Bedienden voedingsnijverheid
Sectoraal aanvullend pensioenplan
F2P PC220 Vanaf 1 januari 2013 ging het sectoraal aanvullend pensioenplan voor de bedienden in de voedingsindustrie van start. Dit betekent dat vanaf 1 januari 2013 alle bedienden van de voedingsindustrie (Paritair Comité 220) een aanvullend pensioen genieten, ofwel op basis van het sectoraal sociaal pensioenplan, ofwel op basis van een bedrijfseigen systeem. Zit u met een vraag over uw sectoraal aanvullend pensioenplan ? Dan vindt u hier misschien wel het antwoord. De meest voorkomende vragen hebben wij voor u gebundeld.
F2P PC220 Grote markt 10 1000 Brussel www.viafonds.be +32 2 5134180
[email protected]
Het sectoraal aanvullend pensioenplan Bedienden Voedingsnijverheid PC220 Vanaf 1 januari 2013 ging het sectoraal aanvullend pensioenplan voor de bedienden in de voedingsindustrie van start. Dit betekent dat vanaf 1 januari 2013 alle bedienden van de voedingsindustrie (Paritair Comité 220) een aanvullend pensioen genieten, ofwel op basis van het sectoraal sociaal pensioenplan, ofwel op basis van een bedrijfseigen systeem. Sommige bedrijven hebben ervoor gekozen hun aanvullend pensioen zelf op ondernemingsvlak te organiseren. De bedienden van deze ondernemingen vallen dan ook buiten de regeling van het sectorale stelsel. Zit u met een vraag over uw sectoraal aanvullend pensioenplan ? Dan vindt u hier misschien wel het antwoord. De meest voorkomende vragen hebben wij voor u gebundeld.
1 Drie soorten pensioen Na een loopbaan verdient u een pensioen. U krijgt sowieso het wettelijk pensioen, maar misschien krijgt u meer. Eenmaal op pensioenleeftijd , kan u in België een pensioen krijgen dat is samengesteld uit één of meerdere pijlers : - de overheid betaalt u het wettelijk pensioen (eerste pijler) - daarnaast is er eventueel een aanvullend pensioen (tweede pijler) dat u opbouwt terwijl u werkt - tenslotte is er het pensioengedeelte waarvoor u zelf kunt sparen (derde pijler); dit wordt het pensioensparen genoemd.
2 Wettelijk pensioen Het wettelijk pensioen (eerste pijler) is, zoals de naam het al zegt, bij wet vastgelegd. De hoogte ervan is afhankelijk van het aantal jaren dat u gewerkt hebt en van de hoogte van uw inkomen. Ook periodes van werkloosheid, ziekte en loopbaanonderbreking kunnen meetellen voor de berekening van uw wettelijk pensioen. De regels voor de berekening van uw wettelijk pensioen liggen vast. De hoogte van uw wettelijk pensioen hangt af van uw statuut: het is verschillend naargelang u als werknemer, zelfstandige of ambtenaar hebt gewerkt. U kan op het gratis telefoonnummer 1765 terecht voor al uw vragen over het wettelijk pensioen, ongeacht het stelsel waarin u gewerkt hebt. U kan ook terecht op de verschillende websites : - voor zelfstandige : www.rsvz.be - voor ambtenaar : www.pdos.fgov.be - voor werknemer : www.onprvp.fgov.be Op de website www.onprvp.fgov.be kan u via "MyPension" uw pensioendossier raadplegen: u kan er uw loopbaanoverzicht bekijken en simulaties maken van uw toekomstig pensioen. Het nettobedrag van uw wettelijk pensioen is lager dan het brutobedrag. Er worden immers bijdragen voor sociale zekerheid en personenbelasting op afgehouden. Maar het verschil tussen het bruto- en het netto-pensioen is kleiner dan het verschil tussen een bruto- en een nettoloon.
