DIT IS EEN BIJLAGE VAN RHIJNVIS MEDIA. DE INHOUD VALT NIET ONDER DE VERANTWOORDELIJKHEID VAN DE TELEGRAAF.
FACILITY MANAGEMENT, VASTGOED & GEBOUWBEHEER EEN INTEGRAAL PERSPECTIEF
BEZOEK OOK WWW.FACILITY-VASTGOED.NL
NIEUWE BEURS VOOR FACILITAIR MANAGERS IN AMSTERDAM RAI ders, brancheverenigingen en bezoekers, actuele onderwerpen uit de facilitaire branche onder leiding van een presentator in een ‘rondetafelgesprek’ worden besproken. Iedereen kan en mag aanschuiven.
Veranderingen volgen elkaar steeds sneller op. Facilitaire organisaties spelen hierop in door de samenwerking met dienstverleners te intensiveren en dynamischer te werken. Hoe bereidt een facilitair manager zich concreet voor op de toekomst? De branche is volop in beweging.
Op de vakbeurs wordt voor de beleving ook de ‘werkplek van de toekomst’ ingericht. Hier komen de verschillende innovaties van diverse exposanten samen. Denk aan projectmeubels, opbergsystemen, geuren emotiesystemen en dergelijke. De bedoeling is dat bezoekers zich in een kantoorsfeer wanen, die over een aantal jaar de standaard zal zijn.
O
p woensdag 27 en donderdag 28 mei staat een nieuwe, landelijke vakbeurs voor Facilitair Management op het programma. Beleving, kennisoverdracht en interactie zijn hierbij de kernwoorden. De beurs wordt gehouden op een zeer centrale locatie, namelijk de RAI in Amsterdam. Welke trends en innovaties op facilitair gebied zetten de toon? De FM-branche wil maximaal inspelen op toekomstige veranderingen en valt of staat met innovatief organiseren. De Facilitaire Vakbeurs Amsterdam RAI biedt ondernemers, (semi)overheden, onderwijs- en zorginstellingen een overzicht van alle facilitaire produc-
ten en diensten waarmee zij hun organisatie optimaal kunnen laten opereren. Van schoonmaak tot afvalverwerking, van catering tot snoepautomaat en van beveiliging tot parkeerbeheer. Door de grote dekking in Nederland, is de Randstad een uitgesproken plek om op
facilitair gebied extra omzet en bekendheid te genereren. Een van de bijzondere activiteiten op de beurs wordt: ‘De wereld draait facilitair door!’ Het gaat hier om een vorm van kennisdeling waarbij, in samenwerking met standhou-
De Facilitaire Vakbeurs Amsterdam RAI vindt plaats in hal 9 van de RAI en is beide dagen geopend van 10.00 - 18.00 uur. Online inschrijven voor gratis entree via www.facilitairevakbeurs.nl
•
MEI 2015
INHOUD VOORWOORD & VAKBEURS Duurzame huisvesting: het gaat om mensen Pagina 2 DUURZAAMHEID Circulair gebouwbeheer is meer dan energiebesparing Pagina 4 Meest duurzame kantoorlocatie Zuidas gewaardeerd door gebruikers Pagina 5 HUISVESTING Comfortmeter helpt bij nemen van juiste maatregelen Pagina 6 EXPERTPANEL Pagina 7 FACILITAIRE BELEVING Facilitaire beleving ‘BIM wordt onmisbaar bij beheer en onderhoud vastgoed’ Pagina 8 Gastvrijheid en beleving zijn meer dan een eerste indruk Pagina 9 ICT & ORGANISATIE Elk bureau zijn eigen ‘open raampje’ Pagina 10 Zuinige en flexibele gebouwen, met hulp van big data Pagina 11
ENERGIEBESPARING + COMFORTVERHOGING = MEER PRODUCTIVITEIT Een middel om effectief energiebesparing te realiseren in kantoorgebouwen is het uitbesteden van duurzaamheidsmaatregelen aan een Energy Service Company (ESCo). De te leveren prestatie wordt vastgelegd in een energieprestatiecontract. Dat is duidelijkheid voor de vastgoedbeheerder en de eigenaar, maar ook voor de gebruiker. TEKST: HARMEN WEIJER
Z
eker als ook nog eens duidelijk de link wordt gelegd met meer comfort. Want door energiebesparende maatregelen te koppelen aan comfortverhogende eisen gaat de tevredenheid en productiviteit van werknemers flink omhoog.
ESCo’s zijn in Nederland relatief nieuw. Een ESCo levert energiebesparende technieken, voert renovatiewerkzaamheden uit en zorgt voor onderhoud, exploitatie, facilitair
management en de energielevering. Het bedrijf regelt, zo nodig, ook de benodigde investering, meestal via een bank of belegger. Dit geld verdient een ESCo terug met de opbrengsten van o.a. een lagere energierekening. Het risico ligt bij de ESCo, die de garanties over de besparingen vastlegt in een energieprestatiecontract (EPC).
lees verder op pagina 6: Comfortmeter helpt bij nemen van juiste maatregelen
Effectieve ongediertebestrijding en -preventie in bedrijfspanden vraagt om ervaren experts. Maak een afspraak voor een gratis bedrijfsinspectie. 0800-7368654
[email protected]
www.rentokil.nl
2 VOORWOORD & VAKBEURS FACILITY MANAGEMENT
DEZE SPECIAL ONLINE LEZEN? WWW.FACILITY-VASTGOED.NL
DUURZAME HUISVESTING: HET GAAT OM MENSEN
Niet minder slecht Die hoe-vraag gaat niet alleen over minder energieverbruik, minder schadelijke stoffen in het binnenklimaat en minder gebruik van ongezonde materialen. Het draait juist om
ting. Of zelfs op grotere schaal, in de transformatieopgave waar we voor staan in de gebouwde omgeving.
Essentie van verduurzaming
© VINCENT BOON
Deze week kreeg ik de eerste resultaten van de Nationale Duurzaamheidsmonitor 2015 (Search Ingenieursbureau) onder ogen. Het rapport verschijnt pas dit najaar, toch mag ik alvast verklappen dat de helft van de Nederlandse bedrijven duurzame huisvesting belangrijk vindt. Wat mij betreft opnieuw een duidelijke bevestiging: veel Nederlandse bedrijven zijn bezig met verduurzaming van hun huisvesting. Hoe dat precies in te vullen, is vaak nog een belangrijk vraagstuk.
een optimale woon-, werk- of leeromgeving. Een omgeving die aansluit bij de behoeften van mensen. Denk aan een plek waar we goed kunnen leren, productief ons werk kunnen doen, comfortabel kunnen wonen. Dat zou het vertrekpunt moeten zijn als het gaat om verduurzaming van huisves-
Eerder deze maand mocht ik tafelvoorzitter zijn bij een bijzondere brainstorm over de verduurzaming van kantoorvastgoed in Nederland en België. Partners als AkzoNobel, Deloitte, De Groene Zaak, AGC, SGS, Search en ArcelorMittal werken in het Energy Efficiency in Buildings Laboratory Benelux (EEB Lab Benelux) samen aan het versnellen van duurzame energievoorziening in gebouwen. Gericht op onderwijs-, kantoor- en grootschalig woonvastgoed. Het viel mij op dat de deelnemers in hun projecten proberen invulling te geven aan de behoeften van gebruikers en de beste manier om daar te komen.
Vroeger en eerder betrekken Wat bestaande initiatieven gemeen hadden? Onder andere dat er werd gezocht naar een andere manier van samenwerken in projecten en naar andere verdienmodellen voor de partners. Anders dan nu vaak het geval is, is het hierbij essentieel dat de partijen die zorgen voor beheer en onderhoud direct bij aanvang van het project al een belangrijke rol hebben. Meedenken als de plannen gemaakt worden en zelfs mede verantwoordelijkheid dragen.
Begrijpen wat mensen beweegt Duurzame huisvesting gaat in de eerste plaats om de mensen die er gebruik van maken, niet puur om stenen. Proberen te snappen wat mensen beweegt en daar het gebouw op afstemmen; het is
BEZOEK DE PROVADA OP 2-3-4 JUNI De PROVADA is hét jaarlijkse ontmoetingspunt voor de vastgoedbranche. Tijdens driebeursdagen in de RAI in Amsterdam treffen ontwikkelaars, beleggers, consultants, retailers, financiers, woningcorporaties, eindgebruikers en gemeenten elkaar. Om in een professionele omgeving hun plannen, ideeën en visies met elkaar te delen.
Opening
Op dinsdag 2 juni opent dr. Jaap Uijlenbroek, directeur-generaal Rijksvastgoedbedrijf, om 10.00 uur de 11e editie PROVADA in de centrale hal. Dr. Jaap Uijlenbroek zal het hoofdthema van PROVADA 2015 – (RE) Building the Business – kracht bij zetten door voorbeelden uit de praktijk aan te halen ten einde hiermee de bezoekers en standhouders van PROVADA handvatten te geven voor de drie beursdagen.
Programma Het programma van de beurs is afgestemd op de 3 dagthema’s; innovatie, verleiding, authenticiteit. Zo komen onderwerpen als ‘Innovatie in de hoogste versnelling’, ‘Versnel-
Prognotice|Estate
ling van duurzame ambities; straffen of verleiden, De slimme stad is een veranderstad’, ‘De circulaire economie’, ‘Industrieel erfgoed als aanjager voor gebiedsontwikkeling’ en nog vele andere onderwerpen aan bod.
PROVADA en internationaal Inspelend op het toenemende aantal internationale bezoekers worden verschillende internationaal georiënteerde bijeenkomsten georganiseerd, waaronder ook een bijeenkomst waaraan minister Stef Blok deel zal nemen.
misschien wel een van de belangrijkste uitgangspunten om tot echt duurzaam vastgoed te komen. En dat doe je niet alleen, samen optrekken is hiervoor noodzakelijk. Alleen kom je ver, maar samen heb je de meeste impact.
ANNE-MARIE RAKHORST, ONDERNEMER, AUTEUR EN VEELGEVRAAGD SPREKER OP HET GEBIED VAN DUURZAAMHEID.
COLOFON Dit is een bijlage bij De Telegraaf. De inhoud van deze bijlage valt niet onder de hoofdredactionele verantwoordelijkheid van De Telegraaf.
Projectmanager: Erik Meihuizen Auteurs: Tijdo van der Zee Harmen Weijer Eindredactie: Frits Mulder Vormgeving: Leon Mooijer Drukkerij: Drukkerij Noordholland Rhijnvis Media ontwikkelt themabijlagen voor nationale dagbladen en magazines. Onze themabijlagen geven informatie over een specifieke branche of specifiek onderwerp. © Copyright 2015 Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen of openbaar gemaakt worden in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch of door fotokopieën, opname, of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Rhijnvis Media BV.
Frederiksplein 1-5 • 1017 XK Amsterdam
www.rhijnvismedia.nl
www.prognotice.nl
Online software waarmee u écht de regie over uw vastgoed krijgt
Succesfactoren voor klantmanagement Klantmanagement is een van de belangrijkste facilitaire ontwikkelingen van dit moment. Niet voor niets want de behoefte aan professionalisering van de vraagzijde groeit. Om te kunnen anticiperen op uitdagingen waar de business mee wordt geconfronteerd. En om de vaak uitbestede dienstverlening aan te laten sluiten op continu veranderende behoeften van de klant. Dat vraagt om een diepe en brede klantkennis en het vermogen om dat op de juiste manier te vertalen naar het facilitaire aanbod. Professioneel klantmanagement stelt de facilitaire (regie)organisatie in staat om niet alleen inzicht te krijgen in de huidige behoeften maar ook in de toekomstige behoeften van de klant. Behoeften die kunnen worden vertaald naar de eigen strategie, naar concepten als gastvrijheid en de dienstverlening. Daarbij wordt een beroep gedaan op rollen en competenties die zich richten op de relatie met de klant, het kennen van de klant en het articuleren van de klantvraag. Op strategisch niveau met de opdrachtgever, tactisch niveau met lijnmanagers en operationeel niveau met eindgebruikers. Niveaus
proces van dienstverlening. Zodat er gezamenlijk wordt gewerkt aan een realistische dienstverlening, waarin de leveranciersmanager kan waarmaken wat de klantmanager heeft beloofd.
