Checklist Balans in Beeld
www.kennispleingehandicaptensector.nl/balansinbeeld
www.kennispleingehandicaptensector.nl
[email protected] www.twitter.com/pleinpraat www.linkedin.com Forum Gehandicaptenzorg Of neem contact op met: Vilans, telefoon (030) 789 23 11 VGN, telefoon (030) 273 93 00 MEE Nederland, telefoon (030) 236 37 07
©Kennisplein Gehandicaptensector Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, micro film of op enige ander wijze zonder voorafgaande schriftelijke toestemming.
Inhoudsopgave l
Deel 2: Checklist Balans in Beeld
1 2 3 4 5
Voor wie is hij ontwikkeld? Waarvoor en wanneer kan de checklist gebruikt/ingezet worden? Het zoeken naar balans Uitleg van de checklist Ontwikkeling van de checklist
2 2 2 4 9
De Checklist: Balans in Beeld
10
.................................................................................................................
1 Voor wie is deze checklist ontwikkeld? De handreiking met bijbehorende checklist is ontwikkeld voor begeleiders van jongeren met een LVB. Hiermee worden zowel professionals (leerkracht, gezinsvoogd, groepsleider) als ouders bedoeld. Voor de leesbaarheid wordt in deze checklist gesproken van ‘hij’ en ‘zijn’, maar daar kan ook ‘zij’ of ‘haar’ gelezen worden. Je vult de checklist in per jongere en kunt dit op meerdere momenten herhalen.
2 Wanneer en waarvoor kan de checklist gebruikt/ingezet worden? De handreiking legt uit dat overvraging, maar ook ondervraging, bij jongeren met een LVB kan leiden tot internaliserend of externaliserend probleemgedrag. Het is daarom van belang over- en ondervraging in een vroeg stadium te herkennen, zodat de begeleider zijn benaderingswijze goed kan laten aansluiten bij de ondersteuningsbehoefte van de jongere. Beter nog is het om over- of ondervraging te voorkomen en jongeren zoveel mogelijk uit te dagen zich te ontwikkelen. Deze checklist helpt daarbij. Je kunt met de checklist bekijken of evalueren, hoe je jouw benadering vormgeeft en of dit (nog) aansluit bij wat de jongere aan ondersteuning van jou nodig heeft. Maar ook bij signalering van probleemgedrag kan de checklist bruikbaar zijn. Door middel van de checklist kun je nagaan hoe je jouw benadering vormgeeft en waar dit wel en niet aansluit bij wat de jongere aan ondersteuning nodig heeft. Zo wordt duidelijk op welke punten je de jongere misschien meer of minder moet ondersteunen. De checklist is geen meetinstrument, maar een hulpmiddel om zicht te krijgen op de balans tussen de mate waarin de jongere vaardigheden beheerst en de mate waarin de begeleider de jongere heeft ondersteund.
3 Het zoeken naar balans De begeleiding van jongeren met een LVB richt zich op het aanleren van vaardigheden die horen bij de ontwikkelingstaken waar deze jongeren in de adolescentieperiode mee te maken krijgen. Het gaat dan om de volgende ontwikkelingstaken. In hoofdstuk 1.3 van de handreiking vind je hierover een uitleg.
Ontwikkelingsstaken voor jongeren van 12-21 jaar: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.
Vormgeven aan veranderende relaties binnen het gezin. Participeren in werk of onderwijs. Zinvol invullen van vrije tijd. Creëren en onderhouden van eigen woon- en leefsituatie. Omgaan met autoriteiten, openbare instellingen en instanties. Zorgdragen voor gezondheid en uiterlijk. Opbouwen en onderhouden van vriendschappen en sociale contacten. Vormgeven aan intimiteit en seksualiteit. Accepteren van het hebben van een licht verstandelijke beperking.
Omdat de ontwikkeling van jongeren met een LVB over het algemeen op het niveau van de basisschoolleeftijd ligt, hebben zij de ontwikkelingstaken van deze leeftijd nog niet voltooid. Voor veel jongeren met een LVB zijn daarom ook de ontwikkelingstaken van de basisschoolleeftijd nog steeds actueel. Ontwikkelingsstaken voor kinderen van 6-12 jaar: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
2
Omgaan met ouder(s) en familie. Omgaan met volwassenen. Omgaan met leeftijdgenoten. Zorgdragen voor eigen gezondheid en veiligheid. Invullen van vrije tijd. Deelnemen aan het basisonderwijs . Nemen van deelverantwoordelijkheden in de thuissituatie. Gebruik maken van basale infrastructuren .
