De tentoonstelling in het Solomon R. Guggenheim Museum in New York, in 2012 © Photo: David Heald
Factsheet over het educatieve aanbod De tentoonstelling in het Cobra Museum Het Cobra Museum brengt van 5 april tot en met 31 augustus een belangwekkende tentoonstelling uit de basiscollectie van het Solomon R. Guggenheim Museum New York met internationale abstracte kunst uit de jaren vijftig. De tentoonstelling maakt talloze interessante verbindingen mogelijk met de cruciale jaren vijftig en leent zich daardoor uitstekend voor het curriculum van het voortgezet onderwijs. Er worden ruim 50 topstukken getoond die in de jaren vijftig door directeur James Johnson Sweeney voor het Guggenheim Museum zijn verzameld van internationale kunstenaars die in de jaren vijftig vernieuwend waren, waaronder: Jackson Pollock, Mark Rothko, Willem de Kooning, Pierre Soulages, Karel Appel, Louise Bourgeois, Georges Mathieu. In de tentoonstelling is werk van 45 verschillende kunstenaars te zien. Er zijn schilderijen, sculpturen en werken in gemengde techniek opgenomen; daarnaast wordt er documentair materiaal getoond. In de tentoonstelling zijn Nederlandstalige en Engelstalige toelichtende tentoonstellingsteksten opgenomen. Op werkniveau zijn er bijschriften. In de filmhoek draait een (in het Nederlands ondertitelde) film waarin de conservator van het Guggenheim Museum, Tracey Bashkoff, de tentoonstelling toelicht. In de leeshoek is een tijdlijn/chronologie opgenomen. In overleg met het museum kunnen voor groepen leerlingen op afspraak films worden vertoond. De selectie van films en de mogelijkheden worden via de site van het Cobra Museum nog nader bekend gemaakt.
Het museum organiseert lezingen en publieksactiviteiten. Er is een hand-‐out beschikbaar, met de plattegrond van de expositie en het programma met de publieksactiviteiten. Er is een Engelstalige catalogus.
Meerzijdig educatief aanbod / vakoverstijgend / interactief Voorafgaande aan de ontwikkeling van het lesmateriaal hebben gesprekken plaatsgevonden met kunstdocenten waaruit bleek dat er vraag is naar aanbod voor Kunst Algemeen en Kunst Beeldend aansluitend op het examen. Daarnaast vroegen docenten om vakoverstijgend aanbod waardoor leerlingen de geboden informatie kunnen gebruiken voor een onderzoeksopdracht voor het profielwerkstuk. Er is behoefte aan bronnenmateriaal dat op verschillende manieren ingezet kan worden in de lessen. In het kader van CKV is er behoefte aan interactief aanbod dat ingezet kan worden bij thema’s uit de verschillende CKV methodes. Het educatieve aanbod speelt hierop in.
Actieve rol van leerlingen / eigenaarschap van leerproces Bij het omgaan met het materiaal hebben leerlingen een actieve rol, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen: onderzoek doen op het gebied van informatieverwerving en onderzoek op het gebied van kunst en werkmethodes van kunstenaars (technieken, materialen, toets van verf).
Nieuw educatief format voor het voortgezet onderwijs Het Cobra Museum heeft deze gelegenheid aangegrepen voor de ontwikkeling van een nieuw educatief format dat elk jaar voor wisselende tentoonstellingen beschikbaar komt. Dit format bestaat uit een oriëntatie-‐ en onderzoeksfase met voorbereidende les(sen) op school (onderzoeksfase 1), een bezoek aan het Cobra Museum (onderzoeksfase 2), de uitwerking op school (fase 3) met uitwerking, presentatie, evaluatie. De thema’s binnen het format hebben betrekking op de tentoonstelling, het examenonderzoek/profielwerkstuk (elk jaar en bij elke tentoonstelling opnieuw vast te stellen) en Kunst Algemeen, Kunst Beeldend en CKV.
De thema’s zijn onder meer Bij de tentoonstelling: -‐ -‐ -‐ -‐ -‐ -‐
De werken in de tentoonstelling, de kunstenaars, technieken; De in de tentoonstelling vertegenwoordigde kunststromingen; Het ontstaan van het Guggenheim Museum NY en de collectie; Het abstract expressionisme in Europa/Parijs en New York in de jaren veertig en vijftig; Ontwikkelingen in de avant-‐garde kunst in deze tijdsperiode; etc.
Aansluitend bij de examenonderwerpen 2014/2015 voor Kunst Algemeen, Geschiedenis en Economie (waarbij ook de relatie met kunst gelegd moet worden):
-‐ -‐ -‐ -‐ -‐ -‐ -‐
Moderne kunst: Cultuur van het moderne in de eerste helft van de 20ste eeuw; Moderne kunst: Massacultuur in de tweede helft van de 20ste eeuw; Geschiedenis: De Verenigde Staten en hun federale overheid 1865-‐1965; het buitenlands beleid van de VS (Amerikaanse expansie); Geschiedenis: De Koude Oorlog 1945-‐1991; Economie: Welvaart en groei; Economie: Goede Tijden Slechte tijden; etc.
Thema’s die aansluiten bij het examenonderzoek en het profielwerkstuk: -‐ -‐ -‐ -‐
De rol van het Guggenheim Museum in de naoorlogse periode en de huidige periode (het Guggenheim als mondiale artistieke ontwikkelingshulp); Overeenkomsten in de relatie tussen Amerika en Europa in de naoorlogse periode en de huidige periode; Zicht op breekpunten in de kunstwereld: vergelijking van Cobra met de vernieuwende kunstenaars in de jaren vijftig; etc.
