Europa voor de burger - Programmagids - versie geldig vanaf 2014
PROGRAMMA "EUROPA VOOR DE BURGER" 2014-2020
PROGRAMMAGIDS Versie geldig vanaf januari 2014
Europese Commissie, directoraat-generaal Communicatie http://ec.europa.eu/citizenship/index_en.htm
Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur http://eacea.ec.europa.eu/citizenship/index_en.php
Deze gids heeft enkel betrekking op de actiesubsidies en de exploitatiesubsidies die onderwerp zijn van een specifieke oproep tot het indienen van voorstellen
INHOUD 1
Europa voor de burger - Programmagids - versie geldig vanaf 2014
1 Inleiding .................................................................................................................................................... 2 Doel van de programmagids ................................................................................................................ HOOFDSTUK I – ALGEMEEN OVERZICHT VAN HET PROGRAMMA "EUROPA VOOR DE BURGER" ......................................................................................................................................... 1 Doelstellingen en prioriteiten van het programma "Europa voor de burger" ............................... 2 Algemene kenmerken van het programma "Europa voor de burger"............................................ 3 Structuur van het programma "Europa voor de burger"................................................................ 4 Kalender 2014-2020 en bekendmaking van de selectieresultaten .................................................... 5 Begroting van het programma............................................................................................................. 6 Beheer van het programma "Europa voor de burger" en contactpunten ........................................... HOOFDSTUK II - AANVRAAG- EN SELECTIEPROCEDURES ................................................... 1 Aanvraagprocedure .............................................................................................................................. Elektronisch aanvraagformulier (eForm) ........................................................................................... Bijkomende, op verzoek van het EACEA te versturen documenten.................................................. 2 Selectieprocedure: gemeenschappelijke criteria voor alle onderdelen .............................................. 2.1 Subsidiabiliteitscriteria voor alle onderdelen ............................................................................... 2.2 Uitsluitingscriteria voor alle onderdelen......................................................................................... 2.3 Selectiecriteria voor alle onderdelen ............................................................................................... 2.4 Toekenningscriteria voor alle onderdelen ...................................................................................... 2.5 Subsidietoekenning ......................................................................................................................... 3 Selectieprocedure: specifieke criteria voor de programmaonderdelen ........................................... 3.1 Onderdeel 1: Europees gedenken 3.2 Onderdeel 2: democratische betrokkenheid en burgerparticipatie 3.2.1 Maatregel Stedenbanden...................................................................................................... 3.2.2 Maatregel Netwerken tussen steden .................................................................................... 3.2.3 Maatregel Projecten van maatschappelijke organisaties ..................................................... HOOFDSTUK III - FINANCIËLE EN CONTRACTUELE VOORWAARDEN............................. Subsidiebedrag ................................................................................................................................... Beginsel van medefinanciering .......................................................................................................... Subsidiebeschikking en subsidieovereenkomst.................................................................................. Verplichtingen op grond van de subsidiebeschikking en de subsidieovereenkomst .......................... Beginsel van geen terugwerkende kracht ........................................................................................... Beginsel van geen cumulatieve subsidiëring...................................................................................... Beginsel van geen winstoogmerk ....................................................................................................... Inachtneming van termijnen ............................................................................................................... Berekening van de subsidie ................................................................................................................ Betalingsprocedure ............................................................................................................................. Voorfinanciering................................................................................................................................. Eindbetaling........................................................................................................................................ Voorfinancieringswaarborg ................................................................................................................ Uitbesteding en gunning van contracten ............................................................................................ Audits .................................................................................................................................................... Eigendom/gebruik van de resultaten .................................................................................................. Zichtbaarheid en publiciteit ................................................................................................................ Valorisatie en verspreiding van de resultaten..................................................................................... 2
Europa voor de burger - Programmagids - versie geldig vanaf 2014
Gegevensbescherming ........................................................................................................................ Rechtsgrondslag .................................................................................................................................
BIJLAGE I – OVERZICHTSTABEL VAN DE SUBSIDIABILITEITSCRITERIA............................... BIJLAGE II – VASTE BEDRAGEN ........................................................................................................ ...................................................................................................................................................................
3
Europa voor de burger - Programmagids - versie geldig vanaf 2014
1. Inleiding De Europese Unie bestaat uit en voor haar burgers! Daarom is het heel belangrijk dat meer betrokkenheid van de burgers bij de Europese Unie en bij alles waarvoor zij staat, wordt gestimuleerd en gefaciliteerd. Dit varieert van de noodzaak om hen meer bij actuele aangelegenheden te betrekken tot de noodzaak om een ruimere kennis van de geschiedenis van de Europese Unie (hierna de "Unie" genoemd) en haar ontstaan in de nasleep van de twee wereldoorlogen te creëren. De ondertekening van het Verdrag van Lissabon eind 2009 heeft tot een aantal veranderingen geleid die erop gericht zijn de kloof tussen de Unie en haar burgers te verkleinen en meer grensoverschrijdend debat over Europese beleidsvraagstukken te stimuleren. Het nieuwe artikel 11 van het Verdrag betreffende de Europese Unie introduceert een volledig nieuwe dimensie van participerende democratie. De Europese agenda voor de volgende zeven jaar stelt de Unie voor grote uitdagingen en belangrijke vraagstukken. Aangezien nu beslissingen en beleidsmaatregelen genomen moeten worden met betrekking tot diverse vraagstukken zoals economische groei, veiligheid en de rol van Europa in de wereld, is het voor de burgers belangrijker dan ooit om zich in het debat te mengen en mede vorm te geven aan het beleid. Aangezien de Europese Commissie Europees burgerschap een belangrijke factor in het proces van versterking en behoud van de Europese integratie acht, blijft zij de Europese burgers aanmoedigen om meer betrokkenheid te tonen bij alle aspecten van het maatschappelijk leven en zo bij te dragen aan een steeds hechter Europa. In dit kader is het voor de periode 2014-2020 vastgestelde programma "Europa voor de burger" een belangrijk instrument dat tot doel heeft de 500 miljoen inwoners van de Unie een grotere rol te laten spelen in de ontwikkeling van de Unie. Door regelingen en activiteiten te financieren waarin burgers kunnen participeren, stimuleert het programma de gezamenlijke geschiedenis en waarden van Europa en zorgt het ervoor dat de burgers de ontwikkeling van de Unie gaan beschouwen als iets waar zij persoonlijk belang bij hebben. Er zal een budget van 185 468 000 euro voor de periode 2014-2020 aan het programma "Europa voor de burger" worden toegewezen.
2. Doel van de programmagids Deze programmagids is bedoeld als hulpmiddel voor iedereen die geïnteresseerd is in het ontwikkelen van projecten of het ontvangen van financiële steun in het kader van het programma "Europa voor de burger" (2014-2020). De gids verschaft inzicht in de doelstellingen van het programma en in de soorten activiteiten die voor ondersteuning in aanmerking komen. De gids verstrekt gedetailleerde informatie over: - de financieringsmogelijkheden onder het programma "Europa voor de burger"; - de aanvraagprocedures; - de selectieprocedures; - de algemene regels die relevant zijn voor de subsidies door de Unie; - de termijnen voor het indienen van aanvragen. 4
Europa voor de burger - Programmagids - versie geldig vanaf 2014
HOOFDSTUK I: ALGEMEEN OVERZICHT VAN HET PROGRAMMA "EUROPA VOOR DE BURGER" 1. Doelstellingen en prioriteiten van het programma "Europa voor de burger" Alle projecten moeten met de doelstellingen van het programma in overeenstemming zijn. Er zal daarenboven voorrang worden gegeven aan projecten die op de jaarlijkse prioriteiten van het programma zijn gericht. Algemene en specifieke doelstellingen Binnen het globale doel om de Unie dichter bij de burgers te brengen, zijn de algemene doelstellingen de volgende: •
bijdragen aan de kennis van de burgers over de Unie, haar geschiedenis en verscheidenheid;
•
aanmoedigen van Europees burgerschap en verbeteren van de voorwaarden voor democratische en burgerparticipatie op Unieniveau.
De specifieke doelstellingen worden nagestreefd op transnationaal niveau of met een Europese dimensie: • het creëren van een sterker bewustzijn op het gebied van gedenken, gezamenlijke geschiedenis en waarden en het doel van de Unie om vrede, haar waarden en het welzijn van haar inwoners te bevorderen door debat, reflectie en netwerkontwikkeling te stimuleren; • het aanmoedigen van democratische en burgerparticipatie op Unieniveau door de kennis van de burgers over het Europese beleidsvormingsproces te vergroten en door meer mogelijkheden voor maatschappelijk en intercultureel engagement en vrijwilligerswerk op Unieniveau te creëren. Jaarlijkse prioriteiten van het programma "Europa voor de burger" Binnen het kader van de algemene doelstellingen van het programma worden door de Europese Commissie, na overleg met het programmacomité, jaarlijkse prioriteiten vastgelegd. Aanvragers worden aangemoedigd om projecten uit te werken die in de lijn van de doelstellingen van het programma liggen en op de jaarlijkse prioriteiten aansluiten. De jaarlijkse prioriteiten worden bekendgemaakt op de websites van het Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur (EACEA) en van de Europese Commissie.
2. Algemene kenmerken van het programma "Europa voor de burger" Gelijke toegang Het programma "Europa voor de burger" moet voor alle Europese burgers toegankelijk zijn zonder enige vorm van discriminatie op grond van geslacht, ras of etnische achtergrond, godsdienst of levensovertuiging, handicap, leeftijd en seksuele geaardheid. De projectcoördinatoren moeten voldoende aandacht besteden aan de noodzakelijke promotie van gelijke kansen voor iedereen en nondiscriminatie. Bijzondere aandacht moet worden besteed aan moeilijk te bereiken groepen. Bijzondere aandacht moet eveneens worden besteed aan de evenwichtige integratie en participatie van burgers en maatschappelijke organisaties uit alle lidstaten in transnationale projecten en activiteiten, 5
Europa voor de burger - Programmagids - versie geldig vanaf 2014
rekening houdend met de meertaligheid binnen de Unie en de noodzaak om ondervertegenwoordigde groepen bij de projecten te betrekken. Transnationaliteit en lokale dimensie Europees burgerschap kan het best worden ervaren in een omgeving met een bredere transnationale kijk. Transnationaliteit is daarom een belangrijk kenmerk van dit programma, dat op verschillende manieren tot uiting kan komen: •
Het onderwerp van het project kan transnationaal zijn door een vraagstuk vanuit Europees oogpunt te bekijken of door verschillende nationale standpunten kritisch te vergelijken. Een dergelijk transnationaal onderwerp kan worden uitgevoerd door rechtstreeks het woord te geven aan mensen met diverse nationale achtergronden of aan mensen die een origineel, transnationaal standpunt over het vraagstuk hebben.
•
De transnationaliteit kan ook haar oorsprong vinden in de aard van de projectcoördinatoren: het project kan immers via samenwerking tussen partnerorganisaties uit diverse deelnemende landen worden ontwikkeld en uitgevoerd.
•
Transnationaliteit kan ook worden bereikt door ervoor te zorgen dat het project zich rechtstreeks tot mensen uit diverse landen richt, of door de projectresultaten grensoverschrijdend te verspreiden en op die manier onrechtstreeks een Europees publiek te bereiken.
