Extremely Loud & Incredibly Close
Afgelopen weekend heb ik de film ‘Extremely Loud & Incredibly Close’ gekeken, gebaseerd op de extreem goede en gevoelige roman (‘Extreem luid & ongelooflijk dichtbij’) van Jonathan Safran Foer.
Foer heeft filosofie aan Princeton gestudeerd en weet existentiële thema’s uit hun filosofische abstractie te halen en door te vertalen naar een extreem menselijk niveau, waarin de lezer of kijker een intieme blik wordt gegeven in de complexe wereld van persoonlijkheidsstoornissen en andere psychische complexen. Een van de grote verdiensten van Foer is dat hij de gemankeerde psyche niet als ‘kwaal’ of ‘stoornis’ ziet. Integendeel, wie Oskar Schell – de hoofdpersoon uit de film / roman – volgt in zijn pogingen om contact met de buitenwereld te maken, kan niet anders dan ontroerd en vol verwondering zijn voor de prachtige kwetsbaarheid van de psyche. Contact ‘binnen’ en ‘buiten’ Het contact tussen binnen- en buitenwereld speelt in de verhalen van Foer een belangrijke rol. In het geval van Oskar verloopt dit contact uiterst moeizaam. Oskar’s persoonlijkheid heeft trekken van Asperger – een variant van autisme – al is dit volgens het filmverhaal nooit gediagnosticeerd. Hiermee zet Foer al de toon, want autistische trekken hebben we allemaal – in meer of lichte mate – ook zonder dat we hiervoor gediagnosticeerd zijn en behandeld worden. Oskar heeft, wat je zou kunnen noemen, een sociale fobie. Het contact met andere mensen is voor hem zeer bedreigend, getuige het feit dat hij liefst alleen aan de hand van zijn vader – Thomas Schell – voet zet in de ‘urban jungle’ van New York. Mét vader was het leven voor Oskar nog doenlijk, maar zonder vader wordt het een ander verhaal: bijna onmogelijk en collectief… The Two Towers Foer is niet slechts filosoof en schrijver, maar – wellicht zonder dat hij het in de gaten heeft – een Jungiaans psycholoog van grote proporties. Hij maakt het individuele – contactstoornis – collectief door het verhaal van Oskar te situeren te midden van 9/11, dat voor de familie Schell een heel persoonlijk karakter draagt als Thomas – vader en getrouwd man – omkomt in het WTC.
© 2013, Sander Videler www.degoudgeleweg.nl 1
Jungianen gaan ervan uit dat er geen splitsing bestaat tussen binnen- en buitenwereld. Vanuit de psychologie van Jung bezien is de mens niet slechts een fysiek wezen met een brein, maar evenzeer een ziel wiens individuele energie gespiegeld wordt in het collectief, waar persoonlijke thema’s vorm aannemen in wereldgebeurtenissen. Het drama van 9/11 is dan ook een weerspiegeling van een persoonlijk drama. Doordat we ons steeds meer in ons hoofd hebben teruggetrokken, zijn we onszelf steeds meer als individuen gaan beleven die los van andere individuen en culturen bestaan. New York fungeert uiteraard als prachtig decor waarop de raarste uitwassen van individualisme en contactstoornissen het toneel innemen. En te midden van deze hyperindividuele stad – iconisch voor de hele wereld – stonden tot 9/11 twee torens: de ‘Twin Towers’ (!), symbool voor het astrologisch teken ‘Tweelingen’. Dierenriemtekens hebben niet slechts een individuele betekenis voor hen die er drager van zijn, maar kunnen tevens worden gezien als archetypen met een universele symboliek. Bij het astrologische teken ‘Tweelingen’ draait het om communicatie en contact. In een positieve constellatie is de drager van dit teken een groot communicator en meester in het maken van contact – niet alleen met de buitenwereld, maar tevens met het eigen innerlijk (en dat van anderen, zoals in het geval van een therapeut). Een verklaring voor Oskar’s autistische neiging is dat de jongen over een extreem ontwikkeld innerlijk contact beschikt. Oskar is zeer intelligent en gevoelig. De jongen zwemt in een voorstellingswereld die in betekenissen eindeloos diep en fijnzinnig is. Het is daarom niet verwonderlijk dat Oskar, te midden van zoveel innerlijke rijkdom en complexiteit, het moeilijk vindt om de brug te maken naar de buitenwereld. Zoektocht naar contact In de film zien we dit letterlijk verbeeld. Wanneer