1
3 Hoe kan u uw pensioen verhogen ? In sommige gevallen hebt u ook recht op een aanvullend pensioen (tweede pijler). Uw werkgever of sector waarin u bent tewerkgesteld, kan dit voor u opbouwen. Als u zelfstandige bent, kan u dit zelf opbouwen tijdens uw loopbaan. Daarnaast is er nog het pensioensparen (derde pijler). Daarvoor kan u zelf regelmatig een bepaald bedrag opzij zetten, dat belegd wordt in een pensioenspaarfonds of in een pensioenspaarverzekering. Voor het bedrag dat u stort in het kader van pensioensparen, krijgt u een vermindering in uw personenbelasting.
4 Wie valt onder het sectoraal pensioenplan voor de bedienden van de voedingsindustrie ? Elke bediende in de voedingsindustrie is aangesloten bij het sectoraal aanvullend pensioenplan. Dit is echter niet het geval voor : - De bedienden tewerkgesteld bij werkgevers met een ondernemingsplan: dit plan is minstens evenwaardig aan het sectoraal pensioenplan ; zij zijn aangesloten bij het ondernemingsplan; - De uitzendkrachten tewerkgesteld als bedienden in de voedingsindustrie; zij ontvangen een pensioenpremie als loon uitbetaald door het uitzendkantoor. U kan de aansluiting niet weigeren. U bent dus automatisch aangesloten. U kan zelf niet beslissen om uit het sectoraal pensioenplan te stappen. Er wordt geen rekening gehouden met eventuele tewerkstelling als bediende in de voedingsindustrie vòòr 1 januari 2013.
5 Wat is het sectoraal pensioenplan ? Het pensioenplan werkt als een pensioenspaarrekening waarop bijdragen worden gestort. Zodra u 132 dagen als bediende in de voedingsindustrie werkzaam was, te rekenen vanaf 1 januari 2013, maakt u er aanspraak op. Om de pensioenspaarrekeningen te beheren, werd het Fonds 2de Pijler PC220 opgericht. Het is een Sociaal Fonds, paritair beheerd door werkgevers- en werknemersvertegenwoordigers van de sector. Dit fonds heeft een overeenkomst afgesloten met de pensioeninstellingen AG Insurance en Integrale. Deze verzekeraars staan in voor de beleggingen, de betalingen en de jaarlijkse informatiefiche. Vanaf 1 januari 2014 betaalt de werkgever 0,65 % op het aan RSZ onderworpen brutoloon (100%). Tijdens het jaar 2013 bedraagt de bijdrage 0,86 %. U als werknemer betaalt niet mee. Persoonlijke bijdragen zijn dus niet toegelaten. Vermits dit aanvullend pensioen enkel via werkgeversbijdragen opgebouwd wordt en u zelf geen bijdrage moet betalen, kan u fiscaal niets aftrekken. 2
Het Fonds 2de Pijler PC220 beschouwt de gegevens van de RSZ als enige correcte bron van informatie en hier kunnen geen individuele uitzonderingen op worden toegestaan.
