eXPo beel laag
Junya Ishigami
How small? How vast? How Architecture grows Vr 8 feb > zo 16 jun 2013 Tentoonstelling / Exhibition
Junya Ishigami
How small? How vast? How Architecture grows Vr 8 feb > zo 16 jun 2013 openingsuren woensdag tot en met zondag 14 > 18 uur en bij voorstellingen gesloten ma, di en feestdagen toegang gratis tentoonstellingsgids gratis
Coproductie Internationale Kunstcampus deSingel, Vlaams Architectuurinstituut (B) en arc en rêve, centre d’architecture, Bordeaux (F). Originele tentoonstelling en bijhorende teksten samengesteld door Shiseido Gallery, Courtesy Shiseido Gallery
Hoe klein? Hoe groot? De groeiende architectuur van Junya Ishigami
Een architect die wolken bestudeert. Die peilt naar het mysterie van waterdruppels in de lucht die samenklitten tot stapelwolken en zo de wetten van de zwaartekracht trotseren. De wolk als bouwwerk. Of op zijn minst: architectuur nastreven licht als een wolk. Een architect die kolommen in een gebouw schikt als een sterrenhemel zodat mensen plekken kunnen vinden in steeds wisselende constellaties, als sterrenbeelden... Voor de Japanse architect Junya Ishigami vormt de natuur een onuitputtelijke inspiratiebron. Niet alleen om een raam te openen op de levende schoonheid van de natuur en van natuurlijke processen, maar vooral om de verborgen oerkrachten van die natuur te vertalen in architectuur. Dat een architect die krachten wil doorgronden, diep in de fysica en thermodynamica duikt om te begrijpen hoe wolken de zwaartekracht tarten, dat alleen al maakt van Junya Ishigami een uitzonderlijk architect. Uitzonderlijk ook omdat zijn werk getuigt van een grote gevoeligheid voor het kind in de mens, voor de verwondering. Binnengaan in de architectuur van Ishigami is als binnengaan in de wereld van ‘Alice in Wonderland’. Architectuur is immers voor Ishigami één groot experiment. Dichter en wetenschapper vinden elkaar in zijn architectuur, terwijl de verbeelding van het kind altijd nabij is: ‘Huis van de regen’ of ‘Huis van de wind’. Of ruimtes maken in de vorm van wolken: “Inspiratie vinden voor nieuwe ruimtes en gebouwen in de vormen van wolken is ontzettend geestig”. Zo zijn er tal van projecten. Een klein huis met zicht op een vijver waar elke lente trekvogels neerstrijken. Een restaurant op een bergtop. “Het is de omgeving die het karakter van een gebouw definieert, veel meer dan de persoonlijkheid van het gebouw zelf.” Een weekendhuisje in de stad waar het bewegen tussen de kamers en de tuin het gevoel opwekt van een klein woud. “Dit project contempleert over nieuwe manieren om de natuur te incorporeren in de stad.” Het zijn maar een paar van de vele projecten waarin Ishigami de natuur als beeld, als metafoor of als proces opzoekt om tot een nieuwe hedendaagse architectuur te komen. Hij zoekt voortdurend - soms in de meest letterlijke zin van het woord - nieuwe horizonten op. Wanneer hij zich bijvoorbeeld afvraagt hoe architectuur tastbaar vorm geeft aan ruimte, dan
vindt hij inspiratie in landschappen. In het bijzonder in de manier waarop het landschap vormt krijgt door de horizon en de contourlijnen die zich aftekenen tussen land en lucht, tussen zee en lucht. “Wanneer we nieuwe horizonten willen verkennen,” zegt Ishigami, “dan moeten we nadenken over de vorm van de planeet zelf.” Dit kijken naar de planeet, dit ‘kosmisch’ perspectief op de natuur weet Ishigami met brio om te zetten in bouwwerken die op verschillende niveau’s resoneren met de natuur. Neem bijvoorbeeld de werkruimte van het Kanagawa Institure of Technology (KAIT) nabij Tokio. Het is een gebouw zonder muren. De muren zijn van glas, virtueel wordt de ruimte begrensd door bomen, indrukwekkende rijen van Japanse kerselaars. De structuur van het gebouw bestaat uit 305 kolommen. Letterlijk een bos van stalen staven. Elke kolom is een massieve staaf, rechthoekig van doorsnede. Elke kolom heeft een eigen maat en verhouding, meticuleus berekend in functie van de lasten van het dak. Schrikwekkend slank ook, schijnbaar tegen alle regels van de statica in. Maar Ishigami ontwikkelde samen met een ingenieur een geniaal systeem. Tijdens de constructie werd het gebouw zodanig belast dat de kolommen gingen doorbuigen zoals ze door het eigen gewicht en de eventuele sneeuwbelasting van het dak zouden meegeven. Door de last weg te nemen veerden alle 305 kolommen weer recht, waardoor heel het gebouw op dit ogenblik onder trek staat in plaats van onder druk. Deze geniale vondst maakt dat de structuur ongezien rank is, van een lichtheid die radicaal de zwaartekracht tart. Maar ook ruimtelijk verlegt dit gebouw letterlijk grenzen. De ruimte ontplooit zich als in een bos, tussen de 305 kolommen die als het ware ingezaaid lijken in een quasi vierkante plattegrond van 200m2. Net zoals in een bos krijg je meer open en gesloten plekken naargelang de positie en de dichtheid van de kolommen. Echter het beeld dat Ishigami nastreefde was niet zozeer de makkelijke metafoor van het bos dan wel de allegorie van een sterrenhemel. Zoals mensen compleet arbitrair sterrenbeelden zien/maken aan de hemel, zo kunnen zij in de KAIT hun ruimte vrij organiseren tussen de ad random geplaatste kolommen. Werkplekken kunnen groeien en krimpen. Groei, de natuurlijke metafoor bij uitstek, vindt in dit gebouw een verbluffende vertolking. Natuur incorporeren in architectuur. Architectuur als het ware natuur laten in- en uitademen... De radicaliteit waarmee Ishigami de architectuur hertekent door ze te betrekken op de natuur is niet zomaar een nieuwe mode of trend. Ze plaatst hem rigoureus in het hart van de Japanse animistische traditie, waar bergen heilig zijn, waar bloeiende kerselaars en esdoorns in herfsttooi de hoogdagen van het jaar vormen. Alleen weet Ishigami dit op een abstract niveau te tillen. Weet hij als ingenieur-architect de technische grenzen te verleggen van wat bouwen vermag.
Internationaal brak Junya Ishigami (°1974) relatief jong door op de Architectuurbiënnale van Venetië 2008. Met een opmerkelijke installatie van glazen serres rond het Japanse paviljoen wou hij de omgeving errond subtiel veranderen. Bijgestaan en geïnspireerd door de botanist Hideaki Ohba ontwikkelde hij een aantal constructies in glas en staal. In eerste instantie viel ook hier de rankheid van de stalen structuur op. Maar het was Ishigami vooral te doen om het creëren van een bijzonder klimaat voor de planten. Ohba gaf immers te kennen dat 2 à 3 graden temperatuurverhoging een enorm verschil kunnen maken in de soorten plantengroei. De combinatie van serreplanten en ad hoc bijeen geraapt houten meubilair transformeerde de tuin rond het Japanse paviljoen fundamenteel in een plek waar mensen de natuur konden herontdekken als kinderen.
omringende ‘tuin’. Het leven met de tuin, met de natuur, creëert volgens Junya Ishigami de conditie voor een meer volwaardige en vervullende levenswijze. Die aandacht en zorg voor natuur, de wil om ruimte te scheppen voor die prachtige, complexe processen van de natuur spreekt uit bijna alle werken op de tentoonstelling. Door de natuur consistent als metafysische onderbouw te nemen van zijn architectuur en dit meticuleus uit te werken in concrete en utopische projecten heeft Junya Ishigami op enkele jaren tijd niet alleen fundamenteel onderzoek geleverd maar tegelijk de weg getoond naar een architectuur van morgen. Koen Van Synghel
Radicaal vernieuwend, doch radicaal geworteld in de traditie, belichaamt Junya Ishigami de paradox van de moderne Japanse cultuur waar natuur cultuur is en cultuur door de natuur wordt voortgestuwd. Ishigami kan trouwens beschouwd worden als de erfgenaam van een ‘geslacht’ van architecten dat via Kazuyo Sejima (°1956) over Toyo Ito (°1941) teruggaat tot de metabolische architect Kiyonori Kikutake (19282011). Wat Ishigami echter uitzonderlijk maakt is het koppelen van poëzie aan technische innovatie. Meer dan wie ook zoekt hij naar een architectuur die constructief de grenzen verlegt en zich omschakelt van de statica tot een nieuw soort dynamica. De tentoonstelling toont een vijftigtal projecten, van kleinschalige interventies ter grootte van glazen flesjes met bloemen tot utopische plannen met steden als landschappen, een berg als theater (of is het een theater als berg?). Ishigami stelt zijn utopieën soms voor met de naïviteit van een kindertekening. Dat werkt niet alleen ontwapenend. Tegelijkertijd evoceert het op een krachtige manier zijn humanistische attitude, zijn streven naar architectuur die het dagelijkse leven opwaardeert. Wanneer hij in ‘Forest and City’ voorstelt om een buurt vol te planten met bomen, genoeg om een stedelijk landschap te transformeren tot een bos, dan suggereert hij meteen ook een aanzet tot compacter wonen. Tezelfdertijd stelt hij met zijn ‘Bath Studies’ de vraag hoe we het dagelijkse leven ‘comfortabeler’ kunnen maken. Niet omwille van gratuit comfort maar met de fundamentele vraag in gedachte: “Moet architectuur van nu af aan nieuwe manieren van leven exploreren?” Concreet vertaalt zich dat in zijn visie op het rijhuis. Door het rijhuis smaller te ontwerpen, maakt Ishigami ruimte vrij. Deze ‘snede natuur’ zoals hij dat noemt, deze tuin, overkapt hij met glas zodat er een binnen-buitenklimaat ontstaat. Het huis zelf trekt hij minimaal terug in een soort verticaal meubel, waardoor elke ruimte bijna per definitie deel uitmaakt van de
Tafel 1 1. Vijver en huis Een grote vijver, die zich uitstrekt voor het huis, waar elk jaar in de lente de trekvogels neerstrijken. Het gebeurt vrij vaak dat de omgeving een belangrijkere rol speelt in het definiëren van het karakter van een gebouw dan de individuele kenmerken van het gebouw zelf. Het ontwerpen van een grote vijver voor een huis is daar een voorbeeld van. 2. Restaurant op een bergtop Restaurant ontworpen voor een bergtop. Blauwe lucht boven en onder zo ver het oog kan zien, met nu en dan een wolkendeken die de voet verhult. Nog een voorbeeld van hoe de omgeving het karakter van een gebouw meer bepaalt dan de kenmerken van het gebouw zelf.
