EXPRESSO METAAL EN NON-FERRO SECTOREN DE LEEFTIJDSBAREMA’S • INDEXERING VAN DE NETTOLONEN DECEMBER 2008
ARBEIDERS- EN BEDIENDESTATUTEN • ALL-INAKKOORDEN HET NIEUWE BONUSSTELSEL (CAO 90) ALLIANTIE VOOR WERK EN MILIEU
EDITO DIT BELANGT IEDEREEN AAN De financiële crisis die momenteel de wereld in zijn ban heeft, zet alle sectoren van het bedrijfsleven zwaar onder druk met als gevolg de eerste tekenen van een recessie. Dit komt bovenop de toenemende inflatie. In de autoindustrie bijvoorbeeld staan bedrijven afkerig tegenover investeringen, de energieprijzen stuwen de productiekosten aanzienlijk de hoogte in, terwijl de consumenten minder auto’s kopen of hun aankopen uitstellen. Uiteindelijk valt de ganse economie geleidelijk aan stil. Ook de bedienden in de metaal en non-ferro sectoren beginnen de gevolgen te voelen van de crisis die we nu doormaken. De activiteit neemt af, de lopende band draait in een lagere versnelling. De vragen om werknemers in economische werkloosheid te plaatsen, nemen toe. Sommige werkgevers maken gebruik van de onrust om afslankingsoperaties door te voeren die zogezegd onafwendbaar zijn. De eerste slachtoffers zijn uiteraard en jammer genoeg de kwetsbaarste mensen. De contracten van uitzendkrachten en bedienden met een contract van bepaalde duur worden niet meer hernieuwd, hoewel ze soms al vele jaren in hetzelfde bedrijf werken. Tegelijkertijd wordt de daling van de koopkracht overduidelijk en beginnen ook diegenen die zich totnogtoe veilig waanden eronder te lijden. BEDIENDEN ONDER DRUK, DE WERKGEVERS ZOEKEN HET NIET TE GAUW BIJ ZICHZELF Werkgevers en overheid leggen felle verklaringen af om de werknemers onder druk te zetten en te proberen de arbeidsvoorwaarden van de bedienden af te bouwen. Alle drogredenen zijn goed om ons te laten weten dat de bedienden te duur zijn: de patronale lasten zouden te hoog zijn, ons indexeringsstelsel in zijn huidige vorm zou onverenigbaar zijn met de vertraging van de economie. Nochtans zijn het niet de bedienden
die moeten opdraaien voor de gevolgen van het financieel debacle. LAAT ONS SOLIDAIR BLIJVEN De BBTK weigert om toe te geven aan de paniek en de druk die sommigen uitoefenen. Enerzijds zullen wij blijven vasthouden aan de verdediging van je koopkracht, zowel via de bescherming van onze bruto-indexering en de loonsverhogingen. Anderzijds zullen wij de rechten van de bedienden niet versjacheren en zullen wij de opwaartse harmonisering van de arbeiders- en bediendestatuten blijven verdedigen. In dit nummer van Expresso komen we in detail terug op wat er de komende maanden op het spel staat: Harmonisering van de arbeiders- en bediendestatuten: voor een opwaartse harmonisering Indexering van de nettolonen: wanneer de belastingplichtige de loonsverhoging financiert, in plaats van de werkgever Het nieuwe bonussysteem (CAO 90): hoe lang nog voor een echte loonsverhoging? All-inakkoorden: kijk uit voor de stijgende inflatie Alliantie voor werk en milieu: laten we de uitdaging van de toekomst aangaan Wij zullen jullie eveneens toelichten welke acties wij plannen om jullie rechten te verdedigen. In deze gespannen periode op economisch vlak zegt de BBTK meer dan ooit “samen sterk”.
