eu00000140
Aan de Voorzitter van de algemene commissie voor Europese Zaken 23 mei 2001 Hierbij bied ik u voor het Algemeen Overleg op 31 mei a.s. mijn annotaties aan bij de voorlopige agenda van de zitting van de EU Gezondheidsraad van 5 juni 2001 te Luxemburg. De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E. Borst-Eilers
1
ANNOTATIES BIJ DE VOORLOPIGE AGENDA VAN DE EU GEZONDHEIDSRAAD VAN 5 JUNI 2001 TE LUXEMBURG 1. Goedkeuring van de voorlopige agenda De agenda bevat geen punten die openbaar worden behandeld. 2. (Evt.) Goedkeuring van de lijst van A-punten De lijst van A-punten is nog niet bekend. 3. De Gemeenschapstrategie op het terrein van de volksgezondheid
a. Voorstel voor een besluit van het EP en de Raad betreffende een communautair actieprogramma inzake volksgezondheid (2001–2006) Toelichting De Commissie heeft in juni 2000 een nieuw gezondheidsactieprogramma langs drie hoofdlijnen voorgesteld aan de Raad en het Europees Parlement (rechtsbasis: artikel 152). Het voorstel voor een programma beoogt, door middel van acties om de volksgezondheid te verbeteren, gezondheidsproblemen en ziekten bij de mens te voorkomen en bronnen van gevaar voor de gezondheid weg te nemen, bij te dragen tot de verwezenlijking van een hoog niveau van gezondheidsbescherming. Het voorstel voor een volksgezondheidsprogramma richt zich op de volgende drie prioriteiten: • Verbeteren van informatie en kennis over de gezondheid. Er zal een veelomvattend gezondheidsinformatiesysteem worden opgezet om besluitvormers, gezondheidswerkers en het publiek de essentiële informatie en gegevens op gezondheidsgebied te verstrekken die zij nodig hebben. • Snel reageren op gezondheidsbedreigingen. Er zal een systeem komen om snel en doeltreffend actie te ondernemen in geval van bedreigingen voor de volksgezondheid (bijv. overdraagbare ziekten). Daartoe zal de tenuitvoerlegging van Beschikking nr. 2119/98/EG tot oprichting van een netwerk voor epidemiologische surveillance en beheersing van overdraagbare ziekten in de EG verder worden ondersteund. • Beïnvloeden van gezondheidsdeterminanten. Het programma zal een hulpmiddel zijn om de gezondheidstoestand van de bevolking te verbeteren en de voortijdige sterfte in de EU terug te dringen door de oorzaken van gezondheidsproblemen aan te pakken via doeltreffende maatregelen van gezondheidsbevordering en ziektepreventie. De Commissie heeft voor dit actieprogramma een zesjarige looptijd en een budget van 300 miljoen Euro voorgesteld. Tijdens de Gezondheidsraad van 14 december 2000 legde het Voorzitterschap een compromistekst voor aan de Raad ten behoeve van een oriënterend debat. In deze compromistekst wordt in de eerste hoofdlijn meer nadruk gelegd op het ontwikkelen van een gezondheidsmonitoringssysteem om binnen de EU door middel van communautaire indicatoren te komen tot vergelijkbare gezondheidsgegevens. Een ander belangrijk aandachtspunt in de eerste hoofdlijn is de analyse van de impact van communautair beleid (w.o. interne markt) op de gezondheidssystemen. De tweede hoofdlijn inzake een snelle reactie op gezondheidsbedreigingen verschilt weinig van het oorspronkelijke Commissievoorstel. De derde hoofdlijn al zich door middel van communautaire actie op alle terreinen van de Gemeenschap bezig houden met het ontwikkelen van
2
strategieën om gezondheidsdeterminanten te beïnvloeden teneinde de gezondheid te bevorderen en ziekte te voorkomen.