Handreiking Balans in Beeld
Begeleiders van jongeren met een LVB moeten er rekening mee houden dat deze jongeren bij het aanleren van vaardigheden specifieke begeleiding nodig hebben. In hoofdstuk 3.1 tot en met 3.3. van de handreiking wordt concreet uitgelegd wat de kenmerken van cognitief, sociaal en emotioneel functioneren van jongeren met een LVB zijn en welke accenten de begeleider daarbij in de begeleiding moet leggen. Vanuit het perspectief van de jongere kunnen de kenmerken vertaald worden in ‘ik wil het begrijpen’, ‘ik wil het kunnen’, ‘ik wil het durven’ en ‘ik wil mee kunnen komen en erbij horen.’ En zijn behoefte aan begeleiding in ‘leg het mij goed uit’, ‘help me, doe het voor’, ‘bevestig mij in wat ik kan en goed doe’ en ‘verplaats je in mij (inleven) en denk met mij mee’. Door jongeren op gepaste wijze te begeleiden bij het aanleren van de vaardigheden die horen bij de ontwikkelingstaken en hen ruimte te bieden om zelf dingen te doen en te ondervinden, ontwikkelen zij zich en groeit hun gevoel zelf iets kunnen. Ze krijgen meer en meer het gevoel onafhankelijk te zijn en eigen keuzes te kunnen maken. De begeleider streeft er immers naar om de zelfstandigheid van jongeren en hun gevoel van autonomie te vergroten. Samenvattend kan dit als volgt in beeld worden gebracht:
Kenmerkend:
Begeleidingsbehoeften:
l ik wil het begrijpen
l leg het mij goed uit
l ik wil het kunnen
l help me, doe het voor
l ik wil het durven
l bevestig mij in wat ik kan en
l ik wil mee kunnen komen en
erbij horen
l verplaats je in mij en denk met
Adolescent
goed doe
autonomie
ontwikkelingstaken
Jongere met een licht verstandelijke beperking
mij mee
Ontwikkeling en groei
Volwassene
De mate van ondersteuning hangt af van de vaardigheden die een jongere in huis heeft om een (ontwikkelings) taak te kunnen uitvoeren. Hoe meer vaardigheden hij bezit, hoe minder ondersteuning hij nodig heeft. En hoe minder vaardigheden hij beheerst, hoe meer ondersteuning nodig is. In zijn ontwikkeling naar volwassenheid breidt een jongere zijn vaardigheden verder uit. De mate van ondersteuning door de begeleider moet daarop afgestemd worden. Naarmate de jongere meer vaardigheden krijgt, zal de ondersteuning door de begeleider automatisch afnemen om de zelfstandigheid van de jongere te vergroten. In hoeverre een jongere ontwikkelingstaken uiteindelijk zelfstandig kan uitvoeren is per jongere met een LVB verschillend en hangt af van zijn mogelijkheden en (blijvende) beperkingen. Na verloop van tijd wordt het ‘plafond’ van wat de jongere aan vaardigheden kan aanleren duidelijk. Dan wordt ook zichtbaar welke ondersteuning hij in zijn leven nodig blijft hebben.
Handreiking Balans in Beeld
3
Dit kan als volgt in beeld gebracht worden:
mate van weinig . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . veel
plafond van .............
vaardigheden weinig . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . veel
Als er geen sprake is van over- of ondervragen neemt de mate van ondersteuning af als de vaardigheden toenemen. Dat gaat vaak niet in één keer goed, maar is een proces van zoeken naar de juiste balans tussen wat een jongere zelf al (aan)kan/zelf kan ontdekken en welke ondersteuning hij nodig heeft. Het is zoeken naar de balans tussen ondersteunen en loslaten, van uitdagen maar niet over- of ondervragen. Zodra minder ondersteuning wordt gegeven dan nodig is (gezien de vaardigheden van de jongere), is er sprake van overvraging. Voor de jongere ontstaat zo een onveilige situatie. Wordt juist meer of te veel ondersteuning gegeven (gezien de vaardigheden) dan is er sprake van ondervraging: de jongere wordt te veel beschermd of betutteld en te weinig uitgedaagd.
4 Uitleg van de checklist Om het zoeken naar balans te ondersteunen is deze checklist ontwikkeld. Voor de checklist wordt gebruik gemaakt van zogenaamde schaalvragen. Roeden & Bannink (2007) geven aan dat je de situatie/het probleem meer van een afstand kunt bekijken en beoordelen en rationeler kunt benaderen, door de situatie een cijfer te geven (woorden hebben vaak een emotionele betekenis). Maar je kunt ook ervaringen van meerdere begeleiders naast elkaar leggen om hierover met elkaar in gesprek te gaan. Zo kun je met elkaar zoeken naar de meest passende benaderingswijze. In de checklist geef je aan de hand van de schaalvragen op een schaal van 0 tot 5 aan hoe je de huidige situatie beoordeelt. Hierbij staat een 0 voor weinig en een 5 voor veel. Je kunt de vragen zelf invullen, maar het levert een beter beeld op als je dit met een collega samen doet of met de jongere zelf.