Ð PIA DESMET Federaal secretaris
Ð CLAUDE ROUFOSSE Federaal secretaris
Samen sterk
2
B B T K E X P R E S S O M E TA A L E N N O N - F E R R O S E C T O R E N D E C E M B E R 2 0 0 8
DE LEEFTIJDSBAREMA’S IN VRAAG GESTELD Een Europese richtlijn (ondertussen ook omgezet in de Belgische wetgeving) stelt inderdaad dat loondifferentiatie op basis van leeftijd niet kan, tenzij dit voldoende verantwoord kan worden. D a t l e e f t i j d s b a r e m a ’s d a a r o m aangepast zullen moeten worden, weten wij dus ook. Uitgangspunt is dat leeftijdsbarema’s worden vervangen door anciënniteitsbarema’s. Daar waar deze nog niet bestaan en voor zover mogelijk, dienen ondertussen analytische functieclassificaties te worden uitgewerkt zodat de indeling in categorieën ook objectief gebeurt. Die anciënneitsbarema’s dienen in eerste instantie op sectoraal niveau te worden uitgewerkt. Het overnemen van anciënniteit bij verandering van bedrijf, zeker binnen dezelfde sector, moet ook in de akkoorden worden ingebouwd.
Het eigenlijke overleg over de omvorming van de leeftijdsbarema’s zal na juni 2009 worden opgestart in onze sector. De werkgevers moeten weten dat de bediendenbonden in geen enkel geval de afschaffing van de baremieke loonvorming van de bedienden zullen tolereren. De belangrijkste punten die wij in de komende maanden zullen onderhandelen zijn: Jaarlijkse baremieke verhogingen Zelfde begin- en eindloon Maximale gelijkstellingen Het is trouwens van kapitaal belang dat de sectorale minimumbarema’s zo hoog mogelijk zijn, gezien het aantal bedienden afkomstig van de KMO’s waar geen syndicale controle is en die het moeilijker zullen hebben om hun rechten te verdedigen bij deze overgang.
Leeftijdsbarema’s garanderen dat de loonevolutie blijft doorlopen, ook als de arbeidsovereenkomst wordt geschorst (bijvoorbeeld bij opnemen van tijdskrediet of ouderschapsverlof). Het anciënniteitscriterium valt stil wanneer er niet effectief wordt gewerkt. Daarom zullen wij ijveren voor de gelijkstelling van deze niet-gewerkte perioden. Te meer omdat hier voornamelijk vrouwen door benadeeld worden.
INDEXERING VAN DE NETTOLONEN
Onlangs berekende UNIZO-topman Karel Van Eetvelt zelf hoe duur het nieuwe cadeau is waarop de werkgevers hopen: het verschil tussen een bruto- en nettoindexering bedraagt 1,8 miljard euro – per keer dat het indexcijfer met 2% stijgt. Met een populistische uithaal voegde hij daaraan toe: “dat verschil vloeit toch maar naar de staat.”
In werkgeverskringen spreekt men geregeld over een andere oplossing dan de gewone automatische loonindexering om de prijsstijgingen door te rekenen in de salarissen. Die goedkopere oplossing heet dan de “netto-indexering”. Agoria, de patroonsfederatie van de metaal en non-ferro sectoren, is een sterke voorstander van een dergelijke methode. Met netto-indexering wordt niet bedoeld dat de werknemer de garantie moet krijgen dat zijn nettoloon – hetgeen de werknemer overhoudt na bedrijfsvoorheffing en inhouding van sociale bijdragen - volledig geïndexeerd wordt terwijl de brutokost daarvan ten laste is van de werkgevers. Want dat zou juist méér geld kosten aan de werkgevers dan het huidige systeem. Neen, de essentie van wat Agoria en anderen wensen is dat het brutoloon ongewijzigd blijft als er volgens de
sectorafspraken een indexering nodig is. Dan stijgt dus alleen het nettoloon en de werkgever betaalt dus minder aan de fiscus en aan de sociale zekerheid. Als de werkgevers die zoveelste vorm van lastenvermindering voor elkaar krijgen betekent dit weer een ernstige bedreiging voor de leefbaarheid op termijn van de sociale zekerheid. Dus alweer ten koste van de solidariteit tussen de werkenden en degenen die van sociale uitkeringen moeten leven (gepensioneerden, zieken, werklozen…). UNIZO is daar bijvoorbeeld ook voorstander van. Zij argumenteren dat op die manier de concurrentiekracht van de bedrijven niet of nauwelijks wordt aangetast. Het idee werd ook opgepikt in een wetsvoorstel van de donkerblauwe Lijst Dedecker. In juni 2008 liet Paul Soete, de topman van Agoria, nog in Trends laten weten dat hij een dergelijk systeem “een interessante piste” vindt.