Joke Veenstra en Thijs van der Spil met vaak verschillende en soms strijdige belangen, wat direct de complexiteit van de opgave van klantmanagement schetst. In dat kader werd recent door Twynstra Gudde onderzoek gedaan naar de succesfactoren voor klantmanagement in facilitaire organisaties. Dat leverde succesfactoren op voor de besturing, de relatie met de klant en vraaggericht werken. Succesfactoren voor besturing Iedere facilitaire organisatie heeft te maken met partijen die tevreden
moeten worden gehouden. Dat vraagt om spelregels die de richting, positie en speelruimte tussen partijen bepalen. Daarbij worden met de opdrachtgever afspraken gemaakt over doorbelasting, budget, al dan niet gedwongen winkelnering en de samenwerking. Met klanten door invulling te geven aan zowel kosten als kwaliteitsniveau van de dienstverlening. En binnen de eigen facilitaire organisatie door afspraken te maken tussen het klant- en leveranciersmanagement in het
Succesfactoren voor de relatie met de klant Facilitaire organisaties hebben vaak moeite om echt bij de business aan tafel te komen. Om niet alleen over de operatie te spreken, maar vooral de meer tactische en strategische topics aan te kaarten. Vaak wordt dit veroorzaakt door het niet op orde hebben van de basics; de eigen dienstverlening en transparantie in prestaties. Is aan die basisvoorwaarde voldaan dan is het kiezen van de juiste gespreksonderwerpen cruciaal. Het opstellen van een accountplan per klant(segment) met daarin informatie over ontwikkelingen in hun markt, uitdagingen, oorzaken daarvan en de producten en diensten die zij leveren is een goede manier om hier invulling aan te geven. Niet als doel, maar wel als middel om het proces van vraagafstemming meer gestructureerd vorm te geven en de juiste topics aan te kunnen snijden aan tafel.
Succesfactoren voor vraaggericht werken De professionalisering van klantmanagement kent zachte elementen die lastig te beïnvloeden zijn. Daarbij helpt het om een aanpak op te stellen met maatregelen voor de verandering in werkwijze, competenties en de binnen de organisatie geldende normen en waarden die uitmonden in een bepaalde houding en gedrag. Zowel binnen de eigen facilitaire organisatie als richting leveranciers en de klant. Het besef dat iedere medewerker op zijn of haar eigen manier leert en ontwikkelt is daarbij van belang. Door aandacht te besteden aan leervoorkeuren kan ook de verandering van de zogenaamde zachte elementen plaatsvinden. De elementen die uiteindelijk het succes van klantmanagement bepalen. ■
Thijs van der Spil en Joke Veenstra zijn beiden als organisatieadviseur werkzaam bij Twynstra Gudde en betrokken bij vraagstukken die gaan over de inrichting en professionalisering van facilitaire (regie) organisaties waaronder professioneel klantmanagement. Interesse? Neem contact met ons op via
[email protected] of
[email protected].
4 DUURZAAMHEID FACILITY MANAGEMENT
DEZE SPECIAL ONLINE LEZEN? WWW.FACILITY-VASTGOED.NL
CIRCULAIR GEBOUWBEHEER IS MEER DAN ENERGIEBESPARING De uitdaging bij circulair vastgoedbeheer is je steeds af te vragen: hebben we dit wel echt nodig en kan het niet met wat minder? Energiebesparing staat vaak bovenaan het lijstje. Maar door de focus op energie worden andere elementen van het circulaire gedachtengoed weleens vergeten. “Energiemaatregelen zijn de quick wins, daarna wordt het lastiger.”
Producenten en leveranciers krijgen bij circulair beheer een steeds prominentere rol toebedeeld. Want van hen moet de informatie
Z
e zijn er, volledig circulaire gebouwen. Bekendste voorbeeld is het nieuwe gemeentehuis van Brummen. De Duitse architect en duurzaamheidsgoeroe Thomas Rau ontwierp daar een semi-permanente huisvesting met een levensduur van ongeveer twintig jaar. Na deze periode kan het gebouw volledig uit elkaar gehaald worden, waarbij de materialen opnieuw in de kringloop terechtkomen. Bij bestaande bouw is het implementeren van de circulaire filosofie moeilijker, want een bestaand gebouw verduurzamen overstijgt het jaarlijkse onderhoudsbudget vele malen. Toch staan hier de ontwikkelingen niet stil – en dat is maar goed ook, want de bestaande bouw is vele malen groter dan de nieuwbouwsector. Verzekeraar ASR renoveerde in 2013 zijn kantoor in Utrecht. Na de verbouwing maakte het gebouw een energielabelsprong van G naar A. Maar de duurzaamheidsgedachte ging verder dan energie. Zo werd het oude meubilair na een opknapbeurt hergebruikt en werden tafels gemaakt van duurzaam beheerde bossen. Binnenkort zal de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag starten met circulaire renovatie en ook het UMC Utrecht heeft plannen in die richting kenbaar gemaakt.
CFP is samen met het Rijk de initiatiefnemer van deze ‘deal’, die verder ondersteund wordt door organisaties als de Dutch Green Building Council (DGBC), Duurzaam Gebouwd en Facility Management Nederland (FMN). Adema: “Hieruit moeten zeven praktijkcases voortkomen en ook een handleiding die het voor iedereen mogelijk maakt circulaire gebouwen te realiseren.”
‘Hoe gebruik je zo min mogelijk energie, ruimte, lucht, water, stenen, plastic’ Circulair gebouwbeheer gaat nog verder. Neem het Rijnstate ziekenhuis in Arnhem. Dat werkt aan de inzet van vergistbare biobased materialen in ziekenhuisartikelen. Na gebruik worden wegwerpartikelen die daarvan gemaakt zijn – zoals serviesgoed, schorten en onderleggers – vermalen en in een vergistingsunit verwerkt tot energie. In bestaande gebouwen kan circulair beheer het beste stap voor stap worden geïntroduceerd. Daar moet wel een goed plan aan ten grondslag liggen, zegt Bram Adema, directeur van duurzaam adviesbureau CFP. “Met een nulmeting en op basis daarvan een lijst maatregelen in de goede volgorde.” Inderdaad staat energiebesparing hoog op die lijst. “Energiebesparing betaalt zich heel snel terug. En energiemaatregelen zijn heel concreet en meetbaar.” Maar dan komen de andere grondstoffen. “Hoe gebruik je zo min mogelijk ruimte, lucht, water,
stenen, plastic”, zegt Adema. Daarbij geldt de stelregel: kijk eerst of je iets wel echt nodig hebt, dan of het cradle-to-cradle te verkrijgen is. Als dat niet lukt, shop dan bij gerecyclede producten. Eerder dit jaar ondertekenden meer dan zestig marktpartijen de Green Deal Circulaire Gebouwen.
komen of een product wel echt duurzaam is. Marcus Boesenach, adviseur bij het bedrijf DuurzaamGebouw, ziet dat er op dit vlak nog verbeteringen mogelijk zijn. Facility managers en inkopers hebben namelijk een zware kluif aan het beoordelen van alle leveranciers op hun duurzame merites. In Australië bestaat sinds een jaar de website Qualitytrade.com, waar duizenden
producten op een aantal MVO-aspecten kunnen worden beoordeeld. Een Nederlands equivalent is er nog niet. “Hier moet echt nog een slag gemaakt worden”, zegt Boesenach, “er moet in Nederland een tool komen die aangeeft hoe duurzaam producten zijn. Op basis daarvan wordt je inkoopproces een stuk makkelijker.” Producenten en leveranciers kunnen facility managers en inkopers een goede dienst bewijzen door zich actiever op te stellen en mee te denken. Een tapijtfabrikant als Interface heeft dat goed begrepen. Die neemt na een aantal jaren de vloertegels in en verwerkt de gerecyclede materialen weer in nieuwe producten. “Zo neem je niet meer een product van een leverancier af, maar een dienst”, zegt Boesenach. Toch ligt er een gevaar op de loer. “Die nieuwe constructies zijn geen Haarlemmerolie. Als het doel van het inkopen van zo’n dienst louter is om risico’s en investeringen te vermijden, dan is de kans groot dat het niet duurzaam uitpakt. Ik verwacht de komende twintig jaar zeker nog wel groei van het werken met deze constructie, maar vooralsnog wordt de belofte niet waargemaakt.” TEKST: TIJDO VAN DER ZEE
AFVALTEST Nationale Afvaltest voor MKB-segment van start De Nationale Afvaltest voor MKB’ers wordt woensdag tijdens de Facilitaire Vakbeurs Amsterdam RAI gelanceerd. Dennis Leeuwerik, directeur Marketing & Sales bij Van Gansewinkel geeft met het openen van een kluis het startsein van de online test. Met de Afvaltest wordt een campagne gestart voor meer bewustwording van afvalscheiding op de werkplek en met het bedrijfsleven meer grond-
stoffen uit het afval te halen. De test bestaat uit een tiental gerichte vragen en toetst de kennis en het gedrag van de MKB’er op het gebied van afvalwetgeving, recycling en afval in het algemeen. Met de Nationale Afvaltest nemen MKB’ers de afvalinzameling op de eigen werkvloer onder de loep. ”We zien dat mensen thuis steeds beter hun afval scheiden, maar juist op de werkvloer gaat het mis”, vertelt Dennis Leeuwerik van Van Gansewinkel. “Veel afval belandt bij het restafval, en wordt niet gescheiden
aangeboden. Met de Nationale Afvaltest krijgt de MKB’er meer inzage in de soorten afvalstromen en hoe goed de onderneming het afval scheidt.” Als beloning krijgt de deelnemer het ‘Waardevol boekje’ toegestuurd met daarin uitgebreide informatie over hoe Van Gansewinkel de verschillende reststromen transformeert in grondstoffen, welke producten er dan weer van gemaakt worden en hoeveel CO₂ er wordt bespaard. De test is te vinden op: nationaleafvaltest.nl.
L GISTIEK ZONDER GRENZEN 1.200
Klanten
5,7 MILJOEN M2 verhuurbaar oppervlak
€ 8,2 MILJARD in portefeuille
458 HECTAREN te ontwikkelen land
EEN NETWERK DAT EUROPA VERBINDT
SEGRO Holland Anzeige.indd 1
13.04.15 11:00
FACILITY MANAGEMENT DUURZAAMHEID 5
DEZE SPECIAL ONLINE LEZEN? WWW.FACILITY-VASTGOED.NL
MEEST DUURZAME KANTOORLOCATIE ZUIDAS GEWAARDEERD DOOR GEBRUIKERS bestuurslid van Green Business Club Zuidas, die meer bedrijven wil enthousiasmeren voor duurzamer ondernemen op de Zuidas. “Dat vraagt lange adem, maar ook vooral commitment van CEO’s. Daarom organiseren we geregeld CEO-ontbijten, waar dit soort duurzame onderwerpen aan de orde komen.” Daarnaast blijft de GBC Zuidas facility managers uitdagen om duurzaam mee te denken. “Dan gaat het niet alleen om energiezuiniger ondernemen of minder de auto pakken, maar ook om sociale aspecten zoals het ondersteunen van voedselbanken. Maar ook puur facilitaire zaken kunnen we gezamenlijk oppakken, zoals het uitruilen van vergaderruimte. Lang niet iedere facility manager zit op onze golflengte, maar met 29 bedrijven telt de GBC Zuidas al aardig wat leden.”
