Evaluatie MO2MO.nl Pilot gemeente Gulpen-Wittem, najaar 2010, scholengemeenschap Sophianum te Gulpen
Evaluatie MO2MO.nl
Datum: 9 september 2011 Uitvoering: VIA.nl Erik Donkers Walter Swolfs Michelle van de Laarschot Projectcode: DNL3105_002-R02 EVALUATIE Status: Concept In opdracht van: Regionaal Orgaan Verkeersveiligheid Limburg Dhr. H.H. Peeters
INHOUDSOPGAVE 1
Proces en organisatie
3
1.1
Inleiding
3
1.2
Voorbereiding en verantwoording
3
1.3
Uitvoering pilot-project
5
1.4
Organisatie
8
2
Evaluatie leerlingen/School
9
2.1
Start MO2MO.nl en communicatie
9
2.2
MO2MO.nl per level
9
2.3
Aanbevelingen van de leerlingen over MO2MO.nl
12
2.4
Tijdsbesteding en logboek
12
2.5
Positieve/negatieve aspecten MO2MO.nl
13
3
Technische evaluatie
14
3.1
Programma MO2MO.nl
14
3.2
Verkeersopinie en vragenlijst
14
3.3
Gebruik browser versus technische problemen
15
4
Evaluatie mobiele ouderen
16
5
Onderzoeksresultaten
17
5.1
Doel resultaten
17
5.2
Verplaatsingsprofiel
17
5.3
Verkeersgedrag
18
5.4
Maatregelenpakketten
18
6
Doelstelling MO2MO.nl
19
7
Conclusies & Aanbevelingen
21
7.1
Conclusies
21
7.2
Aanbevelingen
22
Lijst van bijlagen
25
I. Monitorrapportage MO2MO.nl
26
1
1
PROCES EN ORGANISATIE
1.1
Inleiding
Dit project is ontstaan uit de wens van het ROVL om het verkeersveiligheidsbeleid in Limburg voor ouderen gerichter op te stellen. Het ROVL en VIA.nl werken graag samen om innovatieve projecten te realiseren binnen de missie van het ROVL, namelijk het streven naar nul verkeersslachtoffers. Hieruit is het concept met de werktitel “VIA the Game” gerold, dat later in het proces MO2MO.nl werd genoemd, om aan de bovengenoemde uitdaging invulling te geven. MO2MO.nl is een pilot-project met de bedoeling het project uitvoerig in de praktijk te testen en te beoordelen om te bekijken of er een vervolgtraject mogelijk is. Het pilot-project is uitgevoerd door leerlingen van de bovenbouw HAVO/VWO van de scholengemeenschap Sophianum in de gemeente Gulpen-Wittem. Door middel van deze evaluatie zal het programma MO2MO.nl, het proces en de organisatie tijdens het project beoordeeld worden. Daarnaast worden de resultaten kritisch bekeken om antwoord te krijgen of de resultaten daadwerkelijk input opleveren voor het verkeersveiligheidsbeleid gericht op zestigplussers. In de monitorrapportage zijn de onderzoeksresultaten verzameld en de conclusies moeten leiden naar een concrete aanpak. De aanbevelingen in deze rapportage geven de eerste aanzet voor het vervolg van MO2MO.nl. Bij deze evaluatie zijn de volgende partijen betrokken: » » » »
ROVL (initiator) Gemeente Gulpen-Wittem (wegbeheerder en stagemakelaar) School (begeleider leerlingen) VIA.nl (projectbureau)
Om het project een concrete invulling te geven is een plan van aanpak opgesteld dat voorzien is van de volgende stappen: » » »
Stap 1: Voorbereiding en verantwoording Stap 2: Uitvoering pilot-project Stap 3: Evaluatie en advies
In de volgende paragrafen wordt het proces beschreven van de eerste twee stappen. Deze rapportage is een resultaat van stap 3, evaluatie en advies.
1.2
Voorbereiding en verantwoording
De voorbereiding en verantwoording bestonden uit een aantal aspecten, namelijk: » » » »
Verkeerskundige verantwoording en onderbouwing Benodigde communicatie-instrumenten Eisen ten aanzien van de maatschappelijke stage Vormgeven programma en ontmoetingsplatform
3
Verkeerskundige verantwoording en onderbouwing Voorafgaand aan de start van het pilot-project heeft VIA.nl een verantwoordingsrapportage opgesteld. In deze rapportage is gedetailleerd beschreven hoe het project is ingericht en georganiseerd, welke bijdrage verwacht kan worden voor de verkeersveiligheid, welke producten worden verkregen en hoe het project het beste kan worden toegepast. Deze verantwoordingsrapportage is tijdens een bijeenkomst met de betrokken partijen uitvoerig besproken. Benodigde communicatie-instrumenten Voor de verschillende doelgroepen (jongeren, ouderen, wegbeheerders, scholen) is de website www.mo2mo.nl ontwikkeld. Op de startpagina kan de gewenste doelgroep gekozen worden waarna de relevante en specifieke informatie voor de bezoeker beschikbaar is. Voor de jongeren geldt dat zij op hun “Jongeren” pagina ook zichzelf kunnen registreren of kunnen inloggen om toegang tot het onlineprogramma te krijgen. Het online-programma wordt gebruikt door de jongeren om stapsgewijs, door middel van 11 levels, hun maatschappelijke stage te doorlopen. Voor de wegbeheerder is het mogelijk om in ViaStat direct de resultaten te bekijken van de bevindingen, die de jongeren hebben ingevoerd in het programma Verkeersopinie. De leerkracht die de leerlingen begeleid tijdens de maatschappelijke stage heeft de mogelijkheid om de voortgang van iedere afzonderlijke leerling te monitoren/controleren binnen de digitale omgeving van MO2MO. Om de leerlingen de mogelijkheid te geven MO2MO.nl te evalueren en te beoordelen, wordt ieder level afgesloten met enkele evaluatievragen waarbij de jongeren hun mening kunnen geven over het programma en ideeën aan te dragen voor eventuele verbetering. Daarnaast heeft VIA.nl samen met de leerlingen tijdens een bijeenkomst MO2MO.nl uitgebreid geëvalueerd. Ter promotie van het programma MO2MO.nl is ook een informatieleaflet ontworpen voor geïnteresseerde wegbeheerders. Eisen ten aanzien van de maatschappelijke stage In de verantwoordingsrapportage zijn ook de randvoorwaarden van de maatschappelijke stage beschreven. Het aantal, te besteden, uren voor de maatschappelijke stage per opleidingsniveau is gekoppeld aan het aantal ouderen dat de jongeren moeten benaderen. Aangezien maatschappelijke stage in tweeën gesplitst is voor de leerlingen van het Sophianum hadden zij beperkte tijd beschikbaar voor de pilot-stage. Daarom werd besloten om alle deelnemende leerlingen slechts één oudere te laten benaderen en te bezoeken. Vormgeven programma en ontmoetingsplatform Het programma MO2MO.nl is onderverdeeld in elf levels en een introductie. Tijdens het doorlopen van de levels zijn de volgende onderwerpen aan bod gekomen: » » » » »
4
Omgaan met ouderen Benaderen van ouderen Verkeerskundige basiskennis Verplaatsing in het verkeersbeeld van ouderen Formuleren van doelstellingen
» » » »
Draaiboek opstellen Uitvoeren van de opdracht Invoeren van informatie Evaluatie van het programma en project
Oorspronkelijk was het conceptidee van MO2MO gericht op een gameomgeving voor jongeren, waarbij avatars, interactieve spellen en animaties centraal staan. Het was de bedoeling het programma op die manier aantrekkelijk te maken voor de jongeren. Gezien de doorlooptijd en het beschikbare budget om het programma te ontwikkelen, is het aantal games beperkt gehouden. Er is gekozen om één game te laten ontwikkelen door een externe partij. Deze game is opgenomen in level 7. Het is de vraag of het ontwikkelen van avatars, games en animaties toegevoegde waarde heeft voor het programma. Bovendien zijn dit soort “technische snufjes” sterk onderhevig aan hypes en trends. Daarmee is er een risico dat bijvoorbeeld een ontwikkelde game al “uit” is voordat deze geïmplementeerd is. Het is beter om concrete (praktijk)opdrachten te ontwikkelen die aansluiten op het bestaande vakkenpakket. De ontwikkeling van een ontmoetingsplatform waarbij jongeren via het platform mobiele ouderen kunnen vinden om deel te nemen aan het project, bleek binnen de korte tijdspanne, technisch gezien, niet te realiseren. Daarnaast bleek het praktisch handiger om de jongeren zelf naar een oudere te zoeken via hun eigen sociale netwerk of de ouderenbond. Voor een eventueel vervolg is het ontmoetingsplatform te overwegen, mits de communicatie naar de ouderen goed wordt ingericht, zodat zij zich op dat platform zullen manifesteren. Om een extra pilot-project te starten op nog een school is het Stella Maris College te Meerssen benaderd. Op de maatschappelijke stagemarkt is MO2MO gepresenteerd aan de leerlingen. Helaas hebben te weinig leerlingen zich aangemeld voor MO2MO als maatschappelijke stage. De keuze in stages was enorm en voor de leerlingen was het concept MO2MO niet heel duidelijk. Hieruit moet geconcludeerd worden dat de communicatie naar de leerlingen verbeterd moet worden. Door middel van de juiste communicatie moet het voor leerlingen aantrekkelijk gemaakt worden om deel te nemen.
