Thuishulp en thuiszorg Evaluatie van de verwachtingen inzake thuishulp en thuiszorg - Lokaal actieproject van het mutualistisch gezondheidscentrum van de regio Nijvel1 Agnès Leclercq, Gérald Vanmollekot - MC Brabant Wallon, Hubert Bouchat - Service MIC (LCM), Hervé Avalosse - Departement Onderzoek en Ontwikkeling (LCM)
Samenvatting In 2011 deed het mutualistisch gezondheidscentrum van de regio Nijvel een enquête omtrent de verwachtingen en behoeften op het vlak van thuishulp en thuiszorg. Hiervoor werd op basis van diverse indicatoren een steekproef samengesteld met personen die nog thuis wonen maar minder zelfredzaam worden. Niet minder dan 2.125 personen werden ondervraagd en 756 ingevulde, bruikbare vragenlijsten werden teruggestuurd (waarvan een veertigtal vragenlijsten terugkwamen via medewerkers van de dienst voor thuishulp en thuiszorg van Waals-Brabant ASD BW – Aide et soins à domicile du Brabant Wallon). Voor die aanpak was gekozen om een concrete, nabije actie te kunnen uitwerken die aan de verwachtingen en behoeften op het vlak van eerstelijnszorg voldoet. Dit leverde een stevig resultaat op: • Eens te meer, toont dit de belangrijkheid van investeren in mantelzorgers en dus in het informeel netwerk dat vaak dagelijks hulp biedt (de helft van de respondenten krijgt hulp van een naaste, meestal een partner of gezinslid). • De studie toont het belang van de kwaliteit van de menselijke relaties via criteria zoals competentie, kwaliteit van de prestatie, menselijk contact bij zowel diegenen die verklaren de dienst voor thuishulp en thuiszorg en de dienst maatschappelijk werk te kennen als de gebruikers ervan. • Voor diensten die eerder technische prestaties afleveren, zijn de belangrijkste criteria telkens specifiek: technische bekwaamheid van het personeel, de prijs bij Qualias en de antwoordsnelheid bij een oproep naar Vitatel. • Grote tot zelfs zeer grote tevredenheid bij de gebruikers. • Te weinig bekend: de benamingen van de diensten zijn niet of slechts weinig gekend. Daarbij komt soms verkeerde informatie of verwarring over de aard van de beschikbare dienstverlening. De diensten worden vaak niet gezien als onderling met elkaar verbonden als onderdeel van het CM-netwerk. Deze resultaten en nog vele andere zijn voorgesteld en besproken op het participatiecomité van het mutualistisch gezondheidscentrum en met de betrokken actoren bij de enquête. Ook werden aanbevelingen geformuleerd voor toekomstige werkpistes op lokaal vlak. Sleutelwoorden: lokale actie, mantelzorger, tevredenheid, thuishulp en thuiszorg, Qualias, Vitatel, dienst maatschappelijk werk, Solival
1
Actieproject 'Vivre bien chez soi' van het mutualistisch gezondheidscentrum - centre mutualiste de santé (CMS) in de regio Nijvel (Mutualité Chrétienne du Brabant Wallon)
CM-Informatie 253 • september 2013
37
1. Inleiding In 2011 koos het mutualistisch gezondheidscentrum2 van Nijvel (dit dekt de zone met de gemeenten Nijvel, Genappe en Villers-la-Ville) als lokaal werkthema ‘goed leven thuis’3. Zij wilden hiermee een concrete, plaatselijke actie uitwerken die aan gemeten verwachtingen en behoeften voldoet. Daarvoor werd een enquête gehouden waaraan werd meegewerkt door zowel vrijwilligers als beroepskrachten van het mutualistisch gezondheidscentrum als de diensten van het regionale CMziekenfonds van Waals-Brabant en de diensten R&D en MIC4 van het Nationaal Secretariaat. Doel van het initiatief was bij zorgbehoevende mensen die nog thuis wonen, peilen naar hun kennis van het dienstenaanbod en hun verwachtingen hieromtrent.
