Expertmeeting 29 november 2011
Urenbeperking: Hoe kunnen de perspectieven van zieke werknemer, verzekeringsarts en bedrijfsarts elkaar verrijken? Georganiseerd door Whiplash Stichting Nederland en Steungroep ME en Arbeidsongeschiktheid in het kader van het project ‘Kennis en kracht: samen naar een betere keuringspraktijk’. Dit project wordt gesubsidieerd door het ministerie van VWS.
Inhoud
Hoofdstuk
pagina
1. Inleiding
4
2. Urenbeperking vanuit patiëntenperspectief
5
3. Een eerste veelbelovende optie: Multidisciplinaire besprekingen tijdens moeizaam lopende re-integratie
6
4. Een tweede veelbelovende optie: Een helder gedocumenteerd overzicht van de eerste twee ziektejaren
9
5. De belangrijkste conclusies en acties
13
1. Inleiding haalbaar te benutten. Verzekeringsartsen zijn echter zeer
4
terughoudend in het geven van een urenbeperking. De bedrijfsarts onderschrijft in het eerste ziektejaar vaak nog wel een urenbeperking, maar de druk om tot een hogere ureninvulling te komen neemt in het tweede ziektejaar toe1. In deze tweede expertmeeting gingen betrokken partijen daarom opnieuw de dialoog aan, dit maal over mogelijkheden voor samenwerking en afstemming rond urenbeperking.
De inzet en opzet van de expertmeeting Deze expertmeeting vond plaats op 29 november 2011 met ruim dertig deelnemers, waaronder bedrijfsartsen, verzekeringsartsen, cliëntvertegenwoordigers, arbeidsdeskundigen, jobcoaches en psychologen. De middag werd geopend en geleid door Catrinus Egas2, Hij nodigde alle deelnemers uit om werkelijk in dialoog te gaan, om samen tot zo concreet mogelijke oplossingen en acties te komen. Het zorgvuldig beoordelen en begeleiden van de zieke werknemer, in de beperkte tijd die daar doorgaans voor
In drie inleidingen werden vervolgens vanuit de
beschikbaar is, is een hele uitdaging. Zeker als het gaat
verschillende perspectieven, inspirerende aanzetten
om mensen met whiplash of ME/CVS. De visies van
gegeven om de expertise en ervaringen van
bedrijfsarts, verzekeringsarts en zieke werknemer over
verzekeringsarts, bedrijfsarts en zieke werknemer te
deze aandoeningen en over de gevolgen ervan voor de
benutten en samen te brengen. In twee groepen gingen de
mogelijkheden om te werken lopen vaak behoorlijk uiteen.
deelnemers vervolgens aan de slag met de gepresenteerde
De Whiplash Stichting Nederland en Steungroep ME en
voorstellen door de bedrijfsarts en de verzekeringsarts.
Arbeidsongeschiktheid zetten zich daarom vanuit het project
Het patiëntenperspectief werd in beide voorstellen
‘Kennis en kracht’ in voor een betere keuringspraktijk.
meegenomen. Op het eind van de middag werd de oogst gezamenlijk binnen gehaald en voorzien van kritische
Er lijkt vooral kwaliteitswinst te behalen bij de samenwerking
kanttekeningen en mogelijke vervolgstappen.
en afstemming van bedrijfsarts, verzekeringsarts en zieke werknemer als het gaat om de vaststelling van
1 De Wet Verbetering Poortwachter verwacht dat werkgever en werkne-
de urenbeperking. Deze constatering volgde uit de
mer er in de eerste twee ziektejaren alles aan doen de zieke werknemer
expertmeeting van 18 november 2010 (‘Bedrijfsarts,
te re-integreren. Bij onvoldoende inspanning van de werkgever kan een
verzekeringsarts en zieke werknemer: drie perspectieven,
loonsanctie opgelegd worden, dat wil zeggen dat de werkgever ook het
één doel!?).
derde ziektejaar het loon moet doorbetalen. Vandaar dat de druk om tot een
Veel zieke werknemers met ME/CVS of whiplash
hogere ureninvulling toeneemt in het tweede jaar.
