Evaluatie aanbrengen bovenafdichting talud 5A
7 november 2014
Evaluatie aanbrengen bovenafdichting talud 5A
Afvalberging Attero te Wijster
Kenmerk R001-1212538JDA-rrt-V02-NL
Verantwoording Titel
Evaluatie aanbrengen bovenafdichting talud 5A
Opdrachtgever
Attero Adri Verkerk Jan Gardenier Adri Verkerk, projectleider 1212538 20 (exclusief bijlagen) 7 november 2014
Projectleider Auteur(s) Tweede lezer Projectnummer Aantal pagina's Datum Handtekening
Ontbreekt in verband met digitale verwerking. Dit rapport is aantoonbaar vrijgegeven.
Colofon Tauw bv BU Ruimtelijke Kwaliteit Transportweg 12 Postbus 722 9400 AS Assen Telefoon +31 59 23 91 30 0 Fax +31 59 23 91 32 5
Dit document is eigendom van de opdrachtgever en mag door hem worden gebruikt voor het doel waarvoor het is vervaardigd met inachtneming van de rechten die voortvloeien uit de wetgeving op het gebied van het intellectuele eigendom. De auteursrechten van dit document blijven berusten bij Tauw. Kwaliteit en verbetering van product en proces hebben bij Tauw hoge prioriteit. Tauw hanteert daartoe een managementsysteem dat is gecertificeerd dan wel geaccrediteerd volgens: -
NEN-EN-ISO 9001
Aanbrengen bovenafdichting talud 5A
5\20
Kenmerk R001-1212538JDA-rrt-V02-NL
6\20
Aanbrengen bovenafdichting talud 5A
Kenmerk R001-1212538JDA-rrt-V02-NL
Inhoud Verantwoording en colofon .......................................................................................................... 5 1
Inleiding.......................................................................................................................... 9
2
Algemene gegevens.................................................................................................... 10
3
Uitvoering locatie 5A Noord ....................................................................................... 11
3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6
Voorbereidende werkzaamheden ................................................................................. 11 Aanbrengen steunlaag .................................................................................................. 11 Aanbrengen minerale afdichting.................................................................................... 12 Aanbrengen HDPE-folie ................................................................................................ 13 Aanbrengen afdeklaag (inclusief drainagemat)............................................................. 13 Overige werkzaamheden .............................................................................................. 14
3.6.1 3.6.2
Aanbrengen stortgasleidingen....................................................................................... 14 Aanbrengen asfaltweg................................................................................................... 14
4 4.1 4.2
Kwaliteit, gezondheid, veiligheid en milieu .............................................................. 14 Voorbereiding ................................................................................................................ 14 Uitvoering ...................................................................................................................... 15
5
Kwaliteitscontroles ..................................................................................................... 16
5.1 5.2 5.3
AVI-bodemas................................................................................................................. 16 Trisoplast ....................................................................................................................... 16 HDPE-folie..................................................................................................................... 16
6
Hoeveelheden .............................................................................................................. 17
7
Samenvatting en conclusie ........................................................................................ 17
7.1 7.2 7.2.1 7.2.2 7.2.3 7.3
Inleiding ......................................................................................................................... 17 Samenvatting afdekproject 5A ...................................................................................... 18 Procedurele aspecten ................................................................................................... 18 Uitvoering ...................................................................................................................... 18 Controle ......................................................................................................................... 18 Conclusie....................................................................................................................... 19
Aanbrengen bovenafdichting talud 5A
7\20
Kenmerk R001-1212538JDA-rrt-V02-NL
Bijlage(n) 1 Regionale ligging locatie 2 Ontwerpsituatie locatie 5A 3 4 5 6 7 8 9
8\20
Eindsituatie locatie 5A (revisie) Uitgevoerde controles Quality Services Inspection BV Uitgevoerde controles Cofra (kwaliteitsborging en revisie) QHSE-plan uitvoeringsfase Kwaliteitsborging Fugro (productie Trisoplast) Vooronderzoek en vrijgavecontrole AVI-bodemassen Briefwisseling provinciale goedkeuring
Aanbrengen bovenafdichting talud 5A
Kenmerk R001-1212538JDA-rrt-V02-NL
1 Inleiding In opdracht van Attero B.V. is in 2013 op de taluds ter plaatse van locatie 5A op de afvalberging te Wijster een dubbele bovenafdichting gerealiseerd. Voor een overzicht van genoemde locatie wordt verwezen naar bijlage 1. Aanleiding tot het uitvoeren van genoemde werkzaamheden op locatie 5A wordt gevormd door de verplichting voor Attero B.V. om op dit voormalige stortvak de enkelvoudige bovenafdichting te vervangen door een bovenafdichting die voldoet aan het Stortbesluit Bodembescherming. Op basis van onderzoeksrapporten en opgedane ervaringen bij voorgaande afdekprojecten, is AVI-bodemas aangebracht op circa 47.000 m2 van het oppervlak van locatie 5A. Op deze manier is een goed klankbord gecreëerd voor de verdichting van de aan te brengen minerale afdichtingslaag: Trisoplast. In onderhavig evaluatierapport komen de volgende onderdelen aan de orde: Voorbereiding Uitvoering locatie 5A Arbeidshygiëne en veiligheid Uitgevoerde kwaliteitscontroles (metingen en keuringen) Hoeveelheden Samenvatting en conclusie
Aanbrengen bovenafdichting talud 5A
9\20
Kenmerk R001-1212538JDA-rrt-V02-NL
2 Algemene gegevens De locatie betreft een gedeelte van de afvalberging op het bedrijfsterrein van Attero B.V. aan de Vamweg 7 te Wijster: Locatie 5A betreft het talud van een niet meer in gebruik zijnde voormalige stortlocatie van hoofdzakelijk ‘huisvuil’ met een oppervlakte van circa 4,7 hectare De locatie is ingericht conform de geldende voorschriften en richtlijnen. Op grond van de verplichting van Attero B.V. om ter plaatse van locatie 5A een bovenafdichting aan te leggen, is ten behoeve van de uitvoering door Tauw het volgende bestek opgesteld: T001-1212538JWK-V02-NL d.d. 06 februari 2013 De werkzaamheden van locatie 5A zijn in opdracht van Attero B.V. uitgevoerd door: Aannemersbedrijf Vink uit Barneveld Trisoplast Mineral Liners uit Kerkdriel Cofra uit Amsterdam Schmitz Foam Products uit Roermond Quality Services Inspections BV uit Bennekom De uitvoering van dit project heeft plaatsgevonden in de periode van mei tot en met december 2013. Projectleiding was in handen van Attero. De directievoering en het dagelijks toezicht werden verzorgd door Tauw.