2. Methode De vragenlijst (6 pagina’s, anoniem) werd opgesteld in overleg met de verschillende projectpartners en getest bij het regionale CM-ziekenfonds van Waals-Brabant. Ook de bestuursinstanties van het ziekenfonds en de leden van het mutualistisch gezondheidscentrum werden hierover geïnformeerd. Samenstelling van de vragenlijst: • Eerst, vragen over het profiel van de respondenten en de hulp die zij van hun omgeving kunnen krijgen, • Daarna, vragen over elke soort hulpverlening om thuis te kunnen blijven wonen. Hierbij werd telkens gevraagd of deze bekend is, gebruikt wordt en welke criteria bepalend zijn voor de kwaliteit van de dienst en de tevredenheid hierover (met een puntenschaal). Het doelpubliek zijn personen die mogelijks met zelfredzaamheidsverlies te maken krijgen; van de CM-leden van het mutualistisch centrum werden diegenen geselecteerd die aan één of meer van de volgende indicatoren beantwoorden: • Recht op thuisverpleging • gehandicapt (met specifieke code gerechtigde hiervoor) • recht op zorgforfait • rechthebbende op prestaties kinesitherapie voor zware pathologieën of intensieve en/of langdurige kinesitherapie voor acute pathologieën (zoals een posttraumatische aandoening) of chronische aandoeningen met een belangrijke functionele weerslag (bijvoorbeeld: CVA). • 70 jaar of ouder
2
3 4 5 38
• Minstens 120 dagen hospitalisatie of minstens 6 ziekenhuisopnames tijdens twee opeenvolgende jaren • Recht op MAF(maximumfactuur)-terugbetaling Recht op herstelverblijf • Rechthebbende van de dienst Vitatel5 Personen die in een instelling wonen (woonzorgcentrum, psychiatrisch verzorgingstehuis) werden uit de steekproef geweerd. De aldus samengestelde steekproef telde 2.125 personen (1.317 vrouwen, 808 mannen) die verdeeld zijn over de 3 gemeenten die het mutualistisch gezondheidscentrum van Nijvel dekt (Nijvel: 1.399 personen, Genappe: 446, Villersla-Ville: 280). Al deze personen kregen de vragenlijst per post toegestuurd en daarnaast werd de vragenlijst ook via de medewerkers van de lokale dienst voor thuishulp en thuiszorg in Waals-Brabant verspreid. De informatie werd verzameld tussen januari en april 2012. In totaal kregen wij 756 ingevulde, bruikbare vragenlijsten terug waarvan een klein veertigtal afkomstig van de lokale dienst voor thuishulp en thuiszorg ASD BW (foutenmarge: 3,56 %). Het personeel van PSD/Vitatel deed de gegevensinvoer in april 2012. MIC analyseerde de resultaten die zijn voorgesteld en besproken tijdens het participatiecomité van het mutualistisch gezondheidscentrum te Nijvel. Naar aanleiding hiervan werd ook een informatievergadering voor de thuiszorgactoren georganiseerd.
3. Belangrijkste resultaten 3.1. Profiel van de respondenten Het zal niet verrassen dat de respondenten vooral oudere vrouwen zijn (65 % vrouwen –de helft is 75 jaar en ouder). 43 % van de respondenten woont alleen, 43 % is samenwonend (zonder kinderen). Ongeveer de helft van de respondenten wordt geholpen door een naaste, meestal een familielid. De helper kan een familielid (22 %) of de partner zijn (20 %). Globaal, zoals op Figuur 1 te zien is, wordt met een zeer grote frequentie hulp geboden: ongeveer dagelijks in 41 % van de gevallen en één tot drie keer per week in 28 % van de gevallen. In 61 % van de gevallen helpt de partner dagelijks. De hulp wordt meer occasioneel wanneer het om een buurvrouw/buurman (47 %) of een vriend (in) (38 %) gaat.