ervaren de urenbeperking als één van de belangrijkste werkaanpassingen om arbeidsmogelijkheden zoveel als
2 Catrinus Egas is zelfstandig adviseur voor sociale projectontwikkeling, vraagsturing en participatie.
2. Urenbeperking vanuit patiëntenperspectief Ynske Jansen3 presenteerde een optie om vanuit
5
patiëntenperspectief bij te dragen aan een goede vaststelling van de urenbeperking. Jansen maakt duidelijk dat mensen met ME/CVS te maken hebben met een abnormale reactie op inspanning, met vertraagd herstel en een verminderde duurbelasting tot gevolg. Ook mensen met whiplash hebben een verminderde duurbelastbaarheid. Werk is voor een deel van deze groepen wel haalbaar, zij het met de nodige aanpassingen zoals aangepaste werkuren en taken, meer rustmogelijkheden en thuiswerk. Deze aanpassingen worden ook ondersteund door de verschillende verzekeringsgeneeskundige protocollen. Probleem hierbij is echter dat in deze protocollen niet vermeld wordt op welke manier nut en noodzaak van deze aanpassingen waaronder een urenbeperking - worden vastgesteld. Daarnaast schatten de meeste verzekeringsartsen de haalbare arbeidsduur vaak veel hoger in dan de betreffende zieke werknemers. Argumenten van bedrijfs-
duidelijk kunnen maken aan bedrijfs- en verzekeringsarts én
en verzekeringsartsen dat een urenbeperking niet
de regie kunnen nemen om tijdens het re-integratietraject
toegestaan of niet nodig is bij ME/CVS of whiplash worden
aanpassingen te kunnen uittesten om zo uiteindelijk de
veel gehoord. In de praktijk wordt er dan vaak geen
arbeidsmogelijkheden zoveel als haalbaar te benutten.
urenbeperking toegekend of onvoldoende, terwijl de zieke
Zonder hulp en begeleiding zal dit vaak niet goed gaan.
werknemer dit juist ziet als belangrijke werkaanpassing. Ook loopt het oordeel van de bedrijfsarts en dat van de
Om de zieke werknemer hierbij te ondersteunen
verzekeringsarts vaak uiteen. Een door de bedrijfsarts nodig
stelt Jansen de ontwikkeling van een werkboek voor
geachte urenbeperking wordt dan door de verzekeringsarts
met vragenlijsten en invulschema’s, afgestemd op
niet overgenomen.
de aandachtspunten van zowel de bedrijfsarts als de verzekeringarts. Een instrument met de focus op
Voor betrokken zieke werknemers is dit alles vaak niet te
beperkingen, aanpassingen en mogelijkheden dat ook de
rijmen met eigen ervaring en inzicht.
ontwikkeling in de tijd laat zien.
De vraag is dan ook hoe verschillen overbrugd kunnen worden en hoe alle informatie, kennis en ervaring van de zieke werknemer beter benut kan worden bij de begeleiding 4
in de eerste twee ziektejaren en de WIA-beoordeling .
3 Drs. Ynske jansen is beleidsmedewerker en projectleider ‘Patiëntenperspectief op mediprudentie’ bij de Steungroep ME & Arbeidsongeschiktheid. Zij is tevens projectleider ‘Richtlijnen en protocollen Arbeid’ bij de CG-raad.
Dit vraagt veel van de zieke werknemer, waarbij deze
4 Om de WIA-beoordeling aan te duiden, wordt in de praktijk de term ‘keuring’
allereerst goed zicht moet krijgen op eigen mogelijkheden
vaak gebruikt. Omdat de beroepsgroep de voorkeur geeft aan de term
en beperkingen. Daarnaast moet de zieke werknemer dit
‘beoordeling’ , wordt in dit verslag hiervan gebruik gemaakt.