10\20
Aanbrengen bovenafdichting talud 5A
Kenmerk R001-1212538JDA-rrt-V02-NL
3 Uitvoering locatie 5A Noord 3.1
Voorbereidende werkzaamheden
In het kader van de uitvoering werden een aantal voorbereidingen getroffen, te weten: Uitzetten van de contouren van het werkterrein Opschonen van het werkterrein Controle op de ligging van bestaand leidingwerk Aanleg bypass gastransportleidingwerk (inclusief aan- en afkoppeling gasbronnen) Verwijdering van bestaand hekwerk Verwijderen bestaande asfaltwegen Verwijdering bestaand leidingwerk Verwijderen bestaande putten Aanleggen op- en afritconstructies Inrichten van de opstelplaats ten behoeve van de menginstallatie van Trisoplast Mineral Liners Op basis van visuele waarnemingen, revisietekeningen van de aansluitende reeds afgedichte fase en de bestekstekeningen zijn de definitieve contouren van de dubbele bovenafdichting uitgezet. Tevens werden de te nemen maatregelen om goede aansluitingen te creëren tussen de verschillende en reeds bestaande afdichtingsmaterialen, met de nieuw aan te leggen constructies gerealiseerd. Dit hield in dat in overeenstemming met de op bestekstekening 1212538 -103 en 104 aangegeven details, aansluitingen zijn gemaakt. In overleg met de opdrachtgever is voor locatie 5A een definitieve terreingrootte bepaald met een oppervlakte van circa 5,3 hectare. Voor de ontwerpgegevens wordt verwezen naar bijlage 2.
3.2
Aanbrengen steunlaag
Ten behoeve van de nieuwe minerale afdichting is een steunlaag van AVI-bodemas aangebracht. In totaal werd 14.100 m³ AVI-bodemas (met een laagdikte van gemiddeld 30 cm) toegepast. De belangrijkste functie van de steunlaag is het creëren van een goed klankbord ten behoeve van de verdichting van de minerale laag. In overleg tussen de opdrachtgever (Attero B.V.) en de provincie Drenthe werd, op basis van de conclusies uit een onderzoeksrapport van Alterra, vastgesteld dat de op het bedrijfsterrein vrijkomende reststof afkomstig van de vuilverbranding (GAVI), waarvan na opwerking door Feniks als restproduct AVI-bodemas overblijft, geschikt was om als steunlaag toe te passen.
Aanbrengen bovenafdichting talud 5A
11\20
Kenmerk R001-1212538JDA-rrt-V02-NL
De nieuwe steunlaag vormt de basis voor de minerale afdichtingslaag. Alvorens de AVI-bodemas werd toegepast is deze in nauw overleg tussen Feniks en Attero B.V. getoetst volgens het door Alterra Wageningen opgestelde Protocol vooronderzoek en vrijgave voor levering van gecertificeerde AVI-bodemas voor toepassing in steunlagen conform Stortbesluit, versie 1.2 van 1 maart 2005. Om te toetsen of er sprake is van een interactie tussen de materialen in de steunlaag en Trisoplast, dat eventueel kan leiden tot een ontoereikend functioneren van de minerale afdichting, zijn door Alterra van monsters uit de steunlaag, SAR-waardebepalingen uitgevoerd. Hieruit volgt een minimaal te realiseren K-waarde van 1,4 * 10-12 zoals volgt uit het rapport 1713-0288000.R01/HRW/ASM en de daarin te vinden briefbijlage 13/FBB003/BLS van 5-6-2013 (bijlage 8). Zolang de gemeten doorlatendheid (K-waarde) van Trisoplast na het aanbrengen van de afdichtingslaag geringer is dan de maximaal toelaatbare doorlatendheid volgens de testmethode, mag worden uitgegaan van een verwaarloosbaar fysisch-chemische invloed van het onderzochte materiaal op de Trisoplastafdichting. In dat geval mag worden verwacht dat ook op lange termijn (bijvoorbeeld meer dan 100 jaar) de afdichting functioneert conform de eisen van het Stortbesluit. Voor een weergave van de uitgevoerde kwaliteitscontroles, doorlatendheidsproeven en de van toepassing zijnde protocollen, wordt verwezen naar bijlage 7 van dit rapport.
3.3
Aanbrengen minerale afdichting
Na het egaliseren van de bestaande steunlaag en het aanbrengen van AVI-bodemas, werd door Trisoplast Mineral Liners gestart met het aanbrengen van een minerale afdichting. In de tijdens de voorbereidingsfase geïnstalleerde mobiele menginstallatie, werd hiertoe in de juiste verhoudingen zand, bentoniet en polymeer verwerkt tot ‘Trisoplast’. Het mengsel bevat, volgend uit het Fugro-rapport, gemiddeld 13,5 % bentoniet. In totaal is circa 49.000 m² ‘Trisoplast’ met een gemiddelde dikte van 7,5 cm aangebracht. Uit door Fugro uitgevoerde doorlatendheidsbepalingen volgt een gemiddelde K-waarde van < 1x10-12 m/s. Hiermee wordt in de praktijk voldaan aan de ‘Protocollen Trisoplast’ zoals gerapporteerd in de kwaliteitsborging opgesteld door Fugro. De resultaten alsmede de uitgevoerde controles en protocollen zijn opgenomen in bijlage 7 van dit rapport.
12\20
Aanbrengen bovenafdichting talud 5A
Kenmerk R001-1212538JDA-rrt-V02-NL
3.4
Aanbrengen HDPE-folie
Aansluitend op het aanbrengen van de minerale afdichting werd een laag HDPE-folie met een dikte van 2 mm aangebracht op de minerale afdichting. De folie is in banen van circa 7x100 m, onderling verbonden door middel van lassen, aangebracht met behulp van een kanaal-lasmachine. Details en reparaties werden uitgevoerd met een extrusielasapparaat. In totaal werd (inclusief overlap) 50.000 m² dubbelzijdig geruwde HDPE-folie aangebracht. Het doel van het aanbrengen van de folie was tweeledig, namelijk: Bescherming van de minerale afdichting tegen invloeden van buiten Vormen van een vloeistofdichte scheidingslaag Aandachtspunten tijdens het aanbrengen van de HDPE-folie waren: Vlakheid en dus voorkomen van plooivorming Een zo kort mogelijke blootstelling aan UV-straling (zonlicht) Het zo snel mogelijk afdekken van de HDPE-folie met de drainagemat Hiermee werd in de praktijk voldaan aan de hiervoor vastgestelde eisen. Voor de uitgevoerde kwaliteitscontroles en protocollen wordt verwezen naar bijlage 5 van dit rapport.
3.5
Aanbrengen afdeklaag (inclusief drainagemat)
Voor het aanbrengen van de afdeklaag is op HDPE-folie een drainmat (type: Schmitz RTN25) aangebracht (49.750 m²). Vervolgens is 54.043 m³ grond met een laagdikte van 1,00 meter verwerkt. Ten aanzien van de teruggezette afdeklaag zijn in overleg met de provincie Drenthe de volgende afspraken gemaakt: De eerste 0,30 meter afdekgrond dient te worden gezeefd Het restant aan afdekgrond (0,70 meter) mag ongezeefd worden aangebracht Hiermee wordt voorkomen dat de folie/Trisoplast kan worden beschadigd door grote, harde en scherpe delen (bijvoorbeeld stenen). De verzamelleidingen van de drainagematten zijn aangebracht inclusief doorspuitpunten, verzamelleidingen, putten en putranden met deksel en aansluitingen op bestaande rioolputten. Na aanleg zijn alle drainageleidingen doorgespoten en geïnspecteerd. De drainagemat is niet doorspuitbaar.