1.3
Uitvoering pilot-project
De uitvoering van het pilot-project bevatte een aantal onderdelen: » » » » »
Implementatie en uitvoering van MO2MO.nl op de school Begeleiding van de school binnen het project Het monitoren en bijsturen van de stappen Verslagleggen van de gebeurtenissen Verzorgen van de helpdesk
Implementatie en uitvoering van MO2MO.nl op de school Ter voorbereiding van het programma MO2MO.nl hebben alle deelnemende leerlingen een tweedaagse introductie gevolgd. De eerste dag werd een uitgebreide toelichting gegeven door middel van een presentatie. Tijdens deze introductie werd
5
ook een aangepaste planning doorgenomen. Deze planning verschilde van de planning die is opgenomen in de verantwoordingsrapportage vanwege een proefwerkweek en de herfstvakantie. De doorlooptijd was tien weken inclusief de vakantie en proefwerkweek in week 42 respectievelijk week 45. Daarnaast hebben de leerlingen een hand-out ontvangen met uitleg over MO2MO.nl en een korte beschrijving van de elf levels die de leerlingen moesten doorlopen. Om ‘feeling’ te krijgen met het onderwerp verkeersveiligheid en ouderen zijn er groepsopdrachten ontwikkeld. Er zijn twee groepen gemaakt om de groepsopdrachten te verdelen. Voor de eerste groepsopdracht moest de groep een lastige, drukke oversteekplaats in Gulpen bezoeken om vervolgens als ‘mobiele oudere’ de oversteek te maken. Een persoon kreeg twee WC rollen, zodat het zicht verminderd was; de tweede persoon kreeg oordoppen in, zodat het gehoor verminderd was en de derde persoon kreeg twee aan elkaar gebonden elastieken om de enkels, zodat de mobiliteit verminderd was. Twee observanten stonden aan de ene kant van de oversteekplaats en twee observanten stonden aan de andere kant. De observanten moesten waarnemen welke problemen werden ervaren bij het oversteken als ‘mobiele oudere’. De andere groep bleef in de klas. Deze groep kreeg de opdracht nieuwsartikelen en beeldmateriaal (afbeeldingen, filmpjes) te verzamelen op Internet. Het gevonden materiaal moest worden verwerkt in een korte presentatie. De presentatie moest antwoord geven op de vraag welke problemen ouderen kunnen ondervinden in het verkeer. Na de groepsopdrachten konden de leerlingen aan de slag met MO2MO.nl om hun eigen inlog en wachtwoord aan te maken. Vervolgens konden zij aan de slag met eerste vier levels. Vanwege de kortere tijdsduur die gepland is voor de maatschappelijke stage is besloten het organiseren van een evenement voor de ouderen (level 2) te schrappen en de leerlingen hoeven met slechts één oudere op pad. Op de tweede dag hebben de leerlingen een eerste evaluatie gehad. De leerlingen hadden de mogelijkheid om te vertellen wat zij op dat moment vonden van MO2MO.nl. Daarbij kwam duidelijk naar voren dat de eerste vier levels, voor bovenbouwleerlingen van HAVO en VWO, als erg makkelijk werden ervaren. In hoofdstuk 2 wordt nader ingegaan op de inhoudelijke evaluatie van de levels door de leerlingen. Begeleiding van de school binnen het project De beheermodule voor de begeleidende docent om de voortgang van de leerlingen te kunnen monitoren is tijdens de introductie van MO2MO.nl uitgelegd. Daarnaast kon de docent direct contact leggen met VIA.nl indien er vragen of problemen zich voordeden. Het monitoren en bijsturen van de stappen Tijdens de uitvoering van het project heeft VIA.nl tevens de voortgang van de leerlingen gecontroleerd en de docent geïnformeerd indien leerlingen achterliepen op schema. Tijdens het proces heeft er regelmatig e-mail of telefonisch contact plaatsgevonden tussen docent en VIA.nl om het project in goede banen te leiden.
6
Verslagleggen van de gebeurtenissen Na de bespreking van de verantwoordingsrapportage is een verslag gemaakt en per e-mail verstuurd aan alle betrokken partijen. Naar aanleiding van de bespreking is de verantwoordingsrapportage aangepast waar nodig. Tijdens het project zijn twee nieuwsbrieven naar de betrokken partijen gestuurd om hen te informeren over de stand van zaken. In de nieuwsbrief werd met name de nadruk gelegd op de voortgang van de deelnemende leerlingen. Een derde nieuwsbrief zal verschijnen naar afloop van de evaluatie. Verzorgen van de helpdesk Ten tijde van het doorlopen van het programma hadden de leerlingen de beschikking over de helpdesk van VIA.nl. Via hun docent konden ze bij VIA.nl hun vraag stellen of hun probleem voorleggen. In de praktijk bleek de technische problemen van de leerlingen vaak wat complexer en zodoende benaderden de leerlingen de helpdesk van VIA.nl direct per e-mail. Er werd dan zo spoedig mogelijk antwoord gegeven of het probleem werd voorgelegd aan de IT afdeling van VIA.nl om het probleem op een snelle manier op te lossen.
7
1.4
Organisatie
Bij het pilot-project MO2MO.nl zijn verschillende partijen betrokken, namelijk het ROVL (opdrachtgever), de gemeente Gulpen-Wittem (wegbeheerder en stagemakelaar), scholengemeenschap Sophianum (docenten en leerlingen), ouderen in de gemeente Gulpen-Wittem en verkeersadviesbureau VIA.nl. In het volgende schema zijn de rollen en taken van de betrokken partijen gedefinieerd. Partij
Rol
Taak
ROVL
Opdrachtgever
»
Stimuleren, activeren
»
Toepassen van informatie in regionaal beleid Opnemen van project in regionaal beleid
Wegbeheerder
Informatiegebruiker
»
Toepassen van de informatie in het gemeentelijk verkeersveiligheidsbeleid.
Stagemakelaar
Bemiddellaar, ondersteunen, faciliteren
»
Ondersteunen van de contacten tussen ouderen partijen en school/jongere Ondersteunen bij externe communicatie over het project Project in het gemeentelijk beleid opnemen
» »
School
Begeleider
» »
begeleiden van de jongere monitoren voortgang van de jongere
Jongere
Informatieverzamelaar
» »
doorlopen levels uitvoeren opdrachten
Oudere
Informatiebron
»
participeren
VIA.nl
Ontwikkelen en faciliteren
» » »
technische ondersteuning PR management schrijven evaluatie/ verantwoording over het project
Uit de evaluatiebijeenkomst is gebleken dat de rol van de stagemakelaar, vanuit de gemeente, niet helemaal duidelijk is. Wat zijn de precieze taken en hoe kunnen we de stagemakelaar bij het project betrekken? Tijdens de pilot heeft de docent van het Sophianum zelf contact gezocht met de ouderenbond ter plaatse. In een vervolgtraject is het aan te bevelen de ouderenbonden van te voren te betrekken in het project. Op die manier is het voor de jongeren makkelijker ouderen te zoeken en te benaderen. Daarnaast is het mogelijk om via de ouderenbonden meer achtergrondinformatie over de doelgroep mobiele ouderen te verzamelen. Daarnaast is het van belang de gemeente te betrekken bij het communiceren naar ouderen. Zij hebben meestal inzicht hoe de ouderen het beste te benaderen zijn voor dit soort projecten/onderzoeken.
8
2
EVALUATIE LEERLINGEN/SCHOOL
Aan het pilot-project hebben 16 leerlingen van het Sophianum college te Gulpen deelgenomen. Deze leerlingen zaten in HAVO 4 of 5 of VWO 4 of 5. De leeftijd van de deelnemende leerlingen varieerde van 15 tot 17 jaar.
2.1
Start MO2MO.nl en communicatie
Na afloop van het project heeft VIA.nl samen met de leerlingen MO2MO.nl geëvalueerd op, met name, de praktische invulling van het programma. In de volgende paragraaf is een evaluatie per level beschreven. Ook de docent van het Sophianum, die de leerlingen gedurende het pilot-project heeft begeleid, heeft zijn oordeel gegeven over het proces en communicatie. De introductie van VIA.nl (presentatie en groepsopdrachten) werd als prettig ervaren. De communicatie met de leerlingen, docent en VIA.nl tijdens het project was voldoende en communicatiekwaliteit was goed. De communicatie tussen docent en leerlingen werd als matig tot goed beoordeeld. Ondanks de beschikbare contactgegevens, was het voor de docent soms lastig om goed en eenduidig te communiceren met de leerlingen. Er waren leerlingen die niet of pas laat reageerden op communicatie-uitingen van de docent. Daarnaast moet worden opgemerkt dat in de toekomst duidelijke afspraken gemaakt moeten worden en een moment gekozen moet worden om tussentijds te evalueren. Er zou betere (keuze)voorlichting gegeven moeten worden. Over het algemeen was van tevoren niet goed duidelijk wat de inhoud van het project was en welke verwachtingen er waren ten aanzien van de leerlingen. Daarnaast was er (meer dan) voldoende stageplaatsen beschikbaar, waardoor minder leerlingen dan verwacht hebben gekozen voor MO2MO.nl als hun maatschappelijke stage. Advies: duidelijke informatievoorziening/briefing voor leerlingen. Het is raadzaam om met de leerlingen vooraf afspraken te maken over manier van communiceren tussen docent en leerlingen. Groepsopdrachten De opdrachten bij de start van het project waren leuk, maar moeten inhoudelijk verder uitgewerkt worden. Misschien kunnen de leerlingen de groepsopdrachten ter voorbereiding uitvoeren en de resultaten presenteren tijdens de introductiebijeenkomst.
2.2
MO2MO.nl per level
Introductie en level 1 Het introductiefilmpje werd door veel leerlingen als overbodig beschouwd. De verstaanbaarheid liet te wensen over en de professionaliteit werd in twijfel getrokken. De vragen in level 1 waren veel te makkelijk. De HAVO en VWO leerlingen kregen het gevoel voor “dom” gehouden te worden. Elf levels waren misschien ook wat
9
veel. Het is beter het aantal levels in te korten en deze wat uit te breiden met uitdagendere vragen/opdrachten. Level 2 Organisatie evenement Het organiseren van het evenement om op die manier ouderen te werven is wegens tijdgebrek buiten beschouwing gelaten. Dit level is echter wel meegenomen in de evaluatie. Hadden de leerlingen sneller een oudere gevonden als dit level wel uitgevoerd was? Wellicht, maar er wordt getwijfeld in hoeverre de ouderen mee zouden willen werken aan dit project. Dit is een vertrouwenskwestie. Daarnaast kost het organiseren van het evenement meer tijd dan gepland en hebben de leerlingen geen idee wat voor soort evenement, dat aansluit bij de interesse van ouderen, ze zouden kunnen organiseren. De leerlingen hadden moeite om een oudere te vinden die woonachtig is binnen de gemeente Gulpen-Wittem. De leerlingen kennen zelf weinig ouderen in hun netwerk, behalve hun grootouders. Via de bemiddeling van docent Jo Lenzen hebben de leerlingen contact kunnen leggen met de ouderenbond. Een aantal ouderen heeft toegezegd deel te willen nemen. De ouderenbond biedt mogelijkheden om de doelgroep te benaderen, maar hoeveel mensen in de leeftijdscategorie 60 tot 75 jaar zijn lid bij de ouderenbond? Het is aan te bevelen op zoek te gaan naar alternatieven om met ouderen in contact te komen. Via de gemeente of ouderenbonden kunnen ouderen benaderd worden. Deze organisaties hebben regelmatig contact met de doelgroep en hebben voldoende autoriteit om ouderen bij het project te betrekken. Een alternatief is om ouderen te werven bij bijvoorbeeld de supermarkt, nadat er in de plaatselijke krant gecommuniceerd is dat er een onderzoek naar de verkeersbeleving van ouderen gaat plaatsvinden. Via de plaatselijke krant is het ook mogelijk om een oproep te plaatsen. Deze twee ideeën kunnen de vervanging vormen voor de organisatie van het evenement. Sommige ouderen die hebben deelgenomen aan het project bleken toch ouder dan 75 jaar en deze personen vallen buiten de beoogde doelgroep. Naast deze opmerkingen werd tevens door de leerlingen waargenomen dat ouderen die woonachtig zijn in de gemeente Gulpen-Wittem vaak al extra opletten bij de gevaarlijke verkeerssituaties binnen de gemeente. Level 3 Het belscript Dit level werd door sommigen nuttig gevonden om een script te hebben dat als rode draad kan dienen. Soms was het te absoluut wat betreft de antwoorden. De leerlingen zouden graag zien dat er opmerkingen kunnen worden toegevoegd om het script persoonlijk te optimaliseren. De vraag “welke stem het natuurlijkst is” werd niet gegrond geacht. Sommige vragen hebben meerdere goede antwoorden. Level 4: Afspraak maken Voor de meeste leerlingen leverde dit geen problemen op. Sommigen hebben beide afspraken op hetzelfde moment gepland vanwege de tijd. In principe levert dit geen bezwaar op als de oudere daarmee akkoord gaat. Beide opties moeten mogelijk blijven.
