Het is wenselijk, dat er alsnog bij de invoering van de nieuwe wet een ¢nanciering tot stand wordt gebracht van (partij) deskundigen in letselschadezaken. Mogelijk kunnen de Raden voor Rechtsbijstand bij die ¢nanciering een rol spelen.
Denkbaar zou zijn, dat aan die ¢nanciering kwaliteitswaarborgen worden verbonden, te beginnen bij een inschrijving van deskundigen, die benoembaar zijn.
Evaluatie van orthopedische expertises: een verkenning B.Teulings1 en M.Weller-Swinkels, medisch adviseurs Inleiding Medische advisering aan letselschadeadvocaten in aansprakelijkheidskwesties omvat onder meer Analyse van de medische informatie Opvragen van additionele informatie Literatuurstudie Overleg met de medisch adviseur van de wederpartij Het initie«ren van specialistische expertises Het (mede) concipie«ren van de hieraan ten grondslag liggende vraagstelling. Beoordelen van specialistische expertiserapporten Medische interpretatie en advies in het licht van jurisprudentie.
n n
In een vervolgartikel wordt aan de hand van deze criteria de kwaliteit van een aantal orthopedische expertises beschreven. Evaluatie van expertiserapporten naar aanleiding van medische fouten lenen zich niet voor een dergelijke benadering en zijn buiten beschouwing gebleven.
n n
n n
n n
Omdat het de¢nitieve advies van de medisch adviseur aan de letselschade-advocaat voor een groot deel is gebaseerd op gegevens uit het expertiserapport, is het van groot belang de kwaliteit van dit rapport te kunnen beoordelen, bij voorkeur aan de hand van algemeen geaccepteerde criteria. Het evalueren en op waarde beoordelen van exertiserapporten is dus een zeer belangrijke stap in de medische advisering. Tot onze verbazing bleek in de ons bekende literatuur onvoldoende informatie aanwezig te zijn over dit onderwerp.Er blijken hiervoordus geen algemeen aanvaarde criteria te zijn.Wijhopen dat deze verkenning een eerste stap is in de formulering van algemeen geaccepteerde criteria ter beoordeling van het deskundigenrapport. In dit eerste artikel worden, op grond van de ervaring en beschikbare informatie, aandachtspunten beschreven aan de hand waarvan orthopedische expertiserapporten kunnen worden beoordeeld.Niet zelden blijken deze aandachtspunten zeer voor de hand liggend te zijn en dat is wellicht de reden dat ze, voor zo ver ons bekend is, niet eerder op deze wijze beschreven zijn. 1
E-mail auteurs:
[email protected]
2001 ^ nr. 4
Werkwijze Naast aanwijzingen uit de veelgebruikte ``Guides to the Evaluation of Permanent Impairment`` van de American Medical Association, konden zeer bruikbare aanwijzingen worden gedestilleerd uit de Richtlijnen van de Nederlandse Orthopedische Vereniging voor de bepaling van de mate van invaliditeit. Aanvullende gegevens werden verkregen uit de in Nederland eveneens veelgebruikte uitgave van de Nederlandse Vereniging voor Neurologie (Nederlandse richtlijnen voor de bepaling van invaliditeit bij neurologische aandoeningen1995).2 Bestaande jurisprudentie werd niet geraadpleegd. Na meer uitgebreide literatuurstudie bleek inderdaad dat er over dit onderwerp nauwelijks is gepubliceerd. De in dit artikel beschreven criteria werden geselecteerd uit bovengenoemde bronnen en vervolgens aangevuld met door ons in het verleden in correspondentie 2
Literatuur ^ Guides to the Evaluation of Permanent Impairment van de American Medical Association, vierde editie ISBN 0-89970553-7 resp. vijfde editie ISBN1-57947-085-8 ^ Richtlijnen van de Nederlandse Orthopedische Vereniging voor de bepaling van de mate van invaliditeit. Uitgave van de N.O.V.1995. ^ Nederlandse richtlijnen voor de bepaling van invaliditeit bij neurologische aandoeningen, 1995, inclusief de aanvulling uit 1999, uitgave van de Nederlandse Vereniging voor Neurologie ^ L.D.J. Maljers, Verzekeringskundige aspecten bij ziekten en letsels van het steun- en bewegingsapparaat in Leerboek Orthopedie 8 e druk onder redactie van dr A.J. van der Linden e.a. ISBN 90-313-1876-0
17
