Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling: Europa investeert in zijn platteland.
HANDBOEK SAMEN STERK VOOR NATUURSCHOON
INHOUDSOPGAVE Inleiding 5 1 Crowdfunding 6 2 Bio-indicatoren en het maken van een natuurproject
7
3 De praktijk 11 4 Stappenplan 13
VOORWOORD
5 Communicatiemiddelen 16 6 Fiscaal 18 7 Vormen van financiering
Dit document is, in opdracht van het ministerie van Economische Zaken
22
8 Sponsoring 25 9 Directe verkoop tegen hogere (kost)prijs 27
Landbouw en Innovatie, voorgekomen uit een samenwerking tussen
10 Gift 29
Miedema Natuurlijk, Alfa Accountants, Rivierduin Advies, bureau Nofé,
11 Crowdfunding
33
Bijlage 1
37
Bijlage 2
38
KWOOT, Nationaal Groenfonds, CAH Vilentum, Natuur,- en milieucoöperatie Rivierduingebied en verschillende agrariërs en is mogelijk gemaakt met steun van het Programma voor Plattelandsontwikkeling 2007-2013 voor Nederland (POP) en het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO).
Natuurinvest verbindt boeren, burgers en bedrijven en realiseert zo meer natuur en biodiversiteit.
INLEIDING De natuur in Nederland heeft het steeds moeilijker. Industrie en steden rukken op en nemen steeds meer plek in het landelijk gebied in. Tegelijkertijd zorgt de groeiende wereldbevolking voor een grotere voedselbehoefte. Boeren en tuinders willen meer en intensiever produceren. De ruimte voor natuur in Nederland wordt kleiner en kleiner zo lijkt het. Soms heeft u de indruk alsof hier door de individuele boer of burger met een warm hart voor de natuur niets aan gedaan kan worden. Toch kunt u hier iets aan doen. Zelfs kleine natuurinitiatieven kunnen een grote invloed hebben op de biodiversiteit van de omgeving. Die initiatieven moeten gesteund worden, en dat is wat we beogen met dit handboek: een bijdrage leveren aan de alternatieve financiering van (soms kleinschalige) natuurinitiatieven. Hierbij hebben we financiële steun gehad. Deze steun kwam voorheen vooral van de overheid. Tegenwoordig trekt de overheid zich steeds meer terug en vallen prachtige natuurgebieden, soms buiten de bestaande regelgeving. Op die plekken waar subsidie niet mogelijk is, kan crowdfunding een uitkomst zijn. Door middel van crowdfunding worden burgers en bedrijven betrokken bij particuliere initiatieven en kunt u een alternatieve financieringsmogelijkheid benutten. Dit biedt kansen. Bent u boer of burger met een stuk grond en wilt u natuur realiseren op uw land? Dan is dit handboek geschreven voor u. Stap voor stap wordt uitgelegd wat crowdfunding voor uw natuurinitiatief kan betekenen en waar u op moet letten. Samen versterken we de natuur!
4
5
1 CROWDFUNDING
2 BIO-INDICATOREN EN HET MAKEN VAN EEN NATUURPROJECT
Wat is crowdfunding U heeft vast al eens gehoord van het crowdfunding. Sinds midden 2010 zijn de eerste crowfundingsplatvormen in Nederland opgericht. Jaren hiervoor was het al ‘ontdekt’ in Amerika. Sindsdien is deze vorm van financiering sterk groeiende. In het verleden werden bedrijven en projecten vooral gefinancierd door banken. Met crowdfunding leent u geen geld van de bank, maar vraagt u een donatie of ‘lening’ bij particulieren en bedrijven. Er ontstaat een direct contact tussen de investeerder en initiatiefnemer. Hoe hoog de donatie is, hangt vaak af van het project. Normaliter is het instapbedrag laag zodat de drempel voor particulieren niet te hoog is. Door veel donateurs te werven kunt u een hoog bedrag bij elkaar krijgen. Er zijn verschillende varianten van crowdfunding. Er kan voor gekozen worden om niets terug te geven aan de investeerder. In dat geval hebben we het over een donatie. Gebruikelijker is het om iets terug te doen als dank voor het geïnvesteerde vermogen. Dit kan is de vorm van een niet-financiële beloning. Bijvoorbeeld een excursie in het natuurgebied, een etentje bij de boer of het leveren van streekproducten. In dat geval spreken we over sponsoring of funding. Voor investeerders is dit vaak de meest gewaardeerde vorm. Ze krijgen iets terug voor hun investering en steunen tegelijkertijd een goed initiatief.
Past dit bij mij? Crowdfunding is een intensief traject waar u in een korte tijd veel tijd en energie in moet steken. Het is daarom goed om van te voren te bepalen of crowdfunding voor u geschikt is. Wilt u op een gemakkelijke en snelle manier financiering voor uw project? Dan is crowdfunding waarschijnlijk niet geschikt voor u. Crowdfunding is deels gericht op het financieren van projecten. Maar een groot onderdeel daarvan is ook het opbouwen van een duurzame relatie met de donateurs. Voordat iemand wil doneren moet hij of zij vertrouwen hebben in de initiatiefnemer en het project. U zult de donateurs dus op voorhand moeten overtuigen van uw verhaal. Dit kost tijd, geld, energie en vergt transparantie en openheid. In ruil voor de donaties worden activiteiten en acties georganiseerd. Donateurs willen op de hoogte gehouden worden van de voortgang en willen graag zien wat er met hun donatie is gedaan. U zult dus regelmatig contactmomenten moeten organiseren.
6
Als u een plan wilt voordragen voor financiering, moet het ook kans van slagen hebben. Niet alle natuur is overal mogelijk; u kunt geen grutto s in de duinen verwachten, de grondsoort, en de watersituatie maken veel uit ; klei, veen of zand , kalkrijk of grond met weinig kalk, het maakt een groot verschil! Sommige soorten geven al een idee van wat er mogelijk is, zgn. bio-indicatoren. Zo geven akkerdistels aan dat er veel voedsel beschikbaar is, grutto s dat er een open gebied is met gevarieerd grasland, en zwarte spechten dat er oude bossen zijn. Als eerste bekijken we welke landschappen we onderscheiden. Vervolgens kijken we naar een nieuwe systematiek van doelsoorten, die in het toekomstig agrarisch natuurbeheer gebruikt zal worden. In Nederland onderscheiden we verschillende landschappen. We hebben de meest onderscheiden landschappen op een rijtje gezet. Welk landschap past bij uw project ?
Duinlandschap Voor de kust zijn ooit strandwallen gevormd: de oude duinen. Tijdens eb stonden deze strandwallen droog en kon het zand door de wind worden opgewaaid tot duinen. Deze duinen konden tot 15 meter hoog worden. In een latere periode, toen het zeewater weer steeg, waren veel oude duinen al door de zee weggeslagen. Nadat het zeeniveau later weer steeg, herhaalde het proces van duinvorming zich zoals dat bij de oude duinen gebeurd was. De jonge duinen werden tot wel enkele tientallen meters hoog en vormen nu nog steeds een groot deel van de kust langs de Noordzee. Ten noorden van Bergen zijn de duinen kalkarm, ten zuiden kalkrijk
Rivierkleilandschap Het landschap langs de grote rivieren bestaat uit een afwisseling van stroomruggen en komgronden. De stroomruggen liggen op de plekken waar ooit een rivier stroomde en bestaan uit een ondergrond van zand en zavel. De komgronden stonden alleen tijdens overstromingen onder water en bestaan uit fijne rivierklei. De zware, ondoorlatende klei is veel minder geschikt voor de landbouw dan de stroomruggen. De hoger gelegen stroomruggen zijn de plaatsen waar de bewoning zich vroeger concentreerde. Op deze ruggen kan vaak tuinbouw worden gevonden (zoals de fruitteelt in de Betuwe). De vroeger natte, slecht toegankelijke en niet bewoonde komgronden kenden in het verleden eendenkooien en hooiland. Tegenwoordig zijn ze in gebruik als weilanden voor de veeteelt.
7
Zeekleilandschap In Zeeland en het noorden van Noord-Holland, Groningen en Friesland is sprake van een zeekleilandschap. In deze gebieden heeft de zee in de loop van het Holoceen ( de laatste 10.000 jaar ) een grotere invloed gehad dan in de moerassen van Holland, die tegen de zee beschermd werden door een duinenrij. Ze bestonden uit getijdengebied, waar de zee bij hoge waterstanden het land inspoelde. Een dergelijk getijdengebied bestaat, vergelijkbaar met de stroomruggen en komgronden van het rivierengebied, uit kreekruggen en poelgebieden. De kreekruggen zijn de plekken waar kreken stroomden, de ondergrond bestaat hier uit zand of zavel dat voor de landbouw geschikter is dan de klei die in de poelgebieden werd afgezet. Om de regelmatige overstromingen te weerstaan, legden de inwoners van Groningen en Friesland in de Middeleeuwen terpen of wierden aan, bulten grond en rommel waar de bebouwing op lag. Later ging men ook dijken aanleggen. Op veel plekken in met name het westen van Nederland is door inpoldering land gewonnen op het water (bijvoorbeeld zee, meren of eerder door vervening ontstane plassen). De indeling van de polders is met name bij de jongste polders op de tekentafel ontstaan en kenmerkt zich door heel strak aangelegde bebouwing en infrastructuur. Dit wordt rationele verkaveling genoemd. Het zeekleilandschap kan in twee gebieden worden onderverdeeld: • het zuidwestelijk zeekleigebied, in Zeeland, de Zuid-Hollandse eilanden, het Westland en het noordwesten van de provincie Noord-Brabant, en • het noordelijk zeekleigebied, in Noord-Holland, Friesland en Groningen.
