Handleiding Vervolgmodule OGO- Extra materiaal na Taalsituaties 3-6-9
Extra materiaal na de Taalsituaties, Vervolgmodule OGO Algemeen In ‘Extra materiaal na de Taalsituaties’ wordt de leerstof uit drie voorgaande Taalsituaties herhaald. Het begint met herhalingsoefeningen waarin een aantal taalhandelingen uit het Raamwerk NT2, die in de voorafgaande Taalsituaties geoefend zijn, terugkomen. Het tweede deel (Toepassen) bestaat uit een video die aansluit bij de taalhandelingen uit het Raamwerk NT2. In IJsbreker Plus online kunnen de cursisten bij de video extra oefeningen in luistervaardigheid en verstaan en nazeggen maken. Behandel dit materiaal bij voorkeur met de hele groep, ook al lopen cursisten wat tempo betreft al uit elkaar. Het is een moment waarop u bij kunt sturen, extra uitleg kunt geven en een duidelijker beeld kunt krijgen van de vorderingen. Omdat ‘Extra materiaal na Taalsituaties 3 Vervolgmodule OGO’ de eerste keer is dat ermee gewerkt wordt, kunt u het eerst uitgebreid introduceren. Laat zien dat na elke drie Taalsituaties er een onderdeel ‘Extra materiaal’ volgt. Laat ook de opbouw zien: eerst herhalingsoefeningen en dan een video met opdrachten. Een deel van de oefeningen wordt op papier gedaan, het andere deel online. U kunt het online materiaal klaarzetten vanuit ‘Overig materiaal’ op de docentensite, en het papieren materiaal printen en uitdelen. Leg uit dat het belangrijk is om regelmatig een moment in te bouwen waarin je terugkijkt op wat je geleerd hebt en vooral ook hoe het gaat, zodat je kunt bijsturen als dat nodig is. Bij een volgende keer dat u met ‘Extra materiaal’ werkt, blikt u dan nog even terug op de vorige keer dat u hiermee werkte. Blader ook nog even terug door de Taalsituaties waarbij u nu extra materiaal aanbiedt. Bespreek wat moeilijke onderdelen waren en vraag of cursisten denken dat ze de stof goed doorgewerkt en onthouden hebben.
2
Extra materiaal na Taalsituaties 3 - OGO HERHALEN
Oefening 1-2 In de oefening 1 en 2 zoeken cursisten informatie op in een lijst en op een plattegrond. De cursisten kunnen de oefeningen ook in tweetallen doen. Bij oefening 2 is maar een klein gedeelte van een plattegrond opgenomen, zodat de straat gemakkelijk te vinden is. Leg eventueel uit hoe je een straat vindt op een grote plattegrond of kaart.
Oefening 3-4 De cursisten oefenen nogmaals met het wijzen van de weg. Feedback Geef feedback op het woordgebruik. De zinnen zijn eenvoudig en dus kunt u de cursisten laten proberen om correcte zinnen te maken.
Oefening 5-6 In oefening 5 bespreken de cursisten eerst de situaties voordat ze in oefening 6 gesprekjes gaan maken. De situaties sluiten aan bij de handeling ‘Ik kan korte gesprekken voeren om dingen te regelen’. Feedback Geef vooral feedback over de duidelijkheid van de afspraak. Aangezien alle cursisten tegelijkertijd met deze oefening bezig zijn, kunt u tweetallen de oefening voor de groep laten spelen. Geef feedback op de opening en afronding van het gesprek en op de manier waarop de vraag gesteld wordt.
Oefening 7-8 Oefening bij de handeling ‘Ik kan korte gesprekken voeren over alledaagse zaken’. In oefening 7 wordt het gesprekje in oefening 8 voorbereid. Feedback Geef feedback op de aspecten die van de oefening een echt praatje maken. Het gaat niet om het overbrengen van de informatie, maar om een gesprekje op gang te houden en even contact te houden. Ook hier kunt u weer tweetallen het gesprekje voor de groep laten spelen. Ga dan in op de verschillen tussen de verschillende gesprekjes. Welk gesprekje is het meest een praatje en waarom? TOEPASSEN
In dit onderdeel komt het onderwerp vrije tijd en sport uit Taalsituaties 3 terug. De video gaat over een moeder die haar zoontje ’s ochtends bij het voetbalveld afzet. Een vrouw op de voetbalclub vraagt of de moeder die ochtend kan helpen in de kantine. Ze vertelt dat er van ouders verwacht wordt dat ze helpen op de club en legt uit bij wat voor soort werkzaamheden. Ze zet de vrouw behoorlijk onder druk, omdat ze dringend hulp nodig heeft. De vragen bij de video richten zich onder andere op de houding en toon van de vrouw van de voetbalclub en de manier waarop de moeder erop gereageerd. Hiermee wordt aan de 3
sleutelvaardigheden ‘voor jezelf opkomen’, ‘omgaan met emoties’, ‘beslissen’ en ‘overleggen’ gewerkt.