H
et onderzoek is een initiatief van Green Business Club Zuidas, Hello Zuidas en Zuidas gemeente Amsterdam. Voor het onderzoek is de BREEAM-NL In-Use methode gebruikt. De resultaten geven zicht op de kwaliteit van 820.000 m² vastgoed op de Zuidas, waarvan 700.000m² kantooroppervlakte en 120.000 m² andere voorzieningen zoals de VU en het VU Medisch Centrum. Wat als eerste opvalt in de resultaten, is dat de Zuidas op het gebied van energiezuinige gebouwen hoog scoort: 52% ten opzichte van het Nederlands gemiddelde van 32%. Belangrijkste reden is dat de kantoren er relatief jong zijn en volgens strenge energie-eisen zijn gebouwd. Een aantal kantoren is zelfs met een zeer hoge energieambitie gebouwd of gerenoveerd. Dit werpt duidelijk haar vruchten af. Binnen de Zuidas lopen diverse initiatieven voor verdere energiereductie, wat in de komende jaren tot nog betere resultaten zou kunnen leiden. Ook het voorzieningenniveau en transport scoren bijzonder goed: 71%, terwijl de gemiddelde score in heel Nederland 53% bedraagt. De Zuidas is gelegen aan goede openbaar vervoerverbindingen, maar zelfs ten opzichte van centrumlocaties, waar men meestal ook van
© ARJAN MOLENAAR
Gebouwen op de Amsterdamse Zuidas scoren twintig procent hoger op energiezuinigheid dan gemiddeld in Nederland, zo blijkt uit een grootschalig onderzoek. Daarmee is de Zuidas de meest duurzame kantoorlocatie van Nederland, aldus het bureau bbn adviseurs dat het onderzoek heeft uitgevoerd. En dat wordt gewaardeerd door de gebruikers.
goede OV-verbindingen gebruik kan maken, scoort Zuidas hoger. Op centrumlocaties ligt de score op 60%. Bij gebruikers wordt dit ook gewaardeerd, vertelt Joost Brinkman van Accenture. “Wij zijn acht jaar geleden naar de Zuidas verhuisd juist vanwege de goede OV-verbindingen. Wij hebben ook pilots gedraaid met de elektrische Nissan Leaf als deelauto binnen ons bedrijf. We zijn nu zover dat we moeten proberen van de Zuidas de eerste autoloze kantoorlocatie van Nederland te maken. Al zouden we het om te beginnen een week proberen.”
zogeheten zero-waste-beleid. “We streven naar 100% afvalrecycling”, zegt directeur Jan van den Bosch. Dat de directeur van Amsterdam RAI de lat zo hoog legt, is precies wat nodig is: als een topman de urgentie ervan inziet gaat het sneller, zegt Brinkman. Hij is tevens
Circulair kantoormeubilair van Gispen bij Copper8
Gispen stemtgebruiker in elke fase of de wil huidige het af product behouden. Zo het niet,product dan wordt huidige gebruiker wil het ter beschikking gesteld aan een behouden. Zo niet, dan wordt het nieuwe gebruiker. ter beschikking gesteld aan een nieuwe gebruiker.
in de praktijk en het maximaliseren van waardebehoud.
“Wij houden van duurzame producten, waarvan bekend staat dat deze óók bij intensief gebruik mooi oud worden”, zegt Copper8-directeur Cécile van Oppen. “Vooral de wijze van samenwerking met Gispen was opvallend, waarbij zij zich enorm
In het kantoor van Copper8 is een mix te zien van Gispen-producten
Gispen stemt in elke fase af of de huidige gebruiker het product wil behouden. Zo niet, dan wordt het Verkoop ter beschikking gesteld aan een nieuwe gebruiker. Gispen stemt in elke fase af of de
Gispen en Circulaire Economie Economie in de praktijk
met een bewezen lange levensduur én onderscheidende materialen op het gebied van afbreekbaarheid of hergebruik. Alle toegepaste stoffering is Ecolabel Flower gecertificeerd. Er zijn Gispen TM SteelTop werkplekken toegepast die bijna geheel uit staal bestaan. Als deze producten retour komen naar Gispen zijn deze zeer eenvoudig te ontmantelen voor circulair hergebruik.
Het thema circulaire economie wint snel aan aandacht. Gispen heeft het adviesbureau Copper8 uit Amsterdam, gespecialiseerd in duurzaamheid, ingericht volgens de principes van circulaire economie. Bij de keuze van het kantoormeubilair bij Copper8 stond hergebruik en herwinning van grondstoffen centraal. Copper8 wordt géén eigenaar van de inrichting, maar betaalt slechts voor gebruik.
De eigenaren van de kantoorlocaties hebben de laatste jaren veel inspanningen gedaan om het afval te verminderen. Terwijl heel Nederland op gemiddeld 71% zit, scoort de Zuidas op het onderdeel ‘afval’ 93%. De score wordt bepaald door de ruimte voor het scheiden van afvalstromen. Op de Zuidas staan veel grote kantoren. De ruimte en voorzieningen voor afvalscheiding zijn daarin goed geregeld. Ook is er bij de bedrijven de wil hun afval fors verminderen. Zo hanteert Amsterdam RAI een
en maken Circulaire gebruikGispen waardevoller dan
Het is niet allemaal rozengeur en maneschijn, want op sommige punten kan nog winst geboekt worden,
De gemiddelde score op het onderdeel ‘landgebruik en ecologie’ is 13%. In heel Nederland is dit 3%. Beide scores zijn bijzonder laag. Ecologie speelt in het beheer van kantoren nog nauwelijks een rol. Maar omdat bij een aantal gebouwen op de Zuidas een ecoloog is ingeschakeld, kent het gebied een iets hogere score. TEKST: HARMEN WEIJER
KANTOORMEUBILAIR
Afvalvermindering
n en Circulaire Economie praktijk
Stadsecoloog
vooral op beheer en landgebruik. De totaalscore voor beheer ligt slechts iets hoger dan in de rest van Nederland: 42% tegen 38%. Daar is nog ruimte voor verbetering. “Net als in een eerder onderzoek in Rotterdam is de tendens zichtbaar dat externe vastgoedmanagers lager scoren dan eindgebruikers die dit zelf verzorgen. Het accent op de Zuidas ligt op grote eindgebruikers met een eigen beheerorganisatie. De hogere gemiddelde score is daar een gevolg van”, aldus de onderzoekers van bbn.
Duurzaam gebruik waardevoller maken dan
Verkoop
Grondstoffen (maximaal recyclebaar) Grondstoffen (maximaal Grondstoffen recyclebaar) (maximaal
Halffabrikaten productie Halffabrikaten
Productie CO2 neutraal Productie
productie
CO2 neutraal
Verkoop
Peter Veer, Algemeen Directeur Gispen: “Toepassing van circulaire economie is een speerpunt bij Gispen. De ontwikkeling van inspirerend design en tegelijkertijd het behoud van de waarde daarvan gaat nu al zoveel mogelijk hand in hand. Dit project is voor ons van strategisch belang om onze eigen kennis en kunde over CE praktisch te toetsen en verder te verbreden.”
Halffabrikaten productie
Productie CO2 neutraal
?
verdiept hebben in wat circulariteit betekent en welke producten daarbij horen. Daarnaast is de wens van Gispen om klanten en leveranciers zoveel mogelijk bij de ontwikkeling van Circulaire Economie te betrekken, erg positief.”
recyclebaar)
?
Duurzaam gebruiken waardevoller maken dan eigendom hetonze maximaliseren van waardebehoud. nt concreet dat we zorgen dat producten
?
en het maximaliseren van waardebehoud. n dat ze eigendom herbruikbaar zijn, hun waarde
Dit betekent concreet dat we zorgen dat onze producten
en met minder grondstoffen worden gemaakt.
zo goed zijn datdat ze we herbruikbaar zijn, hunproducten waarde Dit betekent concreet zorgen dat onze
sluiten we de cirkels door goed onderhoud, Gebr behouden en met minder grondstoffen worden gemaakt. zo goed zijn dat ze herbruikbaar zijn, hun waarde
upgrade,behouden remanufacturing en recycling logisch Daarnaast de cirkels door goed onderhoud, en metsluiten minderwe grondstoffen worden gemaakt.
n
Gispe
uiker
Werkt graag aan
e laten volgen. Het gebruik uw inrichting herstel en upgrade, remanufacturing en recyclingeen logisch Gispen bureau. Daarnaast sluiten wevan de cirkels door goed onderhoud,
opstaat elkaar te laten volgen. Het gebruik van uwlogisch inrichting e u als gebruiker centraal. Na iedere cirkel herstel en upgrade, remanufacturing en recycling
en daarmee u als gebruiker hoge staat centraal. Na iedere cirkel uct functioneel en op elkaar tevanzelfsprekend laten volgen. Hetvan gebruik van uw inrichting is het product functioneel en vanzelfsprekend van hoge
HERSTEL EN UPGRADE
GebruONDERHOUD iker
Gebr uikegraag Werkt aan r een Gispen bureau.
Werkt graag aan een Gispen bureau.
ONDERHOUD
VOOR HERGEBRUIK GESCHIKT MAKEN
REMANUFACTURING
HERSTEL EN UPGRADE
ONDERHOUD
VOOR HERGEBRUIK GESCHIKT MAKEN
REMANUFACTURING HERSTEL EN UPGRADE
VOOR HERGEBRUIK GESCHIKT MAKEN
REMANUFACTURING
ispen
G Doorlopende service tijdens gebruik. n
e
Gisp Doorlopende service tijdens gebruik.
Doorlopende service tijdens gebruik.
en daarmee u als gebruiker staat centraal. Na iedere cirkel kwaliteit.
is het product functioneel en vanzelfsprekend van hoge
kantoor circulair inrichten? kwaliteit.Wilt u uw kantoor circulair inrichten?
toepassingsvormen financieringsmodellen. Er zijnen vele toepassingsvormen en financieringsmodellen.
u uw kantoor circulair inrichten? act met Wilt ons op om decontact mogelijkheden Neem met ons opte om de mogelijkheden te
Er zijn vele toepassingsvormen en financieringsmodellen. bespreken Neem contact met ons op om de mogelijkheden te Kijk voor meer informatie op www.gispen.nl/mvo bespreken
eer informatie op www.gispen.nl/mvo
Kijk voor meer informatie op www.gispen.nl/mvo
Inzamelen distributie
Inzamelen distributie
Hergebruik (sorteren en Hergebruik distributie) (sorteren en
Terugwinnen Terugwinnen energie
Recycling
Recycling
energie
distributie)
Hergebruik Inzamelen In deze faseInwordt In de onderhoudsfase In de onderhoudsfase Bij herstel en upgrade deze fase wordt Bij herstel en upgrade (sorteren en distributie hergebruik per onderdeel hergebruik per onderdeel zijn we samen wordt door Gispen zijn we samen wordt door Gispen distributie) bekeken. Bladen kunnen kunnen verantwoordelijk. De verantwoordelijk. De gekeken wat toe gekeken is aan wat toe is aan bekeken. Bladen bijvoorbeeld gebruikt bijvoorbeeld gebruikt gebruiker zorgt voor goed vernieuwing of herstel om gebruiker zorgt voor goed vernieuwing of herstel om In deze fase wordt worden in akoestische In de onderhoudsfase herstel en upgrade ‘huisvaderschap’. Gispen te voldoen aanBijde te voldoen aan de worden in akoestische ‘huisvaderschap’. Gispen wanden. hergebruik per onderdeel zorgt technisch functionele De zijn wevoor samen wordt door eisen. Gispen wanden. zorgt voor technisch onderhoud. Zo behoudtfunctionele eisen. De bekeken. Bladen kunnen waarde van verantwoordelijk. De gekeken wathet toeproduct is aan onderhoud. Zo behoudt waarde van hetvernieuwing product bijvoorbeeld gebruikt hetzorgt product blijft behouden. gebruiker voorzoveel goed of herstel om het product zoveel mogelijk haarGispen waarde. blijft behouden. worden in akoestische ‘huisvaderschap’. te voldoen aan de mogelijk haar waarde. wanden. zorgt voor technisch functionele eisen. De onderhoud. Zo behoudt het product zoveel mogelijk haar waarde.
waarde van het product blijft behouden.
