"Don Rua" – vroeger en nu
blz. 1
Nr. 27 –december 2010
Gods-samaar In de Nederlandse les kwamen we een keer, ik weet niet meer hoe, uit bij gossamer threads, herfstdraden, in de lucht zwevende of over het gras liggende spinnewebben. Of gewoon iets ragfijns. Pater Elsakkers werd erbij gehaald als leraar Engels. Kwam het van goose summer (jaargetijde van de gans) of kon het herleid worden tot mantel Gods, Gods-samaar? Deze dichterlijke wending vond pater Jan eigenlijk wel zo aantrekkelijk. Soms is de werkelijkheid zo rauw en onverteerbaar, dat we terugvallen op een magische formule om ermee in het reine te komen. Dat is dan, hoe irreëel ook, een zinvolle, want uiterst suggestieve en inspirerende manier van doen, bijna iets als een sacrament: een teken dat bewerkt wat het aanduidt. Misschien hebben we zoiets nodig als remedie voor de schandalen waarmee we nu worden geconfronteerd.
Licht Wij zijn de mensen van het Licht wie mee wil doen, wie mee wil doen en gaan gebukt onder gewicht wie mee wil doen, wie mee wil doen
Wanneer ik zou voorstellen het misbruik met de mantel der liefde te bedekken, dan protesteren alle misbruikten, alsof ik een voorstander zou zijn van doen alsof er niets gebeurd was en er dus niets te veroordelen of te herstellen viel. Maar hoe kunnen we de onschuldigen behoeden voor verdenking als we de schuldigen en wat ze precies gedaan hebben niet met name willen of mogen noemen en de klachten analyseren?
van geldingsdrang en regelzucht
Misschien is dan de mantel Gods, die niets onzichtbaar maakt, maar wel alles in een ander licht stelt de enige constructieve oplossing, hoe we ons die in concreto ook voorstellen. Het gaat dan niet om het definiëren van een aanpak, maar meer om het bewust zijn van de subtiele structuren van het menselijk voelen, denken en doen. Van iedere mens, zonder uitzondering, zoals geschreven staat: "wie zonder zonde is..."
en zoeken nu een opening
Wat te zeggen van slachtoffers die andermans reputatie beschadigen op de slachtbank van hun verontwaardiging? Of die geld eisen, als vergoeding, of als teken van erkenning van het onrecht hun aangedaan? Ieder van ons is in het verleden schade berokkend, maar ook veel goed gedaan binnen de grenzen van een systeem dat in aanleg goed bedoeld was. Volwassen worden is groeien ondanks en door die ervaringen. Dat erkenning van onrecht en leed de verwerking helpen kan, wordt niet ontkend. Maar een aggressieve en wraakzuchtige benadering lijkt me contraproductief, zowel voor de rechtstreeks betrokkenen als voor al die andere mensen die er in hun diepste bedoelingen en gevoelens, volkomen onterecht, door geraakt worden.
wie mee wil doen, wie mee wil doen we zijn voordurend op de vlucht wie mee wil doen, wie mee wil doen voor laster en beschuldiging wie mee wil doen, wie mee wil doen wie mee wil doen, wie mee wil doen naar vrijheid en naar broederschap wie mee wil doen, wie mee wil doen bevrijd van haat en achterklap wie mee wil doen, wie mee wil doen het hoekige wordt zo weer rond wie mee wil doen, wie mee wil doen een lied weerklinkt uit onze mond wie mee wil doen, wie mee wil doen wij zijn het stralende gezicht wie mee wil doen, wie mee wil doen steeds opgeheven naar het Licht wie mee wil doen, wie mee wil doen
Annen, 12 december 2010
vrije nieuwsbrief over Huize 'Don Rua' Ugchelen (1942-59) en 's-Heerenberg (1959-71), en wat ervan voortleeft
"Don Rua" – vroeger en nu
Rua-biografie close reading Van dr. Ton van Schaik ontving ik op dinsdag 7 december per email een boeiend, leerzaam en inspirerend commentaar dat ik hier met zijn toestemming opneem.