Oefening 9 Een oefening met alleen kijkvragen bij het fragment. Laat het fragment eerst een keer zien zonder vragen. Daarna lezen de cursisten de vragen en kijken ze nog een keer naar de video. Laat cursisten eventueel ook andere dingen noemen die hen opvallen.
Oefening 10 Laat het fragment nogmaals zien. De vragen zijn onder andere gericht op de toon en de houding van de twee vrouwen.
Oefening 11 In oefening 11 wordt een aantal uitspraken uit de video gelicht en de betekenis ervan besproken.
Oefening 12 Vraag 2 is expliciet gericht op de manier waarop de vrouw van de voetbalclub haar verzoek doet en het effect daarvan.
Oefening 13-14 Bij deze oefening hoort een werkblad. Productieve opdrachten naar aanleiding van de video. Feedback Geef vooral feedback op de manier waarop het telefoongesprek gevoerd wordt en op de duidelijkheid van de afspraken.
4
Extra materiaal na Taalsituaties 6 - OGO HERHALEN
Oefening 1-2 Oefeningen in het maken van een praatje (contacten leggen en onderhouden). In oefening 1 bedenken de cursisten wat ze in de gegeven situaties zouden zeggen of doen. In oefening 2 maken ze een gesprek bij de situaties. Feedback Laat tweetallen de gesprekjes voor de groep spelen. Wijs op de verschillen. Herhaal met cursisten zinnen om een praatje mee te beginnen. Deze zijn in de voorgaande Taalsituaties herhaaldelijk geoefend. Besteed ook aandacht aan de manier waarop een praatje beëindigd wordt. Oefening 3-5 Herhaling van de taalwijzer Vragen stellen in Taalsituaties 4, maar nu iets moeilijker. Feedback Geef feedback op de manier waarop de gesprekjes gevoerd worden en de vorm van de vragen.
Oefening 6 Oefening in het snel opzoeken van informatie. Geef van tevoren aan hoeveel tijd (een minuut of zeven) de cursisten krijgen.
Oefening 7-8 Oefening in het invullen van een formulier Feedback Laat cursisten in groepjes controleren of het formulier goed ingevuld is. Bespreek het formulier na met de groep.
TOEPASSEN
De video gaat over een vrouw van ruim 80 die thuiszorg aanvraagt, omdat ze geopereerd is aan haar heup. De video begint met het telefoongesprek waarin de vrouw de hulp aanvraagt. In het tweede fragment komt de hulp van de thuiszorg bij de vrouw. Ze bespreken vervolgens het werk dat gedaan moet worden. De hulp doet niet al het werk waar de vrouw om vraagt. In de vragen bij de video wordt ingegaan op de toon waarop de vrouw haar verzoek doet en de toon en manier waarop de hulp daarop reageert. Hiermee wordt aan de sleutelvaardigheden ‘voor jezelf opkomen’, ‘inspelen op veranderingen’, ‘beslissen’ en ‘overleggen’ gewerkt.
5
Oefening 9 Een oefening met alleen kijkvragen. Laat de video eerst een keer zien zonder vragen. Daarna lezen de cursisten de vragen en kijken ze nog een keer naar de video. Laat cursisten eventueel ook andere dingen noemen die hen opvallen.
Oefening 10 Luister- en begripsvragen bij het eerste fragment. Laat alleen het eerste fragment zien.
Oefening 11 Begripsvragen bij het tweede fragment. Oefening 12-13 De oefening gaat in op de manier waarop de vrouw haar verzoek doet en de manier waarop de hulp het verzoek weigert. In oefening 11 wordt ingegaan op de reden waarom het verzoek geweigerd wordt. Voor sommige cursisten zal het respectloos overkomen om een vraag van een oudere te weigeren. U kunt ook ingaan op de manier waarop de zorgvrager op de weigering reageert. Deze vrouw accepteert het als een feit. Bespreek met cursisten wat de vrouw ook had kunnen doen, bijvoorbeeld aandringen of onderhandelen.
Oefening 14 De cursisten oefenen met het aanvragen van zorghulp. De zorgvrager heeft bepaalde wensen waar de zorgverlener niet direct op in kan gaan. Hoe lossen ze dat op? Feedback Geef feedback op de wijze waarop het telefoongesprek gevoerd is. Geef verder feedback op de manier en toon waarop de zorgvrager de vragen stelde en de zorgverlener daarop reageerde. Laat tweetallen het gesprek voor de groep spelen. Kies daarbij tweetallen die voor verschillende oplossingen hebben gekozen. Bespreek de verschillen met de groep. Vertel dat je kunt proberen te krijgen wat je wilt, maar dat er ook regels zijn waar werknemers zich aan moeten houden. Leg uit dat een verzoek sterker is als je het met argumenten ondersteunt.
