Feitendossier
Tsjernobyl 26 april 1986 - 26 april 2006
Feitendossier
Tsjernobyl 26 april 1986 - 26 april 2006
Het Feitendossier Tsjernobyl is gepubliceerd door NucNet, in samenwerking met Insight, het tijdschrift van het International Tsjernobyl Centre, dat wordt ondersteund door het Britse Ministerie van Handel en Industrie. De Nederlandse Nucleaire Industrie heeft zorggedragen voor de vertaling en deed enkele toevoegingen met betrekking tot de Nederlandse situatie. Copyright NucNet 2006. Reproductie niet toegestaan. © februari 2006
Wat er is gebeurd, hoe het is gebeurd, de gevolgen en de lessen die zijn geleerd.
Het is twintig jaar geleden dat het ongeval in Tsjernobyl gebeurde ...
Inhoud
pagina
1
Inleiding
3
2
Samenvatting
5
3
Het ongeval
9
4
De nasleep
15
5
De gevolgen voor de gezondheid
19
6
Tsjernobyl vandaag
25
7
De toekomst
29
8
Slavutich
33
9
Milieu
35
10
Nucleaire veiligheid
39
11
Overige rapporten over het onderwerp
44
12
Woordenlijst
46
Inleiding Er zijn maar weinig technische onderwerpen die zoveel stof doen opwaaien als kernenergie. En binnen de kernenergie liggen maar weinig onderwerpen zo gevoelig als de ramp die zich in april 1986 in Tsjernobyl voltrok. Het woord Tsjernobyl roept beelden op van een milieuramp en ernstige gevolgen voor de volksgezondheid op de lange termijn. De combinatie van geruchten en de complexe aard van het wetenschappelijke bewijs rond Tsjernobyl maakt het moeilijk om schijn en werkelijkheid van elkaar te onderscheiden. De soms tegenstrijdige berichtgeving in de media maken het beeld nog ingewikkelder. Op sommige vragen is geen eenduidig antwoord te geven. In een vroeg stadium werd gespeculeerd dat blootstelling aan straling tienduizenden levens zou eisen. Toch waren medio 2005 minder dan 50 sterfgevallen rechtstreeks aan straling toegeschreven. Armoede,
2
3
geestelijke gezondheidsproblemen en ziektes die samenhangen met de levenswijze, die nu veel voorkomen in de voormalige Sovjet-Unie, vormen een grotere bedreiging voor lokale gemeenschappen dan blootstelling aan straling. Het Feitendossier Tsjernobyl is bedoeld om inzicht te geven in de redenen achter het gebeuren en de tegenstrijdigheden die zijn ontstaan. Het dossier concentreert zich op de feiten rond Tsjernobyl. Als er geen feiten kunnen worden vastgesteld, wordt eminent wetenschappelijk bewijs als bron gebruikt, zoals het rapport van het Chernobyl Forum van 2005* met betrekking tot de gevolgen voor de gezondheid en de Assessment of Radiological and Health Impacts van 2002 van de Nuclear Energy Agency.** De ramp bij Tsjernobyl heeft zowel het pleidooi voor, als tegen de kernenergie vertekend. En terwijl de voors en tegens vertekend raakten,
1
gebeurde dit ook met de mening van het publiek over wat er in Tsjernobyl mis was gegaan en wat er na het ongeval is gebeurd. Dit is een belangrijke tijd voor de kernenergiesector. Het is twintig jaar geleden dat het ongeval bij Tsjernobyl gebeurde. Het ongeval bij Tsjernobyl heeft de ontwikkelingen op het gebied van de kernenergie in het gehele Sovjetblok aanzienlijk vertraagd. De bouw van nieuwe installaties werd stopgezet en plannen werden opgeschort vanwege milieuprotesten en weerstand van lokale autoriteiten.
en toegelicht. De mythes die rond Tsjernobyl zijn ontstaan worden genuanceerd. De redenen waarom het ongeval gebeurde en de negatieve gevolgen ervan worden verduidelijkt.
Samenvatting
De informatie in dit document is bedoeld voor iedereen die geïnteresseerd is in wat er in Tsjernobyl gebeurd is.
De kernenergie-installatie van Tsjernobyl had vier RBMK-reactorunits. Het ongeval op 26 april 1986 voltrok zich in de vierde reactor. RBMK is de afkorting van reaktor bolshoy moshchnosti kanalniy (high-power channel reactor), een type reactor met afzonderlijke splijtstofkanalen die gebruik maakt van gewoon water als koelmiddel en grafiet als moderator.
Door de toenemende bezorgdheid omtrent leveringszekerheid van energie en het broeikaseffect staat kernenergie wereldwijd weer bovenaan de politieke agenda – en is ook weer terug in de media. In elk onderdeel van het Feitendossier Tsjernobyl wordt een belangrijk aspect van het ongeval en de nasleep ervan behandeld, zoals onder meer hoe het gebeurde, waarom het gebeurde en de stappen die zijn ondernomen om ervoor te zorgen dat het niet nog eens kan gebeuren. De gebeurtenissen die leidden tot en volgden op het ongeval worden beschreven
Door een hevige explosie werd de duizend ton zware afsluitkap van de bovenkant van de reactor geblazen.
Het ongeval bij Tsjernobyl werd veroorzaakt toen het bedienende personeel van de kerncentrale de veiligheidssystemen uitschakelde om een test uit te kunnen voeren. Door een hevige explosie werd de 1.000 ton zware afsluitkap van de bovenkant van de reactorkern geblazen. Door een tweede explosie werden deeltjes brandende splijtstof en grafiet uit de kern geblazen en kon lucht naar binnen stromen, waardoor de grafiet moderator in brand vloog.
* Chernobyl’s Legacy: Health, Environmental and Socioeconomic Impacts, door het Chernobyl Forum, september 2005. ** Assessment of Radiological and Health Impacts - 2002 Update of Chernobyl: Ten Years On.
4
De combinatie van grafiet als moderator en gewoon water als koelmiddel komt niet in enig ander type centrale voor. De RBMK werd nooit buiten de voormalige SovjetUnie gebouwd en had bepaalde ontwerpkenmerken, waardoor er elders geen vergunning voor zou worden gegeven. De reactor had eigenschappen die hem gevoelig maakte voor spontane toename van de energieproductie. Bovendien was de reactor niet volledig omsloten door een gasdicht omhulsel.
5
2
Twee werknemers vonden de dood bij de eerste explosie. Achtentwintig brandweerlieden en hulpdienstmedewerkers stierven binnen drie maanden aan de acute gevolgen van een zeer hoge dosis straling en één aan een hartstilstand. Sinds 1986 zijn er gevolgen geweest voor de gezondheid op de lange termijn. Deze kunnen zich ook in de toekomst blijven voordoen. Volgens een rapport dat in 2005 door het Internationaal Atoom Energie Agentschap werd gepubliceerd zal het dodental door blootstelling aan de straling na het ongeval uiteindelijk oplopen tot vierduizend. In het rapport wordt ook gesteld dat de gevolgen voor de volksgezondheid niet zo groot zijn als eerst werd gevreesd.
Tot medio 2005 waren er minder dan vijftig sterfgevallen direct aan de straling na het ongeval
toegeschreven. Het ging hierbij vrijwel uitsluitend om intensief blootgestelde reddingswerkers van wie er velen binnen enkele maanden na het ongeval overleden en een aantal pas in 2004 overleed. In 1986 werd een constructie gebouwd om de overblijfselen van de verwoeste reactor in te sluiten. De constructie, die aanvankelijk de ‘sarcofaag’ werd genoemd, is overhaast binnen zeven maanden gebouwd en raakt in verval. Om het risico van instorting te verkleinen, worden werkzaamheden uitgevoerd om de meest kwetsbare delen van de constructie te stabiliseren en te versterken. Een conceptontwerp voor een nieuwe, boogvormige constructie, bekend als de New Safe Confinement (NSC), is goedgekeurd en momenteel worden de offertes beoordeeld. Dit enorme bouwwerk, dat een ontwerplevensduur heeft van 100 jaar, zal op afstand van de sarcofaag worden gebouwd om de werknemers minder aan straling bloot te stellen. Zodra hij is voltooid zal hij in één dag over de sarcofaag worden geschoven. Hierdoor zal de sarcofaag van de weersomstandigheden en de externe omgeving worden afgeschermd en wordt 6
latie is niet meer in bedrijf. De laatste reactor, reactor 3, werd op 15 december 2000 uitgeschakeld.
gezorgd voor veilige omstandigheden voor de toekomstige ontmantelingswerkzaamheden die binnen de constructie plaats zullen vinden. Het Fonds Insluiting Tsjernobyl dat wordt beheerd door de European Bank for Reconstruction and Development, is in 1997 opgericht om de sarcofaag stabiel en veilig te maken voor het milieu. Het project zal naar verwachting 731 miljoen euro gaan kosten. De afronding van de belangrijkste bouwprojecten is gepland voor 2008. De hele stad Pripjat (met 49.360 inwoners), die op vier kilometer afstand van de installatie ligt, was binnen 36 uur na het ongeval geëvacueerd. In totaal zijn ongeveer 350.000 mensen ten gevolge van het ongeval verhuisd. Alle vier de reactoren bij Tsjernobyl zijn inmiddels gesloten en de instal7
Er zijn nog 15 RBMK-kerncentrales in bedrijf: In Rusland 14 en één in Litouwen. Volgens de planning zal de Litouwse RBMK tegen 2009 worden uitgeschakeld als voorwaarde voor de toetreding van Litouwen tot de Europese Unie. Al deze RBMK-reactoren hebben wijzigingen ondergaan om de gebreken die het ongeval bij Tsjernobyl veroorzaakten weg te nemen.
2
ale in e kerncentr n ft lo tp n o e “D eke legde een d Tsjernobyl ve , radioactie van giftige van n le e d r grote e v o n e ff o st Europa.”
Stelling 1
In de vroege uren van zaterdag 26 april 1986 voltrok ‘s werelds ergste kernongeval zich in de centrale van Tsjernobyl in de voormalige USSR, De brand die volgde op het reactorongeluk zorgde ervoor dat er een wolk met radioactieve deeltjes ontstond. Deze wolk dreef westwaarts over grote delen van Europa. De toen nog zeer gesloten Sowjet-Unie weigerde het ongeluk te erkennen en verzweeg de gevolgen. Een Zweeds onderzoeksinstituut sloeg alarm toen het een plotseling sterk verhoogde radioactiviteit in de atmosfeer vaststelde.