7. Een vakantiehuis in de stad Probeer je woning te zien als een vakantiehuis in de stad. De kamer op de begane grond is gedeeltelijk in de open lucht en loopt uit in een tuin die de rest van het perceel inneemt. Op de eerste verdieping is er een kleine slaapkamer met uitzicht op de daken van huizen in de buurt die je tussen de bomen in de tuin door kan zien. De badkamer en het toilet zijn gescheiden. Naar welke kamer je ook gaat, je moet altijd door een klein bosachtig tuintje lopen. Dit project bestudeert een mogelijke nieuwe manier om natuur te incorporeren in de stad en in gebouwen door het huis en het kleine bos gelijkwaardig te benaderen als ruimte en als omgeving.
3. Zee en wandelpad Stel je voor: een lang, smal pad dat zich uitstrekt midden in de rustige zee. Als je er over wandelt zie je op de bodem van het ondiepe water de schaduwen van vissen en in de verte zie je een spuitende walvis. De vraag is, in hoeverre kun je die twee werelden - zee en wandelpad - dichterbij elkaar brengen zonder ze te forceren? Zonder ons dagelijkse leven af te scheiden van de natuur in al zijn grootsheid, of door ze met brute kracht samen te voegen? Het antwoord is het maken van een nieuwe omgeving, waar het werk van mensen niet te onderscheiden is van dat van de natuur. Hierin ligt de mogelijkheid tot een nieuwe soort architectuur.
8. Plantenkassen en de omgeving Voor de Biënnale van Venetië hebben we een aantal plantenkassen voor rond het Japans paviljoen ontworpen. Gewone plantenkassen veranderen de bestaande omgeving drastisch zodat je bijvoorbeeld tropische planten kan kweken in koude streken of het hele jaar door bepaalde planten kan laten bewonderen. Echter, op de Biënnale wilden we zo min mogelijk verandering aanbrengen aan de oorspronkelijke omgeving. We hebben lichte structuren als lucht geïnstalleerd om de bestaande omgeving op een zo subtiel mogelijke manier te beïnvloeden. De kleinste wijziging, bijvoorbeeld een temperatuursverandering van 2-3°C, was al genoeg om van invloed te zijn. Door de fluctuaties in deze fragiele omgeving kon een divers landschap worden geschapen met een combinatie van bestaande en nieuwe vegetatie. De bedoeling was om iets te maken dat de omgeving van die plaats fijnzinnig zou verruimen.
4. Café in een weide Een glazen gebouw in de vorm van een kleine brug boven een riviertje. De weide en het stroompje lopen door het gebouw heen en geven vorm aan de ruimten in het gebouw. De geleidelijke wisselingen van de seizoenen veranderen op hun beurt heel subtiel de ruimtelijke kwaliteiten van het gebouw.
9. Mand en huis Stel je het stadsleven voor omringd door flora en fauna. Omdat de planten en dieren ook gezien kunnen worden vanuit de omliggende wijk, verandert de nabije omgeving mee. Eén klein huis wordt gebouwd binnen een omheining die lijkt op een mand.
5. Restaurant met vergezichten Een gebouw ontwerpen dat de omstandigheden van de locatie overstijgt. Midden in de wijngaarden een restaurant ontwerpen alsof het gesitueerd is in de lucht boven die wijngaarden.
Materialen: papier, plastic, draad, acrylplaat, roestvrij draad
6. Badstudies Hoe kunnen we een nieuw niveau van comfort in ons dagelijkse leven brengen? Comfort dat functionaliteit overstijgt. Misschien is dat precies wat wij nu nodig hebben. Met waarden die zo divers zijn bestaat er misschien niet meer één universele functie. Zou het niet de rol van de architect zijn om deze toekomstige nieuwe manier van bouwen te onderzoeken? Een voorbeeld van die benadering is misschien een hele reeks studies over hoe je het comfort en het plezier van baden kunt vergroten.
Tafel 2 10. Gedroogde bladeren Grote bladeren gedroogd om een muur van plantmateriaal te vormen. 11. Stoelenstudie Het bestuderen van een ‘familie’ stoelen die stuk voor stuk van vorm verschillen. De stoelen lijken gezellig bij elkaar in de buurt te staan.
12. Een studie voor kleine tuinen Ontelbare vingerkleine vaasjes die hun functie als vaas overstijgen en dienst doen als galerijtjes om gedroogde bloemen tentoon te stellen. Zo zijn er bijvoorbeeld minuscule bloemetjes uitgestald op de gebogen binnenkant. Net als wanneer je de ruimtes in een maquette bekijkt, geven de vaasjes het gevoel dat er veel ruimte is van binnen. De verzameling galerijtjes voelt als een verfrissend stedelijk landschap. Een studie met tegelijk een gevoel voor ruimte als landschap. 13. Wolkenvormen Inspiratie zoeken voor nieuwe ruimten en nieuwe gebouwen in de vormen van wolken, is geweldig leuk. 14. Kleur en omgeving Onze omgeving zit boordevol kleuren. Elk van die kleuren heeft zijn eigen specifieke betekenis en rol. In hedendaagse architectuur worden kleuren vaak gebruikt met een visuele betekenis, maar hier wordt geprobeerd de relatie tussen kleur en structuur vanuit diverse andere invalshoeken te bekijken. Er wordt gepoogd om nieuwe dimensies in de relatie tussen architectuur en het oneindige kleurenpallet, waaruit onze wereld is opgebouwd, te creëren. 15. Kleur en stad Een stad met rijen gebouwen op piepkleine schaal, ontworpen met openingen ertussen. Elk klein gebouw is als een korrel kleur. De bouwmaterialen en de landschapselementen van elke wijk zijn steeds een beetje anders, waardoor als het ware een groot pointillistisch schilderij ontstaat. Allerlei elementen, de sfeer en karakteristieken van elke wijk, de rol van de gebouwen en hoe ze gebruikt worden, vermengen zich om een stad te vormen met een kleurschakering zo mooi als een regenboog. Een nieuwe soort stad die ontstaat door een harmonieuze samenhang tussen een reeks kleine losstaande gebouwen en een subtiel veranderende omgeving. 16. Grote patio Een poging om een nieuwe dimensie te geven aan een stedelijk gebied. Stel je een stad voor als een soort patio, met uitgestrekte velden, bergen, bossen en meren omringd door gebouwen, totaal afwijkend van de dimensies van een normaal stedelijk gebied. De gebouwen die deze stad vorm geven zijn aan elkaar geschakeld als een ketting. De enorme patio vormt de omgeving van de stad, de eigenschappen van de omgeving worden de eigenschappen van de stad. De natuurlijke omgeving, die normaal rond de stad zou liggen, wordt op dezelfde schaal gezien als de stad. Materialen: acryl, gedroogde bloemen, draad, papier klei, gips, papier, plastic
Tafel 3 17. Uitdijende tunnels, uitdijende stad Dit project heeft een ruime kijk zowel op natuurbehoud als op stadsontwikkeling. In plaats van een stad heel geconcentreerd te plannen, wat leidt tot overbevolking, is het idee om de stad over een zo groot mogelijk gebied te laten verspreiden. In hoeverre het zich ook ontwikkelt, de stad blijft er dan een die opgaat in de bestaande omgeving. De natuurlijke omgeving is van een totaal andere schaal dan die van een stedelijk gebied. Alle gebieden die zwervend en verspreid lijken, zijn verbonden door een reeks tunnels. Op die manier wordt een metropolis gecreëerd met enorme proporties en toch een lage bevolkingsdichtheid. We zouden heen en weer springen tussen de talrijke omgevingen als door een tijd-ruimte in dat uitgestrekte landschap. 18. Project aan het meer Een kunstmatig meer, gecreëerd als industriële watervoorraad, krijgt in dit project een nieuwe vorm. Het waterniveau schommelt voortdurend gedurende het jaar. Door subtiel de contouren van de bedding en de oevers te wijzigen, ontstaat er een meer dat van moment tot moment van vorm verandert met het wisselende water-niveau. De oever van het meer wordt een park. De veranderende vorm van het meer wijzigt de manier waarop de gebouwen, pleinen enz. in het park zich tot elkaar verhouden. Het aangezicht van het park zal veranderen met de seizoenen. 19. Eilandentuin Vele eilanden worden aangebracht in het meer waarbij elk eiland is ontworpen als bouwperceel voor woningen. De percelen en gebouwen worden gelijkwaardig, gelijktijdig en geleidelijk aan ontworpen. Een landschap van eilanden en gebouwen. 20. Percelen en huizen Dit project bestudeert gelijktijdig het ontwerp van de percelen en van de huizen. In de meeste gevallen is bij het bouwen het perceel een vast gegeven maar door het perceel zelf te ontwerpen gaan we op zoek naar een nieuwe relatie tussen de woning en de buiten-ruimte er om heen. Als we woning en omgeving als een geheel bekijken, kan ons dat aanzetten om architectuur in iets ruimere betekenis te zien. Materialen: gips, papier, roestvrij staal