Bijvoorbeeld: Jongere: Begrijpt de jongere wat ik zeg? De jongere heeft het niet begrepen, hij kent de woorden niet.
De jongere heeft alles begrepen, hij kent de woorden.
0 1 2 3 4 5
4
Handreiking Balans in Beeld
De schaalvragen in deze checklist bieden je de mogelijkheid om de huidige mate van ondersteuning in kaart te brengen en om aan te geven in hoeverre de jongere bepaalde vaardigheden beheerst. Een deel van de vragen heeft betrekking op de kenmerken van jongeren met een LVB en worden in de checklist op basis van de eerder genoemde kenmerkende beperkingen als ‘ik wil het begrijpen’, ‘ik wil het kunnen’, ‘ik wil het durven’ en ‘ik wil mee kunnen komen en erbij horen’ in 4 hoofdthema’s gecategoriseerd:
begrijpen
kunnen
durven
meekomen en erbij horen
Het andere deel betreft vragen die gaan over de accenten in de begeleiding: ‘leg het me uit’, ‘help me en doe het voor’, ‘bevestig me in wat ik kan en goed doe’ en ‘verplaats je in mij en denk met me mee’. In de checklist worden deze als volgt gecategoriseerd:
uitleggen
helpen en voordoen
bevestigen
inleven en meedenken
Bijvoorbeeld: Kenmerken van cognitief functioneren:
Bijbehorende schaalvragen:
l
Aandacht is weinig selectief.
l Let de jongere op de dingen die belangrijk zijn?
l
Informatie wordt minder goed opgeslagen.
l Onthoudt de jongere de boodschap?
Accenten in de begeleiding:
l
(Steeds weer) herhalen van een boodschap.
l
l
Informatie in kleine behapbare proporties aanbieden.
l Bied ik informatie geordend en gedoseerd aan?
Herhaal ik mijn boodschap?
De schaalvragen staan op 8 kaarten (4 kaarten over de jongere en 4 kaarten over de begeleider). Elk hoofdthema heeft een eigen kaart en een eigen kleur. Zo is goed herkenbaar welke kaart van kenmerken van een jongere hoort bij de kaart met bijbehorende accenten in begeleiding en andersom. Bij het ontwikkelen van deze checklist was het niet de bedoeling volledig te zijn in het omzetten van alle LVB gerelateerde kenmerken in schaalvragen. Het staat een ieder vrij om voor de eigen beeldvorming schaalvragen aan de verschillende onderdelen A tot en met D toe te voegen.
Handreiking Balans in Beeld
5
vraag van de jongere
antwoord door ondersteuning
A Begrijpen
A Uitleggen
schaalvragen: ............... ...............
schaalvragen: ............... ...............
B Kunnen
B Helpen en voordoen
schaalvragen: ............... ...............
schaalvragen: ............... ...............
C Durven
C Bevestigen
schaalvragen: ............... ...............
schaalvragen: ............... ...............
D Meekomen en erbij horen
D Inleven en meedenken
schaalvragen: ............... ...............
schaalvragen: ............... ...............
Door het invullen van de vragen wordt enerzijds zichtbaar welke ondersteuningsvragen de jongere heeft. Je kunt daaruit afleiden wat dan de best passende mate van ondersteuning (veel …. weinig) zou kunnen/moeten zijn. Aan de andere kant wordt zichtbaar in welke mate je begeleiding hebt geboden (jouw ‘antwoorden’). Daaruit kun je afleiden of dit aansluit bij de behoefte aan ondersteuning van de jongere. Zo kun je dus zien of jouw ondersteuning aansluit bij de behoefte aan steun bij de jongere. Doordat de jongere zich ontwikkelt zal hij in de loop van de tijd in mindere mate ondersteuning nodig hebben. Of het wordt duidelijk waar de jongere blijvend ondersteuning bij nodig zal hebben omdat hij aan zijn ‘plafond’ zit. Het invullen van de schaalvragen op de kaarten levert ook signalen voor overvragen dan wel ondervragen op. Dit wordt als volgt in beeld gebracht:
6
Handreiking Balans in Beeld
Vaardigheden jongere: veel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . weinig
Ondersteuning: veel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . weinig
Overvraging: De begeleider laat de jongere meer zelf doen dan hij aankan. X
X X
X
X
X
X
X Ondervraging: De begeleider geeft veel ondersteuning, terwijl de jongere het zelf kan. X
