2 Inhoudsopgave
1.
Inleiding
3
2.
Gods structuur en orde
4
3.
Bestuur
6
4.
Gezag of autoriteit
9
5.
Discipline
11
6.
Orde in de gemeente
13
7.
Positie van onze broederraad
16
8.
Ten slotte
19
9.
Reactie op vragen
20
In deze studie worden bijbelteksten geciteerd uit de NBG-vertaling. Kees Baksteen oktober 2010
Evangelische Gemeente Hoekse Waard 2010
3 1. Inleiding Bij de start van de EGHW op 8 oktober 1994 werden er twee bestuursorganen in het leven geroepen: de broederraad en de oudstenraad. De broederraad is het algemeen bestuur van de gemeente, de oudstenraad vormt het dagelijks bestuur. De broederraad heeft als algemeen bestuur een controlerende en adviserende taak. De oudsten worden gekozen uit de broederraadsleden en dragen de verantwoordelijkheid voor de hele gemeente. Zij hebben de taak om de dagelijkse leiding over de gemeente te voeren, waarbij zij diakenen kunnen aanstellen en allerlei werkzaamheden kunnen delegeren aan leiders en coördinatoren onder hen. Zoals het woord al aangeeft, bestaat de broederraad (verder te noemen BR) uit broeders. De vraag is naar voren gekomen of het niet wenselijk en mogelijk is om een ledenraad te hebben waarin ook onze zusters kunnen deelnemen. Dit voorstel is aanleiding geweest om als oudsten ons te bezinnen op de positie van de vrouw in de gemeente. Vanuit de oudstenraad (verder te noemen OR) is in februari 2006 een document verschenen met de titel: ‘de positie van de vrouw in de gemeente van Christus’. Behalve de vraag naar de bijbelse positie van de vrouw in verband met mogelijke participatie in het bestuursorgaan ‘broederraad’, groeide ook de behoefte naar duidelijkheid over het bijbelse model van leiderschap en bestuur in de gemeente. Eigenlijk zijn er 3 vragen te beantwoorden: 1. Hoe ziet het bijbelse model van leiderschap er eigenlijk uit? 2. Zijn de BR en OR zoals die in de EGHW functioneren in overeenstemming met de beginselen uit de Schrift? 3. Is een ledenraad wenselijk en wat zou haar plaats moeten zijn binnen de structuur van de gemeente? In hoofdstuk 2 t/m 6 gaan we in op vraag 1. Wij komen dan tot de conclusie dat het bijbelse model er als volgt uit ziet: Christus is het Hoofd van de gemeente [Ef. 5:22], de oudsten zijn verantwoordelijk voor de leiding in de gemeente [1Petr. 5:1-4]. De gemeenteleden dragen bij in hun verantwoordelijkheid door o.a. de oudsten voor te dragen en hun leiding te erkennen, en hen te gehoorzamen. Aan zowel oudsten als diakenen worden bepaalde eisen gesteld [1Tim. 3, Titus 1]. Oudsten zijn de geestelijke leiders, die met elkaar de koers van de gemeente uitzetten. Zij leggen verantwoording af aan de Here Jezus [1Tim. 3:5, Hand. 15:6, Heb. 13:17]. In hoofdstuk 7 en 8 gaan we in op de vragen 2 en 3. Wij concluderen op grond van aanwijzingen uit de Schrift dat God over Zijn gemeente oudsten (meervoud) aanstelt die verantwoordelijk zijn voor het besturen van de plaatselijke gemeente. Het bestuursorgaan ‘broederraad’ zoals we die in de EGHW kennen is zeker een vorm van meervoudig leiderschap, maar de Bijbel geeft geen aanwijzingen voor een ´raad´ van broeders (niet-oudsten) die bestuurlijke verantwoordelijkheid draagt. Een ledenraad zal naar onze mening dus ook niet kunnen bestaan uit een BR (in haar huidige positie) waaraan ook zusters zijn toegevoegd. Wel zien we het belang van een (advies)ledenraad bestaande uit een afvaardiging van alle gemeenteleden die als klankbord kan functioneren voor de oudsten.
Evangelische Gemeente Hoekse Waard 2010
4 2. Gods structuur en orde Gods gemeente Werken volgens Gods structuur en principes in de gemeente is noodzakelijk, omdat het Zijn gemeente betreft. We spreken vaak over ‘onze gemeente’, waarmee we dan de EGHW bedoelen. De Bijbel zegt duidelijk dat Christus het hoofd is van Zijn gemeente [Efeze5:23]. Het is Zijn huis waarin Hij de orde bepaalt en voorschrijft. Dit zien we ook in het Oude Testament gebeuren. God geeft bestuur en bepaalt de orde. God roept wie Hij wil: Mozes [Ex. 3], Aaron [Ex. 28, 29, Num 17], De Rechters [Re. 3; Elia, 1Kon. 17,] Jeremia [Jer. 1:4-10], Ezechiël [Ez. 2:1-4] Jesaja [Jes. 6:8-10] en Jozua [Num. 27:18]. Deze personen zijn allen door God gekozen, maar door mensen bevestigd. Vervolgens wilde Israel een koning, en God koos hem uit! Deze mannen hadden zichzelf niet geroepen, mensen hadden hen niet geroepen, maar God had hen geroepen. Saul [1Sam. 9,10], David [1Sam. 16] en Elisa [1Kon. 19] zijn hier voorbeelden van. We zien hetzelfde in het NT. Jezus kiest Petrus uit, Hij zoekt Paulus uit. Er zijn vele modellen denkbaar om het bestuur van de gemeente vorm te geven.
Democratie De mens functioneert meestal onder één van de drie door de mens ontwikkelde bestuursvormen. • Autocratie = absolute heerschappij door één persoon (monarch of dictator) • Oligarchie = bestuur d.m.v. een bevoorrechte elite of soldatencomité. • Democratie = volksheerschappij (iedereen beslist mee door stemming) Nederland is een democratisch land waarin we democratisch handelen. Het Nederlandse woord stamt af van de Griekse woorden δῆµος (dèmos), ‘volk’ en κρατέω (krateo), ‘heersen of regeren’ en betekent dus letterlijk ‘volksheerschappij’. Daar zijn we met z’n allen best blij mee. We zijn (of waren) trots op ons ‘poldermodel’. Toch zullen we voorzichtig moeten zijn in het toepassen van managementtechnieken in het leidinggeven aan de Gemeente van God. Bestuursmodellen uit de wereld zijn wellicht niet toepasbaar in de gemeente. Is er in de gemeente van Jezus Christus en in Gods Koninkrijk ook sprake van democratie? Kunnen we in de gemeente ook beslissen op basis van een democratisch model of zien we daar iets anders? Is er een Bijbels model van ‘regeren’, of laat God ons daar vrij in?
God voorziet in leiders Stel je eens voor dat Mozes in Egypte naar het volk was gegaan en had gezegd: “Jongens, God heeft tot me gesproken dat we weg moeten gaan uit Egypte, ik wil daar graag jullie mening over horen en misschien kunnen we daarna een stemming houden.” Waarschijnlijk had het voorstel het deze keer nog wel gehaald, want ze wilden allemaal weg uit Egypte. Maar als Mozes later in de woestijn een vervroegde verkiezing had uitgeroepen, dan was de kans zeer groot geweest dat ze er met overgrote meerderheid voor gekozen hadden om terug te gaan naar Egypte. Gelukkig is dat niet gebeurd. Was democratie de manier om Gods volk of de gemeente te leiden en om in een gemeente problemen op te lossen? Nee! God geeft leiderschap! De keuze is of we het volgens menselijke modellen willen doen of volgens Gods structuur.
Evangelische Gemeente Hoekse Waard 2010
5 Willen we bouwen op het juiste fundament, dan is het essentieel om te werken volgens Gods patronen en voorschriften. Bijbelse principes zijn nogal eens anders dan de wereldse principes.
Gods orde in het Oude Testament Gods orde (na de zondvloed) bestond niet uit de ons bekende menselijke bestuursvormen. Gods wijze is Theocratie, dat betekent ‘Godsbestuur’, Godsbestuur wordt uitgeoefend door uitgekozen, aangestelde en gezalfde leiders. Israël kende deze regeringsvormen onder God. Soms werden leiders door God rechtstreeks geroepen, uitgekozen en toegerust (Mozes). Het kwam ook voor dat God personen uitkoos d.m.v. ander personen (David). Het bleef echter Gods keuze. De sleutel tot het geheel is dat ‘Godsbestuur’ tot stand kwam door middel van de door Hem verkozen personen. Belangrijk is dat de door God aangestelde leiders worden bevestigd door het volk.
Gods orde in het Nieuwe Testament We zien dat God de bestuursvorm bepaalt. God is, in de Heer Jezus Christus, het hoofd van elk onderdeel van Zijn bestuur. (Gemeente, gezin, maatschappelijk gebied, koningen, etc.). Rom. 13:1 zegt: “Er is geen overheid dan door God en die er zijn, zijn door God gesteld” . Laten we Gods structuur voor Zijn gemeente bekijken zoals die in de Bijbel wordt uiteengezet. In de eerste gemeente kunnen we vier principes onderscheiden als het gaat over gemeente-structuur. We zetten ze op een rijtje: 1. Bestuur [1Tim. 3:5]. “En de apostelen en de oudsten vergaderden om deze aangelegenheid te overwegen.” [Hand. 15:6]. 2. Gezag of autoriteit [Hebr. 13:17]. “Gehoorzaamt uw voorgangers en onderwerpt u (aan hen), want zij zijn het, die waken over uw zielen, daar zij rekenschap zullen moeten afleggen. Laten zij het met vreugde kunnen doen en niet al zuchtende, want dat zou u geen nut doen.” En “En toen zij de steden langs reisden, gaven zij hun de beslissingen, die door de apostelen en de oudsten te Jeruzalem genomen waren, om die te onderhouden. De gemeenten dan werden bevestigd in het geloof en namen dagelijks in zielental toe” [Hand. 16:4]. 3. Discipline [1Tim. 1:20]. “Een mens, die scheuring maakt, moet gij, na hem één en andermaal terechtgewezen te hebben, afwijzen” [Tit. 3:10]. 4. Orde in de gemeente [1.Kor. 14:40]. “Ik heb u op Kreta achtergelaten met de bedoeling, dat gij in orde zoudt brengen hetgeen nog verbetering behoefde, en dat gij, zoals ik u opdroeg, in alle steden als oudsten zoudt aanstellen mannen…” [Tit. 1:5]. Deze 4 principes zullen we nu verder uitwerken.
