vereniging innovatieve geneesmiddelen Nederland
Beeld in balans > Beeldvorming, oordelen en feiten over farmaceutische bedrijven
Beeld in balans > Beeldvorming, oordelen en feiten over farmaceutische bedrijven
4 de commercie 14 beïnvloeding van artsen 24 beïnvloeding van patiënten 30 onderzoek 40 ontwikkeling 48 dierproeven 54 prijzen en octrooien 60 ontwikkelingslanden 68 bijsluiters
Opvattingen over farmaceutische bedrijven blijken vaak gebaseerd op beelden die niet (meer) aansluiten op de werkelijkheid. Dit boekje zet veelgehoorde uitspraken en feiten naast elkaar met als doel de beeldvorming in balans te brengen met de realiteit.
4 / beeld in balans
beeld in balans / 5
de commercie
6 / beeld in balans
“Farmaceutische bedrijven maken grote winsten over de ruggen van zieke mensen.”
beeld in balans / 7
>
Farmaceutische ondernemingen zijn commerciële bedrijven met een winstoogmerk. Winst is nodig voor de continuïteit van een bedrijf en voor de ontwikkeling van nieuwe producten en toepassingen. Daarmee dus ook voor de verbetering van de gezondheidszorg. Nieuwe geneesmiddelen kunnen ziekten en aandoeningen beter bestrijden en de kwaliteit van leven verbeteren. Steeds vaker richten farmaceutische bedrijven zich ook op preventie, waardoor ziekten worden voorkomen. De winsten van farmaceutische bedrijven zijn nog altijd goed, maar staan de laatste jaren wel onder druk. De vele fusies en overnames geven aan dat er kritisch wordt gekeken naar de bedrijfseconomische prestaties. Er is geen harde maatstaf om aan te geven hoeveel winst noodzakelijk is. Winst is ook niet de allesbepalende factor. Beleggers letten steeds meer op zaken als de aard van de producten, de wijze van totstandkoming en het maatschappelijk gedrag van ondernemingen. Prestaties van farmaceutische bedrijven worden vergeleken met die van andere ondernemingen, zowel binnen als buiten de sector.
8 / beeld in balans
“Farmaceutische bedrijven zijn machtige multinationals die de gezondheidszorg hun wil kunnen opleggen.”
beeld in balans / 9
>
De meeste innoverende farmaceutische bedrijven in ons land zijn onderdeel van wereldwijde concerns, die overal ter wereld onderzoek doen, geneesmiddelen ontwikkelen en die vervolgens op de markt brengen.
De organisatie van de gezondheidszorg is echter per land verschillend. Overheden bepalen de wet- en regelgeving. De bedrijven schikken zich hiernaar in ieder land op een andere wijze.
In Nederland bepaalt de overheid het speelveld en de spelregels en ligt de regie voor de uitvoering van de gezondheidszorg in belangrijke mate in handen van de zorgverzekeraars.
10 / beeld in balans
“Farmaceutische bedrijven brengen nieuwe genees middelen te snel op de markt om er maximaal aan te kunnen verdienen.”
beeld in balans / 11
>
Aan de registratie van ieder geneesmiddel gaat een onderzoekstraject van tien tot twaalf jaar vooraf. Dat is nodig om de patiëntveiligheid te waarborgen. Eisen zijn steeds strenger geworden. Alle betrokkenen hebben geleerd van de dramatische incidenten in het verleden en doen er alles aan om herhaling te voorkomen.
Een fabrikant is wettelijk verplicht aan te tonen dat een nieuw geneesmiddel werkzaam en veilig is. Veel potentiële geneesmiddelen halen de eindstreep niet omdat ze niet aan alle eisen op dat vlak voldoen. Bij een aanvraag tot toelating moet de fabrikant aan de registratieautoriteiten een gigantische hoeveelheid onderzoeksgegevens overleggen.