3. Een eerste veelbelovende optie 6
Multidisciplinaire besprekingen tijdens moeizaam lopende re-integratie Bas Sorgdrager5 gaf aan hoe de expertise van verzekeringsartsen beter te betrekken is bij het bepalen van een urenbeperking in de eerste twee ziektejaren. Sorgdrager legt uit dat de bedrijfsarts kijkt naar de taakeisen, het werkvermogen en de herstelbehoefte en herstelmogelijkheden van de zieke werknemer. Aan de hand van een aantal praktijkvoorbeelden geeft hij aan dat een forse herstelbehoefte voor hem leidend is bij advisering rond urenbeperking. Daarbij zijn belangrijke vragen of de geconstateerde beperkingen medisch verklaarbaar en behandelbaar zijn of het gevolg van het gedrag van de zieke werknemer, bijvoorbeeld omdat deze over zijn grenzen gaat. Waar nodig en mogelijk wordt begeleiding op gedrag ingezet. Het uiteindelijke doel is te komen tot een goede balans tussen een duurzame inzetbaarheid en een optimale
De bespreking van deze optie in twee groepen leverde de volgende reacties en kanttekeningen op:
kwaliteit van leven. Dat vraagt om keuzes. Sorgdrager plaats hierbij een kritische noot richting de zieke
3.1 Een brede aanpak is wenselijk
werknemers. Hij ervaart bij hen vaak een houding van
De multidisciplinaire besprekingen waar Sorgdrager voor
‘wat kan er voor mij geregeld worden’ in plaats van een
pleit, worden door de deelnemers als zeer wenselijk gezien.
houding waarbij zij zelf de regie in handen nemen en het
Ze zouden echter breder ingezet moeten worden dan alleen
voor henzelf gaan regelen. Hij geeft aan dat vrijwillig kiezen
bij moeizaam lopende re-integratie. Een brede aanpak zou
voor minder uren werken, dus zonder compensatie door
vanaf het begin het uitgangspunt moeten zijn.
een uitkering, één van die keuzes kan zijn.
In de voordrachten wordt bijvoorbeeld de rol van de
Maar ook de verzekeringsarts moet wat hem betreft bij
werkgever gemist. De houding van de werkgever naar de
moeizaam lopende re-integratie eerder in beeld komen.
zieke werknemer is een belangrijke factor in het verhaal
Hij pleit in die gevallen voor multidisciplinaire besprekingen
van re-integratie. Geeft de werkgever de zieke werknemer
met de zieke werknemer, werkgever, bedrijfsarts,
het vertrouwen er samen uit te komen en is deze bereid om
verzekeringsarts en arbeidsdeskundige, waarbij men
samen te zoeken naar creatieve oplossingen, dan is er veel
elkaar kritisch kan bevragen en met elkaar tot de beste
winst te behalen.
oplossing komt.
5 Dr. Bas Sorgdrager is bedrijfsarts bij NCvB/Coronel Instituut voor Arbeid en Gezondheid, AMC/UvA Amsterdam
Een bredere aanpak vraagt ook een bredere blik. Betoogd
komen. Als de zieke werknemer hierin en in het gehele
wordt dat ondersteuning van de zieke werknemer in de
re-integratieproces een actieve rol moet innemen, is de
eerste twee jaren niet alleen de taak moet zijn van de
vraag waar deze dan terecht kan voor ondersteuning
bedrijfsarts, werkgever en de werknemer. De bedrijfsarts
hierbij? Het werkboek, zoals voorgesteld door Jansen,
zou vaker kunnen adviseren een externe deskundige in te
zou daarbij gebruikt kunnen worden. Een jobcoach zou
schakelen. Het inzetten van meer onpartijdige professionals
kunnen begeleiden en helpen met het opstellen van een
zoals jobcoaches kan mogelijkheden en beperkingen rond
belastbaarheidsprofiel. Vanuit patiëntenperspectief wordt
re-integratie bijvoorbeeld inzichtelijker maken. Hetzelfde
gesteld dat het belangrijk is dat de zieke werknemer de
geldt voor de inzet van een psycholoog. Wanneer re-
ruimte krijgt om ook door trial-and-error in de praktijk de
integratie stagneert, kan deze samen met de werknemer
grenzen van de belastbaarheid te kunnen bepalen.
onderzoeken wat het herstel belemmert.
3.3 Urenbeperking staat nooit op zichzelf Punt van discussie was wie er binnen deze brede aanpak
Gesteld wordt dat urenbeperking nooit op zichzelf staat, dat
leidend moet zijn. Daar werd op een verschillende
het nooit alleen de oplossing is.
manier naar gekeken. Juridisch gezien stelt de wet
Die urenbeperking is in eerste instantie vaak gericht op
Poortwachter dat werkgever en werknemer de eerste twee
het eigen werk, met name in de eerste twee ziektejaren.