B B T K E X P R E S S O M E TA A L E N N O N - F E R R O S E C T O R E N
3
DECEMBER 2008
ARBEIDERS- EN BEDIENDESTATUTEN
Gezien de evolutie van de huidige functies op de arbeidsmarkt vinden wij dat het onderscheid tussen arbeiders en bedienden niet meer van deze tijd is. De BBTK is niet gekant tegen een harmonisering van de statuten van arbeiders en bedienden. Op voorwaarde dat deze toenadering plaatsvindt in het kader van overleg tussen sociale partners (werkgevers en vakbonden). En voor zover het niet de bedoeling is om de rechten verbonden aan het bediendestatuut te beperken, maar wel om beide statuten te verbeteren door de verworvenheden van elk statuut te vrijwaren.
Het onderscheid tussen de arbeiders- en bediendenstatuten dateert uit een tijd toen er grote verschillen bestonden tussen de “manuele beroepen” en de “kantoorberoepen”.
werkloosheid. Volgens de huidige wetgeving mag een onderneming haar bedienden, technici of kaderleden niet in tijdelijke werkloosheid om economische redenen (te weinig werk) plaatsen.
Vandaag is het onderscheid tussen handenen hoofdarbeid kleiner geworden. En het aantal arbeiders neemt af, terwijl het aantal bedienden alsmaar toeneemt. Dit heeft onder meer te maken met de verschuiving van een industriële economie naar een diensteneconomie. Het is dus logisch dat de twee statuten naar elkaar toegroeien in een opwaartse harmonisering voor iedereen.
Bovendien zijn de opzeggingstermijnen van de arbeiders veel korter dan die van de bedienden. Een arbeider die al 19 jaar in hetzelfde bedrijf werkt zal slechts 28 dagen opzegging krijgen tegenover een minimum van 9 maanden voor een bediende met dezelfde anciënniteit. De werkgeversfederaties willen de ontslagmodaliteiten van bedienden opnieuw op tafel leggen in ruil voor een bespreking van de gouden parachutes waarvan sommige bedrijfsleiders de laatste weken mooi hebben geprofiteerd. De BBTK aanvaardt niet dat de inperking van de vergoedingen voor topmanagers gekoppeld wordt aan de opzeggingstermijnen voor bedienden. De optrekking van de extreem lage opzeggingstermijnen van arbeiders tot die van de bedienden zou een veel gepaster antwoord zijn, zowel vanwege de werkgevers als van de politieke verantwoordelijken.
DE CRISIS AANGRIJPEN OM DE STATUTEN NAAR BENEDEN TE TREKKEN? NO WAY! De harmonisering van de statuten is een oude maar nog steeds actuele eis van de BBTK. De werkgevers zijn er altijd OostIndisch doof voor geweest. Nu de economie vertraagt, vinden de bedrijfsleiders het arbeidersstatuut echter zeer interessant om de crisis discreter en soepeler aan te pakken. Een bijzonder punt is de economische
HET NIEUWE BONUSSTELSEL (CAO 90) Het nieuwe bonusstelsel dat begin 2008 in werking trad kent veel succes bij de werkgevers. Deze loonsvoordelen kunnen enkel mits een onderhandelde collectieve arbeidsovereenkomst in functie van transparante doelstellingen die moeten slaan op een groep bedienden. Negatief is wel dat de resultaatsgebonden voordelen, die op basis van deze nieuwe reglementering toegekend worden, een speciaal statuut kennen. WAAROM ZIJN DE BONUSSEN ZO AANTREKKELIJK VOOR DE BEDRIJVEN? De bonus is slechts onderworpen aan een fiscaal aftrekbare voorheffing aan de bron van 33 %. Dit nieuwe instrument verhoogt dus het inkomen van de bedienden zonder al te diep in de geldbeugel te moeten tasten.
Ð VOORBEELD Opdat een werknemer een nettobonus van €1000 zou kunnen ontvangen Vroeger: de werkgever moest bijna €2500 na belastingen neertellen Nu, met het nieuwe bonusstelsel: de reële kost van de bonus na belasting en na de fiscale aftrek bedraagt slechts €878 De werkgevers lijken alle subtiliteiten van dit instrument goed begrepen te hebben aangezien ze het nieuwe bonusstelsel gebruiken om het nettoloon kunstmatig te doen stijgen …
De BBTK is van plan omzichtig om te gaan met dit nieuwe instrument. Het is hoe dan ook uitgesloten dat een bestaand loon hierin wordt omgezet. Maar ook in de toekomst wensen wij dat voorrang wordt gegeven aan de verdere uitbouw van het “normale” brutoloon waarmee rechten in de sociale zekerheid worden opgebouwd. Als daarbovenop de mogelijkheid bestaat om iets extra te onderhandelen voor de bedienden, zullen wij dit natuurlijk niet laten. Wij wensen daarbij ook voor alle bedienden dezelfde voordelen te onderhandelen.