Nu dan enig inhoudelijk commentaar op het Ruaboek van Jan Klein. Ik heb er op drie niveaus van geleerd: Don Rua, 1957/8 én de auteur. 1. Don Rua – Tijdens het lezen heb ik vaak aan Don Bortoluzzi moeten denken. Volgens mij had hij veel van Don Rua weg. Uiterlijk, maar ook in doen en laten. Man van regelmaat. versterving (hij leunde ook nooit met zijn bovenlijf tegen de bidstoel), zachtaardig, soms een tikkeltje ironisch. Rua droeg de vodden van iemand anders af, maar zag er niet tegen op valse handtekeningen te laten zetten. Hij bewonderde Don Bosco immens, maar waarschijnlijk vooral in datgene waartoe hij zelf niet in staat was.
blz. 2
Nr. 27 –december 2010 3. de auteur – Jan Klein is de enige biograaf (die ik ken) die zijn writers block in de tekst zelf vermeldt en beweert door tussenkomst van degene wiens leven hij beschrijft er overheen te zijn gekomen (p. 120 r.) Heel leuk is dat! Hij heeft waarschijnlijk met problemen van compositie geworsteld. Hier en daar zijn de sporen van het feuilleton nog zichtbaar: vermeldingen als "mei" en "april" (43 en 48, op 49: "zie vorig nr"). Hij had best hier en daar nog een noot mogen maken. Wat zijn b.v. scolopiërs? In zijn taalgebruik is JK wschl ook beïnvloed door ideeën dienaangaande van Don Bosco en D.Rua, blijkt mij uit de tekst van dit verhaal. Ton, de asceet op dat merkwaardige doek in de Overstenrefter is voor mij een levend mens geworden.
Die Don Bosco-vergoding heb ik nooit goed kunnen plaatsen. Er werd meer gepraat over "hoe zou Don Bosco het doen?" dan over de navolging van Christus. Persoonsverheerlijking. Over Rua's jeugd en zijn sociale context kom je niet veel te weten. Dat laatste interesseerde Jan Klein waarschijnlijk ook minder. Hij laat hem al heel snel Don Bosco tegenkomen, en dan: heilig worden maar! Maar er is genoeg om hem te blijven bewonderen. Zijn aandacht voor de medebroeders, de ascese van het werk en het reizen, de geest van gebed etc. De ontmoeting met Ariëns en de briefwisseling met Rua wordt ook hier niet vermeld. 2. 1957 / 58 – In feite was het in 1957/58 (dat zijn de jaartallen die p.Klein herhaaldelijk noemt) bij SDB Nederland nog net als in de laatste fase van Don Rua's leven. Die devotionaliteit, de eerbied voor de hiërarchie, de naar binnen gerichte blik, dat cultiveren van de zgn. "roeping", die onverdragelijke preutsheid etc. het portret (Soest, eeuwfeest, 6 april 2010)
Ook Jan Klein wringt zich op die punten nog in alle bochten. Hij ziet wel het punt van Rome inzake de biechtvader/directeur, maar het eerlijk toegeven kan hij niet. Als het om het schandaal in Varazze gaat, is hij nog te beroerd om te vertellen wat er dan wel in die vrijmetselaarskranten stond. Behalve dat het smerig is. Don Rua's houding tegenover vrouwen is beneden elk aanvaardbaar peil.
Ik sympathiseer niet onverdeeld met hem, ik lijk voor geen meter op hem, maar heb wel bewondering voor hem opgevat. En hij zal me bijblijven. Dat is aan Jan Klein te danken en aan jouw werk om de tekst beschikbaar te maken. Veel dank daarvoor! Aan mij is het zeer besteed geweest. Hartelijke groet van Ton van S.