Evangelische Gemeente Hoekse Waard 2010
6 3. Bestuur Verantwoordelijkheid van oudsten en opzieners In het Nieuwe Testament zien we dat God het bestuur van de gemeente in handen geeft van oudsten. De oudsten zijn er verantwoordelijk voor om goede leiding te geven zoals we lezen in 1 Petrus 5:2-4: “Hoed de kudde Gods, die bij u is, niet gedwongen, maar uit vrije beweging, naar de wil van God, niet uit schandelijke winzucht, maar uit bereidwilligheid, niet als heerschappij voerend over hetgeen u ten deel gevallen is, maar als voorbeelden der kudde”. Van deze mannen wordt gezegd dat zij voor de gemeente Gods zorgen en beheerder van het huis Gods zijn. “Indien echter iemand zijn eigen huis niet weet te bestieren, hoe zal hij voor de gemeente Gods zorgen?” “Want een opziener moet onberispelijk zijn als een beheerder van het huis Gods”. Het woord ‘oudste’ komt zo’n 69 keer voor in het Nieuwe Testament, waarvan in ambtelijke zin zo’n 60 keer, bijvoorbeeld: Hand. 11:30, Hand. 14:23, Hand. 16:4, Hand. 20:17,18, 1.Tim 5:17, Jac. 5:14, 1.Petr. 5:1, Tit. 1:5, Fil. 1:1, etc. Als we teruggaan naar de Griekse grondtekst, zien we dat met de Nederlandse woorden ‘opziener’ en ‘oudste’ één en dezelfde persoon bedoeld wordt. Het woord ‘Bisschop’ is in het Grieks ‘Episkopos’ wat ‘opziener/opzichter’ betekent. In de Engelse bijbel wordt regelmatig het woord ‘bishop’ gebruikt, terwijl wij hiervoor in de NBG-vertaling het woord ‘opziener’ tegenkomen. Hand. 20:28 (Episkopos) Fil. 1:1 (Episkopos) 1Tim. 3:1,2 (Episkopos) Tit. 1:7 (Episkopos) 1Petr. 5:2 (Episkopos)
vertaald vertaald vertaald vertaald vertaald
in in in in in
‘opziener’ ‘dienstknecht’ ‘opziener’ ‘opziener’ ‘opziener’
Oudste is in het Grieks ‘Presbuteros’, mannen die door de Heilige Geest naar voren zijn gebracht om toezicht op de gemeenten te houden. Hand. 20:17 – Presbuteros wijst op toezicht vertaald in ‘oudste’ Hand. 14:23 – Presbuteros wijst op toezicht vertaald in ‘oudste’ 1 Tim. 5:17 – Presbuteros wijst op toezicht vertaald in ‘oudste’ Tit. 1:5 – Presbuteros wijst op toezicht vertaald in ‘oudste’ 1 Tim. 4:14 – Presbuterion wijst op toezicht vertaald in ‘gezamenlijke oudsten’ Het woord ‘oudste’ duidt op volwassenheid, geestelijke ervaring en inzicht bij degenen die hiermee worden aangeduid. Het woord ‘opziener’ wijst op de aard van hun werk. Dat deze twee woorden in de Bijbel over dezelfde personen gaan lezen we in: Hand. 20:17: “Ontbood de oudsten” (Presbuteros). Vers 28 stelt vervolgens dat de Heilige Geest deze oudsten tot ‘opzieners’ (Episkopos) gesteld heeft om de gemeente Gods te weiden. Ook in Tit. 1:5 zien we dat er oudsten moesten aangesteld worden (Presbuteros), Tit. 1:7 noemt deze oudsten ‘opzieners’ (Episkopos).
Evangelische Gemeente Hoekse Waard 2010
7 Hieruit blijkt overduidelijk dat de termen ‘oudste’ en ‘opziener’ volgens de Bijbel identiek zijn t.a.v. het ambt. Tenslotte zien we in 1Petr. 5:1,2 dat de ‘oudsten’ (Presbuteros) vermaand worden het ‘opzicht’ (Episkopeo) over de kudde Gods te hebben (“Hoedt de kudde Gods”).
Meervoudig leiderschap is essentieel We zien dus dat de Nieuwtestamentische gemeenten te Jeruzalem, Antiochië, Filippi, Thessalonica en Efeze allemaal meer dan één oudste hebben, zowel wat hun bediening als hun taak betreft. Het ‘Presbuterion’ in 1Tim. 4 :14 betekent: de groep oudsten of opzieners van een plaatselijke gemeente. Direct vanaf de eerste gemeente werd meervoudig leiderschap ingesteld. De gemeente te Jeruzalem werd door de Here Jezus en de twaalf apostelen gesticht. Deze twaalf mannen fungeerden als leiders van die gemeente, zie bijvoorbeeld Hand. 2:14: “Maar Petrus stond met de elven op…” (meervoud). In Hand. 15:22 ontdekken we het functioneren van oudsten. (zie ook Hand. 21:17,18) Ook lezen we over de rol van Jacobus als voorganger van de gemeente te Jeruzalem [Hand. 15:13-21]. Paulus, Barnabas en Titus benoemden uiteindelijk in iedere gemeente oudsten. Niet één oudste, maar meervoud: oudsten. De Bijbel laat dus zien dat de gemeenten door oudstenteams (meervoudig leiderschap) bestuurd werden. Gods model van oudsten verschaft ons evenwicht en tegenwicht, wat noodzakelijk is voor een stabiele leiding van de gemeente. De wijsheid van God zien we in dit meervoudig leiderschap, omdat: • Het de gemeente beschermt tegen de overheersing van één persoon. • Het de toepassing van het bestuur in balans houdt. • Het de Heilige Geest, verscheidene kanalen verschaft om doorheen te werken, om zo Gods gedachten tot uiting te brengen bij het toezien op de kudde. • Het voor iedere oudste in een bescherming en bedekking voorziet.
Het werk van oudsten • • • •
• • •
De kudde Gods besturen. [Hebr. 13:7,17,24, 1Tim. 3:4, 5, 1Tim. 5:17, Rom. 12:8, 1Thess. 5:12-14, 1Petr. 5:2,3, 2Petr. 2:10] De kudde Gods onderwijzen door de bediening van het Woord, en gebed. [Hebr. 13:7, 1Tim. 5:17, Tit. 1:9, 1Tim. 3:2] De kudde Gods hoeden. [Hand. 26:17,28, 1Petr. 5:2, Joh. 21:15-17]. Toezicht houden op de kudde Gods. [Hand. 20:28, Tit. 1:7, 1Pet. 5:2,3, 3Joh. 9-11] Leiding nemen, richting bepalen, waken over, zorgen voor en toezicht houden op de kudde. Waken tegen wolven van buiten en de ‘geest van Diotrophes’ van binnen. De kudde Gods verzorgen. [Joh. 5:14,15, Ezech. 34, Jer. 23:1-5] Voor de kudde Gods leven. [Joh. 10, Ezech. 34, Jer. 23:1-5] De kudde Gods beveiligen tegen valse bedieningen. [Hand. 15, Opb. 2:2, Hand. 2:42, Hand. 16:4,5, 1Tim. 4:1]
Evangelische Gemeente Hoekse Waard 2010
8 Vescheidenheid in gaven onder oudsten De oudsten zijn allen onderling gelijk. Dat betekent dat ze in de uitoefening van hun taak allemaal van evenveel waarde zijn. Dit wil niet zeggen dat hun goddelijke bekwaamheid gelijk is. Onder dezelfde oudsten bestaat een verscheidenheid in genadegaven die hun toebedeeld zijn door het Hoofd, de Here Jezus Christus [1Kor. 12:11]. We zien deze onderlinge gelijkheid o.a. terug in Hand. 2:14, 1.Petr. 5:1, 1.Kor. 1:10-16 en Hand. 3:21-23. Paulus geeft de Korintiërs een vermaning omdat ze uit het vlees reageerden en de ene bediening boven de andere stelden.
Gaven en bedieningen beschikbaar voor alle gemeenteleden We moeten de taak van oudste in de gemeente niet verwarren met bedieningen. Het feit dat gezagsdragers onder leiding van Jezus bedieningen kunnen ontwikkelen, betekent niet dat iedere bediening in de gemeente verbonden is met een gezagspositie. Het dienen van de gemeente met geestelijke gaven tot opbouw van het lichaam van Christus is niet hetzelfde als het geven van leiding in de gemeente als oudste. De groei en opbouw van het lichaam van Christus is iets anders dan het besturen en leiden van de gemeente. Voor de groei en opbouw van de gemeente is ieder lid van het lichaam medeverantwoordelijk. Dit blijkt duidelijk uit wat Paulus in Efeziërs 4:16 schrijft: “En aan Hem ontleent het gehele lichaam als een welsluitend geheel en bijeengehouden door de dienst van al zijn geledingen naar de kracht, die elk lid op zijn wijze oefent, deze groei des lichaams, om zichzelf op te bouwen in de liefde”. Geestelijke gaven en bedieningen die zich in de leden van het lichaam ontwikkelen, dragen hieraan bij. In Efeziërs 4:11-12 staat: En Hij heeft zowel apostelen als profeten gegeven, zowel evangelisten als herders en leraars, om de heiligen toe te rusten tot dienstbetoon, tot opbouw van het lichaam van Christus. Om deze groei en opbouw op de juiste wijze te laten verlopen en het doel hiervan te bereiken is van God gegeven leiding nodig. Daartoe stelt Jezus sommigen in zijn gemeente aan en geeft Hij hun te midden van de zijnen een leidinggevende plaats en taak. Hij bekleedt hen met een bepaalde mate van afgeleid gezag, geheel passend bij de positie waarin Hij hen plaatst.