6 Hoeveel bedraagt het pensioenkapitaal ? De betaalde bijdragen worden belegd door de twee pensioeninstellingen en uw aanvullend pensioen is afhankelijk van de opbrengst van die belegging. Die opbrengst noemen we ook wel het rendement. Het aanvullend pensioen dat u uiteindelijk zal krijgen, is dus afhankelijk van het resultaat van de beleggingen. Evenwel zorgt de wet ervoor dat u recht heeft op een minimumrendement. Bij uw pensionering hebt u dus minstens recht op de gestorte bijdragen met daarbovenop de wettelijk vastgelegde interest (op 1.1.2013 : 3,25%). Laten we ervan uitgaan dat uw werkgever jaarlijks 100 euro als bijdrage betaalt. Naargelang de leeftijd waarop u als bediende bij het sectoraal pensioenplan bent aangesloten, kan u aanspraak maken op een pensioenkapitaal zoals hieronder vermeld. Het pensioenkapitaal wordt berekend ervan uitgaande dat er geen enkele winstdeelname wordt toegekend, dat de kapitalisatie van de bijdragen gebeurt op basis van 3,25%, dat het pensioenkapitaal bruto is, vòòr belastingen en sociale lasten. Leeftijd aansluiting 25 35 45 55
Op 65 jaar 8.215 euro 5.100 euro 2.837 euro 1.193 euro
Pensioenkapitaal (bruto) Op 60 jaar 6.533 euro 3.878 euro 1.950 euro 549 euro
7 Extra waarborgen Het pensioenkapitaal wordt aangevuld door extra waarborgen, voorzien in de solidariteitstoezegging : - Een overlijdenskapitaal van 1.250 euro bruto indien u komt te overlijden tijdens uw beroepsloopbaan. Indien het overlijden van de aangeslotene voorafgegaan wordt door een vergoede periode wegens ziekte of ongeval, dan dient het overlijden plaats te vinden binnen de vijf jaren na de begindatum van de vergoede periode wegens ziekte of ongeval; - Een éénmalige premie van 150 euro bij langdurige arbeidsongeschiktheid (ziekte, ongeval van gemeen recht, profylactisch verlof, zwangerschapsverlof, arbeidsongeval of beroepsziekte) , waarvan de duurtijd minstens 200 dagen bedraagt (na de periode van gewaarborgd loon, over een periode van vijf opeenvolgende trimesters); - Een bedrag van 0,70 euro per dag economische werkloosheid; - Financiering van de opbouw van het aanvullend pensioen tijdens de periode voorafgaand aan het faillissement van de werkgever tot ten hoogste één maand na de faillietverklaring. Het overlijdenskapitaal wordt vereffend op dezelfde wijze zoals deze voorzien voor het pensioenkapitaal. Aanvragen die meer dan drie jaar na de datum van uw overlijden worden ingediend, komen niet meer in aanmerking voor de bedoelde solidariteitsprestatie. De overige waarborgen worden vereffend zonder dat U hiertoe een aanvraag moet indienen en worden zo vlug mogelijk toegevoegd op uw pensioenrekening. 3
8 Premievrijstelling ? Het sectoraal pensioenplan voorziet geen premievrijstelling. Premievrijstelling betekent dat de pensioeninstelling de premies zal overnemen indien u langere tijd niet kan werken door ziekte of ongeval. Wanneer u langere tijd niet kan werken door een ziekte of een ongeval, is er behalve de éénmalige premie van 150 euro (bij langdurige arbeidsongeschiktheid zoals hierboven vermeld), dus geen verdere opbouw van uw pensioenkapitaal.
9 Wordt U geïnformeerd pensioenspaarrekening ?
over
de
stand
van
uw
Elk jaar, rond oktober-november, ontvangt u een pensioenfiche met de stand van uw pensioenspaarrekening. U leest er welke bijdrage voor u is betaald en welk bedrag op uw pensioenrekening staat. Deze fiche geeft bovendien een schatting van het pensioenkapitaal op uw 65ste. Zo blijft u op de hoogte van de evolutie van uw pensioenspaarrekening. Deze fiche blijft u elk jaar krijgen, ook als u ondertussen niet meer als bediende in de voedingsindustrie bent tewerkgesteld en voor zover u beslist heeft om de reserves tot pensioenleeftijd bij de pensioeninstelling te laten. Alle bedragen vermeld op de pensioenfiche zijn bruto-pensioenkapitalen : - Kapitaal : een eenmalige uitkering - Bruto : voor sociale en fiscale afhoudingen De overheid werkt momenteel aan een databank met alle aanvullende pensioenrechten van alle Belgen. Van zodra deze databank werkt, zal u via internet toegang krijgen tot deze databank en kunnen nagaan of u een aanvullend pensioen hebt opgebouwd en hoeveel dit bedraagt (www.db2p.be) .
