Evangelische school VMBO HAVO VWO Overgangsnormen De Passie Utrecht juni 2015

Overgangsnormen 2015-2016 - De Passie Utrecht

Evangelische school | VMBO•HAVO•VWO

Overgangsnormen De Passie Utrecht 2015-2016 13 juni 2015

1


Inhoud Algemeen ……………………….…………………………………………………………………………………………..3 Begrippen ………………………..…………………………………………………………………………………………..4 Klas 1 en 2…………………………………………………………………………………………………………………….6 HAVO 3 / VWO 3 ………………………………………………………………………………………………………….7 VMBO 3 …………………………………………………………………………………………………………………………8 VWO 4 ………………………………………………………………………………………………………………… …10 HAVO 4 en VWO 5 …………………………………………………………………………………………………….11 Aanvraag van revisie ………………………………………………………………………………………………..13 Vaststelling overgangsnormen …………………………………………………………………………………13 Bijlage leerlingprofielen Bijlage ADO formulier Bijlage Toelatingscode VMBO-HAVO

2


Algemeen Jaarlijks nemen we beslissingen over de bevordering van leerlingen. Deze beslissingen zijn erop gericht om de leerling zijn of haar schoolloopbaan zo goed mogelijk te laten vervolgen. De school wil de capaciteiten van de leerling tot haar recht laten komen. Dat betekent dat hij of zij ruimte moet krijgen om zijn of haar talenten te ontwikkelen. Tegelijkertijd moet worden voorkomen dat een ongelukkige overgangsbeslissing de leerling in de vervolgklas laat vastlopen. Dit laatste is niet alleen voor de betreffende leerling schadelijk, maar ook voor het onderwijs in die klas. Overgangsbeslissingen zijn voorbehouden aan- en worden genomen door een vergadering van docenten, de overgangsvergadering. Dit document is richtlijn voor deze beslissingen. Als een leerling op grond van onze overgangsnormen niet regulier bevorderd kan worden, zijn er twee mogelijkheden: afstromen of doubleren. Niet alleen tijdens de overgangsvergadering maar ook gedurende het verloop van het schooljaar geven de overgangsnormen houvast bij het volgen van de ontwikkeling van een leerling. Periodiek worden rapportenvergaderingen gehouden, waarna ouder(s)/verzorger(s) in de gelegenheid gesteld worden om over de ontwikkeling met mentor en/of docenten te spreken. Het initiatief hiervoor kan ook van de school uitgaan. De resultaten van een leerling zijn via de website te volgen.

Visie op afstroom en doubleren Als Passie geloven we in groei van talenten van onze leerlingen. We willen dat de leerlingen hun talenten ontwikkelen op het voor hen juiste niveau. We hebben een reële verwachting van onze leerlingen en willen dat iedereen op het voor hem of haar geschikte niveau doorstroomt. Als onverhoopt de overgangsnorm niet is gehaald, zal gezocht worden naar de beste route voor de leerling. Naast doubleren is er ook de mogelijkheid om af te stromen naar een hoger leerjaar van een lager niveau. Dit om ervoor te zorgen dat de leerling het beste tot zijn of haar recht komt. Hierbij houden we rekening met de totale ontwikkeling die een leerling doormaakt in zijn/haar schoolperiode. Dit totale proces beoordelen we niet alleen op grond van de cijfers, maar hierbij betrekken we ook onze observaties en gesprekken met de leerling en ouders. Zo zetten we de ontwikkeling van de leerling in een breed perspectief. In uitzonderlijke gevallen kan in de overgangsvergadering of revisievergadering een beroep gedaan worden op de zogenaamde ‘hardheidsclausule’. Deze clausule biedt de school de mogelijkheid om in uitzonderlijke omstandigheden (leerstoornissen, ingrijpende situaties in het persoonlijk leven van een leerling of gebeurtenissen buiten de verantwoordelijkheid van de leerling die veel impact hebben gehad) van de afgesproken normering af te wijken en de leerling niet-regulier te bevorderen. In dit document een overzicht van begrippen, daarna per leerjaar de normen en tenslotte informatie over het aantekenen van bezwaar.

3


Begrippen Leerlingbespreking

Vergadering van docenten die de vorderingen/ omstandigheden van leerlingen van een bepaalde klas bespreekt.

Overgangsvergadering

Vergadering van docenten aan het einde van het schooljaar waarin beslissingen genomen worden over de bevordering. Stemrecht hebben docenten die de leerling les geven. Blanco stemmen is niet mogelijk. Als de stemmen staken is een voorstel verworpen.