Voorwaarden voor oudsten Oudsten, aangesteld om voor de gemeente zorg dragen, moeten voldoen aan een aantal van Godswege gestelde eisen die we lezen in 1Tim. 3:1-7, Tit. 1:5-11. Voor oudsten gelden niet zozeer charismatische eisen op het gebied van gaven en bedieningen, maar veeleer morele vereisten op het terrein van levenswandel en ervaring. Er worden maar liefst 34 verschillende voorwaarden gesteld aan oudsten. Van die 34 voorwaarden hebben 23 te maken met het persoonlijke leven van de leider en verder 9 met zijn gezin. Slechts één voorwaarde heeft direct te maken met zijn taak. Paulus besteedt wel 18 verzen aan de voorwaarden die voor oudsten gelden (Titus en Tim.).
Evangelische Gemeente Hoekse Waard 2010
9 Hij zet op een rijtje waaraan christelijke leiders moeten voldoen: Onbesproken, rein, waardig, ordelijk, gastvrij, niet verslaafd, niet opvliegend, vriendelijk, niet hebzuchtig, geen pasbekeerde, een goede reputatie, eerlijk, een sterke geestelijke overtuiging, niet trots, houden van wat goed is, rechtvaardig, gedisciplineerd. Na alle opmerkingen over het persoonlijke leven van de oudste en zijn gezin, heeft hij eigenlijk één opmerking over voor het werk dat de persoon moet doen. "..zich houdende aan het betrouwbare woord naar de leer, zodat hij ook in staat is te vermanen op grond van de gezonde leer en tegensprekers te weerleggen." [Titus 1:9] De kring waarin het gezag van de oudsten geldt, wordt bepaald door de grootte van de gemeente. Oudsten hebben geen gezag buiten de gemeente: zij zijn de plaatselijke gezagsdragers in de eigen, plaatselijke gemeente. Met betrekking tot het bestuur van de gemeente trekken we de volgende conclusies: 1. Het besturen van de gemeente is een verantwoordelijkheid van oudsten 2. Het is essentieel dat er sprake is van meervoudig leiderschap 3. De oudsten hebben een verscheidenheid in gaven 4. Gaven en bedieningen zijn beschikbaar voor alle gemeenteleden 5. Oudsten moeten voldoen aan een duidelijke lijst met voorwaarden
4. Gezag of autoriteit God heeft autoriteit gegeven De oorsprong van alle autoriteit wordt gevonden bij God. Gods troon, die in de hemel gevestigd is (Psalm 103:19), is een symbool van Gods absolute autoriteit in het universum. Elke autoriteit die er is, zowel in de hemelen als op de aarde, is door God gesteld en door Hem en tot Hem geschapen [Kolossenzen 1:16 en Romeinen 13:1]. Het is de plicht van ieder mens om autoriteit in alle facetten van het leven, of dat nu geestelijk of natuurlijk is, te herkennen, te erkennen, te accepteren, te gehoorzamen en zich daaraan te onderwerpen. Hoewel God autoriteiten heeft aangesteld, zowel in het burgerlijk als in het gemeenteleven is de uitoefening van het gezag daar niet hetzelfde: •
•
•
Regering: “Ieder mens moet zich onderwerpen aan de overheden die boven hem staan. Want er is geen overheid dan door God, en die er zijn, zijn door God gesteld. Wie zich dus tegen de overheid verzet, wederstaat de instelling Gods.” [Rom. 13:1-2a]. De gemeente: “Gehoorzaamt uw voorgangers en onderwerpt u (aan hen), want zij zijn het, die waken over uw zielen, daar zij rekenschap zullen moeten afleggen” [Hebr. 13:17]. Het gezin: De vader is het hoofd van het gezin [1Kor. 11:3]. De kinderen moeten hun ouders gehoorzamen. [Ef. 6:1-2].
Evangelische Gemeente Hoekse Waard 2010
10 •
•
Onze werkgever: “Slaven weest uw heren naar het vlees gehoorzaam met.vreze en beven, in eenvoud uws harten als aan Christus, niet met ogendienst, als mensen behager, maar door als slaven van Christus de wil Gods van harte te doen en bereidwillig dienstbaar te zijn als aan de Here en niet aan mensen” [Ef. 6:5-7]. Elk individu: Elk menselijk wezen heeft een vrije wil en ieder is persoonlijk voor God verantwoordelijk voor zijn of haar handelen [Ez. 18].
Gezagsverhoudingen in de gemeente Mensen onder postmoderne invloed hebben moeite met gezag en gezagsorde. De begrippen autoriteit/gezag en onderwerping zijn in onze tijd zeer ‘beladen’. We denken dan onmiddellijk aan heersen, onderdrukken, domineren, meer- en minderwaardigheid. Dat heeft natuurlijk een oorzaak! Autoritair gezag heeft velen van ons onderdrukt, gedomineerd en verwond! Maar we moeten oppassen dat we het kind niet met het badwater weggooien. Gezagsverhoudingen in de gemeente zijn van een geheel andere orde dan die in de maatschappij. Zij komen tot stand in de Geest van Christus. Zij functioneren naar Gods wil wanneer ieder lid zich met deze ene Geest laat doordrenken en zich tegelijkertijd ook volledig losmaakt van iedere andere geest (naar 1Cor.12:13). Het functioneert in de Agapè-liefde. Het omgekeerde geldt ook: het is niet mogelijk om verhoudingen en werkwijzen die het lichaam van Christus kenmerken, toe te passen in een moderne bedrijfsvoering. Om als directeur van een bedrijf of hoofd van een afdeling op deze wijze leiding te geven aan je medewerkers is irreëel en getuigt niet van een goed zicht op de werkelijkheid.
Dienend leiderschap Bijbels gezag heeft niets te maken met het uitoefenen van macht over anderen, met overheersen of domineren. Door het ontvangen van gezag en het functioneren in de verleende gezagspositie worden leiders in de gemeente niet ‘meer’ of ‘beter’ dan de leden van de gemeente. Zij komen in deze zin niet ‘boven’ de ander te staan. Door het erkennen van- en het zich voegen naar het gegeven gezag worden de leden van de gemeente niet ‘minder’ dan hun leiders. Er is en blijft gelijkwaardigheid in het zijn; daarin is geen aanzien des persoons. Het verschil dat ontstaat heeft betrekking op de plaats en functie in de gemeente. Dit wordt door Jezus gegeven ten behoeve van de werkbaarheid binnen de gemeente en het bereiken van het doel als gemeente: het is puur functioneel! Dit is dus wezenlijk anders dan hoe het in de maatschappij gesteld is waar overheden daadwerkelijk boven je staan: Jezus riep hen bij zich en zei: “Jullie weten dat zij die zogenaamd de volken besturen, in werkelijkheid heersers over hen zijn en dat de groten in een rijk alleen maar hun macht over de mensen laten gelden. Zo moet het bij jullie niet gaan. Als iemand van jullie de grootste wil zijn, moet hij de anderen dienen. Als iemand van jullie de eerste wil zijn, moet hij voor iedereen slavenwerk doen. Want ook de Mensenzoon is niet gekomen om zich te laten dienen, maar om zelf te dienen en zijn leven te geven als losprijs voor velen”. [Marcus 10:42-45]
Evangelische Gemeente Hoekse Waard 2010
11 Jezus zegt hier niet dat er geen leiderschap moet zijn in het koninkrijk van God. Er is wel degelijk leiderschap nodig in Gods Koninkrijk en in de gemeente. Jezus zegt iets over de wijze waarop dit leiderschap moet worden uitgevoerd. Een leider geeft leiding vanuit dienend leiderschap. Dienen wil niet zeggen dat jij je door anderen laat leiden!! Dienen betekent niet, dat jij maar moet doen wat anderen van je vragen. Nee, dienend leiderschap betekent dat je niet alleen dient, maar ook leidt!! Jezus besloot op een bepaald moment om de voeten van de discipelen te wassen. Hij nam daarvoor het initiatief. Hij nam de leiding. Wanneer Petrus vervolgens zegt: “Ik wil niet dat u mijn voeten wast”, dan houdt Jezus het leiderschap in handen. Hij zegt: “Als ik je voeten niet mag wassen, dan heb je geen deel aan mij” Petrus zegt dan: “Was me dan maar helemaal!” Doet Jezus dat? Nee! Hij houdt de leiding en zegt: “Nee, het is genoeg als Ik je voeten was!“ Jezus wist dienen te combineren met duidelijk leiderschap. Aan de ene kant zien we hoe Jezus dient, maar aan de andere kant zien we hoe Jezus voortdurend corrigerend bezig is en vermaant. Vanuit Zijn dienende houding was Jezus tegelijkertijd een duidelijk en sterk leider. Hij liet zich in Zijn beslissingen niet beïnvloeden door mensen, maar door God. We zien dat Hij voortdurend initiatieven en beslissingen nam. Dit deed Hij soms op een zeer directe wijze! Duidelijk leiderschap staat niet in contrast met dienend leiderschap. Ze horen bij elkaar! Met betreking tot het gezag trekken we de volgende conclusies: 1. God heeft autoriteiten ingesteld op alle niveaus in de samenleving en de gemeente. 2. De gezagsverhoudingen binnen een gemeente zijn van een andere orde dan die in de maatschappij, zij functioneren in Agapè-liefde door de Geest. 3. Oudsten geven leiding door te dienen, het gegeven gezag is functioneel en maakt hen niet superieur t.o.v. de andere gemeenteleden.