10 Wat moet u doen om uw pensioenkapitaal te krijgen ? Als u 65 jaar wordt en niet meer als bediende in de voedingsindustrie werkt, bezorgt het Sociaal Fonds u een formulier waarop u uw persoonlijke gegevens moet invullen. Dit formulier stuurt u samen met de nodige bewijsstukken terug. Daarna wordt het pensioenkapitaal op uw bankrekening gestort. Als u niet meer als bediende in de voedingsindustrie werkt, kan u het pensioenkapitaal al vanaf 60 jaar opvragen. Deze vervroegde uitkering dient u aan te vragen met behulp van het formulier dat u terugvindt op de website www.viafonds.be. U kan het pensioenkapitaal niet vroeger opvragen, ook niet als u met brugpensioen gaat of van werkgever verandert. In ieder geval mag je niet meer als bediende in de voedingsindustrie werken. In dat geval wordt de betaling van je aanvullend pensioen uitgesteld. Op het ogenblik van je aanvraag zijn nog niet alle loongegevens beschikbaar. Je moet dus rekenen op een wachttijd van ongeveer drie tot zes maanden. Intussen wordt je opgebouwd kapitaal opgerent tot de dag van betaling.
4
Je hebt de keuze om je aanvullend pensioen te ontvangen onder de vorm van een kapitaal of onder de vorm van een rente : - Uitkering van een kapitaal : je ontvangt je kapitaal in één keer na aftrek van de sociale en fiscale inhoudingen; - Uitkering van een rente: het kapitaal van je aanvullend pensioen wordt omgerekend naar een jaarlijkse rente op voorwaarde dat deze minstens 300 euro bedraagt; je kan kiezen voor een doorbetaling (tot maximaal 80%) aan de langstlevende echtgeno(o)t(e). Je kan tevens kiezen voor een vaste jaarlijkse indexering (van 1 tot 2%). De keuze zal natuurlijk de hoogte van de rente beïnvloeden.
11 Geld afhalen vòòr uw pensioen ? U wilt uw pensioenkapitaal vòòr uw 60 jaar ? Het aanvullend pensioen valt onder de wet van april 2003 inzake de aanvullende pensioenen. Deze wetgeving voorziet dat het pensioen slechts kan uitbetaald worden vanaf 65 jaar, en ten vroegste vanaf 60 jaar. Met andere woorden, het aanvullend pensioen dat u opbouwt, kan maar opgevraagd worden vanaf 65 jaar. Het pensioenreglement voorziet evenwel dat u het opgebouwde pensioen ook al vanaf 60 jaar kan opvragen, maar enkel als u niet langer in de voedingsindustrie werkt (bijvoorbeeld als u met brugpensioen bent gegaan of elders bent gaan werken). Als u in de voedingsindustrie werkt, moet u wachten tot uw 65ste. Het aanvullend pensioenkapitaal zal ook hoger belast worden als u het voor uw 62ste zal opnemen. De overheid voorziet ook een gunstigere belasting als u blijft werken tot 65 jaar.
12 U wil een voorschot of een inpandgave ? Het is niet mogelijk een voorschot op uw pensioenkapitaal te vragen voor het kopen, bouwen, verbouwen of herstellen van een onroerend goed binnen de Europese Economische Ruimte. Het is evenmin mogelijk uw pensioenkapitaal in pand te geven wanneer u een hypothecaire lening aangaat. Het sectoraal pensioenplan heeft dit immers niet voorzien.
13 Heeft het aanvullend pensioen een invloed op uw wettelijk pensioen ? Neen. Het pensioenkapitaal wordt betaald bovenop uw wettelijk pensioen. Het pensioenkapitaal heeft op geen enkele manier een invloed op het brutobedrag van uw wettelijk pensioen.