Wat waren hiervan de gevolgen? Omdat goede informatie, normen en wetgeving ontbraken, ontstond er een onduidelijke en onzekere situatie. Koeien moesten in Nederland op stal en spinazie mocht enkele dagen lang niet meer worden gegeten. In Nederland zijn, voor zover men kan nagaan, in relatie tot het kernongeluk geen dodelijke slachtoffers gevallen. Deskundigen verwachten dat radioactieve besmetting van de bevolking te verwaarlozen is. Uiteindelijk bleek dat cesium-137 (halveringstijd 30 jaar) de meeste zorgen opleverde. Deze radioactieve stof hecht zich aan bodemdeeltjes en kan in gewassen terechtkomen. Omdat het goed is te meten, kon besmet voedsel eenvoudig worden ontdekt. Een voorbeeld is de wijnoogst uit 1986. Dat jaar steeg inderdaad het gehalte van radioactieve stoffen in wijn. In Duitsland liep de concentratie op van ongeveer 0,01 (normale waarde) tot ongeveer 1 becquerel per liter (factor 100 hoger). Dit komt overigens totaal niet in de buurt van de huidige voedselnorm (600 becquerel per liter). Dus aan de wijnoogst van 1986 kleeft geen bijzonder risico. In de oogst van 1987 was de concentratie overigens weer een factor 10 gedaald, dus tot ongeveer 0,1 Bq/l. Het ongeluk maakte zeer wel duidelijk dat adequaat optreden en goede informatieverstrekking alleen mogelijk is als er goede internationale afspraken worden gemaakt. Kennis over radioactiviteit en gezondheidsmaatregelen moet beter worden gedeeld. Direct na het ongeluk is er in internationaal verband veel veranderd: binnen EU en VN verband zijn goede afspraken gemaakt over het uitwisselen van kennis, normalisatie en wetgeving.
8
het huidige Oekraïne, 130 kilometer ten noorden van Kiev.
Het ongeval
3
Het ongeval was het gevolg van een gebrekkig Sovjet reactorontwerp in combinatie met fouten van het personeel van de installatie binnen een systeem waarin opleidingen minimaal waren. Op hun beurt waren deze fouten een direct gevolg van de isolatie tijdens de Koude Oorlog en het daaruit voortvloeiende gebrek aan een strenge veiligheidscultuur.
pompen van de kern draaiend te houden totdat het dieselnoodaggregaat werkte.
Reactor nummer vier, een RBMKunit van 925 megawatt, moest uitgeschakeld worden voor routineonderhoud en er werd besloten om daarvan gebruik te maken voor het uitvoeren van een test. Ironisch genoeg was de test bedoeld om de veiligheid te verbeteren. De koelmiddelpompen van de kernreactor waren afhankelijk van de elektriciteitsvoorziening, dus de operators wilden bepalen of, in geval van stroomuitval, de kinetische energie van de vertragende turbogenerator voldoende elektriciteit kon leveren om de nooduitrusting en de koelwatercirculatie9
Het doel van de test was te bepalen of het koelen van de kern gewaarborgd bleef in geval van stroomuitval. Om de koelingsbehoefte te verminderen, zou de reactor op een laag vermogen worden gezet, ondanks het feit dat het bekend was dat RBMK-reactoren onstabiel waren als ze op een laag vermogen werden ingesteld. Twee keer eerder was geprobeerd de test te doen, maar hij was nog nooit volledig uitgevoerd. Het vermogen van de reactor werd met de helft verminderd en een van de twee turbogeneratoren, die werden aangedreven door de reactor, werd ontkoppeld. Het noodkoelsysteem van de reactor werd met opzet uitgeschakeld, omdat de operators niet wilden dat het automatisch ingeschakeld zou worden als de hoofdkoelmiddelpompen langzamer gingen draaien.
Op dit moment vroegen netwerkcontrollers om de test uit te stellen vanwege de stroombehoefte. De reactor werkte meer dan negen uur in deze staat voordat toestemming werd gegeven om het vermogen te verlagen zodat de test kon worden uitgevoerd. Het vermogen had vastgehouden moeten worden op het testniveau van 700 tot 1.000 MW, maar de automatische regeling was onjuist ingesteld en het vermogen nam af tot 39 MW, waardoor concentraties van het neutronenabsorberend splijtingsproduct xenon zich ophoopten.
veroorzaakte een vermindering van de stoombellen in het koelsysteem, waardoor de reactiviteit nog verder werd gereduceerd. Regelstaven werden uitgetrokken tot verder dan de voorgeschreven grenzen in een poging om de reactiviteit te verhogen. Op een bepaald moment werden er slechts zes tot acht regelstaven gebruikt. Volgens de procedure waren er te allen tijde dertig nodig om de zaak in de hand te houden. Als er minder dan dertig waren, dan moest de reactor direct worden uitgeschakeld.
Samen met het feit dat zes hoofdkoelpompen in bedrijf waren en dat de waterstroom overmatig was, zorgde dit ervoor dat het moeilijk werd voor de operator om het vermogen te herstellen. Uiteindelijk lukte het de operator om het vermogen te stabiliseren op 200 MW, maar het lukte niet om het nog verder te verhogen. Dit vermogen was ver beneden de vereiste veilige waarde, maar ondanks dat werd besloten om de test uit te voeren.
test, ondanks de wetenschap dat
Nog twee stand-by koelmiddelpompen werden opgestart, waardoor de waterstroom de bedrijfsgrenzen overschreed. Dit
De operators gingen door met de het ongeveer twintig seconden zou duren om alle staven weer te laten zakken en de reactor uit te schakelen. Om de test door te laten gaan, werd het beveiligingssysteem dat de reactor zou hebben uitgeschakeld als de grenzen werden overschreden, afgekoppeld. Het experiment werd gestart met het afsluiten van de stoomtoevoer naar de turbogenerator. Beveiligings systemen die de reactor zouden hebben uitgeschakeld, werden uitgezet. Terwijl de turbine langzamer draaide, nam de hoeveelheid 10
De reeks gebeurtenissen
die leidde tot het ongeva
l
Reactor nummer vier, een RBMKunit van 925 megawatt (el ektrisch) moet worden uitgeschake ld voor routineonderhoud. Er wo rdt besloten daarvan gebruik te maken voor het uitvoeren van een test. De test moet uitwijzen da t in geval van stroomuitval, een ver tragende turbine voldoende energ ie heeft om de koelmiddelpompe n van de reactor aan te drijven, tot dat diesel noodaggregaten het overn emen. Het noodkoelsysteem van de reactor wordt met opzet uitgeschakeld, zodat het niet ingesc hakeld wordt wanneer de pomp en langzamer gaan draaien.
als de koeling minder wo rdt, stijgt het vermogen. Dit is “verb oden gebied”. De operator stabiliseert het vermogen van de reacto r op 200 MWt, maar vanwege een tekort aan reactiviteit lukt het he m niet het vermogen verder te verho gen. De operator besluit om verde r te gaan met de test. Omdat het vermogen van de reactor verminderd is en er acht pompen in bedrijf zijn, ov erschrijdt de waterstroom de toege stane waarden. Het extra wa ter absorbeert neutronen, wa ardoor de reactiviteit wordt gereduce erd. In een poging om dit te com penseren, trekt de operator de regels taven nog verder uit de kern. De operator heeft problemen met he t handmatig handhaven van het wa terniveau en de stoomdruk in de sto omtanks. Hij ontkoppelt het beveiligi ngssysteem dat de reactor zou hebben uitgeschakeld.
Vanwege een operatione le fout neemt het reactorvermog en af tot 30 MW – ver benede n het toegelaten testvermogen van 700 tot 1.000 MWt. Het neutr onenabsorberende splijtingsprod uct xenon hoopt zich op. Dit zorgt er samen met een afname van de koelmiddelstroom voor dat de rea ctiviteit afneemt, waardoor het mo eilijk wordt voor de operator om het vermogen te herstellen. Bij een te laag vermogen is er sprake van een “positieve reactiviteitscoë fficiënt”:
Op een gegeven moment worden slechts acht regelstaven gebruikt. Volgens de procedure zijn er te allen tijde dertig nodig om de zaak onder 11
3
anks de rgaan ond n de testtedoo latecontrole houden. De operators de er onvoldoen dat doorgaan, aptest schde weten laten ondanks te uit r cto is om de rea reserv de ewetenschap dat er onvoldoende een noodvan al gev in akelen is om de reactor schreserve uit te situatie. voer De operator sluit de stoomtoe naar de turbogenerator af om dt met de test te beginnen. Er vin te een plotselinge en onverwach t He . gen rmo piek in het reactorve mt vermogen van de reactor nee atting sch r naa exponentieel toe, tot a100 keer nominaal. De regelst
koelmiddel naar de reactor af en werd in hoog tempo stoom geproduceerd. Door de positieve reactiviteitscoëfficiënt van de reactor produceerde de reactor steeds meer vermogen en nog meer stoom. Op 26 april om 01.23 uur lokale tijd vond er een plotselinge en onverwachte piek in het reactorvermogen plaats. Het vermogen van de reactor nam exponentieel toe tot naar schatting 100 keer nominaal. De regelstaven konden niet op tijd volledig worden teruggeplaatst. De splijtstof raakte oververhit en enkele splijtstofkanalen scheurden. Door de stroomexplosie die hiervan het gevolg was werd de 1.000 ton
n ven kunnen niet op tijd worde raakt teruggeplaatst. De brandstof anaoververhit en enkele splijtstofk len scheuren. het Door de explosie die hiervan ton 00 1.0 resultaat is, wordt de n zware reactorkap van de ker explosie ede geblazen. Door een twe jtstof worden deeltjes brandende spli en. en grafiet uit de kern geworp kte Lucht stroomt naar de onbede nd bra in fiet kern waardoor het gra vliegt.
