemer wil aanvragen kan kiezen of hij een ontslagaanvraag indient bij de kantonrechter of bij het UWV Werkbedrijf. Een beslissing van deze twee instanties blijft achterwege indien werknemer en werkgever afspreken hoe en per wanneer de arbeidsovereenkomst zal eindigen; de zogenaamde beëindiging met wederzijds goedvinden. De gemaakte afspraken worden in een dergelijke situatie vastgelegd in een zogenaamde vaststellingsovereenkomst. Het voordeel bij zo’n overeenkomst is dat er geen traject bij de kantonrechter of bij het UWV Werkbedrijf gevolgd hoeft te worden. Het recht van de werknemer op een WW-uitkering wordt bovendien behouden. Van belang is wel dat uit de vaststellingsovereenkomst blijkt dat het initiatief tot beëindiging van de arbeidsovereenkomst bij de werkgever ligt, en dat aan de werknemer geen verwijt van de ontstane situatie kan worden gemaakt. Terug naar de beëindiging van de arbeidsovereenkomst met gebruikmaking van de toestemming van het UWV Werkbedrijf. De werkgever vraagt schriftelijk toestemming om het dienstverband met betrokken werknemer te beëindigen. De aanvraag dient inhoudelijk goed te worden onderbouwd. Dat wil zeggen dat de reden(en) van het ontslag, die kan variëren van reorganisatie en onvoldoende functioneren tot een verstoring van de verhoudingen of langdurige ziekte, voldoende moet worden gemotiveerd. Het UWV Werkbedrijf stuurt, na ontvangst, een kopie van de geleverde stukken aan de werknemer. Indien gewenst kan de werknemer, met behulp van een vragenlijst, verweer voeren tegen het verzoek van de werkgever. De werkgever wordt vervolgens in de gelegenheid gesteld om op het verweer te reageren. Het laatste woord ligt tot slot dan weer bij de werknemer die op zijn beurt op de reactie van de werkgever mag ingaan. Het dossier is dan compleet, ter beoordeling wordt het voorts aan een adviescommissie voorgelegd. Met inachtneming van het uitgebrachte advies zal het UWV Werkbedrijf een beslissing nemen omtrent het al dan niet verlenen van de gevraagde toestemming. Indien de beslissing positief is, kan de werkgever de arbeidsovereenkomst opzeggen met inachtneming van de geldende opzegtermijn. Indien de vergunning niet wordt verleend, blijft de arbeidsovereenkomst in stand. De formele procedure via de aanvraag van een ontslagvergunning bij het UWV Werkbedrijf kost vaak veel tijd. Om snel een beslissing te krijgen omtrent de door de werkgever gewenste beëindiging van de arbeidsovereenkomst, zal een werkgever vaak de voorkeur geven aan een ontslagprocedure bij de kantonrechter, de ontbindingsprocedure. De werkgever dient in deze ontslagprocedure een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst in bij de kantonrechter. In aansluiting daarop wordt een datum bepaald voor de mondelinge behandeling. In de regel is dit binnen vier weken nadat het verzoek bij de rechtbank is binnen gekomen. De werknemer kan voorafgaand aan de mondelinge behandeling een verweerschrift indienen. Partijen krijgen van de kantonrechter de gelegenheid één en ander mondeling toe te lichten. De kantonrechter zal daarna nog de nodige vragen stellen. Normaliter wordt binnen 10 dagen de uitspraak aan beide partijen toegezonden. Of de kantonrechter bij de beslissing een schadevergoeding, ten gunste van de werknemer, toekent en hoe hoog deze uitvalt, is onder meer afhankelijk van de mate van verwijtbaarheid van Pagina 17
de werkgever dan wel werknemer. Indien de kantonrechter van mening is dat het belang van de werknemer om zijn baan te houden zwaarder weegt dan het belang van de werkgever bij een beëindiging van het dienstverband, zal het ontbindingsverzoek niet worden ingewilligd. De arbeidsovereenkomst zal in dat geval worden voortgezet.