Veenlandschap Veenlandschappen worden gevonden op sommige plekken in het westen (delen van de provincies Noord- en Zuid-Holland en Utrecht) en het noorden (delen van Drenthe en in het zuiden van Friesland en de Kop van Overijssel) van Nederland. Op de meeste van deze plekken is het veen grootschalig afgegraven om als brandstof te gebruiken (vervening). Het afgraven gebeurde in stroken, die tegenwoordig nog in het landschap te herkennen zijn (strookverkaveling). Op sommige plekken werd het veen tot ver onder de waterspiegel afgegraven, zodat er meren (“veenplassen”) ontstonden, zoals de Loosdrechtse Plassen, de Vinkeveense Plassen, de Weerribben en de Wieden. Binnen de veenlandschappen kunnen twee gebieden worden onderscheiden: • het westelijk veengebied, tussen het rivierenlandschap, het zeekleilandschap en de duinen, in de provincies Utrecht, Noord- en Zuid Holland, eigenlijk het Groene Hart, en • het noordelijk veengebied, dit vormt de overgang van het noordelijk zandgebied naar het noordelijk zeekleigebied, in de Kop van Overijssel, Zuidwest-Friesland en het midden van de provincie Groningen.
Zandlandschap Verder van de kust af ligt, net als bij de stuwwallen, het Pleistocene zand (waaizand uit de ijstijden) meestal nog aan het oppervlak. Uitzonderingen zijn kleinschalige beekafzettingen of hoogveen, dat in vennetjes en laagtes afgezet wordt. Grote delen van het noorden, midden en zuiden van Nederland, in de provincies Friesland, Groningen, Drenthe, Overijssel, Gelderland, Utrecht, Noord-Brabant en Limburg, bestaan uit zulke Pleistocene zandlandschappen. Het grondwaterpeil ligt er lager dan in het westen van Nederland en de grond is armer. Grote delen van het zandlandschap bestonden vroeger uit zogenaamde woeste gronden, die vrij extensief gebruikt werden om vee te laten grazen, hout te sprokkelen of turf te steken. Veel dorpen in deze gebieden zijn esdorpen: ze bestaan uit een dorpskern omgeven door essen, waar op akkerbouw plaatsvond, en laag gelegen gronden in een beek-of rivierdal die als grasland in gebruik waren. De essen zijn door eeuwenlange bemesting vaak een stuk hoger in het landschap komen te liggen.
8
Binnen het zandlandschap bestaan er duidelijke verschillen, waardoor er een onderverdeling gemaakt kan worden: • het noordelijk zandgebied - een licht glooiend gebied waar keileem en dekzand aan het oppervlak liggen (Oost-Groningen, Zuidwest-Friesland, Drenthe en het noorden van Overijssel) • het oostelijk zandgebied - een gebied met vrij veel reliëfverschil op korte afstand: stuwwallen met daartussen glooiende dekzandruggen (Salland, Twente, Achterhoek) • het Midden-Nederlandse zandgebied - een gebied met vrij hoge stuwwallen (oosten van de provincie Utrecht, het Gooi, Veluwe) • het zuidelijk zandgebied - een vrij vlak gebied met voornamelijk dekzand, oude rivierzanden en enkele zandverstuivingen (in Noord-Brabant en Limburg).
Heuvellandschap In het Zuid-Limburgse Heuvellandschap is sprake van een plateau dat is bedekt met vruchtbare löss . Onder de löss ligt krijtgesteente (in Limburg mergel genoemd). De Maas heeft zich in dit plateau ingesleten met verschillende rivierterrassen. In de Sint-Pietersberg hebben zich in de mergel grotten gevormd.
Verbinding met andere natuurgebieden : dooradering Als u weet waar en in welk landschapstype uw terrein ligt, kunt u in de literatuur vinden wat er aan natuur in dat landschap mogelijk is. Recent (2014) is er in het kader van agrarisch natuurbeheer een lijst met bio indicatoren ontwikkeld voor verschillende typen leefomgeving, die in alle landschapstypen kunnen voorkomen. Deze lijst staat hieronder vermeld. Het is nu mogelijk om de dieren die u in uw natuurgebied wilt hebben, te bepalen aan de hand van het landschapstype (zelf opzoeken) en het type leefomgeving. Dit worden / wordt uw kensoort, de vogel of het dier dat symbool gaat staan voor een geslaagd project. Het dier moet zich vestigen, voedsel kunnen vinden en zich voortplanten. Het is belangrijk om uw idee met de doelsoort (en) in een klein plannetje op te schrijven, dat u weer kan laten toetsen door anderen.
Open grasland
Open akkerland
Natte dooradering
Droge dooradering
Gele kwikstaart (brv)
Blauwe kiekendief (nbrv)
Beekprik Bittervoorn Boomkikker
Boomkikker Braamsluiper
Graspieper (brv) Grutto (brv)
Engelse kwikstaart (brv)
Geelbuikvuurpad Gevlekte
(brv) Bunzing Geelgors (nbrv)
Houtduif (brv) Kemphaan (brv)
Geelgors (nbrv) Gele kwikstaart
witsnuitlibel Groene glazenmaker
Gekraagde roodstaart (brv)
Kleine zwaan (nbrv) Kievit (brv)
(brv) Grauwe kiekendief (brv)
Grote modderkruiper Grote
Grauwe klauwier (brv) Grijze
Kramsvogel (brv) Kwartelkoning
Grauwe gors (brv) Grauwe gors
vuurvlinder Kamsalamander
grootoorvleermuis Grote lijster
(brv) Noordse woelmuis Roek (brv)
(nbrv) Hamster Houtduif (brv)
Knoflookpad Noordse woelmuis
(brv) Hazelmuis Houtduif (brv)
Roek (nbrv) Rotgans (nbrv)
Kerkuil (brv) Kleine zwaan (nbrv)
Poelkikker Rugstreeppad
Hop (brv) Ingekorven vleermuis
Scholekster (brv) Slobeend (brv)
Kneu (brv Kwartelkoning (brv)
Slobeend (brv) Tureluur (brv)
Kamsalamander Keep (nbrv)
Spreeuw (brv) Torenvalk (brv)
Kievit (brv) Patrijs (brv) Ringmus
Vroedmeesterpad Watersnip (brv)
Kerkuil (brv) Kneu (brv)
Tureluur (brv) Veldleeuwerik
(brv) Ruigpootbuizerd (nbrv) Roek
Zeggekorfslak Zomertaling (brv)
knoflookpad Kramsvogel (brv)
(brv) Watersnip (brv) Wulp (brv)
(brv) Scholekster (brv) Torenvalk
Zwarte stern (brv)
Ortolaan (brv) Patrijs (brv)
Zomertaling (brv)
(brv) Veldleeuwerik (brv)
Ransuil (brv) Roek (brv) Ringmus
Veldleeuwerik (nbrv) Velduil (brv)
(brv) Steenuil (brv) Spreeuw
Velduil (nbrv)
(brv) Spotvogel (brv) Torenvalk (brv) Tweekleurige vleermuis Vliegend hert Vroedmeesterpad Zomertortel (brv)
Brv = broedvogel, nbrv = niet broedvogel/ trekvogel, wintergast
9
Even weer terug naar het begin. Behalve als u zelf veel verstand van planten en dieren heb, is het verstandig om een vrijwilligers organisatie als de KNNV NJN of SOVON in te schakelen om een inventarisatie te doen en u te helpen bij het bepalen van uw doelsoort. Het makkelijkst zijn vogels, maar als uw project zich op een specifiek milieu (water, moeras, zandverstuiving) of diersoort richt, kunt u natuurlijk ook een visserij of specialistische club inschakelen. Als u de resultaten van de inventarisatie hebt gekregen, is het belangrijk om na te zoeken of te vragen, wat deze dieren als bio indicatoren vertellen over de omgeving. Pioniersoorten geven aan wat kan komen, restpopulaties wat er was. Verder zijn er veel algemene soorten. Kies uw doelsoort uit de lijst hierboven. Over het algemeen zijn de restpopulaties voor ons het belangrijkst. In onze cultuurlandschappen was het zo rond 1950 het rijkst aan soorten op het platteland. Later is door ruilverkavelingen, grondwaterpeilverlaging en verstedelijking veel verloren gegaan. Rest populaties geven een kant aan die u met uw natuurvoorstel op kan gaan: natuurherstel . Als er al goede ontwikkelingen zijn m.b.t. natuuraanleg, waar u zich bij wilt aansluiten, kunnen juist pioniersoorten belangrijk zijn. Zorg dat u zich bij uw keuze goed laat adviseren!