zware reactorkap van de kern geblazen. Door een tweede explosie werden deeltjes brandende splijtstof en grafiet uit de kern geworpen. Lucht stroomde naar de onbedekte kern waardoor het grafiet in brand vloog. De exacte oorzaak van de tweede explosie is nog steeds niet bekend, maar men denkt dat waterstof hierbij een rol heeft gespeeld. Het was niet gemakkelijk om de oorzaken van het ongeval te bepalen, want er was geen ervaring met vergelijkbare gebeurtenissen die als referentie konden worden gebruikt. Ooggetuigenverslagen, metingen die na het ongeval zijn uitgevoerd en experimentele 12
reconstructies waren noodzakelijk. De oorzaken van het ongeval worden nog steeds beschreven als een noodlottige combinatie van menselijke fouten en onvolmaakte technologie. De test die werd uitgevoerd toen het ongeval gebeurde vond plaats onder tijdsdruk . . . De test die werd uitgevoerd toen het ongeval gebeurde, vond plaats onder tijdsdruk. Kort na het begin werd de uitvoering van de test negen uur onderbroken. Er moest nog steeds elektriciteit aan Kiev worden geleverd. Daarom vond de test ‘s nachts plaats. Men denkt dat verscheidene fouten in het technische ontwerp van de RBMK doorslaggevend zijn geweest, zoals onder meer de hantering van de regelstaven. In een reactor wordt het vermogen geregeld door het verhogen en verlagen van de regelstaven: door het verhogen van de regelstaven neemt het vermogen toe; door ze te verlagen worden meer neutronen geabsorbeerd, hetgeen leidt tot een afname van het vermogen. Het ontwerp van dit type reactor had echter een fatale fout. Grafiet 13
verlengstukken die aan de regelstaven waren bevestigd konden de reactiviteit op de bodem van de kern feitelijk verhogen als de staven vanuit een volledig uitgetrokken positie weer werden ingebracht. Verlengstukken zijn een speciaal ontwerpkenmerk van de RBMK. Zij verplaatsen water en verbeteren de neutronenbalans van de reactor. Bij de test die in Tsjernobyl werd uitgevoerd, waren teveel regelstaven uitgetrokken en vervolgens tegelijkertijd weer in de kern geplaatst, terwijl de positieve reactiviteitscoëfficiënt al een snelle toename van het vermogen veroorzaakte. Hierdoor nam het vermogen zo drastisch toe dat de reactor werd verwoest. Een soortgelijke fout, maar één met veel minder ernstige gevolgen, had zich in 1983 in een reactor van hetzelfde type in Litouwen voorge-
3
daan. Deze ervaring was echter niet aan het personeel van Tsjernobyl doorgegeven. De slachtoffers Eenendertig mensen kwamen om als rechtstreeks gevolg van het ongeval; één bij de explosie zelf, één aan een hartstilstand, één aan brandwonden en 28 aan acute stralingsvergiftiging. De duizend reactormedewerkers en hulpdienstmedewerkers op de locatie kregen de zwaarste stralingsdoses op de eerste dag van het ongeval. Men verwacht dat van de ruim 200.000 hulpdienst- en herstelmedewerkers die gedurende de periode van 1986 tot 1987 aan straling werden blootgesteld, naar schatting 2.200 vroegtijdig zullen sterven ten gevolge van straling. Informatie over de doses die individuele personen hebben gekregen is vaag, maar men denkt dat de stralingsdoses varieerden van 170 millisievert (mSv) in 1986 tot 15 mSv in 1989. Een vaak gebruikte grenswaarde voor de maximum toelaatbare blootstelling aan straling is 1 mSv per persoon per jaar bovenop de natuurlijke achtergrondwaarden. Ter vergelijking: de gemiddelde natuurlijke stralingswaarden in
Nederland liggen tussen de 1,5 en 2 mSv per persoon per jaar. Niemand die zich buiten het terrein bevond werd getroffen door acute stralingsvergiftiging.
Nu de reactorkern volledig onbedekt was, trok een pluim met rook, radioactieve splijtingsproducten en puin een kilometer de lucht in.
De Nasleep Het was niet gemakkelijk om de oorzaak van het ongeval te bepalen, omdat er geen vergelijkbare gebeurtenissen waren om als referentie te gebruiken. De wind nam het materiaal in noordwestelijke richting mee, voornamelijk naar Wit-Rusland, hoewel ook andere gebieden getroffen werden, zoals onder meer Oekraïne.
In de gehele installatie braken branden uit. Ongeveer 250 brandweerlieden werden opgeroepen van wie er veel geen meetinstrumenten hadden om de stralingsdoses die ze kregen te controleren. De operators en hulpdienstmedewerkers verdienen alle eer. Velen bleven ook nadat ze hun plichten hadden vervuld op afroep aanwezig in het gebied en velen riskeerden hun leven om anderen te redden en de situatie onder controle te krijgen. Tegen vijf uur ‘s ochtends waren de meeste branden geblust, maar de brand van het grafiet duurde nog negen dagen voort. Het vrijkomen van radioactiviteit in het milieu werd voornamelijk veroorzaakt door het brandende grafiet. Op 27 april werd de stad Pripyat volledig geëvacueerd. De evacués zouden er nooit meer terugkeren. De stad is nog steeds hetzelfde als toen zij werd achtergelaten. In de jaren na het ongeval zijn nog eens 210.000 mensen verhuisd naar
Zie pagina 19 voor meer informatie over de gevolgen van het ongeval voor de gezondheid.
14
15
4
minder vervuilde gebieden en de verboden zone die aanvankelijk een straal had van dertig kilometer (2.800 vierkante kilometer) werd vergroot tot 4.300 vierkante kilometer. Om de brand in de reactor te blussen en het vrijkomen van radioactieve materialen te stoppen, pompten brandweerlieden de eerste tien uur na het ongeval water in de kern van de reactor. Deze vergeefse poging om de brand te blussen werd vervolgens gestaakt. Van 27 april tot 5 mei vlogen meer dan dertig militaire helikopters over de brandende reactor. Ze lieten 2.400 ton lood en 1.800 ton zand vallen om te proberen de brand te doven en de straling te absorberen. Deze pogingen hadden ook geen succes. Ze maakten de situatie juist erger: hitte hoopte zich op onder de gedumpte materialen. De temperatuur in de reactor nam weer toe en daardoor ook de hoeveelheid radioactieve producten die eruit kwamen. In de laatste fase van het blussen werd de kern van de reactor met stikstof gekoeld. Pas op 6 mei waren de brand en de radioactieve uitstoot onder controle.
Op 9 mei werd een begin gemaakt met het graven van een tunnel onder de kern om een enorme betonplaat en een koelsysteem te installeren. De plaat moest voorkomen dat radioactief materiaal in het grondwater zou sijpelen. Tenslotte werd de kern begraven in een 300.000 ton zware constructie, of sarcofaag, van staal en beton en werden het omliggende land en gebouwen ontsmet. Naar schatting zijn ongeveer zes ton uranium en een groot deel van alle splijtingsproducten ontsnapt, voornamelijk xenon, krypton, jodium, tellurium en cesium. Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie kwam in totaal ongeveer 12 exabequerel (exa = 1018) radioactiviteit vrij. De hoogste vervuilingswaarden bevonden zich binnen een straal van dertig kilometer van de locatie; waarden van cesium-137 overschreden de 1.500 kilobequerel per vierkante meter (kBq/m2). Cesium137 werd gebruikt als indicator, omdat het gemakkelijk te meten is en op middellange termijn het grootste gevaar voor de gezondheid vormde. Waarden van 40 kBq/m2 strekten zich uit over grote delen van het noorden van Oekraïne 16
en het zuiden van Wit-Rusland, met een aantal “uitschieters” op plaatsen waar het toevallig regende toen de wolk overdreef. De eerste keer dat de wolk buiten de USSR werd waargenomen was door medewerkers van een Zweeds onderzoeksinstituut die dachten dat het afkomstig was van een andere Zweedse installatie. De wolk werd gevolgd en dreef over Scandinavië, Nederland, België en het Verenigd Koninkrijk, voortgedreven door de noordwesten wind. Vervolgens dreef hij in zuidelijke richting en strekte zich uit boven een groot deel van de rest van Europa nadat de wind van richting was veranderd. In bijna elk land van het noordelijk halfrond werd besmetting waargenomen, zo ver als Noord-Amerika en Japan. Het zuidelijk halfrond lijkt eraan ontsnapt te zijn. De verboden zone De verboden zone van dertig kilometer rond de plaats van het ongeval wordt ook wel de “Zone of Alienation”, de “Chernobyl Zone”, de “Zone of Exclusion” of de “Fourth Zone” genoemd. Bestuurlijk gezien omvat het de meest noordelijke delen van Kyivska Oblast en Zhytomyrska Oblast van Oekraïne en ligt het aan de 17
grens met Wit-Rusland. De zone werd vlak na het ongeval vastgesteld en de plaatselijke bevolking geëvacueerd om te voorkomen dat mensen zich in zwaar vervuild gebied begaven. Het gebied werd verdeeld in vier concentrische zones, waarvan de vierde (in feite de dichtstbijgelegen zone, binnen een straal van dertig kilometer) de gevaarlijkste was. Alle woon-, civiele of zakelijke activiteiten binnen die zone zijn wettelijk verboden.
De nieuwe stad Slavutich, gebouwd na het ongeval.
4
Nederland heeft sinds het ongeluk een Landelijk Meetnet Radioactiviteit in Voedsel. Na de ramp in Tsjernobyl hebben in Nederland enkele overschrijdingen plaatsgevonden van de achteraf vastgestelde normen. Zo werden direct na de ramp op 6 mei 1986 piekwaarden jodium-131 in spinazie waargenomen tot 10.000 Bq/kg (de norm is nu 2.000 Bq/kg). In Nederlandse wilde paddestoelen werden cesium-137-gehaltes tot tot 5.600 Bq/kg gemeten. In Poolse paddestoelen kwamen gehaltes voor tot 82.000 Bq/kg (nu is de norm 1.250 Bq/kg).
we na nd vinden “In Nederla s de r nog steed twintig jaa in ons Tsjernobyl sporen van voedsel”
Stelling 2
Tenminste 1.800 kinderen en adolescenten kregen schildklierkanker vanwege Tsjernobyl.
De gevolgen voor de gezondheid De precieze aard van de gevolgen van het ongeval bij Tsjernobyl voor de gezondheid op de lange termijn is onmogelijk te definiëren of te voorspellen.