14 Betaalt u belasting op uw pensioenkapitaal ? Op het pensioenkapitaal worden volgende bijdragen voor de sociale zekerheid afgehouden : - een bijdrage van 3,55 % voor de ziekteverzekering (RIZIV-bijdrage op het totale kapitaal en de winstdeelnames); - een solidariteitsbijdrage waarvan de hoogte afhankelijk is van de grootte van uw pensioenkapitaal : ze bedraagt tussen 0 en 2%;
5
Op uw pensioenkapitaal, verminderd met de bijdragen voor de sociale zekerheid, wordt ook bedrijfsvoorheffing afgehouden. De winstdeling wordt in de personenbelasting niet belast. De bedrijfsvoorheffing verschilt naargelang u bij uw pensionering een eenmalig bedrag (kapitaal) ontvangt, of een betaling gespreid in de tijd (bijvoorbeeld maandelijkse rente). In dat laatste geval wordt er maandelijks bedrijfsvoorheffing afgehouden. U moet dan die maandelijkse renten ook vermelden op uw jaarlijkse aangifte voor de personenbelasting. Ontvangt u een eenmalig kapitaal, dan is de bedrijfsvoorheffing een percentage dat afhangt van de leeftijd waarop u het kapitaal ontvangt: 10%, 16,5 %, 18,5 % of 20 %). Op die belasting moet u ook nog gemeentelijke belastingen (opcentiemen) betalen. De bedrijfsvoorheffing wordt afgehouden bij de betaling van uw kapitaal. Maar de gemeentelijke opcentiemen zal u moeten betalen bij de afrekening van uw belastingen voor het jaar waarin u het pensioenkapitaal ontvangen hebt. Als u ervoor kiest het kapitaal om te zetten in een rente, dan wordt het voor de belastingen nog iets ingewikkelder. Eerst wordt het kapitaal belast zoals hierboven. Daarna moet u jaarlijks een roerende voorheffing van 25 % betalen op een bedrag gelijk aan 3 % van het netto kapitaal dat u ontving. Niettegenstaande de pensioeninstelling al belasting inhoudt op het pensioenkapitaal, u moet het bedrag nog aangeven in uw belastingaangifte. De pensioeninstelling zal u het jaar volgend op de betaling dan ook een fiscale fiche toesturen (281.11) waarmee een juiste aangifte kan gedaan worden.
15 U bent effectief actief tot uw 65ste ? Bij de uitbetaling van het pensioenkapitaal zal de pensioeninstelling ongeveer 20% moeten inhouden. Als u effectief tot uw 65ste actief blijft, wordt minder belasting ingehouden. In dat geval betaalt u ongeveer 13% belasting in plaats van 20% als u niet actief bent gebleven tot 65 jaar. Onder actief blijven, wordt verstaan : - U hebt gewerkt tot uw 65ste (of langer) - U ontving een invaliditeitsuitkering tot uw 65ste - U was uitkeringsgerechtigd werkloos tot uw 65ste. Bruggepensioneerden komen evenwel niet in aanmerking voor de lagere belasting. Als u recht hebt op een lagere belasting, moet u de nodige bewijsstukken mee opsturen.
16 Overzicht bedrijfsvoorheffing vanaf 1/7/2013 Opname van het aanvullend pensioenkapitaal op de leeftijd van 60 jaar (zonder wettelijk pensioen) 60 jaar (met wettelijk pensioen) 61 jaar (zonder wettelijk
% bedrijfsvoorheffing vanaf 1/7/2013
% bedrijfsvoorheffing tot 1/7/2013
20 %
16,5 %
16,5 %
16,5 %
18 %
16,5 % 6
pensioen) 61 jaar (met wettelijk pensioen) 62 jaar, 63 of 64 jaar 65 jaar en laatste drie jaar niet effectief actief 65 jaar en laatste drie jaar effectief actief
16,5 %
16,5 %
16,5 % 16,5 %
16,5 % 16,5 %
10 %
10 %
17 Wat als u vòòr uw pensionering overlijdt ? Als u overlijdt vòòr de pensioenleeftijd, komt het gespaarde pensioenkapitaal aan de begunstigden toe. De volgorde van de begunstigden is als volgt : - Uw echtgeno(o)t(e) of de persoon met wie u wettelijk samenwoont; - Als die er niet zijn, uw kinderen ; - Als die er niet zijn, de persoon met wie u feitelijk samenwoont; - Als die er niet zijn, uw ouders. U kan deze volgorde wijzigen of zelf een begunstigde aanduiden, via een aangetekende brief aan het Sociaal Fonds. Als u dit hebt gedaan, ga dan regelmatig na of deze persoon nog uw voorkeur wegdraagt. Pas de naam aan wanneer dit niet meer zo is. Hebt u geen keuze gemaakt, dan geldt de volgorde van begunstigde(n) zoals hierboven vermeld.