ziektejaren verantwoordelijk zijn voor de re-integratie. In
Aanpassing van dat werk en van de werkomstandigheden
de praktijk heeft de bedrijfsarts hier een coördinerende en
zijn dan echter belangrijke andere opties. Dat betekent
adviserende rol in. Aangegeven wordt dat er volgens de wet
dat er samen met werkgever en collega’s allereerst
Poortwachter een casemanager moet worden benoemd.
gezocht moet worden naar mogelijke aanpassingen op de
Zou deze dan ook niet de leidende persoon moeten zijn?
werkvloer, bijvoorbeeld het afstoten van bepaalde taken, de
Hier worden verschillende vraagtekens bij gezet. Allereerst
mogelijkheid voor de zieke werknemer om zich even terug
omdat deze casemanager vaak alleen het proces bewaakt
te trekken in een rustruimte of vaker pauze te houden.
en minder de inhoud. Omdat de meeste casemanagers personeelsfunctionarissen van het bedrijf zijn, is daarnaast
Er was discussie over de vraag of bij aanhoudende
de vraag of de zieke werknemer niet meer gebaat is bij
verlaagde duurbelastbaarheid een urenbeperking voor de
een meer onafhankelijk persoon. Ondersteund door een
huidige functie een betere optie zou zijn dan de mogelijkheid
onafhankelijke coach kan de zieke werknemer zelf ook
van ander werk. Over het algemeen was de mening dat
meer leidend zijn. In de praktijk en ook uit de discussie
het gedeeltelijk kunnen behouden van eigen werk vaak
blijkt dat de verschillende betrokkenen ieder hun eigen
herstelbevorderend zou werken. Dat het beter is leuk werk
verantwoordelijkheid hebben.
korter te doen, dan langer te werken in een functie die niet leuk zou zijn, omdat dit laatste ziekmakend zou zijn.
3.2 De zieke werknemer ondersteunen in actieve rol
Niet iedereen zag dit zo: werknemers zouden met extra
Voor re-integratie is het nodig de optimale balans te
voor ander werk. En niet iedere werknemer vindt het werk
vinden: de zieke werknemer moet niet overvraagd worden
in zijn huidige functie leuk.
ondersteuning ook enthousiast gemaakt kunnen worden
en tegelijkertijd wel zoveel mogelijk aan het werk gaan. Aangegeven wordt dat het bepalen van de belastbaarheid
Bijkomende vraag is in hoeverre de argumenten voor een
van de zieke werknemer voor alle partijen ingewikkeld is.
urenbeperking in de eigen functie bij WIA-beoordeling
De informatie hiervoor moet vooral van de zieke werknemer
meewegen bij het bepalen van een urenbeperking voor
7
8
gangbaar werk. Vanuit de verzekeringsartsen werd
3.4 Vrijwillig kiezen voor minder werk?
aangegeven dat ervaring met urenbeperking in eigen
Er worden kritische kanttekeningen gemaakt bij de
werk belangrijke input kan geven, waarbij het wel een
opmerking van Sorgdrager dat zieke werknemers er ook
voorwaarde is dat de urenbeperking in de eigen functie
vrijwillig voor kunnen kiezen minder uren te gaan werken
goed beargumenteerd wordt. Voor veel deelnemers blijft het
en dus geen of minder beroep doen op de WIA. De WIA is
verschil tussen de focus van de bedrijfsarts op eigen werk
immers toch juist de verzekering tegen inkomensterugval
en de focus van de verzekeringsarts op gangbaar werk
door arbeidsongeschiktheid. Mensen met een laag inkomen
echter wringen: het gevoel van ‘meten met twee maten.’
kunnen zich helemaal geen vrijwillig deeltijdontslag permitteren. Ook voor anderen brengt vrijwillig inleveren van
Opgemerkt werd dat een urenbeperking ook averechts
uren de nodige risico’s mee. Want wat als na het vrijwillig
kan werken, dat dit het werk extra zwaar kan maken.
inleveren van uren blijkt dat ook dit aantal uren niet haalbaar
Bijvoorbeeld omdat de werknemer dan minder geneigd
is en er toch een beroep moet worden gedaan op de WIA?
is om pauzes te nemen, omdat deze de tijd zo goed
Daarbij wordt dan uitgegaan van het laatste contract, wat
mogelijk wil benutten. Maar tevens omdat gezamenlijke
een lagere uitkering betekent. Bij het argument van diverse
werkoverleggen ook plaats moeten vinden in deze beperkte
artsen dat elke werknemer hierin een eigen keuze kan
uren. Dit kan de werkdruk uiteindelijk groter maken en
maken, worden door verschillende partijen vraagtekens
verdere re-integratie belemmeren. Het is in ieder geval
gezet: is de zieke werknemer daartoe echt in staat? Kan
belangrijk om bij een verminderde duurbelastbaarheid ook
deze werkelijk overzien wat de gevolgen van zo’n keuze
te kijken hoe vaak een rustpauze nodig is en hoe lang deze
zijn? Soms maken zieke werknemers vanuit hun kwetsbare
moet duren.
positie een ondoordachte keuze. Wie wijst ze op de (financiële) gevolgen?
