Auditieve oefeningen - feest
Hakken en plakken (hak de woorden in stukken, laat de kinderen het hele woord zeggen)
feest-en sling-er ja-ri-ge vlag-gen kaar-tje
ka-do trak-ta-tie lek-kers feest-je smul-len
feest-muts bal-lon taar-tjes uit-no-di-ging zing-en
Nazeggen van eenvoudige zinnen. (lees rustig de zin voor, laat de kinderen de hele zin herhalen)
Vandaag is het feest. Samen zingen we vrolijke liedjes. Sanne verstuurt de uitnodigingen. Mama hangt de slingers op. Op de taart staan zes kaarsjes. De postbode bezorgt de kaartjes. Rode, gele en blauwe ballonnen hangen bij de deur. De jarige jop heeft een feestmuts op. De traktatie was heel erg lekker. Wij feliciteren de jarige allemaal. Nazeggen van woorden.
jarige vlag zingen muts vieren zingen vlaggen muts kado blazen
feest taart kado uitnodiging smullen dansen vrolijk vlag uitnodiging kaars
traktatie kaart lekkers slingers gebakje feesten kaarsjes lekkers slingers trommel
ballon feest feliciteren feest koekjes ballonnen taart feestje vlaggenlijn fruit
Deze oefeningen zijn bedacht door voordejuf.nl
(lees de vier woorden voor, laat de kinderen alle vier de woorden herhalen)
1
Welk woord hoor je 2 keer? (lees de vier woorden voor, wie weet welk woord je twee keer zei?)
fruit jarige ballon smullen zingen feestmuts blazen taart vrolijk smullen
trommel taart zingen traktatie dansen feest liedje feest kado dansen
trommel jarige ballon gebakje ballon slingers vlaggen feest jarige feliciteren
zingen vlaggen lekkers gebakje zingen feestmuts vlaggen jarige kado feliciteren
Welk woord is het langste / kortste? (Lees steeds 2 woorden voor, wie weet welk woord het langste is? Kun je later nog eens doen, maar dan welk woord het kortste is?)
feliciteren vlag ballonnen kaart gebakjes smullen ballon kado muts uitnodiging
ballon dansen taart slingers feest traktatie fruit kaarsen feestmuts lekkers
Wat is het eerste woord, middelste woord of laatste woord?
ballon lekkers traktatie dansen kaarsen kaart lekkers muts liedjes feest
vlag smullen kado feliciteren blazen uitnodiging fruit zingen fluit feestmuts
taart jarige zingen muziek feestmuts ballonnen slingers trommel smullen muts
Deze oefeningen zijn bedacht door voordejuf.nl
(Lees steeds 3 woorden voor, wie weet welk woord je het eerste zei? Kun je later nog eens doen, maar dan welk woord het middelste of laatste woord was.)
2
Welk woord hoort er niet bij? (Lees de woorden voor, welk woord hoort niet bij dit thema?)
muts feest uitnodiging olifant kado kinderfeestje schaatsen feestmuts jarige jarige jop
zingen kabouter kaartje trommel kaartje blazen feliciteren zeemeermin gasten onweer
schaap ballonnen hark fluit ballon boze wolf trakteren kado traktatie feesten
traktatie vlaggen slingers liedje biggetjes kaarsjes zingen ballon mussen gebakjes
Reactiewoord herkennen (Bij het vetgedrukte woord, gaan de kinderen staan, klappen in hun handen of …)
feest – kado – ballon – gasten – feest – smullen – feest – feest – gebakje – feest jarige – taart – kado – jarige – feest – jarige – lekkers – jarige – gebakje – jarige kado – kado – ballon – vlag – kado – feest – kado – traktatie – taart – kado – muts muts – kado – ballon – muts – feest – muts – kado – jarige – muts – feest – muts vlag – slinger – vlag – muts – feest – vlag – ballon – vlag – gebakje – feest – vlag taart – cake – taart – taart – taart – feest – vlag – ballon – taart – gebakje – taart fluit – trommel – taart – fluit – taart – fluit – vlag – fluit – taart – cake – fluit – fruit cake – kado – cake – cake – taart – vlag – feest – cake – ballon – gebakje – cake zingen – zingen – dansen – taart – ballon – zingen – feest – zingen – cake – taart ballon – kado – ballon – taart – vlaggen – ballon – slingers – ballon – cake – ballon Een zin langer maken.
De jarige jop … De slingers … De slagroomtaart … Gebakjes, taart, … Vandaag is er … Met een trommel en een fluit … Rode, gele, groene … De vlaggen … Op de uitnodiging … Het feest …
Deze oefeningen zijn bedacht door voordejuf.nl
(Lees het begin van iedere zin voor. Wie kan die zin afmaken? Moet natuurlijk wel bij het thema passen.)
3
Tegenstellingen (Lees voor, wie weet wat het tegenovergestelde is?)
Het feest is niet binnen, maar De vlaggenlijn is niet kort, maar De jarige blaast de kaarsen niet langzaam, maar Op de taart zit geen dunne laag slagroom, maar De verjaardagskaart is niet groot, maar De jarige krijgt niet weinig kado’s, maar De traktatie is niet warm, maar Het gebakje smaakt niet vies, maar Er zijn niet weinig gasten, maar De slingers hangen niet buiten, maar
buiten lang snel uit een dikke laag klein veel koud lekker veel binnen
Rijmen (Wat rijmt er op …?)
FEEST; geest, leest, beest, meest TAART; waard, paard, haard, kaart, zwaard, vaart, baard, maart FLUIT; ruit, tuit, duit, huid, kuit, luid, zuid, buit ZING; ring, ping, ding, hing, ving DANS; wans, sjans, gans, kans, mans
Rara, …
Dit blaas je uit. Dit zet de jarige op zijn hoofd. Hierop dans je. Dit blaas je op. Driehoekjes aan een lijn. Hierop staat wanneer het feest is. Een taartje voor één persoon. Zo noem je iemand die naar een feestje gaat. Dit moet je uitpakken. Dit doe je op een receptie.
Rara, wat is het? Rara, wat is het? Rara, wat is het? Rara, wat is het? Rara, wat is het? Rara, wat is het? Rara, wat is het? Rara, wat is het? Rara, wat is het? Rara, wie is het?
kaarsje feestmuts muziek / dansvloer ballon vlaggen uitnodiging gebakje gast kado feliciteren
Deze oefeningen zijn bedacht door voordejuf.nl
(Leuke raadsels!)
4
Goed of fout? (Lees voor, is het goed of fout? Is het fout, wat moet het dan eigenlijk zijn?)
goed fout (op te hangen) fout (een kado) goed goed fout (de jarige) goed fout (kan ook buiten) fout (lekkere dingen) fout (kan het hele jaar)
Deze oefeningen zijn bedacht door voordejuf.nl
De postbode bezorgt de kaartjes. Slingers zijn om op te eten. De gasten geven een traktatie. De jarige heeft een feestmuts op. Een trommel en een fluit zijn instrumenten. De gasten blazen de kaarsjes uit. Op de receptie mag je feliciteren. Een feest is altijd binnen. Op een feest eet je vieze dingen. Een feest is altijd in de zomer.
5