vrije nieuwsbrief over Huize 'Don Rua' Ugchelen (1942-59) en 's-Heerenberg (1959-71), en wat ervan voortleeft
"Don Rua" – vroeger en nu
Don Rua patroon
Wat het denken van mensen en hun communicatie zo verwart is, als direkt uitvloeisel van de constituering van menselijke taal in het brein, de meerzinnigheid van de erbij betrokken, al of niet verbale, symboliseringen. De opeenvolgende niveaus van cognitieve codering ontstaan door transformaties die, met name voor 'hogere' processen, in fysiologische termen feitelijk, en misschien ook principieel, niet adekwaat beschreven kunnen worden. Het is dus mogelijk, en het komt veel voor, dat een symbool via zo'n cognitieve (niet noodzakelijk bewuste, laat staan verbale) transformatie gekoppeld wordt aan meer dan één inhoud, en dus op meerdere manieren kan worden opgevat. Als voorbeeld noem ik kleuren: rood staat voor socialisme, voor bloed, voor opwinding, enz. Dit kan gekoppeld worden aan voorwerpen, zoals vlaggen. Dit vergemakkelijkt én compliceert de interactie. Het symbool is het halve werk. Tussen symbool en voortgang bestaat dus een complexe relatie, die kenmerkend en medebepalend is voor wat we doen of niet doen. Ook woorden zijn symbolen en staan in veelvoudige relatie tot wat ermee wordt uitgedrukt. Een heilige als patroon is ook een symbool, een meerzinnig teken van hulp en bescherming, van toewijding en deugdzaamheid, of juist van het tegenovergestelde, het kan alle kanten op, en is daardoor vaak een teken van tegenspraak. Wat de een vereert wordt door anderen verafschuwd. Wat een aantal mensen verenigt, drijft verschillende groepen uiteen. Het is net als met geld, ook een symbool: een stukje metaal of papier bepaalt vermogen en onvermogen. Don Rua was de 'patroon' van het studiehuis in Ugchelen en later 's-Heerenberg. Zijn onlangs opnieuw gepubliceerde biografie van de hand van pater Jan Klein maakt duidelijk dat het ook hier gaat om een uiterst complex 'patroon'. Zijn naam staat voor een historische persoon en levensloop, inclusief de historsiche context ervan. Als zodanig is hij dus 'gedateerd', zelfs 'uit de tijd' en als model voor onze levenswijze niet zo geschikt, vroeger al niet en nu zeker niet. Misschien symboliseert hij toch iets dat ons kan inspireren en helpen, evenals don Bosco, die voor hem weer een tekenfunctie had. Wat maakte hen 'heilig' en waardoor zijn ze ook nu nog een levende aanwezigheid onder ons?
blz. 3
Nr. 27 –december 2010 Zoals Ton van Schaik opmerkt, wordt don Rua door Jan Klein neergezet als levende mens, hoe ver die ook van je af staat. Zijn compromisloze inzet, zijn ascese, hoewel niet erg geschikt om na te volgen, neemt ons voor hem in. Interessant is ook zijn verhouding tot don Bosco, de persoonsverheerlijking, zoals Ton het noemt, meer genoemd dan de navolging van Christus. Het doet sterk denken aan de relatie van de leerling (chela) tot zijn verlichte meester (goeroe). Het dagelijks aanwezige voorbeeld van vlees en bloed vergemakkelijkt de betrekking. Dat was Jezus voor zijn mannelijke en vrouwelijke leerlingen, don Bosco voor don Rua en vele anderen, salesianen, leerlingen, zusters en leken. Het komt op hetzelfde neer, want iedere leraar van hoog geestelijk niveau verwijst als christus (gezalfde gods, van het goddelijke doordrongen), naar de Vader, de oermenselijke zelfexpressie van het onbenoembaar goddelijke. Heiligheid is niet aan een bepaalde religieuze overtuiging of levenswijze gebonden, het is een fundamentele kwaliteit van de in god ontwaakte mens. En omdat het ontwaken geleidelijk gebeurt zijn er graden van heiligheid. De negentiende-eeuwse vormgeving van dit leven naar goddelijke roeping van binnenuit is niet meer dan een indertijd gangbare, geenszins een norm voor latere perioden. Zo gezien is 'terug naar don Bosco' dus een anachronisme. Dat het taalgebruik van Jan Klein beïnvloed is door het in die tijd gebruikelijke heb ik zelf ondervonden toen ik de achterkanten schreef van de Don Bosco-kalender van 1961: ik nam de stijl van de Memorie Biografiche over. De Scolopiërs (p.49, 51) of Piaristen zijn een religieuze orde (delle scuole pie, vandaar de naam), in 1617 gesticht door de H. Jozef van Calasanza, die zich op grond van een vierde gelofte wijden aan de katholieke opvoeding van arme jongens. Het werk van don Bosco kwam niet uit de lucht vallen: hij volgde anderen na en nam hun methoden over (zoals het preventief systeem). Don Rua was bang dat de salesiaanse congregatie met die orde zou worden samengevoegd. De houding van don Rua tegenover vrouwen en meisjes is kenmerkend voor een religieus en cultureel ontwikkelingsstadium, zoals we hier en daar nog steeds zien. Deze houding was bedoeld als respectvol, kuis en onthecht. Zo blijft deze oude biografie over een man die 100 jaar geleden stierf een bron van inspiratie.
vrije nieuwsbrief over Huize 'Don Rua' Ugchelen (1942-59) en 's-Heerenberg (1959-71), en wat ervan voortleeft
"Don Rua" – vroeger en nu
Patronen We bevinden ons, als mens op deze aarde, als vissen in een oceaan van gebeurtenissen, indrukken en ervaringen, maar ons perspectief is beperkt, zowel door gebrek aan informatie als door de waarnemenigsfilters in ons eigen systeem.