4. Een tweede veelbelovende optie Een helder gedocumenteerd overzicht van de eerste twee ziektejaren
9
Haije Wind6 gaf aan hoe de kennis en expertise van bedrijfsartsen en zieke werknemers meer te betrekken is bij het vaststellen van de urenbeperking voor de WIA-beoordeling. Wind betoogt dat het ziekteproces en de terugkeer naar werk een continuüm is. Tegelijkertijd is de beoordeling van de arbeidsongeschiktheidsclaim een momentopname, een beoordeling van de situatie op dat moment. De vraag is dan ook hoe de expertise en ervaringen van zowel de werkgever als de werknemer, opgedaan in de eerste twee ziektejaren, beter betrokken kunnen worden bij de beoordeling door de verzekeringsarts. De verzekeringsarts toetst bij een claimbeoordeling aan de hand van het re-integratieverslag of zowel de werknemer als de werkgever maximale re-integratie-inspanning hebben geleverd en of er een beter resultaat had kunnen
Reacties en kanttekeningen bij deze optie:
zijn (RIV-toets). Dit vraagt om een goed gedocumenteerd geeft aan dat dit begint met een heldere probleemanalyse
4.1 Het belang van een goed re-integratieverslag en waar dit aan moet voldoen
door de bedrijfsarts, die nu vaak nog gemist wordt in de
Iedereen ziet het belang van een gedegen en goed
dossiers. Op basis van deze analyse volgt een doelgericht
beargumenteerd re-integratieverslag. De verzekeringsartsen
en tijdcontingent plan van aanpak. Hierbij kunnen eventueel
geven aan dat zij op die manier de ervaringen van
een snel en een langzaam scenario worden afgesproken.
werknemer en bedrijfsarts uit de eerste twee ziektejaren
Wanneer stagnatie optreedt, is het belangrijk dat onderzocht
optimaal mee kunnen wegen in hun beoordeling van
én vastgelegd wordt waarom dit zo is en wat er gedaan
nut en noodzaak van een urenbeperking. Ervaringen
gaat worden om de gestelde doelen alsnog te behalen. Een
van de werknemer in eigen werk verschaffen aan de
‘opschudmoment’ bij langdurig ziekteverzuim, waarbij er met
verzekeringsartsen ook belangrijke argumenten voor de
een externe deskundige – bijvoorbeeld van UWV – kritisch
beoordeling van mogelijkheden tot gangbare arbeid. Het
gekeken wordt naar de uitgezette lijn, kan hierbij zinvol zijn.
toetsen van het re-integratieverslag (de RIV-toets) is dan
en beargumenteerd overzicht van die inspanningen. Wind
ook een belangrijk onderdeel van de beoordeling door de Wind geeft aan dat wanneer er na twee jaar een goed
verzekeringsarts.
doortimmerd stuk van werknemer en werkgever bij de verzekeringsarts ligt, waarin helder uiteengezet is waarom urenbeperking een noodzakelijke aanpassing is, dat dit dan ook in de beoordeling door de verzekeringsarts tot uitdrukking zal komen.