Karakter bespreking De Raad zal pogen tot een gemeenschappelijk standpunt te komen. Belangrijkste punten van discussie zullen zijn: De communautaire structuur (artikel 3, lid 2, onder i), onder C), en artikel 5,lid 2) Zowel het EP als de Raad willen een betere beheers- en coördinatiestructuur voor het uit te voeren programma dan tot nu toe het geval is geweest. Het EP wilde daartoe echter een afzonderlijk Health Monitoring Centre, buiten de Europese Commissie, terwijl de voorkeur van de Raad uitgaat naar het opzetten van een communautaire structuur voor de coördinatie en integratie van netwerken voor gezondheidstoezicht en voor snelle reactie op gezondheidsbedreigingen. De Europese Commissie, op haar beurt, maakt een voorbehoud bij het opzetten van een structuur, omdat die volgens haar afbreuk doet aan het recht van de Commissie om zelf haar interne organisatie te bepalen. In Coreper heeft de Commissie echter haar verzet opgegeven en ging akkoord met het opnemen in het document van «structural arrangements». Alleen Frankrijk wil preciezer weten wat die structural arrangements inhouden. De financiering (artikel 7) De Europese Commissie stelt een budget voor van 300 miljoen Euro voor 6 jaar. De (hoogstwaarschijnlijke) nipte gekwalificeerde meerderheid van de lidstaten kan dit steunen of aanvaarden. Enkele lidstaten zien dit zelfs als minimumbedrag. Het Europees Parlement zette in op 500 miljoen Euro maar heeft haar eis teruggebracht tot 380 miljoen Euro. Nederland heeft met 260 miljoen Euro (optelling van de budgetten voor de bestaande 8 gezondheidsprogramma’s) de meest restrictieve budgettaire inzet. Duitsland, dat steeds gepleit heeft voor 262 miljoen Euro, heeft in Coreper laten weten op 280 miljoen Euro te kunnen uitkomen als de lidstaten die lager zitten en zij die hoger zitten willen bewegen naar 280 miljoen Euro. De Commissie zegt, om uiteindelijk op 300 miljoen Euro ui te kunnen komen, uit de budgetten van andere voor de gezondheid ingezette programma’s te kunnen putten, zoals bijvoorbeeld het Alzheimerprogramma. Inzet Nederland kan inhoudelijk instemmen met de voorliggende tekst voor het nieuwe communautaire actieprogramma. Nederland heeft nog een voorbehoud bij het door de Commissie voorgestelde budget van 300 miljoen Euro voor 6 jaar. Om binnen het plafond van categorie 3 (intern beleid) te blijven bepleit Nederland een budget van 260 miljoen Euro voor 6 jaar. Interdepartementaal wordt nog onderhandeld over een mogelijke terugvalpositie van 280 miljoen Euro voor 6 jaar. Door met Duitsland mee te bewegen zou een blokkerende minderheid mogelijk zijn en zou het budget tot 280 miljoen Euro beperkt kunnen blijven. Wanneer Nederland aan 260 miljoen Euro blijft vasthouden, zou het budget, door stemming met gekwalificeerde meerderheid, zelfs op 300 miljoen Euro of daarboven kunnen uitkomen. b. Gezondheid op andere beleidsterreinen Toelichting Tijdens de Raad van 14 december 2000 heeft de Commissie toegezegd ten behoeve van gezondheid in andere terreinen mechanismen in te richten; (op grond van art. 152 lid 1: «Bij de bepaling en de uitvoering van elk beleid en elk optreden van de Gemeenschap wordt een hoog niveau van
3
bescherming van de menselijke gezondheid verzekerd«). De Commissie zal over de stand van zaken een toelichting geven.