Aanbrengen bovenafdichting talud 5A
13\20
Kenmerk R001-1212538JDA-rrt-V02-NL
3.6 3.6.1
Overige werkzaamheden Aanbrengen stortgasleidingen
De tijdens de voorbereiding getroffen tijdelijke maatregelen, in de vorm van een bypass, om de gasproductie tijdens het afdekproces te kunnen continueren, zijn na het aanbrengen van de definitieve afdichtingconstructie, weer in de oorspronkelijke staat teruggebracht. Dit houdt in dat de gasbronnen na het aanbrengen van de benodigde doorvoerconstructie wederom zijn aangesloten op de diverse opnieuw aan te brengen transportleidingen. 3.6.2 Aanbrengen asfaltweg Tijdens dit afdekproject is ook de constructie van de bestaande ontsluitingsweg tijdelijk verwijderd. Het vrijkomende materiaal (freesasfalt) is na gebleken geschiktheid toegepast als tijdelijke ontsluitingsroute op een deel van het talud. Na afronding van de afdekwerkzaamheden is de ontsluitingsweg in haar nieuwe vorm (gereduceerde breedte), een en ander conform bestek, aangebracht.
4 Kwaliteit, gezondheid, veiligheid en milieu 4.1
Voorbereiding
Algemeen Voorafgaand aan de uitvoering ter plaatse van locatie 5A, werden de risico’s van de uit te voeren werkzaamheden zo goed mogelijk in beeld gebracht. De voor dit werk specifieke risico’s (arbeidsomstandigheden en milieuaspecten) werden, met behulp van de daarvoor geldende wetgeving en richtlijnen, aangevuld met de voor deze bedrijfslocatie specifieke voorschriften en reglementen, verwerkt in een kwaliteits- en werkplan ten behoeve van de uitvoering (zie bijlage 6 en 7). De volgende wetten en richtlijnen werden hiervoor gebruikt: Arbeidsomstandighedenwet CROW-publicatie 132 Veiligheids- en milieureglement Attero B.V. Risicoklasse-indeling Risicoberekening heeft plaatsgevonden volgens de beleidsregel 4.2-2: ‘Wijze van beoordeling van blootstelling aan toxische stoffen bij werken met verontreinigde grond- of grondwater’.
14\20
Aanbrengen bovenafdichting talud 5A
Kenmerk R001-1212538JDA-rrt-V02-NL
Op basis van de maximaal aangetroffen concentraties voor de vanuit arbeidshygiënisch en veiligheidsoogpunt meest relevante verbindingen in de grond en het grondwater, de toxische eigenschappen van de verontreinigingen en de kans op blootstelling, werd de toxiciteitsklasse (T-klasse) vastgesteld. Op basis van het vlampunt werd het explosierisico (F-klasse) bepaald. De klassenindeling is uiteindelijk maatgevend inzake het toekennen van de veiligheidsmaatregelen conform de CROW-publicatie 132. Een overzicht van de maximaal aangetroffen concentraties van de meest relevante verbindingen, is weergegeven in tabel 1 uit het Alterra rapport in bijlage 8. Op grond van de systematiek volgens beleidsmaatregel 4.2-2 en de maximaal aangetroffen concentraties in de grond en het grondwater waarbij het in dit specifieke geval ging om de toepassing van AVI-bodemas, werden de werkzaamheden ingedeeld in klasse 3T. Ten aanzien van het mogelijk vrijkomen van stortgas was het veiligheids- en gezondheidsreglement van Attero B.V. van toepassing. Maatregelen De maatregelen om de werkzaamheden zonder gevaar van de betrokken werknemers uit te kunnen voeren, zijn vastgesteld conform beleidsregel 4.9-4: ‘Doeltreffende beheersing van de blootstelling aan stoffen bij werken in- of met verontreinigde grond- of grondwater’, de standaard RAW-bepalingen 2005 en de CROW-publicatie 132.
4.2
Uitvoering
Voorafgaande aan de start van de werkzaamheden heeft op de locatie een voorlichting door middel van een kick-off meeting aan het betrokken personeel plaatsgevonden. Tijdens deze voorlichting werd uitleg gegeven ten aanzien van de specifieke gedragsregels op het gebied van veiligheid geldend op de bedrijfslocatie van Attero B.V. te Wijster. Alle werknemers hebben daarbij kennis genomen van de inhoud van het opgestelde Kwaliteitsplan en de daarvoor bestemde verklaring ondertekend. Met betrekking tot de arbeidshygiëne en veiligheid hebben zich tijdens de uitvoeringsperiode geen bijzonderheden voorgedaan. Stofvorming tijdens de toepassing en de verwerking van AVI-bodemas werd voorkomen door het vochtig houden van de bouwstof en de verwerkingsomgeving (inclusief op- en afritten). Ten aanzien van het vrijkomende stortgas werden de veiligheidsvoorschriften van Attero B.V. nageleefd.
Aanbrengen bovenafdichting talud 5A
15\20
Kenmerk R001-1212538JDA-rrt-V02-NL
5 Kwaliteitscontroles 5.1
AVI-bodemas
Tijdens het aanbrengen en verwerken van de AVI-bodemas zijn door Fugro de controles uitgevoerd op basis van de van toepassing zijnde protocollen, met name: Controle van de laagdikte door middel van meting in het profiel Controle van de verdichting door middel van nucleaire meting Visuele controle op vlakheid Bij alle controles werd in de praktijk voldaan aan de hiervoor door Fugro vastgestelde eisen. Voor een overzicht van bovengenoemde controles en protocollen wordt verwezen naar bijlage 4. De chemische samenstelling van de AVI-bodemas is op basis van het voortschrijdend gemiddelde, waarbij met name de SAR-waarde bepalend was, in nauw overleg tussen Feniks en Attero B.V. getoetst aan de daarvoor geldende richtlijnen. Uit deze toets is gebleken dat de AVI-bodemas hieraan voldeed.
5.2
Trisoplast
Tijdens het aanbrengen en verwerken van de minerale afdichting zijn door Fugro controles uitgevoerd op basis van de van toepassing zijnde protocollen, met name: Controle van de laagdikte door middel van meting in het profiel Controle van de verdichting door middel van nucleaire meting Controle van de chemische samenstelling en het uitvoeren van een doorlatendheidsproef Visuele controle op vlakheid Bij alle controles werd in de praktijk voldaan aan de hiervoor in de ‘Protocollen Trisoplast’ vastgestelde eisen. Eventuele afwijkingen geconstateerd tijdens de uitvoering zijn direct hersteld en opnieuw gecontroleerd. Voor een overzicht van bovengenoemde controles en protocollen wordt verwezen naar bijlage 4.
5.3
HDPE-folie
Tijdens het aanbrengen van de HDPE-folie zijn door Quality Services BV controles uitgevoerd op basis van de van toepassing zijnde protocollen, met name: Visuele vlakheid van de minerale laag Controle van de gemaakte dubbele lassen door middel van drukmeting in de luchtkamer Visuele inspectie van de gemaakte enkelvoudige lassen ten behoeve van doorvoerconstructies Visuele inspecties van gerepareerde beschadigingen
16\20
Aanbrengen bovenafdichting talud 5A
Kenmerk R001-1212538JDA-rrt-V02-NL
Controle op vlakheid van het folieoppervlak tijdens de ballastwerkzaamheden
Bij alle controles werd in de praktijk voldaan aan de hiervoor in de ‘Protocollen Trisoplast’ vastgestelde eisen. Voor een overzicht van bovengenoemde controles wordt verwezen naar bijlage 4.
