Experts Group Implementation Network Codes – 25.02.2016
Experts Group Implementation Network Codes Reactive Power Management & Voltage Control (sessie 1) Datum: 25.02.2016 Plaats: Elia, Keizerslaan 20, 1000 Brussel
Aanwezig
Andreau Simon (BGA1) Curvers Daan (BGA) Dekinderen Eric (BGA) De Wispelaere Bram (BGA) Geraerds Ton (BGA) Gouverneur Bruno (Synergrid) Huyge Gwen (BGA) Laumont Noémie (BGA) Mees Emmeric (CREG) Malbrancke Marc (Synergrid) Marginet Dirk (VREG) Myngheer Silvie (BGA) Roobrouck Myriam (CREG) Soens Joris (Eandis) Van Bossuyt Michaël (FEBELIEC) Van der Spiegel Bart (FEBELIEC) Van Dorpe Mario (BGA) Verrydt Eric (FEBELIEC) Wijnhoven Thomas (FEBELIEC)
Buijs Patrik (Elia) – Voorzitter van de Experts Group
Cornet Matthieu (Elia) Depouhon Céline (Elia) Gerkens Isabelle (Elia) Rouanet Arnaud (Elia) – Secretariaat Vandermot Koen (Elia) – Presentatie
Agenda 1. Introduction by Elia – Presentation of the initial proposal a. Context and Related Network codes b. Requirements for Generators c. Demand Connection Code 2. Discussion & next steps De agenda werd unaniem goedgekeurd. De presentatie van Elia is beschikbaar op het volgende adres: http://www.elia.be/nl/users‐group/Implementatie‐EU‐Netwerk‐Codes/Experts‐Group‐ Implementation‐nc/Agenda.
Inleidende opmerking De titels uit de presentatie van Elia zijn overgenomen om dit verslag van de vergadering te structureren. 1
BGA (Belgian Generator Associations) verenigt BOP, COGEN Vlaanderen, EDORA, FEBEG en ODE
1
Experts Group Implementation Network Codes – 25.02.2016 Bij wijze van korte inleiding wijst de voorzitter van de Experts Group erop dat er nog een of twee andere sessies voorzien zijn om over dit onderwerp te praten. Deze eerste bijeenkomst is voornamelijk bedoeld om te bepalen op welke manier en volgens welke structuur het onderwerp zal worden geanalyseerd en besproken.
Inleiding door Elia – Presentatie van het eerste voorstel Context and Related Network codes Facing new challenges in RPM & VC Elia begint haar presentatie met een overzicht van de nieuwe uitdagingen die zich in de toekomst zullen stellen op het vlak van het beheer van het reactief vermogen en de regeling van de spanning (Reactive Power Management & Voltage Control). De verschuiving van centrale productie naar decentrale productie en de groeiende interconnectiviteit met de transmissienetten van de buurlanden bemoeilijken het beheer van het reactief vermogen. Elia toont vervolgens een grafiek van de evolutie van de behoefte aan reactief vermogen in het Belgische net tussen 2009 en 2013. Een vertegenwoordiger van BGA vraagt of deze grafiek heel België betreft en Elia bevestigt dit. Vervolgens vestigt Elia de aandacht op de daling van de beschikbare middelen voor het regelen van het reactief vermogen waarmee steeds rekening moet worden gehouden: enerzijds door de stijging van het geïnstalleerd vermogen uit RES, in combinatie met de daling van het aantal gecentraliseerde productie‐eenheden op basis van fossiele brandstoffen en anderzijds doordat de productie‐ eenheden die aan een contract voor het beheer van het reactief vermogen onderworpen zijn, steeds minder lang in werking zijn. Een vertegenwoordiger van BGA vraagt naar de betekenis van de afkortingen RPM, PUs en PGM, en Elia verduidelijkt dat het om respectievelijk Reactive Power Management, Power Units en Power Generating Module gaat. Network Codes related to RPM & VC Elia licht daarna toe hoe de Netwerk Codes op basis van hun voornaamste impact worden ingedeeld. Een vertegenwoordiger van BGA merkt op dat de ontwikkeling van ondergrondse kabels in België de productie van reactief vermogen zal doen toenemen. Een vertegenwoordiger van BGA merkt op dat de verschillende mogelijkheden om het reactief vermogen te beheren (generatoren, vraag, netten, HVDC) in de codes aan bod komen, maar dat er niet wordt verduidelijkt wie er verantwoordelijk is voor de middelen ter compensatie van het verbruik van reactief vermogen op het net. Hij vraagt welke code hiervoor geldt. Elia antwoordt dat ze dit zal nagaan. RPM & VC is a shared responsibility Elia beschrijft de voorstellen op basis waarvan de discussie over het onderwerp "Reactive Power Management & Voltage Control" kan worden gevoerd. Deze eerste discussie is bedoeld om de verschillen tussen het Federaal Technisch Reglement (FTR) en de Network Codes onder de aandacht te brengen. Op die manier kan dan worden bepaald welke minimale wijzigingen er in het FTR moeten worden aangebracht om aan de vereisten van de Network Codes te voldoen, en kunnen mogelijke 'quick wins' worden opgespoord. Elia verduidelijkt tot slot dat de lijst met 4 elementen die als derde punt op de slide wordt vermeld, niet als een ranking maar louter als opsomming moet worden gelezen.