18 Moet een overlijden worden aangegeven ? Het Sociaal Fonds wordt in principe automatisch op de hoogte gebracht van uw overlijden indien u in België woont. Het Sociaal Fonds stuurt dan de nodige documenten om het kapitaal uit te betalen. Als u niet in België woont, kunnen de begunstigden het overlijden ook zelf aangeven. U kan daarvoor een formulier gebruiken dat u op de website www.viafonds.be vindt, en het samen met de nodige bewijsstukken terugsturen naar het Sociaal Fonds.
19 Indien de begunstigde aan de erfenis verzaakt, heeft de begunstigde nog recht op het pensioenkapitaal ? Ja. Als de begunstigde aan de erfenis verzaakt, bijvoorbeeld omwille van de hoge schulden, dan kan de begunstigde nog steeds het pensioenkapitaal opvragen. Het pensioenkapitaal wordt immers afzonderlijk bekeken van de erfenis.
20 Hoeveel ontvangen uw begunstigden ? Als u overlijdt vòòr de pensioenleeftijd, komt het gespaarde pensioenkapitaal aan de begunstigden toe. Dit bedrag is onderhevig aan belastingen. En de parafiscaliteit verschilt in functie van de begunstigde. Het pensioenkapitaal is in principe onderworpen aan successierechten, tenzij het betaald wordt aan de echtgeno(o)t(e) of aan de kinderen jonger dan 21 jaar. 7
In een notedop : - Uw huwelijkspartner : o Moet RIZIV-, solidariteitsbijdrage en bedrijfsvoorheffing betalen o Maar geen successierechten (het pensioenkapitaal moet wel aangegeven worden, maar door de huwelijkspartner moeten er geen successierechten op betaald worden) - Alle andere begunstigden : o Moeten geen RIZIV en geen solidariteitsbijdrage betalen o Maar wel bedrijfsvoorheffing en successierechten (met als uitzondering de minderjarige kinderen onder de 21 jaar : het pensioenkapitaal moet wel aangegeven worden, maar door de minderjarige kinderen onder de 21 jaar moeten er geen successierechten op betaald worden).
21 Wat gebeurt er als u van werkgever verandert, maar binnen de voedingsindustrie ? Indien uw werkgever ook tot het sectoraal pensioenplan is toegetreden, blijft u gewoon aangesloten bij het sectoraal pensioenplan. U hoeft niets te ondernemen. De bijdragen worden betaald door uw nieuwe werkgever vanaf de dag dat u bij hem in dienst treedt. Indien uw werkgever een ondernemingsplan heeft, dan worden vanaf de dag van uw uitdiensttreding geen bijdragen meer voor het sectoraal pensioenplan betaald. U wordt beschouwd als zijnde dat u in een andere sector gaat werken.
