Afasie en logopedie informatie voor naasten/familie
Inhoud pg Afasie, wat is dat en hoe kunt u er mee om gaan?
5
Taalproblemen
6
Hoe ervaren afasiepatiënten de moeilijkheden zelf?
7
Hoe kunt u het beste omgaan met iemand die afasie heeft?
7
Hoe praat u met iemand met een afasie?
8
Hoe kunt u zelf op het spreken reageren?
8
Andere moeilijkheden als gevolg van een hersenbloeding
9
Vragen
10
2
Afasie, wat is dat en hoe kunt u er mee om gaan? Uw partner of familielid heeft hersenletsel. Daardoor kunnen er moeilijkheden met het spreken en/of het begrijpen van taal zijn ontstaan. Dit noemen we AFASIE. Van het ene op het andere moment kunt u plotseling moeilijk communiceren met uw partner of familielid. Zowel voor u als voor de afasiepatiënt is het niet eenvoudig om de situatie te begrijpen en te accepteren. Voor afasiepatiënten is het van belang dat u weet hoe u met hen kunt communiceren. Het is voor hen een grote steun wanneer u hun situatie begrijpt. U kunt zich voorstellen dat het een beangstigende gewaarwording is wanneer je niet meer begrijpt wat er tegen je gezegd wordt of niet meer kunt zeggen wat je wilt. Bij de Ommelander Ziekenhuis Groep, locatie Delfzicht zijn drie logopedisten werkzaam. Zij onderzoeken en begeleiden de taalproblemen van patiënten met afasie. Wanneer dit nodig is, kunnen zij elke ochtend de patiënt bezoeken. Eerst is er een onderzoek naar wat iemand wel en niet meer kan. Daarna wordt er een manier gezocht waarop de overgebleven mogelijkheden van het spreken en/of begrijpen van taal het best gebruikt kunnen worden. Dit om zo goed mogelijk te kunnen communiceren. In deze brochure staat veel informatie. Een deel daarvan zal nieuw voor u zijn. Wij raden u aan de brochure in de loop van de tijd meerdere malen door te lezen en de punten die u herkent en voor uw partner/familielid van belang zijn, aan te kruisen.
3
Taalproblemen De belangrijkste taalproblemen die bij een afasiepatiënt kunnen voorkomen zijn: 1.
Problemen met het begrijpen van gesproken taal Vaak heeft een afasiepatiënt het begrip van gesproken taal in meer of mindere mate verloren. Hij1 begrijpt dus niet alles van wat u tegen hem zegt. Het kan voor hem lijken alsof u een vreemde taal spreekt.
2.
Problemen met het begrijpen van gebaren Soms begrijpt een afasiepatiënt ook geen gebaren meer. U kunt hem dan niet meer met gebaren duidelijk maken wat u bedoelt. Bijvoorbeeld: zwaaien = "Ik ga weg".
3.
Problemen met het spreken De afasiepatiënt kan niet of slechts gedeeltelijk onder woorden brengen wat hij bedoelt. Het is mogelijk dat hij: • alleen nog maar een paar klanken of woorden zegt. Bijvoorbeeld: " ja ja ja ......ja .....ja... ja ja ja"; • moeite heeft om op woorden te komen Bijvoorbeeld: " eh eh eh ....zo'n ...hoe heet dat?"; • klanken of woorden zegt die niets betekenen. Bijvoorbeeld: "Dat is een konmaal"; • veel praat, maar weinig informatie geeft. Het is dan moeilijk te begrijpen, wat hij bedoelt. Bijvoorbeeld: "Nou dat zeggen ze ervan, en dan gebeurt er van alles, zou je zo zeggen en doen ze allemaal van die dingen."; • het ene woord zegt, terwijl hij een ander woord bedoelt. Bijvoorbeeld: "stoel" in plaats van "tafel" of: “ja” in plaats van “nee”.
4.
1
Problemen met het lezen en/of schrijven Soms kan de afasiepatiënt de woorden wel goed hardop lezen maar begrijpt hij de geschreven woorden of zinnen niet meer.
Kan ook als zij gelezen worden. In deze folder wordt gesproken over de patiënt als mannelijk.