Rapportcijfer

Het voortschrijdende gemiddelde van alle cijfers die voor een vak zijn behaald, afgerond op één decimaal.

Gemiddelde

Het gemiddelde van alle rapportcijfers, afgerond op één decimaal.

Weging

Het aantal keer dat een resultaat meetelt in het rapportcijfer.

Tekortpunten

Voor het bepalen van het aantal tekortpunten wordt gekeken naar de op gehelen afgeronde rapportcijfers. Een 5 telt hierbij voor één tekortpunt, een vier voor twee etc.

Examendossier

Het examendossier is het geheel van de onderdelen van het schoolexamen zoals gedocumenteerd in een door het bevoegd gezag gekozen vorm.

Afstroom, Doorstroom, Opstroom-formulier (ADOformulier)

Verzameling schoolgegevens van een leerling (zie bijlage achterin). In de onderbouw in gebruik als basis voor adviezen in de vergadering

Doubleren

Zittenblijven in hetzelfde leerjaar. Een leerling heeft altijd het recht om te doubleren in hetzelfde leerjaar op hetzelfde niveau. Als een leerling na gedoubleerd te hebben opnieuw niet voldoet aan de overgangsnormen in datzelfde leerjaar, of in twee opeenvolgende leerjaren in dezelfde stroom, volgt of afstroom, of voortzetting van de schoolloopbaan op een andere school.

Niet-regulier bevorderen

In uitzonderlijke gevallen kan een beroep gedaan worden op de zogenaamde ‘hardheidsclausule’. Deze clausule biedt de school de mogelijkheid om in uitzonderlijke omstandigheden (leerstoornissen,

4


ingrijpende situaties in het persoonlijk leven van een leerling of gebeurtenissen buiten de verantwoordelijkheid van de leerling om die een tijdelijke neergang hebben veroorzaakt) van de afgesproken normering af te wijken en de leerling niet-regulier te bevorderen. Gericht bevorderen

Bevordering naar een volgend leerjaar op een lager niveau (zie ook afstroom) Bij gericht bevorderen worden alle afzonderlijke vakken opgewaardeerd met de formule (niet afgerond vakcijfer op huidig niveau x 0,8 + 2), waarna de overgangsnorm van het lagere niveau toegepast wordt.

Ontwikkelingsperspectief

Bepaling van het ontwikkelingsperspectief waarop een leerling een diploma moet kunnen behalen. Hiervoor worden capaciteiten, resultaten, werkhouding en omstandigheden in bespreking gebracht met behulp van de informatie van het ADO-formulier.

Opstroom

Voortzetten van de schoolloopbaan op een hoger niveau.

Doorstroom

Voortzetten van de schoolloopbaan op hetzelfde niveau.

Afstroom

Voortzetten van de schoolloopbaan op een lager niveau.

Revisie

Herziening van de overgangsbeslissing. Voorwaarde hiervoor is het inbrengen van nieuwe feiten/ argumenten.

Middenbouw

Klas 3 H/V

Onderbouw

Klas 1 en 2

Bovenbouw/Tweede fase

De Tweede fase start in het HAVO en VWO bij klas 4. In het VMBO begint de bovenbouw bij klas 3.

5


Klas 1 en 2 A.

Normen

De normen bestaan uit drie drempels:

Drempel 1: De cijfers voor de (kern)vakken Nederlands, Wiskunde, en Engels (en op het Gymnasium: in klas 1 Latijn; in klas 2 Latijn en Grieks) mogen samen niet meer dan één tekortpunt hebben. Drempel 2: De cijfers voor de vakken, die meetellen voor de overgang, mogen niet meer dan drie tekortpunten hebben. Alle cijfers moeten hoger of gelijk zijn aan (afgerond) een 4. Drempel 3: Het gemiddelde van de cijfers, die meetellen voor de overgang, mag afgerond niet lager zijn dan een 6.

NB:

Rekenen komt als apart vak en cijfer op het rapport te staan en telt niet mee met het gemiddelde voor de overgang.

B.

Werkwijze op-, door - en afstroom

Een leerling die (een van de) drempels niet haalt, doubleert of stroomt af. Een leerling, met een gemiddelde van 8 of hoger en zonder tekorten, kan in aanmerking komen voor opstroom. Dit geldt uiteraard alleen voor leerlingen VMBO en HAVO. In de bespreking wordt meegewogen of een leerling voldoet aan het profiel van een leerling voor het hogere niveau, zoals de betreffende sector heeft vastgesteld. Ook de inhoud van de leerlingenbesprekingen, observaties van de docenten, VAS-toetsen en de rekentoets die gedurende het schooljaar in kaart zijn gebracht, moeten de trend naar opstroom aangeven.

