Feestelijk trefwoordenboekje
Dit pakket bestaat uit verschillende methodieken over een aantal belangrijke aspecten bij het organiseren van een fuif, feestje of evenement. Om het allemaal overzichtelijk te houden, bundelde Fuifpunt alle basics over de verschillende thema’s hier achteraan in een handig trefwoordenboekje. Terloops geven we extra info om ook de meerwaardezoekers niet op hun honger FEESTLES
te laten zitten.
F U I F P U N T. B E
69
Opgelet!
Dit boekje biedt een overzicht van de regelgeving over fuiven zoals die van toepassing is in december 2007. Het is een momentopname, de regelgeving wil al eens veranderen. Als er iets verandert, dan komt dat vliegensvlug op onze website terecht. Hou www.fuifpunt.be dus in het oog!
Thema Alcohol
Subthema 71 72 73 75
Billijke vergoeding
76
De burgemeester
78 79 80
Geluid
81 82
FEESTLES
83
Milieuvergunning
85
Min-16-jarigen
87
Openlucht
88
Promo
89 90
F U I F P U N T. B E
91
70
92 93
SABAM
94
Security
97 98 99 100
Sluitingsuur
101
Verzekeringen
102 105 106 107 108 109 110
Minderjarigen Min-16-jarigen Sterke drank Sterke drank vergunning
Bevoegdheden burgemeester Melding van een fuif in een zaal of tent Vergunning voor openluchtfuiven Geluidsnormen ingedeelde inrichtingen Geluidsnormen niet-ingedeelde inrichtingen Geluidssterkte
Aanplakking Borden langs de weg Kleurgebruik affiches Verantwoordelijke uitgever Zegelrecht
Dwang/geweld gebruiken Fouilleren Parking Vrijwilligers of erkende bewakingsfirma
Aansprakelijkheid Alle risico’s verzekering Brandverzekering Burgerlijke aansprakelijkheid exploitatiepolis Contractuele aansprakelijkheidspolis Objectieve aansprakelijkheid brand en ontploffing Vrijwilligers
ALCOHOL Minderjarigen Waar gaat het over? Sterke drank (meer dan 1,2 volume procent (%vol) gedistilleerde alcohol) is verboden voor minderjarigen, dus ook voor jongeren tussen 16 en 18 jaar. Als minderjarigen toch sterke drank krijgen en de organisator wordt betrapt, dan kan de feestzaal gesloten worden. Regelgeving Artikel 13 van de wet van 28 december 1983 betreffende de vergunning voor het verstrekken van sterke drank
F U I F P U N T. B E
Om mee te helpen op een fuif hoef je geen 18 jaar zijn. In principe mogen minderjarigen alle dranken schenken (al mogen ze die zelf niet drinken). Als er minderjarigen meehelpen laat je die best bijstaan door een meerderjarige verantwoordelijke.
FEESTLES
Goed om weten Alcohol schenken aan iemand die zichtbaar dronken is, mag niet. Ook iemand uitdagen om te drinken of op zo’n uitdaging ingaan, is strafbaar als de uitdaging tot dronkenschap leidt. Dat geldt ook voor meerderjarigen. Als de dronken persoon minderjarig is dan wordt de normale straf verdubbeld.
71
Min-16- jarigen Waar gaat het over? Je mag geen ‘dronkenmakende’ dranken schenken aan min-16-jarigen. Dat wil zeggen dat min-16-jarigen geen alcohol mogen drinken in welke vorm dan ook (pintjes, breezers…).
F U I F P U N T. B E
FEESTLES
Regelgeving Artikel 5 van de besluitwet van 14 november 1939 betreffende de beteugeling van de dronkenschap
72
Goed om weten Een min-16-jarige mag in principe niet binnen in een dansgelegenheid (zonder begeleiding van een volwassene). Toch mag een jongere, ongeacht zijn leeftijd, naar feesten zonder winstgevend doel. Dat zijn feesten die niet uit handelsgeest worden opgezet (bal van de burgemeester, schoolbal, bals en fuiven van verenigingen). Bij onduidelijkheid moet de rechtbank beslissen of een feest een handelsgeest heeft of niet. Dit staat los van het verbod om alcohol te schenken aan min-16-jarigen. Min-16-jarigen mogen geen alcohol drinken, maar mogen wel op plaatsen komen waar alcohol geschonken/verkocht wordt.
Sterke drank Waar gaat het over? Sterke drank is alcohol met meer dan 1,2 %vol. gedistilleerde alcohol. Wat is het verschil tussen gegiste en gedestilleerde dranken? Bier en wijn zijn volledig door gisting verkregen. Bier ontstaat door het gisten van gemoute gerst, water, biergist en hop. Wijn daarentegen wordt verkregen door gisting van druivensap. Naast gewone wijn bestaan er ook een aantal varianten zoals ‘mousserende wijn’, die een tweede gisting op fles heeft doorgemaakt en ‘versterkte wijn’ bijvoorbeeld porto, waarbij extra gedistilleerde alcohol is toegevoegd. Sterke drank krijg je door na het gistproces de verkregen alcohol een aantal keren te distilleren zodat het alcoholpercentage van de drank gevoelig stijgt. Zo verkregen dranken noemt men ‘gedestilleerd’. Een bijzondere categorie zijn de alcoholpops. Dit zijn mixdrankjes van gedistilleerde drank met limonades.
F U I F P U N T. B E
Goed om weten Wat betekent volumeprocent (afgekort als %vol. of vol.%)? Volumeprocent is een maat voor de concentratie van een stof in een mengsel. De Europese Unie legt het symbool ‘%vol.’ op om het ‘alcohol-volumegehalte’ aan te geven. Het alcohol-volumegehalte is de verhouding tussen het volume zuivere alcohol in een mengsel tot het totale volume van het mengsel, dit bij een temperatuur van 20 graden Celsius. Die verhouding wordt uitgedrukt in volumeprocent. Globaal kent men aan drie groepen een vast alcoholpercentage toe. In bier (gewoon pintje) zit ongeveer 4 à 5%vol., in wijn 10 à 12%vol. en in gedistilleerde dranken meer dan 22%vol. alcohol. Hierdoor lijkt het alsof je met een glas gedistilleerde drank meer alcohol binnenkrijgt dan met een glas bier. Toch is dit niet zo aangezien de glazen voor gedestilleerde drank kleiner zijn dan deze van wijn of bier. Dit wil zeggen dat wanneer er standaardglazen gebruikt worden, je evenveel pure alcohol in het lichaam opneemt. Hoe wordt sterke drank gedefinieerd in de wet? • Alle producten van de GN-codes (= tarief- en statistiekennomenclatuur van de douane-unie, een soort productomschrijving dus) 2207 en 2208 met een effectief alcoholvolumegehalte van meer dan 1,2 % vol, ook wanneer deze producten bestanddeel zijn van een product uit een ander hoofdstuk van de gecombineerde
FEESTLES
Regelgeving Artikel 28 van de programmawet van 9 juli 2004 (wijziging van de wet van 28 december 1983 over het verstrekken van sterke drank en het vergunningsrecht. Sterke drank wordt gedefinieerd in artikel 16 van de wet van 7/01/1998 betreffende de structuur en de tarieven van de accijnsrechten op alcohol en op alcoholhoudende drank)
73
nomenclatuur van het gemeenschappelijk douanetarief van de Europese Gemeenschappen; • Producten van de GN-codes 2204, 2205 en 2206 met een effectief alcoholvolumegehalte van meer dan 22 % vol; • Gedistilleerde dranken die producten al dan niet in oplossing bevatten. Als we dit vertalen in mensentaal betekent dit: • Sterke drank: alcoholische dranken met meer dan 1,2%vol gedistilleerde alcohol: alcopops, pisang, campari, whisky-cola, gin-tonic, jenevers... • Geen sterke drank: bieren, wijnen, mousserende en andere al dan niet gegiste dranken en tussenproducten, bijvoorbeeld porto, sherry en martini.
F U I F P U N T. B E
FEESTLES
Soort drank
74
Pils Sambuca Breezer
% alcohol
Sterke drank
Soort drank
% alcohol
Sterke drank
5
NEE
Tia Maria
26,5
JA
40
JA
Triple Sec
15-40
JA
5-7
JA
Hoegaarden
Cachaça
38
JA
Ouzo
Calvados
40
JA
Amaretto
Champagne
12
NEE
Pastis
3-8,5
NEE
Porto
18-20
NEE
40
JA
Raki
45
JA
37,5
JA
Rum
40
JA
Glühwein
8,5-13
NEE
Sake
13,5-19
NEE
Grappa
37,5-60
JA
15-20
NEE
Westmalle Trippel
9,5
NEE
Tequila
38
JA
Jägermeister
35
JA
Vermout
15
NEE
Citroenjenever
30
JA
Whisky
40
JA
Cointreau
40
JA
Witte Wijn
12
NEE
Leffe Blond
6,6
NEE
Wodka
35-70
JA
Grand Marnier
40
JA
Martini
15
NEE
Cider Cognac Gin
Sherry
4,9
NEE
40-44
JA
25
JA
40-45
JA
Sterke drank vergunning Waar gaat het over? Je hoeft geen formaliteiten te vervullen als je op je fuif enkel bieren, wijnen, mousserende en andere al dan niet gegiste dranken en tussenproducten zoals porto, sherry en martini wil schenken. Als je sterke drank (breezers, pisang, whisky…) wil schenken ga je best na bij de gemeente of een vergunning nodig is. De gemeente kan een vergunning opleggen voor dranken met een alcoholpercentage van 1,2vol%. of meer. Sterke drank mag niet verkocht worden in occasionele drankgelegenheden op plaatsen waar openbare manifestaties plaatsvinden (zoals sportieve, politieke en culturele manifestaties), tenzij je speciale machtiging hebt van het college van burgemeester en schepenen.