Recycling Bij recycling worden
Bij recycling worden
grondstoffen aan het grondstoffen aan het eindedevan de levensduur einde van levensduur hergebruikt. hergebruikt. ZoalsZoals Bijstoffering recycling worden bijvoorbeeld stoffering in bijvoorbeeld in de bouw als isolatie. grondstoffen aan het de bouw als isolatie.
einde van de levensduur hergebruikt. Zoals bijvoorbeeld stoffering in de bouw als isolatie.
Terugwinnen energie
6 HUISVESTING FACILITY MANAGEMENT
DEZE SPECIAL ONLINE LEZEN? WWW.FACILITY-VASTGOED.NL
Vervolg pagina 1: Energiebesparing + comfortverhoging = meer productiviteit
“Dat is nogal wat anders dan op de traditionele manier, waarbij de leveranciers (installatiebedrijf, ingenieur, architect, ect.) niet vergoed worden in functie van de energiekostbesparing maar in functie van bijvoorbeeld de grootte van de investering”, vertelt Johan Coolen van Factor4, een gerenommeerd advies- en ingenieursbureau in Amsterdam en Antwerpen, gespecialiseerd in ESCo’s en energieprestatiecontracten. “De prikkel om te streven naar optimale prestaties ontbreekt dan ook nagenoeg volledig bij deze leveranciers. Vergeleken met traditionele leveranciers zal een ESCo bij een zelfde investering daarom dubbel zoveel energie besparen. In het EPC-contract ontwikkeld door Factor4, krijgt de ESCo bovendien een vast jaarlijks bedrag voor het onderhoud van de installaties. En moet hij aan het einde van het contract een installatie opleveren met een minimale, op voorhand afgesproken, restwaarde.” In dit EPC-contract heeft de
€/m2 per jaar
COMFORTMETER HELPT BIJ NEMEN VAN JUISTE MAATREGELEN 16 14 12 10 8 6 4 2 0
Voordelen ■ Besparing engergiekosten ■ Toegenomen werknemersproductiviteit ■ Netto opbrengst voor de klant
Kost ESCo en netto-opbrengst ■ Besparing onderhoudskosten ■ Kost ESCo
De voordelen, kosten en netto-opbrengst van een project met een energieprestatiecontract (€/m² kantoorruimte p/j)
ESCo – in tegenstelling met klassieke onderhoudscontracten – alle belang om bij de aanvang van het project een goede installatie te plaatsen en deze tijdens het contract goed te onderhouden, zegt Coolen. “Iedereen wint: de ESCo krijgt voor de gerealiseerde energiekostbesparing een hogere vergoeding en de klant realiseert een netto kostenbesparing, de besparing op energie en onderhoudskosten
compenseert ruimschoots de wat hogere vergoeding voor de ESCo."
Goede ervaringen in buitenland Langzaam maar zeker groeit in Nederland de interesse bij vastgoedeigenaren en –beheerders naar deze vorm. Alexandra Boot van Boot Advocaten, gespecialiseerd in EPC, ESCo en aanbestedingsrecht en partner van Factor4, erkent dat Ne-
derland niet vooroploopt. “Dat is te wijten aan de slechte ervaringen met klassieke onderhoudscontracten. En om dan de ESCo nog meer vrijheid en verantwoordelijkheid te geven, dat vraagt lange adem en veel vertrouwen.” Maar Coolen denkt dat Nederland ten opzichte van andere Europese landen snel haar achterstand zal inhalen. "De Nederlandse Rijksoverheid staat positief ten opzichte van energieprestatiecontracten, en de steun van de centrale overheid van dit veranderingsproces blijkt volgens mijn ervaring cruciaal te zijn voor een snelle marktontwikkeling." In het buitenland zijn er wel goede ervaringen met energieprestatriecontracten. Het mooiste voorbeeld is de renovatie van het Empire State Building door een ESCo in 2009. Het leverde een energiebesparing op van 34 procent per jaar. De investering bedroeg ruim $13 miljoen De besparingen op de energierekening lopen naar verwachting op tot $4,4 miljoen per jaar. Tel uit je winst.
Comfortmeter Daar voegt Coolen nog een nieuwe, maar zo mogelijk veel grotere winstmogelijkheid aan toe: comfort. “Deze energiebesparende en duurzame maatregelen verhogen het comfort. Wat nu als je precies weet van je gebruiker wat hij als comfortverlagend en –verhogend ervaart? Dan zou
OPTIMALE LEEF- EN WERKOMGEVING HEVO-formule garandeert optimale huisvesting HEVO is als vastgoedspecialist actief op de gebieden huisvestingsadvies en projectmanagement. Het bedrijf voorziet zijn opdrachtgevers – met complexe huisvestingsvraagstukken in onderwijs, overheid, zorg en bedrijfsleven – van oplossingen die bijdragen aan een optimale leef- en werkomgeving. Al meer dan 35 jaar heeft HEVO de overtuiging dat adviezen over de haalbaarheid van bouwprojecten
Ewoud van der Sluis (Directievoorzitter HEVO)
over een zogeheten alliantiecontract tussen de klant en HEVO. Tegenvallers zijn voor rekening van HEVO en meevallers worden met de klant gedeeld. Hierin zijn meerdere varianten denkbaar, afhankelijk van de mate waarin de klant zijn risico’s wenst af te dekken, terwijl dezelfde klant gedurende het hele proces invloed houdt op het ontwerp van zijn gebouw.
moeten worden waargemaakt, door in een vroegtijdig stadium harde garanties te geven over het investeringsbudget. Je kunt dan spreken
Deze unieke HEVO-formule staat in de markt bekend als Risicodragend Integraal Projectmanagement; aanvankelijk bedoeld als presta-
tieverplichting ten aanzien van het investeringsbudget, planning en kwaliteit van het gebouw. HEVO gaat echter nog verder door ook prestatieverplichtingen aan te gaan op het gebied van exploitatiekosten, of meer specifiek: de duurzaamheidscore en energie- en onderhoudskosten van het gebouw. Kortom, HEVO denkt altijd in de te leveren prestaties van de huisvesting en de klant bepaalt hoeveel risico’s het door HEVO wil laten afdekken.
je heel gericht aan de slag kunnen. Daarvoor hebben wij de Comfortmeter ontwikkeld. Dat is meer dan een wetenschappelijke enquête met 55 standaardvragen, waar we mee starten. In die enquête vragen we de gebruikers onder andere naar hun ervaringen op het gebied van temperatuur, lucht, licht, geluid, kantoor en gebouw en regeling. Bij die laatste bijvoorbeeld wordt het als heel prettig ervaren als men zelf temperatuur of ventilatie kan regelen.” De resultaten worden in een grafiek gegoten, waarin heel eenvoudig te lezen is waar de ESCo het best op kan inzetten qua investeringen. “Het blijkt dat inzetten op comfortverbetering dubbel en dwars loont: uit onze ervaringen met de comfortme-
'Het draait niet alleen om energie-efficiënte installaties, maar ook om aantrekkelijk vastgoed' tingen blijkt dat de arbeidsproductiviteit gemakkelijk met 0,3% stijgt. Dit lijkt weinig maar aangezien de loonkost 100 keer groter is dan de energiekost, neemt het voordeel van een EPC-contract aanzienlijk toe.” Tijdens het in maart gehouden Nationale ESCO-congres liet duurzaamheidsdirecteur Lara Muller van retailvastgoedbelegger Corio weten razend enthousiast te zijn om naast kostenbesparingen ook comfort volop mee te nemen in ESCo-constructies. “Wij zien vastgoed als onderdeel van een ecosysteem. Dat betekent dat we steeds meer kijken wat het vastgoed doet voor de mensen die er wonen, winkelen en werken. Het draait niet alleen om energie-efficiënte installaties maar ook hoe het vastgoed aantrekkelijk blijft voor onze huurders en hun klanten.”
www.hevo.nl TEKST: HARMEN WEIJER
Hoe kan je als grootverbruiker makkelijk verspilling van energie tegen gaan? Veel grote ondernemingen verspillen onnodig veel energie. Dit kan anders! Door goed te onderzoeken waar energieverspilling ontstaat en dat aanpakt, kan je als grootverbruiker eenvoudig al zo 10% op energiekosten besparen. Dit kan zelfs oplopen tot 50%. Alles begint bij een goed inzicht: waar en wanneer verbruik ik energie? En hoeveel? Een goed monitoringssysteem is daarbij onontbeerlijk. Wies Leenders van OptiVolt legt uit waarom energiemanagement zo belangrijk is : “De energieprijzen kunnen nu laag zijn, maar dit zal niet altijd zo blijven. Wie nu investeert in duurzaamheid zal later daarvan dubbel de vruchten plukken. Neem bijvoorbeeld de vaak verplichte energielabeling van gebouwen. Vaak geldt: hoe hoger het label, hoe beter het rendement. En door te investeren in duurzaamheid wordt het energielabel hoger en het rendement beter. Een opwaartse spiraal dus.” Vaak willen gebouweigenaren of huurders investeren in duurzaamheid maar zijn hierin geen specialist. OptiVolt biedt daarbij een helpende hand: eerst worden de facturen geanalyseerd en wordt monitoring aangekoppeld. Daarna worden,
waar mogelijk, technische systemen geplaatst die direct energie besparen. Bestaande installaties worden doorgelicht en instellingen worden aangepast. Verder wordt er gekeken naar mogelijkheden voor de toepassing van het innovatieve faseveranderingsmateriaal Nilvis®: een anorganisch zout met een smelttemperatuur van bijvoorbeeld 21°C dat energiebesparingen tot wel 50% oplevert. De faseverandering van vast naar vloeibaar en andersom wordt gebruikt om warmte of kou af te geven en te absorberen. Nilvis® wordt door OptiVolt eenvoudig verwerkt in systeemplafonds, wanden of vloeren. Interesse? Onze accountmanagers komen graag vrijblijvend langs voor een eerste opname om na te gaan welke vormen van energiebesparing voor u het meeste opleveren. Voor informatie check onze website www.optivolt.nl of bel 085-2737433.