6
Extra materiaal na Taalsituaties 9 - OGO HERHALEN
Oefening 1-2 Deze oefeningen zijn een voorbereiding op de oefeningen 4 en 5. De cursisten bereiden hier voor wat ze straks in oefening 4 en 5 in een gesprekje gaan uitspelen. Feedback De cursisten controleren samen of ze goede zinnen gemaakt hebben. Loop langs en kijk of dat goed gaat. Zo niet, dan kunt u een aantal zinnen op het bord (laten) schrijven en met de groep bekijken. Let ook op het verschil tussen formeel en informeel in de twee situaties. Oefening 3 De cursisten denken na over welke informatie ze in de gegeven situatie nodig hebben. Feedback Ook deze oefening kunt u zo nodig klassikaal bespreken. Wijs cursisten er dan ook op dat het een goede gewoonte is om een gesprek voor te bereiden voordat je het gaat voeren. Wat ga je zeggen/vragen? Oefening 4-5 Bij deze oefening hoort een werkblad. De cursisten spelen de situatie die ze in oefening 3 voorbereid hebben na. Eén cursist speelt de rol van de ambtenaar die de gevraagde informatie verstrekt. De informatie staat op het werkblad. Deze cursist moet dus zowel de informatie lezen/begrijpen als de informatie verstrekken. Feedback Let erop dat het telefoongesprek op juiste wijze geopend en beëindigd wordt (formeel). Geef feedback op de vorm van de vragen. Geef feedback op de duidelijkheid van de vragen en informatie. Oefening 6-7 Oefening in het lezen van instructies. Naar aanleiding van de tekst vertellen cursisten in oefening 7 iets over een persoonlijke ervaring over slechte gewoonten. De cursisten vertellen hun verhaal in kleine groepjes. Laat cursisten die dat willen hun verhaal aan de groep vertellen. Feedback Geef voornamelijk feedback op de begrijpelijkheid en samenhang van het verhaal. Wijs bijvoorbeeld op verbindingswoorden, verwijswoorden en bepalingen van tijd. Geef ook feedback op vormen van de verleden of voltooide tijd. Laat cursisten in groepjes controleren of het formulier goed ingevuld is. Bespreek het formulier na met de groep. TOEPASSEN
De video gaat over een moeder die haar kind gaat inschrijven op een basisschool. Ze maakt eerst telefonisch een afspraak. Vervolgens heeft ze een gesprek met de directeur en wordt ze rondgeleid door de school. Het gesprek met de directeur doet een groot beroep op de luistervaardigheid van de cursisten. De tekst is niet zo moeilijk, maar wel lang en vraagt dus wat van de concentratie van de cursisten. De video biedt informatie over de werkwijze en regels en 7
gewoonten op een basisschool. Aansluitend op de video is een aantal discussieopdrachten opgenomen waarin deze regels aan bod komen. Hiermee wordt aan de sleutelvaardigheden ‘voor jezelf opkomen’, ‘beslissen’ en ‘overleggen’ gewerkt.
Oefening 8-9 Een oefening met alleen kijkvragen. Laat de video eerst een keer zien zonder vragen. Daarna lezen de cursisten de vragen en kijken ze nog een keer naar de video. Laat cursisten eventueel ook andere dingen noemen die ze opvallen. Oefening 10-11 Luister- en begripsvragen bij het gesprek tussen de moeder en de directeur. Laat alleen dit fragment zien. Laat het zo vaak zien als nodig is. Oefening 12 Begripsvragen bij het tweede fragment. Oefening 13-14 Luister- en begripsvragen bij de rondleiding door de school. Oefening 15 Verwijs eventueel naar de leestekst in Taalsituaties 8 ‘Een goede school voor je kind’. Daar hebben de cursisten nagedacht over wat ze belangrijk vinden van een basisschool. Bedenk samen met de cursisten welke vragen je daarover zou kunnen stellen op school. Oefening 16 Discussievragen over regels en gewoonten op school. De cursisten bespreken de situaties eerst in viertallen. Daarna worden de situaties met de groep nabesproken. U kunt de groepjes ook de opdracht geven om als groepje met één oplossing te komen. Dan moeten de cursisten dus niet alleen discussiëren maar ook met elkaar overleggen en een beslissing nemen om tot één oplossing te komen. Feedback Ga vooral in op de begrijpelijkheid van de standpunten. Geef zo nodig aanvullende informatie waarom bepaalde regels gesteld worden. Probeer de verschillen in cultuur helder te krijgen en duidelijk te benoemen. Oefening 17 Oefening in het invullen van een formulier. De cursisten kunnen het formulier samen controleren.
8