F U I F P U N T. B E
Goed om weten De gemeente bepaalt of een vergunning sterke drank vereist is. Je moet dus niet meer langs bij Douane en Accijnzen maar bij de gemeente.
FEESTLES
Regelgeving Artikel 9 tot 13 van de wet houdende administratieve vereenvoudiging II van 15 december 2005 (wijziging van de wet van 28 december 1983 betreffende de vergunning voor het verstrekken van sterke drank)
75
BILLIJKE VERGOEDING
F U I F P U N T. B E
FEESTLES
Waar gaat het over? Als je muziek laat horen die vooraf opgenomen is (m.a.w. cd’s, platen...) dan ben je verplicht om ‘billijke vergoeding’ te betalen. De aangifte moet minstens 5 werkdagen vóór de aanvang van de activiteit in het bezit zijn van het inningskantoor. Je betaalt binnen de 20 dagen na de verzendingsdatum de factuur. In principe moet deze vergoeding betaald zijn vóór de activiteit.
76
Voor de betaling zijn er drie mogelijkheden: • De zaaluitbater betaalt het ‘jaartarief dans’ voor polyvalente zalen • Voor een fuif in een zaal betaalt de organisator een tarief ‘tijdelijke binnenactiviteiten dans’. • Geef je een fuif in openlucht of tent, dan betaal je volgens het tarief ‘tijdelijke activiteit in openlucht met dans’. Mogelijkheid 1: De zaaluitbater betaalt het ‘jaartarief dans’ Het meest voordelige tarief voor een veel gebruikte zaal is het ‘jaartarief dans voor polyvalente zalen’. De zaaluitbater kan de billijke vergoeding doorrekenen in zijn huurprijs, maar dat moet niet. Mogelijkheid 2: de zaaluitbater betaalt geen ‘jaartarief dans’ In dat geval draag je zelf de kosten. Je betaalt dan per activiteit een billijke vergoeding. De vergoeding wordt berekend op basis van de gebruikte oppervlakte, de entreeprijs en het soort activiteit dat er doorgaat: wordt er drank geschonken, wordt er gedanst? Mogelijkheid 3: Een openluchtfuif of activiteit in een tent De entreeprijs speelt hier geen rol. Je kan de kosten drukken: • Als je apart aangifte doet, per activiteit (en de oppervlakte ervan) die er plaatsvindt. De activiteiten zijn drank, dans, basis. Opgelet: Als je met de totale oppervlakte binnen een lagere oppervlakteschaal weet te blijven, kan het toch voordeliger zijn om één aangifte te doen. Maak beide berekeningen en vergelijk! • Als de oppervlakte waar de activiteit plaatsvindt moeilijk af te bakenen is, komt het soms goedkoper uit om voor de formule te kiezen waarbij het tarief berekend wordt op basis van het aantal luidsprekers (bvb. een estafette in een park waar er muziek gespeeld wordt). Beperk de luidsprekers en betaal minder! • Als je het aantal lopende meter toog beperkt.
Regelgeving Artikel 43. Van de wet van 30 juni 1994 over auteursrecht en naburige rechten (en de KB’s die bij de wet horen)
FEESTLES F U I F P U N T. B E
Goed om weten • Als je het evenement te laat aangeeft kan je een ‘boete’ krijgen. Die boete is 15% van de billijke vergoeding die je normaal zou betalen (met een minimum van 99,16 euro). • Je moet zelf geen billijke vergoeding betalen als de zaaluitbater het jaartarief dans betaald heeft. Let op het soort jaartarief: een basisjaartarief of een ‘jaartarief drank’ dekken geen dansactiviteiten. • Als er tijdens het evenement geen vooraf opgenomen muziek wordt gespeeld, moet je geen billijke vergoeding betalen. • Opgelet: Een jaarforfait geldt enkel voor de zaal, niet voor activiteiten die buiten die zal plaatsvinden (zelfs al is het in een tent). • De billijke vergoeding is er voor de uitvoerders en producenten van muziek. (SABAM beschermt de rechten van auteurs) • Een jaartarief komt neer op ongeveer vier keer het tarief voor tijdelijke activiteiten. Het is dus zeker de moeite waard om dat met de verenigingen uit je buurt te bespreken. Want niet alleen jeugdbewegingen maar ook andere verenigingen moeten de billijke vergoeding betalen (bvb. voor een dansavond, mosselfeest of quiz). Via de jeugdraad, de parochieraad of het buurtcomité kan je kijken of een jaartarief voordeliger is. Doe dat steeds in samenspraak met de zaaluitbater, hij betaalt het tarief immers officieel. Maak daar met de verenigingen en de uitbater duidelijke afspraken over. Bekijk samen hoe jullie dit bedrag kunnen verdelen.
77
DE BURGEMEESTER Bevoegdheden burgemeester
F U I F P U N T. B E
FEESTLES
Waar gaat het over? De burgemeester heeft de bevoegdheid om maatregelen te nemen om ordeverstoring of andere onregelmatigheden te beheersen, te bestrijden en te beperken. Om de openbare orde in de gemeente te garanderen kan de burgemeester maatregelen nemen met individuele of bijzondere draagwijdte. Dit wil zeggen dat de maatregelen van toepassing kunnen zijn op een welbepaalde situatie, één welbepaalde persoon of op een groep personen. De burgemeester kan iets verbieden (bvb. vuurwerk) of gebieden (bvb. aantal deelnemers beperken).
78
Alle bestuurshandelingen moeten gemotiveerd worden. Een besluit van de burgemeester moet onderbouwd worden met verwijzingen naar de redenen waarom de burgemeester het beslist. Gemeenten zijn enkel bevoegd voor zover de aangelegenheid in kwestie niet buiten hun bevoegdheid is gehouden. De gemeentelijke politiereglementen mogen niet in strijd zijn met regels van hogere organen (wetten, decreten, ordonnanties, …). De politionele bevoegdheid van de gemeenteraad is dus steeds ondergeschikt aan die van hogere niveaus. In het politiereglement mogen dan ook geen regels staan over domeinen waar centrale politieke niveaus over beslissen. Regelgeving • Artikel 119 2e lid, 133 3e en 4e lid, 134 en 134 quater, 135§2 van de nieuwe gemeentewet (wet van 15 mei 2007) • Artikel 3 van de wet van 29 juli 1991 over de uitdrukkelijke motivering van bestuurshandelingen Goed om weten • Het nemen van een politiemaatregel omdat een afgesproken sluitingsuur niet gerespecteerd werd, is hetzelfde als een sanctie geven. De burgemeester is hier niet voor bevoegd, mocht hij dus een politiemaatregel uitvaardigen, dan overschrijdt hij zijn bevoegdheid. (R.v.St. nr. 53.570, 7 juni 1995) • Politiereglementen zijn enkel van toepassing op openbare fuiven.
Melding van een fuif in een za al of tent
F U I F P U N T. B E
Regelgeving Artikel 26 van de Grondwet
FEESTLES
Waar gaat het over? Je hebt geen voorafgaande toelating nodig voor ‘openbare vergaderingen in besloten plaatsen’ die voor iedereen vrij toegankelijk zijn (zoals fuiven in zalen en tenten). Preventieve maatregelen zijn uitgesloten als ‘de vergadering’ vreedzaam en (uiteraard) ongewapend verloopt. ‘Vreedzaam’ betekent dat de openbare rust en veiligheid niet verstoord wordt. Wat wil dat concreet zeggen? De gemeente kan niet eisen dat je toestemming vraagt voor een fuif. Omdat dat op zich al een preventieve maatregel is die de grondwettelijke vrijheid van vergadering beperkt. De gemeente kan wel eisen dat fuiven gemeld worden (meldingsplicht). Dat kan via een politieverordening. Wanneer kunnen preventieve maatregelen wel? Als één van de voorwaarden (vreedzaam en ongewapend) niet vervuld is, kunnen beperkende en preventieve maatregelen wel. Er kan dus wel een verbod komen als er in de aanloop naar de fuif al onrusten zijn uitgebroken.