5. Discipline Oudsten hebben de verantwoordelijkheid om de gemeente goed te leiden, voor haar te zorgen, op haar toe te zien en te waken over de zielen. Ze houden toezicht en als het mis gaat, moeten ze ingrijpen [Tit. 3:10, 2Thes. 3:6-15, 1Kor. 5:1-13, Matth. 18:17]. Ze moeten ingrijpen als het mis gaat op het gebied van ernstige zonden en valse leer. Maar ook gemeenteleden hebben een verantwoordelijkheid hierin [Mat.18:15-17]. God stelt gemeenteleden ook verantwoordelijk voor hun houding ten opzichte van het leiderschap. In de brief aan de Hebreeën staat dit duidelijk verwoord: “Gehoorzaamt uw voorgangers (leiders) en onderwerpt u (aan hen), want zij zijn het, die waken over uw zielen, daar zij rekenschap zullen moeten afleggen. Laten zij het met vreugde kunnen doen en niet al zuchtende, want dat zou u geen nut doen.” [Hebr. 13:17] Leiders dragen de verantwoordelijkheid voor uw ziel. Ze hebben gezag nodig om die verantwoordelijkheid te kunnen uitwerken, anders kunnen ze niet slagen in deze taak.
Evangelische Gemeente Hoekse Waard 2010
12 Zij zullen allereerst zelf verantwoording bij God moeten afleggen over de manier waarop ze deze taak hebben uitgeoefend. Er wordt van de gemeenteleden niet gevraagd controle uit te oefenen op hun leiders betreffende visie, doelstellingen en de koers van de gemeente. Gemeenteleden hebben de verantwoordelijkheid om hun leiders te gehoorzamen, zich aan hen te onderwerpen en voor hen te bidden [Hand. 14:23, 1Thes. 5:12-13, 1Thes. 5:12-13, 1Kor. 16:15-18, Hebr. 13:7].
Onderwerping en gehoorzaamheid Onderwerping heeft te maken met een hartsgesteldheid en is ‘totaal’! Gehoorzaamheid heeft te maken met ons handelen en is ‘relatief’ (d.w.z. niet altijd totaal). We moeten een gedelegeerde autoriteit immers alleen gehoorzamen wanneer hun wensen en verordeningen in overeenstemming zijn met Gods wil. Gezag mag nooit gebruikt worden om onderwerping te eisen. Onderwerping moet verdiend worden door degenen die leiden en vrijwillig gegeven worden door degenen die geleid worden. Er staat bijvoorbeeld in Efeze 5:22: Vrouwen, weest aan uw man onderdanig… en niet: mannen, houdt uw vrouw er danig onder!!
Gehoorzaamheid des geloofs Romeinen 1:5 spreekt over de gehoorzaamheid des geloofs! Gehoorzaamheid die voortkomt uit geloof. Veel christenen zijn beschadigd door (autoritair)leiderschap en zijn daarom bang om zich opnieuw te onderwerpen. Maar we mogen niet vanuit angst leven! We leven vanuit geloof!! Zaken als gehoorzaamheid, onderwerping en loyaliteit zijn niet moeilijk wanneer de leiding van een gemeente beslissingen neemt waar u het mee eens kunt zijn. Het komt er pas op aan wanneer u het niet met hen eens bent. Er worden beslissingen genomen waar u het moeilijk mee hebt. Het gaat dan niet over zonde, maar een verschil van mening! Dan komt het erop aan. Wat doet u? Wanneer er iets gebeurt waar u het niet mee eens bent, mag u te allen tijde appelleren, maar niet rebelleren!
Oudsten en gemeenteleden moeten naar elkaar luisteren Appelleren houdt in dat een gemeentelid altijd een andere mening mag hebben. Hij mag zijn standpunt bekend maken, het oneens zijn met een bepaald besluit of koers die de gemeente gaat. Maar wat de oudsten met uw advies of mening doen, is hun verantwoordelijkheid en niet meer de uwe! Hier beginnen vaak de problemen. De oudsten luisteren wel naar u, maar gaan toch een andere weg. Wat doet u dan? Bent u loyaal aan het leiderschap en onderwerpt u zich aan hun besluit of begint u er met anderen over te praten en zoekt u medestanders voor uw mening? Soms willen mensen hun zin doordrijven. Hoe? Door boos te worden, door passief te worden, door te pruilen of door er met anderen over te praten. Op die manier proberen ze het leiderschap te manipuleren en hun wil door te drijven. Ze weigeren zich te onderwerpen aan het leiderschap en het appelleren is veranderd in rebelleren. Rebellie is het verwerpen van Gods wettige autoriteit. Wanneer men wettige autoriteit verwerpt, komt men onvermijdelijk onder onwettige autoriteit. Je komt onder toverij [1Sam. 15:23]. Paulus noemt toverij een werk van het vlees. [Gal. 5:20]. Toverij is erop gericht dat de ene mens over de andere kan heersen. U wilt dat uw zin gedaan wordt! Misschien hebt u wel gelijk, misschien is uw mening de juiste mening en neemt het leiderschap een verkeerde beslissing.
Evangelische Gemeente Hoekse Waard 2010
13 Voor God is dit echter niet het belangrijkste. Als leiders ongelijk hebben is dat een zaak tussen hen en God. Vergeet nooit dat God meer geïnteresseerd is in uw houding, dan in uw gelijk. De Bijbel noemt als juiste houding: gehoorzaamheid en onderwerping. Met betrekking tot de discipline trekken we de volgende conclusies: 1. Opzieners hebben de taak om in te grijpen als het niet goed gaat. 2. Gemeenteleden erkennen hun leiders en onderwerpen zich aan hen door bereidwillig te zijn om hen te gehoorzamen in het besef dat zij grote verantwoordelijkheid dragen.
6. Orde in de gemeente Beelden in het NT van de gemeente In het NT worden allerlei beelden gebruikt voor de gemeente. Zouden we uit die beelden iets over de orde in de gemeente kunnen afleiden? De gemeente wordt vergeleken met o.a. een lichaam [1Kor. 12], een volk [Matth. 21:43], een kudde [Hebr. 13:20], een leger [Efeze 6], een bruid [Efeze 5], een tempel [Efeze 2:1922], een priesterschap [1Petr. 2:4], een familie [1Tim 3:14] en een kandelaar [Op. 1]. Zeer diverse zaken, die samen niet eenvoudig de gemeente uitbeelden. En is zij nu een organisatie of een organisme? Je zou kunnen zeggen dat al die beelden elk apart een bepaald aspect van de gemeente illustreert. Het huisgezin benadrukt de warme gemeenschap en onderlinge liefde aan. Het lichaam geeft vooral de onderlinge verbondenheid en afhankelijkheid aan tussen de leden. Het priesterschap toont onze dienst aan God aan. De bruid laat onze verbinding met- en afhankelijkheid van Jezus zien. En zo heeft elk beeld zijn specifieke betekenis en toont ieder een ander aspect van de gemeente. Elk beeld laat zien dat er een zekere orde in de gemeente moet zijn. Net zoals een leger en een huisgezin regels nodig hebben om te functioneren, zo geldt dat ook voor de gemeente.
De gemeente als organisme Het gaat niet primair om de organisatie op zich maar om het organisme. Een volk, een kudde, een lichaam, een familie en een priesterschap zijn allemaal aanduidingen van zaken die niet statisch zijn maar voortdurend groeien (of afnemen) en in beweging zijn. In de kern van de zaak is de gemeente dus een levend organisme. Weliswaar met een duidelijke orde, maar de orde dient slechts de instandhouding van het organisme. De organisatie is dus ondergeschikt aan het organisme. Dit betekent voor de leiders dat zij zichzelf voordurend moeten laten leiden door de Heilige Geest en Gods Woord.
Leiding door de Heilige Geest Dit soort leiding geven vereist gevoeligheid voor de Geest én de tijd, afstemming met de leden en moed om noodzakelijke veranderingen te durven doorvoeren. Het vraagt tevens van de gemeente zelf veel flexibiliteit en vertrouwen in haar verkozen leiders.
Evangelische Gemeente Hoekse Waard 2010
14 Ontwikkeling in de gemeente Zowel de OR als de leden moeten voortdurend inspelen op de ontwikkelingen die in de maatschappij plaatsvinden. De maatschappij is voortdurend in beweging en de gemeente moet een levend organisme zijn en blijven. Als EGHW willen we enerzijds vasthouden aan de bijbel en haar cultuuroverstijgende principes, anderzijds willen we eigentijds zijn. Hierbij willen we onderscheid maken tussen vorm en functie. Functie is blijvend, vorm kan en mag veranderen. Zo zijn b.v. de wekelijkse samenkomsten een vaste functie, de wijze waarop (muziekstijl, tijd en plaats) is een vorm die per gemeente, plaats en periode verschillend kan zijn. Functies mogen niet losgelaten worden, vormen kunnen veranderen.