10
Level 5: Eerste ontmoeting met de oudere Over het algemeen hebben de leerlingen een positieve ervaring met het ontmoeten en op stap gaan met hun oudere. De meeste ouderen hadden echter weinig moeite met het verkeer, aldus de leerlingen. Het invullen van de onderdelen uit de vragenlijst in Verkeersopinie leverde voor sommige leerlingen technische problemen op. Deze problemen zijn beschreven in paragraaf 3.2. Level 6: Basis verkeersles De verkeersvragen waren over het algemeen te makkelijk. Zes leerlingen van de 16 hebben hun brommerrijbewijs reeds behaald. De vragen mogen wat moeilijker. En er wordt voorgesteld om de vragen dynamischer in te steken door middel van filmpjes en foto slideshows. Level 7: Spel verkeersbeleving mobiele ouderen De meningen zijn verdeeld als het gaat om het spel. Sommigen vonden het spel erg leuk en grappig. Anderen vonden het spel te complex en twijfelen aan de relevantie. De simulatie, op zich, moet verbeterd worden. In het spel kun je niet naar links en rechts kijken en de oudere heeft maar een herkenbare beperking, namelijk het zicht. Kortom, het spel moet meer relevantie krijgen en de simulatie moet verbeterd en uitgebreid worden. Level 8: Formuleren SMART doelstelling Het SMART principe is bij geen enkele leerling blijven hangen. Deze theorie was te ingewikkeld en moeilijk. Het was bijna onmogelijk om hier een goed antwoord te geven, omdat iedere leerling op zijn/haar eigen manier de doelstelling formuleert. In hoeverre sloot het SMART principe aan op de inhoud van MO2MO? Wellicht is het aan te bevelen idee om het formuleren van de doelstelling (met of zonder SMART) aan het begin van het programma te plaatsen. Op die manier denken de leerlingen zelf na over het doel van hun maatschappelijke stage. Level 9: Opstellen actie- en materiaallijst Sommige leerlingen vonden dit level overbodig. Anderen vonden het level wel handige tips geven, maar de vragen waren te gemakkelijk. Misschien moet dit level ook aan het begin geplaatst worden en kan dit level gecombineerd worden met bijvoorbeeld level 10. Daarnaast werd opgemerkt dat het handig is om te beschikken over een gemeentekaart of plattegrond, die ook af te drukken is. Deze kaart/plattegrond kan dan meegenomen worden naar de afspraak met de oudere. Level 10: Worst-case scenario De geschetste situaties lagen nogal voor de hand. In principe weet iedere leerling dat in levensbedreigende situaties 112 gebeld moet worden. Er wordt geopperd de situaties uit te breiden met zaken waar je niet 1-2-3 aan denkt. Level 11:Tweede afspraak ouderen Het was onhandig dat men niet in Verkeersopinie kan terugkijken naar reeds ingevulde vragen en eventueel een antwoord kunt wijzigen. Het programma Verkeersopinie loopt dan vast. Het technisch gedeelte van Verkeersopinie liet te
11
wensen over. Het was niet mogelijk meer dan drie locaties in te vullen (dit is later aangepast). Toen dit eenmaal mogelijk was, verliep het prikken van locaties nog niet vlekkeloos, omdat je na het prikken van de locaties niet direct de vervolgvragen te zien kreeg. En soms werden de locaties helemaal niet opgeslagen. Om de oudere de mogelijkheid te geven een opmerking te maken bij een gevaarlijke locatie moet een extra vak/open vraag toegevoegd worden. Het tekstvak in de evaluatievragen van level 11 in MO2MO.nl was te klein (maximaal 500 tekens) en het was jammer dat de leerlingen daardoor niet uitgebreider hun ervaringen hebben kunnen delen.
2.3
Aanbevelingen van de leerlingen over MO2MO.nl
Hieronder zijn een aantal aanbevelingen, die de leerlingen geformuleerd hebben, opgesomd. » Het is praktischer voor de leerlingen als tijdens het doorlopen van de levels teruggeblikt kan worden naar reeds ingevulde vragen. » Het aantal levels moet worden teruggeschroefd. De leerlingen hebben aangegeven interesse te hebben in praktische opdrachten (zoals presentatie maken, gevaarlijke verkeerspunten fotograferen). Daarnaast moet het programma worden opgeleukt door relevante simulaties en filmpjes. » De vragen moeten uitdagender voor het leerniveau HAVO en VWO. Het is aan te bevelen MO2MO.nl ook te testen bij VMBO’ers alvorens in het vervolgtraject het niveau aan te passen. » De bijgevoegde downloads moeten op een duidelijkere plek (terug) te vinden zijn. Hierbij kan gedacht worden aan de website of op een centrale plaats in het programma zelf. » Het benaderen van de ouderen moet beter gecoördineerd worden. Er moet nagedacht worden over een communicatiemethode om meer ouderen te werven. Leerlingen hebben weinig ouderen in hun eigen netwerk. Door een samenwerking tussen school, ouderenbond en gemeente zal een gezamenlijke werving van de ouderen meer bereidwillige ouderen opleveren. » De leerlingen hebben goede begeleiding nodig om in contact te komen met onbekende ouderen. » De doorlooptijd van MO2MO was erg lang (10 weken). Er wordt de voorkeur gegeven aan een kortere tijdspanne en een andere periode die proefwerk- en vakantievrij zijn. » Voor de docent moet de inhoud van MO2MO makkelijker beschikbaar zijn zonder dat hij/zij het gehele programma dient te doorlopen. » Voor de leerlingen moet het aantrekkelijk gemaakt worden om deel te nemen aan MO2MO.nl.
2.4
Tijdsbesteding en logboek
Wegens de korte tijdspanne was het technisch gezien niet mogelijk een digitaal logboek voor de leerlingen in het programma te bouwen. In het vervolg is dit wel een vereiste om de bestede tijd van de leerlingen te monitoren.
12
Tijdsbesteding per onderdeel » » » » » »
Introductie: 8 uur (2 dagdelen) 1e afspraak: 15-45 minuten (inclusief reistijd) 2e afspraak: 30-90 minuten (inclusief reistijd) Invullen vragenlijsten in Verkeersopinie: circa 30 minuten Doorlopen alle MO2MO.nl levels: 1 tot 8 uur (afhankelijk van technische problemen) Evaluatie met leerlingen: 2 uur
In totaal hebben de leerlingen gemiddeld 16,5 uur besteed aan het gehele project. Dit is 13,5 uur minder dan van tevoren geraamd.
2.5
Positieve/negatieve aspecten MO2MO.nl
In de onderstaande tabel zijn de positieve en negatieve aspecten verzameld die de leerlingen hebben genoemd tijdens de evaluatie. Kort samengevat vonden de leerlingen het leuk om contact te maken met ouderen en moesten daarvoor een, niet dagelijkse, inspanning leveren. Voor de leerlingen was het lastig om in een korte tijd ouderen te vinden die wilden meewerken aan het project. Het programma was niet moeilijk en het doorlopen van de levels vergde niet veel tijd. Daarentegen was het niveau van de vraagstelling te laag en het was vooraf niet duidelijk voor de leerlingen wat de inhoud van MO2MO.nl was en welke verwachtingen daaraan gekoppeld waren. Ten slotte waren een aantal technische problemen in het programma, waardoor het doorlopen van de levels niet vlekkeloos verliep.
Positieve aspecten
Negatieve aspecten
Contact met ouderen
Technische problemen
Leerlingen buiten comfortzone
Te laag niveau vraagstelling
Niet moeilijk
Onduidelijke voorlichting
Geen grote tijdsinvestering
Lastig ouderen te vinden
13
3
TECHNISCHE EVALUATIE
Tijdens de uitvoering van het pilot-project zijn technische mankementen aan het licht gekomen. Wat betreft het technisch gedeelte van MO2MO.nl zal er worden geëvalueerd op de volgende onderdelen: » » »
3.1
Programma MO2MO.nl Verkeersopinie en vragenlijst Gebruik browser versus technische problemen
Programma MO2MO.nl
Er zijn een aantal zaken op te merken als er kritisch gekeken wordt naar de technische ondersteuning van het programma MO2MO.nl, namelijk: » »
»
» » »
Het is mogelijk om het introductiefilmpje over te slaan; Level 2 werd overgeslagen in het project, maar de leerlingen moesten dit level toch doorlopen. In het vervolgtraject is het handig als levels ook apart ingevuld kunnen worden. Tijdens de pilot was niet duidelijk welke leerling aan welke oudere gekoppeld was. Dit gaf moeilijkheden met het monitoren van de voortgang van de leerlingen. Sommige tekstvakken hadden te weinig ruimte qua tekens en daardoor konden leerlingen soms niet hun volledige bevindingen invoeren. Het schakelen van level 7 (game) naar de bijbehorende evaluatievragen verliep niet altijd vlekkeloos. Voor level 11 is het handig een digitale gemeenteplattegrond toe te voegen die de leerlingen kunnen printen en mee kunnen nemen naar de afspraak met hun oudere. De ouderen kunnen op die kaart hun ervaren knelpunten aangeven. Deze worden vervolgens door de leerlingen op de digitale kaart “geprikt”.
Beheermodule Ten aanzien van de beheermodule, die bedoeld is voor de docent om de voortgang van de deelnemende leerlingen te monitoren, kan het volgende worden opgemerkt: » » »
3.2
Verkeersopinie en vragenlijst » »
14
De status van de leerlingen had betrekking op 12 levels. Dit is verwarrend aangezien er 11 levels doorlopen moeten worden en een introductie. Als de ingevoerde antwoorden werden geprint, viel aan de onderkant een deel van de tekst weg. Het was niet te monitoren of de leerlingen de vragenlijsten volledig en correct in Verkeersopinie hebben ingevuld.
