vereniging innovatieve geneesmiddelen Nederland
farmafeiten Farmafeiten 2011
Inhoud 1
In Nederland zijn we zuinig met geneesmiddelen
2
Niet alleen zijn we zuinig met geneesmiddelen, ze worden in Nederland ook steeds goedkoper
3
Geen sector investeert zoveel geld in onderzoek & ontwikkeling als de farma
4
Dankzij al dat onderzoek beschikken we over steeds meer nieuwe geneesmiddelen
5
Innovatieve farmaceutische bedrijven kampen met onnodige obstakels
6
Farmaceutische bedrijven leveren een belangrijke bijdrage aan een gezondere wereld
Nefarma > Nefarma, vereniging innovatieve geneesmiddelen Nederland, representeert farmaceutische bedrijven die zich bezig houden met de ontwikkeling en het op de markt brengen van nieuwe en vernieuwende geneesmiddelen. Dat zijn medicijnen die een antwoord geven op nieuwe inzichten in de behandeling van ziekten of op aandoeningen die tot nu toe onbehandelbaar zijn.
4 / farmafeiten 2011
In Nederland zijn we zuinig met geneesmiddelen
farmafeiten 2011 / 5
1 Gezondheidszorg kost geld, veel geld. De stijgende kosten zijn een eeuwig terugkerend thema in het debat over de zorg. De totale uitgaven aan zorg liggen rond de 63,5 miljard euro en dat komt neer op ongeveer 10 procent van ons bruto binnenlands product. Overigens is daarmee het plaatje niet compleet. Een oordeel over de zorgkosten heeft pas waarde wanneer ook wordt gekeken naar de opbrengsten van de zorg. Zorguitgaven hebben namelijk een opvallend hoog rendement; gemiddeld levert elke euro die in de zorg wordt gestoken 1,30 euro op. Dat blijkt uit de studie ‘Een beter Nederland. De gouden eieren van de gezondheidszorg’, die in 2010 in opdracht van het ministerie van Volksgezondheid is uitgevoerd.
6 / farmafeiten 2011
Geneesmiddelen in Nederland: eentiende van totale zorgkosten
farmafeiten 2011 / 7
Aandeel farmaceutische zorg in bruto zorguitgaven (in procenten)
Van de 63,5 miljard euro die we in 2012 volgens de Rijksbegroting in Nederland aan de gezondheidszorg uitgeven, maken geneesmiddelen ongeveer 9 procent uit. Dat is overigens
Overig (hulpmiddelen,
exclusief de medicijnen die via het ziekenhuis worden verstrekt,
geneeskundige GGZ, ziekenvervoer)
want de kosten daarvan liggen besloten in het ziekenhuisbudget. Tellen we die kosten mee, dan komt het aandeel
11%
Geneesmiddelen
9%
Langdurige zorg
geneesmiddelen iets hoger uit.
42%
Het grootste aandeel in de zorgkosten heeft langdurige zorg (42 procent). Ziekenhuizen nemen bijna eenderde (32 procent) van de totale uitgaven voor hun rekening.
32% Ziekenhuizen, medisch
6%
specialisten en overig curatief Extramurale zorg
Bron: Rijksbegroting VWS 2011
8 / farmafeiten 2011
Kosten van geneesmiddelengebruik in Nederland liggen ruim onder het Europees gemiddelde In 2009 was het aandeel van de kosten van geneesmiddelen binnen de totale uitgaven aan de gezondheidszorg in Nederland 9,7 procent. Desondanks lag dat aandeel beduidend lager dan in de meeste andere Europese landen. Dat laat zien dat we
farmafeiten 2011 / 9
Aandeel uitgaven aan farmaceutische hulp binnen totale zorguitgaven in 2009 (in procenten)
Spanje 21,8% Portugal 21.5% Duitsland 16,8% Frankrijk 15,7% Italië 13,8% Finland 13,1%
in Nederland een terughoudend voorschrijfbeleid hebben en
Ierland 13,0%
dus relatief zuinig zijn met het gebruik van geneesmiddelen.