Oskar’s vader Thomas is omgekomen in de ‘Twin Towers’, moet Oskar alleen de wereld in. Toen vader Thomas nog in leven was, bedacht hij steeds raadsels die Oskar alleen kon oplossen door de buitenwereld in te trekken. Nu zijn vader is overleden, zet Oskar wanhopig zijn zoektocht voort. Nu met als doel contact te houden met de herinneringen aan zijn vader om hem zo, voor zijn geest, in leven te houden en het onvermijdelijke uit te stellen: de gekmakende realisatie dat zijn vader dood is. Deze laatste grote zoektocht naar contact vindt in feite op twee niveaus plaats. Na het overlijden van zijn vader vindt Oskar in een vaas verstopt in de kledingkast van vader, een sleutel in een enveloppe met de naam ‘Black’ erop. Oskar zet zijn zoektocht naar contact voort door in New York naar het slot behorend tot de sleutel te zoeken. Het verdwenen slot staat uiteraard symbool voor de ‘op slot zijnde’ Oskar, die zonder zijn vader – de sleutel – zelf moet uitzoeken hoe hij zijn innerlijk voor de buitenwereld kan openen. De symboliek in boek en film zijn meesterlijk uitgewerkt. Want de naam die bij de sleutel hoort is ‘Black’. Oftewel: er gaat nog een geheim in duister (‘black’) gehuld. Dit geheim heeft enerzijds met Oskar’s eigen familie te maken en is er indirect de oorzaak van dat Oskar ‘op slot’ zit.
© 2013, Sander Videler www.degoudgeleweg.nl 2
De vader van Thomas, Oskar’s opa, blijkt namelijk geen vader voor zijn zoon te hebben kunnen zijn en heeft zich zijn leven lang voor zijn zoon Thomas en diens zoon Oskar verstopt. Anderzijds behoort het geheim niet slechts aan de familie Schell toe, maar aan ene Abby Black en haar man. Abby en haar man – beiden Afro-Amerikaans (‘black’) – staan symbool voor het collectieve geheim dat in meer families rondwaart. Dit geheim gaat, uiteraard, over het leggen van contact. Specifiek: het contact tussen vader en zoon… Gewapend met sleutel, gasmasker, zaklantaarn en tamboerijn (het geluid van het instrument stelt Oskar gerust), waagt Oskar zich na de dood van zijn vader voor het eerst alleen in de buitenwereld. Oskar’s weg door de jungle van New York vindt opnieuw plaats onder het gesternte van ‘Tweelingen’, dat niet alleen symbool staat voor het maken van contact, maar tevens voor alleen zijn en eenzaamheid. Oskar is, zonder zijn vader, eenzaam (en bang). Het verhaal ontvouwt zich nu in al haar rijkdom. The Renter: archetype van het helende familiegeheim Oskar, leren we aan het begin van het verhaal, heeft namelijk een grootmoeder – de moeder van vader – die aan de overkant woont van het appartementengebouw van de ‘Schells’. Tekenend voor Oskar is dat hij niet naar de overkant van de straat loopt om grootmoeder op te zoeken, maar liever communiceert hij met haar vanuit zijn slaapkamer. Met verrekijker, walkie talkie en zaklamp voor het maken van lichtsignalen communiceert de kleinzoon met grootmoeder, die voor Oskar de rol van een soort veilige buitenwacht speelt, wakend over Oskar vanaf de overkant van de straat. Sinds enige tijd heeft grootmoeder echter een geheimzinnige huurder in haar huis – een personage die in de film schuil gaat onder de naam ‘The Renter’. Deze man – die op het eind de grootvader van Oskar en de vader van Thomas – blijkt te zijn, gaat gebukt onder een zware vorm van autisme, waarin de persoonlijkheid – vaak door toedoen van een extreem trauma – stopt met spreken en zich geheel hult in stilzwijgen. Het familiegeheim van de ‘Schells’ en de ‘Blacks’ (en zoveel andere families) wordt voorzichtig uit de doeken gedaan. Het collectieve thema van 9/11 – gebrek aan contact en miscommunicatie tussen volkeren en culturen – krijgt een persoonlijk gezicht in de vorm van ‘The Renter’. Toen deze samen met grootmoeder een zoon kreeg (Thomas) werd hij zo bang voor de verantwoordelijkheid van het vaderschap, dat hij sindsdien een verborgen bestaan leidt, voortdurend op de vlucht voor de verantwoordelijkheid voor het maken van contact. Want, dit is wat de archetypische verantwoordelijkheid is van de vader naar de zoon toe: het naar buiten treden in de wereld en het maken van contact.