79
Vergunning voor openluchtfuiven
F U I F P U N T. B E
FEESTLES
Er zijn twee soorten bijeenkomsten. • De openluchtbijeenkomst: een evenement georganiseerd op of aan de openbare weg. (bv. buurtfeest met podium op een pleintje) • De bijeenkomst in een besloten plaats: een evenement dat afgesloten is van zijn omgeving (bvb. Zaalfuif, tentfuif) Voor het publiek moet er een duidelijke overgang zijn van een vrij toegankelijke ruimte (openbare weg of plaats) naar een besloten of afgesloten plaats.
80
Voor openluchtbijeenkomsten heb je toestemming van de gemeente nodig. Omdat het evenement plaatsvindt op (of aan) de openbare weg, heeft de gemeenteraad hier wel bijzondere politiebevoegdheden. Hier zijn preventieve maatregelen dus wel mogelijk. (Die kunnen eventueel in het politiereglement staan.) Uiteindelijk heeft de burgemeester ook hier het laatste woord. Regelgeving Artikel 119 2° lid,130, 133 2° lid en 134 nieuwe gemeentewet (wet van 15 mei 2007)
GELUID Geluidsnormen ingedeelde inrichtingen Waar gaat het over? Als het evenement plaatsvindt in een ‘ingedeelde inrichting’ dan bepaalt de milieuvergunning de geluidsnorm. Een ingedeelde inrichting is een inrichting die moet voldoen aan de VLAREM-normen en moet beschikken over een milieuvergunning. De normen zijn afhankelijk van de geluidsisolatie en de ligging van de inrichting. (bvb. In een industriezone mag je meer lawaai maken dan in een woongebied.) Ook het tijdstip speelt een rol: overdag mag je meer lawaai produceren dan ’s avonds of ’s nachts (na 22u00).
FEESTLES F U I F P U N T. B E
Regelgeving • VLAREM II Besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne Deel 4. Algemene milieuvoorwaarden voor ingedeelde inrichtingen 4.5 beheersing van geluidshinder. • VLAREM II Deel 5. Sectorale milieuvoorwaarden voor ingedeelde inrichtingen, Afdeling 5.32.2. Lokalen met dansgelegenheid Art. 5.32.2.1. De bepalingen van deze afdeling zijn van toepassing op de inrichtingen bedoeld in subrubriek 32.1 van de indelingslijst. • Omzendbrief van 17 februari 1998 met betrekking tot verklarende toelichting inzake begrip exploiteren en exploitant zoals gedefinieerd in artikel 2, 2 en 3 van decreet 28 juni 1985 houdende de milieuvergunning in het kader van het organiseren van dansgelegenheden • Omzendbrief van 20 maart 1997 over de toepassing van VLAREM-subrubriek 32.1. "Feestzalen met een dansgelegenheid"
81
Geluidsnormen niet-ingedeelde inrichtingen
F U I F P U N T. B E
FEESTLES
Waar gaat het over? In niet-ingedeelde inrichtingen mag het geluidsniveau de 90 dB(A) niet overschrijden. Niet-ingedeelde inrichtingen zijn alle evenementen in een zaal zonder milieuvergunning, in een tent of in openlucht. Voor muziekactiviteiten naar aanleiding van een bijzondere gelegenheid zoals kermissen, carnaval, de jaarlijkse fuif van de jeugdbeweging… kan de gemeente wel een uitzondering maken. Een uitzondering op het KB van 24 juni 1977 kan enkel als de muziekactiviteit op voorhand bij het college van burgemeester en schepenen gemeld werd. Het college moet akte nemen van die melding. Het college kan beperkende maatregelen opleggen (duur en geluidsniveau van het evenement) of de activiteit zelfs helemaal verbieden. Vooral als het evenement dicht bij stiltebehoevende instellingen of zones plaats zal vinden (bvb. bejaardentehuizen, ziekenhuizen, scholen en natuurreservaten).
82
Regelgeving • Artikel 1,2 & 3 van het KB van 24 februari 1977 houdende vaststelling van geluidsnormen voor muziek in openbare en private inrichtingen • De uitzondering op de geluidsnormen van het KB van 24 februari 1977 zoals vermeld in VLAREM II (Besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne, deel 6 milieuvoorwaarden voor niet-ingedeelde inrichtingen, 6.7 niet ingedeelde muziekactiviteiten ) Goed om weten Bij een privéfuif is artikel 2 van het KB van 24/2/1977 (maximum 90 dB(A) in de zaal) niet van toepassing. De politie mag bij een privéfeest het geluidsniveau in de zaal niet controleren. Dat wil natuurlijk niet zeggen dat je het volume volledig mag opendraaien. De isolatiegraad van de zaal bepaalt de binnennorm. De normen van artikel 3 (het geluid gemeten in de buurt) mogen niet overschreden worden. Je kan veroordeeld worden voor de verstoring van de nachtrust, ook al heb je de geluidsnormen gerespecteerd. Een overtreding wordt vastgesteld door de politie. (bvb. lage bastrillingen die een slaapkamer binnenkomen). Je kan veroordeeld worden volgens art. 561 van het strafwetboek: verstoring van de nachtrust. Sinds de invoering van de gemeentelijke administratieve sanctie (GAS) op 1 april 2005, kunnen ook gemeenten de verstoring van de nachtrust beboeten via hun politiereglement. De gemeente kan enkel een administratieve boete opleggen als het parket niet vervolgt en als dit opgenomen is in hun politiereglement.
Geluidssterkte dB(A)
Beleving
0
Hoordrempel
10
Net aanhoorbaar
Erg stil
Bibliotheek, zacht gefluister op 5 m, opnamestudio Huiskamer, slaapkamer, rustig kantoor, rustige woonbuurt, vogels bij zonsopgang, zacht geroezemoes in een klas
40
50
Normale ademhaling, vallend blad Radiostudio, boomblaadjes in de wind, fluisteren op 1.5 m
20 30
Voorbeelden
rustig
55
Licht autoverkeer op 30 m, eigen kantoorkamer, regen, koelkast, in het bos Koffiezetapparaat, elektrische tandenborstel
indringend
Airconditioning, normale conversatie, wasmachine, vaatwasser, naaimachine, wasdroger, pianospel, F16A straaljager op 6000 m hoogte
70
Storend bij telefoneren
verkeer op de snelweg, druk kantoor, elektrisch scheerapparaat, stofzuiger, geluid van hard staande TV, auto op 15 m, fortissimo zingen op 1 m afstand Elektrische mixer, koffiemolen, druk restaurant, F16A straaljager op 3000 m hoogte
80
Wekkeralarm op 0.7 m, haardroger, rumoerig kantoor, zwaar verkeer op 15 m, toilet doorspoelen, deurbel, rinkelende telefoon, fluitende ketel, gemotoriseerde maaimachine, machinaal handgereedschap, pneumatisch gereedschap op 15 m, kamermuziekorkestje, klassieke gitaar van dichtbij
Hinderlijk
85
Handzaag, mixer met ijs, foodprocessor, F16A straaljager op 1500 m hoogte, geluid van vliegtuig door de geluidsbarrière
90
Zware vrachtwagen op 15 m, bulldozer op 15 m, druk stadsverkeer, mixer, tractor, vrachtwagen, schreeuwend praten, gejuich bij rustig sportevenement, gillend kind, passerende motorfiets, kleine luchtcompressor
95
Zeer hinderlijk, gehoorbeschadiging na 8 u
Elektrische drilboor, op de snelweg rijden met open dak, viool, fluitspel van dichtbij, trombone van dichtbij, F16A straaljager op 600 m hoogte
F U I F P U N T. B E
75
FEESTLES
60
83
dB(A)
FEESTLES
100
Beleving
Voorbeelden
Zeer luid
Zware vuilniswagen, naar vuurwerk kijken, metro, machine in fabriek, klas in timmerschool, motorfiets, sneeuwmobiel, danszaal, boom box, diesel vrachtwagen, ketelslager, grote luchtcompressor, pneumatische beitel, krachtig spuitend gaslek, versnellingsbak auto, in de auto op drukke snelweg, F16A straaljager op 300 m hoogte
105
Sneeuwblazer, helicopter op 30 m, krachtige maaimachine, pauken, roffel op grote trom, F16A straaljager op 150 m hoogte
110
Heimachine, rockconcert, schreeuwen in iemands oor, gillende huilende baby, speelgoed piepbeestje dicht tegen het oor, motorzaag, disco, drukke videospelhal, symfonie-orkest gemiddeld niveau, onveilige walkman op zijn hardst, op een sneeuwmobiel rijden, zandstralen, hard spelende radio of hifi, F16A straaljager op 90 m hoogte
Extreem luid
F U I F P U N T. B E
Meer info: verdOORie brochure via www.provant.be/pvi
84
MILIEUVERGUNNING Waar gaat het over? Een ingedeelde inrichting is een zaal die aan de VLAREM II-normen moet voldoen. Feestlokalen waar gedanst wordt, met een oppervlakte van 100m² of meer, moeten een milieuvergunning hebben volgens de VLAREM I-indelingslijst. Als de fuif plaatsvindt in zo’n ‘ingedeelde inrichting’ dan vermeldt de millievergunning de voorwaarden waaraan de fuif moet voldoen.
