Jaarverslag 2012
Espria Jaarverslag 2012
Inhoud ‘Als je “Als jeactiviteiten activiteitenvoor voor mensen organiseert, lijken ze minder ziek’ ziek” 1
Voorwoord
4
2 2.1 2.2 2.3
Profiel van het concern Algemene identificatiegegevens Structuur van de organisatie Kerngegevens
20 20 20 20
3 3.1 3.2 3.3 3.4
Bestuur, toezicht en medezeggenschap Normen voor goed bestuur Raad van bestuur / Directie Raad van commissarissen Medezeggenschap
28 28 29 29 35
4 4.1 4.2 4.3
46 46 48
4.4 4.5 4.6 4.7
Beleid, inspanningen en prestaties Meerjarenbeleid Algemeen beleid verslagjaar Samenleving, samenwerkingsrelaties en belanghebbenden/stakeholders Kwaliteit Personeelsbeleid Financieel beleid Toekomstparagraaf
5 5.1 5.2 5.3
Jaarrekening Geconsolideerde jaarrekening Enkelvoudige jaarrekening Overige gegevens
74 75 118 122
1 2 3
Bijlagen Kerngegevens Samenstelling raad van bestuur Samenstelling raad van commissarissen
55 57 59 61 63
124 124 126 127
06 ‘Uitgaan van eigen kracht: een fundamenteel andere benadering van de Nederlandse zorg’ Interview met Marco Meerdink, voorzitter van de raad van bestuur en Tiana van Grinsven, lid van de raad van bestuur
‘De mens zien achter de cliënt, dat is kwalitatieve zorg’ Interview met Anke Boomhouwer, kwaliteitsadviseur
16
40
‘Gemeenschapszin terugbrengen, daar gaat het om’
‘Huisart ook steeds meer actief in de psychosomatiek’ Interview met Marcel de Vijlder, medisch directeur van Huisartsenzorg Drenthe
Interview met Hans van Scheijen, directeur van De Trans
66
‘Tussen gemeenten en verzekeraars moet een makelaarsfunctie komen’
44
Interview met Ab Meijerman, burgemeester Veendam
Interview met Pieter Los, cliënt bij woonzorg complex Lambert Melisz van Evean
Interview met Agnes van Everdingen, ervaringsdeskundige GGZ Drenthe
68
72
‘Door een balletje op te gooien breng je mensen op ideeën’
14
Interview met Joris Slaets, hoogleraar ouderengeneeskunde en wetenschappelijk adviseur van de raad van bestuur
42
18
‘Het leven is van mensen zelf en dat moet ons een zorg zijn’ Interview met Han Noten, voorzitter raad van commissarissen
‘Gezond ouder worden is een hype’
Interview met Gerda Schilthuis, wijkverpleegkundige Icare
‘Veel mensen om me heen is voor mij heel normaal’
‘We zijn een rolmodel voor cliënt én hulpverlener’
‘We moeten meer denken in zorgketens’ Interview met Marjolein Verstappen, directeur Zorginkoop en vicevoorzitter van de divisie Zorg & Gezondheid van Achmea
Interview met Ida Hartog, voorzitter Centrale Cliëntenraad
24
26
70 ‘Bij goede samenwerking moet er een gunfactor zijn’ Interview met Rob Dillmann,bestuursvoorzitter Zaans Medisch Centrum
1
Voorwoord
Het is cruciaal dat mensen zo lang mogelijk vitaal en gezond blijven en blijven participeren in onze samenleving. Dat vraagt samenwerking van een groot aantal partijen over de grenzen van instituties en traditionele domeinen heen. Wij hebben elkaars kwaliteiten en competenties nodig om oplossingen te bieden voor heel uiteenlopende levensvragen van kwetsbaar wordende burgers. Wij geloven in burgerkracht en sociale cohesie in onze samenleving. Wij geloven in de wil en het vermogen van mensen om iets voor een ander te betekenen. En wij geloven in de kracht van samenwerking. Daarom investeren wij in wijkgerichte concepten van ‘beschut’ wonen met een breed scala van diensten, welzijn en zorg. Daarom organiseren wij ons kleinschalig, in wijkteams. Daarom steunen wij een initiatief als Wehelpen.nl, dat vraag en vrijwillig aanbod in wijken en buurten bij elkaar brengt. Daarom steunen wij de stichting Lezen & Schrijven omdat die, net als wij, participatie van kwetsbare mensen nastreeft.
van wonen en zorg en van cure en care heen, levert veel toegevoegde waarde. Wij vinden dat het vak, het ambacht van onze professionals, centraal moet staan in onze organisatie, die hen ruimte biedt om te excelleren. Het gaat ten slotte om die twee: de klant en de professional! Een boeiende tijd en een tijd van uitersten. Een tijd die van ons vraagt dat we blijven verbeteren en vernieuwen. Een tijd waarin samenwerken essentieel is. Een tijd waarin solidariteit en sociale cohesie niet meer vanzelfsprekend lijken te zijn. Er wordt veel van al onze medewerkers gevraagd. Wij zijn dankbaar voor en trots op hun professionaliteit, inzet en betrokkenheid. Samen blijven wij zoeken naar de toegevoegde waarde die wij als organisaties van zorgprofessionals en sociale huisvesters kunnen leveren aan het leven en welbevinden van oudere en kwetsbare mensen. Die toegevoegde waarde beschrijven we in dit jaarverslag. We laten voorbeelden zien en we laten er anderen over aan het woord. Wij zijn benieuwd naar uw reactie!
Namens de raad van bestuur
Ik schrijf dit voorwoord in een tijd waarin het crisisgevoel in ons land overheerst. Het consumentenvertrouwen is historisch laag en de werkloosheid historisch hoog. Veel mensen en bedrijven hebben het moeilijk. Het kabinet Rutte II neemt drastische maatregelen en oogst kritiek. Want wat vanzelfsprekend was, is dat ineens niet meer en dat roept begrijpelijk veel weerstand en emotie op. Espria en samenwerkingspartner Woonzorg Nederland leveren een bijdrage aan het debat vanuit een visie, die niet onweersproken is.
4 Espria Jaarverslag 2012
Centraal in onze visie staat: leven en welbevinden van kwetsbare mensen (niet hun ziekte of gebrek), uitgaan van hun eigen kracht en wil, daar waar zij zich thuis voelen (vaak thuis of in hun eigen buurt), met steun van naasten. En als wij nodig zijn, omdat afhankelijkheid van ziekte dat noodzakelijk maakt, zijn we er. Met al onze professionaliteit en liefde. ‘Handen thuis’, in de dubbele betekenis dus. Mensen leven thuis, professionals houden zo lang mogelijk de handen thuis (de handen op de rug, maar het hoofd en het hart dichtbij).
De maatregelen die het tweede kabinet Rutte voor de zorg heeft aangekondigd, voor zover die inmiddels duidelijk zijn, zijn in lijn met onze visie. Wel is het tempo erg hoog en ontbreekt het vooralsnog aan richtlijnen die deze majeure transitie faciliteren.
Marco Meerdink voorzitter
Ook in onze eigen organisaties zullen de gevolgen ingrijpend zijn. Daar komt bij dat wij een steeds groter wordende groep mensen die afhankelijk is geworden van onze hulp en steun bij ons zien komen. Wij zijn trots op de excellente en liefdevolle wijze waarop onze mensen dagelijks onze klanten behandelen en verzorgen. En ook hier geldt: samenwerken in ketens, over de grenzen
5
Uitgaan van eigen kracht: een fundamenteel andere benadering van de Nederlandse zorg
De grote uitdaging voor de Nederlandse zorg is het handhaven van het hoge kwaliteitsniveau, tegen aanvaardbare kosten. En dat terwijl in de toekomst de vraag toeneemt en het aantal ‘professionele’ handen minder wordt. Het antwoord van Espria en Woonzorg Nederland is verwoord in een nieuwe missie en visie. Uitgaan van wat mensen zelf kunnen, dat versterken, ze zo lang mogelijk thuis laten wonen en professionele zorg bieden als het echt nodig is. Zorg van excellente kwaliteit en met liefde gegeven.
6 Espria Jaarverslag 2012
Waardevol leven volgens Tiana:
'Een leven vol liefde en respect’
7
Een stevige uitdaging, want het klinkt simpel, maar vraagt een andere kijk op zorg. Niet gericht zijn op ziekte en gebrek, maar op mogelijkheden. En vaak is gezondheid niet het dominante probleem. Het betekent ook: het eigen (organisatie)belang ondergeschikt maken aan deze uitdaging en over traditionele grenzen heen denken. Want wonen, welzijn en zorg zijn voor kwetsbare mensen geen gescheiden werelden. Het resultaat moet zijn: tevreden cliënten, tevreden en trotse medewerkers, een gezond bedrijf en minder onnodige zorgconsumptie. Zo vatten bestuurders Marco Meerdink en Tiana van Grinsven de ambitie van de raad van bestuur samen.
willen handhaven en de kosten in de hand willen houden, zullen we ons moeten afvragen: wat is zorg eigenlijk? En wat dus ook niet. Want alles blijven doen zoals we het nu doen is niet vol te houden." Eigen kracht en burgerkracht Tiana wijst op het brede perspectief: “Wonen, welzijn en zorg kunnen niet los van elkaar worden gezien. De geschetste levensvragen zijn breed en oplossingen liggen dus niet op ieder deelterrein afzonderlijk, maar vragen een integrale benadering. Daarnaast vragen ze het stimuleren van eigen kracht en burgerkracht. Daar zit vaak de oplossing al. Mensen kunnen meer zelf dan wij ge-
‘Wij zullen er altijd zijn voor kwetsbare mensen die onze zorg en steun nodig hebben’
Wat is zorg, wat niet? “Voor ons betekent dat echt anders denken”, aldus Marco. “We zijn in de zorg erg gevangen in het medisch model. Alles is gericht op ziekte en gebrek, op diagnose en therapie. Maar de vraag van veel mensen is geen zorgvraag. Maar een vraag die voortvloeit uit de meest voorkomende ‘ouderdomsziekten’, namelijk eenzaamheid, verveling, een gevoel van onveiligheid en het gevoel er niet meer toe te doen. Dat zijn levensvragen waarvoor wij als samenleving de ogen niet mogen sluiten. Maar gezondheidsproblemen zijn het niet. En zorgaanbod helpt niet, daar gaan mensen zich niet beter door voelen. Als we de kwaliteit
neigd zijn te denken en veel mensen, ook de vele vitale ouderen, geven anderen graag ondersteuning. Daarmee verrijken ze ook hun eigen leven en ontlenen daar veel voldoening aan.” Marco: “Wij willen bouwen aan een samenleving die solidair is. Een samenleving waarin het vanzelfsprekend is dat we elkaar aandacht, zorg en liefde geven. Waarin het normaal is contact met elkaar te hebben en ‘even iets voor elkaar te doen’. En zo, door simpele alledaagse dingen, bevorder je samenhang en solidariteit. Zo hou je mensen vitaal, weerbaar en maak je het hen mogelijk zo lang mogelijk deel te nemen aan het dagelijks leven.”
8 Espria Jaarverslag 2012
Samen werken, over domeingrenzen heen Uiteraard zijn Espria en Woonzorg Nederland professionele aanbieders van wonen en zorg. “En daar zijn we trots op”, zegt Tiana. “We zijn, door de breedte van ons pakket, in staat over de grenzen van traditionele domeinen heen onze cliënten te helpen. Juist door die integrale benadering bieden we meerwaarde. Uiteraard werken we hierbij samen met vele externe partners om tot een optimaal aanbod te komen. Daarbij gaat het, zoals gezegd, vaak om heel andere vragen dan zorgvragen. Vaak is een aanpassing in huis genoeg. Of het organiseren van sociaal contact. Wij dienen ons telkens af te vragen wat iemand nog zelf kan. Onze rol is dus: hart en hoofd erbij, handen op de rug tot we echt nodig zijn. En dan geven we alle professionaliteit die we in huis hebben.” Wetenschappelijke basis Tiana: “Onze visie is mede gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek. Samen werking met kennisinstituten is belang rijk. We onderzoeken onder andere samen met prof. Joris Slaets, hoogleraar ouderengeneeskunde van het UMCG, ouderenzorg in brede zin.” “We zijn blij met die kruisbestuiving”, zegt Marco. Het onderzoek laat zien dat welbevinden van ouderen in hoge mate afhangt van zaken als vitaliteit en deelname aan de samenleving. En dat kleine interventies vaak afdoende zijn om zorgconsumptie uit- of af te stellen als weerbaarheid afneemt. Zorgaanbod helpt niet als er geen zorgprobleem is. Logisch, maar goed dat het ook te onderbouwen is. Dé oudere bestaat niet. Ouderen hebben verschillende profielen, van heel vitaal tot heel kwetsbaar, en daarmee heel andere behoeften. Daar kom je achter door niet in, maar juist buiten het medisch model te denken.” Verschillende segmenten Marco: “Wij onderscheiden drie segmenten. Verreweg de meeste ouderen zitten in het profiel ‘vitaal’. Met name in dat segment is veel winst te boeken als we eigen kracht aanspreken en steunen. Hier draait het om vitaliteit, participatie en zelfstandigheid. Daar hoort wel de
vraag bij of dat zorg is. Wij vinden van niet. Het is, vanuit ons perspectief, het ‘zorgen dat’ segment, niet het ‘ zorgen voor’ segment. Belangrijke spelers in dit segment zijn de cliënt zelf, zijn naasten, welzijnswerk, gemeenten, corporaties en de eerste lijn. Wij doen hier als tweedelijns zorgorganisatie idealiter nog niet veel.” Tiana vervolgt: “Dan is er een groep waar de kwetsbaarheid toeneemt. Vaak door een chronische ziekte of een gebeurtenis als een gebroken heup. In dit segment vindt veel diagnostiek en behandeling plaats. Onze boodschap hier is: laten we ons vaker afvragen wat zinnige zorg is. Hier spelen dus ook ethische vragen. Maar voor ons is het belangrijkste: leidt al dat medisch handelen tot meer ‒ helaas best vaak ‒ of juist tot minder afhankelijkheid. En belangrijker nog: wordt dat met de patiënt en diens naasten besproken? Vanuit ons perspectief is dit het segment waar wij nauw
samenwerken met ziekenhuizen en de eerste lijn. Zorg thuis in plaats van in het ziekenhuis, zoals we bijvoorbeeld in Groningen samen met het UMCG doen. Samen met ziekenhuizen zorgpaden zo inrichten dat de ligduur enorm afneemt. Wij zijn trots op wat we op dit punt bijvoorbeeld in Zaanstad met het ZMC hebben bereikt. Onze inzet in dit segment: mensen door intensieve begeleiding en revalidatie weer thuis krijgen of thuis houden. Minder afhankelijk, meer zelfstandig. Uiteraard is mantelzorg hier heel belangrijk.” Marco: “In het derde segment ten slotte zijn mensen afhankelijk geworden van onze zorg. Dat is het segment waar onze professionele inzet is gericht op de kwaliteit en waardigheid van leven. Samen met cliënt en naasten zorgen voor mensen die onze steun en liefde nodig hebben. In deze fase wonen mensen vaak (noodgedwongen) bij ons, of zien we hen intensief thuis.”