3 DE PRAKTIJK Voorbeeld 1: Het maken van een natuurplan dat u wilt laten sponsoren kan ook heel eenvoudig. Als voorbeeld hebben we het plaatsen van nestkasten rond een boerenerf genomen. De erven waar het om gaat dienen te worden bezocht. Hierbij kan de hulp van een (semi) professionele vogelaar worden ingeroepen, maar u kunt ook zelf de erven langsgaan. Dit is in Flevoland door Bureau Nofé samen met de Natuur,- en Milieucoöperatie Rivierduingebied gedaan. Om te zien wat kan, hebben we alvast de boerenerven in categorieën ingedeeld met de vogels die zich er eventueel zouden kunnen thuis voelen. Soorten erven. Ze zijn gerangschikt naar oplopende hoeveelheid bomen en struiken. 1. Bijna geen beplanting, ontoegankelijke gebouwen, schoon, opgeruimd betonnen erf. In de omgeving wel gras en ruigte. Nestkasten zijn mogelijk voor Torenvalk. 2. Jonge aanplant gevarieerd stuiken en bomen, ontoegankelijke gebouwen, schoon, opgeruimd betonnen erf. In de omgeving weilanden, ruigte en akkerbouw. Nestkasten zijn mogelijk voor pimpelmees, koolmees, winterkoning en torenvalk. 3. Jonge aanplant gevarieerd kruiden, struiken en bomen, toegankelijke gebouwen en hier en daar een rommelhoekje. In de omgeving weilanden, akkers en ruigte. Nestkasten zijn mogelijk voor pimpelmees, koolmees, winterkoning/roodborst, boerenzwaluw, huiszwaluw, kerkuil en torenvalk. 4. Verschillende kruiden, volle struiken en wat oudere bomen met hier en daar een open plek, toegankelijke gebouwen, rommelhoekjes. In de omgeving weilanden, akkers, ruigte en water. Nestkasten mogelijk voor pimpelmees, koolmees, winterkoning/roodborst, boerenzwaluw, huiszwaluw, Grauwe vliegenvanger, Zwarte- en Gekraagde roodstaart, kerkuil, steenuil en torenvalk. 5. Verschillende kruiden, volle struiken en grote oude loofbomen met open plekken, toegankelijke gebouwen, rommelhoekjes. In de omgeving weilanden, bos, akkers en ruigte. Nestkasten mogelijk voor pimpelmees, koolmees, winterkoning/roodborst, boerenzwaluw, huiszwaluw, Grauwe vliegenvanger, Zwarte- en Gekraagde roodstaart, boomkruiper, boomklever, grote bonte specht, kerkuil, steenuil en torenvalk. 6. Verschillende kruiden, struiken, grote oude bomen vooral naaldbomen, toegankelijke gebouwen, rommelhoekjes. In de omgeving bossen, kleinschalige weilanden en akkerbouw. Nestkasten mogenlijk voor pimpelmees, koolmees, zwarte mees, kuifmees, grauwe- en bonte vliegenvanger, grote bonte specht en steenuil. Alle erven zijn in een bepaalde categorie ingedeeld. Samen met Nofé is besloten hoeveel kasten voor welke soort zullen worden gemaakt. Er is ook een informatiecentrum bij de Natuurcoöperatie. Daar zijn vrijwilligers bereidt gevonden nestkasten te maken. Pallets konden we verzamelen bij de boeren; de grootste aannemer uit de buurt hebben we gevraagd voor resthout. Hij wilde ook meewerken. Het hout is er, en mankracht om nestkasten te maken dus ook. De bouwtekeningen voor de nestkastjes hebben we van internet.
10
11
Voorbeeld 2: Het project Steenuil van Marije Klever.
4 STAPPENPLAN
Om te weten of u Steenuilen kunt krijgen op uw erf , is het belangrijk om te weten of ze in de buurt voorkomen. Steenuilen breiden zich namelijk heel erg langzaam uit . Of ze in de buurt voorkomen kun u nagaan door contact op te nemen met een vogelwerkgroep in de buurt of de vogelatlas van SOVON te bekijken. Stel dat dit zo is, welke indicatoren geven een reeele kans op broedende steenuilen?
Natuurplan
Prooidieren. Er zullen voldoende prooidieren door het jaar heen moeten zijn. Dit zijn grote insecten, wormen, maar ook muizen en kleine vogels. Hagedissen natuurlijk ook, maar die zijn niet overal. Ziet u de muizen en insecten niet ? Is er wel fruit, zijn er bloemen, vaste mest of water? Wordt er vee gehouden? Dan is de kans groot dat er grote insecten voorkomen. Jachtgebied. Vooral wanneer er knotwilgen, weilanden, kleinschalige akkers, hoogstam-fruitboomgaarden, uiterwaarden en dus muizen, kevers, regenwormen en andere kleine gewervelde en ongewervelde dieren voorkomen zullen er jaarrond steenuilen kunnen leven. Het moet dus afwisselend zijn, kort kruidenrijk grasland afgewisseld met lang overstaand gras, maar ook bemest en onbemest. Vaste mest in de omgeving is altijd goed, want daar zijn veel insecten. Water en poeltjes leveren vaak ook grote insecten. Denk aan waterkevers, maar ook libellen! Verder houden onze uiltjes van een uitkijkpost om over het jachtgebied te turen. Kastanje, eike- ofnotenbomen zijn erg geschikt, want deze trekken muizen aan. Een enkel vast paaltje in het grasland is ook aan te bevelen. Knotwilgen rond het erf staan er om bekend dat de steenuilen er graag in huizen. Als rust of broedplaats houden de uiltjes van holtes in bomen of gebouwen, maar natuurlijk ook de specifieke steenuil nestkast. Tegenwoordig zijn ze voor de steenmarter niet meer interessant, gelukkig maar, want naast druk verkeer zijn honden, katten en marters voor de steenuil een bedreiging.
U vraagt financiering voor een natuurproject. Voor burgers en bedrijven is het erg belangrijk dat dit project zo helder en begrijpelijk mogelijk wordt omschreven en dat aantoonbaar is dat een investering resultaat op gaat leveren. Niemand wil investeren in een ‘vaag’ project. Bepaald daarom van te voren goed welke doelen u wilt bereiken en bepaal daarna welke vergoeding u hiervoor nodig denkt te hebben. Al deze zaken kunnen gebundeld worden in een ‘natuurplan’. Hierin zouden de volgende zaken omschreven moeten worden: 1. Inleiding, het hoe en waarom van uw project, wie bent u 2. Landschap, waar ligt het in wat voor omgeving 3. Kernsoorten/bio indicatoren, kies een aansprekende , logische doelsoort en beschrijf deze 4. Ontwikkelvoorstel, hoe wilt u deze doelsoort op uw land krijgen 5. Dooradering en bereikbaarheid, laat zien dat uw project niet op zich zelf staat 6. Benodigd kapitaal. In uw laatste hoofdstuk kunt u voorstellen doen voor de funding.
Projectnaam Het gaat weliswaar om de inhoud, maar een goede projectnaam kan een positieve bijdrage leveren aan het welslagen. Is de naam pakkend en dekt het de lading? En pas op, is het niet dubbelzinnig of moeilijk communiceerbaar? Laat uw ideeën eens los op de omgeving. Het helpt dus om concreet voor een bepaalde diersoort te funden. Dit is tastbaar en heeft een bepaalde affectie. Geef het beestje een naam!
Financiën Wat kunt u vragen voor uw project? Het antwoord op deze vraag is volledig afhankelijk van de omvang en de benodigde investering. Belangrijk is dat u de kosten kunt verantwoorden wanneer dat nodig is en dat u hierin transparant bent naar uw donateurs. In sommige gevallen moeten er materialen gekocht worden om b.v. een nestkast, vogelkijkhut of onderkomen te maken. Deze kosten zijn eenvoudig in te schatten. In andere gevallen kan dat lastiger zijn, neem bijvoorbeeld het bouwen van een betonnen oeverzwaluwwand. In dat geval is het aan te raden van te voren offertes op te vragen bij verschillende partijen. Zo krijgt u een reële inschatting van de kosten die ook nog eens te verantwoorden is richting uw donateurs. Voor bepaalde natuurprojecten zullen de kosten vooral in arbeid zitten. Denk bijvoorbeeld aan het beschermen van nesten. De tijd die hier in gestoken wordt moet op waarde geschat worden. Het wordt geadviseerd om hiervoor de tarieven uit de ‘catalogus groen blauwe diensten’ te hanteren. Hierin staan alle werkzaamheden opgenomen met daarbij een tarief. De overheid gebruikt deze om pakketten te ontwikkelen voor de aanleg en beheer van o.a. natuur. De tarieven zijn vrij van staatsteun en zijn marktconform. Heeft u een project in gedachten dat veelomvattend en duur is? Knip deze dan op in kleinere deelprojecten. De benodigde financiering wordt makkelijker gehaald en u behaald eerder succes. Na het behalen van het eerste doel kan een nieuwe campagne beginnen. Zo blijft er snelheid en voortgang in het geheel .
12
13
Pakketten opstellen Bij crowdfunding gaat u er van uit dat er veel kleine investeringen binnen komen. Maar ook grote investeerders wilt u mogelijkheden geven. Het opstellen van pakketten is daarom zeer belangrijk. Bijvoorbeeld: U wilt de Grutto beschermen op uw land. U denkt daar per jaar €2.000 nodig te hebben. Investeerders kunnen hiervoor een donatie van €25,- geven. Hiervoor krijgen ze 1 x per jaar een rondleiding over het bedrijf. Om mensen te stimuleren om meer te doneren stelt u bijvoorbeeld een pakket op van €50,- De investeerders krijgen dan niet alleen een rondleiding, maar ook een streekproducten pakket. Door goede afspraken te maken met de lokale buurtwinkel kunnen de kosten hiervoor laag blijven. Voor €300,- krijgen ze een compleet verzorgde dag aangeboden voor het gehele gezin. Ze kunnen meelopen op het bedrijf, mogen zelf kaasmaken bij de buurman en sluiten af met een BBQ. Door goede pakketten samen te stellen kunnen mensen over de streep worden gehaald net iets meer te doneren. Houd er wel rekening mee dat u hiervoor kosten moet maken, niet alle investeringen zijn dus direct winst. U moet dit meenemen in het bepalen van het financieringsbedrag. Het bedrag moet niet te hoog zijn. Doet u dit wel, dan kan er gedacht worden dat het gevraagde bedrag zo hoog is dat het nooit bij elkaar gehaald wordt. Financiers zullen dan eerder voor een ander project kiezen dat wel haalbaar is.