Ondanks al het onderzoek komen bij het gebruik in alledaagse situaties soms onverwachte bijwerkingen aan het licht. Patiënten die middelen langer gebruiken of mensen met complexe ziektebeelden reageren anders dan proefpersonen
12 / beeld in balans
in onderzoek. Bovendien is ieder mens anders. Bijwerkingen worden met hulp van behandelaars en patiënten nauwlettend in de gaten gehouden en geregistreerd, zowel door de bedrijven zelf als door onafhankelijke instituten. Er vindt internationale uitwisseling van gegevens plaats. Dat kan leiden tot aanpassing van de waarschuwingen in de bijsluiter of incidenteel tot het terugtrekken van een geneesmiddel. Dan blijken de bijwerkingen het voordeel van het middel te overschaduwen. In alle stadia van besluitvorming gaat het om zeer afgewogen oordelen. Daarbij staat de veiligheid voor de patiënt altijd voorop.
beeld in balans / 13
14 / beeld in balans
beeld in balans / 15
beïnvloeding van artsen
16 / beeld in balans
“Farmaceutische bedrijven organiseren de meeste na en bijscholing van artsen en beïnvloeden zo het voorschrijfgedrag.”
beeld in balans / 17
>
Farmaceutische bedrijven dragen fors bij aan de na- en bijscholing van artsen. Daarmee bevorderen ze dat artsen geïnteresseerd blijven in vernieuwingen en hun kennis op peil houden. Dat komt de zorg voor de patiënt ten goede. Artsen geven aan deze activiteiten te waarderen, omdat de cursussen goed in elkaar zitten en goed zijn georganiseerd.
De inhoud van de na- en bijscholing is gebonden aan strenge regels. Er moet sprake zijn van informatieoverdracht, met name over ziektebeelden en (nieuwe) behandelmogelijkheden. Het mag niet gaan om promotiepraatjes. Deskundigen van artsenorganisaties beoordelen op basis van de inhoud of een cursus meetelt voor de uren die artsen verplicht aan nascholing moeten besteden.
De Inspectie voor de Gezondheidszorg ziet erop toe dat de bedrijven bij nascholingsbijeenkomsten de reclameregels niet overtreden.
18 / beeld in balans
“Farmaceutische bedrijven vragen artsen mee te werken aan zogenaamd onderzoek om zo hun producten te promoten.”
beeld in balans / 19
>
Dergelijk onderzoek wordt wel ‘seeding trial’ genoemd en is als marketingactiviteit in het verleden geregeld ingezet. Artsen werd gevraagd de werking van een geneesmiddel in de praktijk te beoordelen en daarover te rapporteren. Het belangrijkste doel was echter de bekendheid van een geneesmiddel te vergroten, een middel ‘in de pen’ van de dokter te krijgen. Van serieus onderzoek was geen sprake.
Dergelijke activiteiten passen niet meer bij hedendaagse opvattingen over verantwoord commercieel en maatschappelijk gedrag. Daarom nemen de leden van Nefarma hier afstand van. Temeer omdat serieuze studies over geneesmiddelgebruik in de praktijk juist van grote waarde zijn. Soms stelt de overheid ze zelfs verplicht, bijvoorbeeld om de doelmatigheid aan te tonen. Bij verantwoord onderzoek hoort een gedegen en controleerbaar onderzoeksprotocol.
20 / beeld in balans
“Farmaceutische bedrijven overladen artsen met cadeaus om hen gunstig te stemmen voor bedrijf of product.”
beeld in balans / 21
>
Het is farmaceutische bedrijven in Nederland verboden grote cadeaus aan artsen te geven. Een relatiegeschenk mag wel, maar alleen als het nuttig is voor de praktijk. De waarde mag niet meer zijn dan 50 euro per keer, met een maximum van 150 euro per jaar. Farmaceutische bedrijven moeten precies bijhouden wat zij aan welke arts hebben gegeven.
Een aantal bedrijven heeft inmiddels besloten af te zien van relatiegeschenken en geeft alleen nog een balpen en blocnote weg.