Zweden 11,8%
Koploper is Spanje: daar maken medicijnkosten bijna 22 procent uit van de totale zorguitgaven, ruim tweemaal zoveel als in Nederland. Alleen in Denemarken (7,2 procent) en Engeland (7,9 procent) maken geneesmiddelen ten opzichte van Nederland een nóg kleiner deel uit van de totale zorguitgaven; in
België 11,4% Oostenrijk 11,1% Nederland
9,7%
Zwitserland
9,6%
Engeland
7,9%
Denemarken
7,2% 100% 0%
5%
Zwitserland is dat aandeel met 9,6 procent nagenoeg gelijk aan het onze. Bron: Stichting Farmaceutische Kengetallen, 2011
10%
15%
20%
10 / farmafeiten 2011
Ook de uitgaven per inwoner aan geneesmiddelen zijn lager dan elders in Europa
farmafeiten 2011 / 11
Gemiddelde uitgaven aan geneesmiddelen per inwoner in 2009 (in euro’s)
Zwitserland
611
Frankrijk
570
Duitsland
473
Ierland
468
België
406
Oostenrijk
401
aan geneesmiddelen. Dat is ruim onder het West-Europese
Finland
387
gemiddelde, dat net even boven de 400 euro ligt. Ook hier
Spanje
357
Portugal
346
Nederland
341
Italië
327
Zweden
323
Denemarken
261
Engeland
209
Ook als we de uitgaven aan geneesmiddelen per inwoner van Nederland vergelijken met diezelfde uitgaven per inwoner in de rest van Europa, blijkt dat Nederland goed scoort. Per Nederlander geven we jaarlijks gemiddeld 341 euro uit
blijven met name Engeland en Denemarken nog ruimer dan Nederland onder het gemiddelde. Zwitserland spant de kroon: daar wordt per inwoner gemiddeld 611 euro aan geneesmiddelen besteed.
0
100
200
300
400 West-Europees gemiddelde
Bron: Stichting Farmaceutische Kengetallen, 2011
500
600
12 / farmafeiten 2011
Niet alleen zijn we zuinig met geneesmiddelen, ze worden in Nederland ook steeds goedkoper
farmafeiten 2011 / 13
2 Dat geneesmiddelen in Nederland een relatief klein aandeel vormen in de totale zorguitgaven, heeft diverse oorzaken. Een belangrijke verklaring is terughoudendheid, zowel bij artsen (in het voorschrijfbeleid) als bij patiënten (in het gebruik). De prijs van geneesmiddelen wordt gereguleerd door de Wet Geneesmiddelenprijzen (WGP), die ervoor zorgt dat de prijzen in Nederland in de pas lopen met die in omliggende landen. Prijzen van medicijnen waarvan het octrooi is verlopen, liggen in ons land lager dan in veel andere Europese landen. Dat heeft te maken met vrijwillige prijsafspraken uit het verleden tussen leveranciers, apotheken en de overheid, maar ook met het beleid dat zorgverzekeraars voeren.
14 / farmafeiten 2011
farmafeiten 2011 / 15
Alles wordt duurder, ook de gezondheidszorg
Ontwikkeling consumentenprijzen (werknemersgezinnen) in diverse categorieën (2000 = 100)
Het leven wordt steeds duurder, op vrijwel alle fronten. Inflatie
135
zorgt ervoor dat de prijzen van veel producten en diensten jaarlijks met een paar procent stijgen. Sinds 2000 is het bedrag dat een gemiddeld werknemersgezin bijvoorbeeld aan huisvesting, water en energie uitgeeft met meer dan 35 procent gestegen. Een soortgelijke stijging zien we in de
Huisvesting, water, energie 130
125 Vervoer 120
kosten van onderwijs. Ook aan vervoer en voedingsmiddelen zijn we beduidend meer gaan uitgeven. De kosten per gezin
Totaal bestedingen
Onderwijs Voedingsmiddelen
115
die met gezondheidszorg te maken hadden, liepen in elf jaar met ongeveer 11 procent op.
110
Gezondheid
105
100 2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
Bron: Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), 2011 (peildatum 2011 is 30 september)
2007
2008
2009
2010
2011
16 / farmafeiten 2011
Prijzen geneesmiddelen dalen, terwijl veel andere consumentenprijzen stijgen
farmafeiten 2011 / 17
Prijsindex voor consumenten afgezet tegen prijsindex voor receptgeneesmiddelen (januari 1996 = 100)
Inflatie zorgt er dus voor dat de consumentenprijzen jaarlijks een stijgende trend laten zien. Dat geldt voor vrijwel alle clusters, ook voor de gezondheidszorg. Toch vertoont de prijs van geneesmiddelen, onderdeel van die zorg, juist een omgekeerde trend. Als ze eenmaal op de markt zijn toegelaten, dalen de
140% 130% 120% 110% 100%
prijzen door de jaren heen. Dat is extra bijzonder wanneer
90%
je bedenkt dat de kosten voor het ontwikkelen van nieuwe
80%
geneesmiddelen alleen maar hoger worden.