D E C E M B E R 2 0 0 8 B B T K E X P R E S S O M E TA A L E N N O N - F E R R O S E C T O R E N
4
ALL-INAKKOORDEN Nu de sectorale onderhandelingen eraan komen, duikt het spookbeeld van de Allinakkoorden opnieuw op. Deze akkoorden voorzien een bijzonder verraderlijk correctiemechanisme voor de loonsverhogingen ingeval van inflatiestijgingen. Laten we even een voorbeeld nemen: Ik ben onderworpen aan een All-inakkoord. De totale onderhandelde loonsverhoging bedraagt maximum 6% voor een periode van 2 jaar. Deze loonsverhoging omvat zowel de indexering als de reële stijgingen. Mijn maandloon bedraagt €2500 bruto. We maken onderscheid tussen twee hypothesen. Ofwel is er een “normale” inflatie, die aan de verwachtingen beantwoordt. Ofwel blijft de inflatie gedurende die 2 jaar verder boomen op het huidige niveau. “Normale” inflatie Totale verhoging voorzien in de All In voor de periode van 2 jaar
“Boomende” inflatie
6 % (4 % indexering + 2 % reële loonsverhogingen)
Wat ik werkelijk verdien met All In
€2500 + 6% = €2650
Geschatte inflatie voor de periode van 2 jaar
4%
4%
Reële inflatie (≈indexering)
4%
5,5%
Mijn reële loonsverhoging
2% - dus €50
0,5% - dus €12,5 - €37,5… een gevoelige daling van mijn koopkracht wanneer de inflatie groter is dan verwacht
EEN ALL-INAKKOORD, WAT IS DAT PRECIES? “All-in” betekent “alles inbegrepen”. Net zoals voor all-invakanties moet je goed uitkijken wat de akkoorden inhouden. De loonsstijging, meer bepaald de verhogingen buiten de index en de index zelf, mogen nooit een bepaalde in het akkoord vastgelegde grens overschrijden. De bedienden zijn momenteel niet onderworpen aan een “volbloed” AllInakkoord. Niettemin werden er correctiemechanismen voorzien voor ingeval de inflatie de in de akkoorden voorziene groei zou overschrijden. De BBTK waakt erover dat de bedienden hun koopkracht niet zien verminderen door de prijsstijgingen. INDEX, INDEXERINGEN, WAAROM IS DIT BELANGRIJK? De indexering van de lonen is een belangrijke verovering van de vakbonden. Ze heeft tot doel om de koopkracht in stand te houden ondanks de inflatie. Want over het algemeen
stijgt de kost van het dagelijks leven, nu eens snel, dan weer traag. Het mechanisme voor de automatische indexering van de lonen dat na de oorlog werd ingevoerd, beschermt ons tegen deze verhoging van de levensduurte. Samengevat: als de prijs van het wekelijkse winkelwagentje van €100 naar €102 stijgt, stijgen de lonen met 2 % om dezelfde koopkracht te kunnen waarborgen. Deze verhoging gebeurt buiten elke andere verhoging om, zoals bijvoorbeeld de baremaverhogingen gekoppeld aan de anciënniteit. Het voordeel van dit systeem is dat onze lonen relatief goed afgestemd zijn op de levenskost, een onbetwistbare troef wanneer de indexering hoog is. In Duitsland bestaat dit systeem voor de automatische indexering van de lonen niet. De werknemers van de metaal en non-ferro sectoren vroegen er onlangs dan ook een loonsverhoging van 8% ... Een verhoging die ze niet gekregen hebben…
D E C E M B E R 2 0 0 8 B B T K E X P R E S S O M E TA A L E N N O N - F E R R O S E C T O R E N
5
ALLIANTIE VOOR WERK EN MILIEU Er moet dringend een economische relance komen, de hele economie moet “herdacht” worden. Men kan niet zomaar overgaan tot de orde van de dag en doen alsof er niets gebeurd is. De financiële crisis toont aan dat het kapitalistisch systeem tot ontsporingen leidt. Een economisch systeem dat alleen door de marktwetten gereguleerd wordt, vernietigt het leefmilieu en onze planeet. Het casinokapitalisme creëert financiële luchtbellen die in ons gezicht uiteenspatten. En de ongelijkheden tussen rijken en armen, tussen rijke en arme landen, worden steeds groter. We moeten verder kijken en starten met een schone lei. In de groene sectoren en in de sector van de energiebesparingen kunnen nog veel banen gecreëerd worden. Het ABVV stelt daarom een geïntegreerd relanceplan voor in drie delen, waarin ethisch en veilig beleggen, werkgelegenheid, leefmilieu en sociale rechtvaardigheid hand in hand gaan.