Requirements for Generators Approach Elia legt eerst de voorgestelde aanpak uit. Het uitgangspunt is de indeling in type A, B, C en D, zoals in de Experts Group "Significant Grid Users" besproken is. Nadien worden voor elk van de 4 types het Federaal Technisch Reglement (FTR), de voorschriften C10/11 van Synergrid (situatie 'as is') en de Network Codes (situatie 'to be') geanalyseerd en vervolgens vergeleken om zo tot een interpretatie 2
Experts Group Implementation Network Codes – 25.02.2016 en doelstellingen, en uiteindelijk ook actiepunten te komen. Elia wijst erop dat het iteratief proces dat tot een precieze definitie van de types A, B, C en D moet leiden, zal worden beïnvloed door onder andere de discussies en de conclusies over het behandelde onderwerp. Type A Elia licht de analyse toe die op eenheden van type A wordt toegepast aangaande de spanningsstabiliteit, de reactieve vermogenscapaciteit en de regeling van de spanning en van het reactief vermogen. Elia stelt voor om zich voorVoor deze drie kwesties te blijven baseren op , stelt Elia eveneens dat aanpassing aan de voorwaarden van C10/11 op MLT mogelijk zijn waarbij de voorschriften vanuit FTR zullen worden overgenomen, ondanks het ontbreken van specificaties in de Network Code RfG. Een vertegenwoordiger van BGA vraagt welk artikel in het Federaal Technisch Reglement een minimum van 2 instelwaarden oplegt voor de regeling van de spanning en van het reactief vermogen. Elia neemt er nota van dat dit punt moet worden onderzocht. Een vertegenwoordiger van BGA vraagt waarom er voor het type A over het FTR wordt gesproken. Een vertegenwoordiger van Eandis legt het verband uit tussen de regionale technische reglementen en de voorschriften C10/11 van Synergrid. Een vertegenwoordiger van FEBELIEC vraagt of de voorschriften van Synergrid ook van toepassing zijn op alles wat op een CDS aangesloten is. Volgens hen is het beter dat een CDS zelf kan kiezen. Dat neemt niet weg dat de TSO of de DSO vereisten kan opleggen aan het koppelpunt tussen het CDS en het net. Elia neemt nota van deze vraag en zal dit punt onderzoeken. De voorzitter van de Experts Group voegt eraan toe dat deze vraag kan worden besproken tijdens de geplande discussies tussen Elia en de CDS's. Een vertegenwoordiger van Eandis voegt eraan toe dat de VREG momenteel de betrokken partijen raadpleegt om de structuur van het technisch reglement voor de distributie van elektriciteit in het Vlaams Gewest te herbekijken, wat ook voor de CDS's van belang kan zijn. Een vertegenwoordiger van de VREG bevestigt dit. Een vertegenwoordiger van BGA merkt op dat er in de NC RfG niets wordt vermeld over het beheer van het reactief vermogen voor de eenheden van type A. Een vertegenwoordiger van BGA verwijst naar de Europese normen van Cenelec waarin een onderscheid tussen een sterk en een zwak netwerk wordt gemaakt om bepaalde vereisten voor het beheer van het reactief vermogen en de spanning te bepalen. Dit lijkt hem echter geen ideaal uitgangspunt. Type B Elia stelt haar analyse voor de eenheden van type B voor. Een vertegenwoordiger van BGA meent dat er niet te veel verschil moet worden gemaakt tussen de diverse vereisten in België en dat de voorkeur moet uitgaan naar harmonisatie tussen de TSO en DSO. Daarom vindt hij het te complex dat er binnen type B twee subgroepen bestaan en verkiest hij het om de zaken niet te zeer uit te splitsen. Hij voegt eraan toe dat differentiëring in het bijzonder op het vlak van de operationele codes voor problemen kan zorgen. Elia antwoordt dat deze differentiëring gegrond is omdat de behoeften verschillend zijn. Een vertegenwoordiger van BGA voegt eraan toe dat er op Europees niveau naar harmonisatie moet worden gestreefd door de vereisten op die in de buurlanden af te stemmen. Elia noteert het standpunt van de vertegenwoordiger van BGA. Een vertegenwoordiger van Synergrid voegt eraan toe dat het niet uitgesloten is dat er binnen type B verschillende groepen zullen bestaan. Type C Elia stelt haar analyse voor de eenheden van type C voor. Elia toont een grafiek waarop conceptueel een vergelijking wordt weergegeven tussen de grenswaarden voor het U‐Q/Pmax‐profiel die momenteel door het Federaal Technisch Reglement worden opgelegd en de grenswaarden die moeten worden bepaald. 3