Einddatum bepalen Bij crowfunding wordt er op korte termijn geprobeerd het eindbedrag bij elkaar te krijgen. Zodra het project online gezet wordt begint er een periode van media, reclame en het benaderen van mensen. Het is erg belangrijk om het ‘momentum’ vast te houden. Stel daarom een einddatum vast waarop het bedrag bij elkaar moet zijn. Deze einddatum moet niet te ver vooruit liggen. Door een kortere periode in te stellen geeft Uw financiers uitzicht op een snel resultaat. Daarnaast geeft een snelle sluitingsdatum het gevoel dat er snel geïnvesteerd moet worden. Er zal dan eerder geïnvesteerd worden, en het investeringsmoment wordt minder snel uitgesteld.
Opbouwen van een achterban U heeft goed nagedacht over uw project. U weet welk natuurdoel u wilt halen, wat de naam gaat worden en welke pakketten u wilt aanbieden. Nu is het tijd om dit concept te testen. Doe dit eerst in een kleine groep van directe betrokkenen. Als zij het idee niet zien zitten zal de ‘buitenwereld’ dat ook niet doen. Kies uw achterban goed uit. Ze moeten kritisch genoeg zijn om u de waarheid te kunnen vertellen. Kies personen met verschillende achtergronden zodat u weet hoe de gemiddelde persoon over uw project denkt. Probeer te achterhalen waarom ze wel (of niet) in het project willen investeren en neem deze informatie mee in de verdere campagne.
Doelgroepen Om de communicatie bij de doelgroep te krijgen is het van belang te weten wat de doelgroep leest, bekijkt en in geïnteresseerd is. Om dit op een juiste wijze te doen is het belangrijk een beeld te hebben van de doelgroepen voor het natuurproject. Wat is de profielschets van de verschillende doelgroepen, wat is de leeftijd, wel of geen kinderen, opleidingsniveau, werkend of met pensioen? We hebben alvast twee profielschetsen gemaakt van een tweetal potentiële doelgroepen: Profiel 1: Doelgroep: jonge gezinnen - Leeftijd: 30 en 40 - Werkend: Beide - Opleidingsniveau: HBO/Universitair - Kinderen: ja, in de basisschoolleeftijd - Wonend in een straal van 0 tot 10 kilometer van het project - Boodschappen bij de AH & Jumbo - Gaan voor gemak - Behoefte aan compensatie van leefgedrag (twee auto’s voor de deur, veel onderweg, snelle maaltijden) Profiel 2: Doelgroep: ‘Opa’s en oma’s’ - Leeftijd: 70-80 jaar - Met pension - Kleinkinderen waar ze regelmatig oppassen - Opgegroeid met een grote biodiversiteit - Geïnteresseerd in de regio, opzoek naar nieuws - Behoefte om kinderen kennis te laten maken met de natuur - Behoefte om in te zetten voor de leefbaarheid van de regio - Tijd om dingen te ondernemen en bij te dragen Bepaal aan de hand van het profiel hoe u ze kunt bereiken. Zijn ze actief op social media, lezen zij de lokale krant, bekijken zij de website van de lokale media of wellicht andere websites uit de regio, waar doen ze hun boodschappen, welke vereniging past bij het profiel, zijn ze sportief etc. Bedenk dat de kracht van herhaling heel belangrijk is. Dus een zaterdagmiddag flyeren bij de Albert Heijn en een stuk in de krant versterkt elkaar. Social media kan helpen om snel een groep mensen om het project heen te verzamelen die als ambassadeurs optreden en weer vrienden uitnodigen om ook het project te bekijken.
Publiciteit Het project verdient de aandacht. Om voldoende financiering binnen te halen moet er bekendheid worden gegenereerd. Er zijn verschillende soorten media waar u gebruik van kunt maken. Om doelmatig donateurs te bereiken dient eerst de doelgroep te worden bepaald.
14
15
5 COMMUNICATIEMIDDELEN Het activatieplatform Voor crowdfunding heeft u een platform nodig waarop u uw project plaatst, waar funders u kunnen vinden en waar een betalingstransactie kan plaats vinden. Dit wordt een activatieplatform genoemd. Op dit moment bestaan er verschillende platforms die elk hun eigen specialiteit en doelgroep hebben. Zij hebben veelal de juiste ervaring en instrumenten in huis om een goede basis te vormen voor uw project en voldoen aan de gestelde eisen vanuit de AFM (AUTORITEIT FINANCIELE MARKTEN) en DNB (DE NEDERLANDSE BANK). De bestaande platformen hebben zelf een regelmatige stroom aan potentiele donateurs. Ze maken zelf reclame en stralen een bepaalde mate van vertrouwen uit. Hier kan u project op meeliften waardoor u eerder uw doelen zult halen.
Een eigen platform Het oprichten van een eigen platform is ook mogelijk maar is tijdrovend. Het wordt dan ook alleen aangeraden als u meerdere projecten wilt realiseren en tijd, geld en middelen beschikbaar zijn om een platform op te richten. Daarnaast moet u zich realiseren dat u zich moet houden aan de eisen van de AFM en DNB. Deze stelen eisen aan b.v. de mate van transparantie en bescherming van de donateur en initiatiefnemer. Zij geven een vergunning af zodra hier aan voldaan wordt. Veel bestaande platformen voldoen reeds aan de eisen en hebben een vergunning. Wilt u zeker weten of een platform een vergunning heeft? Check dan online het ‘AFM register Crowdfunding-platformen’.
Flyer/praatstuk met mogelijkheden Zodra het project van start gaat kan de volgende tijdsplanning aangehouden worden. En dan echt van start…
Een belangrijk moment, waar alles op zijn plaats valt en waar veel tijd in gaat zitten!
Contact leggen met bedrijven
Start
Maak afspraken bij bedrijven, ga langs, vertel het verhaal van het project en probeer zo financiers binnen te halen.
Contact leggen met burgers
Start
Begin bij bekende en vraag wie geïnteresseerd is. Zet online een campagne op via Facebook, vestuur een direct mail, spreek tijdens bijeenkomsten.
Contact leggen met de pers
Start
Verstuur een persbericht naar lokale pers om zo aandacht te genereren
Het project loopt
Het project gaat lekker, investeerders zijn er, nu is resultaat wat telt. Laat dat zien
Flyer Het is belangrijk om iets achter te laten bij de doelgroep. Dat kan in de vorm van een brochure waarin uw project wordt toegelicht. Beschrijf het project, de mogelijkheden van het meedoen en de mensen achter het project.
Social media Zorg dat u online aanwezig bent en gevonden wordt. Social media geeft daar een goede mogelijkheid voor. Maak een apart Facebook en Twitterpagina voor het project. Op die manier kunt u op een snelle manier veel mensen bereiken.
Bannering Om de doelgroep te bereiken online, kunt u er voor kiezen om banners te plaatsen op websites die voor de doelgroep interessant. Die banner kan weer verwijzen naar uw website.
Borden bij de projecten Om het project iets meer aandacht te geven kunt u borden/banners/vlaggen laten maken om bij het project te plaatsen zodat men direct ziet dat daar een project is waar ze aan mee kunnen doen.
Houd mensen op de hoogte van de voortgang
Zorg dat de site up to date is, houd Facebook bij, informeer mensen over de voortgang van het project en laat ze meekijken
Organiseren van activiteiten
- Open dagen - Meehelpen - Mijlpalen vieren
Persbericht bij elk nieuw project Om zoveel mogelijk ‘free publicity’ te behalen is de pers een belangrijke groep. Die bereikt u onder andere door een persbericht te versturen met de informatie over het project naar relevante media. Omdat een project vooral de lokale bekendheid nodig heeft is de regionale media voldoende.
16
17
6 FISCAAL In dit hoofdstuk zal worden ingegaan op een aantal fiscale aspecten met betrekking tot het natuurproject. Hetgeen in dit hoofdstuk opgenomen moet worden gezien als niet meer dan een handvat voor de fiscale positie van de deelnemende agrariër en de financier van het natuurproject (gebaseerd op de fiscale wetgeving van 2014). In specifieke situaties kan het hieronder vermelde een andere uitwerking hebben. Wij adviseren dan ook om voor duidelijkheid betreffende uw fiscale positie contact op te nemen met uw accountant / adviseur. Allereerst zal in paragraaf Error: Reference source not found aan de orde komen wat het natuurproject kan betekenen voor de fiscale regelingen die specifiek voor agrariërs gelden (de landbouwvrijstelling en de landbouwregeling). In paragraaf Error: Reference source not found worden de fiscale aspecten van de verschillende financieringsvormen, ten behoeve van het natuurproject, behandeld. Hierbij wordt gekeken naar de positie van zowel de deelnemende agrariër als de financier van het natuurproject.
Multifunctioneel landbouwbedrijf De fiscale regels die expliciet voor de landbouw gelden zijn niet per definitie ook van toepassing op nietagrarische nevenactiviteiten van de landbouwer. Het kan zijn dat door deze niet-agrarische tak de fiscale benadering van de onderneming (deels) veranderd. De niet-agrarische tak kan bijvoorbeeld gevolgen hebben voor de toepassing van de landbouwvrijstelling in de inkomstenbelasting. Daarnaast kan het invloed hebben op de landbouwregeling in de btw. In lang niet alle gevallen heeft een nevenactiviteit fiscale gevolgen voor de agrariër. Toch wordt in deze paragraaf op de mogelijke gevolgen en risico’s gewezen. In paragraaf Error: Reference source not found worden de mogelijke gevolgen voor de inkomstenbelasting behandeld. Daarna komen in paragraaf Error: Reference source not found de mogelijke gevolgen voor de omzetbelasting aan de orde.