Samen op weg naar energieneutraal Duurzame gebouwen zijn gezonde gebouwen: er heerst een prettig binnenklimaat, de productiviteit is hoog, het ziekteverzuim laag en energie speelt een belangrijke rol. De ambitie van Unica is om als energiepartner zowel nieuwbouw als bestaand vastgoed energieneutraal te maken. Wat is úw ambitie? Annemiek Lauwerijssen MSc, energieexpert bij Unica, legt uit: “Als energiepartner helpt Unica organisaties om energieverspilling tegen te gaan, energie duurzaam op te wekken en energieambities waar te maken. Alles begint met ambitie, durf te dromen. Unica’s bewezen aanpak van geïntegreerd onderhoud, beheer en energiemanagement zorgt voor synergetische voordelen en realisatie van deze ambities. Hierbij staat de gebruiker centraal en zorgen we samen voor duurzame huisvesting”.
Annemiek Lauwerijssen MSc
Als allround technisch dienstverlener biedt Unica volledige ontzorging voor de gehele gebouwtechniek. Als energiepartner helpt Unica u bij de volgende vraagstukken:
Wilt u weten hoe Unica uw energieambities waar kan maken? Neem vandaag nog contact op met de energie-experts van Unica:
) 0800 - 223 33 33 : www.unica.nl/duurzaamheid *
[email protected]
✔ Energie inkoop: strategisch advies over en inkopen van energie ✔ Energie monitoring: inzicht in energiestromen en energie-efficiëntie ✔ Energie label: labeluitgiftes en EPA-U maatwerkadvies voor labelsprongen ✔ Energie advies: zowel quick wins als rapportages voor o.a. Wet Milieubeheer ✔ Energie ambitie: roadmaps en scenario’s opstellen hoe energie ambitie te behalen is ✔ Duurzame energie: ontwerp, realisatie en exploitatie van duurzame energie installaties ✔ Energieprestatiecontracten & ESCo’s: Energieprestaties en besparingen waarmaken. Desgewenst worden de duurzame energie maatregelen door Unica gefinancierd. Hierbij wordt langjarig samengewerkt met de gebouweigenaar en de gebruiker.
Unica richt zich met name op de utiliteitsbouw zoals commercieel vastgoed, zorg, onderwijs, corporaties en overheid.
FACILITY MANAGEMENT EXPERTPANEL 7
DEZE SPECIAL ONLINE LEZEN? WWW.FACILITY-VASTGOED.NL
RONALD BOESJES
KARIN VERPLOEGEN
Organisatie en Juridisch adviseur bij Gispen International
Over Circulaire Economie Circulaire economie en van bezit naar gebruik zijn hotte termen, maar wat houdt het in de praktijk voor bedrijven in? “We zijn in de huidige economie gewend om voor het produceren van bijvoorbeeld kantoormeubilair grondstoffen te delven en daarvan een bureaustoel te maken. Vervolgens gebruiken we die een paar jaar, vervangen die en gooien de oude stoel weg. De circulaire economie gaat ervan uit dat we de grondstoffen van die producten opnieuw gebruiken. De producten blijven in dat geval ook van de producent, omdat die precies weet wat hij in die bureaustoel heeft gestopt. We gaan dus langzaam maar zeker over van bezit naar gebruik. Wij hanteren daarvoor vier fasen. In fase 1 onderhouden we de producten, zodat er langer gebruik van kan worden gemaakt. In fase 2 herstellen we eventuele schade en voegen we indien nodig elementen toe, upgraden noemen we dat. In fase 3 vervangen we onderdelen en gebruiken die weer elders. In fase 4 recyclen we het hele product. In de oude economie kenden we de laatste fase wel, maar die tussenfases niet. De levensduur van onze
PAUL VAN BERGEN
Commercieel Directeur bij Dolmans Facilitaire Diensten & Dolmans Facility Management
Algemeen directeur DGMR Raadgevende Ingenieurs
Over uitbesteding in facilitair management
producten is daardoor ineens twee keer zo lang.”
Welke gevolgen heeft circulair ondernemen voor businessmodellen? “Dat is zo mooi aan de term circulaire economie: er zit een businessmodel in. Zowel voor ons als producent als voor de gebruiker levert dit toegevoegde waarde op. Voor ons zijn de grondstoffen aanwezig in het geleverde meubilair, die eigenlijk dienst doen als grondstoffenbank. Voor de gebruiker is dit een onderdeel van hun mvo-strategie, want maatschappelijk verantwoord ondernemen is allang niet meer iets dat een bedrijf alleen doet. Dat doet ie samen met zijn partners en leveranciers.”
Waar gaat het volgens u naar toe in de komende decennia? “Wij willen in 2020 voor 50% circulair ondernemen. De uitdaging zit hem in het opzetten van de ketens om gebruikt meubilair terug te krijgen. Maar ook om andere ketens te betrekkeninonzesupplychain, want lang niet alle onderdelen kunnen wij hergebruiken. Zittingen van onze stoelen zouden weer ingezet kunnen worden als isolatiemateriaal.”
Meer info: www.gispen.nl
Welke trends signaleert u op het gebied van facilitair management? “Wij zien gelukkig dat de mensen weer centraal komen te staan. Dat is op zich logisch, 90% van het facilitaire werk is mensenwerk. Maar bij de uitbesteding van facilitaire diensten wordt nog veel vanuit processen gedacht. Door naast onze opdrachtgevende partner te gaan zitten en met hem/haar mee te denken als verlengstuk van hun organisatie, gaat het uitbesteden van facilitaire zaken veel soepeler en wordt dit transparanter voor de uitbestedende partij. Een andere trend is dat opdrachtgevers anders naar hun gebouw kijken. De functie van het gebouw wordt steeds vaker flexibel aangepast naar de actuele wens en omstandigheden. Dit houdt in dat facility management hierin flexibel dient mee te bewegen, pro-actief handelt en zelf of samen met zijn leveranciers innoveert. Het mooiste is dat dit de facilitaire medewerkers van Dolmans ten goede komt, want hun functies veranderen mee. Dit is positief voor de medewerkers en voor het bedrijf.
Wat is voor organisaties de belangrijkste reden om hun facilitaire management uit te besteden? “Een belangrijke reden is dat, naast kostenreductie, organisaties en facilitaire managers in
het bijzonder hun handen weer vrij hebben. Voor Dolmans, is facilitair management immers een kerntaak, terwijl het steeds vaker bij bedrijven een ‘bijzaak’ is geworden.” Organisaties willen ontzorgd worden op de stroom van continue taken en wij pakken deze zorg graag over.
Steeds vaker is te zien dat bewoners of andere gebruikers een rol spelen in het onderhoud en beheer van hun gebouwen. Is deze vorm van participatiesamenwerking een hype of juist een blijvertje? “We merken bijvoorbeeld dat huurders van woningbouwverenigingen en huurders van verzamelgebouwen kritisch kijken naar hoe hun trappenhuis, portieken, entrees en liften zijn opgeruimd. Verstoringen ruimt men steeds vaker zelf op. En als er iets kapot is, worden wij als facilitaire dienstverlener sneller en vaker gebeld. Andersom hebben al onze medewerkers ook een signaleringstaak en nemen wij zelf direct pro-actief actie als wij een verstoring constateren. Men vindt dit belangrijk. Het vraagt van ons een snelle en gedegen reactie en aanpak. Wat mij betreft staat het als een paal boven water dat de participatiemaatschappij geen hype is, maar dat we in de toekomst nog veel meer dingen samen gaan oppakken.”
“Gegevens van bezoekers kunnen worden opgeslagen, dit zorgt er voor dat bij een tweede bezoek de bezoeker wordt herkend”, vertelt Sven Jansen, hoofd projectontwikkeling van G10. “Ons GuestManager© bezoekersbeheersysteem is sinds 1998 op de markt en we ontwikkelen het systeem voortdurend door. Zo leggen we momenteel de laatste hand aan een volledige webbased versie. GuestManager© bezoekersbeheersysteem wordt voor ieder bedrijf op maat ingericht,
waardoor het eenvoudig te integreren is met een toegangscontrole- of facilitair managementsysteem.” Een werknemer van het bedrijf kan een bezoeker vooraf in het GuestManager© bezoekersbeheersysteem aanmelden. “De receptiemedewerker ziet bij aankomst direct om welke bezoeker het gaat. Dit draagt bij aan een prettig welkomstgevoel van de bezoekers”, zegt Jansen. Het systeem is ook in te zetten op plekken waar geen receptie is. “Bij-
voorbeeld op productielocaties waar weinig bezoekers komen. In dit geval wordt een zuil geplaatst waarop de bezoeker welkom geheten wordt en zich middels een touch screen kan aanmelden. De verplichte formulieren of instructies worden getoond, zo nodig getoetst en geregistreerd. Vervolgens wordt de gastheer of -vrouw automatisch gebeld en wordt er als dit gewenst is een bezoekerspas geprint. Daarmee kan de bezoeker toegang krijgen tot het pand”, legt Jansen uit. “Kortom G10 heeft voor alle bezoekersvraagstukken een passende oplossing. Een voorbeeld van enkele tevreden klanten zijn: T-mobile, FrieslandCampina en de ANWB”.
www.g10.nl
Wat zijn de trends waarmee facility management te maken krijgt? Technologie en duurzaamheid zijn ontwikkelingen die een nog grotere invloed gaan hebben op de gehele facility management-industrie. Via onze smartphones kunnen we nu al informatie krijgen over ons eigen huishouden en legio diensten aanvragen. Het online verbinding maken met de gebouwen waarin we werken en verblijven ligt dus binnen handbereik. Facility management verschuift van dienstverlening aan organisaties naar dienstverlening voor de individuele medewerker of gebruiker van ons vastgoed. Duurzaamheid is allang een dominant thema bij de bouw en verbouw van ons vastgoed. Alleen het bewijs dat al die duurzame keuzes werkelijk leiden tot de effecten die we ervan verwachten ligt in het domein van het facility management. Met goed facility management kun je pas bewijzen dat de prestaties op het gebied van energie, water, afval en gezondheid werkelijk gerealiseerd worden. Facility management heeft goud in handen, want dit kan er daadwerkelijk voor zorgen dat de cirkel gesloten wordt.
Dat de ontwerpers en bouwers leren van de data en ervaringen die in de praktijk behaald worden. Zonder goed facility management geen duurzaam en circulair vastgoed.
Waarin kan facility management het onderscheid maken? We weten nog onvoldoende of onze duurzaam ontworpen en gebouwde gebouwen excelleren op energiegebruik en gebruikerstevredenheid. We denken dat het zo is, maar ís dat zo? De verbondenheid van ontwerpers en bouwers bij een project blijft meestal beperkt tot de nazorgfase en is nooit langer dan een jaar. Die periode is te kort om vast te stellen of aan alle prestaties wordt voldaan. Als we erin slagen om de data van onze gebouwen te combineren met de ervaringen en feedback van de gebruikers, dan kunnen we stappen maken in het sluiten van de leercurve. Facility managers kunnen de leermeesters zijn voor de ontwerpers en bouwers, want zij weten écht wat er speelt. Evidence based design voor al onze gebouwcategorieën, dát is wat we nodig hebben en facility management kan dat leveren!
Meer info: www.dgmr.nl
Meer info: www.dolmans.com
Digitaal bezoekersbeheer voor bemande en onbemande recepties Het registreren van bezoekers bij receptiebalies van bedrijven kost tijd en vraagt vaak nog handmatige actie. Zeker wanneer er ook huisregels en veiligheidsinstructies gelezen of getoetst moeten worden. Dat kan veel efficiënter, gemakkelijker en duurzamer met de oplossingen van G10. Het GuestManager© bezoekersbeheersysteem zorgt ervoor dat bezoekers zich welkom voelen en de administratie direct op orde is.
Over duurzaamheid
Energie-neutraal bouwen Leefmilieu Brussel
Hoofdkantoor a.s.r.