6 Hoeveelheden Ten behoeve van de realisatie van de bovenafdichting op locatie 5A, zijn de hoeveelheden verwerkt zoals weergegeven in tabel 6.1
Tabel 6.1 Overzicht verwerkte hoeveelheden locatie 3.1
Materiaal
Hoeveelheid
Grond
54.043 losse m
AVI-bodemas
14.100 m
3
Trisoplast
49.000 m
2
HDPE-folie (dubbelzijdig geruwd 2 mm)
33.000 m
2
HDPE-folie(glad)
17.000 m
2
Drainagemat (Schmitz ……………… )
49.750 m
2
3
7 Samenvatting en conclusie 7.1
Inleiding
Voorschrift 4.4 van de milieuvergunning bepaalt dat tegelijk met het milieujaarverslag aan het bevoegd gezag een samenvatting moet worden gestuurd van de resultaten en de beoordeling van de keuring van de bovenafdichting welke in het voorafgaande kalenderjaar op de stortplaats zijn aangebracht. In 2013 is op de stortplaats van Attero te Wijster de volgende bovenafdichting aangebracht: Dubbele bovenafdichting op de taluds en overige delen van stortvak 5A over een oppervlakte van 53.000 m2 (circa 5,3 ha)
Aanbrengen bovenafdichting talud 5A
17\20
Kenmerk R001-1212538JDA-rrt-V02-NL
7.2
Samenvatting afdekproject 5A
7.2.1 Procedurele aspecten Het bestek voor dit project (T001-1212538JWK-V04, d.d. 6 februari 2013) is op 11-4-2013 ter goedkeuring bij de provincie Drenthe ingediend. Op 3 juni 2013. is per brief (kenmerk 22/VTH/2013004004) door Gedeputeerde Staten van de provincie Drenthe goedkeuring verleend aan het bestek voor de aanleg van bovenafdichting vak 5A. Voor de relevante correspondentie wordt verwezen naar bijlage 9. 7.2.2 Uitvoering De aanleg heeft plaatsgevonden in de periode van mei tot en met oktober 2013. Projectleiding was in handen van Attero. Directievoering en het dagelijkse toezicht werden verzorgd door Tauw. Na egalisatie van de nog resterende toplaag is op het gehele talud een laag AVI-bodemas van de GAVI te Wijster aangebracht. Op basis van het onderzoek naar de SAR-waarden bedraagt vereiste K-waarde (maximale toelaatbare doorlatendheid) 1,4x10-12 m/s. Met een mobiele menginstallatie op locatie A19a is, in de juiste verhoudingen zand, bentoniet en polymeer, het benodigde Trisoplast geproduceerd. De gemiddelde laagdikte van deze minerale afdichting bedraagt gemiddeld 7,5 cm. Hierop is een HDPE-folie (2 mm) ter bescherming van de minerale afdichting aangebracht. Op deze folie is de drainagemat (Schmitz RTN25) aangelegd, daarop is vervolgens de grond (laagdikte 1,0 meter, verdeeld in 0,30m gezeefd en 0,70m ongezeefd) aangebracht. Tijdens de werkzaamheden hebben zich geen bijzondere situaties voorgedaan die van negatieve invloed zijn op het milieu, noch op de duurzaamheid van de aangebrachte constructie. De constructietekeningen van de bovenafdichting, zoals deze uiteindelijk is gerealiseerd, zijn opgenomen in bijlage 2 van dit rapport. 7.2.3 Controle Tijdens het werk zijn door een externe deskundige (Fugro) controles uitgevoerd met betrekking tot de kwaliteit van de aanleg van de steunlaag, het gemengde Trisoplast en de aangebrachte Trisoplast. Het keuringsrapport dat is opgemaakt ter voldoening aan voorschrift 12.42 concludeert dat bij bovenstaande controles, met uitzondering van de aangebrachte laagdikte trisoplast, geen bijzonderheden zijn opgemerkt. De geconstateerde afwijkingen zijn terstond hersteld. Eveneens zijn tijdens het laswerk van de folie controles uitgevoerd op de lasdichtheid door Cofra. Daarnaast zijn de lassen door Quality Services BV als onafhankelijk gecertificeerde instantie geverifieerd en gerapporteerd.
18\20
Aanbrengen bovenafdichting talud 5A
Kenmerk R001-1212538JDA-rrt-V02-NL
Geconcludeerd wordt op basis van de controlerapporten van Fugro dat de aangebrachte laag Trisoplast een gemiddelde doorlatendheid heeft van <1 x 10-12 m/s (rapport 1710/0362/000 d.d. 26 november 2010). Hiermee wordt voldaan aan de K-waarde eis die volgt uit de SARwaardebepalingen door Alterra/FBB. Ook andere uitgevoerde werkzaamheden voldoen aan de gestelde richtlijnen.
7.3
Conclusie
Op basis van de voorliggende rapportage wordt geconcludeerd dat in opdracht van Attero een bovenafdichtingsconstructie op gebied 5A is aangelegd die voldoet aan de eisen van het Stortbesluit.
Aanbrengen bovenafdichting talud 5A
19\20
Kenmerk R001-1212538JDA-rrt-V02-NL
20\20
Aanbrengen bovenafdichting talud 5A
Bijlage
1
Regionale ligging locatie
Bijlage
2
Ontwerpsituatie locatie 5A
Postbus 133 7400 AC Deventer Telefoon (0570) 69 99 11
Opdrachtgever
Attero Wijster Project
Bovenafdichting talud 5A Onderdeel
Doorsneden en details Datum Getek. Gec. Projectnummer
Tekeningnummer
1212538 Wijz. A B C D
Schaal
22-01-13 BGM AJV
Aard der wijziging
103
Status
1 : 100
Formaat
DEFINITIEF
A1 Datum
Get.
Gec.
PLAN VAN AANPAK
Stortplaats Wijster Synthetische afdichting Vak 5A Bestek T001-1212538
Cofra B.V. Postbus 20694 1001 NR Amsterdam Tel.
020 693 4596
Fax
020 694 1457
[email protected] www.cofra.com Datum Versie
Akkoord: Attero BV
Akkoord: Tauw BV
11414
: 22 mei 2013 : 01
Projectplan Stortplaats Wijster, Vak 5A. Attero BV, Bestek T001-1212538
I nh ou d 1
Informatie
3
2
Project
3
2.1. 2.2. 2.3. 2.4. 3
3.1. 3.2. 3.3. 4
4.1. 4.2. 4.3. 4.4. 4.5. 4.6. 4.7. 4.8. 4.9. 4.10. 4.11. 4.12. 4.13. 5
5.1. 5.2. 5.3. 5.4. 6
6.1. 6.2. 6.3.
Projectgegevens Technische gegevens Projectbeschrijving Werkzaamheden Partijen
Contactpersonen van Cofra B.V. Betrokken partijen Onderaannemers van Cofra B.V. Verwerken van folie.
Ontvangst, opslag en transport Inspectie ondergrond Uitrollen en ballasten Aansluitingen & doorvoeren Lasmethodes Lasapparatuur Proeflassen Eindcontrole Details Werkomstandigheden Reparaties Overzicht Formulieren Toetsing bestek op strijdigheid met BRL K537 Veiligheidsmaatregelen
Persoonlijke beschermingsmiddelen Projectgebonden risico’s Toegang tot het werk Projectregels Coördinatie & Toezicht
Samenwerkingsafspraken Overleg en instructie werknemers Toezicht en veiligheidsinspecties
3 4 4 4 5
5 5 6 7
7 7 7 7 7 8 8 9 10 10 11 11 11 11
11 11 11 11 12
12 12 12
7
Bedrijfshulpverlening
13
8
Projectvoorzieningen
13
9
Bijlagen
14
© Cofra. B.V.