6


HAVO 3 / VWO 3

A. Normen De norm bestaat uit vier drempels:

Drempel 1: De cijfers voor de (kern)vakken Nederlands, Wiskunde, Engels en nu ook Rekenen mogen samen niet meer dan één tekortpunt hebben. Drempel 2: Het rapport als geheel mag niet meer dan drie tekortpunten bevatten. Alle cijfers moeten hoger of gelijk zijn aan (afgerond) een 4. Drempel 3: Het gemiddelde cijfer van de vakken die worden meegenomen naar de bovenbouw mag niet lager zijn dan (afgerond) een 6. B.

Werkwijze op-, door - en afstroom

Een leerling die (een van de) drempels niet haalt, doubleert of stroomt af. Een HAVO-leerling, met een gemiddelde van 8 of hoger en zonder tekorten, zowel in de vakken die hij afsluit als in de gekozen examenvakken, kan in aanmerking komen voor opstroom. In de bespreking wordt meegewogen of een leerling voldoet aan het profiel van een leerling voor het hogere niveau, zoals de betreffende sector heeft vastgesteld. Ook de inhoud van de leerlingenbesprekingen, observaties van de docenten, VAS-toetsen en de rekentoets die gedurende het schooljaar in kaart zijn gebracht, moeten de trend naar opstroom aangeven.

7


VMBO 3 A. Normen Een leerling is bevorderd naar het vierde leerjaar als hij of zij volgens de slaag/zakregeling van het vmbo (zie onderstaande) geslaagd zou zijn. De norm voor de overgang van klas 3 naar klas 4 vmbo-TL is gebaseerd op de slaag/zakregeling, (artikel 49), opgenomen in het “Programma van Toetsing en Afsluiting”. Toegepast op de leerlingen van vmbo-3 betekent dit het volgende: De leerling wordt bevorderd als hij de volgende drempels haalt: A1.

Nederlands en rekenen mogen niet lager zijn dan een 5. Bovendien mag maar 1 van de 2 een 5 zijn. Als Nederlands een 5 is dan moet rekenen een 6 zijn en andersom.

A2.

Vervolgens bekijken we de eindcijfers van alle vakken die in vmbo-3 worden aangeboden en dan geldt: B1. B2. B3.

een leerling mag één 5 hebben mits de andere vakken als afgerond eindcijfer een 6 of hoger hebben; een leerling mag één 4 hebben. Allen andere vakken moeten dan afgerond tenminste een 6 zijn en 1 vak een 7; een leerling mag twee 5-en hebben. De andere vakken moeten afgerond een 6 zijn en 1 vak een 7.

B. Niet centraal examenvakken C1 CKV moet met een voldoende of goed zijn afgesloten C2.

Van Godsdienst en/of Maatschappijleer mag het cijfer geen 4 of lager zijn. Slechts één van beide vakken mag een 5 zijn.

C. Bijkomende bepaling De handelingsdelen uit leerjaar drie moeten aan het einde van leerjaar drie “naar behoren zijn afgerond”, ofwel klaar en afgetekend zijn. Bij de beoordeling wordt rekening gehouden met de gekozen sector en vakkenpakket en wordt gekeken of -in geval van doubleren- een verandering van sector of vakkenpakket wel leidt tot bevordering.

8


D. Criteria bij het opstromen van vmbo-4 naar havo-4 (zie toelatingscode vmbo-havo van de VO-raad) -

-

-

Een leerling die op wil stromen naar de havo staat minimaal een 6,8 gemiddeld voor zijn eindexamencijfer. Een leerling die op wil stromen naar de havo staat een voldoende voor Nederlands, Engels en wiskunde. (NB: Wiskunde wanneer dit vak gekozen wordt op de havo) Een leerling die op wil stromen naar de havo volgt in vmbo 4 7 vakken, dat wil zeggen een extra vak. Een leerling die op wil stromen naar de havo krijgt een positief advies van de vmbo docenten vergadering over inzicht, inzet, studievaardigheden Het vakkenpakket waarin examen wordt gedaan op het vmbo moet aansluiten op één van de havo profielen.

9


VWO 4

A.