naar advocaten geformuleerde kritiek op expertiserapporten. Vervolgens werden bij wijze van proef enkele (orthopedische) expertises aan de hand van deze voorlopige aandachtspunten gee«valueerd. Uiteindelijk komen wij tot het volgende voorstel met betrekking tot de criteria aan de hand waarvan het expertiserapport beoordeeld zou moeten worden. Criteria 1 Formele eisen Het spreekt voor zich dat een expertise voldoende identiteitsgegevens moet bevatten. Het is aan te raden een nummer van het legitimatiebewijs te overleggen. De vragen moeten herhaald worden (of ingesloten) en uit de inleiding van de antwoordbrief dient duidelijk te zijninwelk kaderof met welk doelde vragen zijn gesteld. De aanvragers dienen expliciet te worden vermeld, dus niet alleen in de adressering van de antwoordbrief. Andere ingeschakelde deskundigen of disciplines dienen te worden vermeld. Indien in de expertiseaanvraag geen speci¢catie is opgenomen van de begeleidende informatie, is het raadzaam in het rapport gedetailleerd aan te geven welke medische informatie is ontvangen. Dit om misverstanden te vermijden. Uit de antwoordbrief moet duidelijk worden dat de medische informatie zoals verstrekt in de aanvraag daadwerkelijk gelezen is, waarbij door middel van een korte samenvatting aan de lezer duidelijk kan worden gemaakt aan welke aspecten de expertiserend specialist waarde toekent bij zijn oordeelsvorming. Het indelen van de rapportage in een geneeskundig rapport (anamnese en onderzoek, diagnose en prognose) en een zakelijk rapport ( beantwoorden van de vragen) komt de overzichtelijkheid ten goede. 2 Het geneeskundig rapport. 2.1 De anamnese met betrekking tot het ongeval dient uiteraard de toedracht te bevatten alsmede de direct posttraumatische verschijnselen, de behandelingen en het beloop van het genezingsproces. Het is overzichtelijk de anamnese met betrekking tot het ongeval gescheiden te houden van de algemene anamnese. 2.2 Naast een gedetailleerde verwoording van de huidige klachten wordt ook de invloed van die klachten en afwijkingen op de activiteiten in het dagelijks leven( ADL), het werk, de recreatie en sportbeoefening vastgelegd, alsmede de invloed van deze factoren op de prive¨ -omstandigheden en het sociale leven.3 Indien verhelderend wordt een dagindeling weergegeven. 3
18
De International Classi¢cation of Functioning, Disability and Health (ICF) van de WHO maakt in dit verband onderscheid in stoornissen, beperkingen en participatieproblemen(= problemen met werkhervatting en verminderde sociale contacten).
De mate van belastbaarheid dient duidelijk tot uiting te komen. Op deze plaats kan ook de vraag wordt gesteld of soortgelijke klachten ooit eerder zijn voorgekomen. 2.3 Een algemene anamnese dient afgenomen te worden en minstens te bestaan uit: vroegere ziekten, medicijngebruik, sociale anamnese, beroepsanamnese. 2.4 Een algemeen lichamelijk en orie«nterend orthopedisch onderzoek( status generalis) is een vast onderdeel van elke expertise. 2.5 Het specieel onderzoek (status localis) wordt bij voorkeur separaat vermeld. De onderzoeksgegevens dienen overzichtelijk, bij voorkeur in tabellen, weergegeven te worden. Afwijkende bevindingen dienen als zodanig aangegeven te worden door bij voorbeeld vette druk of cursivering. Indien van toepassing wordt zowel het actief als het passief onderzoek weergegeven. Als er sprake is van minder objectieve parameters, zoals bijvoorbeeld bij krachtmeting, dient volgens de AMA richtlijnen herhaling van het onderzoek in dezelfde sessie te worden uitgevoerd. Hetzelfde geldt indien onderzoeksgegevens tijdens de expertise niet in overeenstemming blijken te zijn met de, van tevoren bestudeerde (!), bijgevoegde medische informatie. Vergelijking met de contralaterale zijde is obligaat. Toelichting op de meetmethode kan nodig zijn bij krachtverlies, inclinaties en dergelijke. De spieromvang dient altijd te worden gemeten. Oedeem of hydrops (of het ontbreken hiervan) dient te worden vermeld. Bijletsels van de onderste extremiteit wordt het looppatroon vermeld. Afhankelijk van het letsel wordt gecontroleerd op beenlengteverschil, onder bepaalde omstandigheden met behulp van rÎntgenfoto's. Tot slot wordt aan de hand van de anamnese gecontroleerd of het specie«le onderzoek compleet is. 2.6 De neurologische en de vasculaire status dienen te zijn weergegeven 2.7 De beschrijving van hulponderzoeken is een separaat onderdeel van de rapportage bestaande uit de beschrijving van de reeds verrichte onderzoeken, alsmede de in het kader van de expertise verrichtte onderzoeken. Meer uitgebreide onderzoeken zoals computertomogra¢e, MRI, isotopen onderzoeken en arthrogra¢e dienen slechts uitgevoerd te worden na goedkeuring door de opdrachtgever en ook dit is een evaluatiepunt. 2.8 De afwijkende gegevens worden samengevat en de hieruit af te leiden diagnose moet compleet en overzichtelijk zijn weergegeven. 3 De bespreking De bespreking slaat een brug tussen het medisch en het zakelijk deel van de rapportage.