2
Projectplan Stortplaats Wijster, Vak 5A. Attero BV, Bestek T001-1212538
1
Informatie Cofra B.V. is sinds de begin jaren tachtig gespecialiseerd in het verwerken van kunststof folie voor milieu- en civieltechnische toepassingen. Cofra B.V. voldoet met al haar producten en verwerkingstechnieken aan de laatste voorschriften en protocollen. Daarbij zijn wij als eerste aannemingsbedrijf gecertificeerd voor het verwerken van kunststoffolie volgens de KIWA BRL K537. Naast een gladde folie verwerken wij ook andere types folie zoals zeer flexibele folie, één- of tweezijdig geruwde folie of geprofileerde folie. Alle verschillende types hebben bijzondere eigenschappen die oplossingen bieden voor de meest voorkomende milieutechnische toepassingen zoals onder- en bovenafdichtingen van vuilstortplaatsen. Veelal maakt een folie deel uit van een combinatieafdichting waarbij Cofra B.V. de folie verlegd op een minerale afdichtinglaag van zand-bentoniet, bentonietmatten, Trisoplast of lekdetectiesysteem. Kwaliteitsborging speelt een grote rol in het bereiken van een duurzame afdichtingconstructie. Het borgen van onze activiteiten op de werklocatie is noodzakelijk om onze opdrachtgevers zeker te laten zijn van een kwalitatief goed verwerkte folie. Daartoe is Cofra B.V. gecertificeerd volgens de laatste ISO norm : ISO 9001 versie 2000. Aanvullend is Cofra B.V. gecertificeerd door KIWA op basis van de BRL K537. Beide certificeringen stellen zeker dat een hoog kwaliteitsniveau bereikt wordt bij het verwerken van folie. Ook Veiligheid is voor Cofra B.V. belangrijk. Cofra B.V. is gecertificeerd op het niveau van VCA**. Omdat onze activiteiten zich afspelen binnen zowel de ISO certificering als wel de gecertificeerde folieverwerking wordt in het uitvoeringsplan volstaan met een beknopte weergave van de processen tijdens de folieverwerking. Omdat Cofra B.V. een gecertificeerd verwerker is en derhalve onder continue controle staat van de certificeerder behoeft niet in detail getreden te worden voor wat betreft de omschrijving van activiteiten, het verwerkingscertificaat spreekt immers voor zich. De directie van Cofra B.V. beschouwt het VGM-beleid bij al haar activiteiten als een intergraal onderdeel van de be drijfsvoering en stelt zich tot doel:
Een veilige en gezonde werkomgeving te verschaffen;
Zorg te dragen voor de persoonlijke veiligheid tijdens het werk;
Te voorkomen dat gezondheid van eigen medewerkers, inhuurmedewerkers en van onderaannemers in gevaar komt;
Binnen de organisatie constant een verbeterproces te voeren.
2
Project
2.1.
Projectgegevens Project:
Stortplaats Wijster, Vak 5A
Besteknummer
T001-1212538
Onderdeel:
Synthetische afdichtingslaag
Projectnummer Cofra B.V.:
F2781
Locatie:
Stortplaats Wijster, Wijster
Geplande aanvangsdatum:
17 juni 2013
© Cofra. B.V.
3
Projectplan Stortplaats Wijster, Vak 5A. Attero BV, Bestek T001-1212538
Geplande oplevering: Werknemers: 2.2.
Max. 8 werknemers tegelijkertijd aanwezig op de locatie
Technische gegevens De folie wordt verwerkt onder het proces certificaat K5148. Folie leverancier
GSE Lining Technology GmbH
Type folie
GSE HD 2,0 mm
±17.000 m²
GSE HD 2,0 mm Friction Flex
±33.000 m²
Type ondergrond 2.3.
Trisoplast
Projectbeschrijving Het werk uitgevoerd door Cofra B.V. omvat het aanbrengen een synthetische afdichtingslaag en de bijbehorende onderdelen. De verschillende werkzaamheden moeten in nauw overleg met de verschillende aannemers overeen gestemd worden. De voor Cofra BV relevante werkzaamheden zullen worden uitgevoerd volgens de in bestek T001-1212538 “Stortplaats Wijster, Vak 5A” omschreven details. Hierbij inacht nemend alle voor het project geldende kwaliteits- en veiligheids eisen.
2.4.
Werkzaamheden Voor het aanbrengen van een afdichtingsconstructie worden in hoofdlijnen de volgende werkzaamheden verricht. Zie tevens het Inspectieplan (V035) in de bijlage:
Een kraan voor het lossen, bijrijden en uitrollen van de HDPE folie;
Plaatsen van een laboratoriumcontainer;
Inspecteren van het terrein en de ondergrond;
Verleggen van de folie;
Lassen van de folie;
Het maken van speciale constructies bij objecten;
Aftesten van de lassen;
Het maatvoeren van bovenstaande werkzaamheden. Waarbij de hoofdmaatvoering door de hoofdaannemer wordt verzorgd en derden zorg draagt voor de detailmaatvoering;
Uitvoeren van aanvullende testen.
Aanleveren van proeflassen t.b.v. bepaling langeduur sterkte.
© Cofra. B.V.
4
Projectplan Stortplaats Wijster, Vak 5A. Attero BV, Bestek T001-1212538
3
Partijen
3.1.
Contactpersonen van Cofra B.V. Projectcoördinator:
R. Vorselman
tel. 0653 718 166
Coördineren werkzaamheden tijdens voorbereiding en uitvoering.
Bewaken en naleven van het uitvoeringsplan.
Eerste aanspreekpunt op het werk.
Aanspreekpunt voor opdrachtgever en derden.
Aansturen van de uitvoeringswerkzaamheden: verdelen van taken, begeleiden onderaannemers, treffen voorzieningen.
Verantwoordelijk voor veiligheid & kwaliteit op het werk.
Bewaken van de planning.
Houden van startwerkvergaderingen, projectintroducties, vgm-inspecties en toolboxmeetings.
Bijhouden registraties.
Deskcoördinator:
M. Jacobs
tel. 0623 104 788
Organiseren voorbereiding, inkoop en onderaannemers.
Opstellen werkdocumentatie en uitvoeringsplan, en deze actueel houden.
Ondersteunen Projectcoördinator.
Milieu- en V&G-functionaris voor het project.
Voorman(nen):
Diverse personen.
Vervangen van de Projectcoördinator bij diens afwezigheid.
Verdelen werkzaamheden, inzetten personeel.
Bijhouden registraties.
Uitvoerend medewerkers:
Het voorkomen van onveilige situaties en ongevallen;;
Signaleren en melden van onveilige situaties en (bijna) ongevallen;
Zich houden aan de afspraken, regels en voorschriften;
Actief deelnemen aan voorlichting en onderricht.
V&G-coördinator:
3.2.
R.M. Bodamer
tel. 0627 018 687
Controleren op naleving van afspraken over veiligheid, gezondheid en milieu.
Onderzoeken van klachten, incidenten en ongevallen.
Betrokken partijen Opdrachtgever
Attero BV
Adres
Postbus 5, 9418 ZG, Wijster
Contactpersoon
De heer R. Heijnen
Telefoonnummer
0593-56 39 70
Faxnummer
0593-56 39 75
© Cofra. B.V.