22 Wat gebeurt er als u in een andere sector gaat werken, ontslagen wordt of in brugpensioen gaat ? U moet minstens 132 dagen als bediende in de voedingsindustrie hebben gewerkt, te tellen vanaf 1 januari 2013, om aanspraak te maken op uw pensioenspaarrekening. Het aanvullend pensioen dat u al opgebouwd heeft, wordt uw "pensioenreserve" of "reserves" genoemd. Deze reserves zijn verworven en kan u niet meer verliezen, ook al verandert u van werkgever, wordt u ontslagen of gaat u met brugpensioen. Wanneer u uw werkgever verlaat, kan u het opgebouwde pensioenkapitaal nog niet opvragen. U moet hiervoor wachten tot u met pensioen gaat of de leeftijd bereikt zoals vermeld in het pensioenreglement (ten vroegste vanaf 60 jaar). U hebt wel verschillende keuzemogelijkheden om uw opgebouwde pensioenkapitaal (of reserves) verder te laten evolueren. Binnen het jaar nadat u de voedingsindustrie hebt verlaten, ontvangt u van de pensioeninstelling een overzicht van uw pensioenspaarrekening waarop u kan aangeven wat met het gespaarde pensioenkapitaal moet gebeuren. Dit overzicht wordt u automatisch toegestuurd zonder dat u hiervoor de pensioeninstelling moet inlichten. U kan : - Ofwel het pensioenkapitaal bij de pensioeninstelling laten; - Ofwel het pensioenkapitaal overdragen naar het pensioenplan van uw nieuwe werkgever;
8
-
Ofwel het pensioenkapitaal pensioeninstelling.
overdragen
naar
een
daartoe
gemachtigde
U kan het kapitaal evenwel niet overdragen naar uw persoonlijk pensioensparen, noch naar een pensioencontract onder zelfstandigenstatuut.
23 Wat gebeurt er als u zelfstandige wordt ? U kunt het geld uit het sectoraal pensioenplan niet overbrengen naar een pensioencontract onder zelfstandigenstatuut. U kan uw pensioenkapitaal laten staan bij de pensioeninstelling of overbrengen naar een daartoe gemachtigde pensioeninstelling. U bent wel vrij om los daarvan de nodige pensioenopbouw onder uw zelfstandigenstatuut te voorzien. In dat geval contacteer uw makelaar of pensioeninstelling voor de mogelijkheden.
24 U wilt zelf verder sparen ? U kan niet zelf verder blijven sparen binnen de fiscaliteit van het sectoraal pensioenplan nadat u uit dienst bent. De werkgeversbijdragen worden automatisch stopgezet. Werknemersbijdragen of persoonlijke bijdragen worden niet aanvaard. U kan het geld uit het sectoraal pensioenplan ook niet overbrengen naar een individueel pensioencontract omdat de fiscaliteit anders is. Wilt u nadat u uit dienst bent, zelf verder zorgen voor uw pensioenopbouw ? Dan kan u dat individueel doen met een contract pensioensparen of langetermijnsparen. In dat geval contacteer uw makelaar of pensioeninstelling voor de mogelijkheden.
25 Hoe maakt u de juiste keuze ? Het is aangeraden om informatie te vragen over de gevolgen van elk van deze keuzes voor uw specifieke situatie. Het is daarbij van groot belang een antwoord te zoeken op onder meer volgende vragen: - heeft u nog recht op een overlijdensdekking bij elk van deze keuzes? - zo ja, worden de premies hiervoor van uw pensioenreserves afgetrokken? - zal u nog een gegarandeerd rendement hebben? - wenst u alles te centraliseren bij één en dezelfde pensioeninstelling ? In elk geval geniet u niet meer de extra-waarborgen, zoals het extra-overlijdenskapitaal. Een overdracht naar het pensioenplan van uw nieuwe werkgever of naar een daartoe gemachtigde pensioeninstelling is steeds kosteloos.
9
26 Wat als u slechts een korte tijd hebt gewerkt ? U moet minstens 132 dagen als bediende in de voedingsindustrie hebben gewerkt, te tellen vanaf 1 januari 2013, om aanspraak te maken op uw pensioenspaarrekening. Zo niet zal u geen rechten kunnen uitoefenen op het gespaarde pensioenkapitaal. U zal evenmin een overzicht van de pensioeninstelling krijgen.
27 Wat moet u doen als u verhuist ? Als u binnen België verhuist, hoeft u in principe niets te doen. Het Sociaal Fonds krijgt alle aangepaste Belgische adressen automatisch doorgestuurd. Als u echter naar het buitenland zou verhuizen, verzoeken wij u ons uw nieuwe adres wel door te geven. Dit geldt eveneens als u van adres in het buitenland zou veranderen.