70% 60% 50% 1996
2000
prijsindex voor receptgeneesmiddelen
Bron: Stichting Farmaceutische Kengetallen, CBS, 2011
2005
2010
consumenten prijsindex, alle huishoudens
18 / farmafeiten 2011
Prijsdaling receptgeneesmiddelen kent diverse oorzaken De daling van geneesmiddelenprijzen in Nederland heeft zich halverwege de jaren negentig ingezet. In de laatste jaren hebben vooral succesvolle convenanten en transitieakkoorden tussen de overheid, apothekerskoepel KNMP, Zorgverzekeraars
farmafeiten 2011 / 19
Prijsontwikkeling receptgeneesmiddelen en oorzaken voor prijsdaling
100%
90%
5
6
7
8
80%
Nederland, Bogin en Nefarma substantieel bijgedragen aan de prijsdaling. Daarnaast zorgt de laatste jaren met name de invoering (en vervolgens uitbreiding) van het preferentiebeleid
70%
1
2
3
4
60%
van zorgverzekeraars voor verdere prijsdalingen bij een aantal geneesmiddelen waarvan het octrooi is verlopen.
50%
40% 1996
2000
1. Invoering Wet Geneesmiddelenprijzen 2. Invoering claw back 3. Verhoging claw back akkoord VWS-KNMP 4. Tijdelijke invoering maatregel “De Geus”
Bron: Stichting Farmaceutische Kengetallen, 2011
2005
2010
5. Start convenantsperiode 6. Transitieakkoord 7. (Individueel) preferentiebeleid 8. Uitbreiding preferentiebeleid
20 / farmafeiten 2011
Geen sector investeert zoveel geld in onderzoek & ontwikkeling als de farma
farmafeiten 2011 / 21
3 Farmaceutische bedrijven besteden meer aan onderzoek & ontwikkeling dan bedrijven in welke andere sector dan ook. In Nederland geldt dat de hier actieve bedrijven jaarlijks honderden miljoenen euro’s besteden aan onderzoek in de diverse stadia van geneesmiddelontwikkeling. Farma- en biotechbedrijven dragen daarmee meer dan tien procent van alle uitgaven die in Nederland worden gedaan aan research & development.
22 / farmafeiten 2011
farmafeiten 2011 / 23
R&d-investeringen van farma staan wereldwijd op één In Europa tekende de farmaceutische branche in 2008 voor bijna 27 miljard euro aan investeringen in r&d. Dat is ruim
Uitgaven aan r&d in de wereld per sector door de jaren heen (in miljarden euro’s) 80
1. Farmaceutische industrie en biotech
1 2 3
een verdrievoudiging sinds 1990 (7,8 miljard). Binnen de EU draagt de farma voor zo’n 17 procent bij aan de totale r&d-
2. Technologische hardware / IT
70
3. Auto-industrie
60
investeringen.1 Wereldwijd besteedden farmaceutische en biotechnologische bedrijven in 2009 zo’n 80 miljard euro aan onderzoek & ontwikkeling. Sinds 2004 groeiden die investeringen met ruim 20 miljard euro. In 2009, toen de auto-industrie en de technologie/
50 2005
30
biotechno-logische sector. In de top tien staan vijf farmabedrijven.2 1 2
Bron: Efpia, The Pharmaceutical Industry in Figures, 2010 Bron: 2009 EU Industrial R&D Investment Scoreboard
2008
2009 4. Software en computer dienstverlening 5. Electrotechnische industrie
4
6. Chemische industrie 5
7. Ruimtevaartindustrie
20
omhoog. Van de vijftig bedrijven die wereldwijd het meeste geld investeren in r&d, zijn er vijftien actief in de farmaceutische of
2007
40
IT-sector respectievelijk 11,6 en 6,4 procent minder investeerden in r&d, gingen die uitgaven in de farmasector met ruim 5 procent
2006
8. Machine-industrie (engineering)
6 7
9. Gezondheidszorgequipment & services
8
10
9 10
11
10. Telecom 11. Voedingsindustrie
Bron: Europese Commissie, EU Industrial R&D Investment Scoreboard, 2010
24 / farmafeiten 2011
Drie sectoren verantwoordelijk voor ruim de helft van alle r&d-investeringen
farmafeiten 2011 / 25
Aandeel per sector in totale r&d-investeringen in de wereld (in procenten)
Samen met de sectoren technologische hardware/IT en de auto-industrie zijn farma- en biotechbedrijven verantwoordelijk voor 54,5 procent van alle investeringen die wereldwijd worden gedaan in onderzoek & ontwikkeling. Farma en biotech nemen ongeveer eenvijfde van die wereldwijde bestedingen voor hun rekening.