Bovenstaande schets van Joris Slaets geeft aan dat de behoefte aan zorg afhankelijk is van de kwetsbaarheid van mensen.
Anders denken, anders organiseren Marco: “Voor onze organisaties betekenen al deze zaken grote veranderingen. Allereerst focussen op waar we echt goed in zijn. Waar we echt toegevoegde waarde leveren. Verder leggen we natuurlijk, nog meer dan nu al, het accent op thuis, buurt en wijk. We organiseren ons dus kleinschalig en geven onze professionals in de teams en in de huizen de ruimte om lokaal samen te werken met externe partijen om goed en op maat service te bieden. Dat betekent voor ons als bestuurders en managers datgene doen wat we het moeilijkst vinden: loslaten! Het ambacht laten excelleren. Het gaat immers om de samenwerking tussen cliënt en professional.” Tiana: “Het betekent ook vernieuwend met ons vak bezig zijn. Technologie slim inzetten, over organisatie- en domeingrenzen heen nieuwe zorgconcepten ontwikkelen. Gastvrijheid een dominantere plek geven in ons denken en handelen. Duurzaam inzetten van mensen en middelen. Er is gelukkig ook, of eigenlijk vooral, in deze wat sombere tijden nog heel veel te ontwikkelen en te verbeteren. Daarom blijven we investeren in onze mensen en in zorgvernieuwing. Bijvoorbeeld door ‘beschutte’ woonplekken te realiseren voor mensen die het prettiger en veiliger vinden om niet thuis te blijven wonen. Die willen daar wonen waar allerlei diensten en als het moet ook zorg makkelijk bereikbaar zijn. Vroeger ging je dan naar een verzorgingshuis, maar die bestaan binnenkort niet meer.” Marco valt bij: “Scheiden van wonen en zorg vinden wij, zeker in de lagere zorgzwaartes, een goede ontwikkeling. Ook als dat voor Woonzorg Nederland veel impact heeft en zelfs pijn doet. We vragen alleen aandacht voor de transitie, die tijd en veel investeringen vergt. We richten ons primair op waardebehoud en veiligheid van ons bestaande vastgoed. Daar investeren we in, niet meer in uitbreiding en groei.”
9
‘Wij willen bouwen aan een samenleving die solidair is’
Waardevol leven volgens Marco:
‘Trots zijn op je eigen kracht en mogelijkheden en betekenisvol zijn voor een ander’
Durven dromen Marco en Tiana zijn heel gemotiveerd om hun droom te realiseren. “Een samenleving zoals die ons voor ogen staat is de moeite waard om voor te knokken. Een samenleving waar solidariteit vanzelfsprekend is, mensen iets voor elkaar willen doen, trots zijn op wat eigen kracht en burgerkracht allemaal aankan, trots op de kwaliteit van onze zorg en optimistisch over de toekomst. De verandering die dat vraagt roept ook weerstand op. Ook wij kregen in eigen huis de vraag of wij zo nodig de ‘kalkoen op weg naar de braadslee’ moesten zijn. Of het bestuurlijk wel verantwoord was onszelf en onze toegevoegde waarde kritisch te beschouwen. Wij zijn er echt van overtuigd dat dit de weg is. Dat wij schaars wordende professionele handen inzetten waar ze echt nodig zijn. En dat wij er altijd zullen zijn voor kwetsbare mensen die onze zorg en steun nodig hebben. Als daar vanzelfsprekendheden voor ter discussie moeten worden gesteld, doen we dat graag en met overtuiging.”
Marco Meerdink, 1958, voorzitter van de raad van bestuur Laat veelvuldig een ‘nieuw geluid’ horen. Schroomt niet vanzelfsprekendheden ter discussie te stellen. Wordt gedreven door het ideaal van een solidaire, meer tevreden, trotse en optimistische samenleving. Tiana van Grinsven, 1970, lid van de raad van bestuur Probeert over de grenzen van traditionele organisaties heen te kijken, hoopt dat over 10 jaar een integrale benadering van wonen, zorg en welzijn vanzelfsprekend is.
10 Espria Jaarverslag 2012
11
‘Mijn dochter Ria doet de kleine dingen die ik lastig vind, zoals boodschappen doen’
‘Joke van de huishoudelijke dienst zorgt ervoor dat mijn kamer netjes is’
‘Voor de professionele zorg die ik nodig heb, kan ik altijd op Monique rekenen’
12 Espria Jaarverslag 2012
13
Waardevol leven volgens Gerda:
‘Dat ik iets voor een ander kan betekenen’
Ze sjeest dagelijks op haar fiets van hot naar her, naar cliënten die verpleging en verzorging nodig hebben. En doet dat met alle plezier van de wereld. Daarnaast heeft wijkverpleegkundige Gerda Schilthuis het afgelopen jaar samen met collega’s de methodiek ‘leefstijlgerichte preventie’ opgezet. “Het gaat erom dat we anders gaan kijken naar cliënten, naar hun kracht en hoe we die behouden. Ik vond dat ik zelf al goed oplette, maar heb ontdekt dat er nog veel meer mogelijkheden zijn.”
Gerda is eindverantwoordelijk voor de zorg in haar wijk. “Ik start de zorg op en houd alles in de gaten. Ik probeer altijd een breed beeld te krijgen van de cliënt, stel vragen over mobiliteit, voeding en ziektegeschiedenis. Ik vond dat ik wat dat betreft al goed oplette, maar door de methodiek ‘leefstijlgerichte preventie’ zie ik dat er nog veel meer mogelijkheden zijn. Nu stel ik andere vragen en vraag ik explicieter door, bijvoorbeeld naar iemands psychische toestand of sociale netwerk. En soms houd ik bewust even mijn mond.”
‘Je moet als zorgverlener niet alles zelf willen oplossen’
Door een balletje op te gooien breng je mensen op ideeën 14 Espria Jaarverslag 2012
Kokende buren De methodiek ‘leefstijlgerichte preventie’ is in 2011 en 2012 opgezet. Het houdt in dat medewerkers zich meer richten op gezondheidsbevorderend gedrag van de cliënt, met aandacht voor eigen kracht, welbevinden en het sociale netwerk. “Wat wil de cliënt, wat betekent zijn omgeving voor hem en hoe houdt hij de regie? Als er iets onverwachts gebeurt, wie kan dan helpen? Door die vragen te stellen maak je iets los bij mensen. Laatst kwam ik bij een vrouw met een gebroken arm. Zij kon niet meer koken. Toen ik vroeg of ze iemand kende die kon koken antwoordde ze ontkennend. Toch heeft ze een buurvrouw
gevraagd en nu koken de buren om de dag voor haar. Door een balletje op te gooien breng je mensen op ideeën. Als iemand vroeger medicijnen van de apotheek nodig had, was mijn reactie: ik rij er wel even langs. Nu vraag ik wie het voor ze zou kunnen doen, zodat ze zelf in actie komen. Je moet als zorgverlener niet alles zelf willen oplossen; dat lijkt wel heel goed maar je maakt dan iemands zelfredzaamheid en netwerk juist kleiner. Ik heb dat ook moeten ontdekken.” Minivangnet De nieuwe methodiek is inmiddels met acht teams doorlopen in meerdere bijeenkomsten. Gerda geeft toe dat het nog niet bij iedereen aansluit. “Op je eigen werk reflecteren is lastig. Maar je hoeft geen lijst van a tot z af te werken, je kunt delen uit de methodiek gebruiken als hulpmiddel. Ik vind dat we de focus moeten verleggen van taakgericht werken naar het totaalplaatje van zaken die én met zorg én met dingen daaromheen te maken hebben. We kunnen ons afvragen hoe iemand in zijn vel zit, wat iemand nog zelf kan en wat voor hem of haar waardevol is. Mensen waarderen het als je meedenkt. In mijn wijk bestaat bijvoorbeeld een belcirkel. Je kunt dus eenvoudig minivangnetjes creëren, mensen moeten alleen even op het idee worden gebracht.”
Gerda Schilthuis, 1969, wijkverpleeg kundige Icare Heeft meerdere modules psychologie gevolgd en past die kennis vaak toe bij haar contact met cliënten. Hoopt dat andere wijkverpleegkundigen geïnspireerd raken door dit verhaal: “Ze mogen me altijd bellen.”
“Het gaat om een andere manier van een gesprek voeren; het gaat niet om meer aandacht, maar om andere aandacht. En het gaat om de blik die je als hulpverlener hebt. Natuurlijk zie ik dat wijkverpleegkundigen in sommige levens een heel grote plek hebben gekregen, meer dan alleen functioneel. Maar we zijn er niet om andere mensen gelukkig te maken. Wél om te ondersteunen en te zoeken naar oplossingen, zodat mensen zichzelf gelukkiger kunnen maken. De meeste teams zeggen ook: we vulden veel in voor de cliënt, maar hebben nu geleerd om het gesprek aan te gaan. Doorvragen en nieuwsgierig zijn, wie is deze cliënt, wat is zijn kracht? Dat is de grote uitdaging en dat is hartstikke leuk.”
‘Je kunt eenvoudig minivangnetjes creëren’
Kleine dingen Tijd is volgens Gerda geen probleem.
15
Onze huidige meetsystemen en de daaruit voortvloeiende lijstjes in Elsevier en De Volkskrant zijn te veel een eigen leven gaan leiden. Dat vindt Anke Boomhouwer, kwaliteitsadviseur. “Gevaar is dat we niet meer zien waar het daadwerkelijk om gaat: de mens achter de cliënt. Daarom zetten we sterk in op tevredenheidmetingen, nieuwe kwaliteitssystemen en een betere samenwerking tussen (keten) partners. En bovenal, een zorgveld zonder bureaucratische obstakels voor de cliënt.” Het vakgebied van Anke is breed. Alle Espria-bedrijfsonderdelen hebben namelijk hun eigen kwaliteitssystemen en die moeten naadloos op elkaar aansluiten. “De uitdaging is dat we allemaal op dezelfde manier over kwaliteit praten. Ons kwaliteitsmodel speelt hierbij een ondersteunende rol. Het model is gebaseerd op onze missie en visie en richt zich op continue verbetering. Hierop baseren alle directies hun eigen processen en kwaliteitssystemen. Maar geen enkele directie staat op zichzelf, samenwerking is namelijk de basis. Dat is ook het motto van ons kwaliteitsbeleid: ‘voor mensen, door mensen’. Kennis uitwisselen en helder met elkaar en de cliënt communiceren - samen werken - leiden uiteindelijk tot een waardevol leven van onze cliënten.” De mens achter de cliënt Uitgangspunt voor kwalitatieve zorg is altijd de vraag van de cliënt, vindt Anke. “De cliënt bepaalt wat welbevinden is en wat hij of zij belangrijk vindt. Dat is namelijk voor ieder mens weer anders. Vervolgens spreken we af wat wij daarin kunnen betekenen. Deels is dat zorg,
Anke Boomhouwer, 1956, kwaliteitsadviseur Heeft in 2012 onder andere een checklist gemaakt voor directies, bruikbaar bij het maken van afspraken met ketenpartners. Hoopt dat cliënten over tien jaar niet meer tegen bureaucratische obstakels in zorgland aanlopen.
deels welbevinden en deels verwijzen we hen naar instanties of mensen buiten Espria. We moeten niet meer alleen in processen en resultaten denken, maar veel meer in woorden en beelden. Dus niet alleen meten hoeveel medicijnen iemand gebruikt of hoe vaak een wond verzorgd moet worden, maar ook de zachte, menselijke kant van kwaliteit. Wat voor leven heeft deze cliënt achter de rug? Wie is hij en wat heeft hij nodig? Het gaat erom dat we achter die cliënt de mens weer gaan zien.” Meetinstrumenten Espria doet metingen op drie deelgebieden als het gaat om kwaliteit: de bedrijfsvoering, de cliënten en de onderzoeken naar medewerkerstevredenheid en interne klanttevredenheid. “Deze deelgebieden onderzoeken we apart en sinds 2012 ook in samenhang met elkaar. We ontwikkelen bijvoorbeeld instrumenten om de samenwerking met onze ketenpartners te verbeteren. Denk aan gemeenten, ziekenhuizen, verzekeraars, huisartsen, specialisten en paramedici. Het is belangrijk dat we met hen niet alleen concrete afspraken maken over zorg, maar ook stilstaan bij bijvoorbeeld medezeggenschap, wet- en regelgeving, financiering en mededinging. Voor al deze aspecten hebben we het afgelopen jaar een handige checklist gemaakt voor directies. Patiënt- en wijkgericht werken betekent ook dat we ons rapportagesysteem moeten aanpassen. En het vereist duidelijke afspraken over de belangrijkste indicatoren.”