Inkomstenbelasting (landbouwvrijstelling) Belangrijke fiscale regeling die expliciet voor agrariërs geldt, is de landbouwvrijstelling in de inkomstenbelasting. Belastingplichtigen die het landbouwbedrijf uitoefenen, kunnen onder bepaalde voorwaarden, voor waardeveranderingen van grond, aanspraak maken op de landbouwvrijstelling. Ter illustratie: stel u verkoopt 1 ha grond voor € 40.000 terwijl de boekwaarde € 15.000 is. De behaalde boekwinst, groot € 25.000, wordt (indien de grond volledig onder de landbouwvrijstelling valt) niet belast voor de inkomstenbelasting. Indien de agrariër naast het landbouwbedrijf niet-agrarische nevenactiviteiten gaat uitoefenen, bestaat het risico dat de fiscus zich op het standpunt stelt dat er sprake is van een niet-agrarische onderneming naast het landbouwbedrijf. Indien deze niet-agrarische onderneming de grond exploiteert en het agrarische gebruik zeer beperkt is, kan de fiscus zich op het standpunt stellen dat de landbouwvrijstelling niet van toepassing is (bijvoorbeeld als de grond zuiver voor natuur gebruikt wordt). Voor de deelnemende agrariërs zal wat betreft het agrarisch natuurbeheer naast het landbouwbedrijf niet snel sprake zijn van twee ondernemingen. Maar zekerheidshalve is het wel verstandig om met bovenstaande rekening te houden in de presentatie van het bedrijf. Een zelfstandige onderneming die zich enkel richt op agrarisch natuurbeheer valt namelijk niet onder de landbouwvrijstelling.
18
Bovenstaande betekent dat het is aan te raden om het bedrijf naar buiten toe als één geheel te presenteren. Hoe meer de niet-agrarische nevenactiviteit los komt te staan van het landbouwbedrijf, des te groter is de kans dat de verschillende activiteiten door de fiscus niet meer als één onderneming worden beschouwd. In het geval de grond niet meer onder de landbouwvrijstelling valt (de agrarische activiteiten zijn bijvoorbeeld gestaakt en de grond wordt enkel nog gebruikt voor natuurbeheer), kan worden overwogen deze over te brengen naar privé indien dit mogelijk is, overleg in dit geval met uw accountant/adviseur (let op: een in het verleden genoten vrijstelling van overdrachtsbelasting kan vervallen indien de grond niet meer wordt geëxploiteerd ten behoeve van de landbouw). Indien de grond kwalificeert als natuurgrond kan dit bijvoorbeeld interessant zijn om de volgende redenen: •
•
De verkrijging van natuurgrond is onder voorwaarden vrijgesteld van overdrachtsbelasting (normaal gesproken geldt als uitgangspunt dat ter zake van de verkrijging van onroerende zaken 6% overdrachtsbelasting wordt geheven). Natuurterreinen zijn vrijgesteld van vermogensbelasting (box 3). In principe dient over de waarde van bezittingen (waaronder onroerende zaken) 1,2% vermogensbelasting te worden betaald. Indien de onroerende zaak kwalificeert als natuurterrein is deze echter vrijgesteld van deze heffing.
Omzetbelasting (landbouwregeling) Agrariërs zijn voor bepaalde prestaties geen btw verschuldigd, zij hoeven voor deze activiteiten dan ook geen btw-administratie bij te houden. De regeling waarop dit is gebaseerd wordt de landbouwregeling genoemd. De agrariër kan voor de prestaties die onder de landbouwregeling vallen opteren voor de “normale” btw-regels (dit kan bijvoorbeeld interessant zijn bij hoge investeringen). In dat geval is de agrariër voor al zijn btw-belaste prestaties aan omzetbelasting onderworpen. Hieronder zal worden ingegaan op de mogelijke gevolgen voor de omzetbelasting indien er naast activiteiten die onder de landbouwregeling vallen ook prestaties worden verricht die hier niet onder vallen. In paragraaf Error: Reference source not found (vormen van financiering) zal vervolgens worden behandeld wat de consequenties voor de omzetbelasting zijn per financieringsvorm.
Landbouwregeling De landbouwregeling geldt kort weergegeven alleen met betrekking tot de volgende prestaties van de agrariër: • Levering van bepaalde agrarische producten welke de agrariër in zijn hoedanigheid heeft voortgebracht of geteeld. • Diensten welke bijdragen tot deze agrarische productie. • Levering van gebruikte bedrijfsmiddelen en andere in het agrarisch bedrijf gebruikte goederen. Ten aanzien van andere prestaties dan hierboven genoemd is de landbouwregeling niet van toepassing. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan het maken van reclame (om geld te genereren voor het natuurproject). De deelnemende agrariër is ondernemer voor de btw indien hij met dergelijke activiteiten duurzaam opbrengsten verkrijgt, met opbrengsten wordt hier bedoeld omzet, het is dus niet relevant of met de activiteit winst, omzet minus kosten, wordt behaald.
19
Voor de agrariërs die deelnemen aan Natuurinvest zijn er voor wat betreft activiteiten die onder de landbouwregeling vallen twee mogelijkheden: • •
De deelnemende agrariër heeft niet geopteerd voor de “normale” btw-regels en valt voor betreffende activiteiten onder de landbouwregeling. De deelnemende agrariër wordt voor bovengenoemde activiteiten in de omzetbelasting betrokken. Er is in dit geval geopteerd voor de “normale” btw-regels.
In het laatste geval veranderd er in administratief opzicht niet bijzonder veel indien de agrariër btw-belaste activiteiten gaat verrichten (die niet onder de landbouwregeling vallen). Maar voor de deelnemende agrariër die op basis van zijn activiteiten buiten de heffing van omzetbelasting is gebleven (er is dus niet geopteerd voor “normale” btw-regels) veranderd er in administratief opzicht wel één en ander.
Administratieve verplichtingen ondernemer btw De deelnemende agrariër is voor nevenactiviteiten ondernemer voor de btw indien hij btw-belaste prestaties verricht. Voor de deelnemende agrariër die op basis van zijn andere activiteiten nog niet in de omzetbelasting wordt betrokken (hij valt dus voor al zijn activiteiten onder de landbouwregeling) veranderd onder andere het volgende: • • •
De deelnemende agrariër moet een btw-nummer opvragen. De deelnemende agrariër moet een btw-administratie voeren en btw-aangifte doen. De deelnemende agrariër moet voldoen aan de factureringsverplichting. Uitzonderingen daargelaten geldt als uitgangspunt dat er bij belaste leveringen of diensten aan ondernemers en rechtspersonen een factuur moet worden opgesteld en bij prestaties aan een particulier niet.
Op basis van de kleineondernemersregeling (KOR) kan de deelnemende agrariër wellicht van bovenstaande worden ontheven (zie hierna, paragraaf Error: Reference source not found).
Kleineondernemersregeling Voor kleine ondernemers bestaat een financiële tegemoetkoming in de vorm van een vermindering van de te betalen omzetbelasting (maximaal € 1.345). Een ondernemer wordt tot de kleine ondernemers gerekend als hij na aftrek van btw op de kosten per jaar niet meer dan € 1883 aan omzetbelasting moet betalen (de hoogte van de omzet speelt dus geen rol). De genoten vermindering voor kleine ondernemers wordt voor de inkomstenbelasting tot de winst gerekend. Daarnaast kan de kleine ondernemer voor de btw ontheffing krijgen van de administratieve en factureringsverplichtingen, als de vermindering tot gevolg heeft dat er in het geheel geen omzetbelasting betaald hoeft te worden. De vermindering en de ontheffing vormen samen de kleineondernemersregeling. De kleineondernemersregeling geldt alleen voor natuurlijke personen (eenmanszaken) en samenwerkingsverbanden van natuurlijke personen (maatschap, firma, waaronder de zgn. man-vrouw firma, commanditaire vennootschap-niet op aandelen e.d.).
20
De agrariër die opteert voor toepassing van de normale btw-regels (volledig aan btw onderworpen) kan voor deze agrarische activiteiten niet gebruikmaken van de regeling voor kleine ondernemers. Maar voor zijn nevenactiviteiten (bijvoorbeeld natuurbeheer) kan hij wel gebruikmaken van de kleineondernemersregeling. Zowel de agrariër die opteert voor normale btw-regels als de agrariër die onder de landbouwregeling valt kan dus, mits aan de voorwaarden wordt voldaan, voor zijn nevenactiviteiten gebruik maken van de kleineondernemersregeling.