Aanstellen van oudsten Zoals uit Titus 1:5 blijkt, moest Titus in Kreta het ontbrekende in orde brengen. Dit hield in dat in de gemeente oudsten werden aangesteld. We hadden gezien dat God zelf voorziet in leiders voor Zijn gemeente! Hoe moet dat dan praktisch gebeuren deze aanstelling? We geloven dat God mensen toerust en bekwaam maakt te midden van de gemeente. Hij geeft door de Heilige Geest geestelijke gaven, geestelijke bekwaamheden, inzicht, een zorgzaam en liefdevol hart en een verlangen om Zijn gemeente te dienen. Anderzijds kan iemand zich daarnaar uitstrekken. Paulus zegt: “als iemand opziener wil worden, is dat een eerzaam streven” [1Tim. 3:1 NBV]. Zoiets komt in de gemeente gaandeweg naar boven en dan mag deze persoon als zodanig door de gemeenteleden worden erkend en voorgedragen om oudste te zijn. Hier ligt ook een verantwoordelijkheid voor ieder gemeentelid die door de Geest geleid wordt. Dat God zelf actief is in het aanstellen van mensen in de gemeente mag blijken uit de volgende teksten: •
•
•
"En God heeft sommigen aangesteld in de gemeente, ten eerste apostelen, ten tweede profeten, ten derde leraars, verder krachten, daarna gaven van genezing, bekwaamheid om te helpen, om te besturen, en verscheidenheid van tongen” [1Kor. 12:28]. "Ziet dan toe op uzelf en op de gehele kudde, waarover de Heilige Geest u tot opzieners gesteld heeft, om de gemeente Gods te weiden, die Hij Zich door het bloed van zijn Eigene verworven heeft” [Hand.20:28]. "En Hij heeft zowel apostelen als profeten gegeven, zowel evangelisten als herders en leraars, om de heiligen toe te rusten tot dienstbetoon, tot opbouw van het lichaam van Christus” [Ef. 4:11].
God gebruikt mensen om de door Hem gekozen leiders aan te stellen. We zien dat Paulus oudsten aanstelt. Hoewel Paulus zelf actief is geweest in het aanstellen van de oudsten of opzieners te Efeze, erkent hij wel degelijk dat de Heilige Geest hen heeft aangesteld! Hij laat ook andere broeders oudsten aanstellen: “Om deze reden heb ik je op Kreta gelaten, opdat je het ontbrekende in orde brengt en in elke stad oudsten aanstelt, zoals ik je opgedragen heb”. [Titus 1:5]
Evangelische Gemeente Hoekse Waard 2010
15 Leiding door de Heilige Geest De bewoners van Kreta waren van nature niet uit het goede hout gesneden (Tit. 1:12 luie buiken e.d.), dus was het nodig dat Titus dat aanstellen moest regelen. Maar dat Paulus die opdracht gaf, wil natuurlijk niet meteen zeggen dat hij of Titus daar alleen bij betrokken waren. Elke wijze broeder of zuster(!) kan daarbij behulpzaam zijn. Het mooie in de gemeente is dat het door de leiding van de Heilige Geest gebeurt. Volgens Hand. 20:28 waren de opzieners door de Heilige Geest over de gemeente gesteld. Aangezien de Heilige Geest er nog steeds is, kan Hij ook nu nog oudsten aanstellen, als wij maar afhankelijk van Hem zijn. In de praktijk zou het als volgt kunnen verlopen: De gemeenteleden kunnen broeders voordragen die aan de bijbelse voorwaarden voldoen, mannen in wie zij een potentiële oudste zien. Het oudstenteam gaat vervolgens samen met de kandidaat zich hierover bezinnen. Door in gesprek te gaan en Gods wil hierin te zoeken komen zij dan wel, of niet, tot de stap om deze broeder aan de gemeente voor te stellen. Indien de gemeente instemt kan tot aanstellen en inzegening van de oudste worden overgegaan.
Erkenning door de gemeente De kandidaten dienen vooraf op de proef te worden gesteld [1Tim. 3:10, Op. 2:2] of zij betrouwbaar zijn [1Kor. 4:2]. Bovendien dienen zij door de gemeente erkend te worden en in het openbaar in hun ambt te worden bevestigd. Oudsten kunnen pas als plaatselijke gezagsdragers in de eigen gezagskring functioneren, wanneer de leden van die plaatselijke gemeente dit gezag van harte erkennen en hiermee volledig instemmen. De aanstelling zou dus op de volgende wijze kunnen plaatsvinden: aandragen (door gemeente) voorstellen (door oudsten), instemmen (door gemeente), aanstellen en inzegenen (door oudsten in de gemeente). Het aanstellen en inzegenen wordt meestal gedaan door hen te midden van de gemeente biddend op te dragen aan de Heer [Hand. 14:23] met handoplegging van de gezamelijke oudsten [Hand. 6:3-6]. Met betrekking tot de orde in de gemeente trekken we de volgende conclusies: 1. De gemeente lijkt meer op een organisme dan een organisatie 2. Voortdurende leiding door de Heilige Geest is noodzakelijk 3. God voorziet in leiders voor zijn gemeente 4. Het is aan de gemeente om oudsten te herkennen en te erkennen
Evangelische Gemeente Hoekse Waard 2010
16 7. De positie van onze broederraad Rol van de broederraad In de EGHW is de BR sinds 1994 een bestuursorgaan waarin broeders met elkaar spreken over belangrijke beslissingen t.a.v. de gemeente. Zij heeft een controlerende en adviserende taak. Vanwege slechte ervaringen met een dominante leider werd er gekozen voor meervoudig leiderschap in de vorm van een BR en OR. De BR stelt oudsten aan en kan oudsten ‘ontslaan’. In het bestuur van de gemeente staat feitelijk de BR boven de OR. Belangrijke beslissingen worden genomen door stemming in de BR. Nergens in de bijbel wordt over een dergelijk bestuursorgaan gesproken. Dat zegt op zich nog niets, we lezen ook niets over een zondagschool en ook het woord ‘leiderschap’ vinden we nergens in de Bijbel. Het gaat niet om de naam, maar om de taken en verantwoordelijkheden die (vanuit het verleden begrijpelijkerwijs) zijn toegekend aan de BR. Is de BR een bestuursorgaan dat past in Gods model? Moet meervoudig leiderschap zoals de Bijbel dat inderdaad laat zien, toegepast worden middels een BR? Waar moet besluitvorming plaatsvinden in de gemeente? Is de BR de juiste plek? En zo ja, welke besluiten worden daar genomen?
Voorbeeld van besluitvorming in het NT In Handelingen 15 zien we een mooi voorbeeld van besluitvorming. De apostel Paulus verdedigde zijn zaak dat bekeerde heidenen (niet-joden) die Jezus hadden aangenomen, zich niet meer dienden te laten besnijden. Ja, ze hoefden zelfs niet meer op grond van het geloof in Jezus Christus onder de wet te leven. Een revolutionaire ontwikkeling die op veel weerstand stuitte bij o.a. bekeerde Farizeeën uit de eerste Jeruzalemse christen gemeente. In Handelingen 15 barst een flinke discussie los. Toch bepaalden niet de leden maar de toenmalige geestelijke leiders, o.a. Petrus, Paulus en de voorganger Jacobus, dat tot het christendom bekeerde heidenen zich niet meer aan de wet hoefden te houden en zich niet meer dienden te laten besnijden. Wel moesten ze zich van bloed, hoererij en wat aan afgoden was gewijd, distantiëren. De leden werden wel gehoord, maar de leiders bepaalden op grond van het Woord het beleid. Wat een geestelijke flexibiliteit laat de eerste gemeente daar zien! Leden kunnen dus een constructieve bijdrage leveren aan het beleid van de gemeente. Door mee te denken, vragen te stellen en voorstellen te doen kunnen de leiders met raad en daad bijgestaan worden om het toekomstige beleid van de gemeente te bepalen. Dit zou echter niet in een raad van alleen broeders moeten gebeuren, omdat de leden immers bestaan uit broeders èn zusters.
Actieve rol door gemeenteleden In Handelingen 13: 2 en 3 zien we gemeenteleden van Antiochië een zeer positieve bijdrage leveren bij het zendingsbeleid van de gemeente. De betrokkenheid van de gemeenteleden is zeer waardevol [Hand. 15:22]. Door deze positieve inbreng te negeren of af te stoppen, zou dat 'de dood in de pot' kunnen betekenen. Hier staan wij als OR geenszins voor. Integendeel; we zijn blij met elk constructief voorstel, hoewel niet elk voorstel direct aangenomen kan worden.
Evangelische Gemeente Hoekse Waard 2010
17 Ook zou het niet zo moeten zijn dat een voorstel van de oudsten pas uitgevoerd kan worden nadat een meerderheid in de BR voorgestemd heeft, zoals in ons statuut is beschreven. De verantwoordelijkheid voor de koers van de gemeente ligt immers bij de oudsten en niet bij een BR.
Wederzijds vertrouwen is noodzaak Het is heel belangrijk om helder en transparant te zijn in het leiding geven. Regelmatig dienen alle leden op alle mogelijke wijzen geïnformeerd te worden over het beleid. Dat is goed mogelijk op gemeenteavonden (of in een ledenraad?). Maar ook daarbuiten moeten vragen over het beleid gesteld kunnen worden door broeders en zusters. Deze moeten eerlijk en duidelijk beantwoord worden. De oudsten dienen er alles aan te doen om helder het beleid van de gemeente bekend te maken. Dit vraagt zowel inspanning van de leiders (die moeten goed communiceren) als van de leden (die moeten bereid zijn goed te luisteren en alert te zijn). Ten slotte vraagt dit veel wederzijds vertrouwen; de OR in haar leden en de leden in de OR. Omdat de gemeente een levend organisme is moeten de leden de signalen van haar geestelijke leiders (en omgekeerd) serieus nemen en zoveel mogelijk opvolgen [Heb. 13:17].