© 2013, Sander Videler www.degoudgeleweg.nl 3
Archetype van vader en moeder Moeders hebben als archetypische taak het kind op te voeden in het omarmen van zichzelf en zodoende contact te maken met alles wat er in het innerlijk leeft – licht en duister. De moeder speelt in het verhaal echter een bijrol. Zij heeft haar taak volbracht en in Oskar een excellente basis gelegd voor het maken van innerlijk contact, dat uitmondt in het accepteren van jezelf, waardoor iemand in staat is om in latere fasen van het leven als zichzelf, vanuit een authentieke kracht, naar buiten te treden en de eigen weg door het leven te gaan. En hoewel de vader van Oskar tot in het extreme pogingen doet om zijn taak als vader te volbrengen, kan hij door zijn vroegtijdig overlijden zijn taak niet volbrengen. Dit is – symbolisch gezien – niet verwonderlijk als bedacht wordt dat de vader van Thomas (de opa van Oskar) de grote afwezige in zijn leven is. Zelf getormenteerd door een archetypische verwonding van contactgestoordheid (de Tweede Wereldoorlog), heeft de vader van Thomas zijn eigen zoon nooit begeleid in zijn tocht door de buitenwereld. De vraag is dan ook in hoeverre Thomas, die juwelier van beroep was, werkelijk vanuit zijn authentieke zelf een leven in de buitenwereld heeft ontplooit. Want, zo geeft hij mismoedig toe, ‘juwelier ben je om geld te verdienen’. Contact tussen generaties Het drama ontvouwt zich op magistrale wijze in film en boek, waarin de puzzelstukjes gaandeweg op hun plek komen te liggen. Oskar reist de buitenwereld in, op zoek naar het slot van zijn sleutel. Dat wil zeggen: hij draagt de oplossing voor zijn contactstoornis reeds bij zich, maar heeft nog hulp nodig van een ander – een soort slotenmaker – om het gedeelde familiegeheim van de ‘Schells’ en de ‘Blacks’ te ontdekken: de afwezigheid van sterke vaderfiguren die hun zonen (en dochters) kunnen leren zelf contact te maken met de buitenwereld. Het karma wil uiteraard dat de geheimzinnige ‘Renter’ – de vader die nooit een vader heeft willen zijn – nu gedwongen wordt om de rol van vaderfiguur voor Oskar op zich te nemen. Bij ‘toeval’ (of lot?) heeft Oskar, wanneer hij op een avond geen contact kan maken met grootmoeder en hij ten einde raad naar haar appartement gaat, de geheimzinnige huurder ontdekt. Samen met de in stilzwijgen gehulde ‘The Renter’, wiens identiteit als vader en opa Oskar tijdens zijn speurtocht begint te vermoeden, gaat Oskar bij alle ‘Blacks’ van New York langs, op zoek naar het slot. Op hun zoektocht passeren alle varianten en uitwassen van contactproblemen de revue. Oskar bezoekt een in rouw ondergedompelde weduwe, een godsdienstfanatieke moeder die in religie op zoek is naar een verklaring voor de dood van haar zoon, een vrouw met smetvrees (fobie voor vuil als uitwas van angst voor contact), een travestiet (contact mannelijk / vrouwelijk), een doorsnee gezin waarin de moeder zich staande tracht te houden te midden van vijf zeer drukke (ADHD) kinderen, een chronisch boze en paranoïde vrouw en Abby Black en haar ex-man…
© 2013, Sander Videler www.degoudgeleweg.nl 4
Het geheim onthuld Hier ligt de sleutel – of beter: slot – tot het drama van het maken van contact. Abby Black is niet alleen letterlijk een zwarte vrouw, maar tevens figuurlijk, want hier ligt de sleutel tot Oskar’s remedie, maar in eerste instantie nog in duister verhuld. Wanneer Oskar op haar deur aanklopt – zij is de eerste die hij bezoekt – heeft Abby geen idee van het bestaan van een slot. Dat kan ook niet, want het slot behoort toe aan haar man die echter op het punt staat van haar te scheiden (verbroken intiem contact). Na vele omzwervingen samen met zijn grootvader die nu, vanuit zijn eigen karma als een vader is voor Oskar en de jongen contact leert te maken met de wereld (terwijl de man zelf het voorbeeld is van contactgestoordheid!), ontdekt Oskar op het einde van zijn zoektocht een geheim bericht van zijn vader. Thomas had in een krantenknipsel de woorden ‘nostopseeking’ omcirkeld. Deze