16 Espria Jaarverslag 2012
Risicomanagement Ook risicomanagement is onderdeel van Ankes werk. “In 2012 hebben we een model ontwikkeld waarmee we voor heel Espria alle risico’s in kaart kunnen brengen. Denk aan fraude, ernstige fouten met cliënten of brandveiligheid. Resultaat is een systeem dat laat zien welke maatregelen we kunnen nemen en welke risico’s we aanvaardbaar vinden. Tijdig risico’s onderkennen kan betekenen dat we onze doelen beter realiseren en kan ook betekenen dat we van doelen afzien omdat de kosten van risicobeheersing te hoog blijken te zijn. Het helpt dus bij het maken van de beste keuzes.”
‘Geen enkele directie staat op zichzelf, samenwerking is namelijk de basis’
De mens zien achter de cliënt, dat is kwalitatieve zorg
Waardevol leven volgens Anke:
‘Dierbaren, reizen, gezondheid, zinvol werk, schilderen, sporten, muziek, literatuur, plezier hebben’
Terug naar de cliënt. Voor hem of haar moet het krijgen van zorg op lange termijn uiteindelijk min of meer onopvallend zijn, vindt Anke. “Iedereen moet zonder horten of stoten zorg kunnen ontvangen. Nu moet je bijna een professionele zorgvrager zijn om je weg in zorgland te vinden. Dat moet anders. Daarnaast moeten we veel meer iemands leven centraal stellen en vragen: wat heb je écht nodig? Voor onze medewerkers zie ik een werkomgeving die hun gevoel als professional versterkt. Een omgeving zonder onnodige hindernissen van papier en met een simpele verantwoording.”
17
Veel mensen om me heen is voor mij heel normaal
Ook al staan er nog wat onuitgepakte dozen, de sfeer in de kamer is buitengewoon gezellig dankzij de houten kastjes, snuisterijen en tientallen boeken en schilderijen. “Ik kwam al in de kringloopwinkel toen er nog echt mooie spullen te vinden waren,” vertelt Pieter Los. Hij is sinds twee weken bewoner van woonzorgcomplex Lambert Melisz van Evean en heeft een sociaal netwerk om jaloers op te zijn. Hoe doet hij dat en wat kunnen we ervan leren?
Thee uit prachtige Engelse kopjes, lekkernijen erbij; je voelt je direct welkom in het huiselijke appartement van Pieter. Hij heeft zeven maanden revalideren achter de rug vanwege hartproblemen. “Ik zit momenteel in een rolstoel en ben dan ook heel dankbaar dat ik overal hulp bij krijg. Verhuizen brengt namelijk een hoop rompslomp met zich mee.”
‘Sociale netwerken kun je niet forceren, voor iemand zorgen zit in je of niet’
Waardevol leven volgens Pieter:
‘Je niet vervelen en niet vervelend worden’
18 Espria Jaarverslag 2012
Vrienden en familie Pieter doelt niet alleen op de hulp van wijkverpleegkundige Liesbeth en exbuurvrouw Annie, die allebei aanwezig zijn bij het interview, maar ook op zijn grote sociale netwerk. “Mijn broer en schoonzus hebben me geholpen bij de verhuizing, een vriend en vriendin helpen met het inruimen van mijn boeken en een neef en nichten helpen mijn oude huis opruimen. Ik heb bijvoorbeeld allemaal mooie schoenen, maar die kunnen weg nu ik orthopedische schoenen draag. Een aangetrouwde neef heeft mijn schilderijen opgehangen en een vriend in Den Haag regelt alle CAK-zaken voor me.” Ook qua bezoek is het een zoete inval. “Mijn broer en schoonzus hebben al in Westzaan
gelogeerd, we zijn toen uit eten geweest in het bijbehorende restaurant. Ik ga er zondag ook naar toe, dan komt een oude vriendin langs uit Den Haag. Ik weet het, ik heb veel mensen om me heen, ik vind dat gewoon. Maar dat is het niet, dat weet ik wel.” Sociaal netwerk Wijkverpleegkundige Liesbeth, die Pieter ondersteunt bij de lichamelijke verzorging, bevestigt dat een groot sociaal netwerk inderdaad ongebruikelijk is. Liesbeth: “Veel ouderen moeten het doen met één of twee vaste mensen die veel mantelzorg doen. Of ze hebben niemand en zijn afhankelijk van vrij willigers. Of dat een probleem gaat worden? Dat is het al wel eens. Ik kom wel situaties tegen waarbij ik denk: hier is meer zorg nodig. Even een broodje smeren bijvoorbeeld, maar daar heb je dan geen indicatie voor.” Voor Annie, dertig jaar lang buurvrouw geweest van Pieter, is mantelzorg de normaalste zaak van de wereld. Annie: “Het gaat vanzelf, mijn man Will en ik doen het in onze eigen tijd, net wanneer het uitkomt. Ik doe bijvoorbeeld de was en mijn man heeft wel eens wat financiële zaken geregeld. Je wordt wel een spreekbuis voor anderen merk ik. Dat mensen vragen: hé hoe gaat het met Pieter? Dan zeg ik: vraag het hem zelf, je kunt gewoon bellen.”
Pleidooi Ook al zijn een sociaal netwerk en mantelzorg heel normaal voor Pieter en Annie, ze beseffen ook dat niet iedereen hiermee gezegend is. Pieter: “Ik ben vreemd in deze omgeving maar via Annie ken ik allerlei mensen. In de Zaanstreek woont iedereen namelijk dicht bij elkaar. Ik kom zelf juist uit een familie waarvan de laatste drie generaties verspreid over Nederland woonden. Wat ik wil zeggen is dat je sociale netwerken niet kunt forceren, voor iemand zorgen zit in je of niet.” Annie vult aan: “Je moet ook continuïteit kunnen bieden, daarom is het handig als je naast de deur woont. Als wij zelf geen tijd hebben, bellen we iemand die het wel kan doen.” Pieter wil tot slot dan ook graag pleiten voor realisme bij de beleidsmakers: “Een verzorgingstehuis blijft gewoon een prachtige oplossing voor mensen zonder netwerk en voor mensen die echt zorg nodig hebben. Wat je zelf kunt bijdragen? Zorgen dat je je niet gaat vervelen en niet vervelend gaat doen.”
Pieter Los, 1942, cliënt bij woonzorg complex Lambert Melisz van Evean Heeft heel veel vrienden en kennissen om hem heen. Hoopt dat beleidsmakers realistisch blijven, want sommige mensen hebben nu eenmaal nauwelijks tot geen sociaal netwerk.
19
2
Profiel van het concern 2.1 Algemene identificatie gegevens Naam rechtspersoon
Stichting Espria
Adres
Blankenstein 400
Postcode
7943 PH
Plaats
Meppel
Telefoonnummer
088-3833488
Identificatienummer Kamer van Koophandel
08173909
E-mailadres
[email protected]
Internetpagina
www.espria.nl
2.2 Structuur van de organisatie Stichting Espria bestaat uit meer dan dertig organisaties en bedrijfsonderdelen (zie organogram), alle onder leiding van een resultaatverantwoordelijke directie. De verschillende onderdelen vallen onder zes rechtspersonen. Daarnaast heeft Espria een 51% belang in Evean Services B.V. Vereenvoudiging van de organisatiestructuur Waar mogelijk streeft Espria naar een versimpeling van de juridische structuur van het concern. Dit heeft er in 2012 toe geleid dat de onderdelen Stichting Thuiszorg en Service West-Veluwe, Stichting Zorg en Service West-Veluwe en de Zorgwinkels Kruiswerk West-Veluwe B.V. zijn gefuseerd met Stichting Icare. Deze onderdelen vielen voorheen onder Stichting Icare. De onder Stichting Evean vallende Stichting Personen alarmering is opgeheven. Ook worden er plannen gemaakt om Stichting Evean Thuiszorg, Stichting Evean Zorg Amsterdam en Stichting Evean Zorg samen te voegen tot één Regio Evean. Dit zal in 2013 worden geëffectueerd.
Overnames in 2012 Stichting Particura heeft in 2012 twee overnames gedaan: Stichting Profzorg en Zorggroep Kinderman Zorg B.V. De Kraamvogel heeft per 1 januari 2012 de kraamzorgactiviteit van Geboortecentrum Amsterdam overgenomen. Espria is in 2012 benaderd door Stichting Thuiszorg Rotterdam om samen met Asito Diensten Groep te onderzoeken of overname van Stichting Thuiszorg Rotterdam meerwaarde oplevert. Stichting Thuiszorg Rotterdam zocht naar dit partnerschap om de transitie naar een meer wijkgerichte aanpak bij gelijktijdige modernisering van de backoffice beter realiseerbaar te maken. Espria en Asito Diensten Groep hebben hun maatschappelijke verantwoordelijkheid hierin genomen en hebben de mogelijkheid van overname in een intensief traject onderzocht. Vanwege de sterk gewijzigde marktomstandigheden en als gevolg van het voorgenomen kabinetsbeleid op het gebied van de thuiszorg, is een overname echter niet realistisch gebleken. Efficiënte ondersteuning bedrijfsonderdelen Espria heeft voor de bedrijfsonderdelen een Shared Service Center (SSC) ingericht. Hierin zijn de ondersteunende activiteiten op het gebied van finance, HR-services, ICT en inkoop ondergebracht. Ter ondersteuning van de raad van bestuur is een kleine concernstaf operationeel.
2.3 Kerngegevens De verschillende organisaties en bedrijfsonderdelen van Espria zijn onderverdeeld naar zorglijn en regio. Espria richt zich primair op de volgende zorglijnen: Verpleging, Verzorging en Thuiszorg
(VVT), Geestelijke Gezondheidszorg (GGZ) en Verstandelijk Gehandicaptenzorg (VGZ). Daarnaast is Espria actief op het gebied van Kraamzorg, Jeugdgezondheidszorg en Kinderopvang. De kernregio’s voor Espria waren in 2012 Noord-Holland (VVT en Kraamzorg) en Noordoost-Nederland (alle sectoren). De kengetallen van de Espria bedrijfsonderdelen zijn opgenomen in bijlage 1. Organogram Stichting Espria
De Kraamvogel Holding B.V.
Ledenvereniging Evean/Icare*
Stichting Zorggroep Meander
De Kraamvogel NO B.V.
De Kraamvogel ZO B.V.
De Kraamvogel NW B.V.
Stichting De Dillenburg
Stichting De Trans
De Kraamvogel ZW B.V.
Stichting Evean Icare Beheer en
Stichting Icare
Stichting
Particura
Evean Thuiszorg
Zorgbemiddeling B.V.
Stichting Evean Zorg
UMC
Amsterdam
Groningen Thuis B.V.
Stichting Evean Zorg
Stichting Profzorg
Stichting Particura
Zorggroep Kinderman
Ontwikkeling B.V. Habicare B.V.
Zorg B.V.
Stichting GGZ Drenthe
Coöperatieve
Stichting Evean Caro
Evean Kraamzorg B.V.
Zorgcentrale Noord U.A.
Evean Services B.V.
* Consolidatie van de ledenvereniging vindt plaats in stichting Icare.
20 Espria Jaarverslag 2012
Samenwerking met ledenvereniging Evean/Icare Espria heeft een alliantie met de Ledenvereniging Evean/Icare. De Ledenvereniging staat open voor iedereen in de werkgebieden van de bedrijfsonderdelen van Espria. Leden kunnen gebruik maken van allerlei diensten op het gebied van service en comfort die de Ledenvereniging biedt. Ook huurders van Woonzorg Nederland kunnen lid worden van de Ledenvereniging.
Thuiszorg Perfect B.V.
Stichting Evean Cumulus
Stichting
Stichting Evean Facilitas
Kinderopvang Hoogeveen
21
‘Dit is Debora, zij begeleidt mij in mijn werk op de Dagbesteding’
‘Met Marga maak ik afspraken over wat ik doe op de Dagbesteding’
‘Michel, mijn begeleider, is bijna elke dag bij mij. Hij is erg belangrijk voor me’
‘Sander loopt hier stage. Hij helpt mij soms een beetje. Dat is erg gezellig’
‘Met mijn goede vriend Pascale maak ik altijd veel plezier’
22 Espria Jaarverslag 2012
23
Hij is een optimist van huis uit, z’n hele leven lang. Zo typeert Hans van Scheijen zichzelf. Hans is directeur van De Trans, een organisatie die zorg en diensten biedt aan mensen met een verstandelijke beperking. Zijn grondhouding komt van pas in deze roerige tijden. De vraag hoe we meer kunnen doen met minder treedt Hans dan ook positief tegemoet. “Deze veranderingen hadden eigenlijk veel eerder gemoeten, want het gaat om het terugbrengen van de gemeenschapszin. In die zin is het een uitdagende periode.”