2001 ^ nr. 4
Een samenvatting van het voorgaande tezamen met een afweging van de verschillende factoren en eventuele twijfels moet uiteindelijk leiden tot de conclusie. Discrepanties tussen bijvoorbeeld huidige en curatieve gegevens oftussenobjectieve en subjectieve gegevens dienenbesprokenteworden.Extraonderzoeknaar aanleiding van discrepanties dient besproken te worden. De expertiserend arts dient expliciet vast te stellen of de pijn afdoende is verdisconteerd in het toegekende percentage functieverlies.4 Als de afwijking in het merendeel van de gevallen niet gepaard gaat met pijn, dient dit separaat te worden vermeld.Toekenning van een additioneel percentage kan worden overwogen.5 Niet alle pijn hoeft immers het rechtlijnig gevolg te zijn van de geconstateerde aandoening. D|¨ e pijn is dan niet verdisconteerd in het percentage invaliditeit van de vastgestelde stoornis. Buiten het feit dat pijn een onderzoeksbevinding kan zijn, kan pijn ook het onderzoek be|« nvloeden. Een en ander dient toegelicht te worden Eventuele pree«xistentie wordt in verband gebracht met de huidige onderzoeksbevindingen. Correct onderscheid dient te worden gemaakt tussen pree«xistentie en predispositie.6 Na bovengenoemde afwegingen komt men tot de conclusie. Hierin wordt naast de gebruikelijke medische afwegingen minstens de causale relatie met het ongeval behandeld alsmede de diagnose(n) bestaand uit de objectief aantoonbare letsels en de aannemelijke c.q. redelijkerwijs aanwezige letsels. 4 Het zakelijk rapport De discussie over de medische causaliteit kan worden bee«indigd als de vragen eenduidig worden beantwoord. Een goed onderbouwde7 en complete beantwoording van de vragen 8 maakt snelle en concrete schaderege4
5
6
7
De Guides to the Evaluation of Permanent Impairment, vijfde editie, blz 570, hoofdstuk 18.3 laatste alinea. De Guides to the Evaluation of Permanent Impairment, vijfde editie, blz 573, hoofdstuk18.3d en ¢g 18-1 op blz 574 ev. In dit verband puur medische ^ en dus niet juridische- begrippen. Met predispositie wordt bedoeld (van Dale, Pinkhof-Hilfman) aanleg, een bijzondere vatbaarheid voor zekere aandoeningen. Met pree«xistentie wordt bedoeld: het bestaan vooraf, waarbij onderscheid moet worden gemaakt tussen pree«xistente klachten en afwijkingen. Regionaal Tuchtcollege te 's-Gravenhage 23-12-1998 Staatscourant1999,74. a) In het rapport moet op inzichtelijke en consistente wijze worden uiteengezet op welke gronden de conclusie van het rapport steunt; b) De in de uiteenzetting genoemde gronden moetenvoldoende steun vinden in feiten, omstandigheden en bevindingen, vermeld in het rapport; c) Bedoelde gronden moeten de daaruit getrokken conclusie kunnen rechtvaardigen. d) De rapportage dient zich in beginsel te beperken tot het gebied waarop de rapporteur de bijzondere kennis heeft...