woorden hebben Thomas tijdens de hele zoektocht op de been gehouden. Wanneer hij echter aan de vanzelfsprekendheid van woorden (letterlijk en figuurlijk) voorbijgaat, treft hij op de achterkant een rood omcirkeld telefoonnummer aan. Dit is het nummer van Abby Black… Zo blijkt de eerste ontmoeting al de oplossing tot het raadsel in zich te hebben gedragen – een archetypisch motief dat tevens in veel sprookjes is terug te vinden. Wat blijkt? Abby is inmiddels gescheiden van haar man, die geen man voor haar heeft kunnen zijn omdat hij zelf een vader heeft gemist. Op een zondagavond neemt Abby Oskar mee naar het kantoor van haar workaholic en alcoholische ex-man en ontdekt Oskar het geheim. De blauwe vaas behoorde toe aan de vader van mijnheer Black die de vaas samen met de rest van de inboedel na de dood van zijn eigen vader uit wrok heeft verkocht. Thomas kocht de blauwe vaas om deze op zijn huwelijksdag aan zijn vrouw cadeau te doen. Thomas, die wel in staat is tot het aangaan van intieme relaties, viert elk jaar de huwelijksdag met zijn vrouw. Mijnheer Black, die door het ontbreken van een vaderfiguur in eerste instantie niet in staat is tot het aangaan van intiem contact, verkoopt de vaas en daarmee de sleutel tot zijn eigen dilemma. Het is uiteindelijk Oskar die het dilemma van het contact op persoonlijk niveau (zoektocht naar zijn overleden vader in de buitenwereld) en op collectief niveau (tegen de achtergrond van 9/11 als archetype van het verbroken contact) oplost en zo de sleutel aan mijnheer Black aanreikt. Hij krijgt via de sleutel toegang tot de inhoud van een kluis, nagelaten door zijn vader. Over de inhoud doen boek en film geen mededelingen, maar dat hoeft ook niet, want haar uitwerking is duidelijk. Op het eind van de film worden de Blacks herenigd (intiem contact hersteld) en wordt Oskar op drie niveaus herenigd. Eerst in relatie tot zijn eigen vader, dan in hersteld contact met zijn moeder (wie hij tijdens zijn zoektochten geheel links laat liggen, haar de schuld gevend van de dood van vader) en tot slot met zijn grootvader. Deze is, na de confrontatie met zijn schoonzoon, opnieuw op de vlucht geslagen. Via een brief roept Oskar hem van zijn laatste vlucht terug.
© 2013, Sander Videler www.degoudgeleweg.nl 5
Are you there? Tot slot. Een laatste, heel belangrijk element uit film en boek heb ik nog niet genoemd. Op de, in Oskar’s woorden, ‘worst day’ (9/11) bevindt Thomas Schell zich voor een vergadering in het World Trade Center, icoon van commercialiteit en handel en daarmee symbool voor het oppervlakkige en lege contact (ook met ons eigen innerlijk!) dat onze materialistische wereld kenmerkt. Vlak na de aanslag, maar nog voordat de ‘Twin Towers’ ter aarde storten (reeds beschreven in Tolkien’s ‘De Twee Torens’), belt Thomas wanhopig naar huis op en laat in totaal zes berichten achter op het antwoordapparaat. Oskar is die dag eerder uit school gekomen en komt binnen op het moment dat vader zijn laatste bericht inspreekt. “Are you there?” Klinkt het door de telefoon. Vader weet dat Oskar thuis is, getuigen de vraagstelling en wil zijn zoon de tijd geven zijn laatste contact te beantwoorden. Maar Oskar staat aan de grond genageld en begeleid door de genadeloze beelden op CNN die het ineenstorten van de ‘Twin Towers’ live uitzenden, sterft de oproep tot contact van zijn vader weg. Uit schuldgevoel trekt Oskar zich vervolgens geheel in zichzelf terug en het is de opdracht aan een eerdere generatie – de opa van Oskar en de vader van Thomas – om het verbroken contact te herstellen. Extreem mooi en ongelooflijk fijnzinnig, Jonathan Safran Foer!
© 2013, Sander Videler www.degoudgeleweg.nl 6
Over de auteur Sander Videler (1976) is Jungiaans analytisch therapeut, auteur en spreker op het gebied van spiritualiteit, gnosis en dieptepsychologie. Van zijn hand verschenen o.a. de boeken ‘Leef!’, ‘De weg naar je ware Zelf’ en ‘Het wezen van de mens’. Meer informatie: www.sandervideler.nl
© 2013, Sander Videler www.degoudgeleweg.nl 7