Waardevol leven volgens Hans:
‘Meer gemeenschapszin in onze samenleving’
Gemeenschapszin terugbrengen, daar gaat het om Om met de deur in huis te vallen, volgens Hans moeten we simpelweg bezuinigen, en ja, ook bij cliënten. “Bezuinigen betekent keuzes maken en prioriteiten stellen. Dat is nu eenmaal de logica van onze samenleving, iedereen moet bijdragen. Maar je moet wel de goede prioriteiten stellen. Sommigen kunnen met minder zorg toe, anderen hebben misschien meer nodig. Je moet daarom altijd kijken naar het individuele perspectief van een cliënt. Hoe hij woont, wat de context is en welke steunsystemen hij heeft, zoals ouders, vrijwilligers en verwanten.”
‘Dit had eigenlijk al veel eerder gemoeten’ Weerbaarheid Hans denkt dan ook dat bij het vergroten van de weerbaarheid van mensen de mate van eigen regie per persoon zal verschillen. “Een deel zal terugvallen in zorggebruik en soberder gaan leven. En ja, dan ligt het risico op de loer dat iemand eenzamer wordt, schulden krijgt of verwaarloost, want niet iedereen is in staat om zijn netwerk aan te spreken. Bovendien erkennen niet alle cliënten dat ze hulp nodig hebben. Daarom moeten we op tijd beginnen om deze cliënten te helpen bij het veranderen van A naar B. Daarnaast moeten we verwanten er intensiever bij betrekken, kijken wat ze voor elkaar kunnen betekenen. We gaan bijvoorbeeld vragen of ze via hun werk een bijdrage kunnen leveren
24 Espria Jaarverslag 2012
aan het welbevinden van onze cliënten, zoals kleine klusjes laten doen. Het bedrijfsleven willen we veel meer erbij betrekken.” Wederkerigheid De Trans werkt inmiddels ook intensief samen met gemeenten. “Het aantal sociale werkplaatsen wordt minder. Om ervoor te zorgen dat mensen toch een zinvolle daginvulling ervaren, zijn we met de gemeente Meppel in gesprek over welke groenvoorziening onze cliënten kunnen doen. Cliënten krijgen dan bijvoorbeeld een jaar om een onderhoudsvisie voor een wijk zelf in te vullen, zodat het niet uitmaakt als iemand een dagje niet kan. Het zit ’m in wederkerigheid, zij doen iets voor de wijk en de wijk doet iets voor hen. Daar kun je steeds verder in gaan. Binnen de werkomgeving van Espria en gemeenten kun je bepaalde taken – koffie en post rondbrengen, planten verzorgen – ook aan cliënten overlaten. En op het gebied van aangepast vervoer kun je bijvoorbeeld zowel mensen met een verstandelijke beperking als ouderen gezamenlijk vervoeren. Samen werken aan waardevol leven is wat mij betreft kansen zien door het systeem heen.” Kleine ketens Aan zorgverleners de schone taak om cliënten onderling met elkaar te verbinden, vindt Hans. “Dat kan vrij eenvoudig. Als twee burgers met een hulpvraag in dezelfde straat of wijk wonen, kan de ene iemands tuin onderhouden in ruil
voor een praatje of hulp bij de administratie. Zo creëer je mooie kleine ketens die zorgen voor rugdekking, waardoor iemands weerbaarheid groeit. Ik heb daarom tegen onze medewerkers gezegd: bij jullie moet het gebeuren. En ze zijn zeker bereid om te veranderen, maar zeggen ook: het valt niet mee dus help ons. Hoe kunnen we meer doen met minder? Hoe kunnen we ervoor zorgen dat ‘zorgen voor’ wordt veranderd in ‘zorgen dat’?
‘Gemeenschapszin terugbrengen, daar gaat het om’ Dat is best lastig als je altijd anders bent gewend. Bovendien zijn we in onze samenleving te veel met onszelf bezig geweest en te weinig met de buren. Wat dat betreft is het een prachtige periode met veel uitdagingen. Het gaat om het terugbrengen van de gemeenschapszin. Ik hoop dat op termijn de verbinding op wijk- en buurtniveau is hersteld.”
Hans van Scheijen, 1959, directeur van De Trans Heeft in 2012 veel samengewerkt met gemeenten, zorgprofessionals en verwanten van cliënten. Hoopt dat over tien jaar de verbinding op wijk- en buurtniveau is hersteld.
25
Het leven is van mensen zelf en dat moet ons een zorg zijn
Waardevol leven volgens Han:
‘Het leven is van mezelf en van niemand anders’
Vanuit zijn prachtige burgemeesterskamer in Dalfsen, met weids uitzicht over water en weilanden, praat Han Noten bevlogen over leven, zorg en de toekomst. Mensen in staat stellen om hun eigen leven vorm te geven, dat is altijd zijn uitgangspunt, al zijn hele loopbaan lang. De voorzitter van de raad van commissarissen bij Espria en Woonzorg Nederland pleit voor vernieuwing door de relatie zorgvrager en zorgverlener weer centraal te stellen met meer mandaat voor gemeenten. “Zorg dichtbij regelen, waarbij Den Haag een oogje in het zeil houdt en zich gedraagt als een goede commissaris van de sector.” “Zo vanzelfsprekend als wat,” reageert Han direct als het gaat over de visie van Espria en Woonzorg Nederland; samen werken aan waardevol leven. “Het lijkt bijna een platitude, maar dat is het niet. Het gaat om leven, niet om zorg. Leven gaat over mensen en individuen, zorg zoals we die nu kennen gaat over voorschriften en systemen. Ouderenzorg vind ik overigens een verwarrend begrip, alsof ouderen altijd zorg nodig hebben. Zo maken we ze klein. Leven draait om autonomie en zelfbeschikking. Dat betekent voor ons dat we de ander ondersteunen in dat leven. Niet overnemen.” ‘To live’ De samenwerking tussen Espria en Woonzorg Nederland ziet Han ook van-
uit dat perspectief. “Wonen is veel meer dan wat stenen met een dak. In onze samenleving valt wonen en leven samen.
‘Het gaat om leven, niet om zorg of wonen’ Het Engelse ‘to live’ heeft al die dubbele betekenis. Leven met alles wat daarbij hoort doe je in een huis en dat huis staat in een gemeenschap, dus voor mij is de verbinding volkomen logisch. In de praktijk van Espria en Woonzorg Nederland zie ik dat mensen nog steeds naar die meerwaarde zoeken om samen binnen een concern te zitten. Maar ik zie wel dat mensen in de zorg- en woonsector elkaar meer in het vizier hebben. Kennis
26 Espria Jaarverslag 2012
overdragen en elkaar weten te inspireren. Zowel Espria als Woonzorg Nederland realiseren zich dat het huis, die plek waar mensen leven, van de bewoners is en dat zij bepalen wat er daar gebeurt. Natuurlijk binnen hun mogelijkheden.” Juiste balans Als voorzitter van de raad van commissarissen probeert Han een bijdrage te leveren door steeds de goede afwegingen te maken tussen kwaliteitsbewaking en handelingsvrijheid. “De regelgeving is enorm toegenomen, eigenlijk heeft Espria 16 miljoen toezichthouders. Wij proberen daarom de juiste balans te vinden tussen het belang van onze cliënten, goede zorg en de autonomie van de mensen die het werk doen. Hiervoor ben ik heel gemoti-
veerd, want ik vind dat de medewerkers van Espria prachtig werk verrichten. Werk dat er echt toe doet. Dat zie ik en dat voel ik, letterlijk. Mijn rol kun je alleen goed vervullen met honderd procent vertrouwen in een organisatie en als je ook een beetje weet wat er speelt. Daarom ga ik zoveel mogelijk bij de bedrijfsonderdelen langs. Voor grote concerns als Espria zie ik zeker toekomst. Specialistische kennis, strategische ondersteuning en vernieuwingskracht vragen nu eenmaal om volume.” Echte innovatie “Als ik mag dromen, hebben zorg en wonen in Nederland over tien jaar een cliëntgestuurde invulling. Maar de bezuinigingsopdracht is een hele grote en die bepaalt voor een groot deel de discussie”,
stelt Han somber vast. “Ik ben benieuwd hoe dat gaat uitpakken. Espria moet in de toekomst meer afspraken met gemeenten gaan maken en ik sluit niet uit dat het voor beide partijen efficiënter werkt. De angst dat gemeenten puur op prijs gaan inkopen deel ik niet. Essentieel is vooral dat een gemeente met alle extra taken ook het mandaat krijgt om die uit te voeren en de toekomst vorm te geven. Het is wachten tot de landelijke politiek durft los te laten. Wat Den Haag eigenlijk zou moeten zijn, is een goede commissaris, want met differentiatie in de uitvoering gaat Nederland er heel anders uitzien. De overheid moet het lef hebben om verschillen toe te staan, want dan creëer je pas echt innovatie. Of dat altijd marktwerking moet zijn weet ik niet, maar het is bijna ironisch dat Buurt-
zorg een van de belangrijkste zorginnovaties van de laatste jaren is en dat die door marktwerking tot stand is gekomen.”
‘Voor echte vernieuwingskracht heb je grote concerns als Espria nodig’ Han Noten, 1958, voorzitter raad van commissarissen Heeft het afgelopen jaar gezien dat de medewerkers prachtig werk verrichten. Hoopt dat de overheid het lef heeft om verschillen toe te staan.
27
3
Bestuur, toezicht en medezeggenschap 3.1 Normen voor goed bestuur Professioneel bestuur, professioneel toezicht daarop en een goede, transparante verantwoording zijn voor elke organisatie van essentieel belang. Stakeholders en vooral klanten weten zich hierdoor verzekerd van kwaliteit en continuïteit van de dienstverlening. Dat geldt zeker voor een maatschappelijke onderneming als Espria. Wij oriënteren ons voor normen voor goed bestuur niet alleen op de zorgsector, maar ook op de woningcorporatiesector. Espria heeft sinds 8 april 2008 een intensief samenwerkingsverband met Woonzorg Nederland, een woningcorporatie die vooral actief is op het gebied van seniorenhuisvesting en zorgvastgoed. Personele unie Espria en Woonzorg Nederland Stichting Espria en stichting Woonzorg Nederland werken nauw samen met als doel oplossingen op het gebied van zorg, service en wonen te ontwikkelen die bijdragen aan de kwaliteit van leven van hun klanten. Dit zijn veelal ouderen en kwetsbare mensen. De samenwerking krijgt onder meer vorm in een personele unie: de raden van bestuur en commissarissen van Espria en Woonzorg Nederland bestaan uit dezelfde personen. Espria heeft geen statutaire of andere formele relatie met Woonzorg Nederland. Espria met haar onderdelen blijft een volledig zelfstandige entiteit. Hoge eisen op het gebied van governance Espria en Woonzorg Nederland worden op hun beleidsterrein geconfronteerd met vergelijkbare maatschappelijke en politieke ontwikkelingen. Met afnemende publieke middelen en mogelijkheden moet meer ondernemerschap worden getoond. Dit moet leiden tot vernieuwing, verbreding en verbetering van de dienstverlening aan klanten. Naast maatschappelijke bevlogenheid wordt daarbij gevraagd om een zakelijke inschatting
28 Espria Jaarverslag 2012
van de risico’s die met een grotere beleidsvrijheid samenhangen en vooral om het beheersen van die risico’s. Stichting Espria en stichting Woonzorg Nederland willen tot de best in class op het gebied van governance behoren. Bij de vormgeving van de governancestructuur van Espria en Woonzorg Nederland zijn daarom zowel de bepalingen van de Zorgbrede Governance Code als van de Governancecode Woningcorporaties toegepast. Concreet betekent dit voor de governance structuur van Stichting Espria dat de Zorgbrede Governance Code is aangevuld met artikelen uit de Governance Code Woningcorporaties. Hierbij is uitgegaan van toepassing van maximale transparantie en helderheid. Het meest zware artikel uit beide codes geldt voor beide stichtingen. Dat betekent voor Espria veelal zwaardere eisen op het gebied van financiële regulering en controle. Dit past bij de hogere eisen die door de marktwerking in de zorgsector door financiële
De uitgangspunten en principes in de Zorgbrede Governance Code en in de Governance Code Woningcorporaties zijn onder meer bepalend voor de wijze waarop onderstaande punten binnen de governancestructuur van Espria zijn vorm gegeven: • invloed en betrokkenheid van en verantwoording aan belanghebbenden; • de wijze waarop de organisatie wordt bestuurd; • de wijze waarop toezicht wordt gehouden op het bestuur; • waarborgen voor onafhankelijkheid en tegengaan van belangenverstrengeling bij bestuur en toezicht; • honorering van bestuurders en toezichthouders.
instellingen worden gesteld aan zorgorganisaties. De governance is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van de raad van bestuur en raad van commissarissen.