Regelgeving • Besluit van de Vlaamse Regering van 6 februari 1991 houdende vaststelling van het Vlaams reglement betreffende de milieuvergunning (VLAREM I) Deel 5. Sectorale Milieuvoorwaarden voor ingedeelde inrichtingen, Afdeling 5.32.2. Lokalen met dansgelegenheid Art. 5.32.2.1. De bepalingen van deze afdeling zijn van toepassing op de inrichtingen bedoeld in subrubriek 32.1 van de indelingslijst. • Omzendbrief van 17 februari 1998 met betrekking tot verklarende toelichting inzake begrip exploiteren en exploitant zoals gedefinieerd in artikel 2, 2 en 3 van decreet 28 juni 1985 houdende de milieuvergunning in het kader van het organiseren van dansgelegenheden • Omzendbrief van 20 maart 1997 betreffende de toepassing van Vlarem-subrubriek 32.1. "Feestzalen met een dansgelegenheid" • 31 mei 2001 uitspraak van het Hof van Beroep van Antwerpen beveelt de gemeente (in casu de burgemeester) om elke door organisatoren zonder (tijdelijke) milieuvergunning klasse 2 gehouden ‘megafuif’ of een gelijkaardig dansfeest mondeling en ter plaatse te doen stopzetten en daartoe desnoods de sluiting van de inrichting op te leggen.
F U I F P U N T. B E
Voor de wet zijn 'bijzondere gelegenheden' o.a.: kermissen, carnavals, schoolfeesten, jaarfeesten van een vereniging, huwelijksfeesten, jubileumvieringen... In een niet-ingedeelde inrichting mogen er per jaar maximum 12 danspartijen plaatsvinden (maximum 2 per maand).
FEESTLES
In een niet-ingedeelde inrichting gaan er dansactiviteiten door die niet onder de VLAREM-norm vallen. Een milieuvergunning is niet nodig voor: • dansactiviteiten in tenten (ten hoogste 3 dagen op rij, maximum 2 keer per jaar op hetzelfde perceel als de tent groter is dan 100m2); • een fuif in openlucht; • feestzalen of lokalen waar enkel dansactiviteiten georganiseerd om een bijzondere reden doorgaan, maximum twaalf per jaar.
85
FEESTLES F U I F P U N T. B E
86
Goed om weten • Uitzonderlijk kan ook een sporthal, fabriekshal, magazijn… als fuifzaal gebruikt worden zonder dat een milieuvergunning nodig is. Het moet uiteraard wel om een ‘bijzondere gelegenheid’ gaan, bvb. 100-dagen-fuif. • Ook als de zaal (de totale oppervlakte van de voor het publiek toegankelijke lokalen) kleiner is dan 100 m2 is een milieuvergunning overbodig. • Jeugdwerkfuiven zijn meestal ‘bijzondere aangelegenheden’. Als dat niet het geval is, dan heb je voor die ene fuif wel een vergunning nodig. Vooral commerciële organisatoren moeten opletten. De burgemeester is bij wet immers verplicht om op te treden tegen fuiven zonder milieuvergunning (waar die eigenlijk nodig is). • Voor een fuif in openlucht heb je nooit een milieuvergunning nodig. • Volgens de VLAREM-I-indelingslijst mag de tent maximaal tweemaal per jaar op hetzelfde perceel of dezelfde percelen worden geplaatst gedurende maximum 3 opeenvolgende dagen. Als de tentfuif de derde is op dat perceel gedurende dat jaar, is er in principe dus wel een milieuvergunning nodig. In de praktijk is dat quasi onmogelijk omdat er bij de aanvraag van een milieuvergunning een voorafgaand akoestisch onderzoek moet gebeuren.
Min-16-jarigen Waar gaat het over? Een min-16-jarige mag in principe niet binnen in een dansgelegenheid (zonder begeleiding van een volwassene). Toch mag een jongere, ongeacht zijn leeftijd, naar feesten zonder winstgevend doel. Dat zijn feesten die niet uit handelsgeest worden opgezet (bal van de burgemeester, schoolbal, bals en fuiven van verenigingen). Bij onduidelijkheid moet de rechtbank beslissen of een feest een handelsgeest heeft of niet. In principe mag een min-16-jarige dus binnen als het evenement geen ‘handelsgeest’ heeft. Regelgeving De wet van 15 juli 1960 op de zedelijke bescherming van de jeugd
FEESTLES F U I F P U N T. B E
Goed om weten • Burgers hebben wettelijk niet het recht om de identiteit van andere burgers te controleren. Als je bij een fuif (met handelskarakter) twijfelt aan iemands leeftijd, mag je wel vragen of de bezoeker zijn leeftijd kan bewijzen. Kan of wil hij dat niet, dan mag je de toegang weigeren. • Je mag geen ‘dronkenmakende’ dranken schenken aan een min-16-jarige. Alle alcoholische dranken zijn uit den boze. • De wet op de zedelijke bescherming van de jeugd en het verbod om alcohol te schenken aan min-16-jarigen staan los van elkaar. Hoewel min-16-jarigen geen alcohol mogen drinken, mogen ze wel op plaatsen komen waar alcohol geschonken of verkocht wordt.
87
OPENLUCHT Waarover gaat het? Fuiven op of aan de openbare weg zijn wettelijk ‘openluchtbijeenkomsten’. Een ‘bijeenkomst in een besloten plaats’ moet afgesloten zijn van zijn omgeving. Er moet voor het publiek een duidelijke overgang zijn van een vrij toegankelijke ruimte (openbare weg of plaats) naar een besloten of afgesloten plaats.
F U I F P U N T. B E
FEESTLES
Voor evenementen in openlucht moet je toestemming vragen aan de gemeente. (Voor fuiven in besloten plaatsen zoals tentfuiven of fuiven in zalen kan de gemeente niet eisen dat je toestemming vraagt, wel dat je de fuif meldt.).
88
Regelgeving • Artikel 26 van de Grondwet • Artikel 119 2e lid,130, 133 2e lid en 134 nieuwe gemeentewet (wet van 15 mei 2007) Goed om weten • Een openluchtfuif is nooit gebonden aan de VLAREM regels. • Bij een openluchtfuif is de billijke vergoeding vaak voordelig.
PROMO A anpl akking Waar gaat het over? Als je affiches hangt, mag dit niet zomaar eender waar. De gemeente kan ‘wildplakken’ bestraffen als dit is opgenomen in het politiereglement. In het reglement staat: • Wat de straf inhoudt (bvb. Geldboete); • Wie wordt gestraft; • Hoe de vaststelling gebeurt en de ‘dader(s)’ gezocht worden.
F U I F P U N T. B E
Goed om weten • Fout aanplakken wordt meestal streng bestraft (boetes tot 250 euro voor volwassenen). Bovenop die boete kan ook de verwijderingskost komen. • Als je op privéterrein wil plakken heb je de toelating van de eigenaar nodig. Gebruik elektriciteitscabines, bushokjes, afsluitingen, muren en straatmeubilair niet als aanplakbord. • Gemeentelijke aanplakborden zijn onderworpen aan het gemeentelijke politiereglement. Meestal moet je de affiches binnenbrengen op het gemeentehuis en doet de gemeente de rest (soms tegen een kleine vergoeding).
FEESTLES
Regelgeving De wet die aanplakkingen strafbaar stelde (besluitwet van 29 december 1945) is afgeschaft. Affiches plakken is toegelaten, binnen de bepalingen hierover in het gemeentelijk politiereglement.
89
Borden l angs de weg
F U I F P U N T. B E
FEESTLES
Waar gaat het over? • Als je grote aankondigingsborden langs de openbare weg plaatst, heb je een stedenbouwkundige vergunning nodig. • Voor het plaatsen van borden langs wegen beheerd door het Vlaams Gewest heb je toestemming nodig van de provinciale afdeling Wegen en Verkeer. • Voor het plaatsen van borden op privé-grond moet de eigenaar toestemming geven. Ga langs bij je jeugddienst om te weten te komen wat je precies moet doen. De vergunning voor borden langs gewestwegen wordt meestal via de gemeente aangevraagd bij de provinciale afdeling Wegen en Verkeer van het Vlaamse Gewest. Ze geldt 14 dagen voor het evenement en tot 7 dagen erna.
