EUROPEES PARLEMENT 1999
« «« « « « « « « « ««
2004
Commissie industrie, externe handel, onderzoek en energie
VOORLOPIGE VERSIE 2000/2243(COS) 10 april 2001
ONTWERPADVIES van de Commissie industrie, externe handel, onderzoek en energie aan de Commissie buitenlandse zaken, mensenrechten, gemeenschappelijke veiligheid en defensiebeleid inzake het werkdocument van de Commissie - Perspectieven en prioriteiten voor het ASEM-proces (ontmoeting Azië-Europa) in het nieuwe decennium (COM(2000) 241 – C5-0505/2000 – 2000/2243 (COS)) Rapporteur voor advies: Concepció Ferrer
PA\434183NL.doc
NL
PE 302.118
NL
PE 302.118
NL
2/6
PA\434183NL.doc
PROCEDUREVERLOOP De Commissie industrie, externe handel, onderzoek en energie benoemde op haar vergadering van 13 september 2000 Concepció Ferrer tot rapporteur voor advies. De commissie behandelde het ontwerpadvies op haar vergadering(en) van .... Op dezelfde/laatstgenoemde vergadering hechtte zij met ... stemmen voor en ... tegen bij ... onthouding(en)/met algemene stemmen haar goedkeuring aan de hierna volgende conclusies. Bij de stemming waren aanwezig: ... (voorzitter/waarnemend voorzitter), ... (ondervoorzitter), ... (rapporteur), ... (verving ...), ... (verving ... overeenkomstig artikel 153, lid 2 van het Reglement), ... en ....
PA\434183NL.doc
3/6
PE 302.118
NL
BEKNOPTE MOTIVERING 1.
Het ASEM-proces, dat in maart 1996 in Bangkok van start ging, beoogt via een intergouvernementele benadering een mondiaal partnerschap tot stand te brengen tussen Europese en Aziatische partners en is gebaseerd op drie pijlers: politieke dialoog, versterking van de economische betrekkingen en het aanhalen van de culturele banden tussen de volkeren. Door het informele karakter kan de dialoog tussen de deelnemers (staatshoofden en regeringsleiders) worden gestimuleerd wat de onderlinge samenwerking ten goede komt.
2.
Na de Azië-crisis is het economisch belang en het enorme ontwikkelingspotentieel van de Aziatische landen voor een Europese toeschouwer niet meer zo evident als vroeger. Toch is de versterking van de economische betrekkingen en derhalve de ontwikkeling van politieke betrekkingen met de landen uit deze regio uiterst belangrijk voor de Europese Gemeenschap. Vanuit economisch oogpunt moeten de economieën van de Aziatische landen worden geholpen om de herstructurering van hun financiële sector en hun bankwezen te voltooien. Ze moeten worden betrokken bij de liberalisering van de handel en moeten volledig worden geïntegreerd in de Wereldhandelsorganisatie.
3.
Het huidige mondialiseringsproces toont, door de wederzijdse interdependentie van de politieke en economische actoren, aan dat de Gemeenschap en de Aziatische landen een groot aantal opvattingen over de toekomst delen en dat beide partijen er belang bij hebben om deze uitdagingen aan te gaan. Het ASEM-proces biedt door het open karakter bij uitstek een platform om een bijdrage te leveren tot de oplossing van politieke en economische vraagstukken in de EU-Aziatische betrekkingen.
4.
De ontwikkeling van het ASEM-proces is tot op heden geconsolideerd dankzij een actieve en constructieve dialoog waardoor de vooruitzichten en prioriteiten van de EUAziatische betrekkingen kunnen worden bepaald en geanalyseerd. Centraal in deze dialoog moeten de drie pijlers staan waarop de ASEM is gebaseerd: de politieke pijler, de economische en financiële pijler en de culturele en intellectuele pijler.
5.
De prioriteiten en procedures met betrekking tot de economische samenwerking omvatten met name versterking van de dialoog op het niveau van de regeringen (SOMTI), voortzetting van de informele dialoog over economische en handelsvraagstukken tussen de EU en Azië, met name de bevordering van de vrijhandel in het kader van de WTO, de invoering van het TFAP (trade facilitation plan) en het IPAP (investment promotion action plan) en de dialoog en samenwerking tussen de actoren van de publieke en de particuliere sector op het gebied van wetenschap en technologie. Dit alles met als doel de duurzame ontwikkeling van de Aziatische landen te stimuleren en de handels- en kapitaalsstromen tussen beide regio's te bevorderen.
6.
De particuliere sector speelt een cruciale rol in de betrekkingen tussen Europa en Azië. Het is dus niet alleen belangrijk dat de uitwisseling van goederen en diensten gemakkelijker wordt gemaakt. Ook moet de particuliere sector worden betrokken bij het proces en moet het AEBF (Asia-Europe Businessmen's Forum) worden geconsolideerd. Omdat de handelsbelemmeringen soms hardnekkig zijn is de politiek
PE 302.118
NL
4/6
PA\434183NL.doc
gebaat bij een nauwe samenwerking met de exporteurs. Aanzienlijke verbeteringen voor de exporteurs zijn onontbeerlijk voor de vooruitgang van het ASEM-proces. 7.