22 / beeld in balans
“Farmaceutische bedrijven nodigen artsen (met hun partners) uit voor zogenaamde congressen in vakantieoorden.”
beeld in balans / 23
>
Pretreisjes zijn al jaren niet meer toegestaan. Sponsoring van congressen en reizen is aan regels gebonden. Het wetenschappelijk karakter moet voorop staan. Financiële ondersteuning van congressen in het buitenland moet zelfs altijd vooraf worden goedgekeurd (door de Stichting Code Geneesmiddelenreclame).
Leden van Nefarma hebben afgesproken geen partnerprogramma’s te ondersteunen. Het moet immers gaan om de inhoud en educatie.
24 / beeld in balans
beeld in balans / 25
beïnvloeding van patiënten
26 / beeld in balans
“Farmaceutische bedrijven gebruiken reclame-uitingen om gezonde burgers met onschuldige aandoeningen naar de huisarts te verwijzen.”
beeld in balans / 27
>
Bedrijven wordt verweten aan symptoomreclame te doen. Ze willen echter bekendheid geven aan het feit dat ze een geneesmiddel hebben ontwikkeld tegen een aandoening. Publieksreclame voor receptgeneesmiddelen is verboden. Daarom geeft men informatie over het ziektebeeld, preventie en behandelmogelijkheden. Sommige aandoeningen lijken misschien niet ernstig, maar mensen hebben er wel dagelijks last van. Zeker in combinatie met een chronische aandoening. Ze verlagen de kwaliteit van leven. Ermee blijven rondlopen kan bovendien leiden tot hogere gezondheidszorgkosten later. Patiënten maken zelf de afweging of ze daarvoor naar de dokter willen gaan. Eenvoudige zelftests op websites (het liefst opgesteld door wetenschappelijke artsenverenigingen) kunnen een hulpmiddel zijn om te bepalen of een doktersbezoek zinvol is. Ook vergemakkelijkt deze informatie het gesprek met de arts over moeilijk bespreekbare onderwerpen. De arts concludeert uiteindelijk – samen met de patiënt – of een geneesmiddel de beste therapie is.
28 / beeld in balans
“Farmaceutische bedrijven geven puur uit eigenbelang geld aan patiënten verenigingen om zo invloed te kunnen uitoefenen.”
beeld in balans / 29
>
Goed geïnformeerde patiënten gaan beter om met hun aandoening en eventuele geneesmiddelen. Daarnaast kan een patiëntenvereniging een waardevolle aanvullende informatiebron zijn voor artsen en geneesmiddelenfabrikanten. Daarom ondersteunen bedrijven de professionalisering van patiëntenverenigingen en helpen ze bij het opzetten van activiteiten of publicaties. In contracten wordt de onafhankelijkheid van de patiëntenvereniging expliciet vastgelegd en staan wederzijdse rechten en plichten genoemd. Steeds vaker maken bedrijven de vorm en hoogte van (financiële) ondersteuning openbaar op hun websites, zodat iedereen kan meekijken. Leden van Nefarma zijn verplicht desgevraagd de banden met de patiëntenverenigingen te openbaren. Om te vermijden dat een patiëntenvereniging te zeer verweven is met een enkel bedrijf, mag een bedrijf geen exclusiviteit bedingen. Dit zou immers de onafhankelijke positie in gevaar kunnen brengen.
30 / beeld in balans
beeld in balans / 31
onderzoek
32 / beeld in balans
“Farmaceutische bedrijven investeren vooral in wetenschappelijk onderzoek naar nieuwe, commercieel interessante geneesmiddelen en niet in fundamenteel onderzoek.”
beeld in balans / 33
>
Bedrijven stoppen in beginsel geld in onderzoek dat moet leiden tot een product dat verkocht kan worden. In dat opzicht is het bij farmaceutische bedrijven niet anders dan in andere bedrijfstakken. In de praktijk is vaak vooraf niet te voorspellen of onderzoek daadwerkelijk leidt tot een nieuw middel. Daarom gaat veel onderzoeksgeld ‘verloren’.