90
Panelen mogen geplaatst worden als: • Het om een initiatief van een socio-culturele vereniging gaat; • Er maximum 2 borden per gewestweg staan; • De plaatsing binnen de eigen gemeentegrenzen blijft; • De grootte van de panelen maximaal 0.75 m² is (A0-formaat is te groot!); • De panelen op eigen dragers staan (en dus niet bevestigd zijn aan lantaarnpalen, of verkeersborden); • De panelen geen hinder opleveren voor het verkeer (dus voldoende afstand van de rijbaan). Regelgeving • Wegcode: Artikel 80.2 van het Koninklijk Besluit van 1 december 1975 houdende het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg (herhaaldelijk gewijzigd). • Artikel 99, paragraaf 1, 5°, d) en 8° § 1. van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening. • Koninklijk Besluit van 14 december 1959 waarbij regelen worden gesteld op het aanplakken en reclame maken. (herhaaldelijk gewijzigd). Goed om weten Als je geen bouwvergunning voor borden op privéterrein hebt, kunnen ze om die reden verwijderd worden. De dienst van Wegen en Verkeer mag privé-grond niet zomaar betreden. Meestal komt de dienst Ruimtelijke Ordening een proces verbaal opmaken voor de bouwovertreding en worden de borden verwijderd.
Kleurgebruik affiches Waar gaat het over? Drukken met zwarte inkt op witte affiches was vroeger verboden. Deze kleurencombinatie was tot 2005 voorbehouden voor de overheid, nu niet meer. Regelgeving Artikel 2 van de wet houdende administratieve vereenvoudiging van 3 februari 2005 heft het decreet van 22-28 juli 1791 over het kleurgebruik op.
FEESTLES F U I F P U N T. B E
91
Verantwoordelijke uitgever Waar gaat het over? Op affiches moet je naam en domicilieadres van een verantwoordelijke uitgever (of VU) vermelden. Hij moet een meerderjarige inwoner van België zijn. Vzw’s moeten (ook) hun naam met adres van de maatschappelijke zetel vermelden. De maatschappelijke zetel is het ‘vestigingsadres’ van een vzw, het correspondentieadres. Je bent verplicht dit te vermelden in je statuten (= de naam en het adres van de zetel van de vereniging en de vermelding van het bevoegde gerechtelijk arrondissement).
F U I F P U N T. B E
FEESTLES
Regelgeving Artikel 299 en 300 van het strafwetboek
92
Goed om weten De vermelding van de verantwoordelijke uitgever is bedoeld om de oorsprong van drukwerk gemakkelijk te achterhalen. Je moet het domicilieadres van de verantwoordelijke uitgever vermelden op alle fuifdrukwerk, dus ook op flyers. Vzw’s moeten daarnaast ook hun naam en maatschappelijk zetel vermelden.
Zegelrecht Waar gaat het over? Voor affiches groter dan 1m² moet je aanplakkingtaks betalen. Alle kleinere affiches zijn vrijgesteld van aanplakkingtaks. Naast de A3-affiches, dus ook A2-affiches en de A1-affiches. Regelgeving Artikelen 228 tot 240/7 over de belasting voor aanplakking van het “uitvoeringsbesluit van het Wetboek diverse rechten en taksen” gewijzigd in het Koninklijk Besluit van 21/12/2006 tot omvorming van de algemene verordening op de met het zegel gelijkgestelde taksen tot het uitvoeringsbesluit van het Wetboek diverse rechten en taksen, tot opheffing van het regentbesluit tot uitvoering van het Wetboek der zegelrechten en houdende verscheidene andere wijzigingen aan uitvoeringsbesluiten.
Formaat
afmetingen 84,1 x 118,9 cm (ongeveer 1 m2)
A1
59,4 x 84,1 cm
A2
42 x 59,4 cm
A3
29,7 x 42 cm
Naast de vrijstelling voor affiches kleiner dan 1 m2, is er een algemene vrijstelling voor organisaties met een liefdadig karakter. “Vrij van zegel, art. 198, 7e Wetboek der taksen” moet vermeld worden op de affiche. Staat er op je affiche reclame van een commerciële sponsor, dan is deze ook vrij van zegelrecht zolang het hoofdobject van je affiche het aankondigen van de activiteit is. Opgelet! Enkel als de winst van een feest naar een liefdadig doel gaat en iedereen belangeloos meewerkt, spreekt men wettelijk van een organisatie met een liefdadig karakter. Dat de fuif georganiseerd wordt door een jeugdbeweging zal waarschijnlijk onvoldoende zijn om je te kunnen beroepen op deze vrijstelling, tenzij je de opbrengsten wegschenkt aan een goed doel. Maar onthoud vooral dat affiches kleiner dan 1m2 sowieso vrijgesteld zijn van aanplakkingtaks.
F U I F P U N T. B E
A0
FEESTLES
Goed om weten
93
F U I F P U N T. B E
FEESTLES
SABAM
94
Waar gaat het over? Je moet een vergoeding betalen als je op je feestje muziek laat horen (live of opgenomen) die tot het beschermde wereldrepertorium behoort. Ook bij een privéfuif en/ of als je geen entreegeld vraagt, betaal je als organisator een SABAM-bijdrage. Minstens 10 dagen op voorhand moet de organisator een ‘aanvraag tot toelating’ indienen bij het SABAM-kantoor in zijn regio. Als je dat niet doet worden de tarieven met 30 % verhoogd. Het basistarief is 10% van de bruto-ontvangst. De bruto-ontvangst omvat elke som die je vraagt (entreekaart, tombolabiljet, steunkaart…) plus de directe of indirecte sponsoring. De minimum SABAM-bijdrage kan echter nooit lager zijn dan 10% van het bedrag van de uitkoopsom. De uitkoopsom is het totaal van alle bedragen die je als organisator verschuldigd bent voor het op- of uitvoeren van het programma (de gage van de DJ’s en de groepen die komen optreden). Bij grotere fuiven vraagt SABAM om de inkomsten aan te geven, dan betaal je 10% op de ontvangen entreegelden en sponsoring. Regelgeving Wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten (publicatie in het Belgisch Staatsblad, 27 juli 1994) Gewijzigd bij wet van 3 april 1995 houdende aanpassing van de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten, B.S. 29.04.95 Goed om weten Beter €1,24 entreegeld dan €1,25 Leg de tabel met minimumbedragen naast de entreeprijs van je fuif. Door je (gemiddelde) entreeprijs (=som van de verschillende entreeprijzen gedeeld door het aantal verschillende entreeprijzen) een paar eurocenten te verlagen bespaar je soms veel op je SABAM-factuur. Vraag bijvoorbeeld beter €1,24 dan €1,25 inkom. Zo kom je in een lagere betalingsschijf terecht. Opgelet! Bekijk op voorhand wat je voordeel kan zijn. Soms betaal je iets minder op de uiteindelijke SABAM-factuur, maar heb je wel een pak minder inkomsten. Een voorbeeld: 5 euro voorverkoop en 7 euro aan de kassa is gemiddeld 6 euro entreegeld. 4,5 euro voorverkoop en 6,5 euro aan de kassa is gemiddeld 5,5 euro entreegeld – je komt in een lagere schijf uit. Je bespaart dus wel op je SABAM-factuur maar bij 600 bezoekers heb je ook €300 minder inkomsten dan wanneer je 5 en 7 euro had gehanteerd.
Beter €1,25 voor een drankje dan €1,30 Als de prijs van het meest gevraagde drankje (meestal cola of pils) meer dan €1,25 is, dan wordt het verschil bij de entreeprijs gevoegd om je SABAM-factuur te berekenen. Houd de prijs van je drank dus laag genoeg om je SABAM-factuur niet te verhogen. Je SABAM-factuur Je kan op de site van SABAM je factuur online berekenen. Dit kan ook op de site van Formaat Jeugdhuiswerk Vlaanderen via www.formaat.be. Check zelf of je niet teveel betaalt!
Betaal geen dubbele factuur! Als je zowel een concert als een fuif organiseert op dezelfde avond in dezelfde zaal, betaal dan maar één factuur! Je betaalt sowieso de hoogste factuur. Meestal is dat het fuiftarief, in uitzonderlijke gevallen is het concerttarief duurder dan het fuiftarief (bijvoorbeeld als een groep heel duur is). Doe je aanvraag 10 dagen op voorhand (ten laatste!) Als je dat niet doet, kan je een boete krijgen van 30% bovenop het bedrag dat je normaal moet betalen.
F U I F P U N T. B E
Foute factuur? • Raadpleeg eerst het inningskantoor. • Als het inningskantoor je te weinig helpt kan je bij SABAM Brussel terecht. Een mail, telefoontje of klachtenbrief kan soms wonderen doen. Contactpersoon bij SABAM Brussel: Dhr. Laurent Dubois, tel: 02 286 82 56, fax: 02 230 52 57, mail:
[email protected]. De zetel van SABAM is gelegen in de Aarlenstraat 75-77,1040 Brussel. • Stuurt ook SABAM Brussel je van het kastje naar de muur? Richt je dan tot de Controledienst der beheersvennootschappen van de auteursrechten en naburige rechten. De controledienst zit onder de Federale Overheidsdienst Economie, Economische Inspectie. Het adres: WTC III, Simon Bolivarlaan 30, 1000 Brussel. Telefoonnummer: 02/287.36.65.
FEESTLES
Wil je weten hoe men tot het bedrag op je factuur gekomen is, bel dan gewoon naar het lokale inningskantoor.