Het regionale CM-ziekenfonds van Waals-Brabant (MC du Brabant Wallon) telt 6 mutualistische gezondheidscentra (CMS) die elk voor een welbepaald grondgebied bevoegd zijn. Zo’n gezondheidscentrum bevat een multidsciplinair team dat rechtstreeks contact heeft met de leden. Behalve dat team, wordt het mutualistisch gezondheidscentrum ondersteund door een participatiecomité met bestuurders van CM, bewegingsvrijwilligers, lokale correspondenten en personeelsleden. De idee is dat het mutualistisch gezondheidscentrum luistert naar welke lokale behoeften er leven. ‘Vivre bien chez soi' Marketing, Informatie en Communicatie Deze dienst biedt telehulpverlening thuis. Deze dienstverlening wordt georganiseerd door de vzw Permanence Soins à Domicile (PSD) en is beschikbaar in Wallonië en Brussel. De aanvullende verzekering van CM komt tussen in de maandelijkse huurkosten van het toestel. http://www.psd.be/
CM-Informatie 253 • september 2013
Figuur 1: frequentie van de hulp volgens het type hulpverlener
47%47 %
Hulp van een buur
24 % 24%
38 % 27%
Hulp van een vriend(in)
21 % 21%
27 % 27%
Hulp van een familielid
17 % %$
Hulp van partner
!"#
$!"#
24 % 24%
32 % 32%
3% 3%
61 % 61%
15 % 15%
%!"#
12 % 6% 6% 12%
12 % 6% 6% 12%
17 % 17%
5 % 6% 6% 5%
25 % 25%
SAMEN
21 % 21%
12 % 12%
&!"#
'!"#
Soms
1 keer per week
Bijna dagelijks
Geen antwoord
Over het algemeen staat de helper zeer dicht bij diegene die hij helpt: woont ermee samen (45 %) of woont in dezelfde gemeente (19 %). De respondent verklaart in dringende gevallen of bij problemen meestal te kunnen rekenen op de hulp van een familielid (50 %), de partner (29 %) maar toch weet 6 % van hen niet op wie zij een beroep kunnen doen (bovendien durft 3 % van hen deze vraag niet te beantwoorden). Dat lijkt weinig … maar is dit op zich al geen verontrustend resultaat?
13 % 13%
(!"#
12 % 12%
41 % 41%
)!"#
*!"#
+!"#
7% 7%
,!"#
$!!"#
2 à 3 keer per week
3.2. Thuishulp en thuiszorg Wij hadden het over hulp en verzorging in ruime zin en vroegen welke diensten de personen kenden en met welk type zorgverleners zij tijdens het afgelopen jaar te maken kregen. Ook hier geen verrassingen, de best gekende zorgverleners (en diegene op wie vaakst een beroep wordt gedaan) zijn in dalende orde (cf. Figuur 2): de huisarts, de thuisverpleging, de poetsvrouw (privé of via dienstencheques)en de kinesist. Daarna volgen huishoudhulp, gezinshulp, maaltijden aan huis, …
CM-Informatie 253 • september 2013
39
9,5 % 3,4 %
11,9 % 0,4 %
12,3 % 0,9 %
2,2 %
13,6 %
21,7 % 3,0 %
4,5 %
4,8 %
4,4 %
8,9 %
10 %
24,7 %
25,0 %
32,3 %
32,5 %
32,9 % 7,7%
20 %
19,3 %
20,4 %
30 %
18,1 %
40 %
39,9 %
Doet tijdens het jaar een beroep op de dienst
40,9 %
43,9 %
60 % 50 %
Kent de dienst
56,1 %
70 %
64,3 %
Figuur 2: Welke van deze diensten voor thuishulp/ thuiszorg kent u? Op welke diensten deed u tijdens het jaar een beroep?
Aide et soins à domicile du Brabant Wallon (ASD BW), de dienst voor thuishulp en thuiszorg van Waals-Brabant6 is door iets minder dan de helft van de respondenten gekend. Het afgelopen jaar deed nauwelijks iets meer dan één derde van hen hierop een beroep (36 %). De best gekende activiteiten van de dienst zijn: verpleging, gezinshulp en huishoudhulp. Wij onderstrepen ook dat wij enkele zeer nauwkeurige getuigenissen hoorden die bewijzen dat soms om financiële redenen niet de nodige hulp wordt gevraagd: 'Ja gezinshulp zou zeker nuttig zijn voor mij maar het is te duur'. 'Ja, ik heb gezinshulp nodig maar die is niet betaalbaar en dus doe ik het zelf!'