In 2000 zijn door de Keuringsdienst van Waren radioactiviteitmetingen uitgevoerd aan voedingsmiddelen waar mogelijk verhoogde Tsjernobyl-concentraties in zouden kunnen zitten. Alleen heidehoning bleek meetbare gehaltes cesium-137 te bevatten, variërend van 49 tot 321 Bq/kg. Ook in zwijn, ree en edelhert bleken meetbare hoeveelheden cesium aanwezig. In alle gevallen bleven de gehaltes ruimschoots beneden de limiet van 1.250 Bq/kg. Door de douane zijn monsters genomen van bosbessen en cantharellen. Hierin werd geen radioactiviteit gedetecteerd. Tot 1997 werd ook de radioactiviteit in melk gemeten. Door de lage niveaus die daarin werden aangetroffen is dit monitoringprogramma in 1998 stopgezet. Tabel maximaal toegestane niveaus voor levensmiddelen en diervoeders (Bq/kg of Bq/l) B Strontium-isotopen, met name Sr-90 Jodiumisotopen, met name I-131 Alfa-emitterende isotopen van plutonium en transplutoniumelementen, met name Pu-239, Am-241 Alle andere nucliden met halveringstijd van meer dan 10 dagen, met name Cs-134, Cs-137
ing
ed
vo
y ab
erd nd n zo dele e itg id n n u nsm ele ele leve d idd d jke i m n s te sm gri en ers uc en lev ed ev lan od vo e l er be are lpr n g b e i i e r e iv er d Zu Die Vlo Ov min
75
125
750
125
–
150
500
2.000
500
–
1
20
80
20
–
400
1.000
*afhankelijk van de diersoort
18
1.250
1.000
1.250 tot 5.000*
Men is het erover eens dat tenminste 1.800 kinderen en adolescenten in de zwaarst vervuilde gebieden van Wit-Rusland schildklierkanker hebben gekregen vanwege het ongeval bij Tsjernobyl. Schildklierkanker is normaliter een behandelbare ziekte. Volgens een in 2002 gepubliceerd rapport van de Verenigde Naties zal het aantal gevallen van schildklierkanker onder mensen die kind 19
of adolescenten waren toen het ongeval zich voltrok de komende decennia de achtduizend bereiken. Het IAEA zegt dat ongeveer vierduizend gevallen van schildklierkanker, voornamelijk bij kinderen en adolescenten, een gevolg zijn van de vervuiling door het ongeval en ten minste negen kinderen zijn aan schildklierkanker overleden. Het overlevingspercentage onder deze kankerslachtoffers is, op basis van de ervaring in Wit-Rusland, echter bijna 99 procent. In september 2005 publiceerde het Chernobyl Forum een rapport, geschreven door ruim honderd specialisten van zeven VN-organisaties, waaronder de WHO, het IAEA en de Wereldbank, evenals uit Wit-Rusland en Oekraïne. In het rapport wordt geconcludeerd dat door blootsteling aan straling ten gevolge van het ongeval vierduizend mensen vroegtijdig zouden kunnen sterven. Volgens het rapport zijn de gevolgen voor
5
de volksgezondheid minder groot geweest als eerst werd gevreesd. Over het geheel genomen troffen wetenschappers geen ernstige gevolgen voor de gezondheid aan bij de algemene bevolking in de omliggende gebieden. Zij namen ook geen wijdverspreide vervuiling waar, die een grote bedreiging voor de menselijke gezondheid zou blijven vormen, behalve in een paar uitzonderlijke, verboden gebieden. Tot medio 2005 zijn minder dan vijftig sterfgevallen rechtstreeks toegeschreven aan straling ten gevolge van het ongeval. Dit waren bijna allemaal reddingswerkers, die zwaar aan straling blootgesteld waren geweest en van wie er veel in de maanden direct na het ongeval stierven, terwijl anderen pas in 2004 zijn overleden. Volgens het rapport van het Chernobyl Forum kregen de meeste reddingswerkers en mensen die in de vervuilde gebieden woonden relatief lage stralingsdoses op het gehele lichaam, vergelijkbaar met natuurlijke achtergrondwaarden. Uit epidemiologisch onderzoek volgt echter geen bewijs of waarschijnlijkheid voor verminderde vruchtbaarheid en toename van aangeboren misvormingen die aan
veertig was; sommigen vanwege directe blootstelling ten tijde van het ongeval en nog eens negen sterf-gevallen wegens door straling veroorzaakte schildklierkanker.
blootstelling aan straling kunnen worden toegeschreven. Volgens het rapport vormen armoede, geestelijke gezondheidsproblemen en ziekten die verband houden met de levenswijze, die nu veel voorkomen in de voormalige Sovjet-Unie, een grotere bedreiging voor de lokale gemeenschappen dan blootstelling aan straling. De schatting van het uiteindelijke aantal sterfgevallen in het rapport van het Chernobyl Forum is veel lager dan eerdere speculaties dat blootstelling aan straling tienduizenden levens zou eisen.
In een rapport dat in 2000 door het United Nations Scientific Committee on the Effects of Atomic Radiation (UNSCEAR) werd gepubliceerd, wordt geconcludeerd dat het niet is bewezen dat de meerderheid van de mensen die in Oekraïne of elders aan de straling van Tsjernobyl waren blootgesteld kans hadden op gevolgen voor de gezondheid op de lange termijn. Volgens een rapport van de Verenigde Naties van 2002 over de gevolgen van Tsjernobyl voor de mensen “blijft er zeer grote onzekerheid bestaan” over de mogelijke gevolgen van het ongeval de lange termijn. Volgens het rapport blijft het ziektecijfer in de getroffen gebieden hetzelfde patroon weer-
Na de ramp vertelde een vertegenwoordiger van de WHO op een conferentie dat beweringen van Oekraïense functionarissen, dat meer dan honderdduizend mensen waren gestorven ten gevolge van het ongeval “fictie” waren. Hij zei dat het bewezen aantal dodelijke slachtoffers ongeveer 20
21
geven als in andere delen van de voormalige Sovjet-Unie. De levensverwachting, vooral van mannen, is aanzienlijk lager dan in West- en Zuid-Europa, met als belangrijke doodsoorzaken hartziekten en trauma. Volgens het rapport was er geen betrouwbaar bewijs naar voren gekomen van een toename van leukemie, die volgens voorspellingen het gevolg van het ongeval zou zijn. Volgens het rapport zijn echter tot nu toe ongeveer tweeduizend gevallen van schildklierkanker vastgesteld bij jonge mensen, die in april en mei 1986 blootgesteld zijn geweest aan radioactief jodium.
5
Onder de kop Chernobyl Health Effects ‘Not As Substantial As Feared’ deed NucNet op 5 september 2005 verslag van de bevindingen van het rapport van het Chernobyl Forum. Hier volgt een uittreksel.
van ven aan straling ten gevolge nsen het ongeval. Bijna al deze me hadden waren reddingswerkers, die e blootgestaan aan een zeer hog zijn in dosis straling. Velen van hen eval de maanden direct na het ong rven overleden, maar anderen stie pas in 2004.
ing Het dodental door blootstell l met aan de straling na het ongeva a bijn byl de kerncentrale in Tsjerno intwintig jaar geleden kan uite zo d, delijk oplopen tot vierduizen rnaluidt de conclusie van een inte d der tionaal team van ruim hon wetenschappers. ers Maar volgens de wetenschapp eksg vol zijn de gevolgen voor de als eerst zondheid lang niet zo groot eel geh werd gevreesd. Over het stige genomen hebben ze geen ern ing olk bev negatieve effecten bij de ende in het algemeen in de omligg Ook . ken gebieden kunnen ontdek reide ontdekten ze geen wijdversp reibed vervuiling die een grote r de ging zou blijven vormen voo e in alv menselijke gezondheid, beh en een paar uitzonderlijke, verbod gebieden. dan Tot medio 2005 zijn minder echr vijftig sterfgevallen toeges
elijke De schatting van het uiteind aantal doden is veel lager dan telling eerdere speculatie dat bloots ens aan straling tienduizenden lev zou eisen.
22
Het rapport bevat tientallen ls belangrijke bevindingen, zoa onder meer: r- en - Ongeveer duizend reacto de op ers erk hulpdienstmedew locatie werden zwaar blootgesteld aan veel straling op de eerste dag van het ongeval. Onder de ruim tweehonderdduizend hulpverleners en her stelmedewerkers die in de periode van 1986 tot 1987 aan , straling werden blootgesteld kunnen naar schatting 2.200 door straling veroorzaakte . sterfgevallen worden verwacht - Naar schatting vijf miljoen in mensen wonen in gebieden Wit-Rusland, Rusland en l Oekraïne, die door het ongeva n. vervuild zijn met radionuclide n van Ongeveer vierduizend gevalle nsen schildklierkanker, vooral bij me l die ten tijde van het ongeva
5
zijn kind of adolescenten waren, ten veroorzaakt door de vervuiling ten en l gevolge van het ongeva minste negen kinderen zijn aan schildklierkanker overleden. ft Er is echter bewijs dat aangee ge nta rce dat het overlevingspe s onder deze kankerslachtoffer bijna 99 procent is.
23
Zorgen over de veiligheid en bedieningsproblemen waren de aanleiding voor de internationale gemeenschap om op te roepen tot de volledige en permanente sluiting van de installatie van Tsjernobyl.
Tsjernobyl vandaag rgen yl kan mo “Tsjernob ebeuren” zo weer g
De laatste van de vier reactoren van Tsjernobyl werd op 15 december 2000 permanent uitgeschakeld.
Stelling 3
Reactoren met de ernstige tekortkomingen zoals die van Tsjernobyl zijn nu buiten bedrijf gesteld of verbeterd. Dergelijke onveilige reactoren zullen nooit meer gebouwd worden. In 1989 is de “World Associaton of Nuclear Operators” (WANO) opgericht om wereldwijd nucleaire veiligheidspraktijken te bevorderen. De WANO is nu een internationaal netwerk voor uitwisseling van (technische) kennis waar alle landen met kernenergiecentrales aan deelnemen. Elke kernenergiecentrale op de hele wereld maakt deel uit van het WANOsysteem van onderlinge bedrijfscontrole. Het doel van het WANO-systeem van onderlinge controle is ervoor te zorgen dat de stringente veiligheidsstandaarden van het Internationaal Atoomenergie Agentschap van de VN (IAEA) worden aangehouden. Dit heeft tot grote vooruitgang geleid. Over de hele wereld is het aantal ernstige incidenten bij kerncentrales tot nagenoeg nul teruggebracht.
In december 1995 ondertekende Oekraïne een convenant met de landen van de G7 (nu de G8) en de Europese Unie over de sluiting van de toen nog werkende units van Tsjernobyl. Dit volgde op een versnelling van de internationale samenwerking na het ineenstorten van de Sovjet-Unie. De belangrijkste taak was het beoordelen van de risico’s van de verwoeste reactor en het bedenken van een strategie voor een duurzame oplossing voor de sanering van het terrein. De landen van de G7 en de EU namen de leiding om Oekraïne te helpen bij het vinden van een oplossing voor de risico’s van de verwoeste reactor vier. In 1996 werd in Slavutich het Chernobyl Center for Nuclear Safety, Radioactive Waste and Radioecology opgezet. Het centrum biedt bouwkundige, wetenschap-
24
25
6
pelijke en technische ondersteuning op het gebied van stralingsbescherming, ontmanteling, calamiteiten en radioecologie. Het International Radioecology Laboratory (IRL) van het centrum doet onderzoek binnen de verboden zone van dertig kilometer rond Tsjernobyl. Dit onderzoek omvat onder meer het bestuderen van het effect van radioactiviteit op dierlijke cellen en weefsel.
Het fonds wordt beheerd door de European Bank for Reconstruction and Development (EBRD). In november 1997 woonden vertegenwoordigers van ruim veertig landen een conferentie in New York bij en zegden een extra 31 miljoen euro toe voor de kosten van de naar schatting 731 miljoen euro die de projecten gaan kosten. Conferenties die sindsdien hebben plaatsgevonden hebben toezeggingen opgeleverd van circa 485 miljoen euro.