Normen

Drempel 1: De cijfers voor de kernvakken Nederlands, Wiskunde en Engels mogen samen niet meer dan één tekortpunt hebben. Drempel 2: Het rapport als geheel mag niet meer dan drie tekortpunten bevatten. Alle cijfers moeten hoger of gelijk zijn aan (afgerond) een 4, ook de cijfers voor de afzonderlijke vakken die deel uitmaken van een combinatiecijfer. Drempel 3: Het gemiddelde van de SE cijfers mag niet lager zijn dan (afgerond) een 6. Drempel 4: Aan alle PTA-verplichtingen moet zijn voldaan, de opdrachten voor CKV en LO moeten naar behoren zijn afgerond.

B.

Werkwijze door - en afstroom

Een VWO-leerling die een van de drempels niet haalt, doubleert of stroomt af naar H4. Indien een doublerende leerling – na omrekening van de cijfers – cijfermatig wel voldoet aan de normen voor bevordering naar H5 kan de vergadering, als dat gevraagd wordt, onder voorwaarden bevordering naar H5 toestaan. De voorwaarde houdt in, dat deficiënties aan het begin van het nieuwe schooljaar zijn weggewerkt

10


HAVO 4 en VWO 5

A. Normen Een leerling is bevorderd naar het volgende leerjaar als hij of zij volgens de slaag/zak-regeling van respectievelijk havo of vwo (zie hieronder) geslaagd zou zijn.

B. Specifieke bepaling In specifieke gevallen kan de overgangsvergadering besluiten leerlingen uit havo 4 en vwo 5, die niet voldoen aan de overgangsnormen, maar waarvan de docentenvergadering beargumenteerd van mening is dat zij, als ze toch zouden doorstromen, wel degelijk in staat zijn te slagen voor hun eindexamen, de mogelijkheid te bieden een motivatiebrief te schrijven. In deze brief geeft de leerling beargumenteerd aan waarom hij/zij meent dat een reguliere bevordering wenselijk is en wat nodig is om het examen te behalen. In deze situatie is de procedure als volgt:  De docentenvergadering bespreekt wat voor de leerling het beste is en of van de leerling redelijkerwijs verwacht kan worden dat hij/zij bij nietregulier doorstromen het gewenste resultaat kan bereiken en komt tot een oordeel.  De leerling en zijn/haar ouders worden hierover geïnformeerd en bij voldoende motivatie wordt de leerling uitgenodigd een motivatiebrief te schrijven.  Als de leerling en zijn/haar ouders een motivatiebrief hebben ingestuurd voor de afgesproken datum vindt een gesprek plaats met een delegatie, bestaande uit in ieder geval de mentor, de coördinator leerlingbegeleiding en de leidinggevende. Op grond van dit gesprek wordt het besluit genomen of de leerling doubleert of niet-regulier wordt bevorderd.  Rekenend met de opmerkingen, gemaakt in de overgangsvergaderingen, zal de commissie bezien of niet-reguliere bevordering kan plaatsvinden.

C. Slaag- en zakregeling havo en vwo De normen voor de overgang naar havo 5 zijn gebaseerd op de zakslaagregeling, zoals opgenomen in het PTA. De leerling wordt bevorderd naar havo 5 indien hij/zij: 1. voor al zijn vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 6 of meer heeft behaald,

11


2. voor één van zijn vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 5 en voor de overige vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 6 of meer heeft behaald, 3. voor één van zijn vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 4 en voor de overige vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 6 of meer heeft behaald, en het gemiddelde van de eindcijfers tenminste 6,0 bedraagt, dan wel 4. voor twee van zijn vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 5 heeft behaald dan wel voor één van de vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld als eindcijfer 4 en voor één van deze vakken als eindcijfer 5 heeft behaald, en voor de overige vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 6 of meer heeft behaald, en het gemiddelde van de eindcijfers tenminste 6,0 bedraagt 5. voor geen van de vakken of onderdelen van een vak een eindcijfer , dat lager is dan een 4, heeft gehaald 6. de vakken culturele en kunstzinnige vorming en lichamelijke opvoeding van het gemeenschappelijk deel van elk profiel, heeft afgesloten met de beoordeling «voldoende» of «goed». 7. bij de vakken Nederlands, Engels, Wiskunde A, B of C hoogstens voor één vak het eindcijfer 5 heeft. De beide andere vakken moeten dan tenminste het afgeronde cijfer 6 hebben. (lager dan een 5 mag niet). 8. als rekencijfer tenminste een 5 heeft.