Aftrek van btw (op de kosten) Zoals hiervoor besproken kan de omzetbelasting deels wel en deels niet van toepassing zijn op de deelnemende agrariër. In de zin van de omzetbelasting betekent dit dat er sprake is van zowel btw-belaste als btw-vrijgestelde activiteiten. De agrariër heeft voor de kosten die zijn gemaakt voor btw-belaste activiteiten recht op aftrek van btw op deze kosten. Voor de btw op de kosten van vrijgestelde activiteiten is dit niet mogelijk. Het kan ook zijn dat een bepaalde zaak of dienst wordt aangewend ten behoeve van beide activiteiten (dus zowel btw-belaste als vrijgestelde activiteiten). Er is dan sprake van gemengd gebruik. In dat geval dient er een toerekening van de kosten plaats te vinden. Het deel van de btw op de kosten dat ziet op btw-belaste activiteiten komt voor aftrek van btw in aanmerking. Een wijziging van activiteiten in de zin van de btw kan tot gevolg hebben dat een investering in het verleden in een onroerende zaak (bijvoorbeeld een gebouw) of roerende zaak (bijvoorbeeld een machine) moet worden herzien, voor wat betreft de aftrek van btw op de kosten. Dit is het geval als het gebruik in de zin van de btw (deels) is gewijzigd (van btw-belaste prestaties naar btw vrijgestelde prestaties of andersom). Hierbij geldt een herzieningsperiode van 10 jaar voor onroerende zaken en 5 jaar voor roerende zaken. Ter illustratie: stel een machine wordt gekocht, waarbij deze de eerste 2 jaren wordt gebruikt voor btwvrijgestelde prestaties (bijvoorbeeld agrarische activiteiten die onder de landbouwregeling vallen). De ondernemer heeft in dat geval bij investering geen recht op aftrek van btw. Vanaf jaar 3 wordt de machine gebruikt voor btw-belaste prestaties. Dit heeft tot gevolg dat de ondernemer de btw nog voor 3/5 deel terug kan vragen.
21
7 VORMEN VAN FINANCIERING Om in de kosten van het natuurproject te voorzien is het de bedoeling dat derden het natuurproject financieren. Hierbij moet in eerste instantie worden gedacht aan sponsoring, directe verkoop met hogere (kost)prijs en giften. Een ander alternatief om een project te financieren is door middel van crowdfunding. Bij deze vormen van financiering spelen verschillende fiscale aspecten. Bijvoorbeeld in de inkomstenbelasting, vennootschapsbelasting, omzetbelasting en schenkbelasting. In deze paragraaf zullen per financieringsvorm een aantal fiscale aandachtspunten worden besproken. Eerst zal in paragraaf Error: Reference source not found sponsoring aan de orde komen. Daarna zal in paragraaf 1.2.2 directe verkoop worden besproken. Vervolgens zal de fiscale behandeling van giften in paragraaf 1.2.3 worden behandeld. Ten slotte zal in paragraaf 1.2.4 worden ingegaan op de financieringsvorm crowdfunding.
Sponsoring Sponsoring is een wijdverspreide praktijk. Een sponsor is een persoon of organisatie, meestal een bedrijf die bijvoorbeeld een natuurproject steunt door geld of andere middelen ter beschikking te stellen. De scheidslijn tussen sponsoring en een gift (schenking) is soms moeilijk te trekken. Sponsoring kenmerkt zich doordat de investeerder een tegenprestatie van in dit geval de deelnemende agrariër ontvangt (bijvoorbeeld het maken van reclame). Bij een gift ontbreekt deze tegenprestatie. Bij sponsoring kan in eerste instantie worden gedacht aan sponsoring in ruil voor publiciteit (reclame). Maar de tegenprestatie van de deelnemende agrariër kan ook bestaan in het leveren van een product of het verrichten van een dienst. De investeerder krijgt bijvoorbeeld in ruil voor een geldbedrag maandelijks een nieuwsbrief thuis geleverd of een rondleiding op de boerderij. In principe zal de dienst of het product een lagere waarde hebben dan het sponsorbedrag, zodat geld wordt overgehouden voor het te realiseren project. Omdat sponsoring in ruil voor publiciteit de meest voor de hand liggende vorm van sponsoring is, zal deze eerst in een afzonderlijk in paragraaf Error: Reference source not found worden besproken. Vervolgens zal in paragraaf Error: Reference source not found sponsoring in ruil voor een dienst of product aan de orde komen.
Sponsoring in ruil voor publiciteit Bij sponsoring in ruil voor publiciteit kan bijvoorbeeld worden gedacht aan het vermelden van de naam van de sponsor op een bord bij het natuurproject of het vermelden van de sponsor in een nieuwsbrief. Hieronder zullen een aantal aandachtspunten voor de inkomstenbelasting / vennootschapsbelasting en omzetbelasting worden besproken.
Indien de sponsoring vooral voortkomt uit persoonlijke interesse van de ondernemer en zakelijke aspecten ontbreken of bijkomstig zijn, dan is geen sprake van ondernemingskosten maar van een privé-uitgaaf. De kosten komen in dat geval bij de sponsor niet voor aftrek in aanmerking voor de inkomstenbelasting / vennootschapsbelasting. Ingeval een particulier zijn naam verbindt aan een bepaald project, dan zal er ook sprake zijn van een privé-uitgaaf.
Omzetbelasting Sponsoring kan in verschillende vormen plaatsvinden. Sponsoring kan bestaan in geld en natura (er worden bijvoorbeeld door de sponsor materialen ter beschikking gesteld aan de deelnemende agrariër). In beide gevallen moet btw in rekening worden gebracht als in ruil voor de sponsoring reclame voor de sponsor wordt gemaakt (tegen het normaal tarief van 21% en tenzij de KOR niet van toepassing is zie paragraaf Error: Reference source not found). Hieronder volgen twee voorbeelden ter illustratie: Een sponsor (een bedrijf) geeft de deelnemende agrariër een bijdrage in geld. Als tegenprestatie maakt de agrariër reclame voor de sponsor in de vorm van naamsvermelding op een bord bij het natuurproject. De agrariër stuurt de sponsor een factuur met 21 % btw voor de reclame die hij voor deze sponsor heeft gemaakt. • Een sponsor (een bedrijf) geeft de deelnemende agrariër een bijdrage in natura (er wordt bijvoorbeeld door de sponsor een hek geplaatst bij de agrariër). In ruil hiervoor wordt de sponsor vermeld in de nieuwsbrief die door de agrariër wordt opgesteld. Uitgangspunt is dat de agrariër de sponsor een factuur met btw stuurt. De btw moet worden berekend over de waarde in het economisch verkeer van de bijdrage in natura (het plaatsen van het hek). • Aan de andere kant zal het plaatsen van het hek (de bijdrage in natura) door de sponsor ook kwalificeren als een btw-belaste dienst of levering. De sponsor zal in dat geval btw in rekening moeten brengen over de waarde van de dienst van de deelnemende agrariër, namelijk het maken van reclame. • Het gaat bij bovenstaand voorbeeld om een ruiltransactie. Bij een ruil tussen ondernemers kunnen beide partijen gebruikmaken van één factuur. Bij een ruiltransactie vermeldt u op de factuur naast de verplichte gegevens de waarde van beide geruilde goederen en de btw die daarover betaald moet worden. Voor wat betreft aftrek van btw op de sponsorgelden geldt voor de sponsor het volgende. Indien de sponsor ondernemer is voor de btw heeft hij recht op aftrek van btw, mits hij btw-belaste prestaties verricht (voor werkzaamheden die hij verricht stuurt hij facturen met btw).
Inkomstenbelasting / vennootschapsbelasting De ontvangen sponsorbedragen zullen bij de deelnemende agrariër in principe als opbrengsten voor de inkomstenbelasting (of vennootschapsbelasting) kwalificeren. De kosten die worden gemaakt voor het maken van reclame voor de sponsor kunnen hierop in mindering worden gebracht. Voor de sponsor geldt het volgende. Als met de sponsoring directe zakelijke belangen worden nagestreefd door het investerende bedrijf, dan kunnen de desbetreffende bedragen als kosten worden aangemerkt voor de sponsor voor de inkomstenbelasting / vennootschapsbelasting.
22
23
Samenvattend overzicht
8 SPONSORING Inkomstenbelasting / vennootschapsbelasting
Omzetbelasting
Sponsoring in ruil voor een dienst of product (van lagere waarde)
Deelnemende agrariër
Zowel de opbrengsten als kosten in verband met het maken van reclame moeten in aanmerking worden genomen
Voor het maken van reclame moet btw in rekening worden gebracht (tegen het tarief van 21%)
De tegenprestatie van de deelnemende agrariër, voor het ontvangen van sponsorgelden, kan ook bestaan uit het leveren van een product of dienst. In principe zal het zo zijn dat de vergoeding die de deelnemende agrariër ontvangt hoger is dan de reële waarde van het te leveren product of dienst. De agrariër houdt zo voldoende geld over om in zijn natuurproject te investeren. Sponsoring in ruil voor een dienst of product van lagere waarde dan het sponsorbedrag staat in deze paragraaf centraal.
Sponsor is ondernemer voor de IB/vpb en de btw
De sponsorgelden kunnen als kosten worden aangemerkt indien er zakelijke belangen worden nagestreefd
De btw over de sponsorgelden kunnen in aftrek worden gebracht indien de sponsor btw-belaste prestaties verricht
Sponsor is geen ondernemer voorde IB/ vpb en de btw
De sponsorgelden kunnen niet als kosten in aanmerking worden genomen
Geen aftrek van btw
Inkomstenbelasting / vennootschapsbelasting Uitgangspunt voor wat betreft de deelnemende agrariër is dat de sponsorbedragen als opbrengsten voor de inkomstenbelasting (of vennootschapsbelasting) kwalificeren. De kosten die de agrariër maakt voor de tegenprestatie (bijvoorbeeld het te leveren product) worden als kosten voor de inkomstenbelasting (of vennootschapsbelasting) aangemerkt. Voor wat betreft de sponsor geldt het volgende. Meer nog dan bij sponsering in ruil voor publiciteit is het bij de sponsor de vraag of zakelijke belangen worden nagestreefd. De sponsorgelden zouden namelijk niet in verhouding kunnen staan met de reële waarde van het te leveren product of dienst van de deelnemende agrariër. Indien er geen enkel zakelijk belang aanwezig is of deze slechts bijkomstig is dan is er sprake van een privéuitgaaf. In dat geval kunnen de sponsorgelden niet als kosten worden aangemerkt voor de sponsor in de inkomstenbelasting of vennootschapsbelasting. Indien de sponsorgelden niet in verhouding staan tot de waarde van het te leveren product of dienst, kan er toch sprake zijn van zakelijke motieven bij de sponsor. Te denken valt bijvoorbeeld aan het volgende: • In ruil voor sponsoring organiseert de deelnemende agrariër een bedrijfsuitje voor het personeel van de sponsor, bijvoorbeeld een rondleiding op de boerderij. • Met het oog op zijn zakelijk netwerk en relaties vindt de sponsor het van belang om mee te doen aan een bepaald project. Bij het beoordelen van de vraag in hoeverre er sprake is van zakelijke motieven is ook de verhouding tussen het sponsorbedrag en de waarde van het geboden product of dienst van belang. Indien de sponsorgelden in verhouding buitenproportioneel zijn (en zakelijke motieven gering), zal er niet snel sprake zijn van zakelijke kosten die in aftrek kunnen worden gebracht bij de ondernemer. Indien een particulier een project sponsort in ruil voor een product of dienst dan is er sprake van een privéuitgaaf.