Veel fundamenteel onderzoek vindt plaats buiten bedrijven. Wetenschappers doen soms onderzoek zonder het vooropgezette doel tot een product te komen. Wat dat betreft zijn de vertrekpunten verschillend. Niettemin zijn bedrijven wel degelijk geïnteresseerd in dergelijke onderzoeken omdat daaruit een doorbraak kan voortvloeien. Daarom zijn er veel vormen van samenwerking tussen onderzoeksinstituten en bedrijven.
34 / beeld in balans
“Farmaceutische bedrijven verdoezelen onderzoek dat hen niet goed uitkomt.”
beeld in balans / 35
>
Bij een aanvraag tot registratie van een nieuw geneesmiddel zijn farmaceutische bedrijven verplicht alle onderzoeksresultaten te overleggen. Er mogen geen stukken worden achtergehouden.
Steeds meer ondernemingen maken hun wetenschappelijk onderzoek ook openbaar, bijvoorbeeld op publiek toegankelijke websites.
Dat er in toonaangevende wetenschappelijke tijdschriften vooral positieve verhalen staan, is vaak een uitvloeisel van het redactiebeleid. Artikelen over onderzoek dat geen resultaat heeft opgeleverd, zijn doorgaans niet interessant en moeilijk publiceerbaar. Daarnaast zijn alle gegevens rond wel gepubliceerde artikelen vaak niet zonder meer opvraagbaar vanwege de commerciële belangen van de uitgevers.
36 / beeld in balans
“Farmaceutische bedrijven betalen wetenschappers waarmee die hun onafhankelijkheid verliezen.”
beeld in balans / 37
>
Topwetenschappers op een vakgebied werken samen met deskundigen van farmaceutische bedrijven om gezamenlijk tot nieuwe middelen en behandelmethoden te komen. Ze hebben elkaar nodig. De wetenschappelijke oordeelsvorming mag echter niet in het gedrang komen. Helderheid over mogelijke vormen van belangenverstrengeling en financiële relaties voorkomt verkeerde beeldvorming. Nefarma is voorstander van een universele belangenverstrengelingsverklaring die door artsen, instituten, universiteiten en bedrijven wordt gebruikt. Wat de geldstromen betreft: bedrijven ondersteunen onderzoeksinstituten en -afdelingen omdat die zelf niet over de noodzakelijke middelen beschikken en het onderzoek wel van grote waarde is.
38 / beeld in balans
“Farmaceutische bedrijven nemen het niet zo nauw met de regels voor weten schappelijk onderzoek.”
beeld in balans / 39
>
Elk geneesmiddelonderzoek in Nederland voldoet aan de standaarden van Good Clinical Practice. Daarin zijn alle noodzakelijke procedures vastgelegd. Adviesraden van deskundigen beoordelen de onderzoeksprotocollen. Onderzoek met mensen is bovendien onderworpen aan speciale wetgeving. Onderdeel daarvan is een toetsing vooraf door een onafhankelijke medischethische toetsingscommissie. Zonder haar goedkeuring kan onderzoek niet van start gaan. De commissie beoordeelt of de onderzoeksopzet ethisch toelaatbaar is. Patiënten worden vooraf geïnformeerd over het onderzoek waaraan ze deelnemen en moeten toestemming verlenen. Deskundigen menen dat de kwaliteit van onderzoek door bedrijven op het vlak van de onderzoeksprotocollen, de gepresenteerde statistieken, het monitoren van het onderzoek en het bijhouden van de data niet onder doet voor dat bij universiteiten. In veel gevallen is het niveau zelfs hoger, bleek onlangs bij een symposium van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen.