Transformeren en renoveren Adviseurs in bouwfysica, akoestiek, geveltechniek, duurzaamheid, klimaatbeheersing en (brand)veiligheid Arnhem, Den Haag, Drachten en Sittard
www.dgmr.nl
8 FACILITAIRE BELEVING FACILITY MANAGEMENT
DEZE SPECIAL ONLINE LEZEN? WWW.FACILITY-VASTGOED.NL
ELK BUREAU ZIJN EIGEN ‘OPEN RAAMPJE’ Een verwarmingsmatje voor de koude voeten, een eigen inblaasrooster voor de frisse lucht en, tegen het geroezemoes van kantoorgenoten, een instelbaar scheidingswandje. Daar zouden heel veel kantoorwerkers gelukkig van worden.
ATZE BOERSTRA
Directeur van adviesbureau BBA
Boerstra. Hindernis bij een snelle introductie van microklimatisering is de prijs. Een compleet systeem kost al snel een paar duizend euro. Dat zijn kosten die volgens experts wel terugverdiend kunnen worden. “Een individueel instelbaar binnenklimaat levert zo vijf procent productiviteitsverbetering op”, weet Boerstra uit eigen onderzoek.
D
e trend is misschien al wat over zijn hoogtepunt heen, maar we kampen nog volop met de gevolgen: Het Nieuwe Werken, met de open kantoortuinen, leidt bij veel kantoorwerkers tot stress en gezondheidsklachten. “Die open kantoren zag je ook al in de jaren zestig. En de problemen die toen speelden, zie je nu weer terugkomen, zoals geluidsoverlast en een slecht regelbaar binnenklimaat.” Dat zegt ingenieur Atze Boerstra, directeur van adviesbureau BBA Binnenmilieu en promovendus ‘beïnvloeding binnenklimaat’ aan de TU Eindhoven. Iedere persoon ervaart prikkels in zijn omgeving anders. Wat voor de een stress oplevert, wordt door de ander niet eens waargenomen. Toch is een ruime meerderheid van de kantoorwerkers (zeventig procent) in meer of mindere mate ontevreden met de regelbaarheid van het binnenmilieu op het werk, zo blijkt uit onderzoek dat Boerstra onder 236 kantoorwerkers uitvoerde. “Achtergrondgeluid, vooral als dat werkgerelateerd is, neemt hersenruimte in beslag. Je productiviteit kan daardoor tot wel twintig procent afnemen. Ook een te hoge temperatuur en slechte binnenluchtkwaliteit verminderen de werkprestaties. Bovendien leidt een slecht binnenklimaat tot hoofdpijn, vermoeidheid, duizeligheid, droge ogen en een verstopte neus of loopneus. Worden mensen langere tijd blootgesteld aan slechte lucht in gebouwen dan kunnen ze zelfs ziek worden. Denk dan
Het JEP!-bureau met een persoonlijke klimaatinstallatie.
aan astma-aanvallen en infecties aan de luchtwegen. Boerstra pleit voor werkplekken waar het klimaat per werkplek geregeld kan worden in plaats van alleen op gebouw- of kamerniveau. Deze zogeheten ‘microklimatisering’ is in kantoren nog een beetje toekomstmuziek, maar er zijn industrieën waar het al heel normaal is. “Wij kijken niet meer op van individueel instelbare, verwarmde stoelen in de auto. Ook in vliegtuigen en treinen kunnen passagiers steeds meer hun eigen klimaat bepalen. Waarom niet ook op kantoor meer per individu klimatiseren?” Wat zijn dan de mogelijkheden in kantoren? De afgelopen jaren zijn diverse concepten ontwikkeld waarbij de klimaatinstallaties in het bureau zijn geïntegreerd. Boerstra zelf werkte mee aan een concept
van installatiebedrijf Van Delft Groep. Het gaat om een bureau met de naam JEP! (Je Eigen Plek!). Meest in het oog springende onderdeel is het persoonlijke ventilatiesysteem.
ʻSlechte lucht in kantoor leidt al snel tot hoofdpijn, vermoeidheid, duizeligheid, droge ogen en een verstopte neusʼ Dat bestaat uit een paneel op het bureau, met twee ventilatieopeningen met roostertjes – een persoonlijk open raampje. Die ventilatielucht is heel iets anders dan een simpel ventilatortje dat kantoorlucht in je gezicht blaast. De lucht bij JEP! is namelijk verse buitenlucht. Het bureau is aangesloten op een centraal
Succesvoller met gezamenlijk workplace management
O
nze diensteneconomie daagt organisaties uit de beste mensen te verbinden en een werkomgeving te bieden die talent inspireert, mobiliseert en faciliteert. “Dat doen we vooralsnog vooral met informatietechnologie en huisvesting. We blijven achter met sociale innovatie en gezamenlijk overtuigend organiseren”, zegt Henk Visser, algemeen directeur van Hospitality Group uit Amersfoort. Het adviesbureau ondersteunt opdrachtgevers in alle sectoren bij het innoveren en verbeteren van hospitality, facility management en huisvesting. Zo ontwikkelen zij voor ABN AMRO het integrale werkplekconcept door en helpen zij Google bij het wereldwijd structureren en nog beter organiseren van hun onderscheidende foodservices.
Henk Visser Algemeen Directeur Engagement sleutel voor succes Internationaal onderzoek laat zien dat organisaties die investeren in ‘employee engagement’ ook het beste presteren. De kunst is om medewerkers te verbinden met de doelstellingen van de organisatie. “We weten inmiddels alles over onze klanten en wat hen drijft maar weten in vergelijking eigenlijk
weinig tot niets over onze eigen medewerkers. Medewerkers-betrokkenheid ontwikkel je door sterk leiderschap, gedeelde waarden, een inspirerende cultuur en faciliteiten die er toe doen. Het potentieel rendement van echt doordachte engagement projecten is enorm. Employer of choice en toenemende productiviteit zijn spijkerharde voordelen.” Gezamenlijke aanpak De uitdaging om te komen tot een winnende aanpak voor employee engagement vraagt om een integrale benadering. Evaluaties van bijvoorbeeld Het Nieuwe Werken laten zien dat de resultaten om medewerkers te verbinden met de nieuwe doelen en werkwijze van de organisatie mager zijn. Dat komt door de gefragmenteerde en/of weinig
overtuigende aanpak. Het Nieuwe Werken is vaak een project van ICT, huisvesting of facility management terwijl de belangrijkste spelers zoals het management, HR en interne communicatie niet of nauwelijks aan boord zijn. Met een bredere en scherpe benadering kom je tot een betere afweging van wat er nu echt toe doet, krijg je draagvlak bij de directie en OR, herkent talent de aanpak en beheers je de kosten. Dat kost initieel wel wat meer moeite maar de resultaten spreken voor zich.
Smallepad 13-15, Amersfoort 033 - 462 55 55 www.hospitality-group.nl
[email protected]
ventilatiesysteem in de vloer. Naast deze persoonlijke ventilatie kan men de temperatuur van het bureaublad persoonlijk instellen. Dat gaat via een elektrisch verwarmingselement in het bureaublad dat ’s winters de handen verwarmt en ook naar beneden straalt naar de bovenbenen. “Wij willen onze kennis nu delen met een partij uit de meubelbranche die het product op de markt wil brengen”, zegt technisch directeur Marc van Delft, die aan professionele interesse in zijn concept geen gebrek heeft. “Onlangs zijn wij benaderd door TNO met het verzoek deel te nemen aan een project ter promotie van persoonlijke werkplekklimatisering.” Naast JEP! zijn er meer producten op de Nederlandse markt, zoals die van het Deense bedrijf Exhausto. “In Scandinavië en Duitsland zijn ze sowieso verder als het gaat om gezond binnenklimaat”, zegt
Nieuw gebouwde kantoren zijn vaak al voorzien van zulke geavanceerde klimaatinstallaties, dat Facility Managers niet makkelijk argumenten zullen vinden om extra te investeren in microklimatisering. Bij renovaties kan dat wel. “Een ontwikkelaar die een pand uit de jaren vijftig gaat opknappen kan ervoor kiezen veel geld te besteden aan nieuwe installaties en isolatie van de gevel. Hij kan ook alleen dubbel glas plaatsen, de installatie laten voor wat die is en zijn geld steken in microklimatisering. Ik garandeer je dat hij daarmee goedkoper uit is, terwijl het comfort en de energierekening er allerminst onder lijdt.” Als er weinig geld te besteden is, zijn er voldoende goedkope alternatieven. Zeker als het gaat om het verbeteren van het wintercomfort. “Leg een verwarmingsmat bij de voeten, of koop een verwarmde muis of verwarmd toetsenbord. Dat wordt bijvoorbeeld in de VS steeds populairder. Het kost maar een paar tientjes, maar veel medewerkers – vooral vrouwen – zullen daar erg blij van worden.”
TEKST: TIJDO VAN DER ZEE
(Hoofdelijke) aansprakelijkheid; bent u COMPLIANT?
Wet- en regelgeving in het vastgoedbeheer Vastgoedbeheer vereist hoogwaardige professionaliteit. Gebrekkige borging van de wet- en regelgeving is schering en inslag en kan leiden tot hoofdelijke aansprakelijkheid. Reden waarom Corporate Services een high performance beheerconcept heeft ontwikkeld voor haar vooraanstaande opdrachtgevers vanuit onder andere de bancaire wereld. Corporate Services onderscheidt zich hierbij van andere beheerders doordat volledige Compliancy wordt gegarandeerd. Cruciaal voor gerenommeerde bedrijven waarvoor een uitstekend imago van groot belang is. Steeds vaker komen onaangekondigd toetsende instanties de naleving inspecteren, niet zelden met boetes tot
gevolg. Veel ernstiger is de inspectie na een calamiteit. Geregeld is hierbij ook het openbaar ministerie betrokken en is hoofdelijke aansprakelijkheid geen uitzondering meer. Corporate Services brengt de verantwoordelijkheden en de risico’s voor u in kaart. Ter ondersteuning wordt het Building Documents Register ingezet en o.a. alle wet- en regelgeving documenten real-time digitaal beschikbaar gesteld. Denk hierbij aan liftkeuringen, sprinklercertificaten, WKO, legionella etc. Ook kan de NEN 3140 Installatieverantwoordelijkheid bij Corporate Services belegd worden. Voor de ProVaDa bezoekers biedt Corporate Services kosteloos een Compliancy check aan. Voor meer info; www.corporateservices.nu of email naar
[email protected]
FACILITY MANAGEMENT FACILITAIRE BELEVING 9
DEZE SPECIAL ONLINE LEZEN? WWW.FACILITY-VASTGOED.NL
GASTVRIJHEID EN BELEVING ZIJN MEER DAN EEN EERSTE INDRUK ben je als bedrijf, wat wil je uitstralen naar gasten, klanten, bezoekers, patiënten, medewerkers. Oprechtheid, transparantie, duurzaamheid en welzijn/gezond zijn aspecten die vaak terugkomen in een visie”, schrijft Question Mark in haar whitepaper.
De eerste indruk van een bedrijf begint bij een bezoek. Hoe is de ontvangst: een gezellige, warme ontvangst of juist orde en zakelijkheid? En komt dat overeen met wat de klant van het bedrijf verwacht? Als deze zaken door bedrijven goed geregeld worden, levert dat meer op dan alleen complimenten: het komt het bedrijfsresultaat ten goede.