Er worden stappen ondernomen om de onstabiele constructie, die in 1986 overhaast rond de verwoeste reactor nummer vier is gebouwd, te verbeteren. Die constructie – de sarcofaag – bedekt de overblijfselen van de beschadigde unit vier en nieuwe bouwsels en systemen die na het ongeval zijn gebouwd. Door corrosie en andere factoren is de kans op instorting toegenomen. In juni 1997 gaven Oekraïne, de G7 en de EU hun goedkeuring aan het Shelter Implementation Plan (SIP), dat nu zowel de stabilisering van
de sarcofaag als de bouw van wat de New Safe Confinement (NSC) wordt genoemd omvat. Dit is een veiliger en permanent bouwwerk dat rond de sarcofaag zal worden gebouwd. De ontwerplevensduur is honderd jaar. De landen van de G7 hebben toegezegd 252 miljoen euro te zullen bijdragen aan het Chernobyl Shelter Fund, dat in 1997 is opgezet om het beheer te voeren over de bijdragen in de kosten van het stabiliseringswerk aan de sarcofaag en de bouw van de NSC. 26
Oekraïne werkt samen met de landen van de economische groep van de G8, Rusland en de Europese Commissie bij activiteiten om de sarcofaag te stabiliseren, de NSC te bouwen en delen van de bestaande constructie te verwijderen voor stabiliteit op de lange termijn. In januari 2006 meldde de EBRD dat er een cruciaal moment voor het SIP was aangebroken, omdat het toekennen van het contract voor de NSC de komende maanden werd verwacht. Volgens de EBRD wordt de afronding van de belangrijkste bouwprojecten in 2008 of 2009 verwacht.
27
Het stabilisatiewerk aan de sarcofaag is begonnen en twee van de acht stabilisatieactiviteiten zijn afgerond: de stabilisering van een balk die het dak van de constructie ondersteunt en het versterken van stutten van het kanaal van de ontluchter, dat grote hoeveelheden puin bevat. De ontluchter is een tank die condensaat krijgt dat terugkeert naar de reactor. Het doel is om de sarcofaag stabiel te maken voor een periode van 15 jaar, waardoor er tijd is om de NSC te bouwen. De sarcofaag bevat nog steeds radioactief materiaal, zoals 200 ton uranium en ongeveer één ton radionucliden, waarvan 80 procent plutonium. Tsjernobyl vandaag: de status in het kort - Het werk aan het stabiliseren van de oorspronkelijke sarcofaag wordt voortgezet: twee van de acht projecten zijn afgerond - De kosten van het stabiliseren van de sarcofaag en de bouw van de NSC zijn naar schatting 59 miljoen euro - Naar verwachting zal het contract voor de bouw van de NSC in 2006 worden toegekend.
6
nsdelde leve “De gemid d n ng ro verwachti nd chrikbare s is l Tsjernoby ” ld gedaa
Dit klopt. Echter volgens de WHO eisen toenemende armoede en “lifestyle”ziekten (alcohol, voedsel) in de voormalige Sowjet-Unie in combinatie met geestelijke gezondheidsproblemen een veel hogere tol dan blootstelling aan radioactiviteit.
Stelling 4
Een van de prioriteiten is het afronden van de contractonderhandelingen zodat het werk aan de New Safe Confinement kan beginnen.
De toekomst De eerste saneringsoperatie bij Tsjernobyl was indrukwekkend. De sarcofaag was in slechts zeven maanden klaar en het stralingsniveau op de locatie is nu relatief laag.
van stroom te voorzien en zal aan alle verwachte toekomstige vraag op de locatie voldoen, zoals onder meer die van de infrastructuur voor de ontmanteling. - Een nieuwe tijdelijke opslagfaciliteit voor splijtstof, want de bestaande opslagfaciliteit was ontoereikend.
Maar voor het ontmantelen van de drie overgebleven reactoren is eerst de benodigde infrastructuur aangelegd met onder meer het volgende:
De levensverwachting in de voormalige Sowjet-Unie is na de ineenstorting van de staat in het algemeen teruggelopen vanwege niet stralingsgebonden risico’s zoals hart- en vaatziekten, vergiftigingen en verwondingen. De WHO noemt wel de gevolgen op de geestelijke gezondheid van Tsjernobyl als het grootste volksgezondheidprobleem dat ooit is veroorzaakt door een ongeluk. Mensen uit de streek rond Tsjernobyl beoordelen hun gezondheid negatief en ervaren een permanent gevaar voor hun gezondheid als gevolg van straling. Zij verwachten hierdoor korter te leven. Deze vrees neemt eerder toe dan af, zonder dat daar een klinische reden voor is. Betere informatie zou mee kunnen helpen.
- Een nieuwe energiecentrale kwam gereed in 2001. Die bestaat uit drie warmwaterboilers van elk 50 MWt en drie stoomboilers van elk 40 MWt. De installatie heeft voldoende capaciteit om een stad
- Een nieuwe opslagfaciliteit voor laag en middel vloeibaar radioactief afval dat tijdens de bedrijfstijd van de reactoren is ontstaan. Ongeveer 25.000 kubieke meter van dit afval is momenteel in tanks op het terrein opgeslagen. De nieuwe faciliteit zal het afval ontvangen, verwerken (dat wil zeggen: het volume reduceren), inkapselen en afvoeren naar een opslagplaats. - Een verwerkingsinstallatie voor vast afval, die in aanbouw is.
28
29
7
De nieuwe opslagfaciliteit voor gebruikte splijtstof, of ISF-2, was nodig om splijtstof uit de reactoren te kunnen verwijderen. De bestaande capaciteit was onvoldoende. Door ontwerpkwesties werd de bouw van ISF-2 in 2003 stopgezet terwijl naar oplossingen werd gezocht. In de tussentijd is in december 2005 een begin gemaakt met het verwijderen van een deel van de brandstof van reactors 1-3 naar de bestaande opslagplaats. Een van de prioriteiten voor 2006 van het Global Partnership* programma van de G8, om de blijvende gevolgen van kerninstallaties, niet alleen in Tsjernobyl, maar in de hele voormalige Sovjet-Unie aan te pakken, is het afronden van de contractonderhandelingen, zodat een begin kan worden gemaakt met het werk aan de New Safe Confinement (NSC). Naar verwachting zal het bouwcontract voor de NSC medio 2006 worden toegekend. Een conceptontwerp voor de NSC is al goedgekeurd; een boogvormig bouwwerk met een binnenhoogte van 92 meter en een binnenspanwijdte van 245 meter. Het bouwwerk zal 150 meter lang zijn met aan de uiteinden ronde muren die niet ondersteund worden
door de bestaande sarcofaag. In een rapport van december 2005 over de Britse projecten die deel uitmaken van de Global Partnership van de G8, zei het Britse Minsterie van Handel en Industrie (DTI) dat het werk in Tsjernobyl in 2006 gericht zal zijn op een gedetailleerd ontwerp van de NSC en de keuring daarvan.
stofhoudende massa’s hebben opgehoopt. Het systeem omvat ook het bewaken van de veiligheid, straling, aardbevingen en de constructie. Werk aan de installatie van het systeem is gaande. Het systeem voor fysieke bescherming en toegangscontrole omvat onder meer sanitaire voorzieningen en kleedkamerfaciliteiten voor bijna 1.500 medewerkers, medische en stralingsbeschermingpakken en een ambulancefaciliteit.
* Het Global Partnership Against the Spread of Weapons and Materials of Mass Destruction van de G8 werd in 2002
Volgens het DTI zijn andere mijlpalen in Tsjernobyl in 2006 onder meer de afronding van het stabilisatiewerk aan de bestaande constructie, een geïntegreerd bewakingssysteem, fysieke bescherming en toegangscontrole. Het is de bedoeling dat de NSC tegen 2009 klaar is.
gelanceerd. In het kader van dit initiatief ondersteunen de landen van de G8 projecten, aanvankelijk in Rusland, om non-proliferatie, ontwapening, terrorismebestrijding en nucleaire veiligheidskwesties aan te pakken.
Het geïntegreerde bewakingssysteem is voor de sarcofaag en omvat instrumenten waarmee neutronen- en gammastraling kan worden gemeten in ruimten waar zich grote hoeveelheden splijt30
31
7
rnobyl “Door Tsje en drie zijn of word miljoen en een half linisch kinderen k ar ziek” aantoonba
Stelling 5
Het is waar dat Tsjernobyl een grote invloed heeft op de geestelijke gezondheid van mensen. Het directe effect van het reactorongeluk en de vrijgekomen radioactiviteit op de fysieke gezondheid is gelukkig minder dan men verwachtte. De vaak gesuggereerde genetische effecten (mismaakte kinderen, geboorteafwijkingen) kunnen niet gekoppeld worden aan opgelopen straling. Wetenschappelijk onderzoek kan geen verband aantonen tussen opgelopen straling voor de conceptie en genetische afwijkingen in nieuwe generaties.
De oorzaak van eventuele verhoogde aantallen geboorteafwijkingen of genetische effecten in de Oekraïne of Wit-Rusland zal elders gezocht moeten worden. Ook zonder dat er een relatie is met het nucleaire ongeluk zullen gevallen van (geestelijk) gehandicapte kinderen uit de streek rond Tsjernobyl natuurlijk authentiek zijn. In het algemeen stelt de WHO dat de (geestelijke) volksgezondheid in de voormalige Sowjet-Unie is teruggelopen. Dat komt door verminderde leefomstandigheden en life-style gerelateerde aandoeningen.
Op 27 april werden de 45.000 inwoners van de stad Pripjat, dat op vier kilometer afstand van de installatie ligt, met bussen geëvacueerd. De stad is tot op de dag van vandaag onbewoond gebleven.
Slavutich In de periode tot 5 mei moesten mensen die binnen een straal van dertig kilometer van de reactor woonden hun huizen verlaten. Binnen tien dagen werden 130.000 mensen uit 76 dorpen en steden geëvacueerd. Voor het ongeval woonden de werknemers van Tsjernobyl en hun gezinnen in de stad Pripjat, dichtbij de installatie. Binnen 48 uur waren ze uit hun huizen geëvacueerd. Nu wonen ze in een nieuwe stad, Slavutich (ook wel Slavutych), vijftig kilometer ten oosten van de installatie. De stad is gebouwd door acht voormalige Sovjetrepublieken: Estland, Letland, Litouwen, WitRusland, Azerbeidjaan, Armenië, Rusland en Oekraïne. Elke republiek bracht zijn eigen werknemers en materialen mee en bouwde huizen en appartementen in de eigen stijl. Daarom heeft de stad acht verschillende wijken, elk met een heel andere architectuur en sfeer.
32
33
Ongeveer eenderde van de bevolking is jonger dan zestien. Veel inwoners werken bij de installatie van Tsjernobyl of hebben daar op de een of andere manier mee te maken. De stad heeft de jongste bevolking van Oekraïne, het hoogste geboortepercentage en het laagste sterftecijfer. De gezinnen van Slavutich hebben een relatief hoge levensstandaard en hebben toegang tot enkele van de best bevoorrade winkels in Oekraïne. Slavutich heeft ook uitstekende scholen, sportfaciliteiten en een van de beste ziekenhuizen van het land.