Overig 14,9%
Farmaceutische industrie en biotech 19,2%
Voedingsindustrie 1,1% Gezondheidszorg-equipment & services 1,8% Telecom 2,1% Machine-industrie (engineering) 3,0% Ruimtevaartindustrie 4,1%
Technologische hardware / IT 18,3%
Chemische industrie 4,4% Elektrotechnische industrie 7,0% Software en computerdienstverlening 7,1%
Auto-industrie 17,0%
Bron: Europese Commissie, 2008 EU Industrial R&D Investment Scoreboard
26 / farmafeiten 2011
farmafeiten 2011 / 27
Van alle sectoren besteedt farma het hoogste percentage van de omzet aan r&d Zetten we per sector de r&d-investeringen af tegen de
Percentage van de omzet dat per sector wordt besteed aan r&d
Farmaceutische industrie en biotech
15%
gerealiseerde omzet, dan blijkt dat in geen enkele branche zo’n groot aandeel van het binnengebrachte geld weer wordt
2007
2008
2009
geïnvesteerd in onderzoek & ontwikkeling als in de farma. Met een percentage van 15,9 steekt de sector met kop en schouders boven alle andere sectoren uit. Alleen in de computerindustrie
10%
Software en computerdienstverlening Technologische hardware / IT
(software en hardware) wordt de 10 procent benaderd, in de meeste andere secoren variëren de investeringen in onderzoek tussen de 3 en 6 procent van de behaalde omzet.
Gezondheidszorg-equipment & services
5%
Auto-industrie Electrotechnische industrie Ruimtevaartindustrie Chemische industrie Machine-industrie (engineering) Telecom
Bron: Europese Commissie, EU Industrial R&D Investment Scoreboard, 2007-2009
28 / farmafeiten 2011
Dankzij al dat onderzoek beschikken we over steeds meer nieuwe geneesmiddelen
farmafeiten 2011 / 29
4 Veel geld en menskracht investeren in onderzoek naar innovatieve geneesmiddelen is één ding; de belangrijke vraag luidt natuurlijk of dat ook wat oplevert. Juist bij geneesmiddelenonderzoek is die vraag relevant, omdat het overgrote deel van de onderzochte stoffen niet tot een nieuw medicijn leidt. Gemiddeld leidt slechts één op de 10.000 onderzochte stoffen tot een nieuw geneesmiddel. Hoe beperkt dat ook lijkt, het maakt wel dat we steeds beter in staat zijn om ziektes en aandoeningen te bestrijden.
30 / farmafeiten 2011
farmafeiten 2011 / 31
Stijgende trend in aantal nieuwe geneesmiddelen
Door de FDA geregistreerde geneesmiddelen met een nieuw actief bestanddeel (1963-2011)
Het aantal registraties van geneesmiddelen met een nieuw actief bestanddeel vertoont, bezien over een periode van vijftig jaar, een stijgende trend. Dat blijkt uit de registratiecijfers over de afgelopen halve eeuw. Registreerde de Amerikaanse Food and Drug Administration (FDA) tussen 1970 en 1989 jaarlijks
60
50
40
gemiddelde 1970 t/m 1989
nog een kleine twintig geneesmiddelen met nieuwe actieve bestanddelen, in de twee decennia daarna was dat aantal
30
opgelopen tot gemiddeld bijna 27 per jaar. Deels is de stijging toe te schrijven aan een productieve periode halverwege de jaren negentig (in topjaar 1996 registreerde de FDA 53 geneesmiddelen met een nieuw actief bestanddeel), maar ook zonder die piek blijft de positieve trend overeind. De eerste helft van 2011 laat een veelbelovend beeld zien: reeds 21
20
10
gemiddelde 1990 t/m 2009 0
1965
1970
1975
1980
1985
1990
1995
geneesmiddelen met nieuwe actieve bestanddelen werden in de eerste zes maanden van dit jaar in de VS geregistreerd. Bronnen: DiMasi, Tufts Center for the study of drug development, FDA Het aantal registraties in 2011 betreft alleen de eerste zes maanden.