X
X
X X
X
X
X
Balans: De begeleider laat de jongere het (grotendeels) zelf doen, omdat de jongere dat aankan. X
X
X
X X
X X
X
Balans: De begeleider helpt de jongere, omdat de jongere het onvoldoende/niet zelf kan. X
X X
X X X
X X
Handreiking Balans in Beeld
7
Dus door alle ingevulde vragen in het overzicht in te vullen kun je in beeld brengen of er sprake is van overvraging, ondervraging of van balans in wat de jongere zelf kan ontdekken en waar hij ondersteuning bij nodig heeft. Voorbeeld van een ingevulde (schaalvraag)kaart van Balans in Beeld:
veel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . weinig
veel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . weinig
A Uitleggen
A Snappen 1: 2: 3: 4: 5: 6:
0 0 0 0 0 0
1 1 1 1 1 1
2 2 2 2 2 2
3 3 3 3 3 3
4 4 4 4 4 4
5 5 5 5 5 5
1: 2: 3: 4: 5: 6:
0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0
1 1 1 1 1 1 1
2 2 2 2 2 2 2
3 3 3 3 3 3 3
4 4 4 4 4 4 4
5 5 5 5 5 5 5
1: 2: 3: 4: 5: 6: 7:
0 0 0 0 0 0 0
1 1 1 1 1 1 1
0 0 0 0 0 0 0 0
1 1 1 1 1 1 1 1
2 2 2 2 2 2 2 2
3 3 3 3 3 3 3 3
4 4 4 4 4 4 4 4
5 5 5 5 5 5 5 5
1: 2: 3: 4: 5: 6:
0 0 0 0 0 0
8
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
Handreiking Balans in Beeld
2 2 2 2 2 2 2 2 2 2
3 3 3 3 3 3 3 3 3 3
4 4 4 4 4 4
5 5 5 5 5 5
2 2 2 2 2 2 2
3 3 3 3 3 3 3
4 4 4 4 4 4 4
5 5 5 5 5 5 5
4 4 4 4 4 4 4 4 4 4
1 1 1 1 1 1
2 2 2 2 2 2
3 3 3 3 3 3
4 4 4 4 4 4
5 5 5 5 5 5
D Inleven en meedenken
D Meekomen en erbij horen 1: 2: 3: 4: 5: 6: 7: 8: 9: 10:
3 3 3 3 3 3
C Bevestigen
C Durven 1: 2: 3: 4: 5: 6: 7: 8:
2 2 2 2 2 2
B Helpen en voordoen
B Kunnen 1: 2: 3: 4: 5: 6: 7:
1 1 1 1 1 1
5 5 5 5 5 5 5 5 5 5
1: 2: 3: 4: 5: 6: 7: 8:
0 0 0 0 0 0 0 0
1 1 1 1 1 1 1 1
2 2 2 2 2 2 2 2
3 3 3 3 3 3 3 3
4 4 4 4 4 4 4 4
5 5 5 5 5 5 5 5
Dit beeld geeft aan dat de begeleider Simon over het algemeen ondervraagt. Het overzicht laat zien dat Simon veel vaardigheden bezit en de begeleider veel ondersteuning biedt. De begeleider kan op basis van dit beeld bekijken of Simon minder ondersteuning aankan. Instructie voor het invullen van de checklist Balans in beeld 1. Neem een specifieke situatie waarvan je wilt bekijken in hoeverre je de jongere passende ondersteuning hebt geboden, al dan niet naar aanleiding van mogelijke signalen van overvraging of ondervraging die je bij de jongere of jezelf hebt herkend. (deze mogelijke signalen van over- of ondervraging zijn in de handreiking op een rij gezet). 2. Voeg eventueel, als dat voor de beeldvorming gewenst is, schaalvragen toe bij de verschillende onderdelen A tot en met D. 3. Bepaal met wie je de lijst invult: een collega-begeleider of de jongere of eerst de collega en dan de jongere. 4. Zoek een rustige plek op, waar je niet gestoord kunt worden. 5. Ga in gesprek en vul alle vragen in. 6. Gedrukte versie: Vul de antwoorden op het overzicht in. Digitale versie: Ga naar het overzicht van de antwoorden. 7. Bekijk het overzicht en vertel wat je ziet en wat je opvalt. 8. Bedenk samen met je gesprekspartner (collega of jongere) wat je in je ondersteuning gaat aanpassen en hoe je dat gaat doen. Bespreek met de jongere wat hij daarvan vindt en daarin wil. Tijd Het invullen van de checklist duurt gemiddeld 20 tot 30 minuten.
5. Ontwikkeling van de checklist De checklist is ontwikkeld met subsidie van het Antonia Wilhelmina Fonds, een Fonds op Naam van het Fonds Psychische Gezondheid. De checklist is een hulpmiddel om in gesprek te gaan en geen meetinstrument. Ervaringen in het gebruik van de lijst en aanbevelingen ter verbetering zijn van harte welkom en kunnen gemaild worden naar Edithe Rot:
[email protected]. Wanneer deze lijst gebruikt gaat worden om vast te stellen hoe het staat met over- en ondervraging, is het van belang dat er onderzoek naar de betrouwbaarheid en validiteit wordt gedaan. Mogelijkheden om de checklist verder te ontwikkelen zullen worden onderzocht.