40 / beeld in balans
beeld in balans / 41
ontwikkeling
42 / beeld in balans
“Farmaceutische bedrijven presenteren steeds minder nieuwe geneesmiddelen.”
beeld in balans / 43
>
Het aantal geneesmiddelen met een nieuw actief bestanddeel dat beschikbaar komt, varieert sterk van jaar tot jaar. Het gemiddelde van de laatste twintig jaar (26) ligt aanmerkelijk hoger dan van de twintig jaar daarvoor (20). Kijkend naar een langere periode, is van een teruggang dus geen sprake, ondanks de steeds strengere eisen die gesteld worden aan veiligheid.
Vaak wordt 1996 gebruikt als referentiejaar. In dat jaar verschenen echter historisch gezien extreem veel nieuwe geneesmiddelen.
Het beeld van een beperkt aantal nieuwe middelen wordt versterkt doordat er afgelopen jaren geen middelen zijn gekomen die veelvoorkomende ziekten bestrijden of voorkomen. Nieuwe geneesmiddelen zijn steeds vaker gericht op kleinere patiëntengroepen.
44 / beeld in balans
“Farmaceutische bedrijven ontwikkelen vooral zogeheten me too’s (varianten op bestaande geneesmiddelen) omdat die het meest winstgevend zijn.”
beeld in balans / 45
>
Ieder bedrijf komt graag als eerste met een revolutionair geneesmiddel. Verschillende bedrijven zijn op zoek naar zo’n doorbraak bij de behandeling of preventie van een ziekte. Dat ontwikkelingsproces kost jaren. Het is logisch dat na de presentatie van de doorbraak andere fabrikanten met een nóg beter middel willen komen. Ze haken daarbij in op de ervaringen van artsen en patiënten met het eerste beschikbare middel. Ook de producent van dat eerste middel werkt vaak nog door aan verdere verbeteringen.
Patiënten geven aan dergelijke kleine of grotere verbeteringen zeer te waarderen. Zelfs bij dezelfde werkzame stof zijn er verschillen op het vlak van toedieningsvormen, gebruiksgemak of bijwerkingen. Voor kwaliteit van leven is stapsgewijze verbetering vaak van veel betekenis.
46 / beeld in balans
“Farmaceutische bedrijven geven meer uit aan promotie dan aan onderzoek.”
beeld in balans / 47
>
Er wordt veel geld uitgegeven aan zowel onderzoek en ontwikkeling als aan promotie. De verhouding verschilt per bedrijf. Gemiddeld bedraagt het pure promotiebudget ongeveer een derde van het R&D-budget (research en development).
Van alle bedrijfstakken ter wereld investeren de farmaceutische bedrijven het meest in onderzoek en ontwikkeling, wereldwijd circa 70 miljard euro per jaar. Dat is meer dan de IT-, auto- en elektrotechnische sector.
Het promotiebudget wordt gebruikt om bekendheid te geven aan een nieuw geneesmiddel of nieuwe behandelmogelijkheden. Dat gebeurt via vakbladen, congressen, individuele contacten met artsen en advertenties in artsenbladen.
48 / beeld in balans
beeld in balans / 49
dierproeven
50 / beeld in balans
“Farmaceutische bedrijven dragen bij aan dierenleed.”
beeld in balans / 51
>
Het doen van dierproeven is het werk van deskundigen. Farmaceutische bedrijven werken samen met gespecialiseerde instituten waar op een verantwoorde manier voor de dieren wordt gezorgd. Internationaal gezien loopt Nederland ver voorop met het verplichten van goede leefomstandigheden van proefdieren. Dit draagt bij aan waardevolle onderzoeksresultaten. Zo wordt voor elk proefdier een dagboek bijgehouden. Daarin staat gedetailleerd wat er met het dier wordt gedaan, tot en met iedere keer dat het wordt opgepakt. Bij proefdieren gaat het in het overgrote deel om muizen en ratten. Op zeer beperkte schaal gebruikt men honden en apen. Daarnaast worden fruitvliegjes en wormpjes ingezet voor geneesmiddelonderzoek.
Van de meeste proeven, zoals het afnemen van bloed, hebben dieren nauwelijks last. Andere proeven zijn daarentegen wél belastend voor de proefdieren. Ze zijn echter nodig om verantwoorde wetenschappelijke conclusies te kunnen trekken.