2000
2005
2010
32 / farmafeiten 2011
We worden steeds beter, op steeds meer terreinen
farmafeiten 2011 / 33
Status van geneesmiddelenontwikkeling bij diverse ziektebeelden
Met de hulp van geneesmiddelen lukt het steeds beter om de strijd aan te gaan tegen veel ziekten. Soms is volledige genezing mogelijk, maar helaas geldt dat niet voor alle aandoeningen. Wel blijven patiënten steeds vaker in leven, meestal ook met een aanvaardbare kwaliteit, zonder zich erg ziek te voelen. De tabel hiernaast laat zien dat op veel terreinen al het nodige is bereikt, maar toont tevens aan hoe belangrijk het is om volop door te gaan met geneesmiddeleninnovatie. Voor meer informatie zie www.wewordensteedsbeter.nl.
Aandoening
Voorkomen Behandelen
Genezen
HIV/Aids Tubercolose Malaria Kinderziektes Infecties aan ademhalingsapparaat Kanker Neuropsychiatrische stoornissen Cardiovasculaire aandoeningen Diabetes Aandoeningen aan ademhalingsapparaat
Geneesmiddelen zijn beschikbaar (r&d richt zich op zaken als verbetering gebruiksgemak, vermindering bijwerkingen, etc.)
Bron: IFPMA, 2008
Geneesmiddelen zijn beschikbaar (r&d richt zich op uitdagingen als tegengaan van resistentie bij patiënten, etc.)
Nog geen geneesmiddelen beschikbaar (r&d gericht op ontwikkeling van werkzaam medicijn)
34 / farmafeiten 2011
Er komen steeds meer biotechnologische middelen
farmafeiten 2011 / 35
Omzetontwikkeling biotech- en non-biotech-geneesmiddelen in Nederland (in miljarden euro’s)
Veel nieuwe geneesmiddelen worden gemaakt via biotechnologie. Deze middelen zijn gebaseerd op menselijke (of dierlijke) eiwitten die in micro-organismen worden gemaakt. Miljoenen patiënten profiteren nu al van dit soort geneesmiddelen en vaccins, maar de trend van de afgelopen jaren laat duidelijk
4,5 4,0 3,5 3,0
zien dat het aantal biotech-middelen een steeds groter aandeel
2,5
krijgt in het totaal aantal geneesmiddelen dat op de markt komt.
2,0
Volgens een recent overzicht van de Amerikaanse koepel-
1,5
organisatie PhRMA zaten ruim zeshonderd biotechnologische
1,0
geneesmiddelen voor meer dan honderd ziektes in de pijplijn.
0,5 0
Ook een vergelijking van de ontwikkeling in omzetcijfers van ‘traditionele’ middelen versus biotechgeneesmiddelen in Nederland, geeft een duidelijk beeld van de opkomst van die
1995
2000
omzet biotech
laatste groep. Bron: Axon Pharius, 2011
2005
omzet non-biotech
2010
36 / farmafeiten 2011
Innovatieve farmaceutische bedrijven kampen met onnodige obstakels
farmafeiten 2011 / 37
5 Voordat een nieuw geneesmiddel voor patiënten beschikbaar komt, heeft het al een heel traject van onderzoek, registratie en toelating achter de rug. Voor de meeste van die trajecten zijn in de wet maximale termijnen vastgelegd, maar die worden in Nederland soms fors overschreden. Dat heeft een negatieve invloed op het innovatieklimaat in ons land. Voor bedrijven wordt het minder aantrekkelijk om hier te investeren, omdat vertragingen ten koste gaan van de terugverdientijd. Die is, in verband met de octrooirechten, toch al beperkt. Ook andere factoren, zoals administratieve lastendruk, vormen obstakels bij het innoveren.