Toen ik 25 jaar geleden, na 14 jaar te hebben gewerkt als universitair docent, de Groninger Alma Mater verliet, zag men nog niets in de onderwerpen waar ik mee bezig was geweest, en die nu – een kwarteeuw later – in zwang zijn. Zo bepleitte ik, als studieadviseur, een gestructureerde oefening in de schriftelijke verslaggeving, omdat studenten psychologie moeite hadden om gegevens op systematische en abstraherende wijze in goed Nederlands (spelling!) te formuleren. Op mijn vakgebied probeerde ik de opvattingen over het cognitieve (tot dan toe voornamelijk in verbale en discursieve zin geïnterpreteerd) inhoudelijk en terminologisch te verruimen, iets wat nu nog wat moeilijk blijkt te liggen. Ten derde deed ik onderzoek naar de therapeutische bruikbaarheid van ontspannende en meditatieve technieken (zoals shiatsu en transcendente meditatie), wat over het algemeen als weinig wetenschappelijk werd ervaren. En tenslotte formuleerde ik de grondbegrippen van het menselijk gedrag in wat ik aanduidde als 'patroontheorie'. Afgezien van de intrinsieke en praktische waarde van mijn toenmalige werk wil ik hiermee mijn perspectief verduidelijken. Dat wordt verder meebepaald door mijn sociale en godsdienstige achtergrond, inclusief studie (gymnasium, filosofie, theologie) en opvoeding (rooms-katholiek en salesiaans). Met daarbij nog wat praktische ervaring (assistentie). Last but not least de algemene menselijke relaties binnen en buiten het gezin. Dat levert een zowel hetero- als homogeen beeld op van een oudere mens die zelfstandig denken kan en wil, en wiens mening het aanhoren waard zou kunnen zijn. Zoals ik in de eerste aflevering (juni 2006) schreef: "Ik doe mijn best om animositeit, controverse en polemiek te vermijden (hoewel die je soms ook worden opgedrongen), en me alleen maar bezig te houden met inhoudelijke zaken." Het controversiele thema 'misbruik' wordt me in zoverre opgedrongen, dat de publiciteit terzake ons allen raakt in onze herinneringen aan en waardering (positief en negatief) van ons gedeeltelijk gedeelde salesiaanse verleden.
blz. 4
Nr. 27 –december 2010 Nu de context waarin jonge mensen rond de helft van de vorige eeuw werden opgevoed en middelbaar geschoold door een stortvloed van getuigenissen van misbruik ter discussie staat, kan een poging tot analyse nuttig zijn. Hoe begrijpelijk de concentratie van de aandacht op concrete gebeurtenissen ook is, toch brengt die uiteindelijk geen oplossing. Misbruik van allerlei aard is van alle plaatsen en tijden. Het "dit nooit meer" is maatschappelijk gezien een fictie. De fysieke en sociale leefomgeving is als een oerwoud waarin we proberen te overleven en waarin we samen onze weg moeten vinden, tot het moment waarop ons lichaam sterft. Daarbij spelen ook onze verwachtingen een rol. Wie inzet op een leven dat ophoudt met de dood van het lichaam heeft een ander perspectief dan degenen voor wie die dood niet het absolute einde van het individu betekent (vita mutatur non tollitur). Kerkelijkheid is daarbij secundair. De opvattingen die mensen hebben over wat een mens is zijn vaak weinig helder. De mens is een dier als andere dieren, maar anders door het vermogen tot 'dubbeling', abstractie, en het gebruik van taal tot het uitdrukken daarvan. De sturing van het menselijk organisme gebeurt centraal vanuit de hersenen, maar de dualistische opvatting van de mens als geest en stof is vaak onjuist: de geest (mind) wordt geconstitueerd door het brein en is even stoffelijk als dat. Deze geest wordt teveel opgevat als principieel verbaal en discursief, terwijl er een continuum bestaat van volkomen onbewuste processen en regulaties tot de meest verfijnde mentale constructies, die er maar een fractie van zijn. De activiteit van het brein wordt gevoed door in de cellen opgewekte energie, en gestuurd door een aandrift die we voortgang kunnen noemen, de basismotivatie van elk levend wezen. Wat die voortgang dient heeft een zekere valentie. De motieven waarmee we denken te doen wat we doen zijn artefacten, breinmaaksels waarmee de mens zichzelf en anderen kan misleiden. Daarin ligt de sleutel tot het in principe begrijpen van de dubbelzinnigheid van menselijk gedrag. In het brein vormen zich wisselende patronen van activatie en motivatie, en zowel ons denken als ons doen zijn niet veel meer dan partiële transformaties van die cognitieve oersoep. Iedere mens kan zich vergissen in de eigen motieven en motivatie, en is in aanleg zowel 'goed' als ' slecht'.