Scootmobiel en/of (elektrische) rolstoel moeten als vervoerwijze toegevoegd worden aan de vragenlijst. Tijdens het invoeren van de resultaten in Verkeersopinie werden gegevens of gevaarlijke locaties soms niet opgeslagen. Tevens is gebleken dat sommige leerlingen waarschijnlijk de resultaten helemaal niet hebben ingevoerd in Verkeersopinie. Dit was echter niet te controleren.
» »
» » »
»
»
Na het prikken van de gevaarlijke locaties, verschenen soms de bijbehorende vervolgvragen niet. Bij het invoeren van de gevaarlijke locaties kunnen geen tekstuele opmerkingen gemaakt worden, terwijl dit volgens de leerlingen wel wenselijk is. Het invoeren van het aantal gevaarlijk locaties was beperkt tot maximaal drie locaties. Dit aantal is later aangepast. Terugblikken op reeds ingevulde vragen en eventueel wijzigen van deze vragen, leverde technische problemen in Verkeersopinie op. Om problemen in Verkeersopinie op te lossen moest bij de betreffende leerling eerst de inloggegevens van Verkeersopinie opgevraagd worden. Dit was onhandig en hierdoor duurde het langer om het probleem op te lossen. In het vervolgtraject MO2MO account koppelen aan inloggegevens Verkeersopinie. Er hebben ouderen deelgenomen aan het project, die ouder waren 75 jaar. Deze ouderen behoren niet tot de doelgroep en hun gegevens zijn dus niet bruikbaar. Het is aan te bevelen om naar een geboortedatum van de ouderen te vragen om te vermijden dat ouderen, die niet tot de doelgroep behoren, toch in het onderzoek betrokken worden. Het was niet mogelijk om het invullen van de vragenlijst in Verkeersopinie te monitoren in de beheermodule. De docent kan niet achterhalen of elke leerling de vragenlijst correct en volledig heeft ingevuld. Hiervoor moet een “tool” gebouwd worden.
3.3
Gebruik browser versus technische problemen
Negen leerlingen hebben een andere browser dan Internet Explorer (IE) gebruikt. Bij tien leerlingen werden problemen geconstateerd wanneer zij de vragenlijst in Verkeersopinie moesten invullen. Er zit een verband tussen het gebruik van het soort browser en technische problemen, die zich hebben voorgedaan. Hieronder een overzicht van de gebruikte browsers. Browser
Aantal leerlingen
Internet Explorer
7
Mozilla/Firefox
4
Chrome
3
Safari
1
Opera
1 Totaal: 16
15
4
EVALUATIE MOBIELE OUDEREN
Om te beoordelen hoe de mobiele ouderen het project MO2MO.nl hebben ervaren, is er met zes ouderen geëvalueerd. Via de telefoon werd hen de volgende vragen voorgelegd: 1.
Hoe heeft u het project ervaren?
2.
Wat vond u van de vragen die de leerling u stelde?
3.
Wat vond u van de communicatie en interactie met de leerling?
4.
Hoe kunnen de mensen van uw generatie het beste bereikt worden voor soortgelijke onderzoeken/projecten?
5.
Vindt u dit soort onderzoeken/projecten nuttig en/of noodzakelijk?
De meeste ouderen hebben het project positief ervaren en beoordeeld. Ze vinden het heel belangrijk dat de jeugd contact maakt met de oudere generatie. In een enkel geval had de leerling moeilijkheden met de aanpak van het contact met de oudere. Hier was bijsturing van de oudere noodzakelijk. Er moet in een vervolgtraject goed worden nagedacht over de communicatie naar de ouderen en wie deze communicatie verzorgt: de school, de gemeente, het ROVL, VIA.nl? Advies: informeer de ouderen voldoende en tijdig over het project en de verwachtingen, zodat het gewenste resultaat bereikt wordt. Over het algemeen werden de vragen, die de leerlingen hebben gesteld aan de hand van de vragenlijst, als noodzakelijk geacht. Voor sommige leerlingen bleek het lastig om zich te verplaatsen in de oudere en door te vragen. De interactie en communicatie tussen oudere en leerling verliep bij de meeste bezoeken soepel, maar een enkele leerling toonde weinig belangstelling voor de oudere. In de praktijk blijkt het een uitdaging om jongeren en ouderen dichter bij elkaar te brengen om meer begrip te creëren. De mobiele ouderen zijn via de docent van het Sophianum of door de leerlingen zelf gevraagd om deel te nemen. De ouderen geven aan dat dit voor hen de beste manier is om benaderd te worden voor soortgelijke onderzoeken. MO2MO werd door de mobiele ouderen als nuttig beschouwd. De ouderen vragen zich af wat er met de resultaten gaat gebeuren en wat de gemeente met de uitkomsten van plan is. Een oudere geeft aan dat hij graag betrokken wordt om de problemen in kaart te brengen. Er kan geconcludeerd worden dat er vanuit de ouderen veel belangstelling is voor het onderwerp verkeersveiligheid en dat zij graag hun beleving en ervaring willen delen.
16
5
ONDERZOEKSRESULTATEN
5.1
Doel resultaten
Het doel van het project op het gebied van verkeersveiligheidsbeleid is: Het verkrijgen van vergroot inzicht in de verkeersbeleving van ouderen in de leeftijd van 60-75 jaar, om op basis van deze informatie het verkeersbeleid gerichter te kunnen inrichten. Het onderzoek bestaat uit drie deelonderzoeken welke in de monitorrapportage (zie Bijlage I) worden behandeld: » » »
5.2
het in kaart brengen van het verplaatsingsprofiel van deze groep verkeersdeelnemers; een inventarisatie van gevaarlijke locaties in het onderzoeksgebied; inzage in het verkeersgedrag van deze groep verkeersdeelnemers op basis van observatie.
Verplaatsingsprofiel
Het eerste deelonderzoek, het verplaatsingsprofiel van de ‘mobiele ouderen’ heeft als doel: Te achterhalen welke vervoerwijzen veelal worden gebruikt door de mobiele oudere. Inzicht hierin maakt het voor wegbeheerders mogelijk om te bepalen op welke vervoerwijze het beleid gericht moet worden of welke vervoerwijze prioriteit verdiend binnen het beleid. In de monitorrapportage wordt algemene statistische informatie over de doelgroep gegeven en wordt de modaliteitskeuze weergegeven. Aan de participerende ouderen is gevraagd welke handelingen en situaties in het verkeer als moeilijk worden ervaren. De resultaten hiervan kunnen sturend zijn richting de wegbeheerder met betrekking tot het te volgen verkeersbeleid. De resultaten kunnen richting geven aan het te volgen maatregelenpakket. Hieruit volgt het volgende doel: Inzicht te krijgen in welke handelingen en situaties als moeilijk worden ervaren door de mobiele ouderen. Dit is voor de wegbeheerder van belang, omdat het verkeersveiligheidsbeleid hierop kan worden afgestemd. Daarnaast is deze stap belangrijk om inzicht te krijgen in de mate waarin ouderen hun eigen beperkingen kennen. Voor de verkeersveiligheid is het namelijk van belang dat ouderen zich bewust zijn van eventuele lichamelijke en mentale beperkingen. Wanneer deze beperkingen niet worden onderkend door de weggebruiker kan dit leiden tot verkeersonveilige situaties. Om dit in beeld te kunnen brengen is het noodzakelijk een goede controle uit te voeren op de gegeven antwoorden. Hiervoor is het deelonderzoek ‘observatie’ opgenomen. Ook de, door ouderen, ervaren gevaarlijke locaties zijn geïnventariseerd. In de monitorrapportage zijn de locaties per gemeentekern weergeven en zijn daarnaast
17
de redenen waarom geformuleerd.
5.3
de
betreffende
locaties
als
onveilig
werden
ervaren
Verkeersgedrag
De informatie, die nu in ViaStat is opgenomen, is moeilijk te analyseren. De antwoorden op de vragen die betrekking hadden op het verkeersgedrag van de ‘mobiele ouderen’ waren niet voldoende bruikbaar. De conclusie is dat een groot deel van de vragen anders geformuleerd moet worden bij een vervolgtraject. Of de werkwijze bij het observeren moet aangepast worden. Bovendien is gebleken dat de leerlingen het moeilijk vonden om de ouderen op de juiste wijze te observeren.
5.4
Maatregelenpakketten
Op basis van de conclusies uit de drie deelonderzoeken is het de bedoeling gerichte maatregelen aan te bieden, welke betrekking hebben op educatie en infrastructuur. Daarnaast is er de wens om de koppeling naar de maatregelen op den duur te kunnen automatiseren. De koppeling naar maatregelen voor zestigplussers is gebaseerd op de KpVV 1 Toolkit Permanente VerkeersEducatie. De KpVV heeft geconcludeerd dat de beschikbare producten / projecten met name ingaan op verkeerskennis en vaardigheden in het verkeer. Er wordt echter te weinig aandacht besteed aan de hogere orde leerdoelen en aan zelfevaluatie (kennis van sterke en zwakke punten en weten hoe men voor tekortkomingen kan compenseren).
1
KpVV staat voor Kennisplatform Verkeer en Vervoer.
18
6
DOELSTELLING MO2MO.NL
In dit hoofdstuk worden de beschreven doelstellingen van MO2MO onder de loep genomen en wordt beoordeeld of de doelstellingen behaald zijn.