Geestelijk gezag In de kwestie van Handelingen 15 wordt er geen democratische stemming gehouden over dit geestelijk zo belangrijke onderwerp. De toenmalige leiders zoals Paulus, Petrus en Jacobus (voorganger van Jeruzalem) namen het woord en zij bepaalden op grond van bijbelse argumenten wat de nieuwe koers van de gemeente zou zijn. Als je Handelingen 15 nauwkeurig leest proef je dat niet iedereen onverdeeld gelukkig was over het besluit. Mocht het op een democratische stemming zijn aangekomen dan weten we niet wat de uitslag geweest zou zijn. Toch wordt er over zo'n ingrijpend besluit zó beslist en gaan gemeenteleden (zowel voor als tegenstanders) mee in het besluit. Dit vereist vertrouwen in het leiderschap! Kennelijk staat het geestelijke gezag van haar leiders soms boven het democratische proces en kan God daarmee zeker een bedoeling hebben. De gemeente is in principe geen democratisch bestuurde organisatie. We lezen nergens in de bijbel over democratie in de gemeente. Dat het statuut van de EGHW bij bepaalde zaken (o.a. selectie van oudsten, aanschaf onroerend goed) de (BR)leden raadpleegd en betrekt is een groot goed. Dit komt ook overeen met Handelingen 6. Op die manier kunnen leden voor belangrijke beslissingen, waar zij mede verantwoordelijk voor zijn (zoals huisvesting), naar eer en geweten een weloverwogen stem uitbrengen. Prima! Dat het voordragen van oudsten en hun aanstelling is onderworpen aan bepaalde regels is noodzakelijk. En dit zou ook gehandhaafd moeten blijven. Maar dit betekent niet dat een besluit in de gemeente democratisch genomen moet worden of dat de BR het er eerst mee eens moet zijn. Het betekent ook niet dat er altijd eenstemmigheid onder de leden moet zijn voor bepaalde beslissingen van de OR.
Evangelische Gemeente Hoekse Waard 2010
18 Besluiten in de oudstenraad Voor zaken die het statuut en de concepten niet regelt of beschrijft (om op een specifieke wijze te worden behandeld) kan de OR geleid door de Geest en de Bijbel, besluiten nemen die niet door iedereen gedragen worden. Daar is binnen de EGHW ruimte en flexibiliteit in voor de OR. Belangrijk is natuurlijk dat de OR goed luistert naar haar leden. Wat leeft er onder hen, welke algemene stemming is er? Deze communicatie en peiling van meningen zou heel goed kunnen plaatsvinden middels een ledenraad bestaande uit betrokken leden (broeders èn zusters). Het is essentieel dat de OR voldoende luistert naar de leden die haar het vertrouwen hebben gegeven. Maar hetzelfde geldt voor leden; zij kunnen het geestelijk gezag van de leiders afbreken als zij niet in beginsel in vertrouwen meegaan in het beleid van haar geestelijke leiders. We ervaren dat overigens geenszins in de EGHW. We voelen ons gedragen door de gemeente en ervaren ook het vertrouwen te hebben gekregen om de gemeente te leiden.
Nieuwe rol broederraad? Hoewel we dus geen praktische belemmeringen ervaren in het leidinggeven, lijkt het ons toch principieel niet juist dat er een BR is die boven de oudsten is gesteld en feitelijk de eindverantwoordelijkheid draagt. Juist omdat we nu geen problemen ondervinden op dit gebied is het nu goed om dit te onderzoeken. Betekent dit dat wij vinden dat de BR de afgelopen 16 jaar geen nut heeft gehad en dat we voorstellen dat leden voortaan maar klakkeloos de besluiten van de OR moeten accepteren? Nee! Betekent dit dat positief kritische vragen niet meer gesteld mogen worden? Nee, integendeel zelfs! De oudsten vinden juist grote openheid en communicatie over en weer met haar leden erg belangrijk. Daarvoor zou een ledenraad (bijvoorbeeld een afvaardiging van alle leden m/v) wellicht uitstekend als een klankbord voor de oudsten kunnen dienen. Maar laten we erop bedacht zijn dat de gemeente geen democratisch bestuurde organisatie is maar het levende lichaam van Christus. Waar Christus het hoofd is en de oudsten de geestelijke leiding geven aan het lichaam. En laten zowel de OR als alle gemeenteleden die hierin leiding ontvangen elkaar hoogachten in de gezindheid van Christus, elkaar vertrouwen en in hoge mate van flexibiliteit elkaar proberen te begrijpen en bij te staan.
Vervolgstappen We zijn ons er van bewust dat het bovenstaande niet het einde van alle discussie betekent of antwoord geeft op alle vragen. Sterker nog, het zal misschien wel juist vragen oproepen. Nu wij concluderen dat de positie en het functioneren van de broederraad niet in lijn is met de aanwijzingen die we in de Bijbel vinden over bestuur in de gemeente, rijst natuurlijk de vraag: Hoe dan nu verder? Hoe moet de betrokkenheid van de gemeente dan tot uiting komen, hoe gaat de aanstelling en evaluatie van oudsten er praktisch uitzien? Hoe voorkom je autoritair leiderschap? Hoe kunnen de gemeenteleden verantwoordelijkheid dragen voor financiele verplichtingen…enz. Om het bestuur van de EGHW in overeenstemming te brengen met het beschreven bijbelse model, willen we als oudsten in de komende broederraadsvergaderingen voorstellen inbrengen om de nodige stappen in die richting te zetten.
Evangelische Gemeente Hoekse Waard 2010
19 8. Ten slotte Het besturen van de gemeente is een aangelegenheid die verdeling kan brengen. Satan is een voorstander van wetteloosheid en wanorde. God eist dat er orde en bestuur is naar het voorbeeld dat Hij ons in de bijbel geeft. God heeft autoriteiten aangesteld, zowel in het burgerlijk als in het gemeenteleven. Zodra iemand één van de boven aangegeven gezagsgrenzen schendt, ontstaan er probleemgebieden. Binnen de gemeente wereldwijd liggen de grootste oorzaken van scheuring niet op het immorele of materiële vlak maar veel meer op het gebied dat mensen zich stellen boven diegene of datgene dat niet onder hun gezagsterrein valt. Dat geldt voor iedere plek in de gemeente waar we functioneren onder aangestelde leiders of coördinatoren die gedelegeerd gezag uitoefenen over een bepaald terrein. De OR stelt er hoge prijs op als we over bovenstaande in harmonie en respect met elkaar van gedachten kunnen wisselen. Het is van groot belang voor de verdere groei en ontwikkeling van de gemeente dat we in alle dingen handelen naar Zijn wil, óók in wijze van organisatie en bestuur van de EGHW…Zíjn gemeente! Moge hij in ons datgene tot stand brengen wat hem welgevallig is, door Jezus Christus, aan wie de eer toekomt, tot in alle eeuwigheid. Amen. [Heb. 13:20,21] oktober 2010, De oudsten
Evangelische Gemeente Hoekse Waard 2010
20 1)
Zijn er niet meer oudsten nodig op 600 leden? Een beperkt aantal oudsten (5-7) als algemeen bestuur is goed werkbaar, en voorziet in de bescherming van meervoudig leiderschap. Belangrijk is dat er voldoende leiders voor alle onderdelen zijn, dat zijn niet per definitie altijd oudsten. We zullen dit verder uitwerken.
2)
Het stuk is nogal lang kan er een samenvatting van komen? Bijvoorbeeld discipline, gezag etc. zijn toch inherent aan bijbels leiderschap en behoeft dus geen uitweiding? Voor het goede begrip is volledigheid wel aan te bevelen. We willen deze studie ook op de site beschikbaar stellen. Het is belangrijk helder te zijn ook over zaken die misschien vanzelfsprekend lijken. Een samenvatting is in de maak, waarin de EGHWspecifieke onderwerpen buiten beschouwing worden gelaten.
3)
Uit welke personen zal een klankbordgroep bestaan? Wat ons betreft zou een klankbordgroep bestaan uit gemeenteleden die door hun taak de gemeente goed kennen en sterk betrokken zijn bij de gemeenteactiviteiten: coördinatoren, huiskringleiders, celgroepleiders, diverse teamleiders.
4)
Blijft vrouwenstuk gehandhaafd? Sommigen hebben daar moeite mee. Baseren wij onze afwijzing van vrouwen niet op pastorale brieven die misstanden aantoonden? Is de Bijbel niet veel positiever over inzet vrouw dan ‘dat zij moeten zwijgen´? De studie over de positie van de vrouw in de gemeente staat nu niet ter discussie. M.b.t. het ambt van oudste en de lerende taak is de Bijbel o.i. helder. Dat is de verantwoordelijkheid v.d. man. Vele andere taken staan open voor vrouwen. Maar vrouwen mogen in de gemeente duidelijk meer dan zwijgen. Graag specifiek inhoudelijk commentaar als er iets zou mankeren aan de visie in deze studie over de positie van de vrouw, we zien nu geen reden hier anders over te denken dan 4 jaar geleden.
Evangelische Gemeente Hoekse Waard 2010
21 5)
Hoe komen oudsten boven drijven? Oudsten komen bovendrijven door het functioneren in de geestesgaven en door hun hele houding en gedrag binnen de gemeente. Het inzicht, de dienstbaarheid en de zorg voor anderen zullen zichtbaar zijn in hun dagelijks leven. Daarnaast moet getoetst worden of iemand voldoet aan de kwalificaties die de Schrift stelt aan de oudsten.