Handreiking Balans in Beeld
9
Checklist: Balans in Beeld Vragen om zicht te krijgen op uitdaging, over- of ondervraging in de begeleiding van jongeren met een licht verstandelijke beperking.
Deze checklist kan worden ingevuld door de begeleider (professional of ouder) van een jongere met een LVB samen met een collega-begeleider of de jongere zelf. Neem een specifieke situatie in gedachten en vul de vragen in. Geef per vraag aan in welke mate de jongere een vaardigheid beheerst (van 0=niet tot 5=veel) en in hoeverre je als begeleider de jongere bij die vaardigheid ondersteund hebt (van 0=weinig tot 5=veel). De antwoorden kun je daarna in onderstaand overzicht invullen om de balans van over-, ondervragen en uitdaging goed in beeld te brengen. Voeg als dat voor jouw eigen beeldvorming handig is schaalvragen toe bij de verschillende onderdelen A tot en met D.
10
Handreiking Balans in Beeld
Naam jongere: ……………………….………………….…… Datum: ………………….………………….…………………. Vaardigheden jongere veel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . weinig
Ondersteuning begeleider veel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . weinig
A Uitleggen
A Snappen 1: 2: 3: 4: 5: 6:
0 0 0 0 0 0
1 1 1 1 1 1
2 2 2 2 2 2
3 3 3 3 3 3
4 4 4 4 4 4
5 5 5 5 5 5
1: 2: 3: 4: 5: 6:
0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0
1 1 1 1 1 1 1
2 2 2 2 2 2 2
3 3 3 3 3 3 3
4 4 4 4 4 4 4
5 5 5 5 5 5 5
1: 2: 3: 4: 5: 6: 7:
0 0 0 0 0 0 0
1 1 1 1 1 1 1
0 0 0 0 0 0 0
1 1 1 1 1 1 1
2 2 2 2 2 2 2
3 3 3 3 3 3 3
4 4 4 4 4 4 4
5 5 5 5 5 5 5
1: 2: 3: 4: 5: 6:
0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
2 2 2 2 2 2 2 2 2 2
3 3 3 3 3 3 3 3 3 3
4 4 4 4 4 4
5 5 5 5 5 5
2 2 2 2 2 2 2
3 3 3 3 3 3 3
4 4 4 4 4 4 4
5 5 5 5 5 5 5
4 4 4 4 4 4 4 4 4 4
1 1 1 1 1 1
2 2 2 2 2 2
3 3 3 3 3 3
4 4 4 4 4 4
5 5 5 5 5 5
D Inleven en meedenken
D Meekomen en erbij horen 1: 2: 3: 4: 5: 6: 7: 8: 9: 10:
3 3 3 3 3 3
C Bevestigen
C Durven 1: 2: 3: 4: 5: 6: 7:
2 2 2 2 2 2
B Helpen en voordoen
B Kunnen 1: 2: 3: 4: 5: 6: 7:
1 1 1 1 1 1
5 5 5 5 5 5 5 5 5 5
1: 2: 3: 4: 5: 6: 7: 8:
0 0 0 0 0 0 0 0
1 1 1 1 1 1 1 1
2 2 2 2 2 2 2 2
3 3 3 3 3 3 3 3
4 4 4 4 4 4 4 4
5 5 5 5 5 5 5 5
Handreiking Balans in Beeld
11
Checklist KAART A Jongere: BEGRIJPEN
1 Begrijpt de jongere wat ik zeg? De jongere heeft het niet begrepen, hij kent De jongere heeft alles begrepen, hij kent de woorden niet. de woorden.
0 1 2 3 4 5 2 Onthoudt de jongere de boodschap? De jongere weet niet meer wat er gezegd is.
De jongere weet nog goed wat er gezegd is.
0 1 2 3 4 5 3 Weet de jongere waar hij mee moet beginnen? De jongere kan geen ordening aanbrengen, hij weet niet waarmee hij moet beginnen en wat hij daarna moet doen.
De jongere kan een ordening aanbrengen, hij kent de volgorde van uitvoeren.
0 1 2 3 4 5 4 Let de jongere op de dingen die belangrijk zijn? De jongere let niet op wat belangrijk en minder belangrijk is.
De jongere let goed op wat belangrijk is.
0 1 2 3 4 5
5 Komt het taalgebruik van de jongere overeen met zijn taalbegrip? De jongere praat wijs maar snapt veel minder. Hoe de jongere praat en wat hij snapt ligt op één lijn.
0 1 2 3 4 5 6 Is de jongere handig in het verwerken van informatie? Informatie komt slecht bij de jongere binnen.
Als de jongere één keer iets gezien, gedaan of gehoord heeft dan weet/kan/herkent hij het.