D
e termen ‘beleving’ en ‘hospitality’ zijn niet meer weg te denken uit de doelstellingen van facilitaire diensten en leveranciers. Het zal de komende jaren hoog op de agenda staan bij bedrijven, want deze eerste indruk beperkt zich niet tot het facilitaire werkveld maar gaat de gehele organisatie aan. Het proces van welkom heten begint al voordat de bezoeker één stap binnen heeft gezet, zegt Ursula van Werkhoven van hospitality-organisatie Welkom!, onderdeel van Securitas. “Van de eerste indruk op de website, de kwaliteit van de routebeschrijving tot de parkeerruimte; ook dat speelt mee bij de bezoekbeleving. Zelfs de verlichting en de kleuren op de muur spelen een rol.”
Wachtbeleving Eenmaal in het kantoorpand van de organisatie gaat de beleving verder. Vaak moet een gast even wachten op zijn afspraak. Hoe is wachtruimte geregeld? Organisaties kunnen zich onderscheiden door de invulling van de wachtervaring van gasten, zegt onderzoeksbureau Question
Mark Group in de whitepaper ‘100% beleving’. “Een positieve wachtervaring leidt tot verbetering van de algehele tevredenheid en zelfs de totstandkoming van loyaliteit. Voor een ideale wachtbeleving moet je denken aan actuele informatie over nieuws van de dag, actuele dagbladen en tijdschriften, restauratieve voorzieningen of het aanbod van een kop koffie.” Dit alles lijkt een open deur, maar toch zijn lang niet alle bedrijven hiermee bezig. Het zijn vooral de wat kleinere bedrijven die hierin achterblijven, zegt Ferry Wiggers van hospitality-organisatie Welkom!, die dit onlangs heeft onderzocht onder duizend werkende Nederlanders. Daaruit bleek dat ruim een op de drie (37 procent) bedrijven bezoekende gasten niets te drinken
aanbiedt. Een kwart van de bedrijven geeft bezoekers zelfs helemaal niets. In veel gevallen is niemand specifiek verantwoordelijk voor de ontvangst van bezoekers. “Uit het onderzoek blijkt dat met name grote organisaties gastvrijheid en bezoek professioneel benaderen. Dat is waarschijnlijk deels een budgetkwestie, maar juist voor kleine bedrijven kan de bezoekbeleving net dat beetje extra geven, waardoor een potentiële klant geneigd is met jouw organisatie in zee te gaan. Daarbij hoeft gastvrijheid geen bakken met geld te kosten en zit het vaak in kleine oplossingen of attenties.”
Daarna is het zaak dit rechtstreeks te vertalen naar concepten en diensten in het bedrijf, zoals bij het voorbeeld over de wachtervaring. Het meest ingrijpende en daarmee ook het moeilijkst is de gastvrijheid inbedden in het DNA van het bedrijf. Dat gaat verder dan de wachtruimte: het betreft de gehele organisatie en haar medewerkers. “Als je zelf niet gastvrij bent wordt het echt geen succes. Het gaat over aan een ander denken, elkaar groeten, vriendelijk zijn, je troep opruimen, het toilet netjes achterlaten, belangstelling tonen, de deur openhouden etc. Als dit gemeengoed wordt binnen de totale organisatie, zal de score op hospitality en daarmee op beleving bij alle doelgroepen, intern en extern, gaan stijgen”, aldus de Question Mark Group.
Hospitality Group is het grootste bureau in Nederland voor hospitality, facility management en huisvesting. Van advies tot uitvoering en van inspiratie tot coaching en training. Onze 100 professionals voeren jaarlijks meer dan 300 projecten uit bij grote (internationale) organisaties binnen het bedrijfsleven, de overheid, het onderwijs en de zorg. Hospitality Group www.hospitality-group.nl
voor dagelijks schoonm specialistische reinigin en aanvullende dienst voor dagelijks schoonmaakonderhoud, specialistische reiniging en aanvullende diensten
Inbedden in bedrijfs-DNA
Hoe kan een bedrijf gastvrijheid en beleving regisseren? Dat start met een duidelijke visie en beleid: straalt je kantoor uit wat je wilt zijn? “Wie
Dat vraagt wel maatwerk, stelt psycholoog Antoine Defesche. “Gastvrijheid vul je niet zomaar even in. Het is een containerbegrip. Er is nauwelijks theorie over beschikbaar. En als je denkt dat je het wel even bedenkt voor de klant, dan heb je het mis. De bezoeker bepaalt of je écht gastvrij bent. De invulling is voor elke branche, elk bedrijf anders. Het is dus belangrijk goed naar de klant te luisteren”, aldus Defesche.
HOSPITALITY CONSULTANTS HOSPITALITY DESIGN HOSPITALITY INTERIM & SEARCH HOSPITALITY BLOOM
scho
TEKST: HARMEN WEIJER
gegarande schoon HET DRAAIT OM BELEVING gegarandeerd schoon SCHOONHOUDEN
schoon maakt blij
SCHOONMAAK IN DE HOSPITALITY BRANCHE
Nog meer dan in andere sectoren heeft de schoonmaak in de hospitality sector een grote impact op de beleving. Schoonmaak in een hotel, theater, congrescentrum of museum heeft impact op het bedrijfsproces én de gasttevredenheid.
H
et gaat er om flexibel inspelen op de pieken en dalen in de gastaan tallen en oplossingen aan te dra gen voor alledaagse problemen. Als de schoonmaak dan ook nog plaatsvindt in het zicht van de gast, is dit van nog grotere invloed op de beleving.
van de gast’. Waar stoort u zich aan als u naar een voorstelling gaat of een museum bezoekt? Wat valt u direct op wanneer u een hotelkamer betreedt? Kan dit nóg gastvrijer? Dat zijn vragen die wij ons keer op keer stellen. Zo komen we tot een zo hoog mogelijke beleving van uw gast.
Onze bijdrage aan gastvriendelijke schoonmaak. Gom Hospitality
Het borgen van gastvrije kwaliteit
Schoonmaken kan elk gerenommeerd schoonmaakbedrijf. Wilt u uw organi satie (en uw gasten) laten stralen? Dan moet u bij Gom Hospitality zijn. Wij wéten niet alleen dat de schoonmaak in de hospitality sector een grote impact heeft op gasttevredenheid, wij stellen de gast centraal in onze aanpak met ons principe: ‘kijken door de ogen
U maakt onder andere kennis met onze betrokken accountmanagers. Zij zijn van grote toegevoegde waarde voor u, omdat zij zich volledig op de hospitality branche richten. Zij ont wikkelen, samen met een team van enthousiaste collega’s, onze dienstver lening continu door te blijven kijken vanuit de ogen van de gast.
voor dagelijks schoonmaakonderhoud, voor dagelijks schoonmaakonderhoud, specialistische reiniging specialistische reiniging en aanvullende diensten en aanvullende diensten
PATRICK VAN DER VEEN National Account manager Gom Hospitality
Deel uw uitdaging met ons
schoon maakt blij
schoon maakt blij
gegarandeerd gegarandeerd schoon schoon
Bent u benieuwd wat wij voor uw hotel, museum, bungalowpark of theater kunnen betekenen? Wilt u meer horen over onze aanpak binnen diverse toonaangevende referenties binnen uw branche? Of hoe onze digitale tools, de processen voor uw front desk vereen voudigen én de gasttevredenheid ver hogen? Neem dan vrijblijvend contact 088-365 62 00 op met een van onze accountmanagers www.dolmans.com (Patrick van der Veen) op 06 51 15 44 62. 088-365 62 00 Gom. Laat uw organisatie stralen.
088-365 62 00 www.dolmans.com
088-365 62 00 www.dolmans.com
www.dolmans.com
10 ICT & ORGANISATIE FACILITY MANAGEMENT
DEZE SPECIAL ONLINE LEZEN? WWW.FACILITY-VASTGOED.NL
‘BIM WORDT ONMISBAAR BIJ BEHEER EN ONDERHOUD VASTGOED’ B
IM (Bouwwerk Informatie Model) is de hype voorbij. In de bouwwereld kan je er niet meer omheen. Toch is de term bij het grote publiek nog niet echt aangeslagen. En dat is vreemd, want BIM heeft het in zich om de vastgoedsector drastisch te veranderen. BIM is een technisch verhaal, een verhaal over software. Maar ook staat BIM voor een andere manier
van werken in de bouw: veel meer samenwerken, tegelijkertijd dingen doen in plaats van dat iedere opdrachtnemer op de bouw vanuit zijn eigen eilandje werkt, volgens zijn eigen planning. BIM houdt in dat een gebouw, voordat het fysiek uit de grond wordt gestampt, eerst volledig wordt opgebouwd in de computer. De architect doet de vormgeving, de bouwer de
© STADSRUIM
Digitale bouwtekeningen van nieuwe gebouwen – zogeheten BIM-modellen – zijn tegenwoordig zó geavanceerd en volgepropt met nuttige informatie, dat ze ook na de bouw nog prima te gebruiken zijn voor beheer en onderhoud. Eigenaren, projectontwikkelaars en Facility Managers zien kansen. “Het werken met BIM leidt tot structureel betere data tegen lagere kosten.”
muren, het dak en alle andere bouwkundige elementen en de installateur legt de leidingen. Allemaal digitaal en allemaal in hetzelfde model. Pas als iedereen tevreden is, kan de echte bouw beginnen. En dat is dan nog een fluitje van een cent. Alle mogelijke problemen zijn immers al tijdens de digitale bouw opgelost. Tegen veel lagere kosten. Het hierboven geschetste rooskleurige beeld komt in de praktijk maar zelden voor. BIM is nog nieuw en er moet dus nog een heleboel met vallen en opstaan worden uitge-
vonden. Ondanks de kinderziektes, hebben sommige partijen al zo veel vertrouwen in BIM dat ze de volgende stap willen gaan zetten. Tijdens de bouw is zo’n BIM-model namelijk reuzehandig, maar zeker ook bij het beheer en onderhoud ná de bouw kan het zijn diensten bewijzen, is de overtuiging. Hoe dat zit? Het opgeleverde BIM-model is zó rijk gevuld met informatie, dat je precies weet waar zich bijvoorbeeld de ventilatiepompen in het gebouw bevinden, hoeveel het er zijn, welk vermogen ze hebben, van
Top 3 – Advies voor back-up
Bij BIM worden gebouwen eerst in de computer gebouwd.