4
Het komt wel eens voor dat de patiënt tijdens de ziekenhuisopname dagelijks de krant “leest”, terwijl later uit onderzoek blijkt dat hij geschreven teksten niet begrijpt. De krant wordt dan uit gewoonte “gelezen”. Het kan zijn dat hij: • de woorden niet goed meer uitspreekt tijdens het hardop lezen. Bijvoorbeeld: “huis” wordt gelezen als "pee"; • niet meer kan schrijven. Hij weet niet meer hoe hij de letters moet vormen of hij verwisselt letters zodat de woorden voor ons niet meer herkenbaar zijn. Bijvoorbeeld: "maal" wordt geschreven als "nom". De vorige twee punten kunnen afzonderlijk maar ook in combinatie voorkomen. Vaak weet een afasiepatiënt dat hij fouten maakt, maar kan hij deze niet verbeteren. Het kan ook voorkomen dat hij zich niet bewust is van zijn spreek- en/of schrijfprobleem. Hoe ervaren afasiepatiënten de moeilijkheden zelf? Uit gesprekken met afasiepatiënten komt het volgende naar voren: • in de beginperiode hebben ze veel problemen met het begrijpen van taal. De Nederlandse taal komt over als een "vreemde" taal. Ze kunnen er af en toe een woord van “verstaan”. • in het begin zijn ze erg snel moe en hebben veel behoefte aan rust. • het duurt vaak lang voordat patiënten zelf door hebben dat het spreken en begrijpen niet meer gaat zoals voorheen. • wanneer afasiepatiënten zich bewust worden van de taalproblemen, kunnen ze neerslachtig worden. Ze voelen 5
dat het contact met de mensen om hen heen grotendeels is veranderd. Zij kunnen zich dan erg eenzaam voelen. Hoe kunt u het beste omgaan met iemand die afasie heeft? Het is heel belangrijk dat iemand met afasie veel steun krijgt van mensen uit de naaste omgeving. Hoewel iedere afasiepatiënt verschillend is, volgen hierna een aantal tips voor u als partner/familielid: • probeer heel geduldig te blijven; • het is belangrijk dat u tegen hem blijft praten ook al begrijpt hij u niet altijd; • probeer hem in het gesprek te betrekken en praat niet "over zijn hoofd" heen. Hij voelt vaak goed dat en hoe er over hem wordt gesproken; • geef hem het gevoel dat u naast hem staat, hoe moeilijk dat ook kan zijn. Hoe praat u met iemand met een afasie? Hieronder volgen een aantal adviezen om met een afasiepatiënt te kunnen praten: • kijk hem aan wanneer u tegen hem spreekt; • spreek in korte zinnen en in een langzaam tempo; • vertel hetzelfde nog eens in andere woorden als u de indruk hebt dat hij het niet heeft begrepen; • probeer gebruik te maken van gebaren of wijs het aan bijvoorbeeld in de kamer waar u zich bevindt, in het TaalZakBoek of op een foto; • kondig van te voren aan waar u het over gaat hebben; • spring in een gesprek niet van de hak op de tak; • schrijf in kernwoorden op wat u begrepen hebt of waar u het over hebt; • spreek niet op een kinderlijke of luide toon tegen hem; • praat vooral over dingen uit de omgeving van de afasiepatiënt of over zaken waar hij altijd al belangstelling voor had; • spreek niet door elkaar wanneer u met meerdere personen bent en zorg voor een rustige omgeving; • stel geen meervoudige vragen zoals: “Wil je koffie of 6
thee?”, maar: “Wil je koffie?” en wacht op het antwoord: “Wil je thee?” en wacht op het antwoord. Hoe kunt u zelf op het spreken reageren? Het is niet eenvoudig om te communiceren met een afasiepatiënt. Hieronder staan een aantal tips voor hoe u kunt reageren op het spreken van een afasiepatiënt: • geef hem de tijd om te zeggen wat hij wil; • wanneer hij niet uit zijn woorden kan komen, is het prettig wanneer u hem een eindje op gang helpt; • geef nooit de indruk dat u hem wel begrepen heeft, als u hem niet begrepen heeft; • als u niet begrijpt wat hij bedoelt, stel dan vragen waarop hij met "ja" of "nee" kan antwoorden. Het kan een opluchting voor hem zijn wanneer hij merkt dat u probeert te achterhalen wat hij bedoelt; • wanneer het op dat moment voor u niet mogelijk is om op bovenstaande wijze te reageren, zeg dit dan en probeer het een andere keer nog eens; • wanneer hij steeds hetzelfde woord zegt, dan kunt u het best zijn aandacht hiervan afleiden. Het is voor hem dan gemakkelijker om verder te gaan; • probeer bij verkeerd gebruikte woorden te bedenken wat hij er mee bedoelt. Verbeteringen kunnen frustrerend werken. Patiënt: “Oma is gisteren geweest…”. Gesprekspartner: “Is je dochter gisteren geweest?”. Soms kan hij een totaal verkeerd antwoord geven op een vraag. Dit kan komen omdat hij of de vraag niet goed begrepen heeft of niet in staat is het goede antwoord te formuleren. Probeer hier niet verbaasd op te reageren, maar doe zo gewoon mogelijk.