0 1 2 3 4 5
12
Handreiking Balans in Beeld
Checklist KAART A Begeleider: UITLEGGEN
1 Gebruik ik begrippen die de jongere begrijpt? Ik pas mijn taal- en woordgebruik niet aan bij wat de jongere begrijpt.
Ik pas mijn taalgebruik aan bij wat de jongere begrijpt.
0 1 2 3 4 5 2 Herhaal ik mijn boodschap? Ik herhaal mijn boodschap niet. Ik herhaal mijn boodschap totdat de jongere deze heeft onthouden.
0 1 2 3 4 5 3 Bied ik informatie geordend en gedoseerd aan? Ik geef informatie zonder er erg bij stil te staan hoe.
Ik geef informatie in kleine stapjes, maak concreet wat ik van de jongere wil en stel reële eisen.
0 1 2 3 4 5 4 Ben ik precies in wat ik zeg, wil en verwacht? Ik geef informatie globaal.
Ik benadruk wat ik belangrijk vind en maak concreet wat ik wil en verwacht.
0 1 2 3 4 5 5 Ben ik er alert op dat de jongere niet alles snapt wat ik zeg? Ik ga ervan uit dat de jongere mij begrijpt.
Ik check steeds of de jongere mij begrepen heeft.
0 1 2 3 4 5 6 Zorg ik dat de jongere de kans krijgt om informatie goed te verwerken? Als de jongere iets niet meteen snapt, haak ik af. Ik herhaal, versimpel of doseer zoveel als nodig is voor de jongere.
0 1 2 3 4 5
Handreiking Balans in Beeld
13
Checklist KAART B Jongere: KUNNEN
1 Bezit de jongere de vaardigheden om te doen wat hij wil/moet doen? De jongere beheerst de benodigde vaardigheden niet.
De jongere beheerst de benodigde vaardigheden.
0 1 2 3 4 5 2 Kan de jongere zich concentreren bij het uitvoeren van zijn opdracht? De jongere heeft zijn aandacht er niet bij.
De jongere heeft zijn aandacht er goed bij.
0 1 2 3 4 5 3 Leert de jongere van mondelinge instructies? De jongere leert alleen door voordoen en samendoen.
De jongere kan uit de voeten met mondelinge uitleg zonder voordoen en samendoen.
0 1 2 3 4 5 4 Leert de jongere van ervaringen? De jongere leert niet van ervaringen, hij maakt steeds weer dezelfde fout.
De jongere leert van ervaringen en maakt niet vaak dezelfde fout.
0 1 2 3 4 5 5 Leert de jongere meer door iets te doen of meer als het hem uitgelegd wordt? De jongere leert door te doen.
De jongere leert door instructie en uitleg.
0 1 2 3 4 5 6 Kan de jongere bij zichzelf te rade gaan wat hij anders moet doen en bijsturen als dat nodig is? Het lukt de jongere niet om zichzelf bij te sturen.
Het lukt de jongere goed om zichzelf bij te sturen.
0 1 2 3 4 5 7 Lukt het de jongere om het juiste moment te kiezen als hij iets wil? Als de jongere iets wil dan moet het nú meteen.
Als de jongere iets wil kan hij er als dat nodig is erop wachten of ervoor sparen.
0 1 2 3 4 5
14
Handreiking Balans in Beeld
Checklist KAART B Begeleider: HELPEN EN VOORDOEN
1 Heb ik de jongere verteld wat hij moet doen en hem voorgedaan of met hem geoefend hoe hij het moet doen? Ik heb de vaardigheid niet met de jongere geoefend. Ik heb de vaardigheid voorgedaan en met de jongere geoefend.
0 1 2 3 4 5
2 Houd ik er rekening mee of de jongere zijn aandacht erbij heeft? Ik heb mijn verhaal gedaan zonder te checken of de jongere alles gehoord en begrepen heeft.
Ik heb gecheckt of de jongere alles gehoord en begrepen heeft.
0 1 2 3 4 5 3 Besef ik dat ik het (goede) voorbeeld geef hoe je je moet gedragen? Ik ben mij er niet van bewust dat ik het goede voorbeeld moet geven.
Ik sta in mijn eigen gedrag ‘model’ voor de jongere.
0 1 2 3 4 5 4 Bied ik de jongere (verantwoorde) ruimte om te mogen leren, door hem iets eerst zelf te laten doen/ervaren? Ik bescherm de jongere en laat hem niets zonder mijn toezicht doen.
Ik geef de jongere de ruimte om iets uit te proberen en help hem als het niet goed is gegaan.
0 1 2 3 4 5 5 Houd ik rekening met het feit dat de jongere meer een doener of meer een prater/denker is? Ik weet niet of de jongere een doener of een prater/denker is.
In mijn benadering sluit ik aan bij de jongere: ik onderneem veel of overleg zaken.