Tafel 4 21. Rijhuis De site is een stad volgebouwd met kleine rijhuizen. Hier creëren we een compacte maar heel aangename omgeving. We bouwen een huis dat kleiner is dan de aangrenzende rijhuizen, zodat er rond het huis een flexibele ruimte ‘in de marge’ wordt gecreëerd. Dit nieuwe stukje natuur wordt een tuin met een glazen dak en muren die open en dicht kunnen, waardoor hij ook kan functioneren als binnenruimte. Die tuin nodigt uit tot een overvloedige levensstijl. Nieuwe dimensies in een omgeving of woning zoals deze zullen op een subtiele manier onze levensstijl veranderen. 22. Tuin en terras Wonen in een huis met een terras en een tuin maakt een andere levensstijl mogelijk. Binnen deze levensstijl probeer ik een openheid te creëren die tot nu toe ontbrak. 23. Kleine fabriek Een fabriek gemaakt van fineerhout. De structuur is van dezelfde dimensie als het fineerhout, met steunpilaren van 6mm dikte. Het gebouw is licht en luchtig, waarschijnlijk het meest eenvoudige gebouw ooit. 24. Ruïnes en gebouwen Een huis en een tuin ontworpen op een site die vernield werd door een bom uit de Tweede Wereldoorlog. De ruïne is een gebouw en tegelijkertijd een landschap, buiten en binnen. Met zo’n ruïne als omgeving, probeer ik in de stad een erg vreedzame, diverse levensruimte te creëren. 25. Park in een gebouw Project waarbij een gebouw ontworpen wordt als een park. Een aantal kleine parkjes wordt van elkaar gescheiden en tegelijkertijd samengebracht door massieve poort-achtige muren. De plafonds bestaan uit gigantische dakramen. Je zou deze structuur ook kunnen beschrijven als een gebouw zonder kamers, met alleen patio’s. 26. Groot huis Probeer een gebouw niet te zien als een beschutting die mensen isoleert van de natuurlijke omgeving, maar als een manier om nieuwe natuurlijke omgevingen te creëren. Als er een gigantisch groot gebouw zou bestaan die bestaande dimensies overschrijdt, zouden daar wolken ontstaan en zou het er regenen en sneeuwen. Er zouden ook rivieren en bossen in ontstaan. Simpelweg door de schaal te vergroten, zelfs al heeft het gebouw muren, vloeren en plafonds, zal de binnenruimte een buitengebied worden. De grens tussen binnen en buiten wordt niet gevormd door een scheiding met elementen als
muren en een dak, maar ontstaat door een door die elementen gecreëerd verschil tussen de schalen van de binnen- en buitenruimte. Zo ontstaat een omgeving waar de schaal van de binnenruimte wordt overschreden. Daar zal een nieuwe natuurlijke omgeving ontstaan. 27. Weer en huizen Het weer is een natuurverschijnsel dat wereldwijd voorkomt, maar probeer het eens als kleinschalig fenomeen te ontwerpen. Windhuis: een gebouw met een grote ringvormige ruimte waarvan de hoogte varieert. Warme lucht stijgt en koude lucht daalt. Dat zorgt ervoor dat er altijd een aangename bries circuleert. Huis van wind en regen: lucht circuleert voortdurend in een ring vormige ruimte. Vochtige lucht vormt wolken en laat het regenen. Als al de regen gevallen is, daalt de lucht en neemt ze weer vocht op. Deze warme, vochtige lucht stijgt opnieuw en doet het weer regenen. Zo gaat het de hele tijd door in dit huis. Regenhuis: een goed geïsoleerd schoorsteenvormig huis. Het idee is om een ruimte te ontwerpen die stijgende luchtstromen genereert: voortdurend wordt lucht van bij de grond omhoog de lucht in gestuurd. Terwijl de lucht van beneden naar boven beweegt, leidt de adiabatische (zonder warmte-uitwisseling met de omgeving) expansie tot een temperatuurdaling, waardoor regenwolken ontstaan. Als het in deze ruimte eenmaal begint te regenen, houdt het niet meer op. Of het nou bewolkt is of niet, in dit huis zal het altijd regenen. In dit huis kun je een verscheidenheid aan regengeluiden horen.
Blauwe hemel huis: een gebouw dat bestaat uit hele hoge muren die uitlopen in een trompetvormige opening naar de hemel. Er is geen plafond. De binnenmuur geeft warmte af aan de lucht via het proces van stralingskoeling. In het huis is er dus altijd een benedenwaartse luchtstroom. Het resultaat is dat er geen wolken zijn, dat er eeuwig een straalblauwe hemel is zo ver het oog reikt.
Materialen: papier, triplex, acrylplaat, houtplaat, aluminium, roestvrij staal
Tafel 5 28. Bergen Een berg maken is te vergelijken met het ontwerpen van een groot gebouw. Gebruik gigantische volumes om nieuwe landschappen te creëren. Neem bijvoorbeeld een berg die bijna helemaal bedekt is met rivieren. Of een berg vol
Tafels
1
2
3
4
5
6
7
8
stapels enorme stenen, waardoor er overal kleine ruimten ontstaan. Het doel is om na te denken over constructies die de schaal van gebouwen overstijgt. 29. De vorm van een berg, de vorm van een stad Experiment om een hele stad te benaderen als één enkel reusachtig volume, of één enkel gebouw. Een nieuw soort omgeving die gezien kan worden als een stad, een reusachtig gebouw, of een landschap. 30. Ontmoetingsplek op een rots Ontwerp voor een constructie die lijkt op een steile rots in een stadsomgeving. Maak van deze rots een publieke ruimte in de stad. Mensen zouden samenkomen in de uitstulpingen en holten die vernuftig zijn uitgewerkt in de rots. Zo ontstaan er kleine lagen van activiteit. De hele façade zou gonzen van de mensen. 31. Verticaal landschap Ontwerp voor een huurkantoorgebouw. Het betreft een site van ongeveer 60m2 en een maximale vloeroppervlakte van 250%. Dit is zeer dens voor het centrum van een stad. Anderzijds mag er wel tot een hoogte van 22m worden gebouwd, wat dan weer vrij hoog is rekening houdend met het perceel. De toegelaten binnenruimte, berekend van uit de vloeroppervlakte is 2 en een halve verdieping. De verschillende verdiepingen zijn meestal doorboord met openingen in de buitenruimten, die niet worden meegerekend in de maximale vloeroppervlakte. Met andere woorden: een gebouw, met veel verdiepingen die buitenruimten zijn. Op eerste zicht ziet het er niet uit als een gebouw, maar een holle vorm die een verticaal landschap wordt. 32. Heuvelachtig terras Een collegezalencomplex ontworpen voor een universiteit. Het bestaat uit een reeks gelaagde terrassen die lijken op golvende heuvels. Elke collegezaal gaat naadloos over in een ruim terras. Die openheid laat je genieten van het landschap buiten. Je gaat in en uit de collegezalen via de terrassen, in plaats van via de gang. Een poging om de circulatieroutes in een gebouw zo veel mogelijk uit te tekenen als in een landschap. 33. Rotsblok Een privéwoning ontworpen voor een stad in Europa. In een stadsblok zijn vele gebouwen met elkaar verbonden, als grote rotsbergen. De daken van de huizen zijn verbonden en lijken op een bergkam. De huizen worden gebouwd in vormen die passen binnen deze nieuwe ‘Rocky Mountain’ die verrijst in de stad. 34. Belvedère op een berg Project om een belvedère te bouwen op een bergtop. De hoogteverschillen zijn als trappen gevormd uit groen. Er worden smalle treden aangelegd en
beplant die de bestaande topografie volgen. De door de mens gebouwde berg die aldus ontstaat, heeft geen straten en mensen kunnen er vrij over de oppervlakte lopen. De gehele berg wordt op die manier belvedère. Omdat de structuur niet alleen een berg is, maar ook bestaat uit smalle, vlakke terrassen, kunnen er zowel plantensoorten gebruikt worden die op vlak terrein groeien als soorten die op hellingen gedijen. De hele berg wordt een landschap dat je niet in de natuur vindt, maar tegelijkertijd ook niet kunstmatig kan nabootsen. Zo is een plezierige structuur ontstaan. 35. Theater op een berg Als we denken aan een theater, krijgen we het beeld van een gebouw met een groot volume, een toneeltoren, een tribune voor het publiek en zo verder. Dat geheel van volumes hebben we hier geïnterpreteerd als een landschap om een verzameling gebouwen te ontwerpen dat lijkt op een keten van kleine bergen. 36. Planetarium in een berg Een planetarium ontworpen voor een bolvormige ruimte uitgehold uit een berg. Binnen in de berg wordt een sterrenhemel gecreëerd. Overdag zie je er glinsterende sterren alsof de hemel buiten plots 180° gedraaid is; ’s nachts vormen de sterrenhemels buiten en binnen een aaneengesloten landschap. Een poging om een nieuw landschap te creëren binnen in een massieve aardmassa. 37. Berg en stad Een stad komt tot stand door het gelijkwaardig, gelijktijdig en geleidelijk aan ontwerpen van kleine bergen en gebouwen. De ruimten die gevormd worden door de groep kleine bergen enerzijds en de gebouwen anderzijds, kunnen in elkaar overgaan zodat ze niet meer te onderscheiden zijn. Materialen: plastic, styrofoam, papier, acrylplaat
Tafel 6 38. Nieuwe horizonten Architectuur geeft een tastbare vorm aan de contouren van ruimten. Maar wat bepaalt de vorm van een eindeloos landschap? De grens tussen de zee en de hemel, de grens tussen de grond en de lucht. Het is de horizon die een landschap zijn contouren geeft. Om nieuwe vormen van horizon te bedenken, moeten we de vorm van de planeet zelf bestuderen. Stel je bijvoorbeeld een kubusvormige planeet voor. Kies acht punten op de oppervlakte van een planeet en plaats er bergen in de vorm van een piramide op. Hierdoor wordt de atmosfeer kubusvormig en de planeet krijgt er zes vlakke oppervlakten bij. De oppervlakken die vlak lijken, zijn berghellingen die langzaamaan steiler worden naar de randen toe.