De projectcoördinatoren worden aangemoedigd om de transnationale dimensie van hun project te versterken, eventueel door de hierboven genoemde kenmerken te combineren. Deze transnationale dimensie moet bovendien hand in hand gaan met een sterke lokale dimensie. Om de kloof tussen hen en de Europese Unie te helpen dichten, is het bijzonder belangrijk dat de door dit programma gesteunde projecten of activiteiten burgers in hun dagelijkse leven bereiken en over thema's handelen die voor hen relevant zijn. Interculturele dialoog De Europese Commissie heeft zich ertoe verbonden de interculturele dialoog via diverse initiatieven en programma's te bevorderen. Het programma "Europa voor de burger" kan aan de verwezenlijking van deze doelstelling bijdragen door Europese burgers van diverse nationaliteiten en verschillende talen samen te brengen en hun de kans te geven om aan gezamenlijke activiteiten deel te nemen. Het deelnemen aan een dergelijk project zou tot een grotere bewustwording van de culturele en taalkundige rijkdom in Europa moeten leiden. Het zou ook wederzijds begrip en tolerantie in de hand moeten werken en zo bijdragen aan de ontwikkeling van een respectvolle, dynamische en veelzijdige Europese identiteit. De projectcoördinatoren worden uitgenodigd om in hun aanvraag uiteen te zetten hoe hun project deze aspecten zal aanpakken. Vrijwilligerswerk – een uitdrukking van actief Europees burgerschap Vrijwilligerswerk is een essentieel onderdeel van actief burgerschap: door hun tijd te geven voor het welzijn van anderen, dienen vrijwilligers hun gemeenschap en spelen ze een actieve rol in de samenleving. Ze ontwikkelen het gevoel van tot een gemeenschap te behoren, waardoor de gemeenschap ook een deeltje van hun identiteit wordt. Vrijwilligerswerk is daarom een bijzonder krachtig middel om de betrokkenheid van burgers bij hun samenleving en het politieke leven ervan te ontwikkelen. Maatschappelijke organisaties, verenigingen van algemeen Europees belang, stedenbandencomités en andere deelnemende organisaties steunen vaak op vrijwilligers om hun activiteiten uit te voeren en te ontwikkelen. Daarom wordt in dit programma bijzondere aandacht besteed aan het stimuleren van vrijwilligerswerk. 6
Europa voor de burger - Programmagids - versie geldig vanaf 2014
3.
Structuur van het programma "Europa voor de burger" en typen subsidies
Het programma wordt ten uitvoer gelegd door middel van twee onderdelen en een horizontale actie: •
Onderdeel 1: Europees gedenken: de kennis van gedenken, van de gemeenschappelijke geschiedenis en waarden en van het doel van de Unie vergroten.
•
Onderdeel 2: Democratische betrokkenheid en burgerparticipatie: democratische en burgerparticipatie van burgers op Unieniveau aanmoedigen. Maatregelen in dit onderdeel zijn: stedenbanden netwerken tussen steden projecten van maatschappelijke organisaties
De twee onderdelen worden aangevuld met een horizontale actie waarop deze gids niet van toepassing is. •
Horizontale actie: Valorisatie: Analyse, verspreiding en gebruik van projectresultaten.
Types subsidies: Er moet een onderscheid worden gemaakt tussen actiesubsidies en exploitatiesubsidies die in het kader van het programma "Europa voor de burger" worden toegekend. ACTIESUBSIDIES kunnen worden toegekend voor projecten (binnen beide onderdelen), dus voor acties met een beperkte looptijd waarin voorgestelde specifieke activiteiten worden uitgevoerd. EXPLOITATIESUBSIDIES verschillen van actiesubsidies in die zin dat ze een financiële ondersteuning vormen voor de kosten die de normale uitvoering van de gebruikelijke en doorlopende activiteiten van een organisatie met zich brengen. Onder deze kosten vallen personeelskosten, kosten van interne vergaderingen, publicaties, informatie en verspreiding, reiskosten in verband met de uitvoering van het werkprogramma, huur, afschrijving en andere kosten die rechtstreeks verband houden met het werkprogramma van de organisatie. Deze gids heeft enkel betrekking op de actiesubsidies; de exploitatiesubsidies zijn onderwerp van een aparte oproep tot het indienen van voorstellen
7
Europa voor de burger - Programmagids - versie geldig vanaf 2014
4. Kalender 2014-2020 en bekendmaking van de selectieresultaten De termijnen voor het indienen van aanvragen zijn als volgt: ACTIESUBSIDIES Onderdeel 1. Europees gedenken Deadline voor het indienen van de aanvraag 1 maart
Subsidiabiliteitsperiode: de projecten moeten beginnen tussen 1 augustus van het jaar van de deadline en 31 januari van het jaar na de deadline
Onderdeel 2. Democratische betrokkenheid en burgerparticipatie Maatregel
Deadline voor het indienen van de aanvraag*
Subsidiabiliteitsperiode: de projecten moeten beginnen tussen
Stedenbanden 1 maart 1 september
1 juli van het jaar van de deadline en 31 maart van het jaar na de deadline 1 januari en 30 september van het jaar na de deadline
Netwerken tussen steden 1 maart 1 september Projecten van maatschappelijke organisaties 1 maart
1 juli en 31 december van het jaar van de deadline 1 januari en 30 juni van het jaar na de deadline 1 augustus van het jaar van de deadline en 31 januari van het jaar na de deadline
*Aanvragen moeten worden ingediend vóór 12.00 uur (MET) op de uiterlijke indieningsdatum. Als de deadline voor het indienen van de aanvraag in een weekend valt, moet de eerste werkdag na het weekend als de dag van de deadline worden beschouwd. Publicatie van de selectieresultaten De aanvragers dienen uiterlijk vier maanden na de uiterste indieningstermijn over de uitslag van de selectieprocedure worden geïnformeerd. Gedurende deze vier maanden worden de aanvragen beoordeeld en geselecteerd en daarna wordt de subsidiebeschikking goedgekeurd. Pas na afronding van deze procedures worden de lijsten van geselecteerde projecten op de volgende website bekendgemaakt: http://eacea.ec.europa.eu/citizenship/results_compendia/results_en.php Bovendien worden de aanvragers schriftelijk op de hoogte gesteld. De statistieken betreffende succesvolle aanvragen in het kader van het voorafgaande programma kunnen worden geraadpleegd op: http://eacea.ec.europa.eu/citizenship/results_compendia/statistics_en.php 5. Begroting van het programma Het programma heeft een totale begroting van 185 468 000 euro voor een periode van zeven jaar 8
Europa voor de burger - Programmagids - versie geldig vanaf 2014
(2014-2020) en valt onder begrotingslijn 16 02 01 van de begroting van de Unie. Het jaarbedrag wordt door de begrotingsautoriteiten vastgesteld. Op de volgende website kunt u de verschillende fasen van het vaststellen van de begroting volgen: http://ec.europa.eu/budget/documents/2011_en.htm?submenuheader=2 Als indicatie is in het besluit tot vaststelling van het programma bepaald dat de totale begroting voor de diverse acties voor de volledige programmaperiode 2014-2020 als volgt moet worden opgesplitst: Onderdeel 1 - Europees gedenken: ongeveer 20 % Onderdeel 2 - Democratische betrokkenheid en burgerparticipatie: ongeveer 60 % Horizontale actie - Valorisatie: ongeveer 10 % De overige middelen worden aangewend om de algemene, administratieve en technische kosten van het programma te dekken. 6. Beheer van het programma "Europa voor de burger" en contactpunten De Europese Commissie Het directoraat-generaal Communicatie van de Europese Commissie (DG COMM) is verantwoordelijk voor de ontwikkeling en de goede uitvoering van het programma "Europa voor de burger". Het beheert de begroting en formuleert op doorlopende basis en na raadpleging van het programmacomité doelstellingen, strategieën en prioriteiten voor het programma, inclusief streefcijfers en criteria. Daarnaast begeleidt het directoraat-generaal de algemene uitvoering, follow-up en evaluatie van het programma op Europees niveau en houdt het hierop toezicht. De Europese Commissie heeft de verantwoordelijkheid voor taken met betrekking tot de uitvoering van het programma aan het Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur overgedragen. Het Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur (EACEA) Het EACEA, dat is opgericht bij besluit 2013/776/EU van de Europese Commissie van 18.12.2013, is verantwoordelijk voor de tenuitvoerlegging van de meeste activiteiten van het programma "Europa voor de burger". Het EACEA beheert deze projecten gedurende hun volledige looptijd, inclusief het opstellen van oproepen voor het indienen van voorstellen, het selecteren van projecten en het ondertekenen van subsidiebesluiten/-overeenkomsten, het financiële beheer, het toezicht op de projecten, de communicatie met de begunstigden en de controles ter plaatse. Meer informatie: http://eacea.ec.europa.eu/citizenship/index_en.php Contact: EACEA - Eenheid P7 Burgerschap Bourgetlaan 1 (BOUR 01/04A) 1140 Brussel - BELGIË Fax: +32 2 296 23 89; http://eacea.ec.europa.eu/citizenship/index_en.php Onderdeel 1 - Europees gedenken:
[email protected] Onderdeel 2 - Democratische betrokkenheid en burgerparticipatie:
[email protected] (projecten van maatschappelijke organisaties) 9
Europa voor de burger - Programmagids - versie geldig vanaf 2014
[email protected] (stedenbanden & netwerken tussen steden)
"Europa voor de burger"-contactpunten (ECP's) Om de informatie over het programma "Europa voor de burger" dichter bij de belanghebbenden van het programma te brengen en hen bijstand en ondersteuning te bieden, heeft de Europese Commissie speciale informatie- en contactpunten, "Europa voor de burger"-contactpunten (ECP's), opgericht. Deze nationale structuren zijn verantwoordelijk voor een doelgerichte, doeltreffende en op het veld gerichte verspreiding van praktische informatie over de tenuitvoerlegging van het programma, de activiteiten en financieringsmogelijkheden. De aanvragers worden aangemoedigd om contact op te nemen met de ECP's in hun respectieve landen. De contactgegevens van de ECP's vindt u op: http://eacea.ec.europa.eu/citizenship/index_en.php De lidstaten en andere deelnemende landen De lidstaten van de EU spelen ook een rol bij de tenuitvoerlegging van het programma "Europa voor de burger" via het programmacomité waarvoor zij vertegenwoordigers benoemen. Het programmacomité wordt formeel geraadpleegd over uiteenlopende aspecten in verband met de tenuitvoerlegging van het programma, inclusief het voorgestelde jaarlijkse werkprogramma, de selectiecriteria en -procedures enz. Andere landen die aan het programma deelnemen, nemen ook deel aan het programmacomité, zij het als waarnemers zonder stemrecht.