6
40
Hulp- en zorgcoördinator
Oppas zieke kinderen
Thuisoppas
Vrijwilligers van een vereniging
Ziekenvervoer
Maatschappelijk assistent
Personenalarmsysteem
Maaltijden aan huis
Gezinshulp
Huishoudhulp
Kinesist
Poetsvrouw (dienstencheques, privé...)
Thuisverpleegkundige
Huisarts
0%
Wie de dienst kent, vindt volgende criteria de belangrijkste: competentie, menselijk contact, kwaliteit van de prestaties. Aangepast uurrooster wordt als het minst belangrijke criterium beoordeeld. Zoals een respondent getuigt: 'Voor mij mogen zij om het even wanneer langskomen, als ik maar weet dat zij langskomen'. Eigenlijk zeggen de respondenten ons dat zij zich kunnen aanpassen als de prestaties en contacten maar van goede kwaliteit zijn. En dat is zo (zie Figuur 3): de gebruikers zijn zeer tevreden over de eerste drie criteria (score van 8,7 tot 9 op 10).
Aide et Soins à Domicile du Brabant Wallon (ASD BW). In Wallonië, Brussel en Eupen bestaan 11 lokale diensten voor thuishulp en thuiszorg (ASD - Aide et Soins à Domicile). Meestal bieden zij volgende dienstverlening: verpleging, diensten voor hulp bij het dagelijks leven (gezinshulp), huishoudhulp, thuisoppas, oppas van zieke kinderen, coördinatie van de thuisdienstverlening en thuiszorg. Al deze centra maken deel uit van de Fédération de l’Aide et des Soins à domicile (FASD). http://www.fasd.be/uploads/File/FASD/Brochure/brochure_FASD_2013.pdf
CM-Informatie 253 • september 2013
Figuur 3: Verwachtingen omtrent de diensten van ASD BW: score7 voor belangrijkheid en tevredenheid 10,0 9,28
9,5 9,0
8,67
8,5 8,0
7,9 8,14
8,48
8,18
8,48 8,31
9,14
9,12
8,62 8,69
8,50
8,97
8,76
7,5 7,0 6,5 6,0
6,4
5,5
Tevredenheid
Belangrijkheid
5,0 Goede uuroosters
Gepast antwoord op de vragen
Beschikbaarheid van de dienst
Kostprijs
Antwoordtermijn op de vraag
Competentie Kwaliteit van de prestaties
Menselijke contacten
3.3. Dienst maatschappelijk werk van het ziekenfonds Dat het ziekenfonds een dienst maatschappelijk werk heeft, weet meer dan één op drie respondenten maar bijna 60 % weet dit helemaal niet. En 19 % van de respondenten verklaarde dat zij het afgelopen jaar op de dienst een beroep moesten doen. De mensen verklaren dat zij deze dienst kennen voor volgende aspecten: tussenkomst bij het ziekenfonds, administratieve hulp of advies op sociaal vlak en hulp bij hun invaliditeitsdossier. Net zoals bij de dienstverlening door de lokale organisatie voor thuishulp en thuiszorg, primeren de criteria: menselijk contact,
7
kwaliteit van de tussenkomst, competentie. Dat laatste criterium is het belangrijkste. Opnieuw (zie Figuur 4) geven de gebruikers een zeer hoge tevredenheidsscore voor deze criteria (tussen 9 en 9,2 op 10). De laagste tevredenheidsscore (7,8 op 10, ondanks alles nog een zeer eervol resultaat) is de beschikbaarheid van het personeel. Uiteraard moet rekening worden gehouden met de openingsuren van de sociale permanenties maar ook dit wordt als het minst belangrijke criterium beschouwd. De mensen lijken zich dus ook hier aan de geldende uurroosters aan te passen.
Hoe hoger de score (berekend op 10), hoe belangrijker het criterium wordt gevonden en hoe groter de tevredenheid.