Het midden van de vlakke oppervlakten zijn de laagste punten. Hieruit rijst water op als een berg en vormt zo een zee. Als je vanuit het midden van die vlakten naar de randen toe zou lopen, dan stijgt de hoogte geleidelijk. Als je zou verdergaan, zou dat betekenen dat je door de wolken loopt en tot aan de uiterste buitengrens van de atmosfeer komt. De horizon, de zee en het land, zouden totaal anders zijn dan zoals we ze nu kennen. Het gehele concept ‘horizon’ zou waarschijnlijk anders zijn. Dit is een studie van diverse planeetvormen, met een heel nauwkeurige analyse van de zwaartekracht. Ringvormige planeten, planeten in de vorm van een plank, planeten in de vorm van een wolk. Dit alles om de grenzen van een nieuw soort landschap te verkennen. 39. Café & park Multifunctioneel cafetaria ontworpen voor een universiteitscampus. De bedoeling was om een nieuwe omgeving te creëren die je, ook al ben je op de universiteit, het gevoel geeft dat je ergens helemaal anders naartoe bent gereisd. De cafetaria zou een constructie van één bouwlaag zijn van ongeveer 120 bij 80m. Voor deze omvangrijke vlakke oppervlakte voorzien we een plafond met een hoogte van ongeveer 2.3m. Zonder pijlers. En zeer ijle, wijdse ruimte. De buitenmuren zouden zo’n 150mm dik zijn met ramen er een beetje lukraak erin verstrooid. Het dak zou 30 tot 50mm dik zijn. Dit lichte dak bevat delen met weelderige vegetatie op artificiële grond, en andere met een latwerk waarop klimplanten groeien, waar zonlicht, wind en neerslag door kunnen komen. De aarden vloer zou een voortzetting zijn van het omringende landschap; er zou een verscheidenheid aan planten worden aangelegd. De vloer en het plafond zijn zo ontworpen dat ze beiden golven. Heel zachtjes en bijna onmerkbaar. Het eindeloze plafond en de eindeloze vloer, overdekt met vegetatie, zouden aantrekkelijke landschappen vormen. De twee oppervlakten ontmoeten elkaar in de verte en begrenzen de ruimte. De horizon wordt gecreëerd door het plafond en de vloer. Net zoals de hemel en het aardoppervlak een horizon vormgeven. De vorm van het landschap wordt hierdoor bepaald. Terwijl de studenten op de universiteit zijn kunnen ze in het café gaan eten en het gevoel krijgen dat ze een uitstap maken in een grootse grasachtige vlakte. 40. Rechthoekige ballon De locatie is het atrium van een museum. Een rechthoekige ballon van 7 x 13 x 14m werd opgehangen in een ruimte van 15 x 20 x 19m. We noemen het een ballon maar het ding is van metaal gemaakt, weegt meer dan een ton en is zo hoog als een gebouw van vier verdiepingen. De ballon was niet rond maar rechthoekig en breed om in de vorm van het atrium te passen. In plaats van een opgeblazen membraan zoals bij een gewone ballon, was dit een stuk architectuur gestut door een aluminiumstructuur. Zoals een normale ballon was hij gevuld met helium en bleef hij in de lucht door de opwaartse kracht. Het gewicht van de gebruikte hechtmiddelen, elke bout enz. was berekend om het juiste evenwicht te bereiken tussen die opwaartse kracht en de structuur van
de ballon. De rechthoekige ballon reflecteert de omgeving terwijl hij zweeft, en verandert de vorm van het atrium op een enorme schaal, alsof hij het uitzicht van de lucht zelf zou veranderen. 41. Ballon en museum Plan voor een uitbreiding bij een museum: een foyerruimte overdekt met transparant acryl, zoals een ballon. Het museum gaat op een delicate manier over in een mooie tuin. 42. Stromend dak Een groot gebied bedekt met een reusachtige film van water. Het idee is om een gigantische structuur van stromend water te maken. Het grote dak dat gevormd is, zal sneller dan iets als een gebouw of kunstmatig voorwerp, een natuurverschijnsel worden en zoals het weer of het klimaat dat doet de plaatselijke omgeving subtiel veranderen. De bedoeling is om in een droog gebied een oase te creëren door het ontwerpen van een stromend dak, hier ontstaat een vochtige ruimte. Materialen: plastic, papier, roestvrij staal, acryl, styrofoam, glas
Tafel 7 43. Horizontale brug Stel je een horizontale brug voor. Een eindeloos lange brug. Als die brug zich uitstrekt tot de horizon, zal hij geleidelijk aan een boog beginnen te vormen. Als we de brug altijd maar langer maken, wordt hij een ringvormige structuur die de aarde omcirkelt. Deze ringvormige brug zou zijn eigen gewicht dragen, puur door de axiale kracht, zoals een boog die pijlers onnodig maakt. Het zal lijken alsof de brug in de lucht hangt. Vervolgens is er nog de vraag door welke delen van de aarde de ringbrug zou passeren. We zoeken bijvoorbeeld een route die zo veel mogelijk land vermijdt. Stel je een gigantische brug voor, zonder pijlers, die de oceaan omspant. In het ontwerp bevinden zich bovenop de brug ook gebouwen, wegen en bomen. 44. Tafel Een tafel van ongeveer 2,5m breed en 10m lang. Hij is 3mm dik. Een tafel zo groot als een klein gebouw en zo dun als papier. Normaal zouden deze verhoudingen niet werken, maar we doen een structuuranalyse die in architectuur gebruikt wordt, en berekenen de kromming van de doorzakking. Als we de tafel zo uitwerken dat die kromming in de andere richting gaat, zal de tafel waterpas en loodrecht blijven als ze op de grond geplaatst wordt. Voor ze op de grond gezet wordt, zou het tafelblad anderhalve keer krullen als de staart van een biggetje en de poten zouden krommen als een banaan. Dit project stelt de betekenis van ‘waterpas’ ter discussie.
45. Omgeving op zee De zee indammen om nieuw land op de zeebodem te zoeken. In plaats van een kunstmatige platte bouwplek te creëren zoals dat meestal gebeurt als land wordt gewonnen op zee, willen we de topografische kenmerken van de zeebodem omzetten in nieuw land. Mogelijke plekken voor zo’n nieuw stuk land moeten we bekijken aan de hand van verschillende criteria. Op een continentaal plat in een droog gebied bijvoorbeeld kan de kracht van het zeewater gebruikt worden om zout water te filteren en om te zetten in drinkwater. Op die manier kunnen we vruchtbare grond creëren zoals een oase. Of als we een zeebodem op een diepte van 4000m zouden omzetten in land, zou de hogere luchtdruk zorgen voor hogere temperaturen dan op zeeniveau. Dat zou het mogelijk maken om tropische plekken te creëren op plaatsen als Alaska. Het gaat dus niet zozeer om het uitbreiden van bestaande gebieden, maar om het ontwikkelen van nieuwe omgevingen. We bestuderen mogelijke gunstige manieren om nieuwe levensgebieden te creëren. 46. Bosatelier Multifunctionele werkplaats voor studenten om in alle vrijheid te gebruiken. Het atelier heeft geen muren, maar is slechts opgemaakt uit een structuur van 305 kolommen. Elke kolom heeft andere afmetingen en is anders georiënteerd. Zo ontstaat een enorme kamer van 2000m2, maar afhankelijk van waar je staat, geeft de ruimte een totaal ander gevoel. Bij elke stap verandert de grote ruimte als een caleidoscoop. In plaats van een plan te bedenken op basis van een ruimtelijke compositie, was het idee een landschap te creëren met zowel een ambigu als een ‘ontworpen’ gevoel. 47. Vrijheid van platte gebieden Een gelaagde constructie. Meestal lijken de plannen voor de verschillende verdiepingen onvermijdelijk op elkaar als gevolg van elementen zoals pijlers en kern die door elke vloerplaat heen gaan. Het idee is om de architectuur van deze randvoorwaarden te bevrijden, door een manier te vinden om de plaats van de pijlers en kern en dergelijke zo te plannen dat er geen verband is met de verdieping boven of onder. Een open ruimte die een grotere vrijheid biedt dan het dominosysteem. Zo creëer je een ruimte waar het gebouw als geheel en zijn delen zich tot elkaar verhouden op een niet-hiërarchische manier. 48. Nieuwe proporties voor architectuur Een poging om nieuwe proporties te bedenken voor architectuur: een gebouw met verdiepingen die heel hoog zijn in verhouding tot hun grootte. Een open ruimte alsof je in de lucht bent. Elke volgende verdieping is een heel stuk hoger, dus zelfs als je maar één verdieping naar boven gaat, krijg je totaal andere uitzichten. Hoewel er een herhaling zit in de verdiepingen, zoals in een normaal gebouw, is dit gebouw een verzameling van totaal verschillende omgevingen op elke verdieping.