verliest, moet hij kunnen terugvallen op een fatsoenlijk inkomen. DE ECONOMIE DOEN OPLEVEN VOOR DE WERKGELEGENHEID EN HET LEEFMILIEU Speculatiefondsen en sommige pensioenfondsen schuimen de planeet af op zoek naar een zo hoog mogelijk profijt. Deze fondsen speculeren met geld, grondstoffen, waardoor de halve wereld met hongersnood bedreigd wordt, en met aardolie waardoor de petroleumprijzen de pan uit swingen. Er moeten financiële instrumenten komen die de economie aanzwengelen, in plaats van ze de grond in te boren. GOED VOOR WERK, KOOPKRACHT EN LEEFMILIEU De economische heropleving van de werkgelegenheid en van het leefmilieu kan zich in een eerste fase concretiseren in een grotere energie-efficiëntie van de woningen. Dit zou ook bijdragen tot:
DE WERKGELEGENHEID EN DE WERKNEMERS BESCHERMEN Of je het nu wilt of niet, de crisis zal tot banenverlies leiden. De “kleintjes” zullen opdraaien voor de fouten van de “groten”. De werkgelegenheid beschermen impliceert in de eerste plaats ontslagen moeilijker maken. En als een werknemer zijn job
meer werkgelegenheid, een lagere CO2-uitstoot, een vermindering van de energiefactuur van de gezinnen, met voorrang voor de minstbedeelden en voor de werknemers die nu niet de middelen hebben om te investeren in hernieuwbare energie en isolatie.
SAMEN STERK
www.bbtk.org
DECEMBER 2008 - V. U.: PIA DESMET EN CLAUDE ROUFOSSE - HOOGSTRAAT 42 - 1000 BRUSSEL
ONZE GEWESTELIJKE KANTOREN AALST - DENDERMONDE RONSE - OUDENAARDE Houtmarkt 1 • 9300 Aalst T +32 53 72 78 42
[email protected] ANTWERPEN Van Arteveldstraat 9/11 2060 Antwerpen T +32 3 220 69 00
[email protected] BRUGGE Zilverstraat 43 • 8000 Brugge T +32 50 44 10 21
[email protected] BRUSSEL HALLE VILVOORDE Rouppeplein 3 • 1000 Brussel T +32 2 519 72 11
[email protected]
Edingsesteenweg 16 • 1500 Halle T +32 2 356 06 76
[email protected] Mechelsesteenweg 253 1800 Vilvoorde T + 32 2 252 43 33 GENT Ons Huis - Vrijdagmarkt 9 9000 Gent T + 32 9 265 52 70
[email protected] KEMPEN Grote Markt 48 • 2300 Turnhout T + 32 14 40 03 75
[email protected]
KORTRIJK Conservatoriumplein 9 bus 2 8500 Kortrijk T +32 56 26 82 43
[email protected]
MECHELEN H.Consciencestraat 33 2800 Mechelen T +32 15 42 11 60
[email protected]
LEUVEN Maria-Theresiastraat 99 3000 Leuven T +32 16 31 62 50
[email protected]
OOSTENDE-ROESELARE-IEPER J. Peurquaestraat 1 bus 12 8400 Oostende T +32 59 70 27 29
[email protected]
LIMBURG Prins Bisschopssingel 34 bus 1 3500 Hasselt T +32 11 26 09 00
[email protected]
WAASLAND Mercatorstraat 90 9100 Sint-Niklaas T +32 3 776 36 76
[email protected]