3.2 Raad van bestuur / Directie De raad van bestuur van Espria bestaat uit M.W. (Marco) Meerdink, A.Th.J.M. (Anton) Zuure, J.L. (John) Kauffeld. Per 1 januari 2013 is T.T.M. (Tiana) van Grinsven benoemd als vierde bestuurder. De bestuursleden vormen ook de raad van bestuur van Woonzorg Nederland. Een overzicht van de bestuursleden en hun nevenfuncties is opgenomen in bijlage 2. De raad van bestuur is primair verantwoordelijk voor: • de strategie en het beleid van het concern; • de realisatie van de doelstellingen van het concern; • de beheersing van de risico’s die het verwezenlijken van de doelstellingen in de weg staan; • de naleving van alle relevante wet- en regelgeving; • de maatschappelijke verantwoording van de organisatie.
waardoor de bestuursleden zich meer kunnen toeleggen op de strategische koers van het concern, alsmede op het bevorderen van synergie en innovatie binnen het concern. Directies De directies van de bedrijfsonderdelen geven binnen door de raad van bestuur aangegeven inhoudelijke en financiële kaders leiding aan hun eigen bedrijfsonderdeel. Binnen deze kaders stellen de directies een eigen beleidsplan en begroting op, die met de raad van bestuur worden besproken en daarna ter vaststelling aan de raad worden voorgelegd. Directies van bedrijfsonderdelen werken samen met andere bedrijfsonderdelen om synergievoordelen te behalen en worden door de raad van bestuur actief betrokken bij strategische vraagstukken. Dit gebeurt bijvoorbeeld in de vorm van synergiedagen.
Taken, bevoegdheden en werkwijze In de statuten en in het reglement van de raad van bestuur zijn de taken, bevoegdheden en werkwijze van de raad van bestuur vastgelegd. Deze zijn te vinden op: www.espria.nl. Onderdeel van het reglement is een regeling in verband met tegenstrijdige belangen en nevenfuncties.
De besluitvorming binnen de raad van bestuur vindt plaats met meerderheid van stemmen. Het bestuur legt bepaalde belangrijke bestuursbesluiten aan de raad van commissarissen ter goedkeuring voor. Deze besluiten zijn in de statuten nader omschreven.
3.3 Raad van commissarissen
Nieuwe aansturing organisatie De raad van bestuur heeft in 2012 een verandering ingezet in de wijze waarop de organisatie van Espria wordt aangestuurd. Verantwoordelijkheid voor bedrijfsvoering en uitvoering van beleid wordt meer decentraal in de organisatie belegd,
Algemeen In dit jaarverslag legt de raad van commissarissen publiekelijk verantwoording af over de wijze waarop de raad invulling heeft gegeven aan de uitvoering van zijn taken en bevoegdheden in het afgelopen jaar.
29
Samenstelling raad van commissarissen De raad van commissarissen van Espria heeft vanwege de personele unie met Woonzorg Nederland dezelfde samenstelling als de raad van commissarissen van Woonzorg Nederland. Zie bijlage 3 voor een volledig overzicht van alle personen die in 2012 deel uitmaakten van de raad van commissarissen. De raad van commissarissen heeft in 2012 een aantal mutaties ondergaan. Per 1 maart 2012 stelde mw. H. Vletter-van Dort haar zetel beschikbaar vanwege een bijzondere opdracht ‘toezicht op toezicht’ in verband met haar commissariaat bij De Nederlandsche Bank. Mevrouw H.M. Prast heeft om persoonlijke redenen haar commissariaat per 11 oktober 2012 beëindigd. De heer M.J. van Rijn heeft op 2 november 2012 zijn functie als voorzitter neergelegd in verband met zijn benoeming tot staatssecretaris van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Vanwege deze feiten, in combinatie met het vertrek van een tweetal andere commissarissen in 2011, als gevolg van het aflopen van de benoemingstermijn, achtte de raad van commissarissen het wenselijk om in ieder geval de positie van voorzitter weer zo spoedig mogelijk in te vullen. De raad van commissarissen heeft daarom besloten niet over te gaan tot openbare werving, doch rechtstreeks hiervoor een kandidaat te benaderen. De heer H.C.P. Noten was in 2009 (in een openbare wervingsprocedure) ook al geschikt bevonden als voorzitter van de raad van commissarissen van Espria en Woonzorg Nederland, maar had destijds een belangenconflict met zijn (inmiddels beëindigde) voorzitterschap van branchevereniging Actiz. Dit heeft er toe geleid dat de heer Noten per 31 december 2012 is benoemd als voorzitter van de raad van commissarissen. Op grond van nieuwe wetgeving omtrent het maximeren van het aantal commissariaten dat een persoon mag bekleden tot vijf, ingaande 1 januari 2013, waarbij het voorzitterschap
30 Espria Jaarverslag 2012
dubbel telt, overschrijdt het aantal commissariaten van de heer Noten dit maximum met één. Dit is toegestaan op grond van de overgangsbepalingen in de wet. De heer. P.A.M. Loven is per 31 december 2012 tot lid van de raad van commissarissen benoemd. De heer Loven heeft een financiële achtergrond. Hij volgt de heer H.J. van den Bosch op, die per 1 maart 2013 zijn functie heeft beëindigd vanwege de maximale zittingsduur van acht jaar. De ontstane vacatures door het vertrek van mevrouw H. Vletter-Van Dort en mevrouw H.M. Prast zullen in 2013 worden ingevuld. Onafhankelijkheid Het reglement van de raad van commissarissen bevat regelingen met betrekking tot onder andere onafhankelijkheid, tegenstrijdige belangen en nevenfuncties. Alle commissarissen zijn onafhankelijk en kunnen – mede als gevolg van de waarborgen in het reglement – ten opzichte van elkaar, de raad van bestuur en andere organen onafhankelijk functioneren. In 2012 is geen sprake geweest van (transacties met) tegenstrijdige belangen waarbij een lid van de raad van commissarissen of de raad van bestuur betrokken is geweest. Werkwijze De raad van commissarissen houdt toezicht op het beleid van de raad van bestuur en op de algemene gang van zaken in de stichting en de met haar gelieerde rechtspersonen. Daarnaast heeft de raad een adviesfunctie voor de raad van bestuur. Bij de vervulling van zijn taak richt de raad van commissarissen zich naar het (maatschappelijk) belang van de stichting en de met haar gelieerde rechtspersonen, met een bijzondere aandacht voor de volgende onderwerpen: • de strategie en de risico’s verbonden aan de activiteiten van de organisatie; • de realisatie van de statutaire en andere
doelstellingen van de organisatie; • de opzet en werking van de interne risico beheersings- en controlesystemen; • de financiële verslaglegging; • de kwaliteit en veiligheid van de activiteiten; • de naleving van wet- en regelgeving; • de verhouding met belanghebbenden; • het op passende wijze uitvoering geven aan de maatschappelijke doelstelling en verantwoordelijkheid van de organisatie. De taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de raad van commissarissen zijn omschreven in de statuten van Espria. Een en ander is verder uitgewerkt in het reglement voor de raad van commissarissen d.d. 23 september 2009. De informatievoorziening door de raad van bestuur aan de raad van commissarissen is vastgelegd in een informatieprotocol. De raad van bestuur rapporteert de raad van commissarissen regelmatig over de voortgang van de speerpunten uit het jaarplan, zoals financiële en inhoudelijke doelstellingen, strategisch plan en samenwerkingsvormen. Dit stelt de raad van commissarissen mede in staat om zijn toezichthoudende taak goed te vervullen. De raad van commissarissen heeft in het verslagjaar acht maal vergaderd in aanwezigheid van de raad van bestuur. De raad van commissarissen heeft daarnaast een aantal maal in eigen kring vergaderd, onder andere over het eigen functioneren en het functioneren van de raad van bestuur. Bij de bespreking van het jaarverslag 2011 was ook de accountant aanwezig. Toezicht op strategie In de raad van commissarissen is intensief met de raad van bestuur gesproken over aanscherping van de strategische keuzes, de topstructuur en besturing van het samenwerkingsverband Espria
– Woonzorg Nederland. In dat kader is besloten om het concern nog meer als strategische holding in te richten, waarbij op geleide van door de raad van bestuur aangegeven strategische kaders, de operationele aansturing zoveel mogelijk op het niveau van de bedrijfsonderdelen van het samenwerkingsverband plaatsvindt. De verwachte implicaties van de Herzieningswet voor de corporatiesector zijn ook aan de orde geweest. Een van de aandachtspunten daarbij is het verbod op een personele unie, tegelijkertijd, zowel op het niveau van de raad van commissarissen als op het niveau van de raad van bestuur. Alhoewel het wetsvoorstel ultimo 2012 nog niet door de Eerste Kamer is aangenomen hebben raad van commissarissen en raad van bestuur van Espria/Woonzorg Nederland gemeend wel op de invoering van de wet te moeten anticiperen. In verband met de door de markt en regeringsbeleid gedreven bestuursuitdagingen, is besloten de personele unie op het niveau van de raad van bestuur te handhaven. De personele unie op het niveau van raad van commissarissen zal worden opgeheven op het moment dat de wet hiertoe verplicht. In 2012 is de raad van commissarissen gestart met de voorbereidingen van de opheffing van de personele unie, onder meer door definiëring van de profielen van de raden van commissarissen na de opheffing. Bij de werving van nieuwe commissarissen wordt alvast met deze profielen rekening gehouden. Tenslotte zijn de gevolgen van het regeerakkoord ‘Bruggen Slaan’ onderwerp van discussie geweest, waarbij nogmaals werd bevestigd dat de zorgsector onder steeds meer financiële druk komt te staan en het van groot belang is dat Espria zich intensief blijft voorbereiden op de toekomst.
31
Uiteindelijk heeft de auditcommissie, na uitgebreide vergelijking van aanbiedingen van verschillende accountantskantoren, begin 2013 de raad van commissarissen geadviseerd om de relatie met PwC als externe accountant over de periode 2013-2015 te continueren.