8
faciliteiten om ondernemingsinitiatieven te stimuleren en nieuwe bedrijven aan te trekken. De International Labour Organisation heeft een opleidingscentrum in Slavutich opgezet, waar ex-werknemers van de installatie van Tsjernobyl een nieuwe opleiding krijgen voor ander werk. In 2002, reserveerde het United Nations Development Programme 502.000 euro voor meer van dit soort opleidingsprogramma’s.
Tegenwoordig wonen er ongeveer 25.000 mensen in Slavutich. Na de sluiting van Tsjernobyl in 2000, moest de stad de sociaaleconomische problemen verwerken die gepaard gingen met de aanpassing aan minder afhankelijkheid van de installatie. Het bestuur van de stad, ondersteund door internationale instanties, heeft veel vooruitgang geboekt bij het opzetten van een instantie voor zakelijke ontwikkeling, een starterscentrum, een centrum voor gemeenschapsontwikkeling, kredietcoöperaties en
De wolk met radioactieve splijtingsproducten uit de reactor sloeg op het grootste deel van Europa neer.
Milieu Het ongeval leidde tot radioactieve vervuiling van 18.000 vierkante kilometer landbouwgrond, waarvan 2.640 vierkante kilometer niet langer bewerkbaar is. In Oekraïne werden met name de bossen getroffen: 35.000 vierkante kilometer bosgebied, veertig procent van het totaal, werd vervuild. Coniferen en breedbladige planten namen de straling als een filter op en de radioactieve neerslag concentreerde zich aanvankelijk hier. Via dode bladeren en naalden is de vervuiling vervolgens in de grond terechtgekomen en het zal zich in de komende tien jaar ophopen in het hout. De radio-isotoop cesium-137 vormde een groot probleem. Door zijn halveringstijd van dertig jaar zal de helft van zijn activiteit in 2016 nog in het milieu aanwezig zijn. Cesium is in chemisch opzicht gelijk aan de voedingsstof kalium. Het wordt daarom gemakkelijk door planten en dieren opgenomen. Het radioactieve materiaal komt in de voedsel-
34
35
keten terecht door de consumptie van vervuilde bessen, paddenstoelen, wild en vis, en via gras en hooi dat door melkvee wordt gegeten. De concentraties in vis in het Russische Kozhanovskoemeer zullen naar schatting nog veertig jaar boven de aanbevolen grens voor de consumptie blijven. Hoewel het gevaar van jodium131 is geweken, werd gedacht dat vervuilde melk in de Sovjetgebieden verantwoordelijk was voor
9
gevallen van schildklierkanker. Er werd daarom in Polen, Hongarije, Oostenrijk en Zweden melk vernietigd. Veel Europese landen hebben vervuilde vegetatie verbrand en er kwam een verbod op veel OostEuropese landbouwproducten. De meest getroffen diersoorten waren rendieren en schapen in Zweden. Op de markten van Kiev, Chernigov, Minsk en een aantal kleinere steden kwam in 1986 en 1987 een verbod op de verkoop van melk, vlees en veel groente- en fruitsoorten. In het Verenigd Koninkrijk bleven de beperkingen van het ministerie van Landbouw op de verkoop en slacht van schapen slechts enkele maanden na het ongeval van kracht. De mate van bodemvervuiling in Wit-Rusland, Rusland en Oekraïne hing af van het natuurlijke vervalproces van de radioactieve isotopen,
de mobiliteit daarvan in de grond en het soort aarde. Zo was in WitRusland, waar zeventig procent van de neerslag terechtkwam, na het ongeval in 1986 zo’n 22 procent van het land vervuild met cesium137. Vandaag de dag is dit nog altijd 21 procent. Het Tjernobyl Comité van de WitRussische overheid schat dat zestien procent van het gebied in 2016 nog altijd zal zijn vervuild. Het ongeval leidde tot radioactieve Volgens het Nucleair Energie Agentschap is de dosis externe straling sinds het ongeval in sommige gebieden met een factor veertig verminderd en is het op een aantal plaatsen minder dan één procent van de oorspronkelijke waarde. Kort gezegd: er is een constante, trage vermindering zichtbaar van de activiteit van cesium-137 in de landbouwgrond. Ten aanzien van de landbouw vormen de kleinere boeren, die vaak van hun eigen producten leven, het centrale probleem. Zowel het Wit-Russische Tsjernobyl Comité als het Oekraïense overheidsagentschap Tsjernobyl Interinform roepen op om in hulpprogramma’s maatregelen op te nemen voor betere voorlichting van deze boeren. 36
vervuiling van 18.000 vierkante kilometer landbouwgrond, waarvan 2.640 vierkante kilometer niet langer bewerkbaar is. Alle drie de landen hebben grenswaarden bepaald voor het voedsel uit staatsboerderijen en producten die zijn bestemd voor de marktverkoop. In Wit-Rusland zijn deze waarden bijvoorbeeld drie maal zo streng als vergelijkbare wetgeving in Duitsland. Een goed voorbeeld van wat er nodig is om hier toezicht op te houden, is Oekraïne. Hier werden alleen al in 2000 landelijk ruim één miljoen voedselmonsters geanalyseerd. Uit de cijfers van Tsjernobyl Interinform voor Oekraïne blijkt dat sinds 37
1993 de naleving van de officiële grenswaarden is gewaarborgd voor producten uit staatsboerderijen en producten die in winkels worden verkocht. Een van de belangrijkste problemen direct na het ongeval was het water van de Dnjepr en zijn zijrivier, de Pripjat. Hoewel de rivier inderdaad vervuild water door Oekraïne verspreidde, slaagde men erin dit te beperken en bleef het drinkwater grotendeels schoon. De vervuiling heeft zich echter in andere waterbekkens opgehoopt en er bestaat een risico op grondwatervervuiling met strontium en americium. Behalve de gebieden in de afgesloten zone is de lucht in de vervuilde gebieden niet meer van slechte kwaliteit.
9
Kerncentrales zijn zeer solide. Het doel van veiligheidsmaatregelen is te zorgen dat de volksgezondheid en -veiligheid onder geen enkele redelijkerwijs denkbare omstandigheid in gevaar komt door blootstelling aan radioactiviteit.
Straling en dieren Baker Sinds 1994 hebben dr. Robert colen prof. Ron Chesser met hun gd eni Ver lega’s in Oekraïne en het oek Koninkrijk uitgebreid onderz stravan en gedaan naar de gevolg rnoling op de dieren rondom Tsje zijn er ess byl. Dr. Baker en prof. Ch as Tech beiden werkzaam op de Tex ten. University in de Verenigde Sta pzetting Zij concludeerden dat de sto ls van menselijke activiteiten, zoa t en jach ij, de landbouw, veehouder t voor houtkap, gunstig zijn gewees egd het wild. “Er kan worden gez wereld dat de grootste kernramp ter wildde r minder verwoestend voo lijke stand is dan de normale mense er. Bak activiteiten,” aldus dr.
er uitDr. Baker zei echter ook dat ge tergebreid onderzoek op de lan hoe en rijp mijn is vereist om te beg onische dierenpopulaties die aan chr schillen straling zijn blootgesteld, ver ties. van niet-blootgestelde popula Problemen ten aanzien van de en latente - en langdurige gevolg opgen rde wo van straling dienen te act van lost voordat de volledige imp e het ongeval op het daar levend n wild en op mensen kan worde begrepen.
Nucleaire veiligheid In de geschiedenis van de civiele kernenergie hebben zich twee grote ongevallen met kerncentrales voorgedaan: - Three Mile Island (VS) - Tsjernobyl Bij het eerste ongeval bleef het radioactieve materiaal binnen de veiligheidsomhulling. In Tsjernobyl was geen veiligheidsomhulling aanwezig. Dit zijn de enige twee grootschalige ongevallen die in zo’n 12.000 cumulatieve jaren commerciële toepassing in 32 landen hebben plaatsgevonden.
erNaar aanleiding van een ond rzoeksexpeditie in de regio Tsje een r nobyl werd dr. Baker doo se functionaris van het Amerikaan om ht zoc ver Department of Energy het de ecologische gevolgen van tubes te ongeval op de wildstand ieve deren. Hoewel een kwantitat het ek ble evaluatie moeilijk was, itief. netto ecologische resultaat pos
er het
Kijk voor meer informatie ond trefwoord ‘Chernobyl’ op www.nsrl.ttu.edu
38
Wat de aannemelijkheid en gevolgen van een ongeval of terroristische aanslag betreft, zijn de risico’s vanuit Westerse kernreactoren minimaal vergeleken met andere algemeen aanvaarde risico’s. Kerncentrales zijn zeer solide. Het doel van veiligheidsmaatregelen is te zorgen dat de volksgezondheid en -veiligheid onder geen enkele redelijkerwijs denkbare omstan39
digheid in gevaar komt door de toepassing van kernenergie. Bij Three Mile Island (1979) raakte de reactor zwaar beschadigd. De kerninventaris werd echter ingesloten en er waren geen nadelige gevolgen voor de gezondheid of het milieu. In 1957 hebben de Verenigde Naties het IAEA opgericht. Een van haar taken was het toezicht op de wereldwijde nucleaire veiligheid. Het IAEA schrijft veiligheidsprocedures voor en stelt de melding van zelfs kleinschalige incidenten verplicht. De rol van het IAEA is in het afgelopen decennium uitgebreid. Elk land dat kerncentrales in gebruik heeft, heeft een inspectoraat voor nucleaire veiligheid dat nauw met het IAEA samenwerkt. Voor mensen die in kerncentrales werken, heeft veiligheid de hoogste prioriteit. De stralingsdoses worden op diverse manieren beperkt, zoals door fysieke afscherming, beschermende kleding en
10
apparatuur, beperking van de tijd die werknemers in gebieden met hoge stralingsniveaus verblijven en technieken voor besturing op afstand. Daarnaast is er constant toezicht op de individuele doses en de werkomgeving. De blootstelling is daardoor zeer laag en is vergelijkbaar met andere industrieën. Een verplichte veiligheidsindicator voor beperking van het risico op reactorongevallen is de berekende kernsmeltfrequentie. De Amerikaanse Nuclear Regulatory Commission (NRC) schrijft voor dat in nieuwe reactors een kernsmeltfrequentie dient te gelden van 1 op 10.000 jaar. De moderne ontwerpen zijn nog veiliger dan dit voorschrift. In Westerse kerncentrales wordt een gelaagde verdediging toegepast en zijn vitale systemen zo veel mogelijk van elkaar gescheiden. In de beste operationele centrales geldt 1 op 1 miljoen jaar, en in de centrales die de volgende tien jaar worden gebouwd, gaat men uit van bijna 1 op 10 miljoen jaar. De huidige wetgeving vereist dat de gevolgen van een kernsmeltongeval zodanig beheerst moeten worden, dat omwonenden niet geëvacueerd hoeven te worden.