De onderdelen van het educatieve aanbod Breed samengestelde bronnenbank Het Cobra Museum biedt een uitgebreide bronnenbank aan – in de vorm van een digitale map -‐ met een verscheidenheid aan materiaal waaruit docenten Kunst Beeldend en Kunst Algemeen, Maatschappij en Geschiedenis, Nederlands en Economie voor hun lessen zelf kunnen putten in relatie tot hun leerdoelen. Docenten bepalen vooraf zelf voor leerlingen de onderzoeksopdracht. De leerlingen werken met dezelfde bronnenbank en onderzoeken de bronnen op school en in het museum. In de bronnenbank is voor de 3 fases van het format veel informatie verzameld in relatie tot de verschillende thema’s en de bezoekopdrachten, in de vorm van documenten, links naar sites en naar films. Er wordt naar materiaal verwezen en er worden suggesties gedaan. De informatie in de bronnenbank is deels in het Nederlands en in het Engels.
De bronnenbank is tegen betaling van 25 euro beschikbaar. Er wordt een instructie verstrekt met per school een unieke inlogcode die toegang geeft tot de ftp server van het museum. Daarvan kan het digitale file direct gedownload worden.
Voor het museumbezoek zijn 3 opdrachten ontwikkeld De docent kiest vooraf uit de opdrachten, waarbij hij rekening houdt met de onderzoeksvraag uit de oriëntatiefase. De instructies/kijkwijzers voor de opdrachten worden vooraf, via de bronnenbank, beschikbaar gesteld. De voorbereiding/het onderzoek gebeurt op school en in het museum. De begeleiding van de drie opdrachten gebeurt door de docent(en). Het bezoek aan het museum bestaat uit de bezichtiging van de tentoonstelling en het werken aan een of meerdere opdrachten. Elke opdracht duurt max. 1,5 uur. In samenspraak met het museum wordt bekeken wat een haalbare invulling van het bezoek is; hoeveel en welke opdrachten tijdens het bezoek kunnen worden gedaan. Bij de planning wegen mee: de omvang van de groep(en) leerlingen, de logistiek en de beschikbare ruimten en middelen in het museum.
Opdracht 1 – De Masterclass met de interview workshop De leerlingen krijgen tijdens het museumbezoek een masterclass, bestaande uit een lezing/les door een kunstkenner. Na afloop van de masterclass vindt als verwerking een interviewopdracht plaats. De leerlingen bereiden zich met de opgedane kennis onder begeleiding van de eigen docent voor op een kernachtig interview met de kunstkenner: de gever van de masterclass dan wel met de conservator van de tentoonstelling. Het interview heeft betrekking op het vooronderzoek/met de vraagstelling op school, de inhoud van de tentoonstelling en de inhoud van de masterclass. Het interview wordt gebruikt voor de uitwerking op school.
Opdracht 2 -‐ Workshop ‘De rondleider ben ik’ Na de voorbereiding op school gaan de leerlingen verder met hun onderzoek in het museum bij de kunstwerken. Er worden voor de voorbereiding instructies/kijkwijzers verstrekt bij een twaalftal kunstwerken. De leerlingen werken met een stappenplan om hun rondleiding of hun presentatie bij een (gekozen) werk voor te bereiden. Daarna geven ze elk de rondleiding of presentatie bij een werk aan medeleerlingen en de eigen docent. Tegen betaling kan voor dit onderdeel een museumdocent (kunstkenner) van het museum aanwezig zijn, die nog (meer) achtergrondinformatie geeft bij de werken.
Opdracht 3 -‐ Workshop ‘Werken zoals de kunstenaar’ Tijdens de tentoonstelling is in het museum een speciaal atelier ingericht, het Abstracte Kunst Lab. In het lab wordt creatief onderzoek gedaan naar abstracte kunst, waarbij de werken van de beroemde abstracte kunstenaars de inspiratiebron zijn.
Deze opdracht/workshop vindt plaats in het Abstracte Kunst Lab en wordt begeleid door de eigen docent met de aangeboden materialen. Tegen betaling kan voor de begeleiding nog een workshopdocent van het museum worden ingezet. Na het voorafgaande onderzoek naar werkwijzen van kunstenaars en de bestudering van meerdere kunstwerken (met de informatie en links in de bronnenbank), kiest de leerling het kunstwerk waardoor hij of zij zich wil laten inspireren bij een opdracht. De mogelijkheden van de materialen worden in het museum besproken. De leerling werkt zelfstandig; de docent geeft ondersteunend commentaar. De werken worden als resultaat van de onderzoeksfases op school tentoongesteld.
© Foto Hans Namuth. De dripping techniek van Jackson Pollock
Een gedeelte van het Abstracte Kunst Lab is ingericht voor het schilderen volgens de dripping techniek van Jackson Pollock. Hoe de kunstenaar precies tewerk ging is te zien in de film van Hans Namuth ‘Jackson Pollock 51’, 1951, duur ca. 10 min. (link aanwezig in de bronnenbank). De film kan vooraf in het Lab worden getoond. Een aantal leerlingen kan tijdens de workshop met de dripping techniek aan de slag. LF/30/01/14