0 1 2 3 4 5 6 Sluit ik aan bij wat de jongere vanuit zichzelf kan en wil? Ik houd geen rekening met wat de jongere zelf wil en kan.
Mijn handelen wordt zoveel mogelijk bepaald door wat de jongere zelf wil en kan.
0 1 2 3 4 5 7 Help ik de jongere om naast het ontdekken van zijn mogelijkheden ook zijn eigen beperkingen te leren zien en accepteren? Ik ga niet in gesprek over wat de jongere kan en niet kan Ik ga in gesprek met de jongere over wat hij niet en wat dat betekent. kan en wat dat betekent en ik bespreek welke mogelijkheden hij wel heeft.
0 1 2 3 4 5
Handreiking Balans in Beeld
15
Checklist KAART C Jongere: DURVEN
1 Heeft de jongere vertrouwen in zichzelf dat hij een vaardigheid (aan)kan? De jongere heeft geen vertrouwen in eigen kunnen.
De jongere heeft veel vertrouwen in eigen kunnen.
0 1 2 3 4 5 2 Vraagt de jongere om hulp als hij iets nog niet begrijpt? De jongere vraagt nooit om hulp.
De jongere vraagt hulp.
0 1 2 3 4 5 3 Durft de jongere te experimenteren? De jongere durft dingen niet anders te doen dan hij gewend is.
De jongere durft iets nieuws te proberen.
0 1 2 3 4 5
4 Probeert de jongere zelf oplossingen te vinden voor een probleem? De jongere zoekt zelf niet naar oplossingen, hij is afwachtend.
De jongere probeert zelf oplossingen uit.
0 1 2 3 4 5
5 Wil de jongere de vaardigheid zelfstandig leren doen? De jongere heeft niet de drive om zelfstandiger De jongere wil de vaardigheid graag zelf kunnen te worden. doen.
0 1 2 3 4 5
6 Vraagt de jongere alleen om steun als hij die nodig heeft van volwassenen? De jongere vraagt te pas en te onpas om hulp en steun.
De jongere vraagt om hulp en steun als hij een vaardigheid niet zelf kan.
0 1 2 3 4 5
7 Lukt het de jongere zijn mening te geven en te zeggen wat hij vindt of wil? De jongere geeft nooit zijn mening ergens over. De jongere laat zien en merken wat hij wil en vindt.
0 1 2 3 4 5
16
Handreiking Balans in Beeld
Checklist KAART C Begeleider: BEVESTIGEN
1 Hoe begeleid ik de jongere als hij iets voor de eerste keer doet of meemaakt? Ik laat het de jongere meteen zelf doen en ervaren.
Ik doe het samen met de jongere en ga (letterlijk) naast hem staan.
0 1 2 3 4 5 2 Bied ik de jongere positieve bemoediging dat hij het (aan)kan? Ik geef geen complimenten en benoem niet wat de jongere (aan)kan.
Ik geef veel bevestiging en moedig de jongere aan.
0 1 2 3 4 5 3 Ga ik met de jongere in gesprek om erachter te komen welke steun hij van mij nodig heeft? Ik ga niet in gesprek om erachter te komen wat hij aan steun van mij nodig heeft.
Ik probeer erachter te komen waar ik de jongere bij kan helpen, zelfs als hij zegt het zelf wel (aan) te kunnen.
0 1 2 3 4 5 4 Help ik de jongere om zelf oplossingen te vinden bij een probleem? Ik zeg wat de jongere moet doen, hij kan het immers niet zelf bedenken.
Ik ondersteun de jongere bij het zelf leren oplossen van problemen.
0 1 2 3 4 5 5 Stimuleer ik de jongere om iets (nieuws) te ondernemen? Als de jongere niet wil laat ik het zo.
Ik stimuleer de jongere zo veel mogelijk om zelf iets te doen of ondernemen.
0 1 2 3 4 5 6 Help ik de jongere eigen keuzes te maken? Ik bepaal alles voor de jongere.
Ik stimuleer de jongere om eigen keuzes te maken en te ontdekken wat hij zelf wil en leuk vindt.
0 1 2 3 4 5
Handreiking Balans in Beeld
17
Checklist KAART D Jongere: MEEKOMEN EN ERBIJ HOREN 1 Begrijpt de jongere wat er gebeurt of wat de ander zegt of bedoelt? De jongere snapt niet wat er gebeurt.
De jongere begrijpt wat de ander bedoelt.
0 1 2 3 4 5 2 Houdt de jongere rekening met wat de ander wil of bedoelt? De jongere houdt geen rekening met de ander.
De jongere houdt rekening met de ander.
0 1 2 3 4 5 3 Doet de jongere wat hij zelf wil? De jongere doet wat de ander wil.
De jongere doet wat hij zelf wil.