6 Prof. Dr. Haije Wind is verzekeringsarts Kenniscentrum Verzekeringsgeneeskunde, Coronel Instituut voor Arbeid en Gezondheid AMC/ UvA
patiëntenperspectief wordt daarom voorgesteld te spreken
10
van een procescontingente aanpak, omdat in het plan van aanpak de opbouw van werk dan gerelateerd wordt aan de situatie van de werknemer en de mogelijkheden die hij in de praktijk blijkt te hebben. Dit ondersteunt het dynamische karakter beter, biedt meer ruimte voor maatwerk en nodigt uit tot regelmatig evalueren. Verzekeringsartsen hechten ook veel waarde aan evaluatiemomenten en zien graag in het re-integratieverslag terug, dat de aandacht voor het verloop van de re-integratie niet verslapt. Een oplossing, aangedragen door verzekeringsartsen, die mogelijk voor alle partijen zou kunnen werken, is het opstellen van verschillende trajecten in het plan van aanpak: een snel, normaal en langzaam traject, zodat er meer flexibiliteit ontstaat. Deze flexibiliteit en procesmatig werken worden in de discussie nog verder doorgetrokken: waarom ook niet procescontingent keuren? Waarom standaard na twee jaar? Verzekeringsartsen geven aan dat ze in de praktijk vaak reintegratieverslagen zien waarin onvoldoende is vastgelegd
Er is immers weinig wetenschappelijk bewijs (‘evidence’) dat
en onderzocht wat de mogelijkheden zijn. Hoe ziet een
de eindsituatie bij deze specifieke aandoeningen na twee
gedegen en goed beargumenteerd re-integratieverslag er
jaar bereikt is. Bij sommige mensen is de situatie na een
dan uit?
jaar al stabiel, bij anderen is na twee jaar de situatie nog volop in beweging en zijn er wellicht mogelijkheden die nog
4.1.1 Dynamisch
benut kunnen worden.
Het re-integratieproces is dynamisch en dat moet ook in het
Dit kan een argument zijn om de verzekeringsarts meer te
verslag tot uitdrukking komen. Voor de verzekeringsarts is
betrekken in het proces en het keuren flexibeler in te richten.
het essentieel dat gestart wordt met een heldere probleemanalyse en een plan van aanpak met een duidelijk omschre-
De vraag is echter hoe zich dit vertaalt naar de verant-
ven einddoel. In het re-integratieverslag wordt vervolgens
woordelijkheden van de werkgever. Als het re-integratie-
aangegeven hoe dit in de praktijk verloopt. Als de ingezette
traject bijvoorbeeld langer dan 2 jaar zou duren, wie betaalt
koers niet haalbaar blijkt, is dit aanleiding voor evaluatie
dan de extra kosten voor participatiebevordering? De
en zo nodig bijstelling. Bijstellingen in het plan van aanpak
werkgever? UWV? Zorgverzekering? Dit zou dan verder
moeten onderbouwd en systematisch gerapporteerd worden,
uitgedacht moeten worden. Een andere mogelijkheid kan
zodat uit het verslag blijkt wat wel en niet werkt en waarom.
zijn om na de WIA-beoordeling de werknemer te blijven volgen: dan kunnen praktijkervaringen met de mogelijk-
Een tijdscontingente aanpak, zoals eerder benoemd door Haije Wind, kan de suggestie wekken dat er geen ruimte is om van de uitgezette lijn af te wijken. Vanuit
heden tot gangbare arbeid ook meegewogen worden.
4.1.2
Een brede scoop
Betoogd wordt dat het belangrijk is om niet alleen naar
4.2 Randvoorwaarden: werken vanuit gezamenlijkheid en veiligheid
de medische aspecten te kijken, als het gaat om een
Omdat het re-integratieverslag – met een zo breed
goed beeld te krijgen van nut en noodzaak van een
mogelijke scoop – zo belangrijk is voor het toekennen
urenbeperking. De arbeidssituatie en de thuissituatie
van een urenbeperking, is het voor de zieke werknemer
hebben ook invloed op het slagen van de re-integratie.
belangrijk dat de inhoud hiervan overeen komt met zijn
Deze elementen zouden in de eerste twee ziektejaren
of haar ervaringen. Hier wordt echter een spanningsveld
meer aandacht moeten krijgen en, in het belang van de
ervaren. Lang niet altijd wordt wat de zieke werknemer
WIA- beoordeling, duidelijk opgenomen moeten worden in
vertelt door de bedrijfsarts ook geïnterpreteerd en
het re-integratieverslag. Het opstellen van een ’behapbare’
opgeschreven zoals het bedoeld is. Voor de zieke
vragenlijst om het ’totaalplaatje’ van de zieke werknemer
werknemer is het niet altijd eenvoudig om dit alsnog wél
inzichtelijk te krijgen, wordt genoemd als extra instrument.