Karakter bespreking De Raad zal mondelinge informatie ontvangen van de Commissie over gezondheid op andere beleidsterreinen en de stand van zaken rondom het inrichten van mechanismen ten behoeve van gezondheid in andere terreinen. Daartoe wordt geen officieel document aan de Raad overhandigd. Inzet Nederland zal kennis nemen van de mondelinge informatie van de Commissie over gezondheid op andere beleidsterreinen. 4. Alcohol als een gezondheidsdeterminant
a. Voorstel voor een aanbeveling van Raad betreffende alcoholgebruik door kinderen en adolescenten Toelichting In 1986 heeft de Raad een resolutie over alcoholmisbruik aangenomen. Deze resolutie beoogde minder alcoholproblemen in de lidstaten door middel van een gemeenschappelijk initiatief, dat rekening moest houden met de belangen inzake productie, distributie en afzetbevordering van alcoholhoudende dranken als ook met de belangen van volksgezondheid. Gestreefd moest worden naar een evenwichtig beleid en passende voorstellen zouden aan de Raad voorgelegd worden. Dit voorstel voor een Raadsaanbeveling past in dit kader. De nu voorliggende Aanbeveling, die zich richt op minder alcoholproblemen bij kinderen en adolescenten, ligt in het verlengde van die eerdere resolutie. Er wordt met name gewezen op het belang van uitgebreide acties op het terrein van alcoholpreventie en -voorlichting. Ook wordt aangedrongen op wettelijke of zelfreguleringsmaatregelen ter beperking van de commerciële marketing gericht op jongeren. Er wordt dan ook een beroep gedaan op de verantwoordelijkheid van producenten en verstrekkers. De Commissie wordt opgeroepen meer en aanvullend onderzoek te bevorderen.
Karakter bespreking De besprekingen op ambtelijk niveau inzake deze aanbeveling zijn afgerond en de Raad zal gevraagd worden de aanbeveling van de Raad betreffende alcoholgebruik door kinderen en adolescenten aan te nemen. Inzet Nederland verwelkomt de Raadsaanbeveling. In de 19 december 2000 door de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport aan de Tweede Kamer aangeboden Alcoholnota 2001–2003 heeft het kabinet al steun betuigd aan dit initiatief. De Raadsaanbeveling kan gezien worden als een goede eerste stap op weg naar gezamenlijke Europese initiatieven. Nederland is tevens van mening dat de aanbeveling niet beperkt had hoeven te blijven tot kinderen en adolescenten en is dan ook blij met de aangekondigde strategie van de Gemeenschap ter beperking van de aan alcohol gerelateerde schade. b. Strategie van de Gemeenschap ter beperking van de aan alcohol gerelateerde schade Toelichting Het Zweedse Voorzitterschap heeft in aanvulling op de «Raads-
4
aanbeveling betreffende alcoholgebruik door kinderen en adolescenten» een voorstel uitgewerkt om te komen tot een brede alcoholstrategie. Het gaat vooral om het verzamelen van gegevens met betrekking tot alcoholge- en misbruik en het monitoren van effecten van alcoholbeleid. Daarnaast wordt voorgesteld gezamenlijke Europese maatregelen en activiteiten te ontwikkelen, vooral op het terrein van accijns, consumentenbescherming, verkeer, reclame, sponsoring en marketing.
Karakter bespreking De besprekingen op ambtelijk niveau inzake deze strategie zijn afgerond en de Raad zal gevraagd worden de conclusies van de Raad betreffende de Strategie van de Gemeenschap ter beperking van de aan alcohol gerelateerde schade aan te nemen. Daarnaast zal de Raad zal een debat voeren over een brede alcoholstrategie, waarin de lidstaten o.a. de praktijk in eigen land naar voren zullen brengen. Inzet Ik heb me over zo’n strategie, tijdens de informele Raadsbijeenkomst van de EU-Ministers van Volksgezondheid op 19 februari jl. in Stockholm, positief uitgelaten. Nederland kan derhalve met de strategienota instemmen. In het debat zal Nederland haar alcoholbeleid met de Nederlandse uitgangspunten, zoals verwoord in de alcoholnota 2001–2003, toelichten. 5. Tabak als een gezondheidsdeterminant