Omzetbelasting Hoofdregel is dat omzetbelasting betaald dient te worden over de vergoeding (van de btw-belaste prestatie). Dit zou betekenen dat de deelnemende agrariër voor het te leveren product of dienst omzetbelasting in rekening moet brengen aan de sponsor over het volledige bedrag aan sponsorgeld. Indien er echter een evident onzakelijke prijs wordt betaald (en deze komt ten goede aan een goed doel), dan is het verdedigbaar dat de vergoeding in twee delen wordt gesplitst.
24
25
Ter illustratie: stel de agrariër ontvangt voor een product € 100 welke normaal € 20 kost (exclusief btw). De sponsor betaalt dit bedrag omdat hij graag het natuurproject van de sponsor wil steunen. In dit geval is het verdedigbaar dat slechts omzetbelasting wordt betaald over € 20. Reden hiervoor is dat in de € 100 een opslag voor het natuurproject is verdisconteerd. Over het deel dat ten goede komt aan het natuurproject (de opslag) is de sponsor niet rechtstreeks gebaat. In de praktijk kan het wel lastig zijn om bovenstaande splitsing toe te passen. De waarde in het economisch verkeer, het bedrag dat de sponsor bij een eventuele verkoop op de vrije markt zou kunnen krijgen, voor het te leveren product of dienst moet bijvoorbeeld op reële gronden worden vastgesteld. Daarnaast zou de splitsing voor de fiscus een aanknopingspunt kunnen zijn dat de sponsoring niet zakelijk is voor wat betreft de inkomstenbelasting (zie paragraaf Error: Reference source not found). Wat betreft de aftrek van btw op de sponsorgelden geldt voor de sponsor hetzelfde als in de voorgaande paragraaf. Indien de sponsor ondernemer is voor de btw heeft hij recht op aftrek van btw, mits hij btw-belaste prestaties verricht en de sponsorgelden daar betrekking op hebben.
Samenvattend overzicht
Deelnemende agrariër
Inkomstenbelasting / vennootschapsbelasting
Omzetbelasting
Zowel de opbrengsten als kosten in verband met de sponsoring moeten in aanmerking worden genomen
In principe moet over de totale vergoeding btw in rekening worden gebracht. Mogelijkerwijs kan de vergoeding worden gesplitst
Sponsor is ondernemer voor de IB/vpb en de btw
De sponsorgelden kunnen als kosten worden aangemerkt indien er zakelijke belangen worden nagestreefd
De btw over de sponsorgelden kunnen in aftrek worden gebracht indien de sponsor btw-belaste prestaties verricht
Sponsor is geen ondernemer voorde IB/ vpb en de btw
De sponsorgelden kunnen niet als kosten in aanmerking worden genomen
Geen aftrek van btw
9 DIRECTE VERKOOP TEGEN HOGERE (KOST)PRIJS Om in de kosten van het natuurproject te voorzien kan de deelnemende agrariër er ook voor kiezen om de verkoopprijs van zijn producten te verhogen. De kosten die gemaakt worden ten behoeve van het natuurproject komen dus terug in de prijs van de te verkopen producten. De fiscale behandeling van deze financieringsvorm zal in principe dezelfde zijn als bij directe verkoop zonder dat de kostprijs door het natuurproject wordt verhoogd. Volledigheidshalve gaan wij in deze paragraaf toch in op de vraag hoe directe verkoop tegen een hogere prijs fiscaal behandeld moet worden voor de inkomstenbelasting (paragraaf Error: Reference source not found) en omzetbelasting (paragraaf 1.2.2.2).
Inkomstenbelasting / vennootschapsbelasting De opbrengsten die de deelnemende agrariër verkrijgt door de directe verkoop kwalificeren als opbrengsten voor de inkomstenbelasting (of vennootschapsbelasting). De kosten van het natuurproject die de kostprijs van het product verhogen kunnen volledig in aftrek worden gebracht voor de inkomstenbelasting (of vennootschaps belasting). De verkoopprijs zal bij een kopende ondernemer volledig in aftrek gebracht kunnen worden voor de inkomstenbelasting of vennootschapsbelasting. Voor particulieren (privé-uitgaven) is dit niet het geval.
Omzetbelasting Bepalend voor de vraag of btw in rekening moet worden gebracht door de deelnemende agrariër is het punt of deze onder de landbouwregeling valt. Er zijn 2 opties: •
•
De deelnemende agrariër heeft niet geopteerd voor de “normale” btw-regels en valt onder de landbouwregeling (en de prestatie kwalificeert als een verkoop die onder de landbouwregeling valt). In dit geval hoeft geen btw in rekening te worden gebracht. De deelnemende agrariër heeft geopteerd voor de “normale” btw-regels. In dit geval moet btw in rekening worden gebracht (btw op de kosten kunnen in aftrek worden gebracht). Aandachtspunt hierbij is de vraag voor welk tarief btw in rekening moet worden gebracht (21% of het verlaagde tarief van 6%). De verkoop van bijvoorbeeld voedingsmiddelen voor menselijke consumptie en de verkoop van landbouwdieren vallen onder het lage btw-tarief.
Wat betreft de aftrek van btw op de verkoopprijs voor de koper moet allereerst onderscheid worden gemaakt tussen de volgende twee gevallen: • •
De koper is ondernemer voor de btw; in dit geval heeft de koper mogelijk recht op aftrek van btw. De koper is geen ondernemer voor de btw (particulier); iemand die geen ondernemer is voor de btw heeft per definitie geen recht op aftrek van kosten.
Indien de koper ondernemer is voor de btw moeten de volgende twee situaties worden onderscheiden: •
•
26
De deelnemende agrariër levert het product zonder btw in rekening te brengen (hij valt onder de landbouwregeling). De koper heeft indien het product wordt gebruikt voor btw-belaste prestaties recht op 5,4% aftrek van het in rekening gebrachte bedrag. In dit geval moet de agrariër wel een landbouwverklaring mee leveren (als bijlage gevoegd). De deelnemende agrariër brengt btw in rekening bij de levering van het product. De koper heeft indien het product wordt gebruikt voor btw-belaste prestaties recht op aftrek van het volledige btw bedrag.
27
10 GIFT Geld geven aan familie, vrienden, goede doelen etc. zonder dat daar een tegenprestatie tegenover staat is een gift (ook wel schenking of donatie genoemd). Belangrijk kenmerk van de gift is dat er sprake is van vrijgevigheid. Het verstrekken van een gift heeft zowel voor de gever als de ontvanger verschillende fiscale consequenties. Te denken valt aan de mogelijke aftrek in de inkomstenbelasting of het betalen van schenkbelasting. In deze paragraaf wordt op de verschillende fiscale aspecten van de gift ingegaan. Zoals eerder aangegeven is de scheidslijn tussen sponsoring en een gift soms moeilijk te trekken. Verschil met sponsoring is dat er bij een schenking geen tegenprestatie wordt verricht door de begiftigde.
Inkomstenbelasting / vennootschapsbelasting Voor de deelnemende agrariër zijn alle voordelen verkregen uit een onderneming te kwalificeren als opbrengsten voor de inkomstenbelasting (of vennootschapsbelasting). Vraag is dus of de ontvangen gift voortvloeit uit de ondernemingssfeer van de agrariër.