Toezicht op kwaliteit De raad van commissarissen heeft via de Kwaliteitsmonitor toezicht gehouden op de kwaliteit. Het toezicht werd voorbereid door de commissie kwaliteit van de raad van commissarissen, op basis van rapportages van de raad van bestuur. Toezicht op de financiële continuïteit De raad van commissarissen heeft in 2012 toezicht gehouden op de financiële continuïteit aan de hand van de begroting, kwartaalrapportages en jaarrekeningen. De raad van bestuur heeft concrete normen voor de financiële continuïteit vastgelegd in een kaderbrief. Op basis van deze kaderbrief is de begroting voor 2013 gemaakt. Toezicht op besluiten van de raad van bestuur De raad van commissarissen heeft in het verslagjaar 2012 besluiten tot goedkeuring genomen ten aanzien van onder meer de volgende onderwerpen: • de strategische keuzes, (top-) structuur en besturing samenwerkingsverband Espria Woonzorg Nederland; • verlenen van recht van hypotheek aan het Waarborgfonds voor de Zorgsector op een perceel van Stichting Zorggroep Meander; • jaarverslag en jaarrekening 2012; • juridische fusie tussen Stichting Thuiszorg en service West Veluwe, Stichting Zorg en service West Veluwe en Zorgwinkels West Veluwe BV (verdwijnende stichtingen) en Stichting Icare (ontvangende stichting); • vrijwaring in verband met fiscale boetes; • compliance beleid mededinging; • ontbinding van Stichting Evean Personen Alarmering. Besluiten raad van commissarissen Daarnaast heeft de raad van commissarissen besluiten genomen met betrekking tot:
32 Espria Jaarverslag 2012
• het beleid ten aanzien van de nevenfuncties van de raad van bestuur; • het vicevoorzitterschap van de raad van bestuur; • het vicevoorzitterschap van de raad van commissarissen; • benoeming van mevrouw Van Grinsven als bestuurder van Stichting Espria; • de werkwijze van de BTW-facturering door commissarissen; • benoeming van de heer Loven tot lid en de heer Noten tot voorzitter van de raad van commissarissen. Governance In de governance structuur van Espria hebben – anders dan de hierboven beschreven ontwikkelingen met betrekking tot de aansturing van de organisatie – geen belangrijke veranderingen plaatsgevonden. Overleg centrale ondernemingsraad en centrale cliëntenraad Delegaties van de raad van commissarissen hebben overlegvergaderingen van de centrale ondernemingsraad en de centrale cliëntenraad bijgewoond. Commissies De raad van commissarissen heeft uit zijn midden commissies ingesteld, enerzijds om de bespreking van onderwerpen in de vergaderingen van de raad van commissarissen voor te bereiden, anderzijds om bepaalde zaken na goedkeuring van de raad van commissarissen zelfstandig af te handelen. In bijlage 3 staat vermeld van welke commissies de commissarissen deel uitmaken. Het betreft de volgende commissies: Auditcommissie De auditcommissie heeft in 2012 zes keer vergaderd, waarvan tweemaal in aanwezigheid van
de externe accountant. De auditcommissie heeft haar bevindingen en adviezen gerapporteerd aan de raad van commissarissen. Naast nagenoeg alle documenten en besluiten waaraan de raad van commissarissen goedkeuring heeft verleend (zie hierboven), zijn onder andere de volgende onderwerpen in de vergaderingen aan de orde gekomen: • uitkomsten regeling AO/IC; • accountantsverslag 2011; • begroting 2013; • verlenging lening Stichting Thuiszorg en Service West Veluwe; • resultaten DDO onderzoek Stichting Thuiszorg Rotterdam; • stand van zaken voorbereiding scheiden van wonen en zorg; • management letter 2012; • de aanbesteding van de accountantscontrole voor de periode 2013-2015. De leden van de auditcommissie hebben het functioneren van accountant PwC geëvalueerd. Wegens het aflopen van de vierjaarstermijn van PwC is een tender gehouden. Uiteindelijk heeft de auditcommissie, na uitgebreide vergelijking van aanbiedingen van verschillende accountantskantoren, begin 2013 de raad van commissarissen geadviseerd om de relatie met PwC als externe accountant over de periode 2013-2015 te continueren. Commissie stakeholders/leden In 2011 heeft de raad van commissarissen besloten tot het instellen van een commissie stakeholders/leden. Deze commissie is in het verslagjaar één keer bijeengekomen, mede vanwege de vele wisselingen binnen de raad van commissarissen. Het stakeholdersbeleid is nog in ontwikkeling. Commissie kwaliteit De commissie kwaliteit is in 2012 vier keer bijeengekomen. Daarbij zijn onder meer de volgende
onderwerpen door de commissie besproken: • systeembeoordelingen van de entiteiten; • resultaten ‘Benchmark in de zorg’ voor de Espria onderdelen; • meldingen incidenten; • evaluatie van de kwaliteitsmonitor. Op basis van een evaluatie van de kwaliteits monitor is besloten het kwaliteitsmonitoring systeem uit te breiden naar Woonzorg Nederland. Verder heeft de commissie kwaliteit, aangevuld met enkele andere commissarissen, in 2012 een werkbezoek gebracht aan het Eduard Douwe Dekkershuis van Evean Zorg Amsterdam. Benoemings- en remuneratiecommissie De benoemings- en remuneratiecommissie heeft in 2012 vier keer vergaderd. Daarnaast zijn er diverse bijeenkomsten geweest in verband met het aantrekken van een nieuwe bestuurder en twee nieuwe commissarissen, en de voorbereiding van de zelfevaluatie. In deze commissie zijn in 2012 verder onder meer de volgende onderwerpen aan bod gekomen: • honorering raad van bestuur 2012 en 2013; • toetsing salaris bestuurder aan beloningscode voor woningcorporaties en de code voor de zorg (BBZ); • gevolgen Wet Normering Topinkomens (WNT) voor het bezoldigingsbeleid van de raad van bestuur en raad van commissarissen vanaf 1 januari 2013; • voorbereiding werving en selectie nieuwe bestuurder en het voorbereiden van de arbeidsvoorwaarden; • voorbereiding werving en selectie twee nieuwe commissarissen; • profielschets raad van commissarissen, mede in het kader van de Herzieningswet; • voorbereiding functioneringsgesprekken met de raad van bestuur;
33
• voorbereiding zelfevaluatie raad van commissarissen; • aanpassing honoreringsbeleid raad van commissarissen in verband met de BTW-plicht per 1 januari 2013. Zelfevaluatie De raad van commissarissen heeft zijn eigen functioneren geëvalueerd en heeft ook de raad van bestuur gevraagd een evaluatie uit te voeren. Een belangrijke conclusie uit deze evaluatie was dat er verschillen bestaan in verwachtingen ten aanzien van de rol van de raad van commissarissen, onder meer ten aanzien van de klankbordfunctie en de vraag op welk niveau/detail toezicht gewenst c.q. noodzakelijk is. De conclusies zijn begin 2013 samen met de nieuwe leden van de raad van commissarissen en de raad van bestuur besproken. Werkgeversrol De raad van commissarissen is verantwoordelijk voor een goed bestuur en is in dat kader onder andere verantwoordelijk voor de benoeming, schorsing en ontslag van de bestuurders, hun arbeidsvoorwaarden en de evaluatie van de bestuurders. Samenstelling bestuur De samenstelling van de raad van bestuur is in 2012 niet gewijzigd. Per 1 januari 2013 is mevrouw T.T.M. (Tiana) van Grinsven benoemd tot bestuurder. Formele werkgevers De arbeidsrechtelijke verhouding van de bestuurders van Woonzorg Nederland en Stichting Espria is bijzonder vanwege de dubbele positie die zij bekleden vanwege het samenwerkingsverband. Zo zijn de heren Meerdink en Kauffeld en mevrouw Van Grinsven formeel in dienst bij Stichting Icare (Espria-dochter) en is de heer
34 Espria Jaarverslag 2012
Zuure bij Woonzorg Nederland in dienst. De kosten van de bestuurders worden via een verdeelsleutel toegerekend aan Woonzorg Nederland en Stichting Espria. Nadere informatie hierover is opgenomen in de betreffende jaarrekeningen (met uitzondering van de bezoldiging van mevrouw Van Grinsven, die in 2012 geen bestuurder was). Arbeidsvoorwaarden Uitgangspunt voor het arbeidsvoorwaardenbeleid voor alle leden van het bestuur is de ‘Beloningsregeling voor bestuurders in de zorg 2009 (BBZ)’. Bij de start van het samenwerkingsverband met Espria in 2008 is besloten om de salariëring en andere arbeidsvoorwaarden te baseren op de toepasselijke branchecode van de zorg en niet op de branchecode van de woningcorporatie. De bestuursfuncties zijn ingeschaald in de BBZ-regeling. Daarbij heeft de raad van commissarissen de in de BBZ genoemde opslag voor omgevings- en risicofactoren gesteld op 30%. Dit vanwege het risicoprofiel van de markten waarin de organisatie opereert en de omvang (omzet) van het samenwerkingsverband Espria-Woonzorg Nederland, waar de raad van bestuur verantwoordelijk voor is. Er worden geen bonussen of andere variabele beloningen toegekend. De voorzitter van de raad van bestuur heeft een arbeidsovereenkomst die geheel voldoet aan de BBZ. De heren Zuure en Kauffeld hebben een arbeidsovereenkomst die is gebaseerd op oudere beloningscodes van de zorg en de woningcorporaties. De salarissen van deze bestuurders vallen binnen de schalen voor de BBZ. De overige arbeidsvoorwaarden van de heren Kauffeld en Zuure wijken op enkele punten af van de BBZ. Deze zijn in 2012 besproken met de betreffende bestuurders. De bezoldiging van mevrouw Van Grinsven is mede gebaseerd op de Wet Normering Topinko-
mens (WNT) die per 1 januari 2013 in werking is getreden. Bij aanstelling is, bij goed functioneren, een geleidelijke ingroei naar het toepasselijke WNT-maximum overeengekomen. Haar overige arbeidsvoorwaarden zijn gebaseerd op en in lijn met de BBZ. Aan de bestuurders is pensioen toegezegd. De heren Meerdink en Kauffeld en mevrouw Van Grinsven nemen deel aan de pensioenregeling van het Pensioenfonds voor Zorg en Welzijn. De heer Zuure neemt deel aan de regeling bij de Stichting Pensioenfonds voor de Woning corporaties. Voor de hoogte van de beloning van leden van de raad van bestuur wordt verwezen naar paragraaf 25 van de jaarrekening, met uitzondering van de bezoldiging van mevrouw Van Grinsven, die in 2012 geen bestuurder was. Wet Normering Topinkomens De bezoldiging van mevrouw Van Grinsven is binnen de kaders van de Wet Normering Topinkomens. De bezoldiging van de heren Meerdink, Kauffeld en Zuure voor 2013 ligt boven het toepasselijke WNT-maximum, wat is toegestaan op grond van de overgangsregeling van de WNT. De bestuurders hebben voor 2013 afgezien van indexering van hun salaris. Beoordeling raad van bestuur Het functioneren van de raad van bestuur en de individuele leden daarvan is door de raad van commissarissen besproken, nadat de benoemings- en remuneratiecommissie beoordelingsgesprekken met de raad van bestuur en een aantal direct reports heeft gevoerd. De raad van commissarissen heeft zich positief uitgesproken over de wijze waarop de bestuurstaak is vervuld.
Honorering raad van commissarissen In 2012 zijn geen wijzigingen doorgevoerd in de honorering van commissarissen. Voor de hoogte van de beloningen wordt verwezen naar paragraaf 25 van de jaarrekening.
3.4 Medezeggenschap 3.4.1 Cliëntenraad De medezeggenschapstructuur voor cliënten is op drie niveaus georganiseerd. Lokale verpleegen verzorgingshuizen of wijken hebben een eigen cliëntenraad. Deze is vertegenwoordigd in de regionale cliëntenraden binnen Espria. De Centrale Cliëntenraad Espria (CCR) bestaat weer uit een vertegenwoordiging van deze onderliggende regionale cliëntenraden en uit een vertegenwoordiging van de Espria bedrijfsonderdelen die landelijk werken. Er zijn in 2012 elf overlegvergaderingen geweest. In 2012 is op initiatief van de CCR en het bestuur de eerste ‘toogdag’ georganiseerd, een ontmoetingsdag voor alle cliëntenraadsleden binnen Espria. Thema was: ‘gezond ouder worden, samen werken aan leefplezier’. De toogdag zal elk jaar georganiseerd worden. De adviezen en opmerkingen van de CCR hebben ertoe geleid dat in de begroting van 2013 een risicoparagraaf is opgenomen. Daarnaast is tegemoet gekomen aan de eis van de CCR met betrekking tot inrichting van het expertisecentrum Zorgvastgoed. Medezeggenschap over veranderingen in de organisatie rondom gebouwen (bijvoorbeeld bouw/verbouw/renovatie van verpleeghuizen of verzorgingshuizen) blijft bij de regionale of lokale cliëntenraden.
35
Door de actieve en anticiperende rol van de COR ziet de bestuurder het als een orgaan dat een goede ondersteunende rol heeft voor het bestuur.
Adviezen van de CCR De CCR heeft in 2012 op verzoek van de raad van bestuur adviezen uitgebracht over de volgende onderwerpen: • begroting 2012; • compliancebeleid Espria op het gebied van mededinging; • strategie positionering en structuur raad van bestuur en directie van Espria; • bundeling van de kennis van zorgvastgoed in een expertisecentrum Zorgvastgoed; • onderzoek naar samenvoeging Evean VVT-bedrijfsonderdelen in één Regio Evean; • benoeming vierde bestuurder Espria; • benoeming voorzitter raad van commissarissen en lid raad van commissarissen; • duale directievoering. Verder heeft de CCR de volgende beleidsonderwerpen met de raad van bestuur besproken: visie op langdurige zorg, begroting 2013 en kwartaalrapportages Espria op het gebied van financiën en kwaliteit.
3.4.2 Ondernemingsraad De Centrale Ondernemingsraad (COR) bestaat uit leden van de lokale medezeggenschapsorganen van de Espria-bedrijfsonderdelen. De COR startte 2012 met 14 zetels en 11 leden en eindigde het verslagjaar met 13 zetels en 10 leden. De afname van het aantal zetels is veroorzaakt door organisatiewijzigingen en de afname van het aantal leden door personele mutaties. Medewerkers meer betrekken bij organisatie De Centrale Ondernemingsraad heeft advies- en instemmingsrecht op diverse beleidsthema’s van
36 Espria Jaarverslag 2012
het concern. De COR heeft maandelijks overleg met een van de bestuurders, waarbij onder meer de advies- en instemmingsaanvragen worden besproken. In de overlegvergaderingen wordt de COR ook door het bestuur geïnformeerd over uiteenlopende onderwerpen. Dit had in 2012 betrekking op visieontwikkeling in de zorg, kwaliteitszorg, financiën en de gevolgen van het regeerakkoord. In twee overlegvergaderingen vond een zogenaamd art. 24 overleg plaats, waarin – in aanwezigheid van een afvaardiging van de raad van commissarissen – de algemene gang van zaken in de onderneming is besproken. Daarnaast vindt twee keer per jaar gezamenlijk overleg plaats van de COR met de Gemeenschappelijke Ondernemingsraad (GOR) van Woonzorg Nederland, waarbij de voorzitter van de raad van bestuur aanwezig is. De COR nodigt in zijn vergaderingen regelmatig gastsprekers uit. Zo heeft prof. dr. Joris Slaets van de UMCG een presentatie gegeven over hoe zorgvragen van verschillende groepen ouderen beter kunnen worden geïnterpreteerd. Dit gedachtegoed vormt een belangrijke basis voor de visie die Espria heeft op zorg en welbevinden. Maandelijks zijn er COR-vergaderingen waarbij geen bestuurder aanwezig is. Tenslotte zijn er verschillende besprekingen van functionele commissies met concernfunctionarissen over het desbetreffende vakgebied. De COR kent de volgende commissies: commissie sociaal beleid, commissie financieel beleid, de ORverkiezingscommissie en het dagelijks bestuur. Doel van deze overleggen is om medewerkers nog meer te betrekken bij beleidsontwikkeling op verschillende terreinen, zoals personeel, organisatieontwikkeling, financiën en huisvesting.