CM-Informatie 253 • september 2013
41
Figuur 4: verwachtingen betreffende de dienst maatschappelijk werk: score voor belangrijkheid en tevredenheid 10,0 9,5 9,0
9,23 8,88
8,5
8,83
8,50
8,82
9,22
9,09
9,07
9,03
8,99
8,69
8,0 7,5
7,80
7,0 6,5 6,0
Tevredenheid
Belangrijkheid
5,5 5,0 Beschikbaarheid Interventiesnelheid Gepaste personeel antwoorden op de vragen
Competentie
Kwaliteit van de interventies
Menselijke contacten
3.4. Thuiszorgmateriaal - Qualias8 59 % van de respondenten weet dat het ziekenfonds een gespecialiseerde winkel voor thuiszorgmateriaal heeft, maar bijna 34 % weet dit niet. 44 % bezocht de winkel al. 40 % gebruikt nog de oude benaming ‘Solival’, 25 % kent de naam niet en 22 % gebruikt de juiste benaming Qualias, zoals de winkel nu heet. De helft die de winkel kent, vindt deze voor iedereen toegankelijk (ook voor niet-leden). Zij zeggen dat zij meestal naar de winkel gaan om medisch materiaal te huren of te kopen en voor incontinentiemateriaal.
8 42
Wie de winkel kent, vindt volgende twee criteria zeer belangrijk: technische deskundigheid en prijs. Deze criteria krijgen van de gebruikers een hoge tevredenheidsscore (8,5 tot 8,7 op 10 - zie Figuur 5 hieronder). De hoogste tevredenheidsscore gaat naar de toegankelijkheid van de winkel (9,3 op 10), de laagste score naar de dienst-na-verkoop (7,1 op 10).
De Qualias-winkels vormen een netwerk van 29 bandagisterieën, 16 optiekcentra en 6 gehoorcentra die over Wallonië en Brussel verspreid zijn en deze zijn toegankelijk voor iedereen. De verschillende hulp- en verzorgingsmiddelen kunnen worden gekocht of gehuurd. Op het grondgebied van MC du Brabant Wallon bevinden zich drie Qualias-winkels. http://www.qualiasbw.be/ http://www.qualias.be/fr/accueil.html In Vlaanderen gaat het om Thuiszorgwinkels: www.thuiszorgwinkel.be
CM-Informatie 253 • september 2013
Figuur 5: verwachtingen betreffende de Qualias-winkel: score voor belangrijkheid en tevredenheid 10,0 9,5
9,09
8,91 9,0
8,70
8,76
8,76
8,59
8,5
8,60
8,55
8,66
8,67
8,70
8,78
8,65
8,68
9,32 8,40
8,0 8,02
7,5 7,0
7,08
6,5 6,0
Tevredenheid
Belangrijkheid
5,5 5,0
Dienst-naInformatie Toegepaste verkoop over mogelijke prijzen financiële hulp
Ontvangen Technische adviezen competentie van het personeel
Menselijk Beschikbaar- Leverings- Toegankelijkcontact heid van het snelheid heid van het materiaal magazijn
3.5. Vitatel – personenalarmsysteem Ongeveer 35 % van de respondenten weet dat CM een personenalarmcentrale (Vitatel) aanbiedt maar 59 % weet dit niet. 8 % van de respondenten maken hiervan gebruik maar slechts een minderheid van zowel diegenen die de dienst kennen als de effectieve gebruikers ervan kent de naam van de dienst: Vitatel. Op de vraag naar de belangrijkste motivatie om een toestel te hebben, antwoordt de meerderheid 'een veilig gevoel thuis ' en dat is de eerste opdracht van de dienst.
De respondenten die de diensten kennen, vermelden volgende criteria: de antwoordsnelheid bij een oproep is het belangrijkste criterium. Daarna volgen criteria als de opvolging van de oproepen, de interventiesnelheid bij een panne en het gebruiksgemak van het materiaal. Figuur 6 toont dat de gebruikers zeer tevreden zijn over de menselijke contacten (9,1 op 10) en de antwoordsnelheid (9,1 op 10). De laagste score gaat naar de vriendelijkheid van de installateurs (8,2 op 10, maar toch nog altijd een goede score!).