49. Wolkenkrabber in een gebouw Dit project neemt een deel van een bestaand gebouw en past het aan om er een woon/kantoorruimte van te maken. Het bestaande gebouw heeft 21 verdiepingen, elk met een oppervlakte van ongeveer 700m2. In een klein gebied in het zuidoosten van elke verdieping worden verticaal openingen gemaakt door alle vloeren van de 21 verdiepingen heen om een samenhangende ruimte te creëren. Rekening houdende met de omgeving van het bestaande gebouw worden er binnenin lange, smalle woon/kantoorruimtes ontworpen alsof je er een hoog gebouw in optrekt. Het resultaat is een levensruimte zo hoog als een kleine berg. 50. Huis met bos en vakantiehuis Een huis met een kleine oppervlakte gebouwd op een groot stuk land. Elf verdiepingen hoog, zonder lift. Het dagelijkse leven zou zich vooral afspelen op de onderste drie verdiepingen. De bovenste verdiepingen zijn meer als een vakantiehuis om naartoe te gaan in je vrije tijd. Maar er is geen duidelijke grenslijn tussen waar het huis eindigt en het vakantiehuis begint. Op een vrije dag zou je op je gemak als wandeling naar boven kunnen lopen; de grens tussen huis en vakantiehuis wordt bepaald door je stemming op dat moment. Materialen: acryl, acrylplaat, carbon, papier, roestvrij staal, roestvrij draad, draad
Tafel 8 51. Groepswoning Ontwerp voor een groepswoning. De term ‘groepswoning’ verwijst hoofdzakelijk naar een huis waar demente ouderen samen wonen. Het is belangrijk voor dementerenden om het huis als een ‘thuis’ te herkennen. Ze kunnen bijvoorbeeld een bepaalde plaats herkennen als hun eigen kamer doordat die verschilt van de andere kamers. Het doel van dit project was om uit te zoeken hoe je kamers kan ontwerpen die elk net even andere eigenschappen hebben. Hiervoor werden vele elementen van gesloopte huizen uit diverse delen van Japan verzameld en overgebracht naar de bouwplaats. De concrete kenmerken van de ontelbare bestaande ruimten waar oorspronkelijk in gewoond werd, werden losgekoppeld en abstract gemaakt. Alle afwerking werd verwijderd en er bleef alleen een geraamte en een dak over; de combinatie hiervan vormt het ontwerp. In een deel komen kamers voor de bewoners, in een ander de eetruimte, in nog een ander een galerij en zo verder. Er zou een beeld ontstaan van een gebouw dat moeilijk in te delen is. In plaats van naar een verzorgingsinstelling te gaan, zouden de bewoners hier komen wonen alsof ze gewoon verhuizen. Net zoals bomen worden geveld om een tuin te maken, worden er bouwelementen uit verschillende steden verzameld om één groot huis te maken. Een manier van bouwen die lijkt op het ontwerpen van een landschap.
52. Gebouw als een taart Een oud bakstenen gebouw wordt in stukken gesneden als een taart om nieuwe, kleinere gebouwen te maken. Afgebroken bakstenen worden hergebruikt. Het resultaat zijn nieuwe straten, nieuwe vormen en een nieuwe samenhang en zelfstandigheid van de aan elkaar grenzende gebouwen. Bij dit project zijn we uitgegaan van drie gelijkwaardige basisideeën: bewaren, van nul beginnen om iets totaal nieuws te maken en uit elkaar halen. 53. Grote muren Opstelling voor een tentoonstellingsruimte. De locatie is het historische Grand Palais in Parijs dat een groot glazen dak heeft versterkt door een stalen geraamte. Sinds zijn voltooiing in 1900 is het nooit anders gebruikt dan als één open ruimte. Om die reden kreeg je bij alle tentoonstellingen tot nu toe dan ook ruimtelijk hetzelfde gevoel. Hier wordt het Grand Palais opgedeeld door kolossale muren van wel 30m. Elke muur is ontworpen als een gebouw op zich, op dezelfde grote schaal. Net zoals gebouwen de omgeving vormen, zo zal elke muur de grote kamer opdelen en in die ‘wijken’ verschillende omgevingen creëren. 54. Oud museum, nieuwe omgeving Plan voor het vernieuwen van een oud museum in Schotland. Het museumgebouw zelf zal op geen enkele manier verbouwd worden. De grote omliggende tuinen worden heraangelegd tot een nieuw landschap in de hoop het bestaande museum te incorporeren in een nieuwe creatie. 55. Bos en stad In een wijk worden een hoop bomen geplant die groot genoeg zijn om het stedelijke landschap te veranderen. In tegenstelling tot de grote bomen worden de huizen bijzonder klein gebouwd. In de lege ruimtes die ontstaan tussen groepen bomen zal een stad zich ontwikkelen. Het is een onderzoek naar de relatie tussen de schaal van bomen en gebouwen en de bevolkingsdichtheid. Het verkennen van een stedelijke omgeving op een nieuwe schaal. 56. Kleine valleien Een stad bestaande uit een verzameling kleine valleien. Elke kleine vallei vormt het perceel voor één enkel gebouw. Daardoor krijgen de percelen zelf allemaal een verschillend ruimtelijk volume. Elke vallei is de ruimte die het perceel omhult. Ondiepe valleien, diepe valleien, brede valleien, smalle valleien, allerlei soorten valleien worden beetje bij beetje tegelijkertijd met de gebouwen ontworpen. Zoals een gebouw ruimtes bevat, zo krijgt de bouwplek ook een ruimtelijke vorm. Als je op straat staat heb je een wijds uitzicht. Materialen: acrylplaat, papier, beton, hout, plastic, draad, styrofoam, gips
INSTALLATIE LAGE RUIMTE Kleine tuinen
2007 Mixed media Ø 120cm Production Support: Product Design Masakuni, Kohei Oda Collection of Daiwa Press Viewing Room
Biografie
Colofon
Junya Ishigami is geboren in Kanagawa, Japan (°1974) en woont en werkt in Tokyo. Hij genoot zijn opleiding als architect aan de Tokyo National University of Fine Arts, MFA in Architecture in 2000. Hij werkte bij Kazuyo Sejima en richtte daarna junya.ishigami+associates op in 2004. Hij heeft ondermeer volgende prijzen gewonnen: Architectural Institute of Japan Prize 2009 (Kanagawa Institute of Technology, KAIT Workshop), Gouden Leeuw van de 12de Internationale Architecture Biënnale van Venetië (2010).
coproductie Vlaams Architectuurinstituut deSingel Internationale Kunstcampus arc en rêve, centre d’architecture, Bordeaux (F) Courtesy of Shiseido Gallery Speciale dank aan dhr. Tatsumi Sato (Daiwa Press Viewing Room) curator junya.ishigami+associates, Keiko Toyoda (Shiseido Gallery), Katrien Vandermarliere (deSingel/Vlaams Architectuurinstituut) productie junya.ishigami+associates, Katrien Vandermarliere, Kawamura Office originele tentoonstelling en bijhorende teksten samengesteld door Shiseido Gallery, Courtesy of Shiseido Gallery speciale dank aan Gallery Koyanagi, the National Museum of Emmerging Science and Innovation productieassistent Griet Stellamans teksten programmaboekje Junya Ishigami, Koen Van Synghel (inleiding) vertalingen Arthur Binard (titel tentoonstelling), Pamela Miki (Engelse versie), Greet-Guido Van de Velde Michielsen, Katrien Vandermarliere (Nederlandse versie) tekstredactie Siska Claessens, Kristien Gerets, Jennifer Scheffer opbouw tentoonstelling Techniek deSingel met dank aan Tatsumi Sato (Daiwa Press Viewing Room) Jun Sato (Jun Sato Structural Engineers) supported by De boeken plants&architecture, table as small architecture en Studies for The Scottish National Gallery of Modern Art zijn in de ‘shop.tickets’ (op de verdieping van het Grand Café) te koop.
Junya Ishigami
How small? How vast? How Architecture grows Fri 08 Feb > Sun 16 June 2013 open Wed > Sun 2 > 6 pm and with performances 7 > 11 pm Closed on Mondays, Tuesdays and holidays free admission free exhibition guide
Coproduced by deSingel International Arts Campus and the Flemish Architecture Institute (B), arc en rêve, centre d’architecture, Bordeaux (F). Original exhibition and coinciding texts conceived by Shiseido Gallery, Courtesy of Shiseido Gallery
How small? How big? Junya Ishigami’s growing architecture
An architect who studies clouds. Who probes the mystery of the waterdrops in the air that coalesce to form cumulus clouds and thereby defy the laws of gravity. Clouds as buildings, or at the very least aiming for architecture that’s as a light as a cloud. An architect who arranges the columns in a building like a starry sky, so that people can make places for themselves in ever-changing constellations like the signs of the zodiac. Nature is an inexhaustible source of inspiration for the Japanese architect Junya Ishigami. Not only to open a window onto the living beauty of nature and natural processes, but above all to transpose the hidden primal forces of nature into architecture. The fact that Junya Ishigami immerses himself deep in physics and thermodynamics to understand how clouds defy gravity is enough to show that he is an exceptional architect. He is also exceptional because his work displays a great sensitivity to man’s inner child, and to childlike wonder. Entering Ishigami’s architecture is like entering the world of ‘Alice in Wonderland’. For Ishigami, architecture is, after all, one great experiment. Poet and scientist come together in his architecture, and a childlike imagination is never far off, as in ‘House of the Rain’ and ‘House of the Wind’. Or else he makes spaces in the form of clouds: ‘It’s incredible fun to find inspiration for new spaces and buildings in the shapes of clouds.’ There are plenty of projects like this. A small house with a view of a lake that migrating birds descend on every spring. A restaurant on a mountaintop. ‘The setting of a building defines its character much more than the personality of the building itself.’ A small weekend house in town, where moving between the rooms and the garden evokes the sense of a small forest. ‘The project contemplates new ways of incorporating nature into the city.’ These are just a few of the many projects in which Ishigami calls on nature as an image, a metaphor or a process so as to arrive at a new form of contemporary architecture. He is constantly in search of new horizons, sometimes in the most literal sense. For example, when he wonders how architecture gives tangible shape to space, he finds his inspiration in landscapes. Especially in the way the landscape is shaped by the horizon
and the contour lines that appear between the land and the sky, or the sea and the sky. ‘If we want to explore new horizons,’ he explains, ‘we have to think about the shape of the planet itself.’ Ishigami is able to vigorously employ this examination of the planet, this ‘cosmic’ view of nature, in buildings that resonate with nature at several levels. Take for example the workspace at the Kanagawa Institute of Technology (KAIT) near Tokyo. It is a building without walls. The outer shell is in glass, and the space has a virtual boundary of trees, impressive rows of Japanese cherries. The structure of the building consists of 305 columns. Literally a forest of steel rods. Each column is a solid rectangularsection rod. Each one has its own size and proportions, meticulously calculated on the basis of the load presented by the roof. Frighteningly slender too, seemingly contrary to all the rules of statics. But Ishigami developed an ingenious system together with an engineer. During construction, the building was subjected to such a load that the columns started to bend in the way they would under the weight of the building plus the extra weight of snow on the roof. When the load was removed all 305 columns sprung upright once again, so that now the whole building is under traction rather than under pressure. This brilliant idea means the structure has an unprecedented slenderness, and is so light that it thoroughly defies gravity. But this building also literally shifts boundaries in terms of space. The space unfolds like a wood between the 305 columns, which look as if they have been planted on the more or less square floor-plan of 200 sqm. Just as in a wood, you encounter open and closed spots depending on the position and density of the columns. But the image Ishigami had in mind was not so much the easy metaphor of the wood, but rather the allegory of a starry sky. Just as people see/make up constellations in the sky completely arbitrarily, at the KAIT they can organise their space freely amongst the randomly positioned columns. Workspaces can grow or shrink. In this building, growth, the most obvious metaphor of nature, is interpreted in an astonishing way. Incorporating nature into architecture. Enabling architecture to breathe nature in and out, as it were. The radical way Ishigami redraws architecture by relating it to nature is not just a new fashion or trend. It puts him
fundamentally at the heart of the Japanese animist tradition in which mountains are sacred, and where in autumn the flowering cherry trees and maples form the highlight of the year. But Ishigami is also able to elevate this to an abstract level. As an engineer-architect he is able to shift the technical limits of what a building is capable of. Junya Ishigami (1974) made his international breakthrough while relatively young, at the 2008 Venice Architecture Biennale. He set up a singular installation of glasshouses around the Japanese pavilion to subtly change its surroundings. He developed several constructions in glass and steel, assisted and inspired by the botanist Hideaki Ohba. Here too it is in the first place the slenderness of the steel structure that is striking. But Ishigami was above all concerned with creating a special climate for the plants. Ohba told him that an increase in temperature of 2 to 3 degrees can make an enormous difference to the sorts of plants that grow. The combination of greenhouse plants and randomly assembled wooden furniture thoroughly transformed the garden around the Japanese pavilion into a place where people could rediscover nature like children.