38 / farmafeiten 2011
Ontwikkeling van een nieuw geneesmiddel duurt gemiddeld twaalf jaar
farmafeiten 2011 / 39
Ontwikkelings- en octrooiperiode van een geneesmiddel
Gemiddeld zit er twaalf jaar tussen de ontdekking van een Gemiddelde duur (in jaren):
nieuwe werkzame stof en het beschikbaar komen van een geneesmiddel voor de patiënt. Vier jaar gaat op aan preklinisch onderzoek, zes jaar aan klinisch onderzoek en twee jaar aan het traject van registratie en vergoeding. De resterende
Preklinisch onderzoek
Klinisch onderzoek
Registratie & vergoeding
Resterende octrooiperiode
ABC (Aanvullend Beschermingscertificaat)
4
6
2
8
max. 5
octrooiperiode is dan nog een jaar of acht, waarna voor maximaal vijf jaar nog een aanvullend beschermingscertificaat (ABC) kan worden toegewezen. 0
20 4
Octrooi-aanvraag
Bron: Nefarma
10
12 Octrooi-expiratie
jaar
40 / farmafeiten 2011
farmafeiten 2011 / 41
Lang wachten op toestemming voor klinisch onderzoek
Gemiddelde beoordelingsduur bij aanvragen voor klinisch onderzoek in Nederland (in dagen) 178
Klinisch onderzoek is een cruciaal onderdeel in de ontwikkeling van een nieuw geneesmiddel. Gekeken wordt achtereenvolgens naar de veiligheid van de stof bij een kleine groep gezonde vrijwilligers, een kleine groep patiënten en uiteindelijk bij grote groepen patiënten. Voor dit onderzoek is toestemming
165
onderzoek met mensen (Wmo) is vastgelegd dat aanvragen in Nederland binnen negentig dagen afgehandeld moeten zijn; dat is anderhalf keer zo lang als de EU-richtlijn voorschrijft.
181
2009 151
167
2008 124
142
2007
nodig van een medisch-ethische toetsingscommissie van een deelnemend ziekenhuis. In de Wet medisch-wetenschappelijk
194
2010
98 107 2006 128
151
2005 0
60
90
EU-norm
NL-norm
dagen
Desondanks wordt de termijn in Nederland al jaren ruim overschreden, waardoor bedrijven onnodig lang moeten wachten
Netto doorlooptijd
Bruto doorlooptijd
voordat zij met hun onderzoek kunnen starten. In de bruto doorlooptijden is de tijd meegerekend die verstrijkt wanneer een beoordelingscommissie aanvullende gegevens van de indiener vraagt; in de netto doorlooptijden zijn deze ‘klokstops’ niet meegerekend. Bron: Nefarma Clinical Trial Database (NCTD), 2011
42 / farmafeiten 2011
farmafeiten 2011 / 43
Lang wachten voordat een geneesmiddel wordt opgenomen in het vergoedingssysteem
Gemiddelde tijd die verstrijkt in de vergoedingsprocedure 150 157 2010 151
Ook de registratie van een geneesmiddel en de daaropvolgende vergoedingsprocedure nemen de nodige tijd in beslag. Tijdrovende regelgeving en personele problemen bij de beoordelingsinstantie CVZ (College voor Zorgverzekeringen)
200
2009 109
168
2008 139
173
2007
dragen bij aan lange wachttijden die voorafgaan aan het moment waarop een nieuw middel wordt opgenomen in het geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS), en derhalve voor
176 126
bij vergoedingsprocedures van dure geneesmiddelen gemeten. Over de aanvragen die dit jaar zijn ingevoerd bedraagt die
163
2005
patiënten beschikbaar komen. Binnen de Nefarma Vergoedingen Database is dit jaar voor het eerst ook de doorlooptijd
237
2006
174
227
2004 0
90 Norm (volgens Transparantierichtlijn)
dagen
Netto doorlooptijd Bruto doorlooptijd
doorlooptijd gemiddeld maar liefst 376 dagen, terwijl wettelijk een maximumtermijn van 60 dagen is vastgelegd.
