essay
EEN LEERZAME GENERATIE
Hans Stavleu
essay
100
Lector Toekomst in ICT
Hoewel het alweer enkele jaren geleden was, staat één van mijn allereerste colleges me nog steeds als de dag van gisteren in mijn geheugen gegrift. In een niet al te groot lokaal hadden zo’n twintig studenten plaatsgenomen op een houten stoel achter hun aan elkaar geschoven schoolbankjes. Iedereen had een laptop opengeklapt en was er helemaal klaar voor. Een mooi gezicht, weet ik nog. Ik glimlachte. Zonder laptop was ook ik er helemaal klaar voor en begon met mijn inspirerende verhaal. Driftig gingen de vingers over de toetsenborden en behendig werd de muis gehanteerd. Zo, die maken mooi aantekeningen, dacht ik. Totdat ik mijn mond hield. De vingers en handen bleven bewegen, de ogen nog steeds op het beeldscherm gericht, de neuzen er bijna tegenaan gedrukt. Kortstondig fronste ik m’n wenkbrauwen, kuchte bijna onhoorbaar en wandelende nonchalant door het lokaal. zat dat mijn ouders vol trots voor me hadden gekocht. Eentje waar ik te beroerd voor was om het omhoog te tillen naar het tafelblad van mijn bankje en het te raadplegen. Dit gedeelte van het college was de start van een belangrijke verandering in mijn werkzame leven. Nooit eerder realiseerde ik me dat onderwijs is ingericht met gereedschappen van de vorige eeuw, terwijl studenten hun schreden met gemak in de eerste tien procent van de 21e eeuw hebben gezet. Behalve het (schijnbaar) veel dingen tegelijk kunnen doen, zag ik dat het voor hen normaal is om kennis te delen. Of dat nu met een computernetwerk gaat of met de handen voor de mond, ik moest daar meer over te weten komen. Immers, het is in onze geschiedenis nog niet eerder voorgekomen dat er een generatie is die met informatie- en communicatietechnologie is opgegroeid.
essay
Tijdens mijn rondje door het lokaal was er van alles te zien op de monitors: mailprogramma’s, reissites, Hyves, YouTube, Google, msn, Flickr, en gelukkig werden er ook nog aantekeningen gemaakt. Langzaam begaf ik me weer naar voren, zodat ik hun gezichten weer kon zien. Op een gegeven moment gebruikte ik blijkbaar een moeilijk woord. In mijn ooghoek zag ik een meisje razendsnel met haar vingers over het toetsenbord gaan. Heel kort daarna zette ze haar handen als een toeter tegen haar mond, en riep door het lokaal: “Je moet niet op www.vandale.nl kijken hoor!” Ze had het woord opgezocht en via het computernetwerk met haar studiegenoten gedeeld. Blijkbaar had ze er nog wel een fysieke actie bij nodig om haar eigen kennis te verspreiden. Ik lachte in mezelf. Flarden geschiedenis van mijn eigen schooltijd schoten door mijn hoofd. Het beeld van een schooltas onder m’n bank waarin behalve een paar boeken, etui en passerdoos ook een woordenboek
101
SMS-COLLEGE Met de uitspraak “School is een onderbreking van hun digitale lifestyle” als uitgangspunt zag het college een week later er anders uit en werd er een modern middel geïntroduceerd. Na met elkaar een aantal vragen op het white board te hebben verzameld, gaf ik ze de opdracht: “Pak je telefoon en vind via SMS antwoorden op de vragen. Je krijgt tien minuten de tijd.” Het gesputter over kosten pareerde ik netjes met het feit dat ze geen boek hoefden aan te schaffen. Het leek wel of ze er niet eens verder over hoefden na te denken. In een mum van tijd gingen ze aan de slag. Overal zag ik twee duimen razendsnel over het kleine toetsenbord gaan en na vijf minuten kwamen de eerste piepjes binnen. Na een minuut of acht liep er een student een beetje nerveus door het lokaal. Hij had zijn piepje nog niet binnen. Enkele tellen later had ook hij zijn antwoord binnen. Tien minuten had ik ze gegeven en dus moesten we nog twee minuten wachten. Na inventarisatie bleek 75 procent van de vragen te zijn beantwoord. Hun geraadpleegde netwerk bleek niet alleen uit vriendjes en vriendinnetjes te bestaan, maar ook uit familieleden . Ze wisten precies wie ze met welke vraag moeten bestoken. Crowdsourcing en co-creatie in optima forma zijn de woorden die ik nu aan dit fenomeen kan toewijzen.