Experts Group Implementation Network Codes – 25.02.2016 Elia voegt eraan toe dat de inbreng van andere deelnemers nodig zal zijn om dit parallellogram te kalibreren. Een vertegenwoordiger van BGA vraagt om precies uit te leggen waar in het 'te bepalen' profiel de 4 hoekpunten van de vierhoek zich bevinden. Elia antwoordt dat dit profiel enkel kwalitatief bedoeld is om de overgang van een vierkant naar een parallellogram weer te geven. Een vertegenwoordiger van BGA verklaart het eens te zijn met het principe om van een vierkant op een parallellogram over te stappen, maar dringt erop aan de positie van de hoekpunten zorgvuldig te bepalen omdat dit anders operationele problemen met zich zal brengen, evenals extra kosten voor de machines die in de hoekpunten moeten werken. Elia verduidelijkt dat het in de eerste plaats de bedoeling was om de kwestie onder de aandacht te brengen zodat er later een preciezer standpunt over de cijfers kan worden ingenomen. We bevinden ons nog maar op het conceptuele niveau van het parallellogram en van de verandering ten opzichte van de huidige rechthoek. Een vertegenwoordiger van BGA merkt op dat de combinatie van de grenswaarden tussen types A, B, C en D, en van de manier waarop per type de vrijheidsgraden voor de andere behandelde onderwerpen (zoals Reactive Power Management & Voltage) worden vastgelegd, uiteindelijk zal bepalen hoe de Network Codes worden ingevoerd. Elia bevestigt dit. Een vertegenwoordiger van BGA wijst erop dat de grote eenheden gedurende steeds minder uren in werking zullen zijn. Hij merkt ook op dat het probleem in verband met het beheer van het reactief vermogen lokaal is. Gezien deze twee punten is BGA er niet echt van overtuigd dat een wijziging van de beheerscapaciteit voor het reactief vermogen op de conventionele machines de problemen in verband met RPM en VC zal verhelpen. Elia bevestigt dat er steeds minder conventionele machines samen draaien, waardoor de overblijvende machines een grotere capaciteit vergen om een status‐ quo aan mogelijkheden te behouden, waarbij rekening moet gehouden worden met het lokale karakter van reactief vermogen. Een vertegenwoordiger van BGA vraagt of er rekening moet worden gehouden met de 'on load toptap changer'. Een vertegenwoordiger van BGA stelt voor om hier om technische redenenomwille van de lagere betrouwbaarheid geen rekening mee te houden en verwijst daarvoor onder andere naar publicaties van CIGRE. Elia stelt de eigenschap Q‐P van de windturbine van het type VESTAS V112 voor. Een vertegenwoordiger van BGA merkt op dat de titel uitdrukkelijk 'low‐voltage terminal' vermeldt en onderstreept het belang om het vanuit dat oogpunt te bekijken. Een vertegenwoordiger van BGA merkt op dat het als voorbeeld gekozen model op de slide overeenkomt met een van de meest moderne apparaten op de markt. Hij voegt eraan toe dat in de praktijk de meeste gebruikte turbines ouder zijn en bijgevolg minder goed presteren omdat hun eigenschap Q‐P meer asymmetrisch is. De voorzitter van de Experts Group wijst erop dat de code op nieuwe installaties van toepassing is en bijgevolg niet op oude apparaten. Een vertegenwoordiger van BGA voegt eraan toe dat de turbines van andere fabrikanten volgens hem niet dezelfde curves kunnen bieden. Hij voegt er nog aan toe dat het belangrijk is om te weten of er een instelwaarde voor het reactief vermogen vereist is wanneer het geproduceerde actieve vermogen nul is (P=0). Wat is dan het verbruikte actieve vermogen? Hij merkt eveneens op dat de gegeven commentaar enkel op onshore windturbines slaat. Een vertegenwoordiger van FEBELIEC wijst er nogmaals op dat er, zoals voor type A, andere vereisten in overweging moeten worden genomen voor installaties die zich in CDS's bevinden. Over het issue ‘priority between active or reactive power’ stelt een vertegenwoordiger van BGA de vraag of een TSO zich daarover kan uitspreken. Type D Elia stelt haar analyse voor de eenheden van type D voor. Een vertegenwoordiger van BGA merkt op dat het interessant zou zijn te weten hoe in aanwezigheid van een Power System Stabilizer in kerncentrales de regels toegepast zullen worden, gezien de link met inter‐area oscillations. 4