In concrete terms this takes the form of his view of the terraced house. By designing the terraced house more narrowly, Ishigami frees up space. He roofs over this ‘slice of nature’ as he calls it, this garden, with glass so that an indoor-outdoor climate arises. He withdraws the house itself, minimally, into a sort of vertical piece of furniture, so that each room is almost by definition part of the surrounding ‘garden’. According to Junya Ishigami, living with the garden, with nature, creates the conditions for a more full and fulfilling lifestyle. This focus on and care for nature, the desire to create space for nature’s marvellous, complex processes, is expressed in almost all the works in the exhibition. By consistently taking nature as the metaphysical foundation for his architecture, and by meticulously developing this into both real and utopian projects, Junya Ishigami has in just a few years not only carried out fundamental research, but at the same time has also shown the way to a possible architecture for the future. Koen Van Synghel
Radically innovative, though thoroughly rooted in tradition, Junya Ishigami embodies the paradox of modern Japanese culture, where nature is culture and culture is driven forward by nature. Ishigami can in fact be seen as the heir to a ‘dynasty’ of architects that goes back through Kazuyo Sejima (1956) and Toyo Ito (1941) to the metabolist architect Kiyonori Kikutake (1928-2011). But what makes Ishigami exceptional is his linkage of poetry to technical innovation. It is he more than anyone who is seeking an architecture that shifts constructional boundaries and switches from statics to a new sort of dynamics. The exhibition shows about fifty projects, from small-scale interventions the size of glass bottles with flowers in, to utopian plans with cities as landscapes, and a mountain as a theatre (or is it a theatre as a mountain?). Ishigami sometimes presents his utopias with the naivety of a children’s drawing. Not only is this disarming, but at the same time it powerfully evokes his humanist attitude, his pursuit of architecture that upgrades everyday life. When, in ‘Forest and City’, he proposes filling a neighbourhood with trees, enough to transform an urban landscape into a wood, he is simultaneously suggesting a move towards more compact habitation. At the same time, in his ‘Bath Studies’, he raises the question of how we can make everyday life ‘more comfortable’. Not in terms of gratuitous comfort, but with the following fundamental question in mind: ‘Should architecture from now on explore new ways of life?’
Table 1 1. Pond and house Small house with view of a large pond that attracts migratory birds every spring. It’s quite common I think for the surrounding environment to overtake the individual personality of a building, and designing a large pond in front of a house is one example. 2. Restaurant on a mountaintop Restaurant planned for a mountaintop. Blue sky extends above an below as far as the eye can see, with occasionally a blanket of cloud below. Another example of where the surroundings define the character of a building more than the personality of the building itself. 3. Sea and walkway Imagine a long, narrow path extending out into tranquil waters. Strolling along it spying the shadows of fish flitting in the shallows, spotting whales spouting in the distance. The question is, how close can we smoothly bring these two - sea and walkway - without separating our day-to-day lives from the natural world in all its immensity, or forcefully inserting some sort of artificial structure? The answer is a new kind of environment, not readily identi-fiable as either natural or manmade: one possibility for a new kind of architecture. 4. Café in a meadow A glass building shaped like a bridge constructed in the manner of building a small bridge. A stream and grassy meadow pass right through the interior of the building, at the same time shaping its spaces. The incremental change of the seasons in turn subtly alter the spatial qualities of the building. 5. Restaurant with distant views Designing a building that transcends the site conditions. Set in the middle of grapevines, a restaurant would be designed with the sky above the vineyard as its site. 6. Bath Studies How can we bring new levels of comfort to everyday living, comfort over and above essential functionality? Perhaps doing so is exactly what we need right now. With values so diverse, there may no longer be any such thing as a single universal function. Could architecture’s role from now on be to explore this new way of being? One example of this new approach might be a plethora of studies on how to enhance the comfort and pleasure of bathing.
7. A weekend home in city Housing envisaged in the mode of a holiday home in the city. On the ground floor, a half-open continuation of the spacious garden that fills the lot. The second floor consists of a compact bedroom embraced by trees and overlooking the roofs of nearby houses. Bathroom and toilet are housed in an outbuilding. Moving between any of the rooms entails passing through the garden, which has the feel of a small forest. This project contemplates new ways to incorporate nature into the city, and into building, by approaching the house and small forest on equal term as spaces, and as environments. 8. Greenhouses and the environment For the 2008 Venice Biennale a number of greenhouses were laid out around the Japanese pavilion, the idea being for these to modify the environment in a very subtle, rarefied manner. According to the botanist Hideaki Ohba who took part in the project, even the slightest change in conditions, for example a temperature shift of just 2-3°C, dramatically alters the plant species found in any given environment. Ordinary greenhouses alter the existing environment radically in order for example to grow tropical plants in cold regions, or cultivate plants for year-round appreciation. Here, rather than transforming the environment, light, bubble-like structures were installed to influence the existing environment in subtle ways. This led to the emergence of a wondrously diverse landscape contiguous with the existing vegetation. The aim was to make something that would slightly broaden the environment of a place. 9. Basket and house Imagine city life in the embrace of flora and fauna. Plants and animals can be viewed from the surrounding area as well, thus altering the nearby environment too. One small home constructed inside a large basket-like enclosure. Materials: paper, plastic, wire, acrylic board, stainless wire
Table 2 10. Pressed leaves Large leaves pressed flat to form a wall of flora. 11. Chair study A ‘family’ of chairs forming a study in chairs all with different shapes. The chairs seem to nestle happily next to one another.