2001 ^ nr. 4
ling mogelijk. De schaderegeling is gebaseerd op een complete omschrijving van de beperkingen, een toekenning op basis van het functieverlies en ^ recent weer bekrachtigd door de Hoge Raad 9 ^ een opsomming van de klachten welke zonder ongeval niet zouden zijn opgetreden. Zonder twijfel de meest opvallende fout bij de beantwoording van de vragen bestaat uit een verkeerde berekening van het percentage functieverlies.We noemen enkele voorbeelden. Als er meerdere afwijkingen zijn aan de benen moeten de toegekende percentages onderste extremiteit eerst worden omgezet in percentages gehele mens alvorens te combineren.10 Bij handletsels moeten de toegekende percentages voor verschillende afwijkingen aan de vinger(s) eerst worden opgeteld in plaats van gecombineerd. Toekenningen voor letsels aan verschillende orgaansystemenworden wel eens opgeteld terwijl deze nu juist gecombineerd moeten worden. Een enkele maal ook wordt ankylose (arthrodese of gewrichtvergroeiing) van de onderste extremiteit verkeerd berekend. Het percentage functieverlies kan berekend worden op basis van de gemeten bewegingsbeperkingen (de ROM-benadering11) maar ook op basis van de diagnose (de DRE benadering). Volgens de A.M.A. Guides moet de benadering worden gekozen die het hoogste percentage functieverlies oplevert.12 Dit betekent dat beide benaderingen uitgewerkt moeten worden. Het op deze wijze verkregen percentage dient vervolgens gecombineerd worden met een percentage voor bijvoorbeeld slijtage van het gewricht. Uiteraard dient de berekening van het functieverlies gespeci¢ceerd en overzichtelijk te zijn weergegeven. Het mag niet zo zijn dat de medisch adviseur die het expertiserapport evalueert, het geheel weer als een puzzelin elkaar moet zetten. De gebruikte tabellen dienen vernoemd te worden. Indien een vastgestelde afwijking niet voor een percentuele toekenning in aanmerking komt, is een verklaring onontbeerlijk. Ook moet er duidelijk aangegeven worden of positieve of negatieve veranderingen in de toekomst, zoals b.v. arthrose, in de percentuele toekenning zijn verdisconteerd of dat de toekenning slechts betrekking heeft op de huidige situatie. 8
9 10
11
12
motiveringstoets resp. volledigheidstoets. Mr J.W. Westenberg in ''De rol van de deskundige in het schaderegelingsproces'', Koninklijke Vermande; ISBN 90-5458-977-9 Hoge Raad, 8 juni 2001, nr C99/271HR Middels de combinatietabel in de A.M.A.-Guides (een asymptotische curve) wordt voorkomen dat het percentage invaliditeit Gehele Mens boven de 100% uit kan komen. DRE= diagnose related estimate in tegenstelling tot het meten van bewegingsbeperking,ROM = range of motion Guides to the Evaluation of Permanent Impairment van de American Medical Association, vierde editie, blz 3/84, tweede alinea.