HOOFDSTUK II: AANVRAAG- EN SELECTIEPROCEDURES
Voor alle onderdelen/maatregelen is er een elektronisch aanvraagsysteem beschikbaar. De projectvoorstellen moeten worden ingediend met gebruikmaking van het elektronische subsidieaanvraagformulier (eForm). Aanvragen die worden ingediend op papier per post, fax of e-mail, zullen NIET worden aanvaard voor verdere beoordeling. 1. Aanvraagprocedure Stap 1: Registratie van de organisaties Om een aanvraag in te dienen, moeten de aanvragers en alle organisaties die aan de aanvraag zullen deelnemen, op het aanvraagformulier hun deelnemeridentificatiecode (DIC) invullen. De DIC kan
10
Europa voor de burger - Programmagids - versie geldig vanaf 2014
worden verkregen door de organisatie in het unieke registratiesysteem op het Deelnemersportaal onderwijs, audiovisuele media, cultuur, burgerschap en vrijwilligerswerk te registreren.1 Daarnaast moeten aanvragers (en alleen aanvragers) ook de volgende documenten indienen: •
formulier "Juridische identiteit" (aanvragers vinden de juiste formulieren op het volgende adres: http://ec.europa.eu/budget/execution/legal_entities_en.htm),
•
formulier "Financiële identificatiegegevens", volledig ingevuld en gewaarmerkt door de bank, bij voorkeur samen met een kopie van een recent bankrekeningafschrift (zie het desbetreffende formulier "Financiële identificatiegegevens" voor ieder land op het volgende adres: http://ec.europa.eu/budget/execution/ftiers_en.htm)
Via het unieke registratiesysteem kunnen aanvragers de informatie met betrekking tot hun rechtsstatus uploaden of bijwerken. Informatie over hoe u kunt registreren, vindt u op de portaalsite op het volgende adres: http://ec.europa.eu/education/participants/portal Stap 2: Aanmaken en invullen van het eForm Wanneer u stap 1 heeft uitgevoerd, moet u naar de eForm Homepage van EACEA gaan en uw eForm aanmaken door op "Create new application eForm" te klikken. U moet alle gegevensvelden van het eForm invullen. Daarnaast moet u de documenten die als integrerend onderdeel van de aanvraag worden beschouwd, invullen en bij het eForm voegen: •
voor alle onderdelen/maatregelen: de verklaring op erewoord.
Een succesvol ingediende aanvraag MOET voorzien zijn van een indieningsnummer, dat automatisch wordt geregistreerd bij de indiening. STUUR GEEN KOPIEËN van het eForm en de bijgevoegde documenten per post naar het EACEA. Meer informatie over de aanvraagprocedure vindt u in de "Proposal Submission User Guide: How to create, complete and submit an Application eForm" op de website van het EACEA.
Bijkomende, ALLEEN op verzoek van het EACEA te versturen documenten Het EACEA kan om de volgende documenten verzoeken: Voor alle onderdelen/maatregelen: •
een kopie van een officieel btw-document indien uw organisatie een btw-nummer heeft;
1
Het unieke registratiesysteem is een instrument dat ook door andere diensten van de Europese Commissie wordt gebruikt. Indien uw organisatie al een DIC heeft die voor andere programma's is gebruikt (bijvoorbeeld de onderzoeksprogramma's), kan dezelfde DIC voor deze oproep voor het indienen van voorstellen worden gebruikt.
11
Europa voor de burger - Programmagids - versie geldig vanaf 2014
•
een kopie van de resolutie, de wet, het decreet of het besluit tot oprichting van de organisatie in kwestie (alleen voor non-profitorganisaties en stedenbandencomités);
•
het formulier "Financiële draagkracht": alleen voor niet-publiekrechtelijke organisaties indien de aangevraagde subsidie hoger is dan 60 000 EUR. In dat geval moet de jaarrekening (inclusief de balans en de winst-en-verliesrekening en de toelichtingen) voor het laatste afgesloten boekjaar bij het volledig ingevulde formulier "Financiële draagkracht" worden gevoegd.
De officiële formulieren zijn eveneens hier te downloaden: http://eacea.ec.europa.eu/citizenship/index_en.php Voor stedenbanden en netwerken tussen steden: •
toon aan dat uw organisatie namens een of meer lokale overheden optreedt (alleen van toepassing op non-profitorganisaties en stedenbandencomités).
2. Selectieprocedure De toekenning van subsidies door de Europese Unie is gebonden aan de grondbeginselen transparantie, gelijke behandeling en non-discriminatie. Tijdens de selectieprocedure worden aanvragen beoordeeld op basis van de volgende criteria: subsidiabiliteits-, uitsluitings-, selectie- en toekenningscriteria. In de volgende hoofdstukken worden de voor alle onderdelen geldende criteria (punt 2) en de specifieke criteria per onderdeel (punt 3) voorgesteld. 2.1 Subsidiabiliteitscriteria voor alle onderdelen Aanvragen moeten volledig voldoen aan de voor alle onderdelen van het programma gemeenschappelijke subsidiabiliteitscriteria (zie kader hieronder), alsook aan de specifieke subsidiabiliteits- en toekenningscriteria per maatregel (zie punt 3 hieronder). De subsidiabiliteitscriteria worden onderverdeeld in drie hoofdcategorieën: a) de aanvrager en zijn partners, b) de aard en omvang van het project, en c) de aanvraag. Onder "partners" wordt verstaan, de organisaties die bij het project zijn betrokken. Deze gids bevat een overzichtstabel van de subsidiabiliteitscriteria voor aanvragen op grond van het programma "Europa voor de burger" (zie BIJLAGE I). Alleen aanvragen die als voor subsidie in aanmerking komend zijn beoordeeld, worden ook beoordeeld op grond van de toekenningscriteria2. De betrouwbaarheid van de controle van de subsidiabiliteitscriteria door het eForm wordt door de medewerkers van het EACEA opgevolgd. Projectvoorstellen die niet aan die criteria voldoen, worden zonder verdere beoordeling afgewezen. A. Aanvrager en partners 1. Rechtsstatus
2
Aanvragers die de subsidiabiliteitscriteria niet in acht nemen, kunnen het aanvraagproces niet voltooien. Na een mislukte poging om een aanvraag in te dienen, verschijnt onderaan het eForm een "foutbericht" waarin de redenen van de mislukking worden uiteengezet, ook deze verbonden aan de subsidiabiliteitscriteria. De aanvragers worden dus door het aanvraagproces begeleid en kunnen problemen van overeenstemming met de subsidiabiliteitscriteria vaststellen, onmiddellijk verhelpen en de aanvraag opnieuw indienen.
12
Europa voor de burger - Programmagids - versie geldig vanaf 2014
De aanvragers en hun partners moeten ofwel publiekrechtelijke organisaties ofwel nonprofitorganisaties met rechtspersoonlijkheid zijn (gelieve het specifieke subsidiabiliteitscriterium, afhankelijk van het onderdeel/de maatregel te raadplegen). 2. Vestiging in een deelnemend land De aanvragers en hun partners moeten zijn gevestigd in een van de landen die aan het programma deelnemen. Minstens één daarvan moet een lidstaat van de Europese Unie zijn. •
Deelnemende landen
Het programma staat open voor de 28 lidstaten van de Europese Unie: België, Bulgarije, Tsjechië, Denemarken, Duitsland, Estland, Ierland, Griekenland, Spanje, Frankrijk, Kroatië, Italië, Cyprus, Letland, Litouwen, Luxemburg, Hongarije, Malta, Nederland, Oostenrijk, Polen, Portugal, Roemenië, Slovenië, Slowakije, Finland, Zweden, Verenigd Koninkrijk. •
Landen die in aanmerking komen voor deelname
Het programma kan openstaan voor de volgende categorieën van landen op voorwaarde dat zij een memorandum van overeenstemming met de Commissie hebben ondertekend: a) toetredende staten, kandidaat-lidstaten en potentiële lidstaten, in overeenstemming met de algemene beginselen en algemene voorwaarden voor deelname van voornoemde landen aan programma's van de Europese Unie zoals vastgelegd in de respectieve raamovereenkomsten, besluiten van de Raad inzake associaties of vergelijkbare overeenkomsten; b) de EVA-landen die partij zijn bij de EER-Overeenkomst, in overeenstemming met de bepalingen van die overeenkomst. 3. Soort organisatie (Gelieve het specifieke subsidiabiliteitscriterium, afhankelijk van het onderdeel/de maatregel te raadplegen) 4. Aantal partners (Gelieve het specifieke subsidiabiliteitscriterium, afhankelijk van het onderdeel/de maatregel te raadplegen)
B. Aard en omvang van het project Gelieve het specifieke subsidiabiliteitscriterium, afhankelijk van het onderdeel/de maatregel te raadplegen. 1 Aantal deelnemers 2 Begroting 3 Plaats en aantal activiteiten 4 Subsidiabiliteitsperiode/duur van het project
13
Europa voor de burger - Programmagids - versie geldig vanaf 2014
C. Aanvraag 1. Officieel aanvraagformulier Het projectvoorstel komt in aanmerking indien het wordt ingediend met het elektronische subsidieaanvraagformulier (eForm). Aanvragen die worden ingediend op papier per post, fax of email, zullen NIET worden aanvaard voor verdere beoordeling. Meer informatie vindt u in hoofdstuk 1 "Aanvraagprocedure". 2. Deadline De projectvoorstellen moeten worden ingediend binnen de termijnen en de projecten moeten een aanvang nemen binnen de desbetreffende subsidiabiliteitsperiode (zie Kalender). 3. Officiële talen Het officiële aanvraagformulier (eForm) moet volledig worden ingevuld in een van de 24 officiële talen van de Europese Unie: Bulgaars, Deens, Duits, Engels, Ests, Fins, Frans, Grieks, Hongaars, Iers, Italiaans, Kroatisch, Lets, Litouws, Maltees, Nederlands, Pools, Portugees, Roemeens, Sloveens, Slowaaks, Spaans, Tsjechisch en Zweeds. (Zie: http://europa.eu/abc/european_countries/languages/index_en.htm)
2.2 Uitsluitingscriteria voor alle onderdelen Aanvragers die meer dan 60 000 EUR subsidie aanvragen, moeten een "verklaring op erewoord" ondertekenen waarin zij verklaren dat zij niet in een van de situaties verkeren zoals uiteengezet in artikel 106, lid 1, artikel 107, en artikel 109, lid 2, onder a), van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie3 (het Financieel Reglement) en zoals hieronder uiteengezet. Deze "verklaring op erewoord" vormt een integraal onderdeel van het aanvraagformulier. Aanvragers worden van deelname aan het programma "Europa voor de burger" uitgesloten indien: •
•
•
3
zij in staat van faillissement, vereffening, akkoord of surseance van betaling verkeren of hun faillissement is aangevraagd of tegen hen een procedure van vereffening, akkoord of surseance van betaling loopt, ze hun werkzaamheden hebben gestaakt of in een overeenkomstige toestand verkeren als gevolg van een soortgelijke procedure krachtens de nationale wet- en regelgeving; zij of de personen met vertegenwoordigings-, beslissings- of controlebevoegdheid bij een rechterlijke beslissing met kracht van gewijsde door een bevoegde instantie in een lidstaat zijn veroordeeld voor een delict dat hun reputatie op het gebied van beroepsethiek schaadt; zij in de uitoefening van hun beroep een ernstige fout hebben begaan, vastgesteld op elke grond die de aanbestedende diensten aannemelijk kunnen maken, met inbegrip van beslissingen van de EIB en internationale organisaties;
PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1.
http://ec.europa.eu/dgs/budget/index_en.htm
14
Europa voor de burger - Programmagids - versie geldig vanaf 2014 •
•
•
zij niet hebben voldaan aan hun verplichtingen tot betaling van socialezekerheidsbijdragen of belastingen volgens de wetgeving van het land waar zij zijn gevestigd of van het land van de verantwoordelijke ordonnateur of van het land waar de subsidiebeschikking/de subsidieovereenkomst moet worden uitgevoerd; zij of de personen met vertegenwoordigings-, beslissings- of controlebevoegdheid bij een rechterlijke beslissing met kracht van gewijsde zijn veroordeeld voor fraude, corruptie, deelname aan een criminele organisatie, witwaspraktijken of enige andere illegale activiteit die de financiële belangen van de Unie schaadt; hun een administratieve boete is opgelegd zoals bedoeld in artikel 109, lid 1, van het Financieel Reglement.
