FAQ Innovatieve bedrijfsnetwerken – versie 18 november 2015 Wanneer kan het IBN effectief van start gaan? De steun aan een innovatiecluster kan op zijn vroegst starten op de eerste werkdag van de maand die volgt op de indieningsdatum van de steunaanvraag (= indiening EOI). Concreet betekent dit voor deze eerste oproep dat projecten ten vroegste kunnen starten op 1 januari 2016. De uiterste startdatum van het project is 1 januari van het jaar volgend op de vroegste startdatum (= 1 januari 2017 voor de eerste oproep). Starten voor de beslissing gebeurt op eigen risico en betekent niet dat de duurtijd van 3 jr overschreden kan worden.
Wat houdt de ‘faciliterende rol van de overheid’ concreet in? De faciliterende rol van de overheid bestaat uit twee blokken:
Accountmanagement: elke gesteunde IBN krijgt een AIO-medewerker toegewezen die het project actief opvolgt via onder andere deelname aan stuurgroepvergaderingen en die fungeert als direct contactpersoon binnen AIO en andere bij het clusterbeleid betrokken actoren binnen de Vlaamse overheid
Clusteroverschrijdende activiteiten: voor gesteunde IBN’s worden er cross-clusteractiviteiten georganiseerd mbt oa de aanpak van gemeenschappelijke problemen, opleiding, branding, …
Rol van verschillende actoren binnen een IBN ? Aanvrager?
Clusterorganisatie (begunstigde)?
Clusterlid?
Bijdrage aan cofinanciering meegerekend?
kennisinstelling
Ja, indien gemandateerd door 10 ondernemingen
Ja, indien gemandateerd door 10 ondernemingen
Ja
Nee
Federatie
Ja, indien gemandateerd door 10 ondernemingen
Ja, indien gemandateerd door 10 ondernemingen
Ja
Nee
(semi)publieke organisatie
Ja, indien gemandateerd door 10 ondernemingen
Ja, indien gemandateerd door 10 ondernemingen
ja
Nee
Individuele onderneming
Ja, indien gemandateerd door 10 ondernemingen
Ja, indien gemandateerd door 10 ondernemingen
ja
Ja
Hoe definiëren we onderneming in de context van het clusterbeleid Ondernemingen moeten over een privaatrechtelijke rechtspersoonlijkheid beschikken en op duurzame wijze een economische activiteit (= diensten aanbieden op een vrije markt die vergoed wordt aan marktcondities) uitoefenen. Komen in elk geval niet in aanmerking als onderneming binnen het programma voor innovatieve bedrijfsnetwerken:
o o o o o
o
Organisaties die beroep doen op de modaliteiten en steunregelingen gericht op onderzoeksorganisaties Collectieve onderzoekscentra (Centra de Groote) en of gelijkgestelde centra Federaties en andere ledenorganisaties Organisaties die een dienst Algemeen belang leveren of een Dienst Algemeen economisch belang Publieke of semi-publieke actoren (lokale besturen, provinciale ontwikkelingsmaatschappijen, intercommunales, …)
Hoe definiëren we een Vlaamse onderneming? Een Vlaamse onderneming is een onderneming die haar economische activiteit op duurzame wijze uitoefent door middel van een vestiging in het Vlaamse Gewest.
o
Welke rol kunnen buitenlandse bedrijven/instellingen spelen in de cluster? Niet-Vlaamse ondernemingen kunnen lid zijn van de cluster en kunnen bijdragen aan de cofinanciering. Deze ondernemingen worden echter niet meegeteld in het aantal ‘ondernemingen dat de aanvrager mandateert’. Bij evaluatie zal zowel voor de cofinanciering als het totaalproject nagegaan worden of de focus prioritair bij de Vlaamse ondernemingen ligt. Niet-Vlaamse kennisinstellingen kunnen lid zijn van de cluster maar kunnen net zoals Vlaamse kennisinstellingen niet bijdragen aan de co-financiering.
Kan een projectaanvraag meerdere partners omvatten? De steun aan innovatieve bedrijfsnetwerken wordt typisch toegekend aan één specifieke clusterorganisatie die contractant is. Het is mogelijk om een projectvoorstel in te dienen met verschillende partners op voorwaarde dat er een duidelijke onderbouwde meerwaarde is om personen uit verschillende organisaties in te zetten voor de clusterwerking. Belangrijk aandachtspunt zal hierbij zijn of de spreiding over meerdere partners er niet toe zal leiden dat er vanuit twee organisaties twee los van elkaar functionerende netwerken ontstaan die elk hun eigen doelgroep benaderen. Het kan evenmin de bedoeling zijn dat de personeelsinzet versnipperd wordt (0,5 VTE per partner is in dit opzicht een absoluut minimum). Voor de inzet van bijkomende expertise voor de clusterwerking is het ook steeds mogelijk om als aanvrager, binnen de grenzen van het kostenmodel, beroep te doen op onderaannemers en/of dat er personeel van andere organisaties tijdelijk gedetacheerd wordt naar de clusterorganisatie.