95
Gebruik enkel de ruimte die je nodig hebt
Als je een grote zaal gebruikt die je niet vol krijgt, baken dan een gedeelte van de zaal af. Je moet dan enkel betalen voor het gebruikte deel van de zaal. Geef de gebruikte oppervlakte aan op je aanvraagformulier en schrijf op dat je een deel van de zaal afgebakend hebt.
F U I F P U N T. B E
FEESTLES
Voor onbeschermde muziek moet je niet betalen! Als een groep enkel eigen nummers speelt en niet aangesloten is bij SABAM dan hoef je niet te betalen voor het gebruik van hun muziek. Als ze covers spelen moet dat wel.
96
Auteursrecht • Auteurs hebben recht op een vergoeding als iemand hun werk gebruikt. • Beheersvennootschappen zijn organisaties die in naam van de auteurs het geld innen en verdelen over de verschillende auteurs die er recht op hebben. • SABAM is de grootste beheersvennootschap in België en zij int auteursrechten.
SECURITY Dwang/geweld gebruiken Waar gaat het over? Je mag nooit geweld gebruiken. Als een geweigerde bezoeker geweld gebruikt, moet je beroep doen op de politie. Op het moment dat het heethoofd de openbare rust verstoort, kan de politie hem bestuurlijk aanhouden.
Je mag als burger enkel iemand ‘vasthouden’ als: • De persoon een misdaad of een wanbedrijf pleegde én
Goed om weten Je mag iemand in ‘bewaring’ nemen tot de politie er is. Als de gemoederen verhit zijn, kan het gebeuren dat die ‘bewaring’ met dwang en zelfs geweld gepaard gaat. Vermijd geweld, als het toch zover komt dan moeten de regels van subsidiariteit en proportionaliteit gevolgd worden. Subsidiair: Geweld mag enkel gebruikt worden als laatste middel tegen een heethoofd dat probeert zijn straf te ontlopen, door bijvoorbeeld te vluchten. Proportioneel: Geweld mag enkel als het noodzakelijk is om de dader vast te houden tot de politie er is. Het geweld moet in proportie zijn: stel enkel handelingen die de dader ‘vasthouden’, iemand in elkaar timmeren is buitenproportioneel. Eens de politie ter plaatse is en ziet dat iemand de openbare rust of orde probeert te verstoren (of van getuigen hoort dat dit zo is), kan de heethoofd bestuurlijk aangehouden worden. Ook bewakingsagenten van een private firma mogen geen geweld gebruiken, dit is immers een uitsluitende bevoegdheid van politie.
F U I F P U N T. B E
Regelgeving Artikel 22,16,28§1,3° en 4°, 31, 34§2 van de wet op het politieambt van 5 augustus 1992
FEESTLES
• Hij op heterdaad betrapt werd. De persoon die hem vasthoudt moet zelf ooggetuige zijn van het misdrijf. én • De politie zo snel mogelijk verwittigd wordt. De brokkenmaker mag vastgehouden worden tot de politie ter plaatse is.
97
Fouilleren
F U I F P U N T. B E
FEESTLES
Waar gaat het over? Enkel de (veiligheids)personen die ingezet worden voor persoonscontrole mogen onder bepaalde voorwaarden fouilleren. • De burgemeester moet expliciet toestemming geven en de namen van de mensen die de fouillering uitvoeren moeten ook aan hem doorgegeven worden. • Controle van kledij of handbagage mag enkel aan de toegang van de feestgelegenheid. • De controle mag ook niet systematisch zijn. Niet alle bezoekers mogen dus gefouilleerd worden, enkel als de veiligheidsmensen vermoeden dat een bezoeker een wapen of een gevaarlijk voorwerp bij heeft, mag die gefouilleerd worden.
98
Regelgeving • Artikel 8, §6 van de wet van 10 april 1990 tot regeling van de private en bijzondere veiligheid • Omzendbrief van 19 november 1999 aangaande de inwerkingtreding van artikel 1, §1, 5° van de wet van 10 april 1990 tot regeling van de private veiligheid. Goed om weten Als er bij een fouillering een wapen gevonden wordt, en de betrokkene geeft het wapen in bewaring is er geen reden meer om hem de toegang te weigeren.
Parking Waar gaat het over? Persoonscontrole mag enkel aan de toegang van een evenement. Ook goederen bewaken (op een openbaar terrein/parking) mag niet zomaar. Alleen als de parking tot het evenemententerrein behoort, mag die bewaakt worden. De inkomcontrole moet dan wel plaatsvinden aan de toegang van de parking. Een parkingorganisator aanstellen voor het goede verloop van het parkeren, kan wel. Regelgeving • Artikel 8, §5, lid 2 en artikel 11, § 3 van de wet van 10 april 1990 tot regeling van de private en bijzondere veiligheid • Omzendbrief van de minister van Binnenlandse Zaken van 9 april 1998
“Het toezicht op het gedrag van burgers op de openbare weg is een taak van de politie. Het uitvoeren van patrouilles is zelfs een kernopdracht. Het is dan ook verboden voor vrijwillige burgers om op de openbare weg te patrouilleren of haar activiteiten zo te organiseren dat dit bij burgers de indruk wekt. Zo’n opdracht is in strijd met de wet op de private milities: elke organisatie van private personen ter vervanging van de politie is verboden. Het organiseren van waarnemingen op de openbare weg om informatie door te geven aan de politie is verboden.” (brief minister Dewael 27 september 2005).
F U I F P U N T. B E
Het politiereglement bepaalt de voorwaarden voor deze uitzonderingen: 1. de zone waar bewakingsactiviteiten worden uitgeoefend; 2. de duur; 3. welke bewakingsonderneming de opdracht mag uitvoeren.
FEESTLES
Goed om weten Op de openbare weg of op openbare plaatsen mogen burgers het gedrag van anderen niet controleren. Dat mag enkel de politie. Onder strenge voorwaarden mag er bij evenementen wel persoonscontrole op de openbare weg of op openbare plaatsen uitgeoefend worden: (denk bijvoorbeeld aan een wielerwedstrijd) • Een evenement van culturele, folkloristische of sportieve aard; • Een evenement waarvan de organisatie niet door de overheid gebeurt, of waar de overheid niet bij betrokken is; • Een evenement waarbij de gemeente geen aanwijzingen heeft dat de orde verstoord zal worden; • Een evenement dat plaatsvindt in een duidelijk afgebakende zone (richtlijnen voor afbakening door het ministerie van Binnenlandse Zaken).
99
Vrijwilligers of erkende bewakingsfirma
F U I F P U N T. B E
FEESTLES
Waar gaat het over? De wet op de private veiligheid voorziet verschillende mogelijkheden: inzet van een vergunde securityfirma, werken met eigen vrijwilligers of de combinatie van de twee. De organisator kan dus kiezen. Een burgemeester kan niet systematisch verplichten een bewakingsfirma in te schakelen.
100
Regelgeving • Artikel 1 en artikel 2, §1bis en 8, §6, tweede lid, b) van de wet van 10 april 1990 tot regeling van de private en bijzondere veiligheid • Omzendbrief van 19 november 1999 aangaande de inwerkingtreding van artikel 1, §1, 5° van de wet van 10 april 1990 op de bewakingsondernemingen, de beveiligingsondernemingen en de interne bewakingsdiensten. • Omzendbrief van 7 maart 2001 betreffende de toepassing van de wet van 10 april 1990 op de bewakingsondernemingen, de beveiligingsondernemingen en de interne bewakingsdiensten bij de organisatie van evenementen. Goed om weten • De gemeente heeft de bevoegdheid om maatregelen te nemen om de openbare orde te bewaren. Zo kan ze oordelen dat de inzet van een bepaald aantal veiligheidsmensen nodig is en dit verplichten aan organisatoren. Dat er veiligheidsmensen aanwezig moeten zijn, betekent niet in dat de organisatie een privé-firma moet inschakelen. Vrijwilligers kunnen evengoed securitytaken opnemen. • De zaaluitbater kan een ‘securityfirma’ via het contract verplichten.
SLUITINGSUUR Waar gaat het over? Het sluitingsuur is het uur waarop openbare drankgelegenheden (herbergen, danszalen, fuifzalen) hun deuren moeten sluiten. De DJ speelt het laatste liedje van die avond, de tapkraan wordt onherroepelijk dichtgedraaid en elke bezoeker moet de zaal verlaten. Als er in de gemeente een sluitingsuur is (dit is geen must), dan staat dit vermeld in het politiereglement. Het kan dus verschillen van gemeente tot gemeente. Soms is er een onderscheid tussen ‘weeknachten’ en ‘weekendnachten’, waarbij het sluitingsuur in het weekend later is.