Bij de uitslagbepaling wordt het gemiddelde van de eindcijfers van ten minste de volgende onderdelen aangemerkt als het eindcijfer van één vak, voor zover voor deze onderdelen een eindcijfer is bepaald: godsdienst, maatschappijleer en het profielwerkstuk.

Doorstroom havo 5 naar vwo 5 Een leerling kan na het havo-eindexamen opstromen naar vwo 5 wanneer : 1. 2. 3. 4. 5.

zowel op het SE als het CSE geen enkel vak met een onvoldoende is beoordeeld. het gemiddelde eindcijfer van zowel het SE als het CSE gemiddeld 7 of hoger bedraagt. Wiskunde A of B in havo 5 examenvak was. Het extra vak dat moet worden opgenomen door de leerling zelfstandig wordt bijgewerkt tot het niveau nodig voor de start in vwo 5. Eventuele achterstanden voorafgaand aan het cursusjaar zijn weggewerkt en op voldoende niveau zijn gebracht; of dat gelukt is wordt beoordeeld door een toets.

12


Aanvraag van revisie Als ouder(s)/verzorger(s) van een leerling het niet eens zijn met de overgangsbeslissing, kunnen zij contact opnemen met de mentor van hun zoon of dochter. Als zij ook na de nadere toelichting van de mentor bij hun bezwaren blijven, kunnen zij zich tot de sectormanager richten met een schriftelijk verzoek (via de mail) om herziening van de overgangsbeslissing. De regel is dat dit verzoek uiterlijk om 09.00 uur op de datum die is aangewezen voor de revisievergadering, ingediend moet zijn. De revisievergadering wordt gevormd door de schoolleiding, aangevuld door docenten. We denken hierbij aan de mentor, OO- of IZO-leden. Verzoeken worden in behandeling genomen als er nieuwe feiten worden aangedragen die in de overgangsvergadering niet zijn meegewogen. De schoolleiding bepaalt of een revisieverzoek in behandeling wordt genomen of niet. Als een revisieverzoek in behandeling wordt genomen beoordeelt de revisievergadering de betreffende overgang opnieuw. De voorgenomen besluiten worden vervolgens aan de overgangsvergadering ter instemming voorgelegd en in stemming gebracht. Als de stemmen staken is daarmee het voorgenomen besluit verworpen. De ouder(s)/verzorger(s) krijgen bericht over de uitkomst van de revisievergadering van de sectormanager van de afdeling.

Vaststelling overgangsnormen Normen staan altijd in relatie tot de kwaliteit van het onderwijs. Daarom vormen de overgangsbeslissingen tegelijk een evaluatie. Veranderingen in het onderwijs, zoals vernieuwingen, kunnen vragen om aanpassingen van de overgangsnormen. OP basis van deze evaluatie of veranderingen besluit het MT voor 1 oktober al dan niet tot aanpassing van normen en legt dit zo nodig ter instemming voor aan de medezeggenschapsraad.

Bijlage ADO formulier Bijlage leerlingprofielen Bijlage Toelatingscode vmbo-havo

13


ADO-formulier voor leerlingbespreking op de rapportenvergadering

NAAM

Klas

Afstroom Doorstroom Opstroom

Criteria voor beoordeling/weging van de leerling

1. Cijfers Totaalgemiddelde + aantal tekorten kernvakken: ne /en /wi overgangsnormering 2. VAS Uitslag toets: totaalscore + bijzonderheden niveau van het huidige profiel noemen 3. Instroomadvies PO (1e en 2e klas) advies basisschool / LVS / CITO DMT = drieminutentest / BL = Begrijpend Lezen/ SP= spelling/ R&W = rekenen en wiskunde 4. Studiehouding Hoe is de inzet en werkhouding? Aanwezigheid: AO/TL/US afwezig i.v.m. ziekte Boeken/schriften bij zich / Huiswerk gemaakt 5. Profielniveau Past deze leerling in het door de school opgestelde profiel? Verwachtingsniveau 6. Extra begeleiding Welke extra begeleiding gehad/nodig? Passend onderwijs 7. Andere bronnen Psychologisch of intelligentie onderzoek NIO, WISC, PMTK etc. Welke conclusies en aanbevelingen 8. Inzicht en advies mentor Wat is het beeld van de mentor? 9. Inzichten ouders Wat is het beeld van de ouders?

Eindconclusie d.d.

14

Evangelische school VMBO HAVO VWO Overgangsnormen De Passie Utrecht juni 2015

Recommend Documents