19
Belangrijker dan de toekenning van het percentage functieverlies is een goede beschrijving van de beperkingen. Als de beschrijving van de beperkingen niet compleet is, dienen aanvullende vragen te worden gesteld, hetgeen tijdverlies met zich meebrengt. Er wordt frequent gesteld dat het toekennen van beperkingen slechts kan geschieden op geleide van objectief waarneembare afwijkingen waarbij soms wordt gerefereerd aan de (aanvullende) richtlijnen van de NOV.13 Deze aanvulling heeft echter betrekking op arbeidsongeschiktheid. Naar onze mening gelden genoemde aanvullende richtlijnen niet in het kader van de wettelijke aansprakelijkheid, hetgeen ook in navolging is van de A.M.A.-Guides die stellen dat ook subjectieve beperkingen moeten worden erkend als deze redelijkerwijs aannemelijk zijn.14 Een klinisch ervaren orthopeed die goed luistert, het ongevalsmechanisme kent en de verslagen van fysiotherapeuten, revalidatieartsen en collega-orthopeden aandachtig leest, kan zich immers een mening vormen over redelijkerwijs aan te nemen beperkingen, ook als deze niet geheel objectiveerbaar blijken te zijn. Dit is wellicht een belangrijk onderscheid met beoordelingen in het kader van de arbeidsongeschiktheid waarvoor weer andere richtlijnen zijn geformuleerd. Er dient wel een onderscheid te worden gemaakt tussen toekenning van beperkingen op basisvan objectieve onderzoeksgegevens en toekenningen van beperkingen op basis van veronderstelde doch aannemelijke stoornissen. Een incomplete beschrijving van de beperkingen maakt het opstellen van een beperkingenpro¢el door de medisch adviseurs moeilijk. De orthopeed dient goed op de hoogte te zijn van de gebezigde terminologie: tillen is b.v. iets anders dan dragen.Vaagheden als ``een matig tot zware schouderbeperking'' scheppen geen duidelijkheid. In twijfelgevallen dient e.e.a. als zodanig te worden weergegeven. Indien de expertiserend orthopedisch chirurg zich niet voldoende deskundig acht op dit terrein kan hij beter nalaten de beperkingen te vermelden.15 Aangegeven dient voorts te worden in hoeverre de klachten ongevalsgevolg mogen worden geacht.Dit lijkt voor een curatief handelend arts niet van bijzonder belang, voor gelaedeerde is het in de eerste plaats een erkenning. Daarnaast kan de rechter er wellicht wel een bepaalde betekenis aan toekennen.
13
14
15
20
Commissie Invaliditeit en Arbeidsongeschiktheid van de N.O.V.; aanvulling op de richtlijnen van november1996. De vijfde editie van de AMAGuides to the Evaluation of Permanent Impairment, ISBN 1-57947-085-8, benoemt dit expliciet, blz 2 derde alinea. Waarbij de vraag zich opdringt waarom betrokken specialist de vraag tot het verrichten van een``expertise'' heeft gehonoreerd.
Voorts dient op basis van de NOV richtlijnen een neurologische expertise geadviseerd te worden bij neurologische afwijkingen, bijzondere vormen van pijn zoals causalgie en chronische pijnsyndromen die niet het rechtlijnig gevolg zijn van de geconstateerde aandoening. Een vaatchirurgische expertise dient geadviseerd te worden bij symptomen die kunnen duiden op vaatstoornissen. Grote littekens c.q. huidverlies dienen apart genoemd te worden en hiervoor kan een percentage worden ingeschat, echter strikt genomen hoort dat niet tot het vakgebied der orthopedie. Esthetische schade dient eveneens genoemd en omschreven te worden. De prognose dient genoemd te worden. Indien geen werkelijke eindtoestand is bereikt, dient een schatting gemaakt te worden van het tijdsbestek waarin naar verwachting we¨l een eindtoestand bereikt zal worden. Tevens dient vermeld te worden waarvan het bereiken van de eindtoestand afhankelijk is. De kans op latere posttraumatische arthrose en complicaties, zoals bijvoorbeeld osteomyelitis, moeten vernoemd worden, waarbij de termijn waarop deze kans zich kan of zal realiseren wordt vermeld. Bijzondere voorzieningen dienen vermeld te worden m.n. cruise controll, siliconen pads, beugels etc Uitlatingen buiten het vakgebied mogen gedaan worden, echter dienen dan onder dat nadrukkelijk voorbehoud vermeld te worden16 en dienen ondubbelzinnig uit de rapportage te volgen.
16
Regionaal Tuchtcollege te 's-Gravenhage 23-12-1998 Staatscourant1999,74.
2001 ^ nr. 4
2.5.11. beenlengte gemeten met vermelden van methode 2.5.12. hydrops vermelden 2.5.13. compleet
De checklist Op grond van bovengenoemde voorwaarden waaraan ons inziens een orthopedische expertise dient te voldoen, komen we tot de volgende`checklist'. 1. 1.1. 1.2. 1.3. 1.4. 1.5. 1.6. 1.7.