In de bruto doorlooptijden is de tijd meegerekend die verstrijkt wanneer een beoordelingscommissie aanvullende gegevens van de indiener vraagt; in de netto doorlooptijden zijn deze ‘klokstops’ niet meegerekend. Bron: Nefarma Vergoedingen Database (NVD), 2011 (peildatum: oktober 2011)
44 / farmafeiten 2011
Het duurt te lang voordat een medicijn voor de patiënt beschikbaar is
farmafeiten 2011 / 45
Gemiddelde tijd die verstrijkt tussen de handelsvergunning en het moment waarop een geneesmiddel voor de patiënt beschikbaar komt
Tussen de diverse Europese landen bestaan grote verschillen in vertragingen die patiënten ervaren voordat nieuwe geneesmiddelen voor hen beschikbaar komen. In de meeste landen (het Verenigd Koninkrijk en Duitsland uitgezonderd) is het namelijk niet zo dat een geneesmiddel dat de registratieprocedure succesvol heeft doorlopen en waarvoor dus een handelsvergunning is afgegeven, ook direct voor patiënten beschikbaar is. Onder meer in de vergoedingsprocedures gaat veel tijd verloren voordat artsen de nieuwste middelen ook daadwerkelijk kunnen voorschrijven. De Patients’ W.A.I.T. indicator (‘waiting to access innovative therapies’) vergelijkt die periode voor de diverse EU-landen. De periodes zijn gebaseerd op de gegevens van 84 nieuwe geneesmiddelen. Nederland staat
Ver.Koninkrijk
0
Duitsland
0
Oostenrijk
88
Denemarken 125 Zwitserland 140 Ierland 157 Noorwegen 175 Griekenland 188 Nederland 196 Zweden 206 Finland 211 Slovenië 255 Frankrijk 289 Italië 326 Portugal 349 Spanje 349 België 392 0
100
200
300
400
500
Gemiddelde beschikbaarheidsduur (dagen)
met een gemiddelde vertraging van 196 dagen in de Europese middenmoot. Bron: Efpia, Patients’ W.A.I.T. Indicator, 2010
46 / farmafeiten 2011
farmafeiten 2011 / 47
Steeds hogere investeringen nodig om tot innovaties te komen
Door de FDA geregistreerde geneesmiddelen met een nieuw actief bestanddeel, afgezet tegen r&d-investeringen (1980-2008)
Eerder (zie pag. 30/31) zagen we dat het aantal geneesmiddelen met een nieuw actief bestanddeel bezien over een
50
langere periode een stijgende trend vertoont. De groei is tot stand gekomen in een tijdperk waarin de ontwikkelkosten juist enorm zijn gestegen. De internationale bestedingen aan r&d door Amerikaanse farmaceutische bedrijven liepen de afgelopen dertig jaar consequent op van 2 miljard dollar in 1980 tot bijna
40
30
20
48 miljard in recente jaren. In Europa besteedden farmaceutische bedrijven begin jaren negentig 7 à 8 miljard euro aan r&d en dat
10
liep op tot bijna 27 miljard in 2009. De hogere kosten zijn deels toe te schrijven aan de steeds strengere eisen die overheden stellen aan geneesmiddelenonderzoek, maar ook rond het registratie- en vergoedingsproces hebben bedrijven te maken met een sterk toenemende administratieve lastendruk.
0 1980
1985
1990
Aantal geneesmiddelen met nieuwe bestanddelen (VS)
1995
2000
Investering in r&d, in miljarden dollars (VS)
Bronnen: DiMasi, Tufts Center for the study of drug development, FDA, PhRMA
2005
2008
48 / farmafeiten 2011
Verslechterend innovatieklimaat bedreigt kenniseconomie
farmafeiten 2011 / 49
R&d-intensiteit* in diverse landen (ten opzichte van Lissabondoelstelling), 1998-2009
Investeringen in onderzoek bevorderen niet alleen de gezondheid, maar dragen ook bij aan het op peil houden van
3,5%
1
Lissabon
de kenniseconomie in een land. De lidstaten van de Europese Unie hebben daarom in de zogeheten ‘Lissabondoelstellingen’ onder meer afgesproken dat ze in 2010 minimaal 3 procent van hun bruto binnenlands product zouden investeren in onderzoek & ontwikkeling. Uit de cijfers blijkt dat, deze
3
3,0%
2020 2 2,5%
5 2,0%
6 7
afspraken ten spijt, de ‘r&d-intensiteit’ in Nederland in de afgelopen tien jaar vooral is gedaald, al is in 2009 voor het eerst weer een stijgende trend ingezet. Ook is zichtbaar dat
4
1,5% 2000
2005
2010
grootmachten buiten de EU (VS en Japan) op dit front beter scoren. In de aangepaste EU-2020-strategie is inmiddels
1. Japan 2. Verenigde Staten
3. Denemarken 4. Duitsland
5. Frankrijk 6. België
7. Nederland
vastgesteld dat de beoogde doelstelling van 3 procent nu in 2020 verwezenlijkt dient te zijn.