Het gebruik van kernenergie voor het opwekken van elektriciteit kan als zeer veilig worden beschouwd. Het grootste veiligheidsprobleem van kernenergie is van oudsher het risico op het ongecontroleerd vrijkomen van radioactief materiaal dat leidt tot vervuiling en stralingsblootstelling buiten de centrale. Dit was in Tsjernobyl het geval en de ernstige gevolgen rechtvaardigden voor eens en altijd de extra kosten die gepaard gaan met het ontwerpen volgens strenge veiligheidsnormen. Gelaagde verdediging Om optimale veiligheid te waarborgen, wordt in kerncentrales tegenwoordig een ‘gelaagde verdediging’ met meerdere veiligheidssystemen toegepast. De belangrijkste aspecten van deze benadering zijn: - Hoogwaardig(e) ontwerp en bouw; - Apparatuur ter voorkoming van operationele storingen die tot problemen leiden; - Redundante en diverse systemen voor de opsporing van problemen, beperking van schade aan de brandstof en voorkoming van het vrijkomen van radioactiviteit; - Maatregelen voor insluiting van de gevolgen van ernstige kernschade in de centrale zelf. 40
De veiligheidssystemen omvatten een reeks fysieke barrières tussen de radioactieve reactorkern en het milieu en meerdere veiligheidssystemen, elk met een back-up, die zijn ontworpen om menselijk falen op te vangen. De veiligheidssystemen vertegenwoordigen zo’n kwart van de kapitaalkosten voor dit soort centrales. De veiligheidssystemen bestaan onder meer uit regelstaven waarmee neutronen worden geabsorbeerd, en secondaire sluitingsinrichtingen die neutronabsorberend materiaal in de centrale inbrengen. Door middel van extra koelsystemen wordt overtollige warmte verwijderd. Daarnaast hebben de meeste operationele centrales op de wereld – behalve die in Tsjernobyl – een negatieve dampbelcoëfficiënt. In centrales waar het watercircuit zowel als moderator en koelwater werkt, vermindert overmatige warmteopwekking de vertraging van neutronen die nodig zijn om de nucleaire kettingreactie in stand te houden. Dit resulteert in een zeer stabiele vermogensproductie: een te hoge energieproductie wordt vanzelf gecorrigeerd. Er zijn nog meer fysieke eigenschappen die de veiligheid vergroten. 41
In de meeste centrales heeft de brandstof de vorm van vaste keramische pellets en blijven de radioactieve splijtingsproducten tijdens de verbranding van de brandstof in deze pellets opgesloten. De pellets zijn verpakt in buizen van een zirkoniumlegering en vormen zo brandstofstaven. Deze zijn ingesloten in een groot stalen drukvat met wanden van zo’n twintig centimeter dik, dat op zijn beurt is ingesloten in een solide betonnen insluitkoepel met wanden van minstens één meter dik. Moderne kerncentrales beschikken over een hoge mate van aardbevingsbestendigheid en kunnen bij aardbevingen veilig en snel worden stopgezet. Het ongeval op Three Mile Island toonde het belang van dergelijke systemen aan. De insluitkoepel waarin de reactor stond, voorkwam dat er grote doses radioactiviteit vrijkwamen, ondanks het feit dat ongeveer de helft van de reactorkern smolt. Het ongeval werd toegeschreven aan een mechanische storing en verwarring onder het bedienend personeel over de status van de installatie. Ook de overige beveiligingssystemen van de reactor werkten naar behoren.
10
De noodkoeling van de kern zou het ongeval hebben voorkomen, maar deze was door het personeel uitgezet. Na onderzoek naar aanleiding van het ongeval kwam er meer aandacht voor de menselijke factor bij de nucleaire veiligheid. Er waren geen grote ontwerpveranderingen in de Westerse reactors vereist, maar de bedieningsinstrumenten werden verbeterd en de opleiding van het bedienend personeel werd herzien. De reactor in Tsjernobyl had daarentegen geen veiligheidsomhulling zoals de Westerse centrales of de modernere Russische centrales na 1980. Internationale inspanningen ter verbetering van de veiligheid Direct na het ongeval in Tsjernobyl gaf de IAEA prioriteit aan de veiligheid binnen kerncentrales, met name in een aantal Oost-Europese gebieden, waar de ontwerpen gebreken bleven vertonen. Organisaties als OESO, IAEA, de Commissie van de Europese Gemeenschap en de door EBRD beheerde Nuclear Safety Account hebben hulpprogramma’s opgezet om de eerste generatie Russische kerncentrales veiliger te maken door
Westerse veiligheidsnormen toe te passen of door verbeteringen in de centrales en de besturing ervan door te voeren. In de vijftien RBMK-reactors die in Rusland en Litouwen nog in bedrijf zijn, zijn wijzigingen aangebracht om de gebreken weg te nemen. Dit heeft onder meer geleid tot een lager risico op een positieve dampbelcoëfficiënt. Terrorisme Sinds de aanslag op het New Yorkse World Trade Centre in 2001 leeft er bezorgdheid over de gevolgen van een aanslag met een groot vliegtuig op een kerncentrale, met als doel radioactief materiaal te laten ontsnappen. Er zijn diverse onderzoeken geweest naar de mogelijkheid van soortgelijke aanslagen op kerncentrales.
aanslagen zouden zijn bestand dan welk ander bouwwerk dan ook. Er is door het Amerikaanse Electric Power Research Institute uitgebreid onderzoek gedaan. Uit dit onderzoek, dat werd uitgevoerd door deskundige adviseurs en gefinancierd door het Amerikaanse Department of Energy, bleek dat de Amerikaanse kerncentrales solide
Internationale scha
al van nucleaire gebe
urtenissen
Het IAEA en de OES O hebben in 1990 de internationale schaal gebeurtenissen (INES van nucleaire ) ontwikkeld voor he t standaardiseren va ten of -ongevallen en n kernincidende communcatie aa n de bevolking. De verdeling loopt va n 0 (zonder gevolge n voor de veiligheid) een grootschalig on tot 7 voor geval zoals in Tsjerno by l. Three Mile Island kw am uit op 5, als ‘ong eval met extern risico geen schadelijke ge ’, hoewel er volgen waren. In 19 80 vond in Frankrijk ee 4-ongeval zonder ex n niveau terne risico’s plaats. Ook in Japan vond 1999 in een brands in september tofverwerkingsbedrijf een niveau 4-ongeva l plaats. The Scale 7 Grootschalig onge val (Tsjernobyl) 3 Ernstig incident 6 Ernstig ongeval 2 Incident 5 Ongeval met exte rn risico 1 Onregelmatigheid 4 Ongeval zonder extern risico 0 Geen betekenis vo or de veiligheid
Uit deze onderzoeken blijkt dat kerncentrales beter tegen deze 42
zijn en de reactorkern tegen een inslag van een groot commercieel vliegtuig zullen beschermen. Daarnaast zal door de grote omvang van de constructies een terroristische aanslag zelfs binnen de (zeer goed beveiligde) centrales niet leiden tot ontsnapping van radioactiviteit.
43
10
Overige rapporten over het onderwerp United Nations/International Atomic Energy Agency (www.iaea.org) Rapport van de secretaris-generaal van de VN - Optimalisering van de internationale inspanningen om de gevolgen van de Tsjernobyl ramp te onderzoeken, te verzachten en te minimaliseren (oktober 2005). De erfenis van Tsjernobyl: De gevolgen voor de gezondheid, het milieu en sociaal-economische gevolgen en aanbevelingen aan de regeringen van Wit-Rusland, de Russische Federatie en Oekraïne (september 2005). Gevolgen voor het milieu van het ongeval in Tsjernobyl en hoe deze te herstellen: Twintig jaar ervaring: Rapport van de Tsjernobyl Forum Expert Groep “Milieu” van de VN (augustus 2005). De gevolgen van de kernramp in Tsjernobyl voor de bevolking: Een strategie voor herstel (januari 2002). Het effect van het ongeval in Tsjernobyl nu en in de toekomst. IAEA TECDOC Series No. 1.240 (Augustus 2001).
Conclusies van de 3de Internationale Conferentie over de gezondheidseffecten van het ongeval in Tsjernobyl (juni 2001). Stralingseffecten die op de volgende generatie worden doorgegeven. Wetenschappelijk comité van de Verenigde Naties over de effecten van atoomstraling. UNSCEAR rapport aan de Algemene Vergadering, met wetenschappelijke bijlage (2001). Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling (www.ebrd.org) Plan Implementatie Inkapseling - Fonds Inkapseling Tsjernobyl (februari 2000). Nuclear Energy Agency (www.nea.fr) Tsjernobyl: Vaststellen van radiologische en medische gevolgen (2002). Diversen Global Partnership Annual Report 2005 (http://www.dti.gov.uk/ energy/nuclear/fsu/GR2005.s). European Union Nuclear Safety Strategy Paper 2002-2006 (http://europa.eu.int).
44
Baker, R.J. and R.K. Chesser. The Chernobyl nuclear disaster and subsequent creation of a wildlife pre-serve. Texas Tech University (2000). Jagoe, C.H., C.E. Dallas, R.K. Chesser, M.H. Smith, S.K. Lingenfelser, J.T. Lingenfelser, K. Holloman and M.D. Lomakin. Contamination near Chernobyl: radiocesium, lead and mercury in fish and sediment radiocesium from waters within the 10 km zone (1998).
citeit, aangeleverd door Russische en Oekraïense wetenschappers aan de Tsjernobyl evaluatieconferentie, georganiseerd door de IAEA in Wenen. Diverse rapporten van de IAEA, NIA en WNA. G8 Wereldwijd samenwerkingsverband, derde jaarrapport (regering GrootBrittannië); ‘Insight’ tijdschrift van het Tsjernobyl Centrum; EBRD; Implementatieplan Inkapseling video over projectmanagement van reactor.