Welk type van activiteiten kan gesteund worden onder de clustercoördinatie? IBN’s bepalen zelf welke activiteiten uitgevoerd worden door de clusterorganisatie. Voor de gesteunde activiteiten binnen de clustercoördinatie geldt dat ze dienen onder te brengen zijn bij de steunbare activiteiten onder de modaliteiten van steun aan innovatieclusters binnen de in Europa geldende staatssteunregels van de algemene groepsvrijstellingsverordening (Art. 27): a.
Aansturen van de cluster ter bevordering van samenwerking, informatiedeling of het toeleiden van gespecialiseerde en op maat gesneden zakelijke ondersteuningsdiensten
b.
De marketing van de cluster om deelname van nieuwe ondernemingen of organisaties te vergroten en de zichtbaarheid te verhogen
c.
Beheer van faciliteiten van de cluster
d.
De organisatie van opleidingsprogramma’s, workshops en conferenties ter ondersteuning van kennisdeling, netwerking en transnationale netwerking.
Kunnen investeringen gesteund worden binnen de oproep voor innovatieve bedrijfsnetwerken?
De innovatieve bedrijfsnetwerken ondersteunen enkel de clustercoördinatie en laten aldus niet toe om investeringen door de clusterorganisatie of de clusterleden te ondersteunen.
Kunnen bestaande activiteiten van een lopend initiatief /host-organisatie gesteund worden binnen een project innovatieve bedrijfsnetwerken De beoordeling van de additionaliteit van de clusterwerking gebeurt steeds op het niveau van het project en niet op het niveau van individuele activiteiten. Belangrijk hierbij is om in de projectaanvraag aan te tonen dat de steun voor het initiatief een duidelijke meerwaarde zal betekenen voor zijn werking onder de vorm van bijvoorbeeld meer diepgang of focus rond een specifiek actieplan, het ontplooien van nieuwe/extra activiteiten die in overeenstemming zijn met de doelstellingen van het clusterprogramma, … . Projectvoorstellen die er louter op gericht zijn om de huidige clusteractiviteiten van een bestaand initiatief en/of host-organisatie ongewijzigd verder te zetten binnen een IBN zijn niet steunbaar.
Zijn lokale/subregionale initiatieven steunbaar binnen de innovatieve bedrijfsnetwerken? Er wordt verwacht dat innovatieve bedrijfsnetwerken gericht zijn op relevante ondernemingen uit heel Vlaanderen. Zeer lokale initiatieven voor en door een beperkte groep van ondernemen uit een sector,waardenetwerk, … vallen aldus buiten de scope van dit programma.
Noodzakelijke inhoud van de intentiebrieven? De ondertekende intentiebrieven omvatten minstens (cfr 5.2.1 in de handleiding):
Naam van de onderneming Ondernemingsnummer Contactpersoon binnen de onderneming Mandatering van de aanvrager Kennisname van EOI en intentie tot medewerking aan uitwerken volledig projectvoorstel Kennisname van cofinancieringsprincipes van IBN Persoonlijke motivering van deelname
Volgende aanvullende elementen versterken de mate van gedragenheid van het projectvoorstel:
Eventuele toezegging van financieel engagement Eventuele rol/taak bij de uitvoering van het project
In de handleiding staat dat een innovatief bedrijfsnetwerk typisch drie jaar duurt en dat de (maximale) jaarlijkse projectsteun 150 dzEUR bedraagt. Kan hiervan afgeweken worden en/of is het mogelijk om de projectbegroting toe te laten nemen over de jaren. Innovatieve bedrijfsnetwerken duren 3 jaar. De maximale projectbegroting bedraagt jaarlijks 300 dzEUR (komt overeen met jaarlijks maximum 150 dzEUR steun). Aanvragers bepalen zelf de omvang van het project. Bij de evaluatie zal nagegaan worden of het innovatief bedrijfsnetwerk wel voldoende kritische massa heeft van bij de aanvang en of de omvang van het initiatief verantwoord en voldoende is in verhouding met de beoogde doelstellingen/voorgestelde plan van aanpak. Het is mogelijk dat er een groeiscenario is inzake de begroting en de bezetting van het initiatief.
Kunnen de budgetten in de loop van de 3 jaar verhoogd worden door bijvoorbeeld nood aan een extra administratieve kracht of het toetreden van meer bedrijven waardoor er meer capaciteit nodig is in de coördinatie? Het is niet mogelijk om in de loop van het project de budgetten of de toegekende steun te verhogen.