Pagina 18
Een dag uit het leven van de Vrouwenrechtswinkel Door Esmee Rutgers Op maandagmorgen om kwart over 9 zet ik mijn fiets op slot aan de Pontanusstraat 20. Dat is het adres waar de Vrouwenrechtswinkel in Nijmegen haar cliënten ontvangt op spreekuur. Tegelijk met mij komt Özlem binnen, met haar zal ik vandaag spreekuur draaien. Om half 10 begint het spreekuur, maar we zorgen altijd dat we ruim op tijd binnen zijn om de nodige dingen voor te bereiden. Özlem luistert de voicemail af en ik check of we mail hebben. We hebben een ingesproken bericht van een mevrouw die een afspraak wil maken om op spreekuur langs te komen. Özlem belt deze mevrouw terug en maakt voor die week erop een afspraak. Helaas zijn er geen mailtjes die we kunnen beantwoorden. Ondertussen heb ik de waterkoker al aangezet. We bieden onze cliënten altijd thee of koffie aan en zelf lusten we natuurlijk ook wel een kopje. Het eerste kwartiertje is het rustig, maar om kwart voor 10 wordt er op de deur geklopt. Ik doe de deur open voor twee dames. Na ze met een hand begroet te hebben vragen we ze om tegenover ons aan tafel plaats te nemen. Beiden lustten wel een kopje thee. Het blijkt dat één van de twee vrouwen juridisch advies wilt, de andere vrouw is slechts mee voor steun. Eerst vragen we of ze ons formulier wil tekenen. Hiermee hebben we de gegevens van de cliënte en sluiten we tegelijkertijd aansprakelijkheid voor het door ons gegeven advies uit. Vervolgens begint mevrouw te vertellen. Het blijkt dat ze 9 jaar lang in gemeenschap van goederen getrouwd is geweest met haar huidige man. Ze hebben een kind van 5 en momenteel is ze zwanger van hun tweede kind. Samen hebben ze een huurhuis. Kort geleden is mevrouw er achter gekomen dat haar man vreemdgaat. Ze wil graag scheiden van haar man en wilt weten hoe de procedure in zijn werk gaat. Ook vraagt ze zich af of ze voor het vinden van een andere woning een urgentieverklaring zou kunnen krijgen. Özlem en Esmee in gesprek met de cliënte
Aangezien wij al veel ervaring met echtscheiding hebben kunnen we mevrouw hierover al het één en ander vertellen. We hebben haar onder andere gewezen op de mogelijkheid om eenzijdig of gemeenschappelijk een verzoek in te dienen tot echtscheiding en op de mogelijkheid tot mediation hierbij. Omdat ze kinderen hebben moeten ze in het verzoekschrift een ouderschapsplan opnemen. We hebben
Pagina 19
mevrouw hier een voorbeeld van gegeven. Wat betreft de urgentieverklaring moesten we nog het een en ander uitzoeken. We beloofden aan mevrouw dat we binnen een week alle informatie naar haar toe zouden mailen, waaronder ook hetgeen we haar al hadden verteld over de echtscheidingsprocedure. Ook hebben we haar ter informatie een foldertje over echtscheiding meegegeven. Hierin staat in het kort het een en ander uitgelegd over de echtscheidingsprocedure. Nadat de cliënte en haar vriendin vertrokken waren zijn we meteen het nodige uit gaan zoeken over het verkrijgen van een urgentieverklaring. Het blijkt dat mevrouw pas een urgentieverklaring kan aanvragen als ze dringend (andere) woonruimte nodig heeft omdat ze in een woonnoodsituatie verkeert. Esmee overhandigt de cliënte een foldertje over echtscheiding
Een urgentieverklaring wordt dus alleen in zeer uitzonderlijke gevallen verleend. Over het algemeen is zwangerschap geen reden voor het verkrijgen van een urgentieverklaring. Om aanspraak te maken op urgentie bij het zoeken van een woning dient ze contact op te nemen met een woningcorporatie in het gebied waar ze woont. In een zogeheten ‘kansadviesgesprek’ kijkt een medewerker van de woningcorporatie samen met haar hoe groot haar kansen op een urgentie zijn. In de mail met ons advies hebben we aangegeven bij welke woningcorporatie ze terecht kan. Nadat de mail met het advies is verstuurd en we de zaak op de computer hebben opgeslagen zit ons spreekuur erop, het is namelijk half 12. We zetten de computer uit, ruimen de kopjes op en de agenda en onze zakenmap gaan weer achter slot en grendel. We lopen samen met een zelfvoldaan gevoel de deur uit.. hebben we toch maar weer mooi iemand van advies kunnen voorzien! Özlem zoekt informatie op over de urgentieverklaring
Pagina 20
Namens alle medewerksters van de Vrouwenrechtswinkel Nijmegen danken wij u voor het lezen van deze Femina!
Van links achter naar rechts voor: Anne-Simone Meddens, Janne Verheijden, Nikee Groot, Sophie Nijman, Hilde Bouhuys, Veronique van IJzendoorn, Jolette Derksen, Roos McCardle, Manuela Netten, Julia van der Kam, Lisa Koeslag, Esmee Rutgers, Karima Azzaimoun, Yuan Ni, Jana Sabandar, Özlem Demirkol, Roos van der Waerden. Overige medewerksters: Shakar Shaaban, Stephanie Heijtlage, Lotna Kleczewski, Els Lagerweij-Aalbers.
Pagina 21