5
Projectplan Stortplaats Wijster, Vak 5A. Attero BV, Bestek T001-1212538
3.3.
Directie
Tauw BV
Adres
Handelskade 11, Postbus 133, 7400 AC Deventer
Contactpersoon
De heer A. Verkerk
Telefoonnummer
0570 699 911
Faxnummer
0570 699 666
Aannemer
Vink BV
Adres
Valkseweg 62, Barneveld
Contactpersoon
De heer
Telefoonnummer
0342 406 428
Faxnummer
0342 406 402
Inspectie instantie
Quality Services Inspection BV
Adres
Kierkamperweg 33, 6721 Bennekom
Contactpersoon
Dhr. H. de Bruijn
Telefoonnummer
0318 431 4 00
Faxnummer
0318 431 2 88
Onderaannemers van Cofra B.V. Niet van toepassing.
© Cofra. B.V.
6
Projectplan Stortplaats Wijster, Vak 5A. Attero BV, Bestek T001-1212538
4
Verwerken van folie.
4.1.
Ontvangst, opslag en transport Bij ontvangst van folie wordt gecontroleerd op foliedikte, folietype en visuele beschadigingen. Daarnaast wordt gecontroleerd of certificaten en paklijsten aanwezig zijn bij de levering. Registratie vindt plaats op het formulier F032, “Ontvangstcontrole”. Certificaten en paklijsten worden in de werkmap bewaard. De Voorman of Medewerker Uitvoering is verantwoordelijk voor de ontvangstcontrole. Opslag van de folie geschiedt op een vlakke ondergrond waarbij aanvullend geldt dat er tot maximaal 2 lagen hoog gestapeld mag worden. Het opslag terrein wordt zodanig gekozen dat het materiaal niet in de weg ligt en dat het niet kan beschadigen. Transport van de folie op het werk zal hangend aan singles met behulp van een kraan plaatsvinden. Deze methode borgt een transport waarbij de folie niet beschadigd raakt.
4.2.
Inspectie ondergrond De inspectie van de ondergrond vindt plaats op basis van een visuele beoordeling. De beoordeling bestaat uit het controleren of de ondergrond vrij is van scherpe delen, stenen, stronken en andere verontreinigingen. De acceptatie geschiedt stilzwijgend, bij afwijkingen wordt een “Afwijkingsbericht F009” ingevuld. Naast deze registratie wordt direct de Projectcoördinator geïnformeerd. Evenals de ondergrond wordt het grondwerk zelf beoordeeld. Deze beoordeling vindt plaats op basis van visuele inspectie van de uitvoering van het grondwerk. Er wordt met name gekeken naar de vlakheid van het grondwerk, mogelijke oneffenheden, wagen-, of rupssporen en overgangen van taluds. De acceptatie geschiedt stilzwijgend, bij afwijkingen wordt een “Afwijkingsbericht F009” geschreven en zal de Projectcoördinator direct gewaarschuwd worden.
4.3.
Uitrollen en ballasten Het uitrollen van de folie geschiedt met behulp van een evenaar, waarbij de evenaar in een kraan hangt. De positie van de foliebanen is aangegeven in het legplan en het uitrollen zal conform dit plan worden uitgevoerd. Bij afwijkingen zal de Voorman of Projectcoördinator in overleg treden met de opdrachtgever. De overlap van de folie wordt zodanig gekozen dat machinaal lassen goed uitvoerbaar is. De mate van tijdelijk ballasten is afhankelijk van het aanvultempo, de ligging en mogelijk de weersomstandigheden. Dagelijks wordt bijgehouden, op het legplan, welke rolnummer in welke banen verwerkt zijn. Na afloop van het werk wordt een revisie gemaakt en aangeboden aan de opdrachtgever.
4.4.
Aansluitingen & doorvoeren Aansluitingen op doorvoeren worden gemaakt middels een extrusielas aan de op de doorvoer aanwezige PE-plaat/flens.
4.5.
Lasmethodes Er worden drie lasmethodes gebruikt voor de werkzaamheden. Cofra B.V. is gecertificeerd voor alle methodes middels BRL K537. Lange lassen worden gemaakt door middel van hete
© Cofra. B.V.
7
Projectplan Stortplaats Wijster, Vak 5A. Attero BV, Bestek T001-1212538
element las, het lastype is een kanaallas. Korte verbindingen, reparaties, aansluitingen en het dichtlassen van testgaatjes geschiedt door middel van extrusielassen. In sommige gevallen wordt de aansluit las op bestaande folie uitgevoerd d.m.v. van een single-side las, het lastype is een kanaallas. Alle lastypes worden uitsluitend door gekwalificeerd personeel uitgevoerd, een lijst met gekwalificeerd personeel is in de werkmap aanwezig. 4.6.
Lasapparatuur 4.6.1. Kanaallassen, single-side lassen: Er wordt gebruik gemaakt van een heet element lasmachine, waarbij de lassnelheid, de lastemperatuur en de aandrukkracht van de rollen kan worden ingesteld. 4.6.2. Extrusielassen: Er wordt gebruik gemaakt van een hand extruder, extrudaat temperatuur en blaasluchttemperatuur zijn instelbaar. Daarbij wordt gebruik gemaakt van extrudaat met als basis de zelfde grondstof als de betreffende folie. 4.6.3. Single-sidelassen: Er wordt gebruik gemaakt van een heet element lasmachine, waarbij de lassnelheid, de lastemperatuur en de aandrukkracht van de rollen kan worden ingesteld. Deze lasmachine last alleen met de klok mee! Conform interne ISO-procedures wordt gewaarborgd dat al het lasmaterieel dat zal worden ingezet voldoet aan de eisen gesteld in de Protocollen en BRL. Voor alle machines geldt dat zij twee keer per jaar onderhouden worden en gecontroleerd worden op goede werking.
4.7.
Proeflassen Indien ten aanzien van de weersomstandigheden wordt voldaan aan de onder “4.10 Weersomstandigheden” vermelde uitgangspunten kan er een begin worden gemaakt met het lassen van de folie. Echter alvorens te starten wordt elke morgen, voordat men met productie laswerk start, per machine een proeflas gemaakt ten einde de lasparameters (lastemperatuur, lasdruk en lassnelheid) en de omgevingsparameters (temperatuur, relatieve luchtvochtigheid en windsnelheid) te bepalen / te controleren. Uiteraard gebeurt het maken van proeflassen onder omstandigheden waarbij rekening wordt gehouden met gelijkwaardige lastechnische omstandigheden en weersomstandigheden als waaronder de dagproductie naar verwachting zal worden aangebracht. De representatieve proeflassen t.b.v. extrusielassen worden te allen tijde uitgevoerd met toepassing van koperdraad. Bij sterk wijzigende (weers-) omstandigheden zullen extra proeflassen worden gemaakt. Cofra BV beschikt over laboratoriumcontainers, waarin een proeflas met behulp van nauwkeurig meetapparatuur kwalitatief kan worden beoordeeld tijdens de uitvoering op het werk. De beoordeling en beproeving van de proeflas vindt plaats middels een intern stappenplan. Pas na goedkeuring van de proeflas wordt de machine vrijgegeven voor productiewerk. Registratie van proeflassen, beproevingen en meetgegevens geschiedt op formulier “Proeflascontrole, F001”. Ook bij afkeur van een proeflas worden de gegevens op het betreffende formulier geregistreerd. De desbetreffende gekwalificeerde werknemer is verantwoordelijk voor het beoordelen en beproeven van de proeflassen, het vrijgeven van de lasmachines en medegoedkeuring en medeondertekening door de inspectie-instelling van
© Cofra. B.V.