7
Andere moeilijkheden als gevolg van een hersenbloeding Behalve afasie zijn er meer aandoeningen die als gevolg van een hersenbloeding kunnen ontstaan: • apraxie Sommige mensen weten wel welke bewegingen ze willen maken, maar kunnen deze beweging niet meer bewust uitvoeren. De spieren en zenuwen zijn wel intact. Bijvoorbeeld: - ze willen gaan blazen, maar doen alleen de mond open en zuchten; - ze willen de “k” zeggen, maar zeggen alleen een “h”; - ze kunnen niet voordoen, hoe je een kam moet gebruiken; - ze merken de fout meestal wel, maar kunnen deze niet voorkomen. • dysarthrie Het spreken gaat soms langzaam en moeilijk, omdat de spieren van de tong, mond en keel niet goed meer werken. Als dit het geval is, kunnen er ook moeilijkheden zijn met kauwen en slikken. • persevereren Sommige mensen hebben de neiging om steeds weer hetzelfde woord te zeggen. Zij horen dit meestal wel, maar zijn niet in staat zichzelf daarin te corrigeren. Hetzelfde kan ook voor bewegingen gelden. • hemiplegie Een halfzijdige verlamming (meestal aan de rechterkant). Het been en/of de arm zijn dan geheel of gedeeltelijk verlamd. • hemianopsie Het zien geeft problemen. Dit wil zeggen, dat het gezichtsveld kleiner is geworden. Bij een rechtzijdige verlamming zien beide ogen het rechter gedeelte niet meer. Dit geeft de patiënt hetzelfde beeld dat u ziet als u een bril draagt waarbij van beide glazen het rechter gedeelte is afgeplakt. U kunt dan het best aan de linker, dus goede, zijde gaan zitten. Bij iemand met een linkszijdige verlamming geldt het omgekeerde. 8
• mogelijke andere problemen Ook de concentratie kan problemen opleveren, hij is snel afgeleid. Het is mogelijk dat hij moeite heeft met het besef van tijd. Bijvoorbeeld: welke maand het is, welke dag het is of hoe laat het is. Het rekenen kan ook problemen geven. Dit kan belemmerend werken in het omgaan met geld. Het is soms moeilijk om emoties onder controle te houden, met name in het begin van de ziekte. Hij lacht of huilt veel, reageert overgevoelig of raakt snel geëmotioneerd. Vragen De ervaring leert dat het niet gemakkelijk is om goed te communiceren met iemand met een afasie. Er is veel tijd en geduld voor nodig. Hopelijk kan bovenstaande informatie u een beetje op weg helpen. Bij vragen kunt u tijdens kantooruren contact opnemen met de afdeling logopedie van locatie Delfzicht, telefoon 0596 - 644 211. Er bestaat ook een patiëntenvereniging voor afasiepatiënten: - Afasie Vereniging Nederland (AVN) Heijenoordseweg 3, ARNHEM Postbus 221, 6930 AE WESTERVOORT 026 - 351 25 12 (fax 026 - 351 36 13) Bereikbaar: maandag t/m vrijdag 10.00 – 14.00 uur.
9
Ruimte voor vragen/opmerkingen …………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………
10
11
Ommelander Ziekenhuis Groep, locatie Delfzicht Jachtlaan 50 - 9934 JD Delfzijl Postbus 30.000 - 9930 RA Delfzijl Telefoon 0596 - 644 444 E-mail:
[email protected] Web: www.ozg.eu
(06.07-070) © OZG, locatie Delfzicht
12