juist verwoord te krijgen7. Het mondeling bespreken van
Ook het door Ynske Jansen voorgestelde werkboek biedt
de rapportage kan interpretatieverschillen voorkomen,
hierin mogelijkheden.
net als het tijdens het gesprek bij elkaar afchecken of alles correct begrepen is. Ook in de communicatie met de verzekeringsarts is dit een belangrijk aandachtspunt. Goede communicatie en samenwerking is essentieel. Wat dit vaak in de weg staat, is het gevoel bij de zieke werknemer van ‘steeds op je hoede moeten zijn bij wat je zegt .’ Als er bijvoorbeeld gevraagd wordt hoe het gaat en de zieke werknemer antwoord dat het ‘goed’ gaat, wordt soms ten onrechte de conclusie getrokken dat deze dus wel meer kan werken. En als je aangeeft dat het in de privésfeer niet lekker loopt, kan de conclusie getrokken worden dat de oorzaak van het niet re-integreren niet op medisch terrein ligt, waardoor de zieke werknemer zijn of haar recht op uitkering kan verliezen. Omdat het voor de zieke werknemer ook niet altijd helder is, wat de rol is van de verschillende artsen en wat er gedaan wordt met de diverse rapportages, kan dit het gevoel van onveiligheid versterken. Ten slotte blijken er ook ‘taboes’ te zijn: lastig te bespreken onderwerpen, die wel relevant zijn voor het slagen van
Vanwege de complexiteit van de aandoeningen wordt
re-integratie. Wat als je als zieke werknemer bijvoorbeeld
aanbevolen meerdere partijen te betrekken bij het omgaan
vanwege een conflict of veranderd contact met collega’s
met belemmeringen en het werken aan oplossingen. Bij
eigenlijk niet terug wilt naar het eigen werk? Hoe maak je
voorkeur een multidisciplinaire aanpak, inclusief coach,
dat op een goede manier bespreekbaar?
psycholoog of casemanager. Praat daarbij zoveel mogelijk met elkaar, en niet over elkaar.
7 Het is belangrijk dat de visie en ervaring van de werknemer worden opgenomen in het verslag. Daar kan de bedrijfsarts natuurlijk beargumenteerd zijn of haar visie op geven.
11
12
Om dus gezamenlijk te komen tot een goed re-integratie-
Dit pleit ervoor om de inbreng van cliënten meer te
traject, een goed re-integratieverslag en een WIA-beoorde-
ondersteunen. Zeker bij dit soort complexe aandoeningen
ling die recht doet aan de situatie, zijn een open communi-
als ME/CVS en whiplash kan een multidisciplinaire aanpak
catie en transparantie over werkwijze en rolverdeling
ondersteunend zijn. Zo zou een psycholoog of jobcoach
belangrijke voorwaarden.
de inbreng van de werknemer kunnen ondersteunen, zoals in het bespreekbaar maken van ‘gevoelige’ zaken
Het zorgvuldig vormgeven van een re-integratietraject en
of het inzichtelijk maken van de belastbaarheid en of een
re-integratieverslag staat in deze tijd onder druk. Steeds
urenbeperking uitkomst kan bieden. Ook kan gedacht
vaker wordt de begeleiding van de bedrijfsarts waar mogelijk
worden aan zelfmanagementtools, zoals het voorgestelde
vervangen door goedkopere arboprofessionals. En ook
werkboek van Ynske Jansen. Een behandelend arts zou
de werkgevers hebben het niet eenvoudig om (financiële)
meer inzicht kunnen geven in het ziekteproces en de
ruimte te vinden voor re-integratieinspanningen. De inbreng
consequenties voor de belastbaarheid.
van de werknemer is dan ook van het grootste belang. Maar dat is voor de zieke werknemer niet altijd even eenvoudig.
5. Belangrijkste conclusies en acties Na de enerverende uitwisseling in twee groepen werd in
5.2 Actievere inzet van alle partijen
een gezamenlijk afsluiting de oogst van de middag binnen
Van alle partijen werd een (nog) actievere inzet gevraagd.
gehaald en voorzien van de laatste commentaren.