In de verantwoordingsrapportage zijn twee primaire doelstellingen beschreven, namelijk: 1. Verkrijgen van vergroot inzicht in de verkeersbeleving van ouderen in de leeftijd van 60-75 jaar, om op basis van deze informatie het verkeersbeleid gerichter te kunnen verbeteren. 2. Voorzien in een (sociaal-maatschappelijke) nuttige en leuke maatschappelijke stage voor jongeren, als verplicht onderdeel van de middelbare school. Om inzicht te krijgen in de verkeersbeleving van ouderen hebben de leerlingen de ouderen een vragenlijst voorgelegd. Naast algemene persoonsinformatie, werden vragen gesteld over het mobiliteitsgedrag, het gedrag in het verkeer en welke locaties de ouderen als gevaarlijk beschouwen en waarom deze locaties als gevaarlijk worden ervaren. Daarnaast hebben de leerlingen de mobiele ouderen geobserveerd tijdens de afspraak waarbij de oudere en de leerling op pad zijn gegaan. De leerling moest aandacht besteden aan de fysieke en mentale gesteldheid van de oudere tijdens de verplaatsing in het verkeer, het verkeersgedrag in verschillende verkeerssituaties en weginrichtingen. Uit de analyse van de resultaten is gebleken dat de observatie van het verkeersgedrag en eventuele fysieke en mentale beperkingen van de mobiele ouderen door de leerlingen onvoldoende informatie oplevert. Daarnaast is het onzeker of de mobiele ouderen een juiste inschatting kan maken van zijn/haar beperkingen in het verkeer. Het kennen of erkennen van fysieke en/of mentale beperkingen is een taboegevoelig onderwerp voor zestigplussers. Bovendien is het, zeker voor jongeren, moeilijk te bepalen of een oudere hinder ondervindt van fysieke en/of mentale beperkingen in het verkeer. MO2MO.nl is ingezet als maatschappelijke stage voor middelbare scholieren. Uit de evaluatie met de leerlingen en de school is gebleken dat MO2MO een leuke stage is en dat veel leerlingen het contact leggen met senioren erg waarderen. Om de behoefte naar maatschappelijke stages te onderzoeken, zijn in totaal tien scholen telefonisch geïnterviewd. Uit de reacties van de scholen kwam naar voren dat het aanbod van het aantal maatschappelijke stages ruim voldoende is. Het aanbod is groter dan de vraag en de meeste stageplekken hebben betrekking op sport en/of de zorg. De benaderde scholen zijn echter wel enthousiast over het concept MO2MO.nl en vinden het een aanvulling waarmee het stageaanbod verbreed kan worden. Het merendeel van de scholen geeft hun leerlingen de keuzevrijheid om te kiezen voor een bepaald soort stage. Hieruit is een keuze te maken uit een actiedag, blokof projectstage, lintstage en estafettestage. Veelal wordt er de keuze gemaakt voor de lintstage: een stage van meerderen, niet aaneengesloten dagdelen binnen een afgebakende periode (bijvoorbeeld gedurende drie maanden). De maatschappelijke
19
stage moet bij de meeste scholen buiten schooltijd plaatsvinden. Vanaf september 2011 moeten alle leerlingen van het voortgezet onderwijs minimaal 30 uur aan een maatschappelijke stage besteden. De meeste scholen hanteren deze uurverdeling, maar een paar scholen verplichten de leerlingen meer uren stage te lopen. De scholen zijn vrij om het totaal aantal uren te verdelen over meerdere leerjaren en welke leerjaren deelnemen aan de maatschappelijke stage. Sommige scholen plaatsen de maatschappelijke stage alleen in de bovenbouw; andere scholen verdelen de stageuren over boven- en onderbouw.
Uit bovenstaande bevindingen wordt duidelijk dat het lastig is om MO2MO.nl als stageconcept uit te rollen, omdat de scholen verschillende stagevereisten hanteren. Hierdoor wordt eigenlijk maatwerk verlangd, maar daarmee is geen rekening gehouden in het huidige concept van MO2MO.nl.
20
7
CONCLUSIES & AANBEVELINGEN
7.1
Conclusies
Naar aanleiding van deze evaluatie kunnen de volgende conclusies getrokken worden: Conclusie 1: Onderzoeksresultaten MO2MO.nl is ontstaan uit de dringende informatiebehoefte van wegbeheerders naar inzicht in de verkeersbeleving van ouderen in de leeftijdscategorie van 60 tot 75 jaar. Om deze informatie te verzamelen is MO2MO.nl deels een nuttig middel gebleken. Met behulp van MO2MO.nl is het mogelijk om het verplaatsingsprofiel van mobiele ouderen in kaart te brengen, gevaarlijk ervaren locaties te markeren en de mate waarin mobiele ouderen hun eigen beperkingen in het verkeer (er)kennen te inventariseren. De laatstgenoemde heeft betrekking op zelfgerapporteerd gedrag en hierbij is de kans groot dat ouderen sociaal wenselijke antwoorden geven. De ‘controle’ van het zelfgerapporteerd gedrag bestond uit de observatie van de ouderen in het verkeer door de leerlingen. Deze werkwijze van observeren is echter niet betrouwbaar gebleken. De leerlingen beschikken over te weinig ervaring en kennis in het verkeer om correct de mobiele ouderen te observeren; de vragen die gesteld werden om observatie te leggen waren erg subjectief en daardoor waren leerlingen geneigd de vragen snel te doorlopen en deze niet serieus te beantwoorden. Conclusie 2: Ervaringen MO2MO.nl Uit de ervaringen met MO2MO.nl is gebleken dat het belang van MO2MO.nl wordt onderstreept door zowel wegbeheerders als ouderen. Wegbeheerders hebben aangegeven kennisbehoefte hebben om input te geven aan het verkeersveiligheidsbeleid gericht op zestigplussers. Deze kennis is op dit moment nauwelijks voorhanden, maar, gezien de oplopende ‘vergrijzingstrend’, wel noodzakelijk. Ook de mobiele ouderen, die hebben deelgenomen, hebben enthousiast op het project MO2MO.nl gereageerd. Ze willen graag vertellen over hun verkeersbeleving. Daarentegen is gebleken dat ouderen zelden hun zwakke punten in hun verkeersdeelname erkennen. De deelnemende leerlingen hebben het contact maken met mobiele ouderen, als onderdeel van MO2MO.nl, positief ervaren. Hierbij is naar voren gekomen dat middelbare scholieren niet over voldoende kennis, autoriteit en ervaring beschikken om de gewenste informatie te verkrijgen bij de mobiele ouderen.
21
Conclusie 3: Contact zoeken met mobiele ouderen Uit de evaluatie is naar voren gekomen dat het zoeken naar bereidwillige ouderen in de leeftijdscategorie 60 tot 75 jaar erg lastig was voor de leerlingen. Middelbare scholieren hebben, behalve eventuele grootouders, nauwelijks direct contact met ouderen. Conclusie 4: MO2MO.nl als maatschappelijke stage MO2MO.nl is een project wat is ingepast in een maatschappelijke stage. Uit de evaluatie is gebleken dat de behoefte aan extra maatschappelijke stages niet groot is. Het huidige aanbod op de scholen blijkt voldoende en de leerlingen hebben daarin keuzevrijheid. Hiermee zijn grote aantallen deelnemers niet gegarandeerd. Daarnaast hanteren scholen verschillende vereisten voor de maatschappelijke stage. Om MO2MO.nl aan de vereisten van iedere school te laten voldoen, wordt maatwerk verlangd. Verder is naar voren gekomen dat de doorlooptijd van het project MO2MO.nl erg lang was. Het inpassen van het project is daardoor niet eenvoudig voor elke school. Scholen hebben de voorkeur voor een ‘projectdag’. Conclusie 5: Technische bevindingen In de voorbereidingsfase van MO2MO.nl is gebleken dat het ontwikkelen van hippe games en dergelijke zeer kostbaar is en dat de games slechts beperkt ‘houdbaar’ zijn. Daarom is er slechts een game ontwikkeld en deze game voegde weinig toe aan de inhoud van het programma, aldus de leerlingen. Tevens zijn de leerlingen tijdens de pilot van MO2MO.nl op een paar technische mankementen gestuit. Deze hadden vooral betrekken op enkele onvolkomenheden in het digitale ‘stagebegeleidingsprogramma’ van MO2MO.nl en de mogelijkheden die de module ViaStat Verkeersopinie biedt. Ten slotte hebben de leerlingen aangegeven niet alleen gebruik te maken van de traditionele browser ‘Internet Explorer’ (IE), maar ook van andere gangbare browsers, zoals Safari, Chrome en Firefox. Helaas was het digitale programma MO2MO.nl alleen beschikbaar met behulp van IE.
7.2
Aanbevelingen
De conclusies zijn het uitgangspunt van onderstaande aanbevelingen. Deze aanbevelingen creëren nieuwe kansen en mogelijkheden om MO2MO.nl 2.0 tot stand te laten komen. Aanbeveling 1.1: Nieuwe werkwijze en kennisdeling Om observatie correct te kunnen uitvoeren dient een nieuwe efficiënte werkwijze en vraagformulering bedacht te worden. Deze nieuwe werkwijze moet rekening houden met de neiging tot het geven van sociaal wenselijke antwoorden en de beperkte beschikbare maatregelen op het gebied van educatie en infrastructuur. Daarom is het aan te bevelen contact te zoeken met organisaties, zoals de SWOV en KpVV om kennis te delen en nieuwe mogelijkheden te creëren.
22
Aanbeveling 1.2: Vertrouwensrelatie Leerlingen blijken niet over voldoende kennis en vaardigheden te beschikken om correct de mobiele ouderen te observeren. Daarnaast hebben de ouderen de neiging om sociaal wenselijke antwoorden te geven aan de leerlingen. In de korte doorlooptijd was er ook te weinig tijd om een vertrouwensrelatie op te bouwen. Om deze kennis te vergaren, biedt de inzet van ‘vrijwillige ouderenadviseurs’ (VOA’s) mogelijkheden. Dit is een projectonderdeel van het programma Blijf Veilig Mobiel 2 waarbij de VOA’s, ook senioren, een basistraining krijgen van de landelijke ouderenbonden. Deze VOA’s bezoeken hun medesenioren thuis, waarbij mobiliteit als onderwerp ter sprake komt. Aanbeveling 2: Fietsdag Uit de ervaringen van MO2MO.nl is gebleken dat zowel middelbare scholieren als ouderen aangeven het contact met elkaar als prettig ervaren. De twee groepen liggen qua levenservaring ver uit elkaar, maar er zijn ook overeenkomsten. Zowel scholieren als ouderen onderschatten vaak hun vaardigheden en kennis in het verkeer. Het zijn beiden kwetsbare groepen verkeersdeelnemers. De ene groep heeft wel de nodige verkeerservaring, maar krijgt (on)bewust te maken met beperkingen. De andere groep heeft juist nog weinig verkeerservaring, maar is zich niet bewust van de risico’s in het verkeer. Door het samenbrengen van deze twee groepen kunnen ze elkaar ondersteunen in de bewustwording van zwakke punten op het gebied van mobiliteit. Het doel is begrip te creëren en ouderen en scholieren dichter bij elkaar te brengen. Om dit te bewerkstelligen is het organiseren van een gezamenlijke ‘Fietsdag’ een mogelijkheid. Tijdens deze Fietsdag kunnen beide groepen hun verkeerskennis opfrissen en hun vaardigheden oefenen. Tevens kan hierbij de observatie plaatsvinden. Aandachtspunt hierbij is de begeleiding van de Fietsdag. Goed georganiseerde begeleiding is noodzakelijk om de Fietsdag succesvol te laten verlopen. Hiervoor kunnen bijvoorbeeld partners worden benaderd, die ervaring hebben met het begeleiden van dit soort projecten, zoals de Fietsersbond en Veilig Verkeer Nederland (VVN). Aanbeveling 3: Contact leggen met mobiele ouderen Om bij een vervolgproject de juiste doelgroep mobiele ouderen te benaderen is het aan te bevelen contact te leggen met organisaties en/of clubs die veel contact hebben met ouderen. Voorbeelden hiervan zijn: - Ouderenbonden (ANBO, maar ook regionaal & lokaal) - Blijf Veilig Mobiel - Gemeenten (zorg & welzijn) - Sportclubs (golfclubs, kaartclubs, biljartclubs)
2
Blijf Veilig Mobiel (BVM) is een landelijk programma van seniorenorganisatie ANBO met als doel het verbeteren van de verkeersveiligheid voor senioren door een bijdrage te leveren aan de afname van het ongevalrisico voor senioren, bij gelijkblijvende of toenemende mobiliteit van senioren.