Wat is het gewenst aantal clusterleden van het innovatief bedrijfsnetwerk. Een innovatief bedrijfsnetwerk bestaat bij de aanvraag uit minstens 10 Vlaamse ondernemingen. Het is de bedoeling dat van bij de start het aantal clusterleden verder uitgebreid wordt. Om een succesvolle clusterwerking en voldoende samenwerkingsopportuniteiten te garanderen blijken typisch minimaal 30 tot 50 actieve clusterleden nodig te zijn.
Wordt de 50/50 financieringsregel per jaar toegepast of over de hele periode? Het bereiken van de 50% co-financiering dient te gebeuren op jaarbasis. De uitbetaalde steun, met een maximum van 150 dzEUR per jaar, zal dan ook beperkt worden tot de jaarlijks verzamelde cofinanciering.
Is er een minimum-verhouding in de types van directe bijdragen van ondernemingen die in rekening worden genomen als co-financiering De cash bijdragen van bedrijven vormen in principe de grootste/belangrijkste co-financieringsbron voor innovatieve bedrijfsnetwerken, terwijl co-financiering uit projecteigen inkomsten en/of in kind bijdragen ondergeschikt en aanvullend dienen te zijn. Er worden evenwel geen minimale/maximale verhoudingen opgelegd. De wijze waarop (inclusief de spreiding over de clusterleden) de 50% cofinanciering zal ingevuld worden maakt deel uit van de projectaanvraag.
Komen bestaande inkomsten uit lidgelden in aanmerking als co-financiering? Bestaande inkomsten uit lidgelden kunnen in aanmerking komen als cofinanciering voor zover deze specifiek in functie van het innovatief bedrijfsnetwerk verworven zijn. Verplichte wettelijke ledenbijdragen, net zoals algemene ledenbijdragen van federaties komen aldus niet in aanmerking als co-financiering
Kan de co-financiering gedragen worden door 1 onderneming? Er wordt een goede spreiding van de co-financiering over de clusterleden gevraagd waarbij rekening wordt gehouden met de draagkracht van de individuele leden. Het is aldus niet mogelijk dat 1 onderneming de co-financiering op zich neemt. Het is wel mogelijk dat een verschillend tarief gehanteerd wordt voor kmo’s dan voor grote ondernemingen. De wijze waarop (inclusief de spreiding over de clusterleden) de 50% co-financiering zal ingevuld worden maakt deel uit van de projectaanvraag.
Is een bijdrage in natura mogelijk als co-financiering Indien een bedrijf dat lid is van de cluster specifieke goederen of diensten levert, nodig voor de uitvoering van het project dient het bedrijf hiervoor betaald te worden. Deze kosten dienen steeds ingebracht te worden onder de werkingskosten van het project (cf. onderaanneming).Wanneer het bedrijf deze kost wil inbrengen als een bijdrage in de cofinanciering, moet deze kost door middel van een debet/creditnota of facturatie (incl. BTW) ondubbelzinnig aangetoond kunnen worden. Kosten van ondernemingen voor standaardactiviteiten die verbonden zijn aan het lidmaatschap en deelname van de cluster (zoals bijvoorbeeld aanwezigheden op vergaderingen van de stuurgroep of andere bijeenkomsten van de cluster) worden in geen enkel geval toegelaten als in kind bijdrage.
Zijn initiatieven vanuit de sectoren Visserij, aquacultuur, primaire landbouwproductie mogelijk binnen het programma voor steun aan innovatieve bedrijfsnetwerken? Specifiek voor de O&O&I steun, inclusief de steun aan innovatieclusters, werd binnen de Algemene Groepsvrijstellingsverordening (Europese staatssteunregels waarop de clustersteun is gebaseerd) een uitzondering gemaakt om initiatieven vanuit visserij, aquacultuur en primaire landbouwsector te
kunnen ondersteunen. Door deze uitzondering komen initiatieven uit deze sectoren aldus in aanmerking voor steun binnen het programma voor innovatieve bedrijfsnetwerken. De verdere verwerking (o.a. voedingsindustrie) komt binnen de GBER altijd in aanmerking, aangezien daar geen sprake meer is van primaire productie).
Hoe dient het open karakter van de cluster zich in de praktijk te vertalen? op basis van de geldende Europese staatssteunregels inzake de steun aan innovatieclusters dient de toegang tot (de activiteiten van) de cluster transparant en niet-discriminerend zijn. Deze openheid geldt voor alle Europese organisaties en is aldus niet beperkt tot de Vlaamse organisaties en ondernemingen. Het kan niet opgelegd worden dat de eventuele host-organisatie de leden van het innovatief bedrijfsnetwerk verplicht om lid te worden van deze organisatie.