Op de Top van Seoel is een samenwerkingskader Azië-Europa 2000 goedgekeurd (CCAE 2000) waarin de vooruitzichten, beginselen, doelstellingen en regelingen van het ASEM-proces voor het komende decennium zijn vastgelegd. Er moet een politieke dialoog tot stand worden gebracht om het wederzijdse begrip te vergroten, het belang van de rechtsstaat voor het welzijn van de burger te benadrukken, alsmede de economische groei te bevorderen en de veiligheid van investeringen en het economisch verkeer te waarborgen.
8.
In zijn laatste resolutie van 4 oktober 2000 heeft het Parlement benadrukt dat beide regio's op economisch gebied hun inspanningen moeten coördineren om te streven naar een omvattende WTO-onderhandelingsronde die gericht is op verdere liberalisering van de handel en versterking van het systeem dat gebaseerd is op de regels van de WTO. Er is een bredere sociale dialoog nodig die ook betrekking heeft op onderwerpen als duurzame ontwikkeling en milieubescherming, werkgelegenheid, kinderarbeid en sociale bescherming.
9.
Het Parlement wenst dat de parlementaire samenwerking binnen de ASEM wordt versterkt als hoeksteen van de politieke dialoog. Het verzoekt in dit verband met klem dat de rol van het Europees Parlement en de Aziatische nationale parlementen in het ASEM-proces duidelijk wordt omschreven.
CONCLUSIES De Commissie industrie, externe handel, onderzoek en energie verzoekt de ten principale bevoegde Commissie buitenlandse zaken, mensenrechten, gemeenschappelijke veiligheid en defensiebeleid onderstaande suggesties in de goed te keuren ontwerpresolutie op te nemen: 1.
Erkent dat het ASEM-proces tot dusver zijn nut bewezen heeft als ontmoetingsplaats en platform voor actieve en constructieve discussies; is echter van mening dat de dialoog tussen de EU en Azië moet worden versterkt om genoemd proces voort te zetten;
2.
Verzoekt de Commissie en de Raad hun inspanningen te versterken om de ASEM uit te breiden tot de overige Aziatische landen, met name India, en dat zij de mogelijkheid onderzoeken of Australië en Nieuw-Zeeland ook kunnen deelnemen aan het proces;
3.
Benadrukt het belang voor de EU om de democratie en de rechtsstaat te bevorderen en verzoekt derhalve dat iedere vordering in het ASEM-proces op het gebied van de economische dialoog gepaard gaat met vorderingen op het gebied van de politieke dialoog om te bewerkstelligen dat de democratische beginselen in alle landen die aan het proces deelnemen worden geëerbiedigd;
4.
Benadrukt het belang om bij de vaststelling van de nieuwe doelstellingen en prioriteiten
PA\434183NL.doc
5/6
PE 302.118
NL
rekening te houden met de gemeenschappelijke beginselen van armoedebestrijding, goed bestuur, eerbiediging van de mensenrechten en het milieu, alsmede eerbiediging van de wereldhandelsorde; 5.
Dringt erop aan dat de staatshoofden en regeringsleiders van de ASEM-landen hun pogingen coördineren om het internationale financiële kader te hervormen ten einde in de toekomst te voorkomen dat zich financiële crises voordoen zoals de crisis die ZuidOost-Azië trof;
6.
Wijst erop dat zowel de EU als de overige ASEM-landen erbij gebaat zijn nauw samen te werken op het gebied van het TFAP (trade facilitation plan) en het IPAP (investment promotion action plan) en initiatieven op dit gebied te bevorderen;
7.
Acht het noodzakelijk dat beide regio's op economisch gebied hun inspanningen coördineren om te streven naar een omvattende WTO-onderhandelingsronde die gericht is op verdere liberalisering van de handel en versterking van het systeem dat gebaseerd is op de WTO-regels; is van mening dat er een bredere sociale dialoog nodig is die ook betrekking heeft op onderwerpen als duurzame ontwikkeling en milieubescherming, werkgelegenheid, kinderarbeid en sociale bescherming;
8.
Dringt in dit verband aan op de oprichting van een sociaal forum waarin de civil society wordt vertegenwoordigd en spreekt zich uit voor een politieke toezegging om het aantal uitwisselingsstudenten tussen de twee regio's in het komende decennium met vijf te vermenigvuldigen;
9.
Wenst dat de parlementaire samenwerking binnen de ASEM wordt versterkt als hoeksteen van de politieke dialoog; verzoekt in dit verband met klem dat de rol van het Europees Parlement en de Aziatische nationale parlementen in het ASEM-proces duidelijk wordt omschreven;
10.
Is van mening dat de dialoog op het gebied van wetenschap en technologische ontwikkeling moet worden verdiept in overeenstemming met de conclusies van de ministeriële conferentie van de ASEM te Peking, alsmede op het gebied van de nieuwe technologieën.
11.
Verzoekt dat de nodige maatregelen worden getroffen om de in Seoel genomen besluiten over een transeuraziatisch informatienetwerk in de praktijk te brengen.
PE 302.118
NL
6/6
PA\434183NL.doc