Gebruiksplezier in toekomstbestendig vastgoed De huidige leegstand in kantoren, bedrijfsruimten en winkels bewijst dat er in het verleden onvoldoende gewerkt is aan het realiseren van toekomstbestendig vastgoed. Uiteraard is die toekomst niet geheel te voorspellen, maar je kunt wel anticiperen op veranderingen in de vraag en behoefte aan huisvesting. Als onderdeel van de duurzaamheidsgolf wordt nu hard gewerkt aan het realiseren van circulaire huisvesting met betaling op basis van prestaties. Het transformeren van bestaand vastgoed is daarbij een logische stap, waarbij gebruik wordt gemaakt van de waarde van de toegepaste materialen en systemen. Hergebruik van onderdelen van gebouwen verrast gebruikers vaak positief, maar
desondanks zijn veel organisaties nog verslaafd aan nieuw. Uiteindelijk is huisvesting voor een organisatie een middel om doelen te bereiken. Gebruikers moeten daar optimaal
‘Hergebruik van onderdelen van gebouwen verrast gebruikers vaak positief, maar desondanks zijn veel organisaties nog verslaafd aan nieuw’ in functioneren en de huisvesting met plezier gebruiken. Dat levert hogere gebruikersprestaties op en de organisatie zal niet willen vertrekken. De vastgoedmanager moet hier veel beter op sturen en zorgen voor slim
gebruik van de huisvesting. Dit geeft onder andere een goede match van vraag en aanbod van voorzieningen en een hoge bezetting. Door gebouwen ‘vitaal’ te houden, kan een veranderende vraag goed ingepast worden en levert het gebouw goede prestaties. Om bestaand vastgoed toekomstbestendig te maken is het nodig met stakeholders in een creatief proces te komen tot de optimale oplossing. Door ‘financieel engineering’ wordt een sluitende business case gecreeerd, die gerealiseerd wordt op basis van prestatiecontracten. In die complexe materie de balans vinden vraagt om een nieuwe rol: de Huisvester. Willem Adriaanssen (Partner HEVO)
HEVO B.V. | Hugo de Grootlaan 11 | 5223 LB ‘s-Hertogenbosch | Postbus 70501 5201 CB ‘s-Hertogenbosch | T +31 (0)73 6 409 409 | E
[email protected] | www.hevo.nl
Beschermt u cruciale bedrijfsgegevens efficiënt en verantwoord? Om die vraag te beantwoorden is een goede back-upstrategie van gegevens noodzakelijk. Informatiemanager Iron Mountain – leverancier van oplossingen voor archiefbeheer, digitalisering van documenten, data protectie en informatievernietiging – adviseert bedrijven in de keuze voor de juiste back-upstrategie. Drie adviezen op een rij:
oplossing op maat te maken. Volledige back-ups goedkoop opslaan op tape en lokale schijfruimte reserveren voor een kleiner gedeelte met bestanden die veelvuldig worden gebruikt. Of gebruik de cloud als u uw gelaagde back-upstrategie hebt geformuleerd. Zelfs kleine en middelgrote bedrijven kunnen profiteren van deze flexibiliteit en hun voordeel doen met de rendabiliteit en flexibiliteit van cloudservices.
1. Kies je Wapen. Bekijk uw mogelijkheden. De meeste bedrijven voeren regelmatig, vaak dagelijks, geplande back-ups uit om zichzelf te beschermen tegen het verlies van meer dan een dag aan gegevens. Maar voor welke vorm van gegevensopslag moet u kiezen: schijven, tapes of in de cloud?
Iron Mountain adviseert:
2. Kies je Harnas. Evalueer de beveiliging van uw gegevens. Hoe en waar u ook uw back-ups maakt en bewaart, de gegevens moeten overal volledig veilig en gecodeerd zijn. Om al deze uitdagingen tactisch het hoofd te bieden, dient u zorgvuldig samen te werken met uw partner voor back-upservices om zo het juiste niveau van gegevensbeveiliging te realiseren. En vergeet niet te testen! 3. Kies je Strategie. Zoek de juiste mix van technologieën. Met de talloze beschikbare opslagmogelijkheden kunt u probleemloos twee of meer methoden combineren om een specifieke
services voor externe tapeopslag
Iron Mountain bezit de beproefde middelen, technologie en ervaring om uw gegevens te beschermen en u te helpen bedrijfsonderbrekingen tot een minimum te beperken. Externe tapeopslag van Iron Mountain biedt u: • Een uitgebreide oplossing voor transport, opslag, beheer en het opvragen van uw back-upmedia uit een veilige, externe locatie. • Volledige bescherming van informatie tijdens transport en opslag. • Een gestroomlijnd proces voor identificatie, herstel en levering van de informatie op een specifieke tape. • Vertrouwen dat u snel en doeltreffend herstelt van elke gebeurtenis, altijd en op elke locatie. Hebt u vragen over gegevensbescherming of opslag? Bel ons op 0800 272 4433 of bezoek onze website: www.ironmountain.nl
FACILITY MANAGEMENT ICT & ORGANISATIE 11
DEZE SPECIAL ONLINE LEZEN? WWW.FACILITY-VASTGOED.NL
aangevuld, dan kan dat leiden tot zeer onprettige verassingen. Misschien wel het meest vervelend is wanneer de externe partij geld vraagt om opnieuw gebruik te kunnen maken van het model. Omdat daarbij dan per definitie sprake is van een monopoliepositie, is er geen reële prijsvorming.”
welke leverancier én – misschien nog wel belangrijker – hoe lang de garantietermijnen zijn en wanneer ze voor het laatst gezien zijn door de onderhoudsmonteur. Daar kan een Facility Manager wat mee. Dat BIM-modellen waarde hebben is inmiddels goed doorgedrongen bij gebouweigenaren, zo blijkt
ʻLeg contractueel vast wie eigenaar wordt van het BIM-modelʼ uit de ‘BIM Maturity Sectoranalyse 2014’ die de Universiteit Twente samen met inkooporganisatie Nevi en de Bouw Informatie Raad uitvoerde. Hieruit komt naar voren dat bouwbedrijven en installateurs BIM vooral zien als nuttig tijdens de bouw. Opdrachtgevers en gebouweigenaren daarentegen willen
BIM-modellen vooral inzetten als instrument in de gebruiksfase. Dáár kan het BIM-model zich volgens hen echt uitbetalen. Maar om zover te komen, moeten er in het voortraject van de bouw wel een aantal afspraken worden
gemaakt. Over het eigendom van het BIM-model bijvoorbeeld. “Dit moet je vooraf contractueel vastleggen. Het is belangrijk dat opdrachtgevers het eigenaarschap van informatie borgen, zodat ze niet afhankelijk raken van opdrachtnemers”, stelt Maarten Georgius, BIM-deskundige bij Aedes, de
koepelorganisatie voor woningcorporaties. Daar is Tom Smeulders, partner bij onderzoeks- en adviesbureau Stadsruim, het mee eens. “Als corporaties steeds aan moeten kloppen bij partijen die in het verleden het BIM-model van een bepaald woningcomplex hebben gemodelleerd of dat model hebben
Ondanks het potentieel van BIM bij beheer en onderhoud, is het aantal projecten nog op de vingers van een hand te tellen. Zullen het er snel meer worden? Smeulders geeft toe dat BIM bij beheer en onderhoud ‘nog in de kinderschoenen staat’. “Maar”, zo stelt hij, “het waait niet over. Een aantal jaar terug werd dezelfde vraag gesteld voor de toepassing van BIM bij nieuwbouw. Inmiddels wordt er bijna geen woning meer ontwikkeld zonder dat er gebruik wordt gemaakt van BIM.”
TEKST: TIJDO VAN DER ZEE
ZUINIGE EN FLEXIBELE GEBOUWEN, MET HULP VAN BIG DATA Facility managers die niet in staat zijn patronen te herkennen in de enorme berg data die hun gebouwbeheersysteem aanlevert, zijn geneigd het systeem aan de kant te schuiven en gewoon weer ouderwets zelf aan de knoppen te draaien. En dat is zonde, want met big data kan je je gebouw zuinig én flexibel maken. TEKST: TIJDO VAN DER ZEE
H
j komt de gebouwen tegen, waar prachtige energie-managementapparatuur is geïnstalleerd, die vervolgens niet wordt gebruikt. “Als er niet een deskundig persoon verantwoordelijk wordt gemaakt, zie je soms dat een systeem, dat eigenlijk een oplossing zou moeten bieden, zelf het probleem wordt. Dat staat dan te verstoffen. Zonde.” Dat zegt Marcel Van ’t Hof, business development manager bij Schneider Electric, een Franse leverancier van energiebeheerssystemen en met een jaaromzet van 24 miljard euro en 150.000 werknemers wereldleider in de sector. Het
Nederlandse hoofdkantoor van de multinational staat in Hoofddorp. Analyse van gebouwdata wordt steeds complexer, omdat er steeds meer data bijkomen. Dat zijn enerzijds data uit het gebouw zelf. Dat groeit, omdat steeds meer gebouwelementen voorzien zijn van sensoren en zenders, die hun meetgegevens naar de server sturen – het veelgenoemde Internet of Things. Anderzijds komen er steeds meer gegevens van buiten. Zo worden meteogegevens steeds vaker ingezet om vooraf te bepalen wanneer en op welke
stand de verwarming aangezet moet worden. En in de nabije toekomst zullen gebouwen vaker onderdeel zijn van het energienet (smart grid), waarbij flexibel ingespeeld kan worden op fluctuerende energieprijzen. “Je kan vrij veel automatiseren, maar het is niet zo dat je je hele gebouw met één simpel appje onder controle kunt houden”, zegt Van
Big data zijn dus prachtig, als je ermee overweg kunt ’t Hof. “Er is wel kennis en kunde voor nodig om de juiste patronen te ontdekken en op basis daarvan het gebouw goed aan te sturen.” En áls je dat doet, dan kan je daar al vrij snel de vruchten van plukken. Wat dat betreft vervult Schneider Electric’s kantoor in Hoofddorp een voorbeeldrol. Een van de maatregelen die daar werden genomen is het koppelen van een meteosysteem aan het energie-management-systeem. Deze technologie heeft Schneider Electric trouwens sinds de overname in 2011 van het Spaanse Telvent zelf in huis. “In ons kantoor hebben we al een energiebesparing van 37% gerealiseerd”, zegt Van ’t Hof. “We zijn dus
al een eind op weg naar onze doelstelling van 50%.” Een ander gebouw dat tot de verbeelding spreekt is het nieuwe kantoor The Edge aan de Amsterdamse Zuidas dat op alle duurzaamheidslijstjes scoort. Schneider Electric installeerde er het gebouwbeheersysteem. Deloitte’s Chief Information Officer (CIO) in Nederland, Erik Ubels, schuwt in het gebouw de inzet van big data niet. Zo liet hij in alle bureaus telefoonopladers installeren. Laadt een medewerker er zijn telefoon op, dan ‘weet’ het systeem of een ruimte wordt gebruikt en of die dus verwarmd en geventileerd moet worden. “Het geeft je ook inzicht in hoe vaak een ruimte gebruikt wordt. Met die kennis kan je uiteindelijk veel flexibeler met de beschikbare kantoorruimte omgaan”, zegt Van ’t Hof.
Soortgelijke data komen van in the The Edge geïnstalleerde RFID-chips. Die kunnen, in combinatie met een bewegingssensor, meten hoeveel medewerkers en bezoekers zich in een bepaalde ruimte bevinden. Van ’t Hof: “Stel, je hebt een vergaderruimte gereserveerd, maar de vergadering komt te vervallen. Vaak vergeet men dan deze reservering in te trekken, waardoor de ruimte niet beschikbaar is. Als je kan meten dat er niemand aanwezig is, kan je de reservering alsnog intrekken, waardoor anderen er weer gebruik van kunnen maken.” Big data zijn dus prachtig, als je ermee overweg kunt. Van ’t Hof: “Je kan alle systemen aan elkaar knopen. Het wordt pas waardevol als je logische verbanden kan leggen en goede oplossingen kan bedenken.”
De zaken rondom uw organisatie allemaal goed geregeld? Dan is het nu tijd voor uw online zichtbaarheid Tegenwoordig worden veel websites niet alleen meer geraadpleegd op een computer, maar ook op tablet en smartphone. Het is dus cruciaal dat uw website op alle apparaten goed fungeert. Bureau Feith is ervaren en zeer bedreven in het bouwen van websites. Wij zijn expert op het gebied van mobiele versies en websites op basis van responsive webdesign. Naast het verbeteren van uw online zichtbaarheid, zal ook uw vindbaarheid in zoekmachines verbeteren.
Interesse in meer informatie over de verschillende mogelijkheden? Raadpleeg onze website of bel ons! We leveren voor iedere organisatie een passende maatwerkoplossing.
Bureaufeith.nl
Bel Simone 020 2627 262