vrije nieuwsbrief over Huize 'Don Rua' Ugchelen (1942-59) en 's-Heerenberg (1959-71), en wat ervan voortleeft
"Don Rua" – vroeger en nu
Gods-stof Pater Jan Klein z'n laatse winter was rijk aan gods-stof, zo mooi, dat het moeilijk is gedichten te kiezen. Kerstmis 1988, anderhalve maand voor hij stierf, dat wist hij niet, maar wat maakte het uit? God was hem nabij in leven en dood. di. 20-12-1988 Het buigen van paden is me immer geladen met heimwee – of hang – naar hierna. Waar anderen kwamen en gingen, ga 'k samen met 't pad. En ik kom er weldra. ma. 19-12-1988 Donkere bomen staan te dromen over 't spiegelen aan hun voet: "In de hemel zijn gekomen? ..." Hoe dit kan en hoe dit moet. De hemel gaat open. De hemel gaat dicht. De hemel gaat open en dicht... En het licht? Verlaat de alcoven. Het licht sluipt naar boven. Daar glimlacht een hemels gezicht. Hij is er zo vol van: overal in de natuur ziet hij iets van god, boven en onder, in licht en in kleur, met vensters op tijd en eeuwigheid. Hij was, in al zijn eenzaamheid, nooit alleen, maar altijd één met wat hem omringde, levend of dood, als "een beeldenaar van god". zo. 18-12-1988 Bleu is de nevel die kruipt over 't moor tegen het duistere bos en teloor gaat in het wijdere, ruimere blauw dat wel een zomer verkondigen wou. Hier, warmpjes toegedekt met mos, ligt, half de sloot in, scheef en schots, nog steeds een beeldenaar van God, nog steeds die Wereldbron uit 't bos. advent 4 God heeft dit ook bekeken met de ogen van een jood: 't behakt, gepeild, gemeten met bijl en vijl en lood. Ik kom dit pas te weten op aad'men van m'n dood en schrijf een god'lijk teken: de hemel wordt mij rood.
blz. 5
Nr. 27 –december 2010 De vierde zondag van de Advent: hij ziet uit naar de Kerst. Hij kijkt omhoog naar de lucht. Niet de kerstman, maar wolken ziet hij, geen vogels, maar als hinden trekken ze van west naar oost, en hij vraag zich af waar ze heen gaan en wat ze daar te zoeken hebben. Een wintertrek, een najaarstrek van wolkehinden, blond in blauw (op 't oosten af.. 'k weet niet zo gauw wat daar een hinde zoeken zou...) Zijn hart is ook op reis, als een dier, een witte duif, in een multidimensionele ruimte: de lucht, het bos, het gedicht. Zijn beleving begint te lijken op die allesverenigende ruimte van de creatieve bovenaardse geest waarin we, zoals Paulus zegt, zullen aanschouwen wat op aarde geen oog ooit heeft gezien, in eeuwig samenvloeien. za. 17-12-1988 Vrij voor de duif, op de Winden die we immer weer weten te vinden, peddel ik door dit gedicht. 't Is nog niet gebeurd met de regen. 't Leiblauwe westen valt tegen... Wit vliegt de Duif uit het zicht. De winter is het seizoen van verwachting, het uitzien naar licht en warmte, stil en intiem, zoals we heel vroeger in Ugchelen de kerstwake vierden, in een met dennegroen versierde refter en buiten was het koud. Zachte muziek en kaarslicht, stilte en wat lekkers op je bordje. vr. 16-12-1988 Tintellint om venster. Kaarseboom in hoek. Vogelkers gegénster Reeën snel en kloek. Buizerds door de bomen. Spichtig pijpestro: Kerstmis kan nu komen achter Waterloo. Stilte, geen rumoer; ruimte, geen egocentrisme; liefde, geen misbruik; en stille concentratie. Zalig Kerstmis goede vrienden, god zij met u. Donkere dagen. Geen winteroptiek. 't Bos staat verslagen, het weidegroen ziek. Schraap nu voorzichtig wat mos van de grond. Dennegroen! Lichtjes. En Kerstmis is rond.