a. WHO Framework Convention on Tobacco Control Toelichting Onder de vlag van de Wereldgezondheidsorganisatie wordt gewerkt aan de totstandkoming van een wereldwijde «Framework Convention on Tobacco Control», inclusief daarbij behorende protocollen. Tijdens de onderhandelingen door de «Intergovernmental Negotiating Body on the WHO Framework Convention on Tobacco Control», gehouden in Geneve van 30 april t/m 4 mei 2001werden door veel landen hoofdzakelijk amendementen gepresenteerd, zodat duidelijk werd hoe de standpunten liggen. Het onderwerp «aansprakelijkheid en compensatie» (tabaksindustrie), waarvoor nog geen tekst was voorgesteld, bleek juridisch dusdanig moeilijk dat het onderwerp vooruit is geschoven. In de ontwerp-conclusies van de Raad, welke de Raad gevraagd wordt te aanvaarden, herinnert de Raad eraan dat tabak een van de belangrijkste gezondheidsdeterminanten is. Bovendien toont men zich bezorgd over de wereldwijde stijging van tabaksgebruik, overweegt men een internationale aanpak van de internationale handel in tabak en tabaksprodukten. De Raad herhaalt dat de bescherming van de volksgezondheid het hoofddoel is van het kaderverdrag ter bestrijding van tabaksgebruik, bevestigt opnieuw haar steun aan de onderhandelingen over het kaderverdrag en toont zich ingenomen met de vorderingen die tot nu toe zijn gemaakt in de onderhandelingen over het kaderverdrag. De EU heeft eendrachtig kunnen opereren. De inhoudelijke positie van de EU was minder sterk. Voor enkele EU-standpunten zoals de etikettering en productregulering bestond steun. Bij het niet willen aanpakken van belastingvrije sigaretten stond de EU geïsoleerd. De EU maakt daarnaast een inconsequente indruk door zijn jaarlijkse subsidie van 1 miljard Euro aan de tabaksboeren. Verscheidene volksgezondheidsvertegenwoordigers van de Lidstaten (IER, BEL, FIN, NL) zouden, zo bleek na de vergadering bij de EU-evaluatie, verder willen gaan dan het acquis communautaire. DUI en de Europese
5
Commissie toonden zich hier tegenstander van. Daar bestaan nu ook geen mogelijkheden toe. Wel werd als mogelijkheid gezien, ook door de Europese Commissie, een technische en financiële bijdrage van de EU aan de ontwikkelingslanden bij de uitvoering van de Conventie te leveren. De derde onderhandelingsronde vindt van 22 t/m 28 november 2001 plaats.
Karakter bespreking De Raad zal gevraagd in te stemmen met de concept Raadsconclusies inzake WHO Framework Convention on Tobacco Control. Bij de WHO-tabaksconventie zou het Voorzitterschap graag steun willen genereren voor de onderhandelingen. In de wandelgangen van de ambtelijke onderhandelingen zei het Voorzitterschap ( in navolging van diverse lidstaten) te hopen dat er, gedurende de Raadsvergadering, ruimte ontstaat voor verdergaand beleid dan het huidige acquis. Nu is het zo dat voor zover de onderhandelingen betrekking hebben op elementen van het tabakspreventiebeleid die onder de communautaire bevoegdheid vallen de Europese Commissie en het EU Raadsvoorzitterschap het voortouw nemen; daar waar het gaat om beleidsterreinen die onder de nationale bevoegdheid van de EU-lidstaten vallen, ligt het primaat voor de WHO-onderhandelingen bij de landen zelf. Inzet Nederland staat positief tegenover een effectieve «WHO Framework Convention on Tobacco Control». Nederland ziet de uitkomsten van de laatste bijeenkomst van de Intergovernmental Negotiating Body als een voorzichtige stap in de goede richting, maar wil de kanttekening maken dat een en ander te langzaam verloopt. b. (mog.) Voorstel voor een richtlijn van het EP en de Raad «Adverteren van tabak» Toelichting In een arrest van 5 oktober jl. heeft Het Europese Hof van Justitie Richtlijn 98/43/EG betreffende reclame en sponsoring voor tabaksproducten in de zaak C-376/98 (Duitsland vs. Europees Parlement en Raad) nietig verklaard, omdat de Gemeenschapswetgever niet bevoegd was de richtlijn in deze vorm vast te stellen op grond van de bepalingen betreffende de verwezenlijking van de interne markt, de vrijheid van vestiging en de vrijheid van dienstverrichting. Het nieuwe Commissievoorstel zal, naar verwachting, minder ver gaan dan het oorspronkelijke voorstel tot een richtlijn. Logischerwijs zal de nieuwe richtlijn zich beperken tot grensoverschrijdende promotie en sponsoring van tabaksproducten.