CM-Informatie 253 • september 2013
43
Figuur 6: verwachtingen betreffende Vitatel, personenalarmsysteem: score voor belangrijkheid en tevredenheid 10 9,44 9 8,65 8
8,24
8,98
8,88
9,00
9,00
7,96
7,68
9,12
9,08
7,74 7,18
7
6
5,55 5,07
5
4,87 Tevredenheid
Belangrijkheid
4 Vriendelijkheid Kostprijs van van de de dienstinstallateurs verlening
Gebruiksgemak van het materiaal
Opvolging van de oproepen
InstallatieInterventietermijn van snelheid bij het materiaal panne
Antwoordsnelheid bij oproep
Menselijke contacten
3.6. Advies voor thuisinrichting – vzw Solival9 Drievierde van de respondenten weet niet dat het ziekenfonds advies voor woningaanpassing geeft. De naam is absoluut onbekend en de activiteiten ook: de gebruikers van de dienst zeggen dat zij daar ' medisch en verzorgingsmateriaal' aankopen terwijl dat specifiek de Qualias-winkel is. Vroeger heette de thuiszorgwinkel echter Solival waardoor de respondenten misschien enigszins verward zijn!
4. Bespreking Dit was een zeer lokaal onderzoek maar de 756 respondenten leverden ons zeer robuuste informatie die zeker naar heel Waals-Brabant kan worden geëxtrapoleerd. Een eerste informatiegegeven betreft de leefsituatie van de respondenten. Meer dan 40 % van deze personen woont
9
44
alleen en sommigen weten niet bij wie zij in noodgevallen terecht kunnen. Dat alleen al is een verontrustend resultaat gezien de gebruikte selectiecriteria om de steekproef samen te stellen. De helft van de respondenten krijgt hulp van een naaste. Deze enquête bewijst nogmaals het belang van de inzet van de mantelzorgers en dus van het informele netwerk dat vaak dagelijks bijspringt. Kortom, vroeg of laat worden thuishulp en thuiszorg een realiteit zoals blijkt uit de sprekende getuigenissen hieronder: 'Nu hebben wij dit nog niet nodig maar mijn man is 82 jaar en ik 81 jaar, er kan van alles gebeuren !!!'. 'Neen ik ben nog geen 60 jaar maar als ik me niet langer gemakkelijk alleen kan behelpen, zal ik zeker een beroep doen op een vorm van thuishulp. Mijn ouders willen hiervan bijvoorbeeld jammer genoeg niet weten maar wij, hun kinderen, zijn daardoor wel bang.'
Deze vzw verstrekt informatie, onderzoekt en adviseert omtrent de technische hulpmiddelen, en bestudeert de mogelijkheden voor woningaanpassing. Zij beschikt over zalen waar het materiaal kan worden getest en waar kan worden geleerd om het te gebruiken. Zij geeft persoonlijk advies, begeleidt bij het ontwerp van woningaanpassing of de keuze van materiaal en technische hulpmiddelen, en organiseert een bezoek van de woning door een ergotherapeut. Haar diensten staan open voor iedereen. http://www.solival.be/index.php
CM-Informatie 253 • september 2013
Voor zowel diegenen die de dienst voor thuishulp en thuiszorg en de sociale dienst kennen als de ‘gebruikers’ van die diensten, wijst de studie op het belang van competentie, kwaliteit van de prestatie, menselijke contacten. Ook hiervoor is het geen toeval dat het menselijke aspect uiterst belangrijk is en dat de kwaliteit van de relatie zoals die wordt ervaren, het succes van de aangeboden dienstverlening bepaalt. Dat onderstreept ook volgende negatieve getuigenis: 'Aan het psychologisch aspect in de relatie met de ouderen moet worden gewerkt. Onze gezinshelp(st)ers zijn te gestrest, in gedachten zijn zij al met hun volgende huisbezoek bezig. Zij haasten zich om klaar te zijn'. Voor de meer technische dienstverlening zijn de belangrijkste criteria telkens specifiek: technische competentie, de prijs voor Qualias en de antwoordsnelheid bij een oproep naar Vitatel. De gebruikerstevredenheid is meestal groot tot zeer groot. De studie wijst duidelijk op lacunes in de bekendheid. Eenvoudiger geformuleerd, de 'merken', de 'uithangborden', de benamingen zijn niet bekend. Dat geldt voor alle actoren maar vooral voor Qualias, Vitatel en Solival. Ander flagrant element: de respondenten zien niet