vrije nieuwsbrief over Huize 'Don Rua' Ugchelen (1942-59) en 's-Heerenberg (1959-71), en wat ervan voortleeft
"Don Rua" – vroeger en nu
blz. 6
Nr. 27 –december 2010
Heilige Antonius verloren sleutel
Als patroon voor het terugvinden van verloren zaken is de heilige Antonius van Padua onvervangbaar. Op zijn voorspraak werd een sleutel teruggevonden, wat voor deze nieuwsbrief een zeer gewaardeerde gift opleverde. Ik ondersteun deze devotie van harte. Onze goede vriend Ben van den Berg bezoekt ons af en toe, samen met zijn vrouw, evenals wij hen. Laatst kreeg ik van hem een verhaal met een staartje. Hij was zijn autosleutel kwijt en kon die ondanks veel zoeken niet vinden. Toen riep hij de heilige Antonius aan, greep naar zijn hart en voelde het gezochte in de binnenzak van een nieuwe jas met zakken op nog niet vertrouwde plaatsen. Geen wonder dat hij heel blij en dankbaar was. Hij beloofde de heilige instantelijk te zijner eer iets weg te geven, waarbij hij op het gelukkige idee kwam mij te verrassen met een gift voor deze nieuwsbrief, hetgeen mijn eigen devotie tot mijn naamheilige nog eens versterkte. Maar nu de vraag, lieve sceptici die je geloof in dergelijke verbanden kwijt bent, of dit soort vertrouwen nu geen onzin is. Van de ene kant een geruststelling: de heilige Antonius is niet persoonlijk betrokken bij het zoeken.
Toezending kosten toezending per email of post (op papier per post kost me ± € 1 per exemplaar) vrijwillige bijdragen op girorekening
gratis
454400 t.n.v. A. Overtoom
aanmelding/opzegging per email per brief
[email protected] redactie-adres
Bijdragen Op postrekening 45 44 00 werden bedragen ontvangen voor de zangbundel, de biografie van don Rua en de dichtbundel van Jan Klein. Verder ook nog enige bijdragen voor de nieuwsbrief, o.a. als dank aan de H. Antonius (zie vorige kolom). Voor al deze betalingen hartelijk dank.
Redactie naam straat plaats telefoon email website
A.J.M. Overtoom Hofakkers 6 9468 EE Annen 0592 - 271 586
[email protected] http://origo.otmx.nl
Wel kan het zo zijn dat ons devote vertrouwen door een zekere resonantie deel gaat uitmaken van een groter circuit van ondefinieerbare positieve krachten. Dat klinkt mystiek en dat is het in werkelijkheid misschien ook wel. Hetzelfde geldt mogelijk voor het goddelijke of bovennatuurlijke in het algemeen. Er zit geen god boek te houden en te regeren vanuit een hemel. De hele schepping bestaat integendeel, hoe ook geformuleerd, uit gods-stof. De mens wil het grijpen en begrijpen, en dat kan hij alleen maar in termen van stoffelijkheid, lichamelijkheid en persoon-zijn. Jammer genoeg, hoewel begrijpelijk, heeft het christendom zich op die concretisering vastgelegd. In onze tijd is dat vanuit wetenschappelijk oogpunt onhoudbaar gebleken, wat in veel gevallen leidt tot een tweedeling in goedgelovigen en ongelovigen, terwijl de meest waarheidsgetrouwe optie niettemin geloof is. Geloof als, zonder enige dogmatiek, openstaan voor verhoudingen die het menselijk, materiegebonden verstand niet analyseren en begrijpen kan. Loslaten en openstaan, dat is de sleutel, evenals bij het bidden tot St. Antonius.
Colofon De tekst is opgemaakt in twee kolommen, in het lettertype Book Antiqua 10 pt, de koppen (meestal) in Comic Sans MS 14 pt. Digitale weergave per aflevering in pdfformaat, op de homepage en per email. Gratis lezers zijn: Acrobat Reader en Foxit Reader (kijk voor info en download op: www.foxitsoftware.com). Lemma Als iedere eeuw de voorgaande wil berechten, dan verdwijnt het goede en blijft het slechte.
vrije nieuwsbrief over Huize 'Don Rua' Ugchelen (1942-59) en 's-Heerenberg (1959-71), en wat ervan voortleeft