* De r&d-intensiteit laat zien welk percentage van het bruto binnenlands product wordt besteed aan onderzoek en ontwikkeling. Bron: CBS/Eurostat, 2010
50 / farmafeiten 2011
farmafeiten 2011 / 51
Farma heeft in andere EU-landen een beter imago
Positieve houding van inwoners ten opzichte van de farmaceutische industrie
2000
De houding van de bevolking ten opzichte van de farmaceu-
2006
2010
tische industrie is in Nederland gemiddeld genomen iets minder positief dan in diverse andere Europese landen. Opvallend is
EU-gemiddelde: 66% 80%
dat het imago van de farma tussen 2000 en 2006 in Nederland behoorlijk verslechterde. In sommige omliggende landen
70%
(Duitsland, Frankrijk, Spanje) gebeurde dat in diezelfde periode ook, maar niet in dezelfde mate als in Nederland. Sinds 2006 is op dit vlak wel enige verbetering waarneembaar, maar toch
60%
50%
heeft maar zo’n 56 procent van de Nederlanders een positieve grondhouding tegenover de farmaceutische industrie. Dat
40%
is tien procent onder het gemiddelde percentage in de hele Europese Unie.
30% België
Duitsland Frankrijk Gr.Britannie Italië
Nederland
Bron: European Chemical Industry Council (Cefic), Public Image Survey, 2010
Spanje
Zweden
52 / farmafeiten 2011
Farmaceutische bedrijven leveren een belangrijke bijdrage aan een gezondere wereld
farmafeiten 2011 / 53
6 Farmabedrijven zijn commerciële ondernemingen die met het oog op hun continuïteit en de ontwikkeling van nieuwe producten en toepassingen winst moeten maken. Maar dat is niet het hele verhaal. Met hun producten leveren ze een belangrijke bijdrage aan de gezondheid van mensen. Die producten zijn helaas lang niet voor iedereen bereikbaar. Veel bedrijven proberen daarom ook de bevolking van armere gebieden toegang te bieden tot geneesmiddelen. Die inspanningen breiden zich steeds verder uit. Dat blijkt bijvoorbeeld uit de in 2008 geïntroduceerde Access to Medicine Index, die dergelijke activiteiten per bedrijf in kaart brengt. Maar het is ook goed te zien aan het groeiende aantal projecten waarmee farma-ondernemingen zich rechtstreeks tot ontwikkelingslanden richten.
54 / farmafeiten 2011
Farmabedrijven werken mee aan een betere gezondheid in ontwikkelingslanden
farmafeiten 2011 / 55
Gezondheidsprojecten van farmabedrijven in ontwikkelingslanden
Gebruikmakend van alle kennis en middelen waarover farmaceutische bedrijven beschikken op het gebied van ziekte en gezondheid, leveren ze in samenwerking met de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) en de Verenigde Naties ook een belangrijke bijdrage aan de verbetering van de gezondheid in ontwikkelingslanden. Wereldwijd droegen innovatieve farmabedrijven in de afgelopen zeven jaar meer dan 9 miljard dollar bij aan ruim tweehonderd projecten die gericht zijn op de
Aantal projecten
2010
213
2009
202
2007
147
2005
126
2003
36
bestrijding en voorkoming van ziektes. Daarmee zijn 1,7 miljard mensen geholpen. De meeste projecten die door bedrijven worden uitgevoerd, vaak in samenwerking met lokale partijen en non-gouvernementele organisaties, zijn gericht op het voorkomen en bestrijden van hiv/aids, tuberculose en malaria.
Bron: IFPMA Developing World Health Partnerships Database, 2011
Nefarma vereniging innovatieve geneesmiddelen Nederland © Nefarma, november 2011 Postbus 11633 2502 AP Den Haag +31 (0)70 313 22 22
[email protected] www.nefarma.nl