23
- Zorginstellingen in de buurt van scholen Uit de evaluatie is ook gebleken dat er behoefte is aan duidelijke communicatie omtrent de wederzijdse verwachtingen en de inhoud van het project. De ‘drempel’ moet laag zijn om de ouderen te stimuleren mee te doen. Leg daarom de nadruk op het contact leggen tussen middelbare scholieren en ouderen en het ervaren van een plezierige dag met elkaar waarbij het doel is onderling begrip en respect voor elkaar te krijgen. Nevendoel is het opfrissen van de verkeerskennis en vaardigheden, omdat de meeste ouderen vinden dat zij geen ‘opfriscursus’ nodig hebben. Aanbeveling 4: MO2MO.nl en de maatschappelijke stage Uit de conclusies wordt duidelijk dat het inpassen van MO2MO.nl in een maatschappelijke stage niet de voorkeur heeft. Het is echter wel mogelijk wanneer er gekozen wordt voor een projectdag welke in collectief verband wordt georganiseerd. Hierdoor is het mogelijk met een klas of meerdere klassen tegelijk aan het project deel te nemen en dit komt ten goede aan de respons. Of een dergelijke projectdag past binnen de maatschappelijke stage hangt af van de eisen die school stelt aan de maatschappelijke stage. Aanbeveling 5: Technische mogelijkheden MO2MO.nl Voor MO2MO.nl 2.0 is het aan te bevelen geen ingewikkelde games of gadgets te ontwikkelen. Deze zijn erg tijdgebonden en kostbaar. Het is beter om aandacht te besteden aan juiste en logische vraagformuleringen van algemeen niveau (voortgezet onderwijs). Met het oog op de toekomst is het wellicht een idee om een ‘app’ te ontwikkelen die voor iedereen toegankelijk is. ViaClick is een nieuw ontwikkelde module van VIA.nl welke meer mogelijkheden biedt en ervaren problemen in Verkeersopinie kan oplossen. Ten slotte verdient het de aanbeveling om eventuele nieuwe programma’s beschikbaar te maken voor meer browsers dan alleen Internet Explorer. Vervolg MO2MO.nl Naar aanleiding van het pilot-project MO2MO.nl heeft een bijeenkomst plaatsgevonden met het ROVL, Blijf Veilig Mobiel en VIA.nl om de bevindingen uit de evaluatie te bespreken. De conclusies en aanbevelingen uit de evaluatie worden gebruikt om mogelijkheden te inventariseren voor MO2MO.nl 2.0. Deze zullen worden geformuleerd in een plan van aanpak. Daarnaast verzorgt VIA.nl op 24 november aanstaande tijdens het symposium van Blijf Veilig Mobiel een workshop MO2MO.nl op basis van de opgedane ervaring. Tijdens de workshop zal reflectie worden gevraagd van de aanwezige overheden om zodoende extra input te krijgen voor het nieuwe plan van aanpak.
24
LIJST VAN BIJLAGEN I.
Monitorrapportage MO2MO.nl
25
I. MONITORRAPPORTAGE MO2MO.NL Inleiding Het is voor wegbeheerders steeds lastiger om een gestructureerd en onderbouwd verkeersveiligheidsbeleid op te stellen. Dit heeft voornamelijk te maken met het teruglopend aantal (geregistreerde) ongevallen, wat enerzijds het gevolg is van het eigen succesvolle veiligheidsbeleid en anderzijds door een verminderde ongevalregistratie. Aangezien de beleidsontwikkeling in Nederland tot op heden voornamelijk heeft plaatsgevonden op basis van analyse van geregistreerde (historische) ongevallen is het niet verwonderlijk dat continuering van het succesvolle verkeersveiligheidsbeleid onder toenemende druk staat. Aandachtsgroep voor verkeersveiligheid Voor één specifieke doelgroep is deze ontwikkeling, ondanks de groeiende informatiebehoefte, extra wrang. Het gaat om de groep personen van 60 jaar en ouder. Uit recent onderzoek van het ROVL is namelijk gebleken dat, in tegenstelling tot alle andere leeftijdscategorieën, het aantal ernstige verkeersslachtoffers onder 60-plussers de laatste jaren niet daalt. In totaal is nu ongeveer een vijfde van alle verkeersslachtoffers in Limburg ouder dan 60 jaar. En het is te verwachten dat deze toch al relatief kwetsbare groep de komende jaren alleen maar in grootte zal toenemen. Dit, gecombineerd met de verwachting dat 60-plussers de komende jaren ook steeds langer mobiel en zelfstandig zullen blijven, geeft vanuit een verkeersveiligheidsoogpunt voldoende aanleiding om beleid specifieker op deze groep te richten. Mobiele ouderen MO2MO is een multidisciplinair project met als doel input te leveren voor het verkeersveiligheidsbeleid gericht op ouderen. Binnen MO2MO brengen jongeren in het kader van hun verplichte maatschappelijke stage (op de middelbare school) de verkeersveiligheidknelpunten en –ervaringen van mobiele ouderen in beeld. Voor wegbeheerders levert dit een schat aan informatie op over hoe ouderen zich gedragen in het verkeer, welke verkeersituaties zij in het algemeen moeilijk vinden én welke locaties zij in de eigen leefomgeving als gevaarlijk aanduiden. Dit is informatie waarmee beleidsmakers, zeker als dit van een significant grote groep ouderen beschikbaar is, zeer gericht en gestructureerd aan de slag kunnen en op basis waarvan veiligheidsmaatregelen uitgerold kunnen worden die deze doelgroep direct beïnvloeden. Binnen MO2MO ligt de focus op ouderen die zich nog regelmatig in het verkeer begeven. Dit zijn met name de ouderen die nog zelfstandig wonen, veelal net zijn gepensioneerd én nog steeds een druk (en mobiel) sociaal leven leiden. Binnen MO2MO wordt dan ook alleen gekeken naar de verkeersveiligheidsbeleving van personen tussen 60 en 75 jaar. Niet alleen doen zich in deze leeftijdscategorie de eerste (fysieke en mentale) beperkingen met effect op de verkeersdeelname, voor, ook is het zo dat het voor personen in deze leeftijdscategorie het nog mogelijk én zinvol is om de vaardigheden en kennis in het verkeer te verbeteren. Doelstelling MO2MO De doelstelling binnen MO2MO, gericht op het verkeersveiligheidsbeleid, luidt als volgt: Het verkrijgen van vergroot inzicht in de verkeersbeleving van ouderen in de leeftijd van 60-75 jaar, om op basis van deze informatie het verkeersbeleid gerichter te kunnen inrichten.
26
Het onderzoek bestaat uit drie deelonderzoeken welke in deze monitor achtereenvolgens worden behandeld: » » »
het in kaart brengen van het verplaatsingsprofiel van deze groep verkeersdeelnemers; een inventarisatie van gevaarlijke locaties in het onderzoeksgebied; inzage in het verkeersgedrag van deze groep verkeersdeelnemers op basis van observatie.
Het onderstaande schema geeft aan op welke wijze vanuit de drie genoemde onderzoeken tot resultaten en mensgerichte en infrastructurele maatregelen gekomen wordt. Algemene informatie (representativiteit database)
Verplaatsingsprofiel
Modaliteitskeuze
Onveilige locaties
Zelfgerapporteerd verkeersgedrag + zwakke punten
Probleemsituaties (algemeen)
Wat vind de oudere moeilijk?
Observatie
Probleemlocaties
Verkeersgedrag + zwakke punten
Welke specifieke locaties worden als moeilijk ervaren?
Maakt de oudere een juiste inschatting van zijn/haar zwakke punten?
Gerichte mensgerichte maatregelen
Gerichte infrastructurele maatregelen
Opmerkingen: » in het schema is een relatie aangegeven tussen het deelonderzoek ‘observatie – in beeld brengen verkeergedrag en zwakke punten ’ en de, door de ouderen aangegeven, moeilijke handelingen en verkeerssituaties (rode pijl). Tijdens het pilot-project is gebleken dat de opzet van de observatie, zoals die nu gebruikt wordt in MO2MO, weinig tot geen informatie oplevert. Voorstel is om te observeren op de locaties die aangegeven zijn door de ouderen en daarbij speciaal te letten op het verkeersgedrag van ouderen. De conclusies van deze nieuw op te zetten observatiemethode worden dan vergeleken met de, door de ouderen aangegeven, moeilijke handelingen en verkeerssituaties (groene pijl).
27
Algemene informatie Het algemene gedeelte van deze monitor bevat algemene informatie over de opbouw van het databestand. Deze informatie is belangrijk voor de representativiteit van de onderzoeksresultaten. Provincie: Limburg Gemeentenaam: Gulpen-Wittem Onderzoeksperiode: september 2010 – oktober 2010 Aantal totaal ingevulde enquêtes: 12 (7 mannen en 5 vrouwen) Betrokken bij ongeval in de afgelopen 5 jaar: 0 Rijbewijs- / autobezit: 9/9 Aantal observatoren: 12
Leeftijd deelnemers 3
2
Aantal
1
0 60 61 62 63 64 65 66 67 68 69 70 71 72 73 74 75 76 77 78 79 80 81 82 83 84 85 86 87 88 89 90
Leeftijd
Opmerkingen: » in totaal hebben 16 leerlingen deelgenomen aan het pilot-project MO2MO in de gemeente Gulpen-Wittem. Van slechts 12 leerlingen zijn gegevens over alle drie de deelonderzoeken beschikbaar. De database is daardoor beperkt in omvang. Het doen van statistisch onderbouwde uitspraken vraagt om meer data. Speerpunt moet daarom zijn deze database steeds aan te blijven vullen; »
28
zoals in de inleiding is beschreven is MO2MO gericht op mobiele ouderen, in de leeftijdscategorie 60 tot en met 75 jaar. Voor personen in deze leeftijdscategorie is het nog mogelijk én zinvol om de vaardigheden en kennis in het verkeer te verbeteren. In de grafiek is te zien dat een deel van de ouderen die hebben meegedaan aan het onderzoek ouder zijn dan 75 jaar en daarom buiten de vastgestelde leeftijdscategorie vallen. Speerpunt moet zijn om op een makkelijke en laagdrempelige manier ouderen in de juiste leeftijdsgroep te laten participeren.