6)
Wie stelt oudsten aan? Is het niet gevaarlijk als oudsten nieuwe oudsten aanstellen? Er is zoals in het stuk geschreven is een verantwoordelijkheid voor alle leden. Er moet draagvlak zijn voor een nieuwe oudste. Er is geen gevaar in het aanstellen van oudsten door oudsten als deze oudsten naar Gods wil handelen en de eer van Christus en het belang van Zijn gemeente voor ogen hebben. Zonder de juiste geestelijke gesteldheid en motivatie is elke actie of keuze van oudsten gevaarlijk. We moeten hierin dus geen eigen veiligheid willen inbouwen maar vertrouwen op God en bidden voor de oudsten. Er wordt dus in de gemeente een peiling gedaan naar het draagvlak voor een oudste. Het huidige oudste team weet als geen ander of deze persoon past in het team en wat het werk inhoudt waar de kandidaat toe geroepen wordt. Dit punt zullen we verder uitwerken.
7)
Hoe versta je Gods stem in het zoeken naar Gods wil? Met nieuwbouw dachten we ook Zijn stem te verstaan? God maakt Zijn wil bekend op vele manieren, maar in het bijzonder mogen we verwachten dat God specifieke leiding geeft aan hen die Hij roept voor een bepaalde taak. Als de oudsten en de gemeenteleden geloven dat de oudsten door God zijn aangesteld is de volgende stap: vertrouwen dat God hen ook zal leiden en wijsheid zal geven voor het maken van de juiste keuzes en het verstaan van Zijn wil in een specifieke situatie. Dit is vaak een “zoeken”. Johan Vos dacht grond en een gebouw te regelen maar kreeg het niet gedaan. God liet door iemand anders een gebouw verrijzen en de eigenaar gaf hem de sleutels. God handelt soms op een onverwachte wijze.
Evangelische Gemeente Hoekse Waard 2010
22 8)
Zal de betrokkenheid hierdoor toenemen? In de nieuwe en de oude situatie is en blijft betrokkenheid afhankelijk van de wil en keuze van het individu. De mogelijkheid tot betrokkenheid blijft in beide situaties bestaan. In de nieuwe structuur willen we er voor zorgen dat de betrokkenheid toeneemt (alle leden m/v betrekken bij ontwikkelingen); en zéker voor de betrokkenheid van zusters zal dit gelden. Echter de verantwoordelijkheid voor bepaalde beslissingen komt duidelijker te liggen bij de verantwoordelijke personen. Primair is dat we bouwen volgens Gods principes.
9)
Hoe voorkom je dat oudstenteam collectief een verkeerde leer aanneemt? De oudsten zijn altijd aanspreekbaar zijn op hun handelen. Het is vooral belangrijk te vertrouwen op de kracht van het gebed. Bidt dat zij hun werk goed doen en wijsheid en inzicht ontvangen door de Heilige Geest. Het is belangrijk dat oudsten zich bezig houden met het Woord en met gebed. Door steeds in relatie met God te leven bewaart Hij ons voor misleiding. Oudsten geven met elkaar leiding, en scherpen zich ook aan elkaar. Er is balans en correctie onder elkaar door meervoudig leiderschap. Gemeenteleden kunnen altijd hun bezorgdheid uiten als zij menen dat (alle) oudsten de verkeerde koers gaan. Gemeenteavonden en vertrouwenspersonen vormen waarborgen voor het delen en neerleggen van zorgen op dit punt. We zullen ook dit nader uitwerken.
10)
In een afvaardiging vd ledenraad (klankbordgroep) kan daar ook iemand zonder taken in zitting hebben? Erg logisch lijkt dat niet, echter er zijn redenen denkbaar dat een oudere broeder of zuster of iemand die om gezondheidsredenen geen taak heeft wel in een klankbordgroep zitting heeft.
Evangelische Gemeente Hoekse Waard 2010
23 11) Hoe wordt er gedacht over een voorganger? Willen we dat in de toekomst? Het feit dat alle oudsten onderling gelijk zijn heeft niet tot gevolg dat er in de OR geen voornaamste leider of voorzitter mag zijn. Deze persoon wordt wel de primus inter pares (Latijn): eerste onder zijns gelijken genoemd. Hij is verantwoordelijk voor de aanzet van de visieontwikkeling. Het is de taak van deze leider om de visie uit te dragen en hiervoor mensen te enthousiasmeren en te activeren om zich toe te wijden aan deze visie. De visiedrager is een oudste in de functie van voorganger/pastor die leiding geeft aan de hoofdprocessen. Hij stuurt aan, coacht, geeft (en/of zorgt voor) onderwijs en ontwikkelt visie-uitbouw. Kortom hij vervult de motorfunctie en is doorgaans het ‘gezicht’ van de gemeente. Hij heeft geen extra eindverantwoordelijkheid, maar functioneert als leider binnen het oudstenteam. Hij bewaakt de hoofddoelstellingen en werkt, in de eerste plaats, op de hoofdlijnen. Zoals in onze droom (2013) al eerder verwoord is denken we dat het in de toekomst goed is om binnen het oudstenteam een voorganger te hebben. We denken dan niet aan het aanstellen van iemand van buitenaf, maar zoals het gebruikelijk is een oudste uit ons midden te kiezen, zal ook een voorganger een gekozen oudste onder de oudsten zijn. 12) Hoe vormen we een kweekvijver voor nieuwe oudsten? Personen die al op jonge leeftijd komen bovendrijven door gedrag en functioneren in genadegaven, bedieningen of werkingen van de Geest kunnen worden gecoacht door een huidige oudste zodat op termijn deze taak kan worden overgedragen. Er dient wel erkenning en draagvlak te ontstaan binnen de gemeente dat deze persoon de potentie heeft oudste te kunnen zijn. 13) Hoe staat ons aantal oudsten in verhouding met andere gemeenten? Er zijn kleinere gemeenten met meer oudsten, er zijn ook veel grotere gemeenten met minder oudsten. E.e.a. heeft wel te maken met de taken die worden toebedeeld aan bepaalde personen en welke naam of welk ambt de persoon daarvoor krijgt. In veel evangelische gemeenten zijn er diverse leiders die onderdelen praktisch aansturen in de functie van hoofd, diaken of coördinator.
Evangelische Gemeente Hoekse Waard 2010
24 14) Hoe kijken we aan tegen het verschil tussen bestuur/beleid aan de ene kant en leiderschap aan de andere kant? Het is goed denkbaar dat er oudsten actief zijn in het bestuur die vooral daarin een gave hebben. Op andere gebieden kunnen andere oudsten hun leiderschap uitoefenen. Deze zaken hoeven niet per definitie door dezelfde oudsten worden gedaan, er is differentiatie mogelijk binnen een oudstenteam. De één is meer zorggericht, de ander geeft misschien vooral onderwijs. Belangrijk blijft steeds dat bestuur en beleid onder de verantwoordelijkheid vallen van meerdere oudsten. 15) tekstueel: verantwoordelijkheid over uw ziel (blz11) Ieder is toch zelf verantwoordelijk wat zielsleven betreft? De reden dat gehoorzaamheid wordt gevraagd aan voorgangers is, dat zij van Godswege verantwoordelijkheid hebben voor het zieleheil van de gelovigen en dat zij daarvoor ook door God ter verantwoording zullen worden geroepen. Het ‘waken’ moeten we waarschijnlijk letterlijk en figuurlijk opvatten. Het was gebruikelijk dat gemeenteleiders dikwijls een deel van de nacht waakten en in gebed waren voor hun gemeenteleden. Dit sluit niet uit dat ieder zelf ook een verantwoordelijkheid heeft. Door niet naar de voorganger te luisteren ontneem je hem de mogelijkheid om verantwoordelijkheid voor jou te dragen door te waken over jouw zieleheil door je terug te leiden bij afdwalen. De herder is verantwoordelijk voor het leven van zijn schapen. De grondtekst geeft geen aanleiding om dit anders te zien. In 1 Petrus 2:25 wordt Jezus ook genoemd: de herder en hoeder van uw zielen.
Evangelische Gemeente Hoekse Waard 2010
25 16) Tekstueel: “onderwerpen” (Heb 13:17) wordt als te confronterend ervaren. Er wordt inderdaad een woord gebruikt dat betekent: Toegeven, zich schikken, zich onderwerpen. Het woord gaat samen met het woord ‘peitho’ in de betekenis van gehoorzamen, gehoor geven (aan), volgen. 1 Petr. 5:5 zegt na het “onderwerpt u aan de oudsten”: Omgordt u allen jegens elkander met nederigheid, want God wederstaat de hoogmoedigen, maar de nederigen geeft Hij genade. Ook Efeze 5:22 roept ons allen op: weest elkander onderdanig in de vreze van Christus. Deze opdracht geldt ook voor oudsten naar overige gemeenteleden toe. Het zijn wederzijdse verplichtingen. Niemand hoort zich boven een ander te verheffen, maar we mogen elkaar dienen. Gods woord gehoorzamen brengt altijd zegen! 17) Welke rol gaan coördinatoren en commissies innemen. De rol van coördinatoren blijft gewoon zoals die is. Het zou wenselijk zijn om hen ook onderdeel te laten zijn van een klankbordgroep. Commissies functioneren zelfstandig naar het gegeven mandaat en onder eindverantwoordelijkheid van de oudsten. 18) Casus: wat als extra vrijstelling nodig is? Wie bepaalt dat; hoe is de besluitvorming? Nieuwe ontwikkelingen of initiatieven zullen altijd helder gecommuniceerd en ondersteund moeten worden met argumenten en motieven. Als er ook financiële gevolgen zijn is dat temeer van belang. Een beslissing nemen die veel geld kost heeft geen zin als er geen draagvlak is in de gemeente. Alle besluiten worden gemaakt binnen de beschreven visie van de EGHW. De noodzaak tot extra vrijstelling zal waarschijnlijk vanuit het oudstenteam bekend gemaakt worden en vervolgens met redenen omkleed in de gemeente worden neergelegd om vervolgstappen te kunnen nemen. Hoe uiteindelijke besluitvorming plaatsvindt, is ons nog niet helemaal duidelijk, ook hier is nadere uitwerking nodig. 19) Hoe worden de ledenraad en klankbordgroep vormgegeven? In principe is de ledenraad een raad van alle leden (brs en zrs) wellicht met criteria zoals: leeftijd/gedoopt enz. Een klankbordgroep zal hieruit een selectie zijn (zie eerder benoemd) waar we mee “sparren”.