8
Projectplan Stortplaats Wijster, Vak 5A. Attero BV, Bestek T001-1212538
het formulier “Proeflascontrole, F001”. Daartoe zal de inspecteur van de geaccrediteerde inspectie-instelling, in rechtstreekse opdracht van de opdrachtgever, permanent toezicht uitoefenen, zowel voor de proeflassen alsook voor de dagproductie (zie ook sub “Goedkeuring en vrijgave dagproductie folie”)”. Proeflassen zullen pas aan derden worden meegegeven na goedkeuring van de Voorman. De proeflassen zullen tot maximaal twee werkdagen na productie beschikbaar voor derden blijven. Indien het proeflassen voor lageduurbeproevingen betreft, worden de lasmonsters gemaakt en beoordeeld onder toezicht van een daarvoor geaccrediteerde inspectie-instelling conform bovenstaande werkwijze. Een deel van de proeflas wordt na goedkeuring meegenomen door de geaccrediteerde inspectie-instelling voor verdere externe beproeving. Een ander deel van deze proeflas wordt bij Cofra B.V. opgeslagen totdat de uitslag van de duurbeproeving bekend is. Resultaten van onderzoeken door derden aan deze proeflassen zullen, na goedkeuring van de directie, aan de aannemer ter beschikking worden gesteld. 4.8.
Eindcontrole De eindcontrole van het laswerk bestaat uit een onderzoek ten einde de dichtheid van de las te bepalen. 4.8.1. Kanaallassen: Eindcontrole vindt plaats door middel van het afpersen van de las. Voor de juiste testdrukken wordt verwezen naar tabel 5 uit de protocollen. Zo zal voor een foliedikte van 2,0 mm HDPE en een folietemperatuur van 20 °C een proefdruk gelden van 3,0 bar. Een las wordt als dicht beschouwd indien de drukdaling kleiner is dan 0,1 bar gedurende 15 minuten. Na het afpersen van de las wordt het testgaatje met de handextruder dichtgelast. De Voorman is verantwoordelijk voor het naleven van de eindcontrole, registratie vindt plaats op F003, “Heteboutlassen”. Indien bij de eindcontrole afwijkingen worden ontdekt volgt overleg met de opdrachtgever. 4.8.2. Extrusielassen: Eindcontrole van extrusielassen geschiedt door middel van vacuümtesten of afvonken. Dit geldt voor alle lassen in het platte vlak (dus niet alleen horizontaal maar ook het platte vlak op taluds). Indien vooraf beoordeeld wordt dat een las in het platte vlak met vacuüm getest kan worden mag de vonkentest vervallen. In het geval dat een las gewelfde vlakken bevat of ook scherpe overgangen bevat dient tenminste met afvonken getest te worden. (Dus alleen die lassen die om technische redenen niet met een vacuümklok getest kunnen worden. Bij vacuümtesten de extrusielas op 0.2 bar absoluut onderdruk gebracht met de vacuümklok gedurende 30 seconden. Een las voldoet indien geen lekkage wordt waargenomen. De uitzondering is extrusielaswerk waar koperdraad in is meegelast. Deze lassen –veelal detailwerk- behoeven alleen d.m.v. afvonken getest te worden. Voor de juiste testspanningen wordt verwezen naar tabel 6 uit de protocollen. De Voorman is verantwoordelijk voor het naleven van de eindcontrole, registratie vindt plaats op formulier F002, “Reparaties en bijzondere constructies”. Indien bij de eindcontrole afwijkingen worden ontdekt, wordt de lekkage voorzien van een extra extrusielas. Indien na keuring van de externe keurende instantie/opdrachtgever de eindcontrole van lassen is goedgekeurd, worden deze door Cofra BV als opgeleverd beschouwd.
© Cofra. B.V.
9
Projectplan Stortplaats Wijster, Vak 5A. Attero BV, Bestek T001-1212538
4.9.
Details Onder details wordt verstaan:
Het maken van doorvoeringen, inclusief eventueel voorgeschreven prefabdoorvoeringen,
Het aansluiten van de nieuw verlegde folie op oude folie,
Maatwerk daar waar passtukken, spieën en overgangen gemaakt moeten worden.
Details zullen over het algemeen worden uitgevoerd met de handextruder waarbij geldt dat een representatieve proeflas beoordeeld wordt alvorens met productie kan worden begonnen. Onder representatief wordt onder andere verstaan het maken van een proeflas van folie op plaat indien het een doorvoer betreft. Registratie vindt plaats op formulier F002, “Reparaties en bijzondere constructies”. 4.10. Werkomstandigheden 4.10.1. Wind : Werkomstandigheden zijn voor wat betreft het weer zeer bepalend voor de uiteindelijke haalbare kwaliteit van het werk. Daartoe geldt dat boven windkracht 4 Beaufort niet meer gelast mag worden tenzij er maatregelen getroffen worden die windaanval beperken. Met name het maken van extrusielassen is bijzonder gevoelig voor wind. Voor de veiligheid geldt aanvullend dat uitrollen van folie boven windkracht 5 Beaufort niet zonder meer kan, dit ter beoordeling van de Voorman of de Project coordinator ter plaatse. 4.10.2. Temperatuur : Algemeen geldt dat er gelast kan worden tot een folietemperatuur van ca 5 graden. Daaronder dienen maatregelen genomen te worden middels bijverwarming. Bovendien mag het bij lagere temperaturen niet al te hard waaien. 4.10.3. Regen : Bij regen kan niet gewerkt worden. Vocht tijdens het laswerk geeft per definitie een slechte kwaliteit lassen. Lassen is wel toegestaan indien men afdoende voorzorgsmaatregelen neemt, zulks ter beoordeling van de Voorman of Project coordinator ter plaatse. 4.10.4. Water op de folie : Lassen is dan alleen toegestaan indien men de folie droog kan maken en droog kan houden tijdens het lassen. Ook hier geldt dat dit bepaald wordt door de Voorman of de lasser. 4.10.5. Luchtvochtigheid : Deze parameter speelt alleen een rol bij het extrusielassen. Boven de 80%-85% verdient het de aanbeveling een extra proeflas te maken en te beoordelen ten einde een uitspraak te krijgen over de haalbare laskwaliteit. In principe geldt dat boven de 90% vochtigheid niet meer gewerkt kan worden. In zijn algemeenheid geldt dat bij twijfel een proeflas uitsluitsel geeft over de haalbare kwaliteit. Bovendien geldt aanvullend dat bij sterk wijzigende omstandigheden de frequentie van het maken en beoordelen van proeflassen omhoog gaat, dit ook weer ter beoordeling van de Voorman ter plaatse. Registratie van de weersomstandigheden geschiedt op formulier F001.
© Cofra. B.V.