Samenvattend overzicht
Deelnemende agrariër
Inkomstenbelasting / vennootschapsbelasting
Omzetbelasting
Zowel de opbrengsten als kosten in verband met de directe verkoop moeten in aanmerking worden genomen (ook kosten ten behoeve van het natuurproject)
Uitgangspunt: Indien de landbouwregeling van toepassing is geen btw (mits verkoop onder landbouwregeling valt) Indien is geopteerd voor de “normale” btw-regels btw in rekening brengen
Koper is ondernemer voor de IB/ De verkoopprijs kan als kosten in vpb en btw aanmerking worden genomen
De levering is exclusief btw recht op aftrek van 5,4% van in rekening gebracht bedrag (mits product wordt gebruikt voor btw belaste prestaties) De levering is inclusief btw recht op aftrek van het volledige btw bedrag (mits product wordt gebruikt voor btw-belaste prestaties)
Koper is geen ondernemer voor de IB/ vpb en btw
De verkoopprijs kan niet in aftrek worden gebracht als kosten
28
Geen aftrek van btw
De giften worden ontvangen omdat de agrariër het geld zal aanwenden voor het natuurproject. Aangezien het natuurproject in veel gevallen zal zijn verweven met het landbouwbedrijf, zullen de giften opkomen in de ondernemingssfeer (namelijk het landbouwbedrijf). Tegenover de opbrengsten (giften), staan de kosten van het natuurproject. Deze kunnen voor de inkomstenbelasting (of vennootschapsbelasting) in aftrek worden gebracht. Wat betreft de schenker geldt voor de inkomstenbelasting of vennootschapsbelasting het volgende. Een gift impliceert vrijgevigheid. Als een bedrijf een schenking doet zullen zakelijke aspecten daarom in principe ontbreken. Indien zakelijke aspecten ontbreken is er sprake van een privé-uitgaaf. Uitgangspunt zal daarom zijn dat de gift van een particulier wordt verkregen. Toch kan er wel sprake zijn van zakelijke motieven bij de schenker. Te denken valt aan een relatiegeschenk, bijvoorbeeld een leverancier van de deelnemende agrariër die een bepaald product gratis ter beschikking stelt aan de agrariër, met als motief om de zakelijke relatie te versterken. In een dergelijk geval kan de gift of donatie wel als kosten in aanmerking worden genomen voor de inkomstenbelasting of vennootschapsbelasting. Als een gift wordt gedaan door een aandelenvennootschap (bv of nv) en deze vooral is ingegeven door de privébelangen van de directeur-(groot)aandeelhouder, dan zal de fiscus zich op het standpunt kunnen stellen dat er sprake is van een niet-aftrekbare winstuitdeling aan de aandeelhouder. In dat geval wordt het bedrag van de gift bij de aandeelhouder belast in box 2 als dividend (tegen 22 of 25%). Andere vraag die speelt bij de gift of donatie is of deze in aanmerking komt voor persoonsgebonden aftrek in de inkomstenbelasting. Er zijn twee categorieën giften die in aanmerking komen voor persoonsgebonden aftrek in de inkomstenbelasting: periodieke giften en gewone giften.
29
Giften komen voor persoonsgebonden aftrek in aanmerking indien de ontvangende instelling kan worden aangemerkt als ANBI (algemeen nut beogende instelling) of SBBI (een het sociaal belang behartigende instelling). De deelnemende agrariër zullen in veel gevallen niet als ANBI of SBBI kwalificeren. Persoonsgebonden aftrek in de inkomstenbelasting zal voor de schenker daarom in principe niet mogelijk zijn. Tenzij de agrariër zelf een stichting o.i.d. opricht van waaruit ze de natuuractiviteiten gaan ontplooien. Omdat in dat geval de fiscale consequenties sterk verschillen van hetgeen in dit hoofdstuk opgenomen is het verstandig om in deze situatie contact op te nemen met uw accountant / adviseur.
Schenkbelasting
Uitgangspunt is dat de ontvanger van een gift of donatie schenkbelasting dient te betalen. Voor de schenkbelasting gelden echter vrijstellingen. Er hoeft pas schenkbelasting te worden betaald als meer wordt verkregen dan de vrijstelling. De vrijstelling is afhankelijk van de relatie met de schenker. Zo geldt voor schenkingen van ouders aan hun kinderen een hogere vrijstelling dan voor een schenking aan een ander persoon (indien meer wordt verkregen dan de vrijstelling dan is het tarief aan schenkbelasting ook afhankelijk van de relatie met de schenker). In alle gevallen is de vrijstelling in ieder geval per jaar € 2.092 (op basis van het jaar 2014). De schenking kan ook bestaan uit andere zaken dan geld, bijvoorbeeld roerende zaken. Bij roerende zaken moet voor de schenking worden uitgegaan van de waarde in het economische verkeer. Dit is het hoogste bedrag dat de schenker bij een eventuele verkoop zou kunnen krijgen.
Omzetbelasting Uitgangspunt van een gift of donatie is dat de ontvanger géén tegenprestatie hoeft te verlenen. De gift is daarom geen vergoeding voor een prestatie. Er hoeft daarom geen btw in rekening te worden gebracht. Worden echter aan de schenkers of donateurs als dankbetuiging goederen verstrekt of diensten verleend, dan is er wellicht toch een prestatie te onderkennen. Deze dankbetuiging moet wel al bij het verzoek tot het doen van de donatie of gift in het vooruitzicht zijn gesteld. In dit geval zal wel btw in rekening gebracht moeten worden. Als voor de schenking niets wordt toegezegd, hoeft geen btw in rekening te worden gebracht. Zoals besproken kan de gift of donatie ook bestaan in een schenking in natura, bijvoorbeeld een vogelhuisje dat aan de deelnemende agrariër ter beschikking wordt gesteld. Nu hier in principe geen vergoeding tegenover staat, wordt er geen btw in rekening gebracht. Vraag is of de schenker de btw op de kosten van het vogelhuisje wel in aftrek kan brengen (in het geval de schenker een ondernemer is voor de btw). In beginsel kan de schenker de btw op de schenking in aftrek brengen indien de schenking als een relatiegeschenk kwalificeert. Maar indien de begunstigde (deelnemende agrariër) het geschenk zelf zou hebben gekocht en de voorbelasting niet of hoofdzakelijk niet in aftrek zou kunnen brengen, dan wordt bij de schenker de aftrek van voorbelasting uitgesloten. Er is echter in ieder geval geen uitsluiting van de aftrek als de aankoopprijs (of kostprijs) van het relatiegeschenk per jaar niet meer bedraagt dan € 227.
30
31
Samenvattend overzicht
Deelnemende agrariër
11 CROWDFUNDING
Inkomstenbelasting / vennootschapsbelasting
Schenkbelasting
Omzetbelasting
Indien de giften (en in verband hiermee gemaakte kosten) opkomen in de ondernemingssfeer moeten deze in aanmerking worden genomen
Uitgangspunt is dat er schenkbelasting betaald moet worden
Er hoeft geen btw in rekening te worden gebracht (mits er, bijvoorbeeld als dankbetuiging, geen goederen of diensten in het vooruitzicht zijn gesteld aan de schenker)
Er gelden echter vrijstellingen voor schenkbelasting. Er hoeft in ieder geval geen schenkbelasting betaald te worden indien de gift lager is dan € 2000
Schenker is In principe kan de gift niet ondernemer voor de als kosten in aanmerking IB/ vpb en btw worden genomen (of er moeten zakelijke motieven zijn te onderkennen)
Crowdfunding is een alternatieve wijze om een project te financieren. Crowdfunding verloopt zonder financiële intermediairs, er is direct contact tussen investeerders en ondernemers. Wel wordt er vaak gebruik gemaakt van intermediairs of websites die partijen bijeen brengen. In de meeste gevallen gaat crowdfunding als volgt: om kapitaal te verwerven voor een bepaald project biedt de initiatiefnemer dit project aan op een platform (bijvoorbeeld internet) en vermeldt de benodigde bedragen. Op deze manier kan iedereen via deze website investeren in het project. Het idee erachter is dat veel particulieren of bedrijven een klein bedrag investeren en dat deze kleine investeringen bij elkaar het project volledig financieren. Wat betreft investeringen door middel van crowdfunding in natuurprojecten liggen de volgende twee vormen het meest voor de hand: • •
Giften: de investeerder doneert geld voor een bepaald doel. Een gift impliceert dat de investeerder er niets voor terug krijgt. Sponsoring: het verschil tussen een gift en sponsoring is dat de investeerder een tegenprestatie krijgt van de ondernemer.
Het begrip crowdfunding is relatief nieuw, ook in de fiscale wereld. Er is dan ook niet zoiets als een generieke belastingvrijstelling voor crowdfunding-initiatieven. Daarom zal steeds aan de hand van de concrete situatie moeten worden beoordeeld wat de fiscale gevolgen zijn van het aangaan van een overeenkomst of de start van nieuwe activiteiten. Omdat donaties en sponsoring de meest gangbare vormen van crowdfunding zijn zal hetgeen besproken in paragraaf Error: Reference source not found (sponsoring) en paragraaf 1.2.3 (gift) als uitgangspunt dienen voor de specifieke fiscale gevolgen van crowdfunding.
Schenker is geen Giften kunnen niet als ondernemer voor de kosten in aanmerking IB/ vpb en btw worden genomen In principe komen de giften niet aanmerking voor persoonsgebonden aftrek (tenzij de deelnemende agrariër kwalificeert als ANBI of SBBI)
Om u op weg te helpen met het opstellen van een overeenkomst zijn er in dit handboek 2 model overeenkomsten opgenomen.
32
33
SLOTWOORD In de hiervoor beschreven hoofdstukken heb je kunnen lezen hoe crowdfunding voor natuur in zijn werk gaat en waar op gelet moet worden. De ervaring leert dat deze trajecten veel tijd en energie kosten maar dat ze weldegelijk iets opleveren. Je zult niet snel veel verdienen aan crowdfunding, zeker niet als het om natuur gaat. Maar de goede contacten met burgers en bedrijven leveren een onverwachte winst op. Het is mooi om iets van maatschappelijke waarde te ondernemen en daar respons op te krijgen. Door samen te werken kunt u iets betekenen en niet alleen voor de natuur in uw omgeving. De mensen van Natuurinvest, Namens de initiatiefnemers, Miedema Natuurlijk Namens de ondersteunende specialisten Rivierduin Advies
34
35
BIJLAGE 1
36
37
BIJLAGE 2
38
39
Natuurinvest t.a.v. Miedema Natuurlijk Sythusterfjild 2 8468 ML Haskerdijken
[email protected]
WWW.NATUURINVEST.NL
Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling: Europa investeert in zijn platteland.
facebook.com/natuurinvest @natuurinvest