Karakter bespreking Commissaris Byrne zal mogelijk het nieuwe Commissievoorstel voor een nieuwe richtlijn tot onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten op het gebied van reclame en sponsoring voor tabaksproducten presenteren. De eerdere reclamerichtlijn is namelijk door het Hof van Justitie nietig verklaard. Er zal over dit agendapunt geen besluitvorming plaatsvinden. Op dit moment is binnen de Europese Commissie nog de interne consultatie ronde gaande. Mocht er voor de Gezondheidsraad van 5 juni geen overeenstemming bereikt worden binnen de Europese Commissie, dan zal dit agendapunt komen vervallen. Inzet Ik zal kennis nemen van de presentatie van het nieuwe richtlijnvoorstel ter
6
beperking van reclame en sponsoring voor tabaksproducten. Aangezien het nog de vraag is of Nederland en een aantal lidstaten wel met de richtlijn, zoals die er ligt, akkoord kunnen gaan, zal ik, wat enthousiasme betreft, een terughoudende reactie geven. Ik beschouw het feit dat er nu een nieuw voorstel ligt op zichzelf als positief. Op dit moment ligt in Nederland een voorstel bij de Tweede Kamer, waarin een totaal verbod van tabakspromotie wordt voorgesteld, met uitzondering van reclame in tabaksspeciaalzaken. Ervan uitgaande dat de Tweede en daarna de Eerste Kamer dit wetsvoorstel aannemen, is het de vraag of dit nieuwe voorstel van de Europese Commissie een toegevoegde waarde voor Nederland zal hebben. Gezien de Nederlandse situatie, die wellicht al verder gaat, zou ik het voorstel eerst eens goed willen bestuderen alvorens ook met enthousiasme kan worden gereageerd. 6. Variant Creutzfeld-Jakob (vCJD) en TSE
a. Mondelinge toelichting door de Europese Commissie Toelichting Tijdens de Gezondheidsraad van 14 december 2000 heeft de Raad unaniem conclusies aanvaard waarin zij stelt, in samenwerking met de Commissie, actief te willen reageren op de uitkomsten van de Europese Raad van Nice om inspanningen te leveren voor de volksgezondheid in de strijd tegen BSE. In het bijzonder wenste de Raad op communautair niveau het accent te leggen op: – de intensivering van wetenschappelijk onderzoek naar de oorsprong en overdracht van het BSE-agens; – de ontwikkeling van methodes om het BSE-agens te inactiveren; – de epidemiologische surveillance en monitoring van vCJZ; – diagnose-procedures; – maatregelen om risico uit te bannen en te voorkomen dat er eventueel iatrogene besmetting ontstaat; – informatie-uitwisseling over medisch-sociale en gezondheidsvoorzieningen voor patiënten en hun familie, onderzoek naar opsporing en behandeling. De Raad verzocht de Commissie, op 14 december 2000, om bovenstaande punten te bestuderen en zo spoedig mogelijk hierover een verslag op te stellen. Sindsdien is van de Commissie niets meer vernomen.
Karakter bespreking De Europese Commissie zal de Raad informeren over de epidemiologische situatie van de variant van de Creutzfeldt-Jakob Ziekte (vCJZ). Hiertoe zal geen officieel document aan de Raad worden overhandigd. De Franse Minister van Volksgezondheid zal mogelijk interveniëren, omdat hij van mening is dat aan de oproep van de Raad van 14 december 2000 onvoldoende gehoor door de Commissie is gegeven. De lidstaten zullen vervolgens een toelichting geven over de stand van zaken in eigen land. In Nederland is de variant van de Creutzfeld-Jakob ziekte nog niet aangetroffen.
Inzet Nederland zal kennisnemen van de informatie van de Commissie over de laatste epidemiologische stand van zaken met betrekking tot de variant Creutzfeld-Jakob en TSE kan zich tevens aansluiten bij de Franse kritiek op het trage handelen van de Commissie.