52 / beeld in balans
“Farmaceutische bedrijven hebben weinig interesse in alternatieven voor dierproeven.”
beeld in balans / 53
>
Met het oog op de veiligheid van mensen kan de ontwikkeling van nieuwe geneesmiddelen voorlopig nog niet zonder dierproeven. Voor de registratie van nieuwe middelen zijn bepaalde dierproeven wettelijk verplicht. In verschillende onderzoeksfasen zijn overigens goede alternatieven voorhanden, zoals computersimulaties of gebruik van weefsels. Bedrijven maken daar graag gebruik van, want de resultaten zijn doorgaans betrouwbaarder en dergelijk onderzoek is een stuk goedkoper dan dierproeven. Daarom ook investeren bedrijven wereldwijd miljoenen euro’s per jaar in de ontwikkeling van alternatieven voor dierproeven.
Pijnlijk is het feit dat de wet soms dierproeven verplicht stelt die wetenschappelijk gezien niet meer nodig zijn. De sector pleit daarom bij de politiek voor aanpassing van de internationale wetgeving op dit vlak.
54 / beeld in balans
beeld in balans / 55
prijzen en octrooien
56 / beeld in balans
“Farmaceutische bedrijven dicteren de prijs zolang het octrooi geldt en middelen niet nagemaakt mogen worden.”
beeld in balans / 57
>
Geneesmiddelenprijzen in Nederland zijn gebonden aan maxima die in de wet zijn vastgelegd. De prijs is gekoppeld aan die in andere landen. De hoogte van de vergoeding door de zorgverzekeraar wordt vastgesteld door het College voor Zorgverzekeringen. Fabrikanten bepalen dat niet zelf. Ook niet of een geneesmiddel onderdeel uitmaakt van het basispakket. De overheid stelt het pakket samen.
Bij de vaststelling van de maximale vergoeding telt mee welke meerwaarde een geneesmiddel heeft in vergelijking met andere.
58 / beeld in balans
“Farmaceutische bedrijven misbruiken octrooien (patenten) om concurrentie buiten de deur te houden waardoor geneesmiddelen onnodig duur blijven.”
beeld in balans / 59
>
Octrooibescherming is noodzakelijk om bedrijven zo ver te krijgen honderden miljoenen te investeren in de ontwikkeling van een nieuw geneesmiddel. Die bereidheid is er alleen als die ontwikkelkosten terugverdiend kunnen worden. Daarvoor dient de octrooiperiode. Andere bedrijven mogen het middel niet namaken of moeten daarvoor betalen. Ook onderzoekskosten die niet hebben geleid tot een nieuw geneesmiddel, moeten worden terugverdiend. Vanwege het grote belang van octrooien zijn bedrijven alert op pogingen door anderen om ze te schenden. De ingewikkelde en versnipperde octrooiwetgeving in Europa biedt bedrijven de gelegenheid – volstrekt legaal – de octrooiperiode wat te verlengen. Binnen de regels van de wet maken bedrijven daar gebruik van. Eén gelijke octrooiwetgeving in heel Europa zou de situatie een stuk overzichtelijker maken. Daarom is de farmaceutische bedrijfstak daar voorstander van, al was het alleen maar om dure juridische procedures te vermijden.
60 / beeld in balans
beeld in balans / 61
ontwikkelingslanden
62 / beeld in balans
“Farmaceutische bedrijven misbruiken mensen in ontwikkelingslanden voor hun onderzoek.”