Aanvragers wordt geen financiële steun verleend indien zij ten tijde van de procedure voor de toekenning van een subsidie: • • •
in een belangenconflict verkeren; valse verklaringen hebben afgelegd in de door het Agentschap verlangde inlichtingen voor deelname aan de subsidietoekenningsprocedure of deze inlichtingen niet hebben verstrekt; zich in een van de situaties van uitsluiting bevinden zoals bedoeld in artikel 106, lid 1, van het Financieel Reglement, met betrekking tot de subsidietoekenningsprocedure.
In overeenstemming met artikel 109 van het Financieel Reglement kunnen proportionele administratieve en financiële sancties worden opgelegd aan aanvragers die valse verklaringen hebben afgelegd of ernstig in gebreke zijn gesteld wegens niet-nakoming van hun contractuele verplichtingen uit hoofde van een vorige subsidietoekenningsprocedure. 2.3 Selectiecriteria voor alle onderdelen Projectvoorstellen die in aanmerking komen, worden onderworpen aan een grondig onderzoek naar de financiële draagkracht en het operationele vermogen van de aanvragende organisaties. Financiële draagkracht houdt in dat de aanvrager over solide financieringsbronnen beschikt die toereikend zijn om zijn activiteit gedurende het volledige project te kunnen voortzetten. De aanvrager moet een "verklaring op erewoord" indienen waarin hij zijn financiële draagkracht bevestigt. Daarnaast wordt bij subsidieaanvragen van meer dan 60 000 EUR de financiële draagkracht ook beoordeeld op basis van het volgende document dat door de aanvrager moet worden ingediend: •
het formulier "Financiële draagkracht" samen met de officiële jaarrekening (met inbegrip van de balans, de winst-en-verliesrekening en de toelichtingen) voor het laatste afgesloten boekjaar.
N.B. De financiële draagkracht wordt niet gecontroleerd indien de aanvrager een publiekrechtelijke instelling is. Indien het EACEA van oordeel is dat de vereiste financiële draagkracht – beoordeeld op basis van de verstrekte documentatie – niet is aangetoond of ontoereikend is,kan het: • meer informatie vragen; •
een bankwaarborg eisen;
•
een subsidieovereenkomst/subsidiebesluit zonder voorfinanciering aanbieden;
•
een subsidieovereenkomst/subsidiebesluit met in tranches betaalde voorfinanciering aanbieden;
•
de aanvraag afwijzen. 15
Europa voor de burger - Programmagids - versie geldig vanaf 2014
Operationeel vermogen houdt in dat de aanvrager over de vereiste bekwaamheden en motivatie moet beschikken om het voorgestelde project tot een goed einde te brengen. Het operationele vermogen wordt beoordeeld op basis van de ervaring die de aanvrager heeft in het beheren van projecten op het betreffende gebied. De aanvrager moet een "verklaring op erewoord" indienen en bij subsidieaanvragen van meer dan 60 000 EUR kan het Agentschap ook aanvullende bewijsstukken vragen. Deze informatie moet worden verstrekt in een daartoe gecreëerde rubriek van het aanvraagformulier. 2.4 Toekenningscriteria voor alle onderdelen De toekenningscriteria stellen de Europese Commissie en het EACEA in staat de kwaliteit van de ingediende aanvragen te beoordelen gelet op de doelstellingen van het programma "Europa voor de burger". Op de basis van deze criteria worden subsidies toegekend aan aanvragen die de algehele doeltreffendheid van het programma "Europa voor de burger" maximaliseren. In aanmerking komende aanvragen worden beoordeeld door een beoordelingscomité dat is samengesteld uit vertegenwoordigers van de Europese Commissie en het EACEA. Het werk van het comité berust op de beoordeling van de kwaliteit van de in aanmerking komende aanvragen door deskundigen. Het beoordelingscomité stelt een lijst samen van de projecten die voor subsidie in aanmerking komen op basis van de bij de beoordeling behaalde score en het beschikbare budget. De volgende toekenningscriteria gelden voor alle projecten: % van de punten
30 %
Overeenstemming met programmaonderdeel:
de
doelstellingen
van
het
programma
en
het
•
Geschiktheid van het doel van het ingediende project gezien de doelstellingen van het programma "Europa voor de burger", het onderdeel en de maatregel.
•
De voorgestelde activiteiten en verwachte resultaten moeten bijdragen aan de verwezenlijking van de doelstellingen van het programma, het onderdeel en de maatregel.
•
De thematische focus moet met de doelstellingen van het programma, het onderdeel en de maatregel overeenstemmen en bij voorkeur rekening houden met de jaarlijkse prioriteiten.
Kwaliteit van het activiteitenplan van het project: 35 %
•
De activiteiten moeten geschikt zijn om aan de projectbehoeften tegemoet te komen en om de doelstellingen te verwezenlijken.
•
Coherentie: overeenstemming tussen de verschillende doelstellingen van de voorgestelde activiteiten en aanpassing van de voorgestelde inputs en middelen aan de doelstellingen.
•
Doeltreffendheid: de resultaten moeten tegen een redelijke kostprijs worden behaald.
•
De projecten moeten een duidelijk uitgewerkte Europese dimensie hebben.
•
Er wordt voorrang gegeven aan projecten die verschillende soorten organisaties (lokale overheden, ngo's, onderzoeksinstellingen enz.) samenbrengen of die verschillende soorten activiteiten (onderzoek, niet-formeel onderwijs, publieke 16
Europa voor de burger - Programmagids - versie geldig vanaf 2014
debatten, tentoonstellingen enz.) ontwikkelen of waarbij burgers uit verschillende doelgroepen betrokken zijn. Er wordt voorrang gegeven aan projecten met nieuwe werkmethoden, met innovatieve activiteiten of voor kansarme groepen. Verspreiding: 15 %
•
Elk project dat door het programma wordt ondersteund, moet de nodige maatregelen nemen om ervoor te zorgen dat zijn resultaten worden gebruikt en verspreid.
•
Het voorgestelde project moet versterkende effecten creëren bij een ruimer publiek dan de mensen die rechtstreeks aan de activiteiten deelnemen.
•
Er moet een realistisch en praktisch verspreidingsplan worden opgesteld met het oog op een doeltreffende overdracht en uitwisseling van de door het project verwachte resultaten.
Impact en burgerbetrokkenheid: 20 %
•
Het aantal organisaties, deelnemers en betrokken landen moet groot genoeg zijn om een echte Europese reikwijdte van het voorgestelde project te garanderen.
•
Impact: voorkeur zal worden gegeven aan subsidies voor projecten met een grote impact ongeacht hun omvang, in het bijzonder wanneer die rechtstreeks verband houden met het beleid van de Unie, met de bedoeling om een rol te spelen bij het bepalen van de beleidsagenda van de Unie.
•
Duurzaamheid: de voorgestelde projecten/activiteiten moeten erop gericht zijn resultaten op middellange of lange termijn te bereiken.
•
De voorgestelde activiteiten moeten de deelnemers de mogelijkheid bieden actief met het project en het geformuleerde vraagstuk bezig te zijn.
•
Er moet een evenwicht worden gezocht tussen burgers organisaties/instellingen actief zijn en burgers die dat nog niet zijn.
•
Er zal voorrang worden gegeven aan projecten waarbij burgers uit ondervertegenwoordigde groepen of groepen met minder kansen worden betrokken.
die
al
in
Omvang van de projecten en geografisch evenwicht
Zoals vereist in het basisbesluit, moet bij de selectie zo veel mogelijk rekening worden gehouden met een geografisch evenwicht.
2.5 Subsidietoekenning Pas na voltooiing van de hierboven beschreven selectieprocedure kan de selectiefase als afgerond worden beschouwd en kan de lijst van voor medefinanciering geselecteerde voorstellen worden bekendgemaakt. De voor subsidie in aanmerking komende voorstellen met de hoogste score krijgen een subsidie, voor zover de beschikbare financiële middelen dat toelaten. De geselecteerde aanvragers ontvangen een 17
Europa voor de burger - Programmagids - versie geldig vanaf 2014
subsidieovereenkomst/subsidiebesluit met vermelding van het bedrag van de door de Unie toegekende subsidie en de voorwaarden waaronder de subsidie wordt toegekend.
3.
Selectieprocedure: specifieke criteria voor de programmaonderdelen
3.1
Onderdeel 1 - Europees gedenken
De Europese Unie is gebaseerd op fundamentele waarden, zoals vrijheid, democratie en respect voor de mensenrechten. Om de betekenis daarvan volledig naar waarde te kunnen schatten, is het noodzakelijk dat herinneringen aan het verleden levend worden gehouden als een manier om het verleden achter zich te laten en aan de toekomst te bouwen. Uit hoofde van dit onderdeel kunnen de hierna genoemde soorten projecten worden gesteund: Dit onderdeel ondersteunt activiteiten die aanzetten tot gedachtevorming over de Europese culturele diversiteit en over gemeenschappelijke waarden in de ruimste zin. In dit kader heeft het tot doel projecten te financieren die stimuleren tot nadenken over de oorzaken van de totalitaire regimes in de recente geschiedenis van Europa (vooral maar niet beperkt tot het nazisme dat tot de Holocaust heeft geleid, het fascisme, het stalinisme en totalitaire communistische regimes) en die de slachtoffers van hun misdaden gedenken. Dit onderdeel omvat ook activiteiten met betrekking tot andere sleutelmomenten en referentiepunten in de recente Europese geschiedenis. Daarbij zal in het bijzonder voorrang worden gegeven aan acties die tolerantie, wederzijds begrip, interculturele dialoog en verzoening in de hand werken als een middel om het verleden achter zich te laten en aan de toekomst te bouwen, in het bijzonder met de bedoeling om de jongere generatie te bereiken. Van projecten op grond van dit onderdeel wordt verwacht dat ze verschillende soorten organisaties (lokale overheden, ngo's, onderzoeksinstellingen enz.) samenbrengen of verschillende soorten activiteiten (onderzoek, niet-formeel onderwijs, publieke debatten, tentoonstellingen enz.) ontwikkelen of burgers uit verschillende doelgroepen bij hun acties betrekken. Bovendien moeten de projecten op transnationaal niveau (oprichting en werking van transnationale partnerschappen en netwerken) of met een duidelijke Europese dimensie ten uitvoer worden gelegd. Selectieprocedure Naast de hierboven beschreven algemene subsidiabiliteits-, uitsluitings- en selectiecriteria (zie 2.1 tot en met 2.3) moeten bij projecten betreffende Europees gedenken ook de volgende specifieke subsidiabiliteitscriteria vervuld zijn. Specifieke criteria voor projecten betreffende Europees gedenken A. Aanvrager en partners 1. Soort organisatie: Publiekrechtelijke lokale/regionale overheden of non-profitorganisaties, inclusief maatschappelijke organisaties, verenigingen van overlevenden en cultuur-, jongeren-, onderwijs- en onderzoeksorganisaties, verenigingen van partnersteden. 2. Aantal partners Bij een project moeten organisaties uit minstens één lidstaat betrokken zijn. Er wordt de voorkeur gegeven aan transnationale projecten.