0 1 2 3 4 5 4 Kijkt de jongere kritisch naar zichzelf? De jongere kijkt niet naar zijn eigen gedrag en wat er goed en minder goed gaat.
De jongere kijkt naar zijn eigen gedrag en ziet wat er goed en minder goed gaat.
0 1 2 3 4 5 5 Begrijpt de jongere wat goed en kwaad is (wat wel en niet door de beugel kan) in deze situatie? De jongere ziet niet in wat goed en kwaad is.
De jongere begrijpt goed wat goed en kwaad is.
0 1 2 3 4 5 6 Kan de jongere zichzelf in de hand houden? De jongere is impulsief en doet wat er in hem opkomt.
De jongere kan zichzelf beheersen als dat nodig is.
0 1 2 3 4 5 7 Beseft de jongere wat een ander denkt of voelt? De jongere heeft geen idee wat de ander denkt of voelt. De jongere heeft meestal goed in de gaten wat de ander denkt of voelt.
0 1 2 3 4 5 8 Kan de jongere vrienden maken en contacten met anderen aangaan en onderhouden? De jongere kan geen vrienden maken en is vaak op De jongere kan goed contact maken en kan zichzelf. vriendschappen onderhouden.
0 1 2 3 4 5 9 In hoeverre houdt de jongere vast aan regels en gewoontes? De jongere is star als het om regels gaat en volgt ze zonder verder nadenken op.
De jongere denkt na over regels en kan het anders doen als dat beter is.
0 1 2 3 4 5 10 Kan de jongere zijn boosheid en agressie in toom houden? De jongere explodeert bij het minste of geringste. De jongere kan zich goed beheersen als hij boos of agressief is.
0 1 2 3 4 5
18
Handreiking Balans in Beeld
Checklist KAART D Begeleider: INLEVEN EN MEEDENKEN
1 Ondersteun ik de jongere in de omgang met anderen? Ik laat de jongere zelf contact maken en help hem niet om het contact goed te laten verlopen.
Ik kijk goed hoe de jongere zich sociaal beweegt en ondersteun hem daar waar hij dat nodig heeft.
0 1 2 3 4 5 2 Bespreek ik individueel met de jongere hoe het contact is verlopen en leg ik uit wat de ander bedoelt? Ik kom met de jongere niet terug op sociale gebeurtenissen.
Ik bespreek sociale gebeurtenissen na en leg uit wat de ander zegt of bedoelt.
0 1 2 3 4 5 3 Bespreek ik met de jongere wat in de omgang met de ander goed en minder goed ging en hoe het anders kan? Ik neem niet met de jongere door hoe zijn omgang met anderen verloopt.
Ik bespreek met de jongere zijn gedrag en kijk met hem wat er goed en minder goed gaat.
0 1 2 3 4 5 4 Leg ik de jongere uit wat goed en kwaad is (wat wel en niet door de beugel kan)? Ik leg niet uit wat goed en kwaad is.
Ik leg uit wat goed en kwaad is.
0 1 2 3 4 5 5 Help ik de jongere om eerst na te denken voordat hij iets doet? Ik help de jongere niet om eerst na te denken en dan te doen.
Ik oefen met de jongere hoe hij zich kan beheersen en eerst kan nadenken voordat hij iets doet.
0 1 2 3 4 5 6 Leer ik de jongere sociale vaardigheden om goed om te kunnen gaan met anderen? Ik leer de jongere geen specifieke sociale Ik oefen regelmatig met de jongere sociale vaardigheden. vaardigheden.
0 1 2 3 4 5 7 Stimuleer ik de jongere in het opbouwen en onderhouden van een sociaal netwerk? Ik stimuleer de jongere niet in het opbouwen en onderhouden van een sociaal netwerk.
Ik stimuleer en help de jongere om aan het van een goed sociaal netwerk te bouwen.
0 1 2 3 4 5 8 Help ik de jongere zijn boosheid en agressie in toom te houden? Ik help de jongere niet om zijn agressie te beheersen.
Ik heb met de jongere afspraken over wat hij doet als hij boos is en hoe iemand hem daarbij kan helpen.
0 1 2 3 4 5
Handreiking Balans in Beeld
19
Colofon © Kennisplein Gehandicaptensector Niets uit deze uitgaven mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, microfilm of op enige ander wijze zonder voorafgaande schriftelijke toestemming. April 2013– eerste druk Auteur E.J.W. Rot Vormgeving Studio Tween ISBN 9789088391064 Financiering Antonia Wilhelmina Fonds Deze checklist is ook te downloaden: www.Kennispleingehandicaptensector.nl/balansinbeeld
Kennisplein Gehandicaptensector Postbus 8228 3503 RE Utrecht Telefoon (030) 789 23 00 E-mail
[email protected] Website www.kennispleingehandicaptensector.nl
20
Handreiking Balans in Beeld