F U I F P U N T. B E
Goed om weten Een sluitingsuur: • kan opgelegd worden door de gemeente via het politiereglement. Dit geldt dan voor openbare fuiven in openlucht, tent of een zaal zonder milieuvergunning, en niet voor privéfuiven. • wordt voor zalen met milieuvergunning opgenomen in de vergunning, en geldt dan zowel voor de openbare als voor de privéfuiven die er doorgaan. Als er niets in de vergunning staat, moet de inrichting gesloten zijn tussen 3 en 7 uur, uitgezonderd op zon- en feestdagen. Het sluitingsuur in het politiereglement geldt dus niet voor de VLAREM-vergunde zalen in de gemeente. Het sluitingsuur in de milieuvergunning is het enige juiste. • kan opgelegd worden door de zaaluitbater via het huurcontract.
FEESTLES
Regelgeving Artikel 5. Deel 5. Sectorale Milieuvoorwaarden voor ingedeelde inrichtingen, Afdeling 5.32.2. artikel 32.2.2.§2 VLAREM II Besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne.
101
VERZEKERINGEN A ansprakelijkheid Waar gaat het over? Aansprakelijkheid gaat over verantwoordelijkheid dragen voor de gevolgen van je daden. Er zijn twee soorten aansprakelijkheid.
F U I F P U N T. B E
FEESTLES
Strafrechtelijke aansprakelijkheid Strafrecht gaat over regels die, als ze niet nagevolgd worden, bestraft worden. Je bent dus strafrechterlijke aansprakelijk als je een misdrijf pleegt. Bestraffing van de dader staat centraal.
102
Burgerrechtelijke aansprakelijkheid Het burgerlijk recht regelt de verhoudingen tussen burgers onderling. De burgerrechtelijke aansprakelijkheid regelt de vergoeding van de benadeelde. Als iemand schade lijdt, moet hij die schade zelf dragen. Als hij echter aantoont dat iemand anders aansprakelijk is, moet die logischerwijs voor de schade opdraaien. In sommige gevallen is er een verzekering tegen schade en zal de verzekeraar de schade vergoeden. (zie verder) De burgerrechtelijke aansprakelijkheid kan opgedeeld worden in contractuele en buitencontractuele aansprakelijkheid. Contractuele aansprakelijkheid De organisator van een fuif sluit uiteenlopende contracten of overeenkomsten af: met verhuurders (van zalen, terreinen of tenten), DJ’s en de bezoekers van de fuif. Door die contracten zijn alle partijen verplicht om elk één of meer prestaties te leveren. Er is sprake van contractbreuk of wanprestatie als één partij niet of te weinig presteert. De bewuste contractpartij kan enkel aansprakelijk gesteld worden, als de volgende voorwaarden voldaan zijn: • Er moet een ‘contract’ gesloten zijn tussen de verschillende ‘partijen’; én • De contractpartij (die aansprakelijk gesteld moet worden) moest contractueel presteren; én • Die partij heeft de prestatie niet, niet tijdig of niet behoorlijk uitgevoerd; én
• Het niet naleven van het contract heeft niets met overmacht te maken.
Zijn deze voorwaarden vervuld? Dan kan je de contractpartij die een fout maakte in gebreke stellen of aanmanen om de afgesproken prestatie nog uit te voeren (als dat nog zin heeft). Reageert de andere partij niet, dan heeft de schuldeiser keuze tussen verschillende sancties: • Een gedwongen uitvoering van de beloofde prestatie; • Een ontbinding van de overeenkomst; • Betalen van een schadevergoeding. De schuldeiser kan eigen prestaties (via het contract verplicht) opschorten tot de schuldenaar (de andere contractpartij) zijn prestaties heeft geleverd.
De fout Er is sprake van een fout als iemand een handeling stelt die: • In strijd is met een wettelijk bepaald verbod; • Inhoudt dat een wettelijk bepaalde verplichting niet uitgevoerd wordt. In deze gevallen staat de fout vast, tenzij de aansprakelijke die fout kan rechtvaardigen (bvb. door overmacht of een noodtoestand). Ook als je niet zorgvuldig en omzichtig genoeg geweest bent kan je aansprakelijk gesteld worden voor een fout. Elke burger heeft immers een zorgvuldigheidsplicht ('goede huisvader'), die nageleefd moet worden.
F U I F P U N T. B E
Als een benadeelde een schadevergoeding eist op basis van buitencontractuele aansprakelijkheid, moet hij drie elementen aantonen: • Er is sprake van een fout van de beschuldigde; • De benadeelde ondervindt/ondervond persoonlijke schade; • Er is een oorzakelijk verband tussen de fout en de geleden schade.
FEESTLES
Buitencontractuele aansprakelijkheid Buitencontractuele aansprakelijkheid is, logischerwijs, de aansprakelijkheid tussen personen die niet door een contract zijn gebonden. Het burgerlijk wetboek bepaalt dat ‘diegene die een fout heeft begaan en daardoor aan een derde schade heeft veroorzaakt, diens schade moet vergoeden’. Dat geldt niet alleen voor opzettelijke fouten, maar ook voor nalatigheden. Dat is meteen één van de gronden voor buitencontractuele aansprakelijkheid.
103
Er moet dan onderzocht worden hoe ‘een goede huisvader’ zich in die specifieke situatie zou gedragen. De rechter mag enkel oordelen op basis van de omstandigheden die bekend waren of konden zijn op het ogenblik van de betwiste gedraging. Schade De benadeelde moet het bestaan en de omvang van de schade kunnen bewijzen. Er moet duidelijk aangetoond worden dat de belangen van het slachtoffer geschaad werden. Alleen werkelijke, rechtmatige en persoonlijke schade komt voor vergoeding in aanmerking.
F U I F P U N T. B E
FEESTLES
Causaal verband De benadeelde moet ook het oorzakelijke verband bewijzen tussen zijn schade en de fout. Als er ook schade zou zijn zonder de fout, dan is er geen causaal verband.
104
Regelgeving
Burgerlijk Wetboek artikel 1382-1384
Alle risico’s verzekeringen Waar gaat het over? Met deze verzekering kan je voorwerpen laten verzekeren tegen risico’s als vandalisme en diefstal (naast de brandverzekering). Opgelet! De ‘verdwijning’ van een voorwerp (diefstal zonder sporen van braak) wordt nooit verzekerd!
Net als bij de verzekering contractuele aansprakelijkheid, kan de verzekeringsmaatschappij in geval van schade de kosten terugeisen van de verantwoordelijke voor de schade als het om: • ‘vrijwillige’ schade gaat, van iedereen; • ‘onvrijwillige’ schade gaat, van iedereen die niet behoort tot de medewerkers van de organisatie die de polis heeft afgesloten. Goed om weten In principe kan elk risico verzekerd worden. Verzeker nooit materiaal dat ouder is dan 5 jaar. Door afschrijvingen heeft het materiaal dan nog maar weinig waarde en je betaalt een premie op basis van de nieuwwaardeprijs. In praktijk is een kosten–baten analyse aangewezen: weegt het voordeel van de verzekering op tegen de prijs?
F U I F P U N T. B E
Een verzekering ‘alle risico’s’ ontslaat je niet van mogelijke schuld. De organisatie moet dus steeds goed opgezet zijn zodat het risico dat er iets fout loopt zo klein mogelijk blijft. De schade mag niet te wijten zijn aan eigen schuld, een actieve daad of nalatigheid.
FEESTLES
Zowel eigen als gehuurd materiaal kan op deze manier verzekerd worden. Als eigen materiaal gebruikt wordt dat al verzekerd is, blijft het materiaal verzekerd als het zich (tijdelijk) op een andere locatie bevindt. Wie regelmatig materiaal huurt, sluit beter een abonnementspolis op jaarbasis af. Meestal betaal je een percentage op de nieuwwaarde van het gehuurde materiaal.
105
Brandverzekering
F U I F P U N T. B E
FEESTLES
Waar gaat het over? Als je een zaal huurt, vraag je best aan de uitbater of er een brandverzekeringspolis afgesloten is. In het huurcontract moet de eigenaar ‘afstand van verhaal’ doen tegenover de organisator(en). De verzekeringsmaatschappij neemt dan in het contract met de zaaluitbater op dat er ‘afstand van verhaal’ gedaan wordt bij verhuur. Daardoor blijft de brandpolis van de eigenaar van toepassing, ook als de zaal (of delen ervan) verhuurd wordt. Bij gemeentelijke zalen is dit meestal al in orde gebracht. Als de uitbater geen “afstand van verhaal” doet in zijn polis, sluit de organisator beter zelf een aparte brandpolis af voor de periode van het gebruik van de zaal en voor de inboedel.
106
Regelgeving Burgerlijk Wetboek artikel 1733 Goed om weten • Volgens de wet is wie een gebouw gebruikt aansprakelijk als het gebouw afbrandt. De eigenaar kan enkel schriftelijk ‘afstand van verhaal’ doen (als zijn/haar eigen verzekeringsmaatschappij hiermee akkoord gaat). Als er geen schriftelijk contract is, kan er dus nooit afstand van verhaal zijn. • Let op! een ‘afstand van verhaal’ is niet voldoende als er, door de brand, ook (rook-, water- of brand) schade is in de buurt. • De voorwerpen die in het gebouw worden opgesteld (bvb. de muziekinstallatie) vallen niet onder de vaste inboedel. De ‘afstand van verhaal’ heeft dus geen betrekking op dat materiaal. Deze voorwerpen moet je apart verzekeren, als je dat nodig vindt. (zie verzekering ’alle risico’s’) • De brandverzekering dekt enkel schade veroorzaakt door een aantal duidelijk omschreven oorzaken (brand, ontploffing, water…). Schade door andere oorzaken wordt niet gedekt en moet apart verzekerd worden. (zie verzekering contractuele aansprakelijkheid) • In principe moet de eigenaar van het verhuurde materiaal zich verzekeren tegen brand. Verzekerd materiaal blijft verzekerd als het ‘X’ dagen per jaar op een andere locatie staat.