dat deze diensten aan CM zijn gekoppeld en zien evenmin een onderling verband tussen de verschillende diensten. Eenvoudig uitgedrukt: het doelpubliek weet niet dat deze verschillende diensten tot het CM-netwerk behoren en onderling samenwerken. Het lijken allemaal aparte entiteiten. Hieromtrent wijzen wij echter erop dat de gegevens werden verzameld vóór de mediacampagne in april en juni 2012 over de verschillende thuiszorgpartners van CM. Bij dat gebrek aan bekendheid komt soms nog verkeerde informatie of verwarring. Bijvoorbeeld, nauwelijks de helft van de mensen die zeggen de Qualias-winkel te kennen vindt deze voor iedereen toegankelijk. Dat geldt ook voor Vitatel, nauwelijks één derde van wie de dienst kent, vindt deze voor iedereen toegankelijk. Idem voor de diensten voor thuishulp en thuiszorg: iets meer dan één derde van diegenen die de dienst kennen, denkt dat zij maaltijden aan huis brengen en dit is niet het geval. Verwarring ten top over de activiteiten van Solival (advies over thuisinrichting) dat met de Qualias-winkel wordt gelijkgesteld …
5. Aanbevelingen De resultaten van de studie zijn meermaals voorgesteld en besproken met de verschillende actoren. Hieruit bleek dat verschillende lokale actiepistes in de toekomst mogelijk zijn.
5.1. Participatiecomité mutualistisch gezondheidscentrum van Nijvel Na de voorstelling van de resultaten deed het participatiecomité suggesties voor het vervolg van het project. Ziehier enkele concrete suggesties:
• Een 'merkenpagina' met een beknopt gegevensoverzicht van de verschillende diensten voor verspreiding bij de leden en niet-leden. • Vermelding van deze gegevens op de ommezijde van de brief die naar gehospitaliseerde leden wordt gestuurd. • Informatie en vorming voor de ziekenfondsconsulenten, de lokale contactpersonen over de eerstelijnsdiensten (met goede informatie over de voordelen die de aanvullende verzekering voor die diensten biedt).
5.2. Overleg tussen de betrokken diensten De resultaten zijn ook voorgesteld en besproken tijdens de vergadering van de actoren die bedoeld zijn door de enquête van 7 december 2012: de diensten voor thuishulp en thuiszorg - ASD BW, de sociale dienst, Qualias, PSD/Vitatel en Solival. Gekozen pistes: • Beter communiceren tussen de diensten, betere zichtbaarheid en begrijpen van de ‘merken’ en benamingen van onze diensten (vb: dat CM een thuiszorgwinkel met medisch materiaal heeft, is geweten maar de naam ervan, Qualias, kent men niet). De term Solival beantwoordt aan geen enkele concrete dienstverlening voor het doelpubliek. • Elke entiteit zou ook 'moeten bekend maken' 'wat zij niet doen' en de zorgverleners op het terrein (verpleegkundige, gezinshulp, installateur Vitatel …) zouden ook de andere diensten dan de hunne moeten bekendmaken. Elke vereniging zou daarvoor aangepaste gemeenschappelijke instrumenten moeten hebben. • Gedacht zou moeten worden aan een 'gemeenschappelijk contactpunt' tussen de verschillende entiteiten. • Transversaliteit wordt aangehaald opdat de diensten elkaar beter zouden kennen en om coördinatie te bevorderen zonder te spreken van een 'bindmiddel' tussen de diensten. Het mutualistisch gezondheidscentrum kan de basis leggen voor een beter geïntegreerd aanbod. De functie van coördinator binnen de dienst voor thuiszorg en thuishulp draagt bij tot de noodzakelijke multidisciplinaire aanpak. • Sommige dienstverantwoordelijken spreken van 'micro-initiatieven' (vb: gemeenschappelijke actie voor mantelzorgers, 'folder' voor terreinwerkers …).
Wij wensen de verantwoordelijke, de beroepskrachten en de vrijwilligers van het mutualistisch gezondheidscentrum van Nijvel en de algemene directie van de dienst ASD Brabant Wallon te danken voor hun efficiënte hulp bij deze enquête. Onze bijzondere dank gaat ook naar de directie en het personeel van PSD voor de gegevensinvoer.
CM-Informatie 253 • september 2013
45