Formele eisen kader en of doel weergeven vragen herhalen (of insluiten) legitimatie aanvragers expliciet noemen andere ingeschakelde deskundigen vermelden medische informatie gelezen scheiding medisch & zakelijke rapportage
2. Het medische rapport 2.1. anamnese mbt ongeval 2.1.1. toedracht 2.1.2. directe verschijnselen 2.1.3. behandelingen 2.1.4. beloop genezingsproces 2.2. huidige klachten 2.2.0. gescheiden weergegeven 2.2.1. invloed van de klachten en afwijkingen op ADL (= beperkingen) 2.2.2. invloed van de klachten en afwijkingen op werkomstandigheden (=beperkingen) 2.2.3. invloed van de klachten en afwijkingen op hobby's, recreatie en sportbeoefening 2.2.4. invloed op prive-omstandigheden 2.2.5. invloed op sociale leven 2.2.6. dagindeling 2.2.7. pre-existentie van genoemde klachten 2.2.8. belastbaarheid besproken 2.3. algemene anamnese : VZ/ medicijnen/ sociale / beroepsanamnese. 2.4. algemeen lichamelijk en algemeen orthopedisch onderzoek 2.5. specieel onderzoek 2.5.0. gescheiden van alg med /orth onderzoek weergegeven 2.5.1. overzichtelijk weergave onderzoeksgegevens 2.5.2. duidelijk onderscheid tussen normale en afwijkende gegevens 2.5.3. actief e¨n passief onderzoek 2.5.4. herhaling van onderzoek bv kracht 2.5.5. herhalen onderzoek bij discrepanties 2.5.6. vergelijking contralateraal 2.5.7. toelichting op meetmethode kracht 2.5.8. spieromvang vermelden 2.5.9. oedeem vermelden 2.5.10. looppatroon vermelden
2001 ^ nr. 4
2.6.
2.7.
2.8
3. 3.0. 3.1. 3.2. 3.3. 3.4. 3.5. 3.6. 3.7. 3.8. 3.9.
2.6.1. neurologisch onderzoek uitgevoerd 2.6.2. vasculair onderzoek uitgevoerd
2.7.1. beoordeling eerdere (radiologische) onderzoeken 2.7.2 beoordeling nieuw (radiologisch) onderzoek 2.7.3 overige onderzoeken uitgevoerd in overleg
2.8.1. diagnose compleet 2.8.2. diagnose overzichtelijk Bespreking/afweging/samenvatting/conclusie bespreking of samenvatting is aanwezig discrepantie huidige en curatieve gegevens discrepantie objectieve en subjectieve gegevens nader onderzoek bij discrepanties overige discrepanties check of de pijn, het gevolg is van de geconstateerde aandoening vermelding van de onderzoeksgegevens bij pijn. vernoemen aangetoonde letsels vernoemen aannemelijke letsels c.q. redelijkerwijs aanwezige letsels pree«xistentie/predispositie correct en strikt medisch ge|« nterpreteerd
4. Het zakelijk rapport 4.1. verkeerde berekening percentueel functieverlies 4.1.0. OE% gecombineerd zonder eerst omzetting naar % GP 4.1.1. optellen i.p.v. combineren 4.1.2. combineren i.p.v. optellen 4.1.3. ankylose OE verkeerd berekend 4.1.4. posttraumatische arthrose verkeerd berekenen 4.1.5. centage niet weergegeven 4.2. gespeci¢ceerde toekenning 4.2.0. speci¢catie aanwezig 4.2.1. overzichtelijk 4.2.2. vernoemen tabellen 4.3. complete toekenning 4.3.0. onderbouwing waarom een afwijking NIET is toegekend 4.3.1. duidelijk onderscheid tussen toekenning inclusief kwade kansen of betrekking hebbend op huidige situatie.