leerde ik hem dingen over creativiteit en hoe hij op een andere manier tegen ‘werken’ aan kon kijken. Zo moest hij als zeer plichtsgetrouw mens een dagje tijdens werktijd niet op kantoor komen en min of meer verplicht een strandwandeling maken. Dat viel hem zwaar, maar uiteraard overleefde hij het. Hopelijk heeft hij nog jaren plezier van zijn tijd bij TNO. Andersom is het zeker. Want, hij onderwees míj! Ik had het niet meteen in de gaten, maar zijn versterkte creativiteit zorgde ervoor dat de rollen werden omgedraaid. Hij werd de docent. Mijn docent. Op een dag zei hij: “Heb je wel eens aan een 3D-omgeving gedacht als virtuele omgeving om open innovatie in vorm te geven?” Met het schaamrood op m’n kaken moest ik bekennen dat ik daar niet aan had gedacht. Hij opperde zelfs een bestaand 3D-platform. Met dezelfde Hollandse weerstand als mijn studenten tijdens het sms-college zei ik: “Dat kost vast veel geld, en dat heb ik niet.” Enkele dagen later kwam hij naar me toe met de mededeling dat het helemaal niets kost om eens uit te proberen. Nu moest ik er wel op ingaan. Dat deed ik dan ook als goede student, en zette mijn eerste stappen op een pad dat me nog verder bracht in de wereld waarin de rollen van docent en student zijn omgedraaid.
Het onderwijs
lijkt steeds verder
achterop te raken,
essay
102
waardoor de kloof tussen docent en student groeit
Docent wordt student Een ander hedendaags verschijnsel opende m’n ogen nog verder. Een van mijn studenten wilde bij TNO op het gebied van Open Innovatie afstuderen. Met plezier kreeg hij zijn opdracht om te zien hoe Open Innovatie op een virtuele manier in praktijk zou kunnen worden gebracht. Tijdens zijn afstudeertraject
Inmiddels beschikt Hogeschool Leiden over Within Ten Years, een 3D virtueel innovatie- en educatiecentrum. Na de eerste amateuristische innovatieoefeningen werd het tijd om het serieuzer en professioneler aan te pakken. Op zoek naar iemand die een 3D virtueel innovatie- en educatiecentrum kon vormgeven met de ietwat onorthodoxe gedachte die ik in mijn hoofd had, ontmoette ik bij toeval Jolanda Verleg. Haar designcompetenties pasten één-op-één bij mijn uitgangspunten
van een omgeving die duurzaamheid weergeeft en waarin de avatars van studenten vrijelijk kunnen bewegen en niet achter een schoolbankje van pixels hoeven te zitten. In een korte, zeer intensieve periode werd de omgeving ontwikkeld en de eerste werkcolleges en innovatieworkshops vonden er plaats. En wederom leerde ik van de jeugd van tegenwoordig.
DE KLOOF GROEIT De technologische ontwikkelingen gaan door en de ‘jeugd van tegenwoordig’ pakt het sneller op dan wie dan ook. En het onderwijs lijkt steeds verder achterop te raken, waardoor de kloof tussen docent en student groeit. Met de ervaringen die hierboven zijn genoemd in het achterhoofd is daar best wat aan te doen. Kunnen zij ons niet leren op welke wijze we moeten onderwijzen en innoveren? Laten zij ons maar eens vertellen hoe we leerprogramma’s zouden kunnen ontwikkelen. Je hoeft het ze alleen maar toe te staan. En het werkt!
103 essay
SPELEN? Studenten kregen de opdracht om in de virtuele omgeving van Hogeschool Leiden ‘iets’ te doen met sensoren. Er waren niet of nauwelijks beperkingen opgesteld. ’s Avonds om een uur of elf logde ik in. Nog even een half uurtje werken, bedacht ik me. Tot mijn stomme verbazing was ik niet de enige. Enkele studenten waren in de virtuele omgeving hard aan het werk. Met motoren, raceauto’s, bussen, vrachtwagens, caravans en fietsen scheurden ze over een zelf geplaveide virtuele snelweg. Even dacht ik dat ze aan het spelen waren, maar de racende avatars met hun digitale voertuigen waren bloedserieus. Met verschillende soorten sensoren werden tijd en snelheid gemeten. Ze konden me exact vertellen wat ze deden en hoe ze het hadden aangepakt. Spelenderwijs leerden ze van hun eigen strategie zonder dat ze wisten wat ze moesten leren. Tegelijkertijd leerden ze mij een lesje: loslaten!
Studenten ontwikkelden een spel dat in de uitbreiding Decay City van het 3D virtuele innovatie- en educatiecentrum kan worden gespeeld. Een spel op hun manier, met hun ideeën en met hun kennis dat hun competenties weer een stuk verder kan brengen. Docenten zonder de technologische kennis
essay
104
Laat de jeugd ons maar vertellen hoe we leerprogramma’s zouden kunnen ontwikkelen