Modaliteitskeuze De onderstaande grafieken en tabellen geven een beeld van de mobiliteit van ouderen binnen het onderzoeksgebied. De figuren geven een overzicht van de bestemmingen die de ouderen vaak hebben en welke vervoerwijze wordt gekozen om deze bestemmingen te bereiken. De onderstaande figuur geeft aan op welke wijze de geënquêteerden meestal ergens heen zeggen te gaan, ofwel welke vervoerwijze doorgaans het meest gebruikt wordt bij een verplaatsing.
Meest gebruikte vervoerwijze
De auto (als bestuurder) 33%
De auto (als passagier) De fiets/snorfiets/bromfiets/brommobiel 50%
Te voet De taxi (ook regiotaxi en rolstoeltaxi) Het openbaar vervoer
17%
De onderstaande tabellen laten zien hoe vaak men voor een bepaalde vervoerwijze kiest (op ‘dagniveau’). Per vervoerwijze is daarnaast aangegeven welke bestemming de verplaatsing dan doorgaans heeft. Bestemming met auto
Aantal verplaatsingen met de auto Elke dag 25%
42%
33%
Naar familie en vrienden
24%
Naar de winkel (bv. boodschappen doen en winkelen)
21%
Naar medische zorginstellingen (bv. dokter en tandarts)
18%
Naar ontmoetingscentra (bv. kerk en ouderencentrum)
12%
Naar recreatieve bestemmingen (bv. tennisclub en park)
12%
Naar het (vrijwilligers)werk
9%
Naar de school van (klein)kinderen
6%
Een aantal keer per w eek Minder vaak / nooit
29
Bestemming met (brom)fiets
Aantal verplaatsingen met (brom)fiets Elke dag
8% 25% 67%
Naar familie en vrienden
33%
Naar de winkel (bv. boodschappen doen en winkelen)
25%
Naar medische zorginstellingen (bv. dokter en tandarts)
17%
Naar het (vrijwilligers)werk
8%
Naar ontmoetingscentra (bv. kerk en ouderencentrum)
8%
Naar recreatieve bestemmingen (bv. tennisclub en park)
8%
Een aantal keer per w eek Minder vaak / nooit
Bestemming te voet
Aantal verplaatsingen te voet Elke dag
17%
25%
58%
Naar de winkel (bv. boodschappen doen en winkelen)
40%
Naar familie en vrienden
35%
Naar medische zorginstellingen (bv. dokter en tandarts)
10%
Naar recreatieve bestemmingen (bv. tennisclub en park)
10%
Naar het (vrijwilligers)werk
Een aantal keer per w eek Minder vaak / nooit
Opmerkingen: » in de huidige opzet wordt aan de oudere gevraagd in hoeverre zij verplaatsingen maken per (brom)fiets. Binnen deze categorie vallen zowel de fiets als de bromfiets en scootmobiel. Voor een gericht verkeersveiligheidsbeleid is het echter interessanter onderscheid te maken naar de verschillende typen. Dit zal moeten worden aangepast in de vragenlijst, die de leerlingen afnemen bij de ouderen. Doel: » doel van dit deelonderzoek is te achterhalen welke vervoerwijzen veelal worden gebruikt door de mobiele oudere. Inzicht hierin maakt het voor wegbeheerders mogelijk om te bepalen op welke vervoerwijze het beleid gericht moet worden of welke vervoerwijze prioriteit verdiend binnen het beleid.
Zelfgerapporteerd verkeersgedrag en zwakke punten Aan de participerende ouderen is gevraagd welke handelingen en situaties in het verkeer als moeilijk worden ervaren. De resultaten hiervan kunnen sturend zijn richting de wegbeheerder met betrekking tot het te volgen verkeersbeleid. De resultaten kunnen richting geven aan het te volgen maatregelenpakket. De onderstaande figuren gaan in op de, door de ouderen ervaren, moeilijke handelingen en situaties in het verkeer. Hierbij is nog geen rekening gehouden met specifieke locaties in het onderzoeksgebied.
30
5%
Moeilijke handelingen in het verkeer Rijden in druk stadsverkeer 5% Oversteken op een kruispunt 11%
24%
Achteruitrijden Parkeren
14%
Rekening houden met dode hoek 5% Rijden in het donker
11% 19%
Rijden in slechte w eeromstandigheden De w eg vinden in een onbekende stad
5% 5%
Geen moeite met genoemde handelingen
Moeilijke situaties in het verkeer
31%
31%
Kruispunten zonder verkeerslichten Kruispunten met verkeerslichten Rotondes met 1 rijstrook Rotondes met meerdere rijstrook
6%
Geen van de genoemde situaties
6% 25%
31
Naast de bovengenoemde algemene handelingen in het verkeer en verkeerssituaties is aan de geënquêteerden een aantal specifieke verkeerssituaties voorgelegd. De ouderen konden aangeven of zij een dergelijke situatie wel of niet als moeilijk ervaren. Ook deze informatie kan de wegbeheerder houvast bieden bij het opstellen van verkeersbeleid gericht op ouderen. In de onderstaande tabel zijn de resultaten hiervan weergegeven. Specifieke verkeerssituaties
Niet moeilijk Beetje moeilijk Heel moeilijk
Links afslaan kruispunten
58%
42%
0%
Oversteken op kruispunten
58%
42%
0%
Rijden op rotondes
67%
33%
0%
Lezen verkeersborden/straatnamen
58%
33%
8%
Volgen belijning/strepen
67%
33%
0%
Rijden drukke verkeerssituaties
25%
67%
8%
Inschatten tegemoetkomend/achteropkomend verkeer
75%
25%
0%
Sturen/recht op de weg blijven
92%
8%
0%
Wegrijden / opstappen
83%
17%
0%
De ouderen is gevraagd welke locaties zij binnen de gemeente als verkeersonveilig ervaren. Bij de aangegeven locaties kunnen zij dan vervolgens aangeven wat de oorzaak is van de geconstateerde onveiligheid. Deze oorzaken voor het onveiligheidsgevoel zijn ook op een nietlocatiespecifieke wijze te analyseren. Deze informatie (hoe vaak wordt een reden aangedragen voor de verkeersonveiligheid) kunnen een aanvulling zijn op de bovenstaande grafieken en tabel. In de onderstaande tabel staan de aangedragen redenen voor verkeersonveiligheid op de locaties. Hierin is aangegeven welk percentage van de geënquêteerde ouderen deze redenen heeft aangegeven. Reden onveiligheidsgevoel Er wordt hard gereden
2%
Het is een complexe situatie Het is een erg druk punt
9% 11%
Het is onoverzichtelijk
8% Probleem weginrichting
De situatie is moeilijk te herkennen De vormgeving is onduidelijk De weg is erg krap
6% 9% 10%
Probleem wegbelijning De begrijpbaarheid van de belijning is laag
2%
De herkenbaarheid van de belijning is klein
1%
De juiste wegmarkering ontbreekt
4%
Probleem bebording De goede borden ontbreken
5%
De zichtbaarheid van de borden is slecht
1%
Probleem verkeersgedrag Hardrijden van het autoverkeer
3%
Overig gedag van fietsers
2%
Overig gedrag van het autoverkeer
7%
Oversteekgedrag van fietsers
5%
Probleem wegomgeving De begroeiing langs de weg op deze locatie
2%
De drukke activiteiten langs de weg
6%
De grote openheid van de omgeving
1%
De onoverzichtelijkheid van de omgeving
7%
Het gesloten gevoel van de omgeving
2%
32
Ten slotte is de ouderen gevraagd welke fysieke en cognitieve beperkingen zij ondervinden. Beide type beperkingen kunnen leiden tot onveilige situaties in het verkeer. Wanneer bekend is welke beperkingen onder mobiele ouderen veel voorkomen, is het mogelijk op basis daarvan voorlichting te geven over bijvoorbeeld het mogelijk aanpassen van het verkeersgedrag. In de onderstaande tabel is te zien in hoeverre de ouderen fysieke en cognitieve beperkingen ervaren. Mate van afname Afname in
Helemaal niet
Enigzins
In sterke mate
spierkracht
58%
33%
8%
reactievermogen
50%
50%
0%
ogen/oren
33%
58%
8%
concentratie
67%
33%
0%
dingen combineren
33%
67%
0%
Opmerkingen: » in de huidige situatie is het nog niet mogelijk om binnen aangegeven moeilijke handelingen en situaties in het verkeer onderscheid te maken naar vervoerswijzen. Om een zo gericht mogelijk verkeersbeleid op te kunnen stellen is dit wel noodzakelijk. Doel: » doel van dit deelonderzoek is inzicht te krijgen in welke handelingen en situaties als moeilijk worden ervaren door de mobiele ouderen. Dit is voor de wegbeheerder van belang, omdat dan het verkeersveiligheidsbeleid hierop kan worden afgestemd. Daarnaast is deze stap belangrijk om inzicht te krijgen in de mate waarin ouderen hun eigen beperkingen kennen. Voor de verkeersveiligheid is het namelijk van belang dat ouderen zich bewust zijn van eventuele lichamelijke en mentale beperkingen. Wanneer deze beperkingen niet worden onderkend door de weggebruiker kan dit leiden tot verkeersonveilige situaties. Om dit in beeld te kunnen brengen is het noodzakelijk een goede controle uit te voeren op de gegeven antwoorden. Hiervoor is het deelonderzoek ‘observatie’ opgenomen.