beeld in balans / 63
>
Alle onderzoeken waarbij mensen zijn betrokken, moeten voldoen aan wetgeving en aan toetsen van medisch-ethische commissies. Zonder goedkeuring mag er niet onderzocht worden. Bedrijven hebben interne afdelingen die erop toezien dat die goedkeuring er is. Probleem is wel dat de normen niet overal ter wereld hetzelfde zijn. Zo zijn er vormen van onderzoek die in Europa als onethisch worden gezien en verboden zijn, maar in Amerika juist verplicht worden gesteld. Onderzoek in ontwikkelingslanden wordt vaak bemoeilijkt door de slechte organisatie van de gezondheidszorg. Toch is het nodig onderzoek te doen bij bevolkingsgroepen in de tropen. De ethische toetsing functioneert helaas lang niet altijd goed. Het is zelfs de vraag of betrokken commissies integer handelen. Dat is geen vrijbrief om het onderwerp niet serieus te nemen. In de praktijk zal het ongetwijfeld af en toe misgaan, tegen de regels van het eigen bedrijf in. Het is goed dat kritische organisaties een vinger aan de pols houden. Het weghalen van al het onderzoek daar, komt de gezondheidszorg echter niet ten goede. Onderzoek leidt namelijk tot verbetering van de zorg.
64 / beeld in balans
“Farmaceutische bedrijven hebben geen boodschap aan het leed in ontwikkelingslanden.”
beeld in balans / 65
>
Wereldwijd hebben de innovatieve farmaceutische bedrijven in de afgelopen zeven jaar voor meer dan 9 miljard dollar bijgedragen aan meer dan 200 concrete projecten in ontwikkelingslanden ter bestrijding en voorkoming van ziekten. Daarmee zijn 1,7 miljard mensen geholpen. Vaak wordt samengewerkt met lokale projecten om ook de structuur van de gezondheidszorg te versterken. Er is aangesloten bij de oproep van de WHO, de wereldgezondheidsorganisatie. Alle projecten zijn nauwkeurig omschreven en hebben concrete doelstellingen. Iedereen kan ze beoordelen.
Bedrijven staan soms toe dat producten onder octrooi worden nagemaakt ten behoeve van ontwikkelingslanden. Ook verstrekken ze gratis geneesmiddelen. Ze willen dan echter niet dat deze via een omweg in de Westerse wereld op de markt komen, want dan is sprake van oneerlijke concurrentie.
66 / beeld in balans
“Farmaceutische bedrijven verhinderen doorvoer van geneesmiddelen naar ontwikkelingslanden vanwege schending van het octrooirecht.”
beeld in balans / 67
>
De douane kan doorvoer van geneesmiddelen tegenhouden als er sprake is van vervalsingen of het ontduiken van de octrooiwetgeving. De Nederlandse overheid en de farmaceutische bedrijven hebben afgesproken dat doorvoer van geneesmiddelen via ons land niet wordt gehinderd als er zowel in het land van herkomst als in het land van bestemming geen octrooi op rust. Dus ook niet als de middelen in Nederland wel onder de octrooiwetgeving zouden vallen.
68 / beeld in balans
beeld in balans / 69
bijsluiters
70 / beeld in balans
“Farmaceutische bedrijven maken onleesbare bijsluiters om zich in te dekken tegen klachten over bijwerkingen.”
beeld in balans / 71
>
Internationale regels schrijven de inhoud van een bijsluiter voor. Formuleringen en volgorde zijn vastgelegd. Bedrijven zijn daar niet vrij in. Net als de geneesmiddelen zelf, wordt de tekst van de bijsluiter in Nederland beoordeeld door het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (CBG). Daarbij moet het bedrijf aantonen dat bij de samenstelling van de tekst ook patiëntenpanels zijn betrokken.
Toch tonen onderzoeken aan dat de leesbaarheid van bijsluiters te wensen overlaat. Taaldeskundigen, het CBG, de Consumentenbond, het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en Nefarma zoeken gezamenlijk naar mogelijkheden voor verbetering binnen de huidige wetgeving en naar voorstellen om de internationale regels te veranderen. Begin 2010 is vanuit Europa toestemming gekregen om een aantal gewenste verbeteringen door te voeren.
Nefarma vereniging innovatieve geneesmiddelen Nederland © Nefarma, april 2010 Postbus 11633 2502 AP Den Haag +31 (0)70 313 22 22
[email protected] www.nefarma.nl