Adviezen van de COR De advies- en instemmingsaanvragen die in 2012 zijn afgehandeld, hebben vooral betrekking op organisatieveranderingen die bedrijfsonderdeel overstijgend zijn en, daarnaast, verbeteringen in bijvoorbeeld personele processen. Er is onder meer geadviseerd over: • de invoering van digitale personeels dossiers; • de implementatie van selfservice applicaties; • de digitalisering van de salarisstroken; • strategie, positionering en structuur raad van bestuur en directie van Espria; • onderzoek naar samenvoeging Evean VVT-bedrijfsonderdelen in één Regio Evean; • de benoemingen van een directeur voor het SSC, het vierde lid raad van bestuur, een lid van de raad van commissarissen en de voorzitter van de raad van commissarissen; • instelling van de Samengestelde Ondernemingsraad voor het SSC; • raadpleging van ambtelijke secretarissen en de instelling van een OR-platform West.
dersteunende rol heeft voor het bestuur. De COR blijft zich professioneel ontwikkelen. Om de positie van de medezeggenschap verder te versterken kunnen COR-leden meedoen aan verschillende overlegsituaties en werkconferenties, met name op HR-gebied, soms als toehoorder en soms als actieve deelnemer.
‘Voor een gezond
Speerpunten COR 2012 De COR heeft in het kader van zijn eigen scholing voor 2012 drie speerpunten vastgesteld, volgend op een tweedaagse startcursus in het najaar van 2011. Dit zijn: • levensfasebewust personeelsbeleid; • interne corporate communicatie; • marktwerking en omgevingsdynamiek.
zetten’
en solide Espria wil de COR er in de huidige turbulente wereld samen de schouders onder
Wietske Janssen, voorzitter COR
De COR heeft vervolgens een aantal werkplannen ontwikkeld om deze speerpunten verder uit te werken.
Positieve evaluatie overleg COR en bestuur Het functioneren van het overleg tussen de COR en de bestuurder wordt jaarlijks geëvalueerd. In 2012 hebben bestuurder en medezeggenschap aangegeven dat het overleg naar tevredenheid verloopt. Er is sprake van een goede samenwerking, korte lijnen en transparantheid in besluitvorming en informatie-uitwisseling. Door de actieve en anticiperende rol van de COR ziet de bestuurder het als een orgaan dat een goede on-
37
‘Mijn zoon Han is trots op mij omdat ik mijn leven weer op orde breng’
‘Aan Paulien heb ik tijdens het werk in de lijstenmakerij een fijne collega’
38 Espria Jaarverslag 2012
‘Marianne, mijn sociaal psychiatrisch verpleegkundige, komt geregeld kijken hoe het met mij gaat’
‘Theo, mijn werkbegeleider, leert mij structuur aan te brengen’
39
Waardevol leven volgens Ida:
Ze maakte de afgelopen tijd veel lange weken, want de ontwikkelingen in de zorg zijn volgens haar nauwelijks bij te benen. “Petje af dus voor de lokale en regionale cliëntenraden”, benadrukt Ida Hartog, voorzitter van de Centrale Cliëntenraad. Over de nieuwe missie en visie van Espria is ze heel enthousiast, maar tegelijkertijd houdt ze haar hart vast gezien de politieke ontwikkelingen. Ida Hartog, schakel tussen veld en organisatie, over samen werken aan waardevol leven.
‘Dingen blijven doen die je leuk vindt, zo lang als het kan’
Als je activiteiten voor mensen organiseert, lijken ze minder ziek Slechts 78 jaren jong en volgens eigen zeggen, maar ook duidelijk zichtbaar, nog steeds vief. “Het absolute hoogtepunt in 2012 was de Toogdag in oktober. Het was de eerste keer dat we de raad van bestuur en alle veertig cliëntenraden samenbrachten. Iedereen was enthousiast! De lijnen waren kort, het doet veel als je elkaar ziet en direct kunt spreken. Het thema was ‘samen werken aan leefplezier’, dit jaar wordt het ‘eigen kracht’. Ik verwacht nog meer mensen dan vorig jaar, gezien de mond-tot-mondreclame.” Waardevol leven Terug van de Toogdag naar de dagelijkse praktijk van de zorg, want die kent Ida als geen ander. “Toen ik in de
ouderenzorg werkte, zag ik dat als je iets organiseerde het net leek alsof mensen minder ziek waren. Want als je blij bent, loop je automatisch wat makkelijker. Je ziet wel eens dat ouderen figuurlijk in elkaar zakken en in een sleur belanden. Daarom is activeren heel belangrijk. Als je vertelt ‘je overbuurman houdt van dammen, misschien kunnen jullie dat eens samen doen?’ en je hoort terug ‘oh, ik wist niet dat hij daar van hield’, dan ontstaat er een beweging van mensen bij elkaar brengen. Die beweging kun je vanuit Espria versterken. De essentie van waardevol leven is voor mij: zelf beslissingen kunnen nemen, zoveel mogelijk zelfredzaam zijn, om kunnen gaan met veranderende omstandigheden. Dat is
40 Espria Jaarverslag 2012
ook wat Espria uitdraagt en daar sta ik honderd procent achter.”
‘Zoveel mogelijk zelfredzaam zijn, dat is ook wat Espria uitdraagt’ Realist Ook al heeft Ida zelfredzaamheid hoog in het vaandel staan, ze is ook realistisch. “Ik maak me zorgen over de politieke ontwikkelingen. Als ik kijk naar de plannen van de regering en ik hoor dat maar liefst achthonderd verzorgingstehuizen gesloten zullen worden, dan houd ik mijn
hart vast. We hebben over de missie en visie gebrainstormd toen het economisch makkelijker ging. Daarom moeten we nu in de gaten houden dat het niet stil komt te staan, de ingezette ontwikkelingen moeten door kunnen gaan. Ik woon bijvoorbeeld in een buurt met veel ouderen wier kinderen niet in de buurt wonen, die drukke banen én ook weer kinderen hebben. Ik denk er vaak aan hoe we dat moeten oplossen. Mantelzorg zal heel vaak gewoon niet kunnen. Bovendien, wie bepaalt welke zorg iemand nodig heeft? En wie houdt dat in de gaten? Dat moet je ook wettelijk goed regelen. Dit zijn hele complexe zaken en daarom hoop ik op blijvende krachtige cliëntenraden.”
Keukentafel Het keukentafelgesprek, waarin de eigen kracht en het netwerk van de cliënt centraal komen te staan, biedt perspectief, vindt Ida. “Zorgprofessionals moeten geschoold worden in de nieuwe visie. Niet langer een lijstje afwerken, maar echt in gesprek gaan met cliënten en oprecht geïnteresseerd zijn. De meesten hebben dit al van nature, en daarnaast kun je leren welke vragen je moet stellen en welke onderwerpen je kunt aanroeren. De kwaliteit van de zorg heeft zeker onze aandacht. Wij hopen op nieuwe wetgeving, zodat er nog meer recht wordt gedaan aan de rechten van de cliënten en er gewerkt wordt vanuit hun wensen en mogelijkheden. Vragen die rijzen zijn:
hoe kan de cliëntenraad de belangen van de cliënt blijven vertegenwoordigen? Wie bepaalt welke zorg je krijgt? Vraaggericht werken is ontzettend goed, maar ook moeilijk. Het is aan de Cliëntenraden van Espria om die kwaliteit van de zorg te bewaken.”
Ida Hartog, 1935, voorzitter Centrale Cliëntenraad Heeft elke maand overleg met de lokale en regionale raden en met de raad van bestuur. Hoopt dat mensen over tien jaar langer thuis kunnen wonen dankzij nabije zorg.
41
Waardevol leven volgens Joris:
‘Oud worden met leefplezier en een goed slot is een realistisch doel’
Een overvloed aan zorg heeft een averechts effect op een goede oude dag. Dat vindt professor Joris Slaets, hoogleraar ouderengeneeskunde en wetenschappelijk adviseur van de raad van bestuur van Espria. “We zijn in Nederland waarde gaan toekennen aan maximale ziektebehandeling, zo lang mogelijk leven, individualiteit en privacy. Maar als je ouderen vraagt wat ze echt belangrijk vinden, dan komen er heel andere antwoorden.”
Je zou kunnen zeggen dat we in Nederland verwend zijn geraakt. Een ongekend hoog aantal ouderen heeft vele ziektelabels en moet professionele behandelingen ondergaan. Hoe heeft dit kunnen gebeuren? Joris: “Je moet het economische belang van zorgaanbieders niet onderschatten. Alles in de verzorgingsindustrie is ingeregeld op productie en groei. Dat geldt voor de verpleeg- en verzorgingssector, maar zeker ook voor de curatieve zorg en geneesmiddelenindustrie. We zijn zorg gaan maximaliseren en mensen zijn gaan geloven dat dit leidt tot een betere oude dag. Dit is onbetaalbaar geworden, bovendien parkeren we problemen in het zorgdomein die je eigenlijk alleen in de samenleving kunt oplossen. Natuurlijk, het heeft ons ook goede dingen gebracht, maar het is uit balans.”
‘We zijn doorgeslagen in het maximaliseren van zorg’
Gezond ouder worden is een hype 42 Espria Jaarverslag 2012
Anders kijken Joris werkt daarom sinds een jaar intensief samen met Espria om een nieuwe balans te realiseren in de ouderenzorg en de maatschappij. “Nederland is waarde gaan toekennen aan individualiteit, privacy, lang leven en maximale ziektebehandeling. Dat lijkt aardig, maar al dat ‘moeten’ beperkt je vrijheid en daarmee de mogelijkheden voor leefplezier. Dat laatste vinden ouderen veel belangrijker. Bijvoorbeeld wat ze
betekenen voor anderen, samen leven en leuke dingen kunnen doen. Als ouderen hierover tevreden zijn, kunnen ze best omgaan met de ongemakken die bij het ouder worden horen. Gezond ouder worden is in feite een hype en een leugen, het gaat er juist om dat we oud en versleten mogen zijn zonder dat de professionele zorg de regie overneemt. Hoe vertalen we deze paradigmashift naar een herziene visie op goede zorg? Die vraag wil ik heel graag beantwoorden voor ik met pensioen ga.” Samen verantwoordelijk Het antwoord op hoe het anders moet, is het afgelopen jaar een stuk dichterbij gekomen, vertelt Joris. “De kernvraag is: wat is echt belangrijk voor ouderen? En handelen we daar ook naar? Voor het antwoord moet je naar de bron, de ouderen zelf. Wat blijkt, mensen willen thuis zijn, meedoen in de samenleving, samen zijn met hun partner. Het huidige systeem zorgt echter voor een opwaartse druk richting ziek zijn en professioneel behandeld en verzorgd worden. Wat we moeten leren, is mensen in de samenleving houden met maximale vrijheid en kansen op positief welbevinden. Zorg en behandelingen kunnen haaks staan op deze doelen. Daarom moeten we het samen anders gaan regelen. Samenleving, overheden, zorgaanbieders én ouderen moeten hierin hun verantwoordelijkheid nemen. Dat is een uitdaging, maar ouderen zijn sterker dan ooit. Ze hebben meer geld dan vroeger, zijn beter opgeleid en mondig. Ze zijn niet de zwakke broeders van de samenleving.”
Espria Academy De werkmaatschappijen bleken behoefte te hebben aan een wetenschappelijke methode als toevoeging aan de kennisontwikkeling, plus het invoeren van die nieuwe kennis op de werkvloer. Joris: “Toen is het idee geboren van een Espria Academy waarvoor we nu drie thema’s hebben vastgesteld. Eerst de geografische experimenten: vanuit onze visie met andere partijen in een gebied om tafel zitten. Het tweede thema gaat over welbevinden. Hoe kunnen we dat voor een individuele oudere op de werkvloer handen en voeten geven? De gebruikelijke vragenlijsten voor kwaliteit van leven zijn ongeschikt, dat weten we al. Het derde thema is publieke verantwoording, we moeten dringend een betere indicatorenportfolio maken. Niet alleen met tellingen, maar ook met verhalen die vertellen wat er toe doet. Daar wordt nu vaak nog laagdunkend over gedaan vanuit de evidence based medische sector. Maar leefplezier is een kunst, geen economie.”
Joris Slaets, 1953, hoogleraar ouderengeneeskunde en wetenschappelijk adviseur van de raad van bestuur Heeft besloten om zijn carrière niet te eindigen in de ivoren toren van de wetenschap, maar middenin de samenleving waar hij zijn kennis kan toepassen. Hoopt dat ouderen voor zichzelf gaan bijhouden waar ze gelukkig van worden, en dat dan vaker gaan doen.
43
Waardevol leven volgens Ab:
‘Waarde toevoegen in de keten, zonder een hoofdrol te spelen’
Mensen zo lang mogelijk zelfstandig houden door een gezond leven te stimuleren. Dat is de zorguitdaging waar gemeenten, zorgaanbieders en verzekeraars voor staan. “We zijn als samenleving te betuttelend geweest”, zegt burgemeester Ab Meijerman van Veendam. “We moeten mensen stimuleren zelf oplossingen te verzinnen, al dan niet met hulp van hun omgeving. Natuurlijk zijn er kwetsbare mensen die je moet helpen, maar het overgrote deel van de mensen blijkt uitermate zelfredzaam, ook als ze ziek zijn.”
Gemeenten worden door veranderende wetgeving belangrijke financiers van welzijn en zorg. “Een goede ontwikkeling”, zegt Ab. “De lokale overheid staat dichtbij de burgers en kan veel beter afwegen wie welke zorg nodig heeft of hoe zelfredzaam een persoon is. In Veendam hebben we onze sociale teams daarom inmiddels op wijkniveau georganiseerd. Die teams weten welke mensen kwetsbaar zijn en op welke ‘redzame’ mensen ze eventueel een beroep kunnen doen.”