12. Study of little gardens Innumerable fingertip-sized containers transcend their function as vases to serve as small galleries for exhibiting pressed flowers. For example, tiny flowers are displayed on the curved walls. There is a sense of generous space in each single small vessel akin to peering at an architectural model and checking out the spaces inside, the resulting collection of galleries forming a pleasant urban landscape. A study imparting a sense of space and scenery simultaneously. 13. Cloud shapes Finding inspiration for new spaces and new buildings in the shapes of clouds is tremendous fun. 14. Color and environment Our surrounding environment is one of myriad colors, each of which has its own particular significance and role. In architecture, colors are often chosen with a particular visual meaning in mind, but here color will be considered in ways more intimately connected to how buildings are used, and the role of the city. 15. Color and city A city with rows of tiny buildings, laid out with gaps in between. Each intricate building would be like an individual grain of color. Different localities with subtly different building materials and landscape elements would join to form a vast whole. Local characteristics and character, the roles of buildings, how they are used; various elements would mix to form a city with an attractive, rainbowlike gradation, a new sort of city blending the continuity of a series of small, standalone buildings, and that of a subtly changing environment. 16. Big patio An attempt to come up with a new scale of urban setting. A vast natural environment of grassy plains, mountains, forest and lake diverging entirely from the usual dimensions of urban development is surrounded by buildings and perceived as a kind of courtyard. The buildings shaping the city are linked like a necklace, the giant courtyard forming the environment of the city, its personality becoming that of the city. The scale of the natural environment that would normally surround a city, perceived on equal scale as a city. Materials: acrylic, pressed flowers, wire, paper clay, plaster, paper, plastic
Table 3 17. Expanding tunnels, expanding city This project takes a very broad view of both conserving the environment and urban development. Rather than planning a city in a concentrated manner, leading to overcrowding, he idea would be to disperse it over the widest area possible, forming a city that blends into the existing environment, no matter how far the development extends. The natural environment is on a completely different scale to that of any city built by man. All areas of the city would be unified intermittently by a series of tunnels, creating a metropolis of massive proportions yet sparse and of low density. We would skip back and forth between countless environments in a time-space warp-like manner within that vast landscape. 18. Lake project In this project an artificial lake created as an industrial water supply is given new form. The water level fluctuates constantly throughout the year. By subtly modifying the contours of the lakebed and shore, a lake is formed that changes shape moment by moment due to the changing water level. The lakeshore is a park. The changing shape of the lake alters the way in which buildings, plaza spaces etc in the park are grouped. The look and role of the park will change like the changing of the seasons. 19. Islands garden A cluster of islands is to be placed in a lake, each island serving as a housing plot. Plot and buildings will be designed gradually and concurrently, and accorded equal value. A landsape of islands and buildings. 20. Plot and houses Here the design of plot and house are considered in tandem. Generally when building, the plot is a given condition, however designing the plot itself allows us to explore a new relationship between housing and exterior space surrounding it. Viewing the residence as a total package including the environment may prompt us to think of architecture in slightly broader terms. Materials: plaster, paper, stainless steel
Table 4 21. Row house The site is a neighborhood of row houses densely crammed with small homes. Here a very compact but very pleasant environment is created. Building a house smaller than the adjacent row houses leaves a plaint, margin-like environment around the house. This new slice of nature becomes a garden, which enclosed in a glass roof and walls that can open and close, also functions as an indoor space. The garden provides the setting for a full and fulfilling lifestyle. New dimensions in environment and housing such as these will subtly alter the shape of our lives. 22. Garden and terrace House offering a lifestyle with a large terrace and large garden, the idea being to create the kind of airy openness hitherto absent from everyday living. 23. Small factory Factory made out of veneer, the scale of its construction also the same as that of veneer, with pillars 6mm thick. Extraordinarily light, this would have to be the simplest building ever. 24. Ruins and building A house and garden designed on a bombed-out WWII site. The ruins are a building and at the same time a landscape, outdoor and indoor. An attempt to create a relaxed, diverse urban living environment in such surroundings. 25. Park in a building Project in which a building is designed as a park. A succession of massive gate-like walls separate and simultaneously maintain the continuity of a series of small parks, a structure that could also be described as a building designed with no rooms, just patios. 26. Big house Here architecture is perceived not as shelter, isolating human beings from the natural environment, but as a means of creating new natural environments. If a building were to be extraordinarily large over certain dimensions it would generate clouds, make rain and snow. Create rivers and forests. Simply by increasing the scale, even if the building has walls and floors and ceilings, its interior space will be outdoors. The border between interior and exterior is not formed by partitioning with the likes of walls and roof, but emerges from the interior sense of scale created by these features. Thus inside the building a space will be created that surpasses the scale of the interior space. In here will appear a new natural environment.
27. Weather and houses Weather is a phenomenon of global proportions, but the plans here approach it on a rather small scale. Windy house: Building constructed with a large ring-shaped space of varying height. Warm air rises and cold air falls, causing a pleasant breeze to circulate inside at all times. House of wind and rain: Air circulates constantly in a ring-form space. Most air forms clouds and makes it rain; then having dropped all its moisture, the air descends, and takes on moisture again. This warm, wet air rises once again and causes it to rain. A house where this ‘loop’ is repeated continually. House of rain: A well-insulated chimney-shaped house. The idea is to design a space that generates rising air currents, continually forcing air on the ground high into the sky. As air near the ground moves upward, adiabatic expansion leads to a drop in temperature, giving rise to rain clouds. Once it starts to rain in this space, it will do so forever. So here we have a house where it is always raining, whether it’s sunny or cloudy outside, a home where one can enjoy multiple variations on the sound of rain. Sunny skies house: Building consisting of very high walls, opening directly to the sky in a trumpet shape. An inner wall releases hear into the sky via the process of radiative cooling, so the house always has a downward current of air. The result is an absence of clouds, and eternally crystal clear blue skies as far as the eye can see. Materials: paper, plywood, acrylic board, wooden board, aluminum, stainless steel
Table 5 28. Mountains Designing a mountain is similar to designing a large building; it’s all about using giant volumes to form new landscapes and scenery. Take for example a mountain with its surface almost entirely covered in rives. Or one harboring lots of spaces created by piles of massive rocks. The aim is to contemplate constructions beyond the scale of architecture. 29. Shape of mountain, shape of city Experiment in approaching an entire city as a single giant volume, or a single building. A new kind of environment that could be perceived as a city, a giant building, or a landscape.
TaBLES
1
2
3
4
5
6
7
8
30. Cliff face gathering place Design for a cliff-like construction in an urban setting, a public space in the city. People would congregate in subtle bumps and hollows worked into the design of the façade, forming little tiers of activity. As a result the entire façade would buzz with people.
35. Mountain and theatre When we think of a theater, the image that presents itself is one of a building large in volume, housing fly tower, audience seating and so on. Here that assembly of volumes has in its entirety been interpreted as a landscape to plan a collection of buildings resembling a chain of small mountains.
31. Vertical landscape Plans for a tenanted office building. Situated in the city center with a site covering around 60sqm and a floor area ratio of 250 percent, it both very small. On the other hand, the permissible building height is 22m, quite high for the floor area ratio. The largest possible volume has been created for the part above ground, this 22m volume having multilayered floors. The indoor area able to be planned, calculated from the floor area ratio, would be 2.5 stories’ worth. This would result in a lot of garden-like outdoor floors. As many holes would be made in these floors as they would hold. Here we have a multilevel building almost entirely external, that at first glance does not look as if it would work as a building. Its hollow shape forms a vertical landscape.
36. Planetarium inside a mountain A planetarium designed for a spherical space hollowed out of a mountain. A night sky would be created inside a mountain volume. During the day it would show glittering stars as if the sky outside had been turned 180°; at night the external and internal spaces would form a single contiguous landscape. An attempt to build a new landscape inside a massive earth volume.
32. Hill-like terrace Lecture hall designed for a university, consisting of tiers of terraces resembling rolling hills. Every lecture room is connected seamlessly to a spacious terrace, this openness imparting a sense of the landscape beyond. Entry and exit for the lecture rooms is from the terrace rather than a hallway. An attempt to lay out in landscape fashion as far as possible the circulation route inside a building. 33. Block of rock Private housing development planned for Paris. The block, where residences have shared walls, but is built like a large rock, the roofs of the homes, joined in a chain, resembling a mountain ridge. Housing will be built in the shape of landforms contiguous with this new rocky mountain emerging in the city. 34. Mountain viewing platform Project to build a viewing platform on a mountaintop. The gradations that look like contour lines are steps formed from greenery. By laying out fine steps following the existing topography, in tandem with the placement of plants, the landscape is approached in the same way as one would when constructing a building. The resulting manmade mountain has no roads, and people can wander freely all over its surface. The entire mountain thus becomes a viewing platform. Because the structure is not just a mountain, but also consists of narrow terraces of flat ground, plants can be of the type that grow on the flat, as well as on slopes. The entire mountain would be a landscape not found in nature, and at the same time a friendly architecture of a type no artificial creation can emulate either.
37. Mountain and city Small mountains and buildings will be constructed on equal terms and concurrently, a little at a time. The space formed by the cluster of small mountains and that formed by the cluster of buildings can be blended so as to become indistinguishable. Materials: plastic, styrofoam, paper, acrylic board
Table 6 38. New horizons Architecture gives tangible shape to the contours of spaces. What then shapes the contours of an endless landscape? The borders between sea and sky, ground and air. It is the horizon that gives a landscape its contours. To come up with new forms of horizon, we have to think about the shape of the planet itself. Imagine for instance a cube-shaped planet. Choose eight spots on its surface, and make a mountain in the form of a triangular pyramid. With this mountain, the planet gains six flat surfaces. In actual fact there are eight mountains, so the surfaces that look flat gradually take on a steeper gradient toward the edges. The result is a sea with a hill-like surface, right in the center of the flat faces. Walking the flat ground from around the middle to the edge, one would gradually rise in altitude. Continuing on, this would mean passing through the clouds, and arriving at the very outer limit of the atmosphere. On this planet it would be possible to walk from the bottom of the ocean to the farthest reaches of the atmosphere. The horizon, on sea and land, would completely different to ours. In fact the whole concept of the horizon would probably be different. Here is a study in various planetary forms, accompanied by meticulous gravitational analysis. Ring-shaped planets, planets in cloud shapes, all to explore the contours of a new kind of landscape.
39. Café & park Multipurpose cafeteria designed for a university campus. The object was to create an entirely new environment that while in the university, imparts a sense of having traveled to somewhere else entirely. That environment is an endlessly unfolding landscape. So what kind of space is an endlessly unfolding landscape? What form would it take? The first task was to think about the boundaries of the landscape. Its contours would be shaped by the horizon. Specifically the cafeteria would be a single-storey construction of approximately 120 x 80m. For this sizeable flat surface, a ceiling height averaging 2.3m. No pillars. A very thin, very wide space. The outer walls would measure around 150mm thick, with a scattering of windows. The roof would be 30-50mm thick. This light roof would have parts sprouting lush vegetation growing on artificial ground, and others like a trellis, covered in climbing plants ad letting through light, wind, and precipitation. The floor would be earthen, a continuation of the surrounding landscape, and planted with a variety of flora. The building would be designed to undulate, so gently as to not even be noticeable. The boundless ceiling and floor would combine delicately to form a building, at the same time creating a landscape within a building. The ceiling and floor would each form attractive landscapes, the scene inside the building derived from the horizon created by these two surfaces, in the same way that sky and ground form the horizon. 40. Balloon The venue is the atrium of an art museum. A 7 x 13 x 14m square balloon was suspended in a space measuring 15 x 20 x 19m. Although a balloon, it was actually constructed of metal, weighed about a ton, and was the height of a fourstorey building. The balloon was made square rather than round, and large, to match the shape of the atrium. Rather than inflating a membrane like an ordinary balloon, this was an architectural piece with a truss-based aluminum structure. Like ordinary balloons it was filled with helium, buoyancy keeping it in the air. The weight of the adhesive used, each single bolt etc was calculated so as to maintain the balance between this buoyancy and the square balloon structure. The square balloon, which reflects the surrounding scene as it floats, alters the shape of the atrium space on a massive scale, as if changing the very look of the sky. 41. Balloon and museum Plan for extending an art museum that involves making a lounge area covered in transparent acrylic like a balloon. A museum extended ethereally into a lovely garden.