10
Projectplan Stortplaats Wijster, Vak 5A. Attero BV, Bestek T001-1212538
4.11. Reparaties Reparaties van kleine beschadigingen of lekkages geschiedt met de handextruder. Ingeval van het lassen van plakkers geldt dat een plakker altijd van het zelfde materiaal is als de onderliggende folie, lasvlakvoorbereiding en laswerk conform 4.4, 4.6 en 4.7. Daarbij dient de plakker de onderliggende beschadiging aan alle zijde met minimaal 0,2 meter te overlappen. 4.12. Overzicht Formulieren Voor een overzicht van de gebruikte formulieren wordt verwezen naar de bijlagen in hoofdstuk 8. 4.13. Toetsing bestek op strijdigheid met BRL K537 Er zijn in het bestek geen strijdigheden gevonden die aanleiding zijn KIWA te informeren, het project kan onder het verstrekte proces-certificaat uitgevoerd worden. De mate van tijdelijk ballasten is afhankelijk van het aanvultempo, de ligging en mogelijk de weersomstandigheden. Na afloop van het werk wordt een revisie gemaakt en aangeboden aan de opdrachtgever (tevens wordt deze tussentijds in het werk bewerkt en bijgehouden). Bij afwijkingen zal de Voorman of Projectcoördinator in overleg treden met de opdrachtgever.
5
Veiligheidsmaatregelen
5.1.
Persoonlijke beschermingsmiddelen Alle werknemers van Cofra B.V. beschikken over een basispakket persoonlijke beschermingsmiddelen bestaande uit: helm, werkschoenen, handschoenen en een reflecterend vest. Indien er aanvullende beschermingsmiddelen nodig zijn voor bijzondere werkzaamheden worden deze door de Projectcoördinator van Cofra B.V. ter beschikking gesteld.
5.2.
Projectgebonden risico’s In de bijlage P005-01 zijn de meest voorkomende risico’s en maatregelen opgenomen. Aanvullend op deze risico’s gelden er voor dit project geen specifieke risico’s en/of veiligheidsmaatregelen.
5.3.
Toegang tot het werk Het werk is niet voor iedereen toegankelijk. Nieuwe werknemers dienen zich eerst te melden bij de Projectcoördinator. De Projectcoördinator geeft hen een korte (veiligheids-) instructie over het werk en registreert de nieuwe werknemers op formulier F029.
5.4.
Projectregels Verwezen wordt naar het V&G-plan van de hoofdaannemer.
© Cofra. B.V.
11
Projectplan Stortplaats Wijster, Vak 5A. Attero BV, Bestek T001-1212538
6
Coördinatie & Toezicht
6.1.
Samenwerkingsafspraken De diverse partijen dienen nauw met elkaar samen te werken vanwege de voorwaarde welke in bestek is gesteld dat aan het eind van elke dag een compleet pakket afdekking inclusief aan te brengen grond gereed moet zijn. De diverse afspraken worden vastgelegd in twee wekelijkse bouwvergadering.
6.2.
Overleg en instructie werknemers
Op de eerste werkdag op het project houdt de Projectcoördinator een startwerkbespreking met al het aanwezige personeel (inclusief een eventuele toolboxmeeting). Dit wordt geregistreerd op het formulier F029.
De Projectcoördinator geeft elke nieuwe medewerker op het werk een project- en veiligheidsinstructie. Dit wordt geregistreerd op formulier F029.
De Projectcoördinator houdt elke vier weken een toolboxmeeting voor eigen en ingehuurd personeel waarbij arbo-zaken aan de orde komen. Dit wordt geregistreerd op formulier F029.
6.3.
Toezicht en veiligheidsinspecties
De Projectcoördinator houdt dagelijks toezicht op de werkzaamheden, kwaliteit en veiligheid. Bij afwezigheid vervangt de Voorman de Projectcoördinator.
De Projectcoördinator houdt éénmaal per maand een VGM-inspectie (F017).
Daarnaast is het ook mogelijk dat de Deskcoördinator een VGM inspectie (F017) houdt op het werk.
Steekproefsgewijs houdt de veiligheidsinspecteur van Cofra B.V. een werkplekinspectie (F017) op het werk.
De Arbodienst waar Cofra B.V. aan is verbonden houdt éénmaal per jaar een steekproefsgewijze arbo-inspectie bij projecten van Cofra B.V..
© Cofra. B.V.
12
Projectplan Stortplaats Wijster, Vak 5A. Attero BV, Bestek T001-1212538
7
Bedrijfshulpverlening Medewerkers met diploma bedrijfs hulp verlening R. Vorselman Voormannen Alarmkaart In de keet en kleedruimte hangt de alarmkaart (zie bijlage F040) met daarop telefoonnummers en de meest belangrijke aandachtspunten bij brand en ongevallen. Noodplan Zie bijlage P005-05 Noodplan op projecten.
8
Projectvoorzieningen Collectieve voorziening
Instandhouding
Opmerkingen / toelichting
Verkeersvoorzieningen Sanitaire voorzieningen Schaft- en kleedruimten Opslag materialen
Cofra B.V.
Opslag gevaarlijke stoffen Opslag afval Bouwelektra
Cofra B.V.
Materieel Transport materiaal Noodverlichting
Cofra B.V.
Blusmiddelen
Cofra B.V.
EHBO-voorzieningen
Cofra B.V.
Mededelingenbord Overig
© Cofra. B.V.
13
Projectplan Stortplaats Wijster, Vak 5A. Attero BV, Bestek T001-1212538
9
Bijlagen 1. Legplan F2612-01 2. Uitvoerings- en inspectieplan folie verleggen (V035) 3. Risico-inventarisatie en -evaluatie (P005-01) 4. Alarmkaart (F040) 5. Noodplan op projecten. (P005-05) 6. Afwijkingsbericht (F009) 7. Melding ongevallen & incidenten (F011) 8. VGM inspectie op locatie (F017) 9. Presentielijst Toolboxmeeting & Projectintroductie (F029) 10. Ontvangstcontrole (F032) 11. Storingsrapport (F049) 12. Proeflassen (F001) 13. Reparaties en bijzondere constructies (F002) 14. Heteboutlassen (F003) 15. Banenstaat (F004) 16. Dagrapport folie (F012) 17. Certificaat ISO 9001, nr. K14509/07 18. VGM-beheerssysteemcertificaat VCA**, nr. K21767/05 19. Certificaat verwerken van kunststoffolie, nr. K5148/02 20. Productcertificaat “Afdichtingsfolie van hoge dichtheid polyetheen (PE-HD) zonder versterking, nr. K5142/04 (GSE Lining Technology GmbH)
© Cofra. B.V.
14
Legenda: HDPE 2,0 mm folie ruw HDPE 2,0 mm folie glad Opmerkingen: - Dwarslassen worden in het werk bepaald onderling min 1,0 m verspringend. - Dit legplan is een werkdocument, wijzigingen tijdens uitvoering zijn mogelijk. COFRA B.V. Kwadrantweg 9 - 1042AG - Amsterdam Postbus 20694 - 1001NR - Amsterdam Tel. +31(0)20 - 693 45 96 Fax. +31(0)20 - 694 14 57 E-mail:
[email protected] Opdrachtgever
Attero BV
Project
Stortplaats Wijster vak 5A
Onderdeel
Legplan synthetische afdichting
tekenaar mja
schaal 1:500
formaat A1
besteknummer project nr. F2781
datum tekeningnummer versie 11-07-'13 F2781-02 02
Z:\Werken\Folie\02 Huidige werken\F2781 Wijster vak 5A\05 Bestek, tekeningen
paraaf
Bijlage
3
Eindsituatie locatie 5A (revisie)