Evangelische Gemeente Hoekse Waard 2010
26 20) Hoe is de verdere besluitvorming? In de broederraad is aangegeven dat de eerste stap is te komen tot een principeakkoord van het ingediende stuk over Bijbels bestuur en leiderschap. Vervolgens kunnen we op de gemeenteavond alle broeders en zusters informeren over deze richting. Het is goed om iedereen gelegenheid te geven hier vragen over te stellen als die er zijn. Vervolgens kunnen door de oudsten voorstellen gedaan worden om tot verdere uitwerking te komen op de komende de broederraadsvergaderingen. 21) Zijn de N.T. principes wel toepasbaar in deze tijd Gelukkig wel. We raken ongetwijfeld de weg kwijt als we onze eigen wijsheid over bestuur en leiderschap als leidraad nemen. Het gaat om de gemeente van Jezus Christus. We zullen dus altijd op basis van de aanwijzingen uit de Bijbel te werk gaan. We geloven dat de principes voor de gemeente van Jezus Christus geldend zijn zolang de gemeente bestaat op aarde. Wij leven evenals de eerste gemeente in de tijd van het nieuwe verbond. Maatschappelijke ontwikkelingen veranderen Gods principes niet! 22) Hoe zit het met apostelschap? Wordt deze bediening erkend in deze tijd? Naast de 12 apostelen in de begintijd lezen we van andere personen die als apostel werden gezien: (Gal. 1:19; Hand. 14:4,14; 1 Thes. 2:6, 1:1) Er waren er die zich als apostelen voordeden (Korinthe) dat zou onmogelijk zijn als er maar 12 van bestonden…Helemaal helder is het ons niet wat de taak van de apostel precies inhoudt. In de breedste zin is iedere gelovige een apostello = gezondene. Er is daarnaast een zekere bediening volgens Ef. 4;11 in de gemeente die niet voor elke gelovige geldt. We menen dat er ook vandaag dienstknechten van God zijn die de Heer hebben gezien, wonderen en tekenen doen en gezonden worden om nieuwe gebieden te bereiken met het evangelie.
Evangelische Gemeente Hoekse Waard 2010
27 23)
Hoe moet een ledenraad praktisch functioneren? Hoe waarborg je het goede functioneren? Hier hebben wij nog geen exact beeld bij. De ledenraad zal waarschijnlijk uit een grote groep broeders en zusters bestaan en de bijeenkomsten zullen daarom lijken op de gemeenteavonden zoals we die nu een aantal keer hebben gehad. Daarin is het ons doel om alle leden te informeren over de visie en koers van de gemeente. Hierbij is het goed om over en weer te spreken over alle actuele zaken die ons gemeente-zijn betreffen. Hoe dit het beste functioneert, zullen we met elkaar moeten ontdekken en afspreken.
24)
Hoe leggen oudsten verantwoording af, hoe gaat de communicatie? Oudsten leggen allereerst verantwoording af aan het hoofd van de Gemeente: Jezus Christus (zie Hebreeën 13:17). Zij leggen tevens verantwoording af aan elkaar binnen het oudstenteam. Binnen de gemeente zijn de oudsten gewoon broeders onder de broeders en zusters. Net als iedere andere broeder of zuster zijn wij aanspreekbaar op ons gedrag. We dienen open te staan voor waarschuwingen en correcties en bereid te zijn om vragen te beantwoorden. De communicatie kan via meerdere kanalen verlopen: klankbordgroep, gemeenteavonden, ledenraads-vergaderingen? Via HGM, mailberichten en persoonlijke gesprekken. We zullen ons beraden over heldere stappen op dit punt.
Evangelische Gemeente Hoekse Waard 2010
28 25)
Wat gebeurt er als de oudsten het niet eens zijn met elkaar? In het oudstenteam is het altijd gebruik geweest om unaniem besluiten te nemen. Het gebeurt wel eens dat verschil van inzicht maakt dat een besluit nog niet genomen kan worden. Dan wordt meer tijd genomen om over het verschil van mening of inzicht te spreken, totdat we een gezamenlijk standpunt bereiken waarop een beslissing genomen kan worden. Slechts sporadisch kwam het voor dat een beslissing wordt genomen waarbij één der oudsten een andere mening had maar zich wel neer kon leggen bij de keuze van de overigen oudsten. Mocht de mening van één oudste niet in lijn te brengen zijn met de overige opvattingen omdat hij een principieel bezwaar heeft en zich dus niet kan aansluiten bij de mening van de overigen, dan zullen we in gesprek blijven (wellicht met hulp van buiten de oudstenraad) tot er eensgezindheid is ontstaan. In een extreem geval zal de oudste die als enige bezwaar heeft zich moeten neerleggen bij de meerderheid of moeten besluiten zich terug te trekken als oudste om verdere voortgang binnen de gemeente mogelijk te maken. Gelukkig hebben we dit nog nooit meegemaakt. We geloven dat als we oprecht zoeken naar Gods wil, we een begaanbare weg zullen blijven vinden.
26)
Welke onderwerpen worden wel/niet met de gemeente besproken? We hebben de intentie om in alle zaken transparant te zijn en wat enigszins van belang is voor de hele gemeente zal bekend worden gemaakt. Er zijn uiteraard tal van persoonlijke onderwerpen en gesprekken die gevoerd worden waarvan de inhoud niet bestemd is voor de overige gemeenteleden. Alle onderwerpen die nu ook openlijk worden besproken in de broederraad zullen ook een plek hebben op een ledenraad.
Evangelische Gemeente Hoekse Waard 2010
29 27)
Waarom zijn coördinatoren geen diakenen? De coördinatoren worden in onze gemeente zo genoemd omdat het helder maakt wat zij doen: coördineren. De Bijbel vermeldt dit ambt als het gaat over het invulling geven aan de christelijke barmhartigheid. De zorg voor de armen en hulpbehoevenden. De taak die onze coördinatoren hebben lijkt ons een andere. Heel belangrijk lijkt het ons niet wie welke naam heeft, belangrijk is dat het werk gedaan wordt en ieder zijn gave inzet tot opbouw van de gemeente. Het diaconaat is overigens wel in ontwikkeling binnen de EGHW. Het is niet uitgesloten dat er diakenen aangesteld zullen worden onder hen die zich daarmee bezig gaan houden.
28)
Per wanneer moet deze structuur ingaan? We hebben geen deadline voor ogen. Belangrijk is dat we hier met elkaar over na denken om vervolgens de stappen te zetten die nodig zijn om te komen tot een bestuur zoals we menen dat het meest volgens bijbels model is.
29)
Kan er een kweekvijver ontstaan voor oudsten? Het is ons verlangen om als coach op te treden als we zien dat er broeders zijn die bereidheid, bekwaamheid en verlangens hebben in de richting van het oudstenschap. Het is een ontwikkeling waar we nog geen ervaring mee hebben. Als er een oudste stopte werd er uitgekeken naar een vervanger. De nieuwe oudste moet vervolgens ‘direct’ aan de slag. Het lijkt ons best nuttig om op voorhand iemand te coachen om later als opvolger het stokje over te nemen.
30)
Moet er geen differentiatie plaatsvinden tussen bestuur en beleid? De taak van het bestuur is onder meer het vastleggen van beleid en erop toezien dat het beleid wordt gevolgd. In wezen staan wij voor dat er een differentiatie is in bestuur en beleid, in die zin dat de oudsten het bestuur zijn en dat een groep leiders en coördinatoren invulling en uitvoering geven aan het beleid. Onder de oudsten bestaat al enigszins differentiatie omdat wij datgene doen wat het meest bij onze gaven en bekwaamheden past. De ene oudste is vooral pastoraal en de ander meer bestuurlijk of gericht op onderwijs. Om het huidige team te verdelen in een bestuursdeel en een zorg/ beleidsmatig deel lijkt ons geen voordelen hebben.
Evangelische Gemeente Hoekse Waard 2010
30 31)
Wat zal de rol van het coördinatorenteam zijn in de nieuwe structuur? Hun rol zal wat ons betreft een belangrijke zijn. Ze vormen een belangrijke groep die over de gehele gemeente ondervindt wat er leeft en gebeurt. We vinden het waardevol om hen in ieder geval als een klankbord te gebruiken om plannen en visie mee af te stemmen. Onze verwachting is dat zij in ieder geval deel uitmaken van een ledenraad als die in het leven wordt geroepen.
32)
Kunnen we geen casusbespreking doen, om te kijken hoe diverse dingen moeten gaan lopen? Zou best nuttig kunnen zijn om over en weer duidelijkheid te krijgen over hoe een nieuwe structuur zou kunnen functioneren. Aan de andere kant zullen er best situaties zich voordoen die je niet voorzien hebt en waarin we in samenwerking met elkaar tot een goede oplossing moeten komen. Onze verantwoordelijkheid en onze afhankelijkheid en vertrouwen in God en elkaar moet in goede balans zijn. Samen bidden is zoveel belangrijker dan alles proberen te borgen en dichttimmeren wat er zou kunnen misgaan. Bovenal moet ons vertrouwen uitgaan naar God die ons leidt en in die afhankelijkheid van Hem kunnen we met vertrouwen de toekomst tegemoet gaan.
Evangelische Gemeente Hoekse Waard 2010