Burgerlijke A ansprakelijkheid Exploitatiepolis Waar gaat het over? Een aantal zaken die je in verenigingsverband doet, worden niet gedekt door de gewone verzekering burgerlijke aansprakelijkheid-privéleven. Het kan daarom geen kwaad om een verzekeringspolis ‘burgerlijke aansprakelijkheid’ af te sluiten voor schade door een fout, een onvoorzichtigheid of een nalatigheid van medewerkers tegenover anderen. In de meeste gevallen wordt die schade immers niet gedekt door de klassieke ‘familiale’ polis van de verantwoordelijke. Zonder bijkomende verzekering burgerlijke aansprakelijkheid kan de organisator opdraaien voor schade die voortvloeit uit de organisatie. Bij een feitelijke vereniging wordt de schade verhaald op de verantwoordelijke persoon. Bij een vzw zal de schade normaal op de vereniging worden verhaald.
Goed om weten • Een verzekering burgerlijke aansprakelijkheid is geen ontlasting van mogelijke schuld. De organisatie moet dus goed opgezet zijn zodat de kansen op risico’s zo klein mogelijk zijn. De schade mag niet te wijten zijn aan eigen schuld, een actieve daad of nalatigheid. • Meestal zijn enkel de organisator en de medewerkers betrokken bij de organisatie gedekt door de burgerlijke aansprakelijkheid exploitatie als ze schade veroorzaken. • De zaal en het materiaal dat je huurt worden niet gedekt door de verzekering burgerlijke aansprakelijkheid. Hiervoor kan je een brandverzekering en een verzekering contractuele aansprakelijkheid nemen.
F U I F P U N T. B E
De verzekering burgerlijke aansprakelijkheid dekt twee soorten schade: • Materiële schade aan derden; • Lichamelijke schade: voor de terugbetaling van medische kosten (tot een invaliditeitsuitkering).
FEESTLES
Voor de bijkomende verzekering exploitatie of uitbating zijn 2 mogelijkheden: • Als je maar af en toe iets organiseert, sluit je best een dagverzekering af (bovenop de bestaande verenigingspolis). • Als je regelmatig iets organiseert, sluit je best een BA exploitatie of uitbating af op jaarbasis.
107
Contractuele a ansprakelijkheidspolis Waar gaat het over? Als je een zaal huurt, dan wordt er verwacht dat je de zaal na afloop terug in dezelfde staat achterlaat zoals je ze gekregen hebt. Bij schade wordt ‘de huurder vermoed aansprakelijk te zijn’ volgens het Burgerlijk Wetboek, tenzij het tegendeel bewezen kan worden. Door: • Een geval van overmacht (bvb. blikseminslag); • Een niet-oordeelkundige bouwconstructie; • Het overslaan van vuur van een naburig goed.
F U I F P U N T. B E
FEESTLES
Regelgeving Burgerlijk Wetboek artikel 1735
108
Goed om weten Een verzekering contractuele aansprakelijkheid is interessant om de aansprakelijkheid van de organisator- huurder te dekken. Schade veroorzaakt door derden – o.a. door vandalisme – wordt echter niet gedekt.
Objectieve a ansprakelijkheid brand en ontploffing Waar gaat het over? Deze verzekering is er voor bezoekers en toevallige passanten (mensen die gewond raken door brand en ontploffing). Het is de zaaluitbater die de verzekering moet afsluiten, anders mag de zaal niet verhuurd worden. Publiek toegankelijke inrichtingen moeten verzekerd zijn tegen lichamelijke en stoffelijke schade ten gevolge van brand en ontploffing. (bvb. dancings, discotheken en alle openbare dansgelegenheden)
F U I F P U N T. B E
Goed om weten Uit antwoorden op parlementaire vragen blijkt dat infrastructuur die maar af en toe gebruikt wordt, niet geviseerd wordt door deze reglementering. Ook (klassieke) tenten zijn van deze verzekering uitgesloten.
FEESTLES
Regelgeving • Wet van 30 juli 1979 betreffende de preventie van brand en ontploffing en betreffende de verplichte verzekering van de burgerrechtelijke aansprakelijkheid in dergelijke gevallen. • Koninklijk besluit van 28 februari 1991 betreffende de inrichtingen die onder de toepassing vallen van hoofdstuk II van de wet van 30 juli 1979 betreffende de preventie van brand en ontploffing en betreffende de verplichte verzekering van de burgerrechtelijke aansprakelijkheid in dergelijke gevallen. • Punt III, 16° van de ministeriële omzendbrief van 3 maart 1992 betreffende het koninklijk besluit van 28 februari 1991 betreffende de inrichtingen die onder de toepassing vallen van hoofdstuk II van de wet van 30 juli 1979 betreffende de preventie van brand en ontploffing en betreffende de verplichte verzekering van de burgerrechtelijke aansprakelijkheid in dergelijke gevallen.
109
F U I F P U N T. B E
FEESTLES
Vrijwilligers
110
Waar gaat het over? Gestructureerde organisaties zijn burgerrechtelijk aansprakelijk voor de schade die de vrijwilliger toebrengt aan een derde persoon tijdens zijn vrijwilligerswerk. Een vrijwilliger blijft natuurlijk wel zelf aansprakelijk als hij schade veroorzaakt door bedrog, een zware fout of een herhaaldelijke lichte fout. Voor niet-gestructureerde organisaties (buurtcomités, vriendenclubs enz.) geldt dit niet. Iedereen is zelf aansprakelijk voor wat hij doet. Als gestructureerde organisatie moet je elke vrijwilliger verzekeren voor burgerlijke aansprakelijkheid. Neem contact op met de koepel waartoe je behoort voor je een verzekering afsluit, misschien ben je immers al via de koepel verzekerd. Als niet-gestructureerde organisatie ben je niet verplicht om een verzekering burgerlijke aansprakelijkheid af te sluiten. Ook hier is het, gezien de risico’s die gepaard gaan met fuiven, niet onverstandig om dit toch te doen. Je kan een extra verzekering afsluiten voor ongevallen. Dit doe je het best als het om een grootschalig evenement gaat, met een groot risico op ongevallen. Regelgeving Wet van 3 juli 2005 betreffende de rechten van vrijwilligers (en wijzigingen). Goed om weten • Gestructureerde organisaties: vzw’s, afdelingen van koepels, feitelijke verenigingen met werknemers enz. • Niet-gestructureerde organisaties: de losser georganiseerde feitelijke verenigingen. • Via de provincies kan je in 2008 intekenen op een verzekering die naast burgerlijke aansprakelijkheid, ook rechtsbijstand en ongevallen verzekert, en dit gratis voor 100 vrijwilligersdagen per jaar. • De nieuwe vrijwilligerswetgeving bepaalt dat alle organisaties (gestructureerd én niet-gestructureerd) de vrijwilligers moeten informeren over hun rechten en plichten. De organisatie moet kunnen aantonen dat iedereen op de hoogte gebracht werd. Als organisatie zet je best een aantal gegevens op de website, mail de info door naar je medewerkers of zorg dat alle medewerkers een infoblaadje krijgen. Wat moet daar in te lezen staan? • Het doel van de organisatie; • Het juridische statuut van de organisatie (feitelijke vereniging, vzw enz.); • Voor een feitelijke vereniging: de identiteit van de verantwoordelijke(n) ; • De al dan niet afgesloten verzekeringen (ondermeer m.b.t. aansprakelijkheid);
• Het al dan niet uitbetalen van (kosten)vergoedingen en de wijze waarop; • De geheimhoudingsplicht van de vrijwilliger (volgens artikel 458 van het Strafwetboek). • Een ongevallenpolis kan interessant zijn voor de medewerkers, maar is nergens wettelijk verplicht. De organisator kan er ook niet worden op aangesproken. • Volgens de vernieuwde familiale polis (BA polis privé-leven) maakt vrijwilligerswerk deel uit van het privé-leven. Vrijwilligers die niet verzekerd zijn, kunnen dus wel een beroep doen op de familiale polis. • In de BA Motorrijtuigen werd een clausule toegevoegd waardoor de vrijwilliger verzekerd is om van en naar de activiteit te rijden. Hij kan dus een beroep doen op de eigen autoverzekeringspolis.
FEESTLES F U I F P U N T. B E
111
Meer weten? Vragen? 1 adres:
www.fuifpunt.be