18
Europa voor de burger - Programmagids - versie geldig vanaf 2014
B. Aard en omvang van het project 1. Begroting Maximale subsidie per project: 100 000 EUR. 2. Plaats van de activiteiten De activiteiten moeten plaatsvinden in een van de in aanmerking komende landen. 3. Subsidiabiliteitsperiode/duur van het project Het project moet een aanvang nemen in de desbetreffende subsidiabiliteitsperiode (zie Kalender). De maximale subsidiabele duur is 18 maanden.
3.2
Onderdeel 2: Democratische betrokkenheid en burgerparticipatie
Dit onderdeel ondersteunt activiteiten die burgerparticipatie in de ruimste zin omvatten, met bijzondere nadruk op activiteiten die rechtstreeks verband houden met het beleid van de Europese Unie, met de bedoeling om concreet deel te nemen aan het besluitvormingsproces van de Unie op gebieden die verband houden met de doelstellingen van het programma. Dit is in alle stadia en met alle institutionele gesprekspartners mogelijk en omvat in het bijzonder: agendabepaling, het bepleiten van standpunten tijdens de voorbereidingsfase en het onderhandelen over beleidsvoorstellen, het geven van feedback over relevante initiatieven die ten uitvoer worden gelegd. Er wordt eveneens verwacht dat de gesubsidieerde activiteiten gebruik zullen maken van structurerende methoden om te garanderen dat de gesubsidieerde activiteiten een blijvende impact hebben. Het onderdeel omvat ook projecten en initiatieven die mogelijkheden voor wederzijds begrip, intercultureel leren, solidariteit, maatschappelijk engagement en vrijwilligerswerk op Unieniveau ontwikkelen.
3.2.1. Maatregel stedenbanden Deze maatregel heeft tot doel projecten te ondersteunen die een grote verscheidenheid van burgers uit partnersteden samenbrengen rond onderwerpen die in de lijn van de doelstellingen van het programma liggen. Er wordt voorrang gegeven aan projecten die gericht zijn op de voor deze maatregel vastgelegde jaarlijkse prioriteiten. Door burgers op lokaal en Unieniveau te mobiliseren om over concrete vraagstukken uit de Europese politieke agenda te debatteren, probeert deze maatregel burgerparticipatie in het beleidsvormingsproces van de Unie te stimuleren en mogelijkheden voor maatschappelijk engagement en vrijwilligerswerk op Unieniveau uit te werken. Stedenverband moet hier in de ruimste zin worden geïnterpreteerd, dus als verwijzend naar gemeenten die stedenbandenovereenkomsten hebben gesloten of beloofd hebben te zullen sluiten alsook naar gemeenten die andere vormen van partnerschappen zijn aangegaan ter versterking van hun samenwerking en culturele banden. Selectieprocedure Naast de hierboven beschreven algemene subsidiabiliteits-, uitsluitings- , selectie- en toekenningscriteria (zie 2.1 tot en met 2.3) moeten bij stedenbandenprojecten ook de volgende specifieke subsidiabiliteitscriteria vervuld zijn. 19
Europa voor de burger - Programmagids - versie geldig vanaf 2014
Specifieke criteria voor stedenbandenprojecten A. Aanvrager en partners 1. Soort organisatie Steden/gemeenten of hun stedenbandencomités of andere non-profitorganisaties die lokale overheden vertegenwoordigen. 2. Aantal partners Bij een project moeten gemeenten uit minstens twee in aanmerking komende landen zijn betrokken, waarvan minstens één lidstaat van de EU.
B. Aard en omvang van het project 1. Aantal deelnemers Bij een project moeten minstens 25 uitgenodigde deelnemers betrokken zijn. "Uitgenodigde deelnemers" zijn internationale deelnemers4 die door de in aanmerking komende partner(s) worden uitgezonden. 2. Begroting Maximale subsidie per project: 25 000 EUR 3. Plaats De activiteiten moeten plaatsvinden in een van de in aanmerking komende landen die aan het project deelnemen. 4. Subsidiabiliteitsperiode/duur van het project Het project moet aanvangen in de desbetreffende subsidiabiliteitsperiode, die afhankelijk is van de deadline van de maatregel waaronder de aanvraag wordt ingediend (zie Kalender). Maximumduur van de bijeenkomst: 21 dagen. 3.2.2.
Maatregel netwerken tussen steden
Gemeenten en verenigingen die op lange termijn samenwerken aan een gemeenschappelijk onderwerp, kunnen de wens koesteren om netwerken tussen steden te ontwikkelen om hun samenwerking duurzamer te maken. Netwerken tussen gemeenten over vraagstukken van gemeenschappelijk belang blijken een belangrijk middel om goede praktijken uit te wisselen. Stedenbanden vormen een sterke band tussen gemeenten; daarom moet het potentieel van de netwerken dat ontstaat door een reeks stedenbanden te koppelen, worden benut om thematische en langdurige samenwerking tussen steden te ontwikkelen. De Europese Commissie ondersteunt de ontwikkeling van dergelijke netwerken, die van belang zijn voor de totstandkoming van een gestructureerde, intensieve en veelzijdige samenwerking en die daarmee helpen de impact van het programma zo groot mogelijk te maken. 4
Met andere woorden de internationale deelnemers van partners uit in aanmerking komende landen die geen gastland van de stedenband zijn.5 Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1268/2012 van de Commissie van 29 oktober 2012 houdende uitvoeringsvoorschriften voor Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie (PB L 362 van 31.12.2012, blz. 1) 20
Europa voor de burger - Programmagids - versie geldig vanaf 2014
Er wordt voorrang gegeven aan netwerken die op de jaarlijkse prioriteiten zijn gericht. Van netwerken tussen steden wordt verwacht dat ze: •
bestaan uit een reeks activiteiten rond de onderwerpen van gemeenschappelijk belang die in het kader van de doelstellingen of de jaarlijkse prioriteiten van het programma aan bod moeten komen;
•
specifieke doelgroepen hebben voor wie de gekozen thema's bijzonder relevant zijn en die samengesteld zijn uit leden van de gemeenschap die actief zijn op het desbetreffende gebied (deskundigen, lokale verenigingen, burgers en burgergroepen die direct met het thema te maken hebben, enz.);
•
dienen als basis voor toekomstige initiatieven en acties tussen de betrokken steden, niet alleen voor de besproken kwesties, maar mogelijk ook voor andere vraagstukken van gemeenschappelijk belang.
Selectieprocedure Naast de hierboven beschreven algemene subsidiabiliteits-, uitsluitings-, selectie- en toekenningscriteria (zie 2.1 tot en met 2.3) moeten bij projecten betreffende netwerken tussen steden ook de volgende specifieke subsidiabiliteitscriteria vervuld zijn. Specifieke criteria voor netwerken tussen steden: A. Aanvrager en partners 1. Soort organisatie / Aanvragers: • steden/gemeenten of hun stedenbandencomités of netwerken; • andere niveaus van lokale/regionale overheden; • federaties/verenigingen van lokale autoriteiten; • non-profitorganisaties die lokale overheden vertegenwoordigen. 2. Partners: Naast bovengenoemde typen aanvragers kunnen ook maatschappelijke organisaties zonder winstoogmerk partners bij deze projecten zijn. 2.1 Aantal partners Bij een project moeten gemeenten uit minstens vier in aanmerking komende landen zijn betrokken, waarvan minstens één lidstaat van de EU. B. Aard en omvang van het project 1. Aantal deelnemers Bij een project moet minstens 30 % uitgenodigde deelnemers betrokken zijn. "Uitgenodigde deelnemers" zijn internationale deelnemers die door de in aanmerking komende partner(s) worden gezonden. 2. Begroting Maximale subsidie per project: 150 000 EUR 3. Plaats en aantal activiteiten 21
Europa voor de burger - Programmagids - versie geldig vanaf 2014
De activiteiten moeten plaatsvinden in een van de in aanmerking komende landen. Er moeten minstens vier evenementen per project worden gepland. 4. Subsidiabiliteitsperiode/duur van het project Het project moet aanvangen in de desbetreffende subsidiabiliteitsperiode, die afhankelijk is van de deadline van de maatregel waaronder de aanvraag wordt ingediend (zie Kalender). De maximumduur van het project is 24 maanden.
3.2.3.
Maatregel projecten van maatschappelijke organisaties
Deze maatregel heeft tot doel projecten te ondersteunen die worden gepromoot door transnationale partnerschappen en netwerken waarbij burgers direct een rol spelen. Deze projecten brengen burgers met allerlei achtergronden samen bij activiteiten die rechtstreeks in verband staan met het beleid van de Europese Unie, met de bedoeling om hun de mogelijkheid te bieden concreet deel te nemen aan het beleidsvormingsproces binnen de Unie op gebieden die verband houden met de doelstellingen van het programma. Ter herinnering, dit is in alle stadia en met alle institutionele gesprekspartners mogelijk en omvat in het bijzonder: agendabepaling, het bepleiten van standpunten tijdens de voorbereidingsfase en het onderhandelen over beleidsvoorstellen, het geven van feedback over relevante initiatieven die ten uitvoer worden gelegd. Hiertoe nodigen deze projecten burgers uit om samen te handelen of te debatteren over de jaarlijkse prioritaire thema's van het programma op lokaal en Europees niveau. Het project moet erin bestaan reflectie, debatten of andere activiteiten te stimuleren en te organiseren die met de jaarlijkse prioritaire thema's van het programma verband houden, en moet concrete oplossingen voorstellen die via samenwerking of coördinatie op Europees niveau kunnen worden bereikt, en een concrete link met het bovenvermeld beleidsvormingsproces garanderen. De projecten moeten een groot aantal burgers actief bij hun tenuitvoerlegging betrekken en ernaar streven een basis te creëren voor of de ontwikkeling aan te moedigen van langdurige netwerkactiviteiten tussen een groot aantal op het terrein actieve organisaties. Deze maatregel ondersteunt door transnationale partnerschappen uitgevoerde projecten die mogelijkheden voor solidariteit, maatschappelijk engagement en vrijwilligerswerk op Unieniveau stimuleren. Alle projecten van maatschappelijke organisaties moeten minstens twee van de drie onderstaande soorten activiteiten omvatten: 9 Bevordering van maatschappelijk engagement en solidariteit: activiteiten die debat/campagnes/acties inzake thema's van gemeenschappelijk belang kunnen bevorderen binnen het ruimere kader van de rechten en verantwoordelijkheden van de burgers van de Unie en de link leggen naar de Europese politieke agenda en het Europese beleidsvormingsproces. 9 Standpunten verzamelen: activiteiten gericht op het verzamelen van individuele standpunten van burgers over een specifiek onderwerp dat jaarlijks moet worden bepaald, met bij voorkeur een "bottom-up"-benadering (inclusief het gebruik van sociale netwerken, webinars enz.) en mediageletterdheid. 9 Vrijwilligerswerk: activiteiten ter bevordering van solidariteit tussen de burgers van de Unie en daarbuiten. Selectieprocedure Naast de hierboven beschreven algemene subsidiabiliteits-, uitsluitings- , selectie- en 22
Europa voor de burger - Programmagids - versie geldig vanaf 2014
toekenningscriteria (zie 2.1 tot en met 2.3) moeten bij projecten van maatschappelijke organisaties ook de volgende specifieke subsidiabiliteitscriteria vervuld zijn. Specifieke criteria voor projecten van maatschappelijke organisaties A. Aanvrager en partners 1. Soort organisatie Aanvragers: non-profitorganisaties, inclusief maatschappelijke organisaties, onderwijs-, cultuur- of onderzoeksinstellingen. Partners: publiekrechtelijke lokale/regionale overheden of non-profitorganisaties, inclusief maatschappelijke organisaties, onderwijs-, cultuur- of onderzoeksinstellingen, stedenbandencomités en netwerken.