28 Toch niet gevonden wat u zocht ? Voor vragen over het sectoraal pensioenplan, kunt u in de eerste plaats terecht bij het sociaal fonds F2P220: zij kennen uw situatie en uw plan. Voor bijkomend advies kan u zich ook wenden tot uw vakbond of werkgever. Een kopie van de reglementen kan steeds geraadpleegd worden op www.viafonds.be.
F2P 220 Grote markt 10 B1000 Brussel (België)
[email protected] +32(0)2 25134180 www.viafonds.be
Cette brochure est également disponible en français.
De reglementering die in deze brochure wordt uitgelegd, is zeer ingewikkeld en wijzigt regelmatig. Bovendien kunnen niet alle specifieke situaties hier worden behandeld. Het Sociaal Fonds is op geen enkele manier verantwoordelijk voor fouten of onnauwkeurigheden in deze brochure. Het Sociaal Fonds kan op geen enkele manier aansprakelijk worden gesteld voor directe of indirecte schade, verlies of ongemak veroorzaakt als een gevolg van een onnauwkeurigheid of fout in deze brochure. Geen enkel recht kan ontleend worden aan de inhoud van deze brochure. Enkel en alleen de bepalingen van het pensioen- en solidariteitsreglement, aangevuld met de algemene voorwaarden van de pensioeninstelling, zijn van toepassing. V.U. : Lieven Lampo, Grote markt 10, 1000 Brussel; januari 2014.
10
Inhoud 1
Drie soorten pensioen ..................................................................................................................... 1
2
Wettelijk pensioen .......................................................................................................................... 1
3
Hoe kan u uw pensioen verhogen ? ................................................................................................ 2
4
Wie valt onder het sectoraal pensioenplan voor de bedienden van de voedingsindustrie ? ......... 2
5
Wat is het sectoraal pensioenplan ? ............................................................................................... 2
6
Hoeveel bedraagt het pensioenkapitaal ?....................................................................................... 3
7
Extra waarborgen ............................................................................................................................ 3
8
Premievrijstelling ? .......................................................................................................................... 4
9
Wordt U geïnformeerd over de stand van uw pensioenspaarrekening ? ....................................... 4
10
Wat moet u doen om uw pensioenkapitaal te krijgen ? ............................................................. 4
11
Geld afhalen vòòr uw pensioen ? ................................................................................................ 5
12
U wil een voorschot of een inpandgave ? ................................................................................... 5
13
Heeft het aanvullend pensioen een invloed op uw wettelijk pensioen ? ................................... 5
14
Betaalt u belasting op uw pensioenkapitaal ?............................................................................. 5
15
U bent effectief actief tot uw 65ste ? ........................................................................................... 6
16
Overzicht bedrijfsvoorheffing vanaf 1/7/2013 ............................................................................ 6
17
Wat als u vòòr uw pensionering overlijdt ?................................................................................. 7
18
Moet een overlijden worden aangegeven ? ............................................................................... 7
19 Indien de begunstigde aan de erfenis verzaakt, heeft de begunstigde nog recht op het pensioenkapitaal ? .................................................................................................................................. 7 20
Hoeveel ontvangen uw begunstigden ? ...................................................................................... 7
21
Wat gebeurt er als u van werkgever verandert, maar binnen de voedingsindustrie ? .............. 8
22 Wat gebeurt er als u in een andere sector gaat werken, ontslagen wordt of in brugpensioen gaat ? 8 23
Wat gebeurt er als u zelfstandige wordt ? .................................................................................. 9
24
U wilt zelf verder sparen ? ........................................................................................................... 9
25
Hoe maakt u de juiste keuze ? .................................................................................................... 9
26
Wat als u slechts een korte tijd hebt gewerkt ? ........................................................................ 10
27
Wat moet u doen als u verhuist ? ............................................................................................. 10
28
Toch niet gevonden wat u zocht ?............................................................................................. 10
11