Chesser, R.K. and R.J. Baker. Life Continues at Chernobyl (1996). Dallas, C.E., C.H. Jagoe, S.K. Fisher, K.A. Holloman, R.K. Chesser and M.H. Smith. Evaluation of genotoxicity in wild organisms due to the Chernobyl nuclear disaster (1995). Informatie over Tsjernobyl en omliggend gebied, Idaho State University (www.physics.isu.edu). Bronnen voor feiten over Tsjernobyl Verloop en status van ramp: ‘Power News’ informatie (september 1986) voor personeel opwekking elektri-
45
11
Woordenlijst Achtergrondstraling De natuurlijk voorkomende ioniserende straling waaraan ieder mens wordt blootgesteld en die afkomstig is uit de aardkorst en van kosmische straling. Atoomenergie Energie die vrijkomt bij nucleaire reacties. Beter gezegd: kernenergie. Becquerel (Bq) Internationale eenheid van intrinsieke radioactiviteit in een stof. Eén Bq meet één desintegratie per seconde en is de activiteit van een hoeveelheid radioactief materiaal dat gemiddeld één verval per seconde bedraagt. Cesium-137 Radioactieve isotoop die voornamelijk wordt gevormd door kernsplijting. Cesium Zacht Zilverwit handelbaar metaal, vloeibaar bij kamertemperatuur, en het meest elektrisch positief geladen en alkalische element. Bekend om gebruik in atoomklokken. Grafiet Kristallijnen koolstof die in een erg zuivere vorm wordt gebruikt als moderator, voornamelijk in gasgekoelde reactoren, maar ook in RBMKreactoren zoals die in Tsjernobyl. Halfwaardetijd Periode die nodig is voor het verval van de helft van de atomen van een bepaalde radioactieve isotoop; deze wordt dan een isotoop van een ander element. Isotoop Een atomische vorm van een ele-ment met een bepaald aantal neutronen. Sommige isotopen zijn instabiel (radioactief) en vervallen tot isotopen van andere ele-menten. Jodium Glanzend, grijszwart, corrosief, giftig halogeen element met stabiele en radioactieve isotopen. Jodium-131 Radioactieve isotoop van jodium. Kernafval Bepaald type radioactief afval dat wordt geproduceerd als onderdeel van de nucleaire splijtstofcyclus (d.w.z. die activiteiten die nodig zijn voor kernsplijting of splijting van het atoom). Dit houdt o.a. in winning van uranium uit erts, concentratie van uranium, verwerken tot splijtstof en verwerken van afvalproducten. Radioactief afval is een ruimer begrip dat al het afval omvat dat radioactief is.
Kernsplijting Het splijten van een zware kern in twee kernen, waarbij een relatief grote hoeveelheid energie en meestal één of meer neutronen vrijkomen. Het kan spontaan gebeuren, maar meestal als gevolg van een kern die een neutron absorbeert en dus instabiel wordt. Koelmiddel Vloeistof of gas gebruikt om hitte van de reactorkern over te brengen op de stoomgeneratoren of rechtstreeks op de turbines. Krypton Witachtig, grotendeels inert gaselement dat voornamelijk wordt gebruikt in lampen met gasontlading en fluorescerende lampen. Leukemie Een van de verschillende acute of chronische neoplastische ziekten van het beenmerg. Megawatt (MW) Een eenheid van vermogen. MWe verwijst naar het elektrische vermogen van een generator, MW thermisch (MWt) naar het thermisch vermogen van een reactor of hittebron. Moderator Materiaal zoals licht of zwaar water of grafiet gebruikt in een reactor om snelle neutronen te vertragen door deze te laten botsen met lichtere kernen om verdere splijting te bevorderen. Ongeluk door smelten reactorkern Gebeurtenis of reeks gebeurtenissen waardoor deel van de splijtstof in de reactorkern smelt. Ontmanteling Het uit bedrijf nemen van een faciliteit (bijv. reactor) en de daarmee gepaard gaande handelingen zoals het veilig opbergen, de ontmanteling en het geschikt maken van de locatie voor onbeperkt gebruik. Opwerken Het bewerken van reactorsplijtstof om het ongebruikte splijtbare materiaal te scheiden van het afvalmateriaal. Plutonium Transuranen, gevormd in een kernreactor door invanging van neutronen. Het bevat een aantal isotopen, waarvan sommige splijtbaar zijn en sommige spontane splijting ondergaan waarbij neutronen vrijkomen. Positieve reactiviteitscoëfficiënt De reactiviteitscoëfficiënt geeft aan wat een invloed is op het kernsplijtingsproces. Als bijvoorbeeld een stijgende temperatuur leidt tot vermogenstoe46
name waardoor het proces zichzelf versterkt, is er sprake van een positieve reactiviteitscoëfficiënt. Zo’n toestand is niet stabiel. Westerse kerncentrales zijn ontworpen met negatieve reactiviteitscoëfficiënten: bij stijgende temperaturen wordt het kernsplijtingsproces vanzelf afgeremd (deze reactoren zijn inherent stabiel).
Splijtbaar materiaal Materiaal dat een neutron kan invangen en kernsplijting kan ondergaan.
Radioactiviteit Spontaan verval van een instabiele atoomkern, dat uitstoot van straling veroorzaakt.
Splijtstofelement Bundel splijtstofstaven. Ook genoemd een splijtstofpakket.
Radio-isotoop Natuurlijk of kunstmatig geproduceerde radioactieve isotoop van een element.
Splijtstofstaaf Lange, slanke staaf die splijtbaar materiaal (splijtstof) bevat voor gebruik in de kernreactor. Splijtstofstaven worden verzameld in bundels, splijtstofelementen of splijtstofpakket genaamd, die afzonderlijk in de reactorkern worden geladen.
Radionuclide Atoom met een instabiele kern. RBMK Acroniem voor reaktor bolshoy moshchnosti kanalniy, een type kernreactor dat gebouwd werd in de voormalige Sovjet-Unie en het type dat werd gebruikt voor alle vier reactoren in Tsjernobyl. Reactor Instrument waarin een kettingreactie bij kernsplijting plaatsvindt onder gecontroleerde omstandigheden zodat de hitte-uitstoot onder controle blijft of de neutronenbundel gebruikt kan worden.
Splijtingsproducten Dochterkernen die het resultaat zijn van de splijting van zware elementen zoals uranium, of van het radioactieve verval van die primaire dochters. Meestal zeer radioactief.
Splijtstoftabletten Verpakt in buizen van zirconiumlegering voor de vorming van splijtstofstaven. Straling Uitstoot en verbreiding van energie door middel van elektromagnetische golven of deeltjes. Stralingsziekte Schade die wordt veroorzaakt aan het lichaamsweefsel als gevolg van zware blootstelling aan radioactieve stoffen. Tellurium Broos, zilverachtig wit metaalelement.
Reactorkern Centrale deel van een kerncentrale die de splijtstofelementen en een moderator bevat. Regelstaven Staven die neutronen absorberen zodat de kettingreactie in de reactorkern kan worden vertraagd of gestopt door deze dieper in te steken, of worden versneld door deze terug te trekken. Sarcofaag De 300.000 ton wegende en stalen constructie die over de verwoeste reactor 4 in Tsjernobyl werd gebouwd. Schildklierkanker Kanker van de schildklier, die zich in de hals bevindt en de stofwisseling regelt.
Uranium Mild radioactief element met twee isotopen, die splijtbaar zijn (U-235 en U-233) en twee die natuurlijk zijn (U-238 en U-234). Uranium is de basis splijtstof van kernenergie. Verrijkt uranium Uranium waarin het aandeel isotoop U-235 ten opzichte van isotoop U238 boven de natuurlijke grens van 0,7% ligt. Uranium voor de reactor is meestal verrijkt tot ongeveer 3,5% U-235, uranium voor wapens bevat meer dan 90% U-235. Waterstof Kleurloos zeer ontvlambaar gaselement, het lichtste gas en het meest voorkomende element in het universum.
Sievert/Millisievert (mSv) Eenheid voor biologische schade veroorzaakt door straling. Gemiddelde natuurlijke achtergrondstralings-niveaus (in het VK) zijn ongeveer 2,2 mSv per jaar.
Xenon Kleurloos, geurloos, zeer niet-reactief gaselement dat wordt gevonden in minuscule hoeveelheden in de atmosfeer.
Slavutich Nieuwe stad die door acht voormalige Sovjet republieken gezamenlijk is gebouwd, 50 km ten oosten van de kerncentrale in Tsjernobyl.
Zirkonium Metaalelement dat voornamelijk wordt verkregen uit zirkoon en wordt gebruikt in kernreactoren als een hoog corrosieresistente legering.
47
12
COVRA Spanjeweg 1 4455 TW Nieuwdorp Vlissingen-Oost Tel.: 0113 - 61 66 66 www.covra.nl
De Centrale Organisatie Voor Radioactief Afval (COVRA) in Vlissingen neemt de eindverantwoording op zich van het Nederlandse radioactieve afval. Het afval wordt door COVRA opgehaald en verwerkt tot een stabiel product en opgeslagen in speciaal ontworpen gebouwen. COVRA administreert, bewaakt en controleert al het opgeslagen afval.COVRA zorgt ervoor dat de stralingsbelasting van de afvalverwerking en opslag binnen de vastgestelde wettelijke normen blijft.
EPZ Zeedijk 32 4454 PM Borssele Tel.: 0113 - 35 60 00 www.epz.nl
EPZ is de exploitant van de kerncentrale ‘Borssele’. Bij EPZ staat veiligheid altijd voorop. EPZ maakt stroom tegen lage kosten met maximalisatie van de economische waarde van het bedrijf. EPZ streeft daarbij naar goed werkgeverschap en kiest voor een maatschappelijk bewuste opstelling. EPZ is open en betrouwbaar en heeft bijzondere aandacht voor het milieu.
NRG Westerduinweg 3 1755 LE Petten Tel.: 0224 - 56 40 80 www.nrg-nl.com
De Nuclear Research & consultancy Group (NRG) richt zich op nucleair onderzoek en advisering voor overheid en bedrijfsleven. NRG is voorts de belangrijkste producent van radio-isotopen in Europa. De nucleaire expertise vormt een uitstekende basis voor dienstverlening aan andere hoogwaardige bedrijfstakken, waaronder de chemie, olie- en gaswinning en de medische sector.
Urenco Nederland B.V. Postbus 158 7600 AD Almelo Tel.: 0546 - 54 54 54 www.urenco.nl
Urenco verrijkt uranium tot brandstof voor kerncentrales, en is dus min of meer een uranium raffinaderij. De klanten van Urenco zijn elektriciteitsbedrijven in de gehele wereld die gebruik maken van kerncentrales. Om uranium te verrijken maakt Urenco gebruikt van geavanceerde ultracentrifuges die worden geleverd door het zusterbedrijf Enrichment Technology Nederland B.V. (ET NL), net als Urenco Nederland B.V. gevestigd in Almelo. Urenco Nederland heeft ca. 230 werknemers in dienst.
Reactor Instituut Delft Mekelweg 15 2629 JB Delft Tel.: 015 - 278 50 52 www.rid.tudelft.nl
Het Reactor Instituut Delft (RID) is onderdeel van de faculteit Technische Natuurwetenschappen van de Technische Universiteit Delft. Het beheert stralingsgerelateerde faciliteiten en biedt onderdak aan de afdeling Radiation, Radionuclides & Reactors (R3) van diezelfde faculteit. Het RID bedrijft de enige kernreactor in Nederland in een universitaire omgeving.
NucNet, dat in 1990 werd opgericht, is een nucleair communicatienetwerk dat een aantal functies heeft, optreedt als alarmdienst voor de nucleaire industrie, nieuws en informatie levert en een partner voor de media is. Belangrijke internationale nieuwsorganisaties vertrouwen op het vermogen en de geloofwaardigheid van NucNet voor hun eigen nucleaire rapportages. www.worldnuclear.org