7
b. De epidemiologische stand van zaken Variant Creutzfeldt-Jakob (vCJD) en de noodzaak voor een pro-active strategie inzake TSE en andere zoönosen – Aanname van de Raadsconclusies Toelichting Tegen de achtergrond van een toenemend aantal gevallen van «foodborne diseases of zoonotic origin» in de Europese lidstaten en het streven naar een zo hoog mogelijk niveau van gezondheidsbescherming, doet de Raad zowel aan de lidstaten als aan de Commissie diverse voorstellen tot actie, teneinde bovenstaande problemen en doelstelling het hoofd te bieden dan wel te kunnen realiseren. De lidstaten worden in de conclusies onder andere opgeroepen efficiënte monitoringssystemen te ontwikkelen, goede praktijken mbt publieksvoorlichting te promoten en informatie en kennis uit te wisselen. Daarnaast dient onderzoek gepromoot te worden en nauw samengewerkt te worden met de Europese Commissie. De Europese Commissie, op haar beurt, wordt opgeroepen ervoor zorg te dragen dat Gemeenschapsbeleid actief bijdraagt aan gezondheidsbescherming, een monitoringssysteem te ontwikkelen en uitwisseling van kennis en informatie te bevorderen.
Karakter bespreking Veel lidstaten zullen naar voren brengen dat het document geen recht doet aan datgene wat in de lidstaten al voor elkaar is gebracht. Daarnaast voegt het document niet veel toe aan het beleid in de diverse lidstaten, omdat het merendeel van de voorgestelde acties al gebeurt. Hoogstens verdienen die een intensivering. Inzet Nederland kan de ontwerp Raadsconclusies aanvaarden, al zijn de aanbevelingen vrij algemeen van aard. Daarenboven worden de aanbevelingen voor het belangrijkste deel reeds uitgevoerd in Nederland en in Europees verband en hebben derhalve niet direct meerwaarde voor Nederland. Nederland zal dan ook een toelichting geven over datgene wat momenteel in Nederland aan activiteiten wordt uitgevoerd. 7. Samenwerking met derde landen
a. Gezondheid in de kandidaat lidstaten b. Gezondheid in de Noordelijke dimensie Toelichting De Europese Raad van Feira 19/20 juni 2000 heeft een «actieplan voor de Noordelijke dimensie» aangenomen. Met dit plan wordt beoogd om in de periode 2000–2003 «de programma’s van de Unie en van de lidstaten toegevoegde waarde te geven via sterke coördinatie en complementariteit en betere samenwerking tussen de landen in noordelijk Europa». Volksgezondheid wordt omschreven als een van de belangrijkste sectoren in de totstandkoming van de Noordelijke dimensie. De Raad zal door de Commissie geïnformeerd worden over beide punten. De Raad zal kennis nemen van de informatie van de Commissie over beide punten.
8
8. Diversen
a. Frans-Italiaans project ter bestrijding van AIDS in Afrikaanse landen De Raad zal informatie ontvangen van Frankrijk en Italië over een Frans-Italiaans samenwerkingsproject over AIDS. De Raad zal kennis nemen van de informatie.
b. Organisatie van toekomstige Gezondheidsraden – Franse interventie Frankrijk zal in een interventie een pleidooi houden waarin voorgesteld zal worden de Gezondheidsraad vaker dan twee keer per jaar bij te laten komen. Nederland steun kan geven aan het idee van Frankrijk.
c. Stand van zaken toekomstige initiatieven van de Commissie op het gebied van voeding en gezondheid De Raad zal informatie ontvangen van de Commissie inzake de stand van zaken betreffende gezondheid en voeding. Tijdens de Raad van 14 december heeft de Raad unaniem een resolutie betreffende gezondheid en voeding aanvaard. Deze resolutie verzoekt de lidstaten onder meer om, in het kader van hun nationaal beleid op het gebied van de gezonde voeding, voedingsgedrag engewoonten te stimuleren die bevorderlijk zijn voor de gezondheid en hierover voorlichting te verstrekken. Daarnaast verzocht de Raad de Commissie na te gaan of er projecten kunnen worden opgezet inzake de bevordering van gezonde voedingsdiëten die uiteenlopende gebieden als groenten- en fruitconsumptie en borstvoeding zouden kunnen bevatten. Voorts verzocht de Raad de Commissie om te bestuderen hoe en betere voeding in de EU kan worden bevorderd, alsmede om daartoe eventueel passende voorstellen in te dienen. De Raad zal kennis nemen van de informatie.
9