21
4.4. toekenning beperkingen 4.4.0. toekenning beperkingen aanwezig 4.4.1 compleet 4.4.2. correct 4.4.3. op basis van objectieve onderzoeksgegevens 4.4.4. zeer aannemelijke niet objectiveerbaar beperkingen wel erkend. 4.5. neurologische expertise adviseren 4.6. vaatchirurg exp adviseren bij vaatstoornissen 4.7. huidverlies / littekens genoemd 4.8. esthetische schade genoemd 4.9. prognose compleet 4.9.1. indien geen (werkelijke) eindtoestand: verwacht tijdstip eindresultaat noemen 4.9.2. kans op late posttraumatische arthrose genoemd 4.9.3. late complicatiekans o.a. osteomyelitis 4.9.4. al dan niet een eindtoestand vermeld 4.10. benodigde voorzieningen genoemd 4.11. uitlatingen duidelijk buiten vakgebied toelichten Tot slot Een relativering van deze checklist is op zijn plaats.We moeten ons realiseren dat vele factoren de uiteindelijke samenstelling van het rapport be|« nvloeden en dat niet al deze factoren meetbaar zijn. Zo is het bij voorbeeld van belang dat de orthopedisch expertiseur zich bewust is van de eigenschappen van de gepresenteerde vraagstelling; Hoe is de volgorde
RECHTSPRAAK Hof Amsterdam 8 juni 2000
(Mrs. Rutten-Roos,Thiessen en Goslings; rolnr. 679-98)
Schending veiligheidsnorm verslavingskliniek. Binnen de kliniek bestaat de regel dat patie«nten die ter detoxi¢catie in het detoxi¢catiekamertje verblijven altijd onder begeleiding onder de douche gaan. Het hof volgt de kliniek niet in de stellingname, dat dit beleid niet als een veiligheidsinstructie mag worden aangemerkt. Niet valt in te zien op welke andere grond dan het voorkomen van ongevallen de onderhavige regel kan zijn ingesteld. 1. A1, wonende te X, en 2. A2, wonende te X in hun hoedanigheid van enige erfgenamen van B, Appellanten, advocaat: mr. P. Ruijzendaal, tegen de stichting Stichting Verslavingskliniek Utrecht, gevestigd te Utrecht, Ge|« ntimeerde, procureur: mr. A. van Hees.
22
van de vragen? Zit er systematiek in de vraagstelling? Hoe is de wijze van vragen, zijn het open vragen? De inleiding van de vraagstelling dient neutraal te zijn zodat op geen enkele wijze de meningsvorming wordt be|« nvloed. Gegevens die uit de verstrekte medische informatie gehaald kunnen worden, behoeven niet vermeld te worden in de inleiding. Om discussie tussen de betrokken partijen te beperken, dient de inleiding naar mening van de auteurs zo beperkt mogelijk te zijn. De ervaring leert dat naar mate de inleiding meer tekst bevat, de discussie onoverzichtelijk en langdurig wordt. De expertiseur dient zich dus bewust te zijn van het krachtenveld waarin de aanvraag voor zijn deskundigenrapport tot stand is gekomen. In alle gevallen zijn de vragen opgesteld om en eind te maken aan de discussie. Er is echter wel degelijk verschil tussen e¨e¨nzijdige en tweezijdige aanvragen. Is er sprake van een causaliteitsdiscussie? Konden beide partijen het niet eens worden over de vraagstelling of over de specialist? In zulke gevallen zal het rapport met (nog meer) aandacht worden gelezen. Het is uiteraard nauwelijks mogelijk bovenstaande aandachtspunten tot uiting te laten komen in de rapportage noch in de evaluatie door de medisch adviseur. De checklist zal gebruikt worden om een aantal, min of meer willekeurig gekozen orthopedische expertises te evalueren. De resultaten hiervan zullen in een volgende artikel in Letsel & Schade 2002 worden beschreven.
(.........) 4. Beoordeling 4.1 Het gaat in deze zaak, kort samengevat, om het volgende. Op 23 juli1992 is B, toen 53 jaar oud,'s-middags tussen 15.00 en 16.00 uur vrijwillig opgenomen in het door ge|« ntimeerde gee«xploiteerde Crisis- en Detoxi¢catiecentrum (een behandelcentrum voor personen met een alcoholverslaving) te Utrecht. Het bloedalcoholgehalte van B bedroeg op dat moment 2,60 promille. Voor B was deze opname de zevende in de kliniek. B heeft de nacht van 23 op 24 juli 1992 doorgebracht in het zogenaamde detoxi¢catiekamertje op de tweede etage van de kliniek. De verpleegkundige aantekeningen betre¡ende de nacht vermelden onder meer ``Heeft een beroerde nacht gehad. Niet geslapen. Aardige ontwenning, transpireren, tremor. Wankel ter been.'' Op 24 juli 1992 om 07.00 uur bedroeg het alcoholgehalte in het bloed van B nihil. Die ochtend is B aangetro¡en met ernstige brandwonden. Beide partijen gaan ervan uit dat B kort daarvoor naar de (eveneens op de tweede etage gelegen) doucheruimte is gegaan, daar is geval-
2001 ^ nr. 4