2. Aantal partners Bij een project moeten organisaties uit minstens drie in aanmerking komende landen zijn betrokken, waarvan minstens één lidstaat van de EU. B. Aard en omvang van het project 1. Begroting De projectvoorstellen moeten het criterium betreffende de maximale in aanmerking komende subsidie per project in acht nemen. Maximale subsidie per project: 150 000 EUR. 2. Plaats van de activiteiten De activiteiten moeten plaatsvinden in een van de in aanmerking komende landen. 3. Subsidiabiliteitsperiode/duur van het project Het project moet een aanvang nemen in de desbetreffende subsidiabiliteitsperiode (zie kalender op blz. 8). De maximumduur van het project is 18 maanden.
HOOFDSTUK III: FINANCIËLE EN CONTRACTUELE VOORWAARDEN Zoals bij alle subsidies van de Europese Unie zijn de financiële bijdragen uit hoofde van het programma "Europa voor de burger" onderworpen aan een aantal voorschriften van het Financieel Reglement en zijn uitvoeringsvoorschriften5 die van toepassing zijn op de algemene begroting van de Unie, zoals is vastgelegd in de algemene voorwaarden voor subsidies van de Europese Commissie. Toepassing daarvan is verplicht. Subsidiebedrag Er moet worden opgemerkt dat het subsidiebedrag dat uit hoofde van de subsidieovereenkomst/subsidiebeschikking wordt toegekend, een maximaal bedrag is dat onder geen 23
Europa voor de burger - Programmagids - versie geldig vanaf 2014
enkele omstandigheid kan worden verhoogd. Het EACEA bepaalt het bedrag van de eindbetaling aan de begunstigde op basis van het eindverslag dat door deze laatste wordt opgesteld. Beginsel van medefinanciering De subsidie van de Unie is nooit van een zodanige omvang dat daarmee het hele project kan worden gefinancierd. Subsidiebeschikking en subsidieovereenkomst Wanneer een project wordt goedgekeurd, ontvangt de begunstigde een subsidiebeschikking of een subsidieovereenkomst, afhankelijk van de plaats waar de begunstigde wettelijk is gevestigd. •
Een subsidiebeschikking is een unilaterale handeling op grond waarvan een subsidie aan een begunstigde wordt toegekend. In tegenstelling tot een subsidieovereenkomst hoeft een begunstigde de subsidiebeschikking niet te ondertekenen en kan er dus meteen na ontvangst/kennisgeving met de actie worden begonnen. Met een subsidiebeschikking wordt het proces dus versneld. Subsidiebeschikkingen worden toegepast voor begunstigden die in de EU zijn gevestigd.
•
Een subsidieovereenkomst moet door de begunstigde worden ondertekend en onmiddellijk aan het EACEA worden terugbezorgd. Het EACEA is de laatste partij die de overeenkomst ondertekent. Subsidieovereenkomsten worden toegepast voor begunstigden die buiten de EU zijn gevestigd.
Een model van de subsidiebeschikking en de subsidieovereenkomst is te vinden op de volgende website: http://eacea.ec.europa.eu/citizenship/index_en.php De algemene voorwaarden die op de subsidiebeschikking/subsidieovereenkomst van toepassing zijn, zijn te vinden in het "Documentenregister" van de website van het EACEA http://eacea.ec.europa.eu/index.htm Verplichtingen op grond van de subsidiebeschikking en de subsidieovereenkomst Door het indienen van een subsidieaanvraagformulier verplicht de aanvragende organisatie zich ertoe te voldoen aan alle voorwaarden die in de programmagids zijn gespecificeerd, met inbegrip van de algemene voorwaarden die bij de subsidieovereenkomst/subsidiebeschikking zijn gevoegd.
Verzoeken tot wijziging van een subsidiebeschikking/subsidieovereenkomst moeten bij het EACEA worden ingediend in overeenstemming met de bepalingen van de subsidiebeschikking/subsidieovereenkomst. Het verzoek moet ten minste een maand voor het einde van het project schriftelijk ter goedkeuring aan het EACEA worden voorgelegd. Wijzigingen die tot een aanpassing van het hoofdconcept van de geplande activiteiten leiden, zijn niet toegestaan. Wijzigingen van de geplande activiteiten zonder voorafgaande goedkeuring van het EACEA kunnen tot stopzetting van de subsidie leiden.
Beginsel van geen terugwerkende kracht Voor projecten die al zijn voltooid, kan achteraf geen subsidie meer worden toegekend. Projecten die al van start zijn gegaan, komen uitsluitend voor subsidie in aanmerking indien de 24
Europa voor de burger - Programmagids - versie geldig vanaf 2014
aanvrager kan aantonen dat het noodzakelijk was dat het project van start ging voordat de subsidieovereenkomst was ondertekend of de subsidiebeschikking was meegedeeld. In dergelijke gevallen komen alleen uitgaven voor subsidie in aanmerking die na de datum van het indienen van de subsidieaanvraag zijn gedaan. De verantwoordelijkheid om met een project van start te gaan vóór ondertekening van de subsidieovereenkomst of vóór kennisgeving van de subsidiebeschikking, berust bij de betrokken organisatie. Een dergelijke beslissing maakt het niet waarschijnlijker dat aan het project enige subsidie zal worden toegekend en het EACEA zal in geen geval gebonden zijn deze projecten te financieren. Beginsel van geen cumulatieve subsidiëring Elk project heeft voor een en dezelfde activiteit slechts recht op één, en uitsluitend één, subsidie uit de begroting van de Europese Unie. Om deze reden moeten de aanvragers in hun aanvraagformulier gedetailleerde informatie verstrekken over andere subsidieaanvragen die ze voor hetzelfde project of voor een deel van hetzelfde project in hetzelfde boekjaar bij de Unie hebben ingediend, en moeten daarbij voor elke subsidie het begrotingsonderdeel, het programma van de Unie en het bedrag vermelden.
Beginsel van geen winstoogmerk Subsidies mogen niet tot doel of tot gevolg hebben dat zij in het kader van de actie winst voor de begunstigde opleveren. Dit beginsel is echter niet van toepassing op subsidies die op basis van vaste bedragen worden berekend, en evenmin op subsidies die ten hoogste 60 000 EUR bedragen. Inachtneming van termijnen Indien de begunstigde het project wenst te verschuiven, zodat de einddatum later valt dan in de subsidiebeschikking/subsidieovereenkomst is vastgelegd, waarbij de maximale looptijd die voor elke actie is voorzien wordt gerespecteerd, moet bij het EACEA een officieel verzoek worden ingediend. Daarin moeten de redenen voor de vertraging worden uitgelegd en moet een gewijzigd tijdschema worden voorgesteld. De aanvraag wordt door het EACEA bekeken en – indien ze wordt aanvaard – ontvangt de begunstigde een amendement op de beschikking/overeenkomst. Voorts worden aanvragen om uitstel van meer dan drie maanden NIET aanvaard. Berekening van de subsidie De subsidie wordt berekend op basis van een financieringssysteem met vaste bedragen die zijn vastgelegd in "schijven". Dezelfde parameters gelden voor alle deelnemende landen. De vaste bedragen dekken alle in aanmerking komende kosten van de acties, namelijk: -personeelskosten die rechtstreeks verband houden met de actie; -reis- en verblijfskosten van de deelnemers aan de evenementen; -huur van zalen/tolkwerk/vertaalwerk dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de evenementen; -kosten voor communicatie/verspreiding verbonden aan de evenementen; -coördinatiekosten voortvloeiend uit de betrokkenheid van meerdere organisaties; -kosten voor onderzoek en informatica-instrumenten die noodzakelijk zijn voor de voorbereidende werkzaamheden in het kader van de acties 1 en 2.3. 25
Europa voor de burger - Programmagids - versie geldig vanaf 2014
Bij stedenbanden is het vaste bedrag uitsluitend gebaseerd op het aantal uitgenodigde deelnemers, met andere woorden de internationale deelnemers van partners uit voor het programma in aanmerking komende landen die geen gastland van de stedenband zijn. Bij de andere onderdelen/maatregelen is het vaste bedrag gebaseerd op drie parameters die de essentie van alle burgerschapsacties vormen: het aantal deelnemers, het aantal betrokken landen en het aantal ontwikkelde activiteiten, zonder rechtstreekse impact op de omvang van de activiteiten. In eerste instantie wordt het vaste bedrag bepaald door het aantal deelnemers met het aantal landen te kruisen en daarna worden de vaste bedragen die met elk evenement/elke activiteit overeenkomen, in geval van meerdere evenementen/activiteiten, bij elkaar opgeteld. Bij de projecten van onderdeel 1 (Europees gedenken) en 2.3 (projecten van de civiele samenleving) kan het nuttig blijken om voorbereidende activiteiten, onderzoeksactiviteiten of activiteiten verbonden aan de sociale netwerken te voorzien. Hiertoe voorziet het systeem in vaste bedragen die afhangen van het aantal deelnemers aan deze activiteiten. Deze bedragen gelden voor alle voorbereidende activiteiten samen; met andere woorden, het vaste bedrag is verbonden aan het totale aantal deelnemers en niet aan het aantal daadwerkelijk plaatsgevonden voorbereidende activiteiten. Per project kan slechts één vast bedrag van dit type worden toegekend. Dit systeem van vaste bedragen voldoet aan vijf vereisten: a- Uniciteit Het systeem biedt een eenvormige aanpak voor alle acties van het programma ongeacht hun specifieke kenmerken (met uitzondering van de maatregel Stedenbanden). b- Eenvoud Het systeem vereist geen enkele berekening; het is onmiddellijk bruikbaar. c- Transparantie Het systeem is transparant: het bedrag van de subsidie vooraf of achteraf kan onmiddellijk worden geïdentificeerd. d- Gelijke behandeling Door alle kandidaten – ongeacht hun land van herkomst – op basis van dezelfde parameters te behandelen, discrimineert het systeem niet. e- Doeltreffendheid Het systeem laat toe de eindverslagen sneller te behandelen, waardoor de betaling ook sneller verloopt. Betalingsprocedure Voorfinanciering Wanneer een project is goedgekeurd, stuurt het EACEA een subsidiebeschikking of een subsidieovereenkomst naar de begunstigde. Deze is opgesteld in euro en bevat de voorwaarden van de subsidie en de hoogte van het subsidiebedrag. Op basis van de beoordeling van de financiële draagkracht van de begunstigde kan een voorfinanciering van het subsidiebedrag aan de begunstigde worden uitbetaald. De voorfinanciering is bedoeld om de begunstigde liquide middelen te verschaffen. Het EACEA kan, ter beperking van de financiële risico’s in verband met de voorfinanciering, van alle aanvragers aan wie een subsidie van meer dan 60 000 EUR is toegekend, verlangen dat zij vooraf een waarborg stellen die even hoog is als het bedrag van de voorfinanciering. In dat geval wordt de voorfinanciering uitbetaald zodra de waarborg wordt ontvangen. (zie waarborg). 26
Europa voor de burger - Programmagids - versie geldig vanaf 2014
Voorfinanciering per onderdeel/maatregel: Voorfinanciering is niet van toepassing op stedenbandenprojecten. Voor netwerken tussen steden, Europees gedenken en projecten van maatschappelijke organisaties is voorfinanciering van toepassing tot 50 % van de subsidie. Een voorfinanciering wordt uitbetaald binnen dertig dagen na de datum van ondertekening van de overeenkomst door het EACEA (in geval van een subsidieovereenkomst) of na kennisgeving van de subsidiebeschikking (in geval van een subsidiebeschikking). Betaling van het saldo Eindverslag De subsidie wordt aan de begunstigde betaald na het indienen van een betalingsverzoek opgenomen in het eindverslagformulier. Voordat de betaling kan plaatsvinden, moet het EACEA het betalingsverzoek goedkeuren. Het eindverslag moet binnen twee maanden na de einddatum van de subsidiabiliteitsperiode op officiële eindverslagformulieren worden voorgelegd en moet een beschrijving bevatten van de projectresultaten, vergeleken met de oorspronkelijke doelstellingen. Om de eindbetaling (saldobetaling) te ontvangen, moet de begunstigde het eindverslag en de bewijsstukken/verplichte bijlagen voor iedere maatregel verzenden zoals aangegeven op de volgende website: http://eacea.ec.europa.eu/citizenship/index_en.php Berekening van de eindbetaling (saldobetaling)
Indien het werkelijke aantal in aanmerking komende deelnemers, bij stedenbandenprojecten, of het aantal in aanmerking komende deelnemers en/of betrokken landen, bij andere maatregelen, lager is dan geraamd in het projectvoorstel, zal de verlaging van de subsidie worden berekend op basis van de vaste "schijven" van deelnemers en/of landen. In ieder geval kan geen enkele subsidie worden toegekend als het aantal deelnemers kleiner is dan het minimumaantal van de laagste schijf (namelijk 25). In voorkomend geval zal de begunstigde de reeds door het EACEA in de vorm van voorfinanciering betaalde bedragen boven het verschuldigde bedrag moeten terugbetalen. Het EACEA behoudt zich ook het recht voor om het bedrag van de subsidie te verlagen indien de organisatie het geselecteerde project niet volledig ten uitvoer heeft gelegd. Voorfinancieringswaarborg Ingeval de financiële draagkracht van de aanvrager niet bevredigend is, kan het EACEA, ter beperking van de financiële risico’s in verband met de voorfinanciering, van een organisatie waaraan een subsidie van meer dan 60 000 EUR is toegekend, verlangen dat zij vooraf een waarborg stelt die even hoog is als het bedrag van de voorfinanciering. Het doel van deze waarborg is ervoor te zorgen dat een bank of financiële instelling onherroepelijk garant staat voor de financiële verplichtingen van de begunstigde conform de subsidieovereenkomst/subsidiebeschikking. Deze financiële waarborg, uitgedrukt in euro, moet worden gesteld door een erkende bank of financiële instelling die in een van de lidstaten van de Europese Unie is gevestigd. Als de begunstigde in een derde land is gevestigd, kan het EACEA ermee akkoord gaan dat een in dat land gevestigde 27
Europa voor de burger - Programmagids - versie geldig vanaf 2014
bank of financiële instelling de waarborg stelt, indien het van mening is dat deze bank of financiële instelling een gelijkwaardige zekerheid met dezelfde kenmerken biedt als die van een bank of financiële instelling die in een lidstaat is gevestigd. Die waarborg kan worden vervangen door een persoonlijke en hoofdelijke borgstelling van een derde of door de onvoorwaardelijke en onherroepelijke gezamenlijke borgstelling van de begunstigden van een actie die de hoedanigheid van betrokken partij bij dezelfde subsidieovereenkomst/subsidiebeschikking hebben, na goedkeuring door het EACEA. De waarborg wordt vrijgegeven naarmate de voorfinanciering wordt uitbetaald via tussentijdse betalingen of na betaling van het nog resterende saldo aan de begunstigde, in overeenstemming met de voorwaarden die zijn vastgelegd in de subsidieovereenkomst/subsidiebeschikking. Deze bepaling is niet van toepassing op overheidsinstanties. Uitbesteding en gunning van contracten De begunstigde mag gebruikmaken van uitbesteding voor specifieke technische diensten die gespecialiseerde vaardigheden vereisen (met betrekking tot juridische zaken, boekhouding, fiscaliteit, personeel enz.), of uitvoeringscontracten. De kosten die de begunstigde voor dit type diensten aangaat, kunnen derhalve als subsidiabele kosten worden beschouwd op voorwaarde dat ze voldoen aan alle andere criteria van de subsidieovereenkomst/subsidiebeschikking en van de oproep voor het indienen van voorstellen. Wanneer er voor de uitvoering van het project goederen, werkzaamheden of diensten moeten worden aangekocht (uitvoeringscontract), moeten de begunstigden de opdracht toekennen aan de economisch voordeligste inschrijving, dat wil zeggen de offerte die de beste prijs-kwaliteitverhouding biedt, en er daarbij voor zorgen dat er geen belangenconflict is en dat de documentatie wordt bewaard voor eventuele audits. Onder uitbesteding wordt verstaan het toevertrouwen aan een derde van specifieke taken of activiteiten die een onderdeel vormen van de actie zoals beschreven in het voorstel van de begunstigde. Uitbesteding moet voldoen aan de voorwaarden die op uitvoeringscontracten van toepassing zijn, en eveneens aan de volgende voorwaarden: - ze mag enkel betrekking hebben op de uitvoering van een beperkt deel van de actie; - ze moet gerechtvaardigd zijn gezien de aard van de actie en wat voor de uitvoering ervan noodzakelijk is. Audits Geselecteerde projecten kunnen aan controles, audits en beoordelingen worden onderworpen in overeenstemming met de bepalingen van de subsidiebeschikking/subsidieovereenkomst. Door zijn of haar handtekening te plaatsen, verbindt de verantwoordelijke persoon in de organisatie zich ertoe bewijsstukken te overleggen dat de subsidie op de juiste wijze is besteed. De Europese Commissie, het EACEA en de Rekenkamer van de EU, of een door hen gemachtigd lichaam, kunnen gedurende de hele looptijd van de subsidiebeschikking/subsidieovereenkomst, maar ook gedurende een periode van vijf jaar na de laatste betaling door het EACEA of van drie jaar ingeval de subsidie niet meer dan 60 000 EUR bedraagt, controleren of de subsidie op de juiste wijze is besteed. Eigendom/gebruik van de resultaten De begunstigde geeft de Europese Commissie en het EACEA het recht om vrijelijk gebruik te maken van de resultaten van de actie zoals bepaald in de subsidieovereenkomst/subsidiebeschikking, op voorwaarde dat daarbij geen geheimhoudingsverplichtingen worden geschonden of geen inbreuk wordt 28
Europa voor de burger - Programmagids - versie geldig vanaf 2014
gemaakt op bestaande industriële en intellectuele eigendomsrechten. Zichtbaarheid en publiciteit Door de begunstigden Alle activiteiten die in het kader van het programma "Europa voor de burger" worden gefinancierd, moeten een bijdrage leveren aan de promotie van het programma. Het verbeteren van de zichtbaarheid van het programma "Europa voor de burger" betekent onder andere dat er bij activiteiten en producten die uit hoofde van het programma worden gesubsidieerd, duidelijk moet worden vermeld dat ze door de Europese Commissie worden gesteund. Die steun van de Europese Commissie moet ook in de contacten met de media worden vermeld. De projectpartners moeten alle beschikbare mogelijkheden benutten om voor voldoende media-aandacht (lokaal, regionaal, nationaal, internationaal) voor hun activiteiten te zorgen, zowel voor als tijdens de uitvoering ervan. De begunstigden moeten de bijdrage van de Europese Unie duidelijk vermelden in al hun publicaties of in samenhang met activiteiten waarvoor de subsidie wordt gebruikt. In dit kader moeten de begunstigden de naam of het logo van de Europese Unie, de Europese Commissie en het programma "Europa voor de burger" duidelijk vermelden in al hun publicaties, posters, programma's en andere producten die in het kader van het medegefinancierde project tot stand zijn gebracht. De namen, logo’s en disclaimer kunnen worden gedownload van de volgende website: http://europa.eu/abc/symbols/emblem/graphics1_en.htm Indien niet volledig aan deze eis wordt voldaan, kan de subsidie van de begunstigde worden verlaagd, in overeenstemming met bepalingen van de subsidieovereenkomst/subsidiebeschikking. Door het EACEA en/of de Europese Commissie Alle informatie met betrekking tot subsidies die in de loop van een boekjaar zijn toegekend, moet op de website van de instellingen van de EU worden bekendgemaakt ten laatste op 30 juni van het jaar na het boekjaar waarin de subsidies zijn toegekend. De informatie mag ook via alle andere geschikte kanalen worden bekendgemaakt, waaronder het Publicatieblad van de Europese Unie. De begunstigde laat toe dat het EACEA en/of de Europese Commissie de volgende informatie in om het even welke vorm en via om het even welk welk kanaal, inclusief het internet, bekendmaakt: -
naam;
-
adres van de begunstigde;
-
toegekend bedrag;
-
aard en doel van de subsidie.
Op gemotiveerd en naar behoren omkleed verzoek van de begunstigde kan het EACEA ermee instemmen hiervan af te zien als de verspreiding van voornoemde informatie de rechten en vrijheden van betrokken individuen in gevaar dreigt te brengen zoals beschermd door het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, of de commerciële belangen van de begunstigde kan schaden. Valorisatie en verspreiding van de resultaten 29
Europa voor de burger - Programmagids - versie geldig vanaf 2014
Valorisatie kan worden gedefinieerd als het verspreiden en gebruiken van de resultaten van acties om de waarde ervan te optimaliseren, de impact ervan te vergroten en te zorgen dat zo veel mogelijk Europese burgers er profijt uit kunnen halen. Deze valorisatiedoelstelling heeft drie gevolgen: •
Het mobiliseren van het potentieel van de afzonderlijke acties:
In elke actie die steun ontvangt uit hoofde van dit programma, moeten de noodzakelijke maatregelen worden genomen om de valorisatie ervan te waarborgen. De begunstigden moeten daartoe activiteiten uitvoeren die gericht zijn op het zichtbaarder maken van de resultaten van hun projecten en op het vergroten van de bekendheid en de duurzaamheid ervan in hun eigen land en daarbuiten. Dat kan bijvoorbeeld worden bereikt door voor voldoende aandacht in de media te zorgen. Daarnaast kunnen ze lokale, regionale, nationale of Europese functionarissen en/of verkozen vertegenwoordigers alsmede de vertegenwoordigingskantoren van de Europese Commissie in de lidstaten en het Europe Direct-informatienetwerk (http://europa.eu/europedirect/meet_us/index_en.htm ) op de hoogte stellen of hen eventueel bij de projecten betrekken. Ze kunnen eventueel ook promotionele activiteiten of burgerparticipatieactiviteiten zoals vrijwilligersacties, T-shirts met het project of transnationale sociale netwerken en debatfora ontwikkelen. Dankzij deze activiteiten zullen de resultaten van een project ook na de beëindiging ervan worden gebruikt en zullen ze een positief effect hebben op zo veel mogelijk burgers. Door valorisatieactiviteiten in de planning op te nemen, verbeteren de coördinatoren de kwaliteit van hun acties en leveren zij een actieve bijdrage aan de algehele impact van het programma "Europa voor de burger". Het structureren van het programma: Dit programma is zodanig van opzet dat de grootst mogelijke impact wordt gewaarborgd, bijvoorbeeld door het formuleren van prioriteiten die voor het hele programma van kracht zijn, of via het creëren van netwerken tussen organisaties met ervaring op hetzelfde thematische gebied. Het horizontale onderdeel "valorisatie" speelt in dit verband een specifieke rol. •
Acties ondernomen door de Europese Commissie:
De Europese Commissie zal de situatie met betrekking tot de valorisatie uit hoofde van dit programma analyseren alvorens ze besluit welke activiteiten zullen worden uitgevoerd om die valorisatie te verbeteren en de projectcoördinatoren hierbij te ondersteunen. Gegevensbescherming Alle persoonsgegevens (zoals namen, adressen enz.) worden verwerkt in overeenstemming met Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de instellingen en organen van de Europese Unie en betreffende het vrije verkeer van die gegevens. Tenzij het antwoord op de vraag facultatief is, zijn de antwoorden van de aanvrager op de vragen in het aanvraagformulier nodig om de subsidieaanvraag te beoordelen en te verwerken overeenkomstig de specificaties van de oproep voor het indienen van voorstellen. Persoonsgegevens worden uitsluitend voor dat doel verwerkt door de afdeling of eenheid die verantwoordelijk is voor het desbetreffende subsidieprogramma van de Unie (de instantie die als verantwoordelijke voor de verwerking optreedt). Persoonsgegevens mogen op "need to know"-basis worden overgedragen aan derden die bij de beoordeling van de aanvragen of bij het subsidiebeheer zijn betrokken, onverminderd de voorschriften betreffende de doorgifte aan de organen die belast zijn met toezicht- en inspectietaken overeenkomstig het recht van de Europese Unie. 30
Europa voor de burger - Programmagids - versie geldig vanaf 2014
De aanvrager heeft het recht om gegevens die op hem of haar betrekking hebben, in te zien en te corrigeren. Voor vragen met betrekking tot deze gegevens kunt u contact opnemen met de voor de verwerking verantwoordelijke instantie. Aanvragers hebben het recht om te allen tijde een beroep in te stellen bij de Europese toezichthouder voor gegevensbescherming. Een gedetailleerde privacyverklaring, met inbegrip van contactinformatie, is te vinden op de website van het EACEA: http://eacea.ec.europa.eu/about/documents/calls_gen_conditions/eacea_grants_privacy_statement.pdf De aanvragers en, indien zij rechtspersonen zijn, de personen met vertegenwoordigings-, beslissingsof controlebevoegdheid, worden in kennis gesteld van het feit dat, indien zij zich bevinden in een van de situaties die worden genoemd in: - Besluit nr. 2008/969 van de Commissie van 16 december 2008 betreffende het systeem voor vroegtijdige waarschuwing dat door de ordonnateurs van de Commissie en de uitvoerende agentschappen kan worden gebruikt (PB L 344 van 20.12.2008, blz. 125), of - Verordening (EG) nr. 1302/2008 van de Commissie van 17 december 2008 over de centrale gegevensbank van uitsluitingen (PB L 344 van 20.12.2008, blz. 12), hun persoonsgegevens (voor- en achternaam bij natuurlijke personen, adres, rechtsvorm en voor- en achternamen van de personen met vertegenwoordigings-, beslissings- of controlebevoegdheid bij rechtspersonen) alleen in het systeem voor vroegtijdige waarschuwing of zowel in het systeem voor vroegtijdige waarschuwing als in de centrale gegevensbank van uitsluitingen kunnen worden vastgelegd en aan in het bovengenoemde besluit en de bovengenoemde verordening genoemde personen of entiteiten kunnen worden meegedeeld, in verband met de gunning of uitvoering van een overheidsopdracht of een subsidieovereenkomst of -beschikking. Rechtsgrondslag De volgende regels, met inbegrip van eventuele toekomstige actualiseringen of wijzigingen, zijn van toepassing op de administratie en financiering van het programma: •
Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening nr. 1605/2002 van de Raad.
•
Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1268/2012 van de Commissie van 29 oktober 2012 houdende uitvoeringsvoorschriften voor Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie.
•
Verordening. (EU) nr. 390/2014 van de Raad van 14 april 2014 tot vaststelling van het programma "Europa voor de burger" (2014-2020).
31
Europe for Citizens - Programme Guide - version valid as of 2014 SUBSIDIABILITEITSCRITERIA
ONDERDEEL 2 - DEMOCRATISCHE BETROKKENHEID EN BURGERPARTICIPATIE 2.1 Stedenbanden 2.2 Netwerken tussen steden 2.3 Projecten van maatschappelijke organisaties
ONDERDEEL 1 – EUROPEES GEDENKEN
A. AANVRAGER & PARTNERS A.1 RECHTSSTATUS: ALLE aanvragers/partners moeten ofwel OVERHEIDSINSTANTIES ofwel NON-PROFITORGANISATIES met rechtspersoonlijkheid zijn A.2 ALLE aanvragers/partners moeten GEVESTIGD zijn in een van de landen die aan het programma deelnemen A.3 SOORT organisatie
OVERHEIDSINSTNATIES of NON-PROFITORGANISATIES MET RECHTSPERSOONLIJKHEID
AANVRAGERS/PARTNERS:
AANVRAGERS/PARTNERS:
AANVRAGERS/PARTNERS:
AANVRAGERS/PARTNERS:
Publieke lokale/regionale overheden
Steden/gemeenten
Steden/gemeenten
Non-profitorganisaties inclusief maatschappelijke organisaties
Non-profitorganisaties inclusief maatschappelijke organisaties
Stedenbandencomités die lokale overheden vertegenwoordigen
Stedenbandencomités/netwerken
Verenigingen van overlevenden
Non-profitorganisaties die lokale overheden vertegenwoordigen
Cultuur-/jongeren-/onderwijs-/onderzoeksinstellingen
Andere niveaus van lokale/regionale overheden
Onderwijs-/cultuur/onderzoeksinstellingen Alleen als PARTNERS:
Federaties/verenigingen van lokale overheden
Verenigingen van partnersteden Non-profitorganisaties die lokale overheden vertegenwoordigen
Publieke lokale/regionale overheden Stedenbandencomités/ netwerken
Alleen als PARTNERS: Maatschappelijke organisaties zonder winstoogmerk A.4 MINIMUMAANTAL PARTNERS (d.w.z. deelnemende landen) die bij het project zullen worden betrokken, waaronder MINSTENS EEN EU-lidstaat Minstens één EU-lidstaat Minstens twee in aanmerking komende landen Minstens drie in aanmerking komende landen Minstens vier in aanmerking komende landen
X X X X B. AARD EN OMVANG VAN HET PROJECT
B.1 AANTAL DEELNEMERS: MINIMUM per project NBS B.2 BEGROTING: MAXIMALE in aanmerking komende subsidie voor een project (EUR) 100 000
25 uitgenodigde deelnemers
30 % uitgenodigde deelnemers
NBS
25 000
150 000
150 000
Minstens vier evenementen
NBS
24 maanden
18 maanden
B.3 PLAATS en aantal activiteiten: De activiteiten moeten plaatsvinden in één van de voor het programma in aanmerking komende landen** Minimumaantal evenementen per project
NBS
NBS
B4: SUBSIDIABILEITSPERIODE/DUUR VAN HET PROJECT – Het project moet een aanvang nemen binnen de desbetreffende subsidiabiliteitsperiode MAXIMUMDUUR VAN HET 21 dagen (maximumduur van de 18 maanden PROJECT vergadering) C. AANVRAAG
C.1 Officieel aanvraagformulier: het projectvoorstel komt in aanmerking indien het wordt ingediend via het actueel beschikbare elektronische subsidieaanvraagformulier (eForm) C.2 Deadline: projectvoorstellen moeten worden ingediend binnen de termijnen en moeten binnen de desbetreffende subsidiabiliteitsperiode van start gaan (zie Kalender blz. 8) C.3 Officiële taal: het officiële aanvraagformulier (eForm) moet volledig worden ingevuld in één van de 23 officiële talen van de Europese Unie
32
Europe for Citizens - Programme Guide - version valid as of 2014
ANNEX II: UNIT COST AMOUNTS AND LUMP SUMS 1. Action 1 (European Remembrance), action 2.2 (City networks), action 2.3 (Civil society projects) Unit costs The unit cost is based on two parameters which constitute the main elements of any Citizenship action: the number of participants and the number of countries involved. The amount is established by crossing the number of participants with the number of countries.
TABLE 1 Unit costs for Actions 1. European Remembrance, 2.2 City networks, 2.3 Civil society projects Number of participants →
25/50
51/75
76/100
101/125
126/150
151/175
176/200
201/225
226/250
251/275
276/300
>300
1-3
12500
15000
17500
20000
22500
25000
27500
30000
32500
35000
37500
37500
4-6
15000
17500
20000
22500
25000
27500
30000
32500
35000
37500
40000
40000
7-9
17500
20000
22500
25000
27500
30000
32500
35000
37500
40000
42500
42500
10-12
20000
22500
25000
27500
30000
32500
35000
37500
40000
42500
45000
45000
13-15
22500
25000
27500
30000
32500
35000
37500
40000
42500
45000
47500
47500
>15
25000
27500
30000
32500
35000
37500
40000
42500
45000
47500
50000
50000
Number of countries ↓
33
Europe for Citizens - Programme Guide - version valid as of 2014
Lump sums for the preparatory activities linked to Actions 1 European Remembrance and 2.3 Civil Society Projects These amounts are for all preparatory activities together; in other words, the lump sum is linked to the total number of participants and not to the number of preparatory activities. Only one lump sum of this type can be allocated per project. With regard to preparatory actions, these amounts are cumulative with the established unit costs for the projects (cf. Table 1). TABLE 2 Total number of participants in the preparatory activities
≤5
EUR 2 250
> 5 and ≤ 10
EUR 5 250
> 10 and ≤ 15
EUR 7 500
> 15
EUR 10 000
34
Europe for Citizens - Programme Guide - version valid as of 2014
2. Lump sums for Action 2.1. Twinning The lump sum is based on one single parameter, namely the number of participants. TABLE 3
Number of participants
Lump sum (euros)
>175
25 000
161/175
24 000
146/160
22 000
131/145
20 000
116/130
18 000
101/115
16 500
86/100
14 500
71/85
12 000
56/70
10 000
41/55
7 500
25/40
5 000
35