‘Een sterke persoon op de juiste plek krijgen, dát wordt ons vak’
Tussen gemeenten en verzekeraars moet een makelaarsfunctie komen 44 Espria Jaarverslag 2012
Makelaar “Mensen meer zelfredzaam en vitaler maken, dat kunnen we natuurlijk niet alleen,” legt Ab uit. “Dat doen we met welzijnsorganisaties, zorgaanbieders en zorgverzekeraars. We ontwikkelen samen een zorgvisie en stellen prioriteiten. Daarbij maken we gebruik van elkaars deskundigheid en daarom moet iedereen zich goed bewust zijn van zijn eigen rol en kwaliteiten. En natuurlijk hebben we een gezamenlijk belang, maar ook een tegenstrijdig belang. Wat ik niet hoef te betalen, moet de ander betalen. Als bijvoorbeeld de ligdagen in een ziekenhuis worden verkort, ontstaat er meer vraag naar thuiszorg. De bekostiging van de zorg verschuift dan van
verzekeraar naar ons. Er moet dus een plek komen waarin die makelaarsfunctie tussen verzekeraars en gemeenten goed is geregeld. De bereidheid is er aan beide kanten, maar hoe we dat precies gaan vormgeven weten we nog niet. Wel weten we welke kant we uit willen.” Ondersteunen Gemeenten moeten in ieder geval niet de regie gaan voeren over de inhoud van de zorg, vindt Ab. “Wel spelen we een belangrijke rol in de discussie hoe we de financiering van de zorg gaan bepalen. Onze taak is daarom het bij elkaar brengen van partners en die op de juiste manier ondersteunen en faciliteren. We zijn op dit moment bijvoorbeeld samen met Menzis, Zorggroep Meander en andere zorgaanbieders een anderhalvelijnscentrum aan het opzetten in de nieuwe wijk het Lloyd’s terras. Hierin worden de thuiszorg en andere Wmo-activiteiten ondergebracht. Stel dat een bepaalde zorggroep, bijvoorbeeld een huisartsenpraktijk, na de opening aangeeft het centrum te willen besturen, dan kunnen we daar een stokje voor steken als we denken dat dit efficiënter kan. In zo’n geval zouden wij kunnen ondersteunen door een adviseur aan tafel te zetten. De inhoudelijke regie ligt dan bij de zorgpartners, en wij als gemeente proberen het proces zo efficiënt mogelijk te laten verlopen. Een sterk persoon op de juiste plek krijgen, dát wordt ons vak. Schaalvergroting bij gemeenten kan daar zeker
bij helpen omdat je dan krachtiger kunt sturen. Een goede beweging, vind ik.” Vitaliteit Het anderhalvelijnscentrum op het Lloyd’s terras gaat de komende jaren een belangrijke bijdrage leveren aan het vergroten van de vitaliteit van ouderen. Goud Leven is daar al sinds 1 januari 2013 mee bezig. “In dit project werken lokale organisaties en professionals, zoals de wijkteams, welzijnsorganisaties, huisartsen, fysiotherapeuten en diëtisten samen. Ze adviseren en ondersteunen ouderen om meer te bewegen en gezonder te eten. Het project is een goed voorbeeld van hoe we dingen anders kunnen doen. We gaan eigenlijk van een recht- naar een gunningsysteem voor bepaalde zorg. En dat begint met het stimuleren van zelfredzaamheid. Het kan pijn doen als je tegen iemand moet zeggen: daar krijgt u geen uren meer voor, dat moet u zelf organiseren. Goud Leven is een voorbeeld van hoe we zulke accenten moeten verleggen. Niet meer accepteren dat 20% van de mensen overgewicht heeft, maar dit actief tegengaan.”
Ab Meijerman, 1949, burgemeester Veendam Heeft in 2012 met de gemeente Veendam de rol gepakt van ondersteuner. Hoopt dat Plasterk niet terugkrabbelt over de plannen voor schaalvergroting bij gemeenten.
45
4
Beleid, inspanningen en prestaties 4.1 Meerjarenbeleid De zorgsector staat aan de vooravond van een enorme en noodzakelijke cultuurverandering. Een verandering die een fundamenteel andere kijk op zorg en zorgverlening impliceert. Vele jaren hebben we vastgezeten in ‘oude’ zorg patronen die zich bijna alleen maar richten op ziekte en gebrek in plaats van op zin en plezier in het leven, op welbevinden. Naast onaanvaardbaar gestegen zorguitgaven heeft dat geleid tot een verregaande zorgafhankelijkheid. Een zorg die de eigen verantwoordelijkheid heeft weggenomen. Een zorg die bovendien de eigen bijdrage van mensen om problemen op te lossen, of de bijdrage van hun directe sociale omgeving grotendeels heeft verdrongen. Missie De missie van Espria voor de komende jaren is dan ook vooral om vorm te geven aan manieren van ondersteuning die de weerbaarheid van mensen versterken en waar mogelijk afhankelijkheid van zorg uitstellen of voorkomen. Ondersteuning die uitgaat van wat mensen zelf kunnen en hoe hun eigen sociale netwerk, hun buurt, hun wijk hierin kan bijdragen. In die zin richten wij ons op ‘ontzorgen’. Niet alleen draagt dit naar onze mening bij aan het welbevinden van onze cliënten, maar we zullen in de toekomst onze professionele aanvullende zorg steeds meer moeten richten op diegenen die het echt nodig hebben. Espria-breed zullen wij ons de komende jaren dus geleidelijk aan meer gaan toeleggen op de intensievere vormen van zorg. Dat zien wij als onze maatschappelijke opgave en op deze wijze willen wij bijdragen aan het overeind houden van de solidariteit binnen ons zorgstelsel. Onze bedrijven zijn al volop bezig met het ontwikkelen van nieuwe manieren van ondersteuning.
46 Espria Jaarverslag 2012
Diverse goede voorbeelden daarvan worden in dit jaarverslag, onder meer door middel van interviews, belicht. Daarnaast hebben we in 2012 diverse initiatieven ontplooid die de uitvoering van onze missie moeten ondersteunen. Een aantal noemen we hier. Espria-academy Omdat we nieuwe wegen willen bewandelen vinden we kennisvergaring en –verspreiding belangrijk. Daarom zijn we in samenwerking met prof. dr. Joris Slaets van het UMCG bezig met het opzetten van een ‘academy’. Hierin verzamelen we eigen en elders opgedane wetenschappelijk onderbouwde praktijkkennis en distribueren we deze onder onze eigen medewerkers en derden. In de academy brengen we ook een (talenten) ontwikkelingsprogramma onder waarmee we veelbelovende en gemotiveerde mensen binnen en buiten de organisatie met de juiste attitude kunnen binden en/of werven. Nieuwe samenwerkingsverbanden Espria onderzoekt ook de mogelijkheden van nieuwe allianties rondom wonen-welzijn-zorg en (in mindere mate) pensioenen. Dit gebeurt in de praktijk vooral lokaal, waarbij intensievere samenwerking met andere marktpartijen wordt gezocht en waarbij de gemeenten ook een steeds belangrijker gesprekspartner worden. In voornemens van het Kabinet zal een groot deel van de AWBZ-middelen naar de gemeenten worden overgeheveld en onder de Wmo worden gebracht. Wij zien het als onderdeel van onze missie om samen met de gemeenten te zoeken naar wijk- en buurtgerichte oplossingen die bijdragen aan het welbevinden van ouderen en kwetsbare groepen. Oplossingen die zo lang mogelijk voorkomen dat zij ‘zwaardere’ zorg nodig hebben.
In het verleggen van het accent naar ondersteuning in de eigen sociale omgeving, past het afbouwen van intramurale zorg en het versterken van de extramurale, aan huis geleverde zorg: zorg dichtbij.
Ook vindt het gesprek plaats aan zogenaamde ‘innovatietafels’ waaraan wij zijn aangeschoven met partijen als PGGM, Rabobank en Achmea. Doel van deze exercities is het denken in domeinen te doorbreken en mogelijk nieuwe producten en arrangementen op het terrein van wonen, welzijn, zorg, pensioen, inkomen en vermogen, arbeid, zingeving en participatie te ontwikkelen. Een concreet voorstel dat hieruit is voortgevloeid en waarvan wij de inzet overwegen is serious gaming. Doel van dit middel is onder meer om levensloopbeslissingen inzichtelijker en beter communiceerbaar te maken. Verder sluiten wij ons aan bij laagdrempelige onderlinge dienstverleningsverbanden zoals WeHelpen.nl. Een initiatief dat tot doel heeft om mensen met concrete vragen op het gebied van leven, welzijn en welbevinden op wijkniveau in contact te brengen met anderen die hierin een helpende hand kunnen bieden. Gidsfunctie De overheid heeft veel hervormingen doorgevoerd in de zorg. Op diverse plaatsen onderzoeken we daarom samen met andere partijen de meerwaarde van een gidsfunctie om mensen te helpen hun weg te vinden in het versnipperde ondersteunings- en zorgaanbod en de financiering ervan. Daarin spelen zowel de ledenconsulenten van onze ledenvereniging, de wijkverpleegkundigen van onze zorgorganisaties als de bewonersconsulenten van Woonzorg Nederland een belangrijke rol. Inmiddels zijn er verschillende pilotprojecten in voorbereiding, verspreid over het land. Van intramurale zorg naar ‘zorg dichtbij’ In het verleggen van het accent naar ondersteuning in de eigen sociale omgeving, past het afbouwen van intramurale zorg en het versterken van de extramurale, aan huis geleverde zorg: zorg
dichtbij. Deze extramuralisering vindt zowel in de VVT-, de GGZ- als de VGZ-sector plaats. Wij geven daar onder meer, mede in samenwerking met Woonzorg Nederland, op de volgende manieren invulling aan. Beschut wonen De gedeeltelijke afbouw en het daarmee samenhangende scheiden van wonen en zorg in intramurale voorzieningen blijft voor ons de komende jaren een belangrijk agendapunt. Centraal hierin staat het bieden van passende alternatieven aan groepen mensen die niet meer terecht kunnen in wat nu nog een intramurale voorziening heet. Dit doen wij in de vorm van ‘beschut wonen’. Dit zijn (collectieve) huisvestingsvormen, zoals wooncentra, met op de doelgroep afgestemde ondersteuning aan huis of in de buurt. Wij verwachten dat de vraag naar dergelijke beschutte arrangementen in de nabije toekomst substantieel toeneemt. Deze arrangementen spelen naar verwachting ook een belangrijke rol in de versterking van de ondersteuningsinfrastructuur in wijk en buurt. Tussenstations: tijdelijke verblijven Steeds belangrijker wordt ook de verwachte toenemende vraag naar transit- of tijdelijke verblijfsvoorzieningen, ‘tussenstations’ tussen een behandeling in het ziekenhuis en de terugkeer naar de eigen woning. Het beleid van de overheid is immers gericht op het inperken van het gebruik van (dure) tweedelijnsvoorzieningen, en dan met name ziekenhuiszorg. We richten ons samen met ziekenhuizen op deze voorzieningen met een hotelachtige opzet die bedoeld zijn voor revalidatie, met name ook geriatrische revalidatie. Een dergelijke transitvoorziening bestaat al bij bijvoorbeeld Zorggroep Meander. Meer in het algemeen zetten wij de komende jaren in op versterking van de ketenaanpak rondom diverse chronische ziektebeelden.
‘De innovatietafel is een inspirerend platform, omdat bedrijven zonder het traditionele onderscheid tussen aanbieders op zoek gaan naar de beantwoording van klantvragen en daarbij veel van elkaar leren’ Jasper Klapwijk, strateeg
47
In lijn met het strategisch beleid van Espria zet GGZ Drenthe sterk in op de verdere ontwikkeling van herstelgerichte zorg, extramuralisering en een verdere verschuiving van tweedelijns specialistische GGZ naar generalistische GGZ.
Anderhalvelijnsvoorzieningen Het overheidsbeleid leidt tot ruimte voor zogenoemde anderhalvelijnsvoorzieningen in de wijk. Onder andere door intensieve samenwerking tussen huisartsen en wijkverpleegkundigen moet een beroep op tweedelijnszorg zo veel mogelijk worden voorkomen. Onze zorgbedrijven oriënteren zich nadrukkelijk op de mogelijkheden om daarin te voorzien. Vanuit GGZ Drenthe bijvoorbeeld worden steeds vaker in huisartsenpraktijken praktijkondersteuners ingezet die lichte psychiatrische problematiek behandelen, waarmee doorverwijzing naar de tweede lijn wordt voorkomen. Intramuraal voor zware zorgvragen Intramurale voorzieningen bouwen wij om voor mensen met een zware zorgvraag. Dit betreft zowel cliënten met psychische (dementie) als somatische problematiek, alsmede cliënten met een ernstige verstandelijke handicap. Wij zullen een deel van de huidige bestaande voorraad daarvoor (blijven) bestemmen.
4.2 Algemeen beleid verslagjaar In deze paragraaf passeren per zorglijn de belangrijkste beleidsthema’s uit het verslagjaar de revue. Daarnaast worden aan het eind van deze paragraaf enkele beleidsthema’s op concernniveau toegelicht. VVT Binnen de VVT wordt een omslag gemaakt van het leveren van uniforme zorgproducten naar het samen met doelgroepen, dan wel op individueel niveau, creëren van oplossingen. Aandacht voor welbevinden is daarbij cruciaal. Hierbij wordt
48 Espria Jaarverslag 2012
Onze meerjarenoriëntatie in een notendop Wij oriënteