Ethernet-verbinding. Klik op een van de volgende onderwerpen voor meer informatie over de ethernet-functie van de printer: Ethernet-lichtjes

Ethernet-inhoudsopgave

Ethernet-verbinding Met de ingebouwde ethernet-functie van de printer kunt u de printer rechtstreeks aansluiten op een ethernet-netwerk zonder een externe afdrukserver te gebruiken. Klik op een van de volgende onderwerpen voor meer informatie over de ethernet-functie van de printer: Ethernet-lichtjes

Netwerkconfiguratiepagina

De interne webpagina van de printer

Klik op het bijbehorende onderwerp hieronder voor instructies over installatie: Basisprincipes van ethernet

De printer aansluiten op een ethernet-netwerk

De printersoftware installeren op een netwerkcomputer

Overige informatie: ●

Problemen oplossen

●

De printer terugzetten naar de standaardfabrieksconfiguratie

●

Ethernet-woordenlijst

file:///C|/nld/ug_ethernet_intro_fs.html [12/17/2002 12:56:21 PM]

Ethernet-lichtjes

Ethernet-lichtjes De ethernet-lichtjes van de printer geven de status van de ethernet-verbinding aan.

1. verbindingslichtje 2. activiteitenlichtje

Verbindingslichtje Het verbindingslichtje brandt constant wanneer de printer is aangesloten op een ethernetnetwerk en is ingeschakeld.

het verbindingslichtje

de printer

is aangesloten op een ethernet-netwerk en is ingeschakeld

is niet aangesloten op een ethernet-netwerk of is uitgeschakeld

Activiteitenlichtje Het activiteitenlichtje knippert wanneer de printer gegevens ontvangt of verzendt via de ethernetverbinding.

file:///C|/nld/ug_ethernet_lights_fs.html (1 of 2) [12/17/2002 12:56:23 PM]

Ethernet-lichtjes

het activiteitenlichtje

de printer

ontvangt of verzendt gegevens via de ethernetverbinding

ontvangt of verzendt geen gegevens via de ethernetverbinding

file:///C|/nld/ug_ethernet_lights_fs.html (2 of 2) [12/17/2002 12:56:23 PM]


Netwerkconfiguratiepagina De netwerkconfiguratiepagina van de printer geeft bruikbare informatie over de ethernet-verbinding.

Een netwerkconfiguratiepagina afdrukken Als de printer is ingeschakeld en niet actief is, drukt u op de annuleerknop (X) op de printer om een netwerkconfiguratiepagina af te drukken.

Als de printer zojuist is aangesloten op een netwerk, wacht u een paar minuten voordat u de netwerkconfiguratiepagina afdrukt. De netwerkinstellingen worden nu doorgegeven aan de printer. De juiste instellingen voor de configuratiepagina zijn doorgegeven wanneer Succeeded bij Status wordt weergegeven.

Onderwerpen op de netwerkconfiguratiepagina De netwerkconfiguratiepagina van de printer is ingedeeld in vier onderwerpen.

file:///C|/nld/ug_ethernet_network_page_fs.html (1 of 4) [12/17/2002 12:56:24 PM]


1. Algemeen 2. TCP/IP 3. Netwerkstatistieken 4. Poortconfiguratie

Algemeen

1. Network Name: beschrijvende naam van de printer. 2. URL: het IP-adres voor de interne webpagina van de printer.

3. MAC Address: het Media Access Control-adres van de printer (wordt ook weergegeven op het etiket aan de achterzijde van de printer). 4. Serial Number: het serienummer van de printer.

TCP/IP



5. Status: de netwerkstatus van de printer: Succeeded, Failed of In Progress. 6. Configured by: de methode waarop de printer het IP-adres verkrijgt: DHCP, AutoIP, Manual of Unconfigured.

7. IP Address: het IP-adres van de printer. 8. Subnet Mask: het subnetmasker van de printer. 9. Gateway: het gateway-adres van de printer.

Netwerkstatistieken



10. Total Packets Received: het aantal ontvangen pakketten zonder fouten.

14. Total Packets Transmitted: het aantal verzonden pakketten zonder fouten.

11. Unicast Packets Received: het aantal pakketten dat speciaal is geadresseerd aan de printer.

15. Unicast Packets Transmitted: het aantal verzonden pakketten dat is geadresseerd aan een bepaald apparaat op het netwerk.

12. Broadcast Packets Received: het aantal ontvangen pakketten dat is geadresseerd aan alle apparaten op het netwerk. 13. Bad Packets Received: het aantal ontvangen pakketten met fouten.

16. Broadcast Packets Transmitted: het aantal verzonden pakketten dat is geadresseerd aan alle apparaten op het netwerk. 17. Transmission Error Packets: het aantal pakketten dat niet is verzonden als gevolg van fouten.

Poortconfiguratie

18. Port Configuration: het type ethernet-poort. Deze instelling wordt vastgesteld door het netwerk waarop de printer is aangesloten en kan niet worden geconfigureerd vanuit de printer. ●

●

●

●

10T FullDplx: de printer kan tegelijkertijd gegevens verzenden en ontvangen (volledige duplex) met 10 Mb/s (megabits per seconde). 10T HalfDplx: de printer kan gegevens verzenden en ontvangen met 10 Mb/s maar moet de gegevens afzonderlijk verzenden of ontvangen (half duplex). 100TX FullDplx: de printer kan tegelijkertijd gegevens verzenden en ontvangen (volledige duplex) met 100 Mb/s. 100TX HalfDplx: de printer kan gegevens verzenden en ontvangen met 100 Mb/s maar moet de gegevens afzonderlijk verzenden of ontvangen (half duplex).



Ethernet-woordenlijst 10/100 Base-T: een technische term voor "ethernet". 10/100 verwijst naar de snelheid waarmee het ethernet-netwerk werkt. 10 geeft 10 megabits per seconde (Mb/s) aan voor normale Ethernet en 100 geeft 100 Mb/s aan voor Fast Ethernet. AutoIP: een proces waarbij een apparaat op een netwerk automatisch IP-adressen wordt toegewezen. Broadcast-pakket: een pakket dat wordt verzonden van één apparaat op een netwerk naar alle apparaten op het netwerk. DHCP (Dynamic Host Configuration Protocol): een protocol dat wordt gebruikt om automatisch een IP-adres toe te wijzen aan alle apparaten op een netwerk. Ethernet: een populaire vorm van bekabelde computernetwerken voor Local Area Networks. Ethernet-kabel: er zijn twee typen ethernet-kabels. Een 1-op-1-kabel is de gebruikelijkste kabel en wordt gebruikt om apparaten op een netwerk aan te sluiten via een hub of een router. Een gekruiste kabel is een kabel (twisted pair patch) die de overdrachtsignalen stuurt van het ene apparaat naar de ontvangstsignalen van een andere apparaat. Gebruik een nietafgeschermde 1-op-1-kabel (CAT-5, UTP) met een RJ-45-stekker om de printer aan te sluiten op een ethernet-netwerk. Gateway: een toegewezen apparaat (router of computer) dat twee verschillende netwerken verbindt. Een computer op een ethernet-netwerk kan bijvoorbeeld functioneren als een gateway tussen een netwerk en het Internet. Firewall: een combinatie van hardware en software die een netwerk beschermt tegen ongewenste toegang. Hub: een eenvoudig apparaat dat functioneert als het middelpunt van een ethernet-netwerk. Andere apparaten op het netwerk zijn aangesloten op de hub. Internet-verbinding delen (ICS): een programma van Windows waardoor een computer kan functioneren als een gateway tussen het Internet en een LAN. ICS maakt gebruik van DHCP om IP-adressen toe te wijzen. Zie de Windows-documentatie voor meer informatie over ICS. IP-adres (Internet Protocol): een uniek nummer waarmee een apparaat op een LAN wordt aangegeven. Het IP-adres wordt vaak automatisch toegewezen door DHCP of AutoIP. Een apparaat kan echter ook handmatig een statisch IP-adres worden toegewezen. LAN (Local Area Network): een snel computernetwerk waarmee apparaten worden verbonden die niet ver uit elkaar staan. Ethernet is een type LAN. MAC-adres (Media Access Control): het hardwareadres voor een apparaat op een netwerk. Het MAC-adres van de printer verschijnt op de configuratiepagina van het netwerk en op het etiket bij de ethernet-poort van de printer. Mb/s (megabits per seconde): de maateenheid voor de snelheid waarmee een ethernetnetwerk werkt. Bijvoorbeeld: 1 Mb/s is gelijk aan 1.000.000 bits per seconde (of 125.000 bytes per seconde).

file:///C|/nld/ug_ethernet_glossary_fs.html (1 of 2) [12/17/2002 12:56:25 PM]


Netwerknaam: de naam waarmee de printer wordt aangegeven op het netwerk (ook wel bekend als de "beschrijvende naam" van de printer). De netwerknaam van de printer is item 1 op de netwerkconfiguratiepagina. Gebruik de netwerknaam om de interne webpagina van de printer te openen. Pakket: een bericht dat wordt verzonden van een apparaat naar andere apparaten op het netwerk. Protocol: een "taal" waarmee apparaten op een netwerk onderling communiceren. Een veelvoorkomend netwerkprotocol is TCP/IP. RJ-45: het type stekker aan het eind van een ethernet-kabel. Router: een apparaat voor complexe internetcommunicatie waarmee pakketten van het ene netwerk naar het andere netwerk worden gestuurd. Een router kan functioneren als een gateway tussen een LAN en het Internet. Statisch IP-adres: een IP-adres dat handmatig wordt toegewezen aan een apparaat op een netwerk. Een statisch IP-adres ligt vast totdat deze handmatig wordt gewijzigd. DHCP en AutoIP zijn alternatieve methoden voor het toewijzen van IP-adressen. Subnet: een "klein netwerk" dat functioneert als onderdeel van een groter netwerk. De printer en de computers die hier gebruik van maken, moeten zich op hetzelfde subnet bevinden. Subnetmasker: een nummer waarmee wordt aangegeven tot welk subnet een IP-adres behoort. TCP/IP (Transmission Control Protocol/Internet Protocol): het protocol voor netwerkcommunicatie gebruikt op het Internet. De ingebouwde ethernet-functie van de printer ondersteunt LAN's die gebruik maken van TCP/IP. Unicast-pakket: een pakket dat via het netwerk wordt verzonden van het ene apparaat naar het andere.

file:///C|/nld/ug_ethernet_glossary_fs.html (2 of 2) [12/17/2002 12:56:25 PM]

Ethernet-webpagina

De interne webpagina van de printer Gebruik de interne webpagina van de printer voor het volgende: ●

Aanpassen van de netwerkconfiguratie

●

Geschat inktniveau in de inktpatronen controleren

●

Netwerkstatistieken bekijken

●

Koppeling naar de website van HP voor ondersteuning en voor aanschaf van benodigdheden

Voordat u de interne webpagina gebruikt Voordat u de interne webpagina van de printer gebruikt, controleert u of de printer en de computer zijn ingeschakeld en aangesloten op het netwerk. Als u de interne webpagina wilt gebruiken voor toegang tot HP-ondersteuning of voor het aanschaffen van benodigdheden, controleert u of de computer is aangesloten op het Internet.

De interne webpagina openen Voer deze procedure uit om de interne webpagina van de printer te openen. 1. Start de Internet-browser. Gebruik Microsoft Internet Explorer 5.0 of hoger of Netscape 4.75 of hoger.

2. Geef een van de volgende opties in het adresvak op en druk vervolgens op Enter. ❍

Netwerknaam van de printer

❍

URL van de printer Als u de interne webpagina wilt openen en de printer bevindt zich op een ander subnet dan de computer, geeft u de URL van de printer op in het adresvak van de browser.

Wanneer u niet over de bovenstaande gegevens beschikt, drukt u een netwerkconfiguratiepagina af.

file:///C|/nld/ug_ethernet_web_server_fs.html [12/17/2002 12:56:25 PM]

Basisprincipes van ethernet

Basisprincipes van ethernet Met de ingebouwde ethernet-functie van de printer kunt u de printer rechtstreeks aansluiten op een 10/100 Base-T ethernet-netwerk zonder een externe afdrukserver te gebruiken.

Hardware Hubs en routers Op een ethernet-netwerk zijn de computers en de printer aangesloten op een hub of een router.

Een voorbeeld van een ethernet-netwerk

Hubs en routers hebben veel overeenkomsten maar er is één groot verschil. Hubs zijn passief. Andere apparaten op het netwerk worden aangesloten op de hub om onderling te kunnen communiceren. De hub beheert het netwerk niet. Routers zijn actief. Routers hebben hulpprogramma's voor netwerkbeheer, zoals firewalls en DHCP. Een router kan functioneren als een gateway; een hub kan dat niet. Kabels Gebruik een niet-afgeschermde ethernet-kabel (CAT-5, UTP) om de printer aan te sluiten op een ethernet-netwerk. Ethernet-kabels hebben een RJ-45-stekker.

file:///C|/nld/ug_ethernet_basics_fs.html (1 of 4) [12/17/2002 12:56:26 PM]


RJ-45-stekker

Als u de printer niet wilt beschadigen, gebruikt u geen telefoonkabel om de printer op een ethernet-netwerk aan te sluiten en sluit u de printer niet aan op een telefoonaansluiting.

Netwerkcommunicatie TCP/IP Apparaten op een netwerk communiceren onderling via een "taal" die protocol wordt genoemd. De printer is geschikt voor netwerken die het veelvoorkomende protocol TCP/IP gebruiken. IP-adres Elk apparaat op een netwerk heeft een uniek IP-adres. Veel netwerken maken gebruik van DHCP of AutoIP om IP-adressen automatisch toe te wijzen.

Internet-verbindingen Ethernet-netwerken kunnen wel of niet op het Internet worden aangesloten. Als u de printer aansluit op een ethernet-netwerk dat is verbonden met het Internet, moet u een gateway gebruiken zodat het IP-adres van de printer wordt toegewezen via DHCP. Een gateway kan een router of een computer met Windows zijn waarop Internet-verbinding delen (ICS) actief is. Zie de documentatie die is geleverd bij de Windows-computer voor meer informatie over ICS.

Voorbeelden van ethernet-netwerken Hier volgen een aantal algemene configuraties van ethernet-netwerken: file:///C|/nld/ug_ethernet_basics_fs.html (2 of 4) [12/17/2002 12:56:26 PM]


Gedeelde Internet-verbinding met een router als gateway

In dit voorbeeld beheert een router de netwerkverbindingen en functioneert deze als gateway tussen het netwerk en het Internet. Gedeelde Internet-verbinding met een computer als gateway

In dit voorbeeld zijn de netwerkapparaten aangesloten op een hub. Een computer op een netwerk functioneert als de gateway tussen het netwerk en het Internet. De gateway-computer maakt gebruik van Internet-verbinding delen (ICS) om de netwerkverbindingen te beheren en om andere apparaten toegang te verlenen tot het Internet. Internet-verbinding via DSL of kabel zonder een gateway

Dit voorbeeld lijkt veel op het eerste voorbeeld. In dit voorbeeld worden echter de netwerkapparaten aangesloten op een hub en niet op een router. De hub wordt direct verbonden met het Internet. Let op Deze configuratie wordt niet aanbevolen door HP. Gebruik, indien mogelijk, een gateway om Internet-toegang via het netwerk te beheren en zo het risico van virussen te beperken en te beschermen tegen ongewenste toegang.

Ethernet-netwerk zonder een Internet-verbinding



In dit voorbeeld zijn de netwerkapparaten aangesloten op een hub. Apparaten maken gebruik van AutoIP om IP-adressen te verkrijgen.

De printer gebruiken op een ethernet-netwerk Netwerkcomputers sturen afdruktaken rechtstreeks naar de printer, waar de taken worden afgedrukt in de volgorde waarin deze zijn ontvangen. Ethernet-capaciteit van de printer De printer accepteert afdruktaken die tegelijkertijd zijn verzonden door vier gebruikers. Bijvoorbeeld, als vijf gebruikers tegelijkertijd een afdruktaak naar de printer verzenden, accepteert de printer de eerste vier afdruktaken en weigert de vijfde. De gebruiker die de vijfde afdruktaak heeft verzonden, moet een aantal minuten wachten en vervolgens de afdruktaak opnieuw verzenden.



De printer aansluiten op een ethernet-netwerk Voer de volgende procedure uit om de printer aan te sluiten op een ethernet-netwerk. 1. Installeer, indien nodig, de printer. Raadpleeg de Installatieposter die is geleverd bij de printer voor instructies over het installeren van de printer. 2. Controleer of de printer is ingeschakeld. 3. Sluit de ethernet-kabel aan op een beschikbare poort op de hub of router (ethernet).

4. Sluit de ethernet-kabel aan op de ethernet-poort aan de achterzijde van de printer.

Als u de printer niet wilt beschadigen, gebruikt u geen telefoonkabel om de printer op een ethernet-netwerk aan te sluiten en sluit u de printer niet aan op een telefoonaansluiting.

5. Voer een van de volgende handelingen uit:

het verbindingslichtje

actie

file:///C|/nld/ug_ethernet_install_most_fs.html (1 of 2) [12/17/2002 12:56:27 PM]


De printersoftware installeren op netwerkcomputers.

Herhaal stap 2-4. Als de lichtjes nog steeds uit zijn, moet u controleren of: ❍

de printer is ingeschakeld;

❍

de hub of router is ingeschakeld;

❍

alle kabels goed vastzitten;

❍

u een ethernet-kabel gebruikt.

file:///C|/nld/ug_ethernet_install_most_fs.html (2 of 2) [12/17/2002 12:56:27 PM]

Ethernet-software installeren

De printersoftware installeren op een netwerkcomputer

Voor het installeren Voordat u de printersoftware installeert op een netwerkcomputer, moet u controleren of: ●

de printer is ingesteld en ingeschakeld;

●

de hub of router (ethernet) is ingeschakeld en goed functioneert;

●

alle computers op het netwerk zijn ingeschakeld en aangesloten op het netwerk;

●

de printer is aangesloten op het ethernet-netwerk.

Als de printer eerder is aangesloten op een computer met een USB-kabel, koppelt u de USB-kabel los van de printer. Gebruik de cd-rom met de printersoftware en volg de instructies hieronder om een ethernet-versie van de printerdriver op de computer te installeren.

Installatieprocedure Als u de printersoftware wilt installeren op een netwerkcomputer, voert u de volgende procedure uit: 1. Plaats de cd-rom met de printersoftware in het cd-rom-station van de computer. Als de cd-rom niet automatisch wordt afgespeeld, start u de cd-rom vanuit Windows en dubbelklikt u op het bestand setup.exe.

2. Volg de instructies op het scherm en gebruik de volgende informatie om de installatie te voltooien. ❍

Printer connection: verbinding via het netwerk

❍

Network setup: standaardnetwerkinstellingen voor een computer of server Als de printer niet kan worden gevonden tijdens het installeren, volgt u de instructies onder De printer kan niet worden gevonden tijdens de software-installatie in Problemen met ethernet oplossen.

3. Nadat de installatie is voltooid, volgt u de instructies op het scherm om een testpagina af te drukken.

file:///C|/nld/ug_ethernet_install_dhcp_autoip_fs.html [12/17/2002 12:56:28 PM]

Problemen met ethernet oplossen

Problemen met ethernet oplossen Klik op het onderwerp dat het probleem het best beschrijft: ●

De printer drukt niet af

●

Er kan niet naar de interne webpagina van de printer worden gebladerd

●

De printer kan niet worden gevonden tijdens de software-installatie

De printer drukt niet af Controleer of: ●

de printer is ingesteld en ingeschakeld;

●

de inktpatronen zijn geïnstalleerd;

●

de printer is ingeschakeld en de papierlade vol zit;

●

er geen papierstoringen in de printer zijn.

Klik hier als een van de bovenstaande problemen voorkomt. Beantwoordt de volgende vragen: Brandt het verbindingslichtje constant?

Ga naar Ja de volgende vraag.

Nee Controleer of: ●

●

●

●

u geen telefoonkabel gebruikt om de printer op het netwerk aan te sluiten; de ethernet-kabel goed is aangesloten op de printer; de hub of router (ethernet) is ingeschakeld en goed werkt; de computer die u gebruikt, is aangesloten op het netwerk.

file:///C|/nld/ug_ethernet_problems_fs.html (1 of 3) [12/17/2002 12:56:29 PM]


Drukten meer dan vier personen tegelijkertijd af naar de printer? Ja Wacht totdat de printer niet actief is en druk vervolgens het document opnieuw af.

Nee Ga naar de volgende vraag.

Knippert het activiteitenlampje wanneer u een document probeert af te drukken?

Als het Ja document niet kan worden afgedrukt, klikt u hier voor meer informatie over problemen oplossen.

Nee Controleer of: ●

●

de printer is geselecteerd in de toepassing waaruit u probeert af te drukken; de computer is aangesloten op het netwerk.

Als u nog steeds niet kunt afdrukken, zet u de printer terug naar de standaardfabrieksconfiguratie.

Er kan niet naar de interne webpagina van de printer worden gebladerd Controleer of: ●

u geen telefoonkabel gebruikt om de printer op het netwerk aan te sluiten;

●

de ethernet-kabel goed is aangesloten op de printer;

●

de hub of router (ethernet) is ingeschakeld en goed werkt;

●

de computer die u gebruikt, is aangesloten op het netwerk.

Als u nog steeds geen toegang hebt tot de interne webpagina van de printer, voert u de volgende procedure uit: 1. Druk een netwerkconfiguratiepagina af.



2. Zoek de URL van de printer (item 2 op de configuratiepagina). 3. Start de Internet-browser. Gebruik Microsoft Internet Explorer 5.0 of hoger of Netscape 4.75 of hoger.

4. Geef de URL van de printer op in het adresvak en druk vervolgens op Enter. Als u de interne webpagina van de printer nog steeds niet kunt openen, herstelt u de standaardfabrieksconfiguratie.

De printer kan niet worden gevonden tijdens de software-installatie Voer de volgende procedure uit als de printer niet kan worden gevonden tijdens de softwareinstallatie: 1. Druk een netwerkconfiguratiepagina af. 2. Zoek het IP-adres van de printer (item 7 op de configuratiepagina). 3. Selecteer de optie Specify a printer by address in het venster Identify Printer van het installatieprogramma en klik op Next. 4. Selecteer de optie IP Address in het venster Specify Printer van het installatieprogramma. 5. Geef het IP-adres van de printer op in het vak IP Address en klik op OK. 6. Volg de instructies op het scherm om de installatie te voltooien.


De printer terugzetten naar de standaardfabrieksconfiguratie

De printer terugzetten naar de standaardfabrieksconfiguratie Wanneer de printer is geconfigureerd voor ethernet, worden de configuratie-instellingen opgeslagen in het geheugen. U moet misschien de printer terugzetten naar de standaardfabrieksconfiguratie als u: ●

niet kunt afdrukken naar de printer;

●

de interne webpagina van de printer niet kunt openen.

Voer de volgende procedure uit om de printer terug te zetten naar de standaardfabrieksconfiguratie: 1. Controleer of de printer is uitgeschakeld. 2. Druk op de annuleerknop (X) en houd deze ingedrukt. 3. Terwijl u de annuleerknop ingedrukt houdt, drukt u op de aan/uit-knop om de printer in te schakelen. 4. Laat de annuleerknop los. 5. Controleer of de drie printerlichtjes tegelijkertijd twee keer knipperen.

De drie lichtjes knipperen twee keer tegelijkertijd

Als de lichtjes niet knipperen, herhaalt u stap 1-4.

file:///C|/nld/ug_ethernet_reset_fs.html [12/17/2002 12:56:29 PM]

Ethernet-verbinding. Klik op een van de volgende onderwerpen voor meer informatie over de ethernet-functie van de printer: Ethernet-lichtjes

Recommend Documents