Ten eerste van de zieke werknemer. Omdat deze de constante factor in het hele traject is, zou deze op zijn minst
De drie hoofdpunten op een rij:
een actieve rol moeten vervullen in het re-integratietraject. Vaak wil de zieke werknemer dit ook wel, maar is het
5.1 Urenbeperking staat niet op zichzelf
zoeken hoe zijn of haar inbreng op een constructieve manier
Urenbeperking staat nooit op zichzelf en zou ook geen doel
kan worden ingebracht. Bovendien kunnen de gevolgen
op zich moeten zijn: het is altijd onderdeel van een groter
van de ziekte die het werken belemmeren ook een actieve
plan van aanpak, waarbij alle factoren en mogelijke aan-
rol bij re-integratie moeilijk maken. Ynske Jansen geeft aan
passingen worden meegenomen. Toekenning van uren-
dat daarom ondersteuning van de zieke werknemer hierbij
beperking bij de WIA-beoordeling maakt goede kans als
onontbeerlijk is. Bijvoorbeeld middels een onafhankelijke
dit in het re-integratieverslag goed, stelselmatig en concreet
jobcoach en met behulp van het voorgestelde werkboek.
onderbouwd wordt. Verzekeringsarts Wind vult aan: “Urenbeperking is de enige aanpassing die direct invloed heeft op
De bedrijfsartsen werden er vooral op aangesproken
de hoogte van de uitkering en ligt daarom zo gevoelig. Als
om een goede probleemanalyse te maken en (te
het bepalen van urenbeperking een proces is, dan kun je de
adviseren) meer verschillende deskundigen te betrekken
WIA-uitslag zien als de uitkomst van dat proces.”
bij het opstellen en uitvoeren van het plan van aanpak. Juist bij aandoeningen als whiplash en ME/CVS is een multidisciplinaire aanpak vanaf het beginstadium noodzakelijk. Voor deze aanpak zou ook de rol van de verzekeringsarts opgerekt moeten worden. Deze zou al tijdens de eerste twee ziektejaren in beeld moeten zijn en deel moeten nemen aan de multidisciplinaire besprekingen, zeker bij moeizaam verlopende re-integratie. Dit zou ook de ervaren kloof tussen de aanpak door de bedrijfsarts en die van de verzekeringsarts (deels) kunnen overbruggen.
13
14
5.3 Brede benadering, breed ondersteund De algemene conclusie was dat er bij de re-integratie van mensen met ME/CVS en Whiplash winst te behalen is door een bredere aanpak. Breed in de zin van een multidisciplinaire benadering waarin werknemer, werkgever, bedrijfsarts, verzekeringsarts, behandelaar en externe deskundigen al in een vroeg stadium met elkaar in gesprek gaan om samen tot de beste oplossing te komen en waarbij de werknemer daarvoor voldoende ondersteuning krijgt. Breed in de zin van breder kijken dan alleen naar de medische aspecten. Breed ook in de zin van breder kijken naar het hele proces, dat meer dynamisch van aard zou moeten zijn. Niet alleen de re-integratie in de eerste twee ziektejaren, maar ook het moment van de WIA-beoordeling zou procescontingent moeten zijn. Een dergelijk brede aanpak is echter alleen mogelijk als daar extra geld voor beschikbaar is. De vraag is dan ook: wie gaat dat betalen? Een bredere aanpak vraagt daarom ook een bredere ondersteuning vanuit de zorgverzekeraars en politiek. Wanneer aantoonbaar is dat beter afstemming en samenwerking en het inzetten van meer disciplines niet alleen leidt tot kwaliteitsverbetering, maar mogelijk ook tot een kostenbesparing, wordt dit ook voor de politiek interessanter. Een gezamenlijke pilot met een dergelijke brede aanpak zou daarom een belangrijke vervolgstap kunnen zijn. Maar ook zonder extra middelen kan gewerkt worden aan een beter afstemming en samenwerking.
Whiplash Stichting Nederland Postbus 105 3980 CC Bunnik T. 030-6565000 E.
[email protected] I. www.whiplashstichting.nl Steungroep ME & Arbeidsongeschiktheid Bankastraat 42 C, 9715 CD Groningen T. 050-5492906 (werkdagen 9 - 13 uur) E.
[email protected] I. www.steungroep.nl Advies- en meldpunt ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid Gezamenlijk initiatief van de WSN en de Steungroep T. 050-5492906 (werkdagen 9 - 13 uur) Verslaglegging: Karin Beentjes, www.inwoordengevat.nl Fotografie: Ton Koek Vormgeving: Carlos Niehof, www.wees.nu