42. Flowing roof A large area would be covered by a giant film of water, the idea being to build a gigantic structure out of flowing water. The big roof formed in this fashion would subtly modify the local environment in a manner akin to the weather or climate, rather than as a building or manmade object. The aim is to devise a roof that would generate a wet space in a dry region, as if designing an oasis. Materials: plastic, paper, stainless steel, acrylic, styrofoam, glass
Table 7 43. Horizontal bridge Imagine a bridge running on the level, indefinitely, a bridge that simply goes on and on. As it stretches beyond the horizon, gradually it starts to form an arc. If we keep extending it, the bridge becomes a ring-form structure encircling the entire planet. This ring-form bridge would support its own weight solely by axial force, like an arch rendering pillars unnecessary. A bridge will materialize as if it were floating in the sky. Then there is the question of what parts of the globe the ring bridge would pass through, for example; coming up with a route avoiding land where possible. Imagine a giant bridge, pillar-less, spanning the ocean. Provision would be made in the plans for buildings, roads, trees, etc. on the bridge. 44. Table A table 2.5m wide, roughly 10m long and 3mm thick; large enough to also be perceived as a small, paper-thin building. While these proportions would not normally work, by conducting a structural analysis of the type used in architecture, the curvature of the sag could be calculated, and if the table were designed with this curvature in the opposite direction, when placed on the floor it would remain level and plumb. Before setting on the floor, the tabletop would curl one and a half times like a pig’s tail, and the legs curve like bananas. A project that questions the very meaning of ‘level’. 45. Environment in the sea Damming the sea to find new land on the seabed. Rather than forming an artificially flat site in the manner of reclaimed land, the topographical features of the seabed will be converted into new land. Potential sites for this ne land will be considered in light of various criteria. For example, on continental shelves, the ocean’s water pressure could be used to filter seawater and convert it to fresh water, facilitating the development of tracts of rich, arable land in the manner of oases in the desert. Or if seabed 4000m down were to be converted to land, the higher air pressure would result in higher temperature than at sea level, allowing the creation of tropical havens even in places like Alaska.
Not so much extending the land, as planning an environment. A way of carving out new places to live. 46. Forest studio Multipurpose workshop for students to use at their leisure. The studio has no walls, but consists solely - structurally and by design - of 305 columns. Each column differs in dimensions and orientation. This forms a single room of 2000sqm, however depending on location, the entire space feels completely different. The large single-room space changes like a kaleidoscope with each step. Rather than developing a plan for the building using spatial composition, the idea was to simultaneously achieve both ambiguity and a planned quality, as if creating a landscape. 47. Freedom in flat planes On multilevel construction. Generally, plants for individual floors coalesce as a result of elements such as pillars and the core passing through each slab. The idea is to liberate architecture from these precondition, by coming up with a way to plan the location of pillars, core and so on with no relation to the floors above and below. Flat planes offer greater freedom than using the domino system, creating a space where the building as an entirety and its parts relate to each other in a non-hierarchical fashion. 48. New proportions for architecture An attempt to devise new proportions for architecture, in a multilevel building with a very high floor height for the floor size. The result is an open, airy feeling akin to being in the sky. Each floor above is very long way up, so moving up even one floor opens up totally different vistas. Although the floors are repeated as in an ordinary multilevel building, this building is an accumulation of the completely different environments on each. 49. Skyscraper in a building This project takes part of an existing building and modifies it to make a residential/office space. The existing building has 21 floors, each of which covers approximately 700sqm. Holes would be bored vertically through the floors of these small areas aligned east-west to create a unified space that passes right through all 21 floors. The existing building is viewed as an environment, and a long, narrow housing, and office space designed as if building a highrise within the building. The result is a living environment the height of a small mountain. 50. House with forest and villa A house with a small footprint on a large plot of land. Eleven storeys high, with no elevator. Day-to-day living would take place largely on the three lower floors, the upper floors more like a holiday home to visit on weekends.
However, there would be no distinct boundary between where house ends and holiday home begins. Marking one’s way upstairs in leisurely fashion on days off, as if on a stroll, the line between house and villa would be determined by one’s mood. Materials: acrylic, acrylic board, carbon, paper, stainless steel, stainless wire, wire
Table 8 51. Group home Design for a group home. Rather than categorizing the design as a ‘group home’ or ‘communal housing for the elderly’ or a ‘house’ for people to live in, the object is to come up with a more refined method of abstraction. For instance, what may be a ‘house’, differs for a single person, or for a small family, or for a large family. Differs if it a detached home, or a condominium. Region and era make a huge difference too. All however, are ‘homes’ of one kind or another. The concept f a home is I believe quite imprecise. Why not come up with a slightly more subtle abstract description of the spaces in which people live? And moreover make it the kind of abstraction that allows the abstract nature of the designer’s intention to be rewritten repeatedly. Tangible features would be plucked from those of the innumerable spaces in existence that were originally liven in, and rendered abstract. All finishing would be done away with, leaving only a frame and roof, the combination of these forming the design. Making one part rooms for residents, another a dining area, another a gallery and so on, an overall picture of a building difficult to divide would begin to form. Rather than moving into a care facility, residents would come to live here as if they were simply moving house. 52. Building like a cake An old brick building is cut like a cake to make new, smaller buildings. The result is new streets, new shapes, and a new continuity and autonomy of adjacent buildings. Preserving, starting from scratch to make something totally new, and disassembling are all considered on an equal basis. 53. Big walls Configuration of venue for an exhibition. The location is the historic Grand Palais in Paris. The Palais is a cavernous steel-framed structure with a massive glass roof, and has never once since its completion in 1900 been used other an as a single room. As a result, exhibitions there to date have had a similar feel to them spatially. Here the Grand Palais is a partitioned using colossal 30m walls. Various walls would be designed in scale with the architecture.
54. Old museum, new environment Plan for remodeling an old art museum in Scotland. The building itself will not be altered in any way. The aim is to incorporate the existing museum in a new creation by modifying the spacious gardens surrounding the museum to form a new landscape. 55. Forest and city A neighborhood planted with lots of trees large enough to alter the urban landscape. In contrast, buildings would be very compact. A city would be laid out in the voids between clusters of trees, exploring an urban setting at a new scale. 56. Small valleys A town formed by a collection of small valleys, each the plot for a single building. Different valleys would give the plots themselves different spatial volumes, space that would envelop each plot. Shallow valleys, deep valleys, wide valleys, narrow valleys; all sorts of valleys would be designed incrementally in tandem with the buildings. From the road the view would be one of a vast landscape stretching into the distance. Materials: acrylic board, paper, concrete, wood, plastic, wire, styrofoam, plaster
INSTALLATION LOWER SPACE Little gardens
2007 Mixed media Ø 120cm Production Support: Product Design Masakuni, Kohei Oda Collection of Daiwa Press Viewing Room
Biography
Colofon
Born, 1974, Kanagawa, Japan. Lives and works in Tokyo. Graduated from Tokyo National University of Fine Arts, MFA in Architecture in 2000. After joining Kazuyo Sejima & Associates, established junya.ishigami+associates in 2004. Awards include, Architectural Institute of Japan Prize 2009 (Kanagawa Institute of Technology, KAIT Workshop), Golden Lion award in part of the 12th International Architecture Exhibition, La Biennale di Venezia (2010).
coproduction Vlaams Architectuurinstituut deSingel Internationale Kunstcampus arc en rêve, centre d’architecture, Bordeaux (F) Courtesy of Shiseido Gallery Special thanks: Tatsumi Sato (Daiwa Press Viewing Room) curator junya.ishigami+associates, Keiko Toyoda (Shiseido Gallery), Katrien Vandermarliere (deSingel/Vlaams Architectuurinstituut) production junya.ishigami+associates, Katrien Vandermarliere, Kawamura Office original exhibition and coinciding texts conceived by Shiseido Gallery, Courtesy of Shiseido Gallery special thanks Gallery Koyanagi, the National Museum of Emmerging Science and Innovation production assistent Griet Stellamans texts brochure Junya Ishigami, Koen Van Synghel (introductory text) translations Arthur Binard (Exhibition title), Pamela Miki (English version), Greet-Guido Van de Velde Michielsen, Katrien Vandermarliere (Dutch version) editing Siska Claessens, Kristien Gerets, Jennifer Scheffer installation scenography Technicians deSingel special thanks to Tatsumi Sato (Daiwa Press Viewing Room) Jun Sato (Jun Sato Structural Engineers) Supported by The books plants&architecture, table as small architecture and Studies for The Scottish National Gallery of Modern Art are for sale at the ‘shop.tickets’ (on the same floor as the Grand Café).
architectuur theater dans muziek
www.vaI.be
T +32 (0)3 242 89 70 JAN VAN RIJSWIJCKLAAN 155 / B-2018 ANTWERPEN
www.DesIngel.be
T +32 (0)3 248 28 28 DESGUINLEI 25 / B-2018 ANTWERPEN
WORD Fan VAN DESINGEL OP FacebooK Het Vlaams Architectuurinstituut wordt betoelaagd door de Vlaamse Gemeenschap. Het programma wordt mogelijk gemaakt dankzij Nationale Loterij, Armstrong, ODS Jansen en Goedhart Repro. deSingel is een kunstinstelling van de Vlaamse Gemeenschap en geniet de steun van de Provincie en de Stad Antwerpen. hoofdsponsor
mediasponsors