33
Gevaarlijke locaties Locatie Bommerigerweg, Burgemeester Pappersweg, Commandeurstraat, Elzeterweg
Brede Hoolstraat
Burgemeester Teheuxweg, Landsraderweg, Tramweg
Burgemeester Teheuxweg, Rijksweg
Capucijnenweg, Partijerweg
Deken Schneidersstraat, Marktstraat, Rijksweg
Dorpsstraat
Dorpsstraat, Looierstraat, Markt
Grachtstraat Grachtstraat, Mesweg, Wezelderweg, Wittemerweg
Hilleshagerweg
Ingbergrachtweg, Molenweg, Rijksweg
Julianastraat, Wilhelminastraat
34
Oorzaken onveiligheid
Aantal keer genoemd
Het is een erg druk punt
1
De vormgeving is onduidelijk
1
De begrijpbaarheid van de belijning is laag
1
Overig gedrag van het autoverkeer
1
Het is een erg druk punt
1
Hardrijden van het autoverkeer
1
De drukke activiteiten langs de weg
1
Het is een complexe situatie
1
De voorrangsregeling is onduidelijk
1
Oversteekgedrag van fietsers
1
Het is onoverzichtelijk
1
De vormgeving is onduidelijk
1
Oversteekgedrag van fietsers
1
De drukke activiteiten langs de weg
1
Er wordt hard gereden
1
De weg is erg krap
1
De juiste wegmarkering ontbreekt
1
De zichtbaarheid van de borden is slecht
1
Hardrijden van het autoverkeer
1
De onoverzichtelijkheid van de omgeving
1
Het is onoverzichtelijk
1
De weg is erg krap
1
De juiste wegmarkering ontbreekt
1
De goede borden ontbreken
1
Hardrijden van het autoverkeer
1
Het is onoverzichtelijk
1
Het is een erg druk punt
1
De vormgeving is onduidelijk
2
De herkenbaarheid van de belijning is klein
1
De goede borden ontbreken
1
Overig gedrag van het autoverkeer
1
De grote openheid van de omgeving
1
De onoverzichtelijkheid van de omgeving
1
Het is een erg druk punt
1
De situatie is moeilijk te herkennen
1
Oversteekgedrag van fietsers
1
De onoverzichtelijkheid van de omgeving
1
Het is een erg druk punt
1
De weg is erg krap
1
Het is onoverzichtelijk
1
De vormgeving is onduidelijk
1
Het gesloten gevoel van de omgeving
1
Het is onoverzichtelijk
1
De vormgeving is onduidelijk
1
De begroeiing langs de weg op deze locatie
1
Het is een erg druk punt
1
De situatie is moeilijk te herkennen
1
Overig gedrag van het autoverkeer
1
Het is onoverzichtelijk
1
Overig gedag van fietsers
1
De drukke activiteiten langs de weg
1
Locatie Keizer Willempad, Valkenburgerweg
Landsraderweg
Looiersplein
Marktstraat, Rijksweg
Oude Maastrichterweg
Pastoor Oberieweg
Prinses C hristinastraat
Prinses Ireneweg
Provincialeweg
Rijksweg
Rijksweg, Ringweg
Schweibergerweg Wilhelminastraat
Wittemer Allee
Oorzaken onveiligheid
Aantal keer genoemd
Het is een complexe situatie
1
De weg is erg krap
1
Overig gedrag van het autoverkeer
1
Het is een complexe situatie
1
De voorrangsregeling is onduidelijk
1
De begrijpbaarheid van de belijning is laag
1
De goede borden ontbreken
1
Oversteekgedrag van fietsers
1
De onoverzichtelijkheid van de omgeving
1
Het is een erg druk punt
1
De weg is erg krap
1
Overig gedrag van het autoverkeer
1
Het is een erg druk punt
1
De weg is erg krap
1
Overig gedrag van het autoverkeer
1
De drukke activiteiten langs de weg
1
Het is onoverzichtelijk
1
De vormgeving is onduidelijk
1
De onoverzichtelijkheid van de omgeving
1
Het is een complexe situatie
1
Het is een erg druk punt
1
De voorrangsregeling is onduidelijk
1
De vormgeving is onduidelijk
1
De goede borden ontbreken
1
Overig gedag van fietsers
1
Overig gedrag van het autoverkeer
1
De drukke activiteiten langs de weg
1
Het is een complexe situatie
1
De weg is erg krap
1
Het is een complexe situatie
1
De weg is erg krap
1
De goede borden ontbreken
1
Het gesloten gevoel van de omgeving
1
Het is onoverzichtelijk
1
De vormgeving is onduidelijk
1
De begroeiing langs de weg op deze locatie
1
Het is een erg druk punt
1
De weg is erg krap
1
Het is een complexe situatie
2
De situatie is moeilijk te herkennen
1
De drukke activiteiten langs de weg
1
De onoverzichtelijkheid van de omgeving
1
Het is een complexe situatie
1
De juiste wegmarkering ontbreekt
1
Het is een erg druk punt
1
De onoverzichtelijkheid van de omgeving
1
Er wordt hard gereden
1
De weg is erg krap
1
De juiste wegmarkering ontbreekt
1
35
Verkeersonveilige locaties Gulpen-Wittem
Verkeersonveilige locaties Wijlre en Eys
36
Verkeersonveilige locaties Reijmerstok
Verkeersonveilige locaties Mechelen
37
Verkeersonveilige locaties Epen
Opmerking: » het aantal deelnemers aan de pilot is beperkt geweest. Hierdoor komt het vrijwel niet voor dat locaties door meerdere ouderen zijn aangeduid als verkeersonveilig. Op het moment dat het aantal respondenten groter wordt, zal dit waarschijnlijk wel het geval zijn. Door vervolgens te achterhalen hoe vaak een bepaalde locatie is aangewezen kan een prioriteitenlijst worden opgesteld. De locaties, die relatief door veel ouderen als verkeersonveilig worden ervaren, verdienen dan als eerste aandacht bij het treffen van eventuele infrastructurele maatregelen.
38
Observatie Opmerkingen: De informatie, die nu in ViaStat is opgenomen, is moeilijk te analyseren. Bij een groot deel van de vragen was het mogelijk te antwoorden met: - Ja, heel veel moeite; - Ja, een beetje moeite; - Nee, helemaal geen moeite; - Niet waar te nemen. Veruit het meest is gekozen voor de antwoorden ‘nee, helemaal geen moeite’ en ‘niet waar te nemen’. De observatie van de ouderen door de leerlingen is te vrijblijvend. De leerling moet zelf een inschatting maken van het begrip ‘moeite’. Dit verschilt vervolgens per persoon. Een antwoordmogelijkheid als ‘niet waar te nemen’ maakt het daarnaast makkelijk om de vervolgvragen over te slaan. Een groot deel van de vragen moet anders geformuleerd worden. Of de werkwijze bij het observeren moet aangepast worden.
Maatregelpakketten (educatie) De maatregelen uit de onderstaande tabel zijn afkomstig uit de KpVV Toolkit Permanente VerkeersEducatie (PVE). PVE betekent dat verkeerseducatie plaatsvindt op elk moment waarop verwacht kan worden of geconstateerd wordt dat de bestaande voorwaarden van kennen, kunnen en willen niet meer toereikend zijn voor veilig gedrag en niet door ‘zelfinstructie’ alleen (tijdig) toereikend zullen worden. Het permanente karakter zit hem behalve in het feit dat de educatie anticipeert op ontoereikende gedragsvoorwaarden ook in het feit dat permanente educatie telkens voortbouwt op eerdere verkeerseducatie en een fundament legt voor latere verkeerseducatie. Bij de momenten waar verwacht kan worden dat de ‘oude’ gedragsvoorwaarden niet meer voldoen, wordt gedacht aan situaties waarin: » » » »
» »
de verkeersomgeving verandert; de verkeerstaak verandert; de verkeersregels veranderen; personen met nieuwe soorten belangen te maken krijgen (denk aan iemand die opeens zijn geld gaat verdienen met verkeersdeelname, bijvoorbeeld als taxichauffeur); mensen in andere ontwikkelingspsychologische fasen komen; kennis, vaardigheden en/of motivaties zijn weggezakt.
Binnen PVE worden zes doelgroepen onderscheiden. De indeling in doelgroepen is gebaseerd op een combinatie van leeftijd en vervoersmodaliteit. Het gaat om de volgende zes groepen: » » » » »
0 tot 4 jaar; 4 tot 12 jaar; 12 tot 16 jaar; beginnende bestuurders (16 tot circa 25 jaar); rijbewijsbezitters (circa 25 tot circa 60 jaar);
39
»
ouderen vanaf circa 60 jaar.
De doelgroep in het MO2MO onderzoek valt in de laatst genoemde categorie. De maatregelen in de tabel zijn gericht op deze categorie. Naam product
Uitgever
Doelgroep
Inhoud
‘Bijtanken en Oppoetsen’
Stichting Bevordering Verkeerseducatie (i.o.v. ROF)
In principe bedoeld voor rijbewijsbezitters maar ook niet rijbewijsbezitters kunnen zinvol meedoen.
De cursist wordt geïnformeerd over de belangrijkste veranderingen van de afgelopen jaren op het gebied van verkeersregels, voorschriften, borden en voorzieningen. De deelnemers kunnen middels toetsen nagaan in hoeverre hun kennis nog voldoet aan de eisen die het moderne verkeer stelt. Er wordt aandacht besteed aan vaardigheid, inzicht en mentaliteit.
‘Rijvaardigheidsdag voor senioren / BROEM’
Stichting Bevordering Verkeerseducatie (i.o.v. ROF)
Automobilisten van 50 jaar en ouder.
Eendaagse cursus voor oudere automobilisten. Bevat onder andere een opfriscursus theorie, een praktijkrit en activiteitencircuit (ogentest, reactietest, gehoortest etc.). Prima geschikt voor personen die nog goed kunnen rijden. Voor personen met grotere problemen is meer aandacht en tijd nodig.
‘Fiets veilig en fit’
ROVZ
Oudere verkeersdeelnemers in het bezit van een fiets.
De cursus bestaat uit een theorie- en praktijkgedeelte en geeft deelnemers handvatten om veilig aan het verkeer deel te nemen als fietser. Het theoriegedeelte is gericht op (nieuwe) verkeersregels, verkeerssituaties in de buurt en de relatie tussen ouder worden en fietsgedrag. De praktische werkvormen gaan in op het oefenen van moeilijke verkeerssituaties en rijvaardigheidshandelingen. Tevens wordt een gehoor- en ogentest afgenomen.
‘Scootmobielen Project’
Werkgroep Ouderen, Gehandicapten en Verkeer Veghel
Gebruikers van scootmobielen, brommobielen, snorfietsen etc.
De toegepaste werkvormen zijn zowel praktisch (o.a. rit met verrichtingen) als theoretisch (o.a. technische zaken en verkeerstheorie). Daarnaast krijgt de cursist advies op maat (gehoor- en ogentest).
‘Thuisblijven hoeft niet, ga wijs op weg!’
Verkeers- en vervoersberaad Drenthe
Alle ouderen
Door middel van brochures worden ouderen geïnformeerd over hoe zij op een veilige manier aan het verkeer kunnen blijven deelnemen. In de brochures krijgt men tips over veilige verkeersdeelname en welke goede alternatieven er zijn als autorijden, fietsen of wandelen echt niet meer mogelijk is.
40
Doel: » uiteindelijk is de doelstelling op basis van conclusies uit de drie deelonderzoeken gerichte maatregelen aan te bieden, welke betrekking hebben op educatie en infrastructuur. Doelstelling is om dit op den duur te kunnen automatiseren. Opmerking: De KpVV heeft geconcludeerd dat de bovenstaande beschikbare producten / projecten met name ingaan op verkeerskennis en vaardigheden in het verkeer. Er wordt echter te weinig aandacht besteed aan de hogere orde leerdoelen en aan zelfevaluatie (kennis van sterke en zwakke punten en weten hoe men voor tekortkomingen kan compenseren). De hogere orde leerdoelen betreffen: » het kennen van de eigen persoonlijke kenmerken en beperkingen en het kunnen inschatten wat de mogelijke risico’s hiervan zijn in het verkeer en daar tevens rekening mee houden; »
het maken van goede afwegingen en beslissingen in het verkeer, zoals de keuze voor een bepaalde vervoerwijze of route, en het inzien van mogelijke risico’s als gevold van bepaalde keuzes.
41