Extra materiaal 7.4 groep 5-6
1. Ouderbrief 2. Jan Steen De slapende schoolmeester 3. De boom staat in de bergen (les 1 extra) 4. Picasso (les 5 begin)
Beste Ouders Doe ik het goed? Deze vraag horen we vaak van kinderen. En nog vaker horen we de vraag niet hardop, maar horen we de kinderen wel denken: Doe ik het goed? Met dit thema levert Kleur op school een ode aan de kwetsbaarheid. En misschien ook wel een tegengeluid voor de prestatiedruk, de cultuur van cognitief presteren. Een druk waarmee we ook op de basisschool steeds meer worden opgezadeld. Kunnen we in plaats daarvan uitgaan van wat kinderen wel kunnen, van wat ze wel doen? Kunnen we volmondig roepen: ‘Je bent goed zoals je bent’? Faalangst Faalangst is letterlijk de angst om te falen. Het kind is bang dat er, ondanks een goede voorbereiding, een mislukking zal volgen. Die angst ontstaat al voor het presteren. Gedachten als ‘Het zal wel niet gaan lukken, ik krijg vast een black-out’ spelen al lang van tevoren. Faalangst heb je alleen als het gaat om een bepaalde taak; iets wat van je wordt verwacht en waar een beoordeling op volgt. Bijvoorbeeld een proefwerk op school of een spreekbeurt, maar ook het stellen van een vraag aan de leerkracht tijdens de les. Door die angst presteert het kind vaak onder zijn niveau. De dagen en uren voorafgaand aan zo’n taak zijn vreselijk en beïnvloeden het gedrag van een kind negatief. Oefenplek De school is de oefenplek voor de samenleving. Hoe gaan we om met mensen die de fout in zijn gegaan? Krijg je een tweede kans als je iets verkeerd hebt gedaan? Dit aspect van fouten maken – een tweede kans krijgen en vergeven worden – speelt een rol in diverse lessen. Kinderen ontdekken of je in onze samenleving altijd iets opnieuw kunt proberen en of je die tweede kans ook krijgt. Vergeven we elkaar onze fouten, of blijven we terugkomen op eerder gemaakte fouten? Durf fouten te maken Kinderen willen het graag goed doen. Maar tijdens het leren en het proberen maken ze toch fouten. Niemand is perfect. In de lessen draait het in de levensbeschouwelijke gesprekken vooral om de vraag in hoeverre je fouten en falen kunt accepteren. En dan niet alleen je eigen falen, maar uiteraard ook het falen van de ander. Het leven is niet maakbaar. Vergissen is menselijk; dat is zelfs een onderdeel van het leven. Kinderen onderzoeken in de lessen of het erg is om fouten te maken, of om iets niet te kunnen of te willen. Ze ontdekken in de lessen dat fouten maken ook waardevol kan zijn. Ze zien tevens hoe andere kinderen omgaan met het maken van fouten en met het proberen om het goed te doen. Met hartelijke groet, namens het team Doe ik het goed? in het kort • Over angst om te falen • Werken aan zelfvertrouwen • Kun je leren van proberen? • Ik wil het echt wel goed doen
En de boom staat op de bergen En de boom staat op de bergen, hali, halo. En de boom staat op de bergen, hali, halo. En aan die boom daar kwam een tak, een reuze tak. Een pracht van een tak; ach, jongens wat een tak was dat! De tak van de boom en de boom staat op de bergen, ha-li-ha-lo. En de boom staat op de bergen, ha-li-ha-lo. En de boom staat op de bergen, hali, halo. En de boom staat op de bergen, hali, halo. En aan die tak daar kwam een blad, een reuze blad. Een pracht van een blad, ach, jongens wat een blad was dat! Een blad van een tak en tak van de boom en de boom staat op de bergen, ha-liha-lo. En de boom staat op de bergen, ha-li-ha-lo. En de boom staat op de bergen, hali,halo. En de boom staat op de bergen, hali, halo. En aan dat blad daar kwam een nest, een reuze nest. Een pracht van een nest, ach, jongens wat een nest was dat! Een nest van een blad, een blad van een tak en een tak van de boom en de boom staat op de bergen, ha-li-ha-lo. En de boom staat op de bergen, ha-li-ha-lo
En in dat nest daar kwam een ei En uit dat ei daar kwam een jong En aan dat jong daar kwam een veer En aan die veer daar kwam een hoed En aan die hoed daar kwam een juf En aan die juf daar kwam een heer En aan die heer daar kwam een huis En aan dat huis daar kwam een stal En aan die stal daar kwam een geit En aan die geit daar kwam een staart En aan die staart daar kwam een eind.