Experts Group Implementation Network Codes – 25.02.2016 Een vertegenwoordiger van BGA merkt op dat het spanningsbereik rond 400 kV tijdens bepaalde perioden +10% toelaat, maar dat de machines niet tot 440 kV kunnen werken. Hij vraagt zich af welk spanningsbereik Elia kan garanderen. Elia antwoordt dat het net zo is ontwikkeld en wordt geëxploiteerd dat het niet boven een spanning van 420 kV kan. Belgian completion Elia licht de twee belangrijkste doelstellingen toe: een symmetrisatie van de reactieve vermogenscapaciteiten binnen de technische mogelijkheden en zonder extra hoge kosten, en een toename van de beheersmogelijkheden voor het reactief vermogen binnen de technische mogelijkheden, in het bijzonder voor de Power Generating Modules die op het distributienet aangesloten zijn. Een vertegenwoordiger van BGA voert aan dat 'quick wins' niet worden verondersteld extra kosten mee te brengen. Elia antwoordt dat ze geen overdreven extra kosten wil en dat er bijgevolg naar een eerder kwalitatief dan een kwantitatief zicht op de situatie moet worden gezocht. Meerdere vertegenwoordigers vragen om verduidelijking van de formulering.
Demand Connection Code Een vertegenwoordiger van BGA vraagt of er algemeen genomen, zoals in de code RfG wordt vermeld, in de code DCC artikelen staan die uitdrukkelijk vragen om de regels van de buurlanden in aanmerking te nemen en mogelijke afwijkingen te rechtvaardigen. Elia zal dit nagaan. Elia voegt dit deel toe om te verduidelijken dat deze vergadering tot doel heeft een kader uit te zetten, terwijl de details later zullen worden besproken. Een vertegenwoordiger van BGA stelt een vraag over het risico van penaliteiten. Elia antwoordt dat de DCC uitsluitend de vereiste capaciteiten specificeert en niet hoe deze capaciteiten moeten worden gebruikt. Deze puntenDeze punten eneerder in de NC OS behandelden door de tarifering voor het reactief vermogen. Een vertegenwoordiger van BGA stelt een vraag over de penaliteiten die door Elia toegepast zullen worden, voor klanten die op het transmissienet aangesloten zijn maar buiten de cos phi = 0.95 zone staan. Elia antwoordt dat de DCC uitsluitend de vereiste capaciteiten specificeert en niet hoe deze capaciteiten moeten worden gebruikt, en zeker niet de tarifaire aspecten. Belgian completion Elia stelt analyses voor die moeten worden verricht, evenals de doelstellingen in verband met de NC DCC voor het onderwerp Voltage & Reactive Power Management.
Discussie en volgende stappen Een vertegenwoordiger van BGA geeft aan dat hij geen probleem ziet in 'win‐winsituaties', voor zover ze geen extra kosten meebrengen. Als er toch extra kosten zijn, moeten de alternatieven worden bekeken om zo tot een optimale globale technisch‐economische oplossing te komen. Hij voegt eraan toe dat de implementatie 'kosteneffectief' moet zijn en dat de algemene vereisten niet moeten worden opgeblazen om problemen op te lossen die via meer doelgerichte oplossingen kunnen worden weggewerkt.
Actiepunten Een vertegenwoordiger van BGA vraagt of het voor de volgende vergaderingen mogelijk is om op voorhand een meer concrete agenda mee te delen, bijvoorbeeld door te preciseren welke artikelen er zullen worden besproken. Elia antwoordt dat haar presentatie al minstens voor het onderwerp "Reactive Power Management & Voltage Control" een duidelijke structuur voor de volgende vergaderingen vermeldt. Elia zal bekijken wat er nog kan worden gedaan. De stakeholders worden uitgenodigd om hun inputs mee te delen over de “hoeken van het paralellogram”, zoals besproken voor type C (kalibratie van de hoeken, moeilijkheden / mogelijkheden waarmee rekening dient gehouden te worden, andere parameters...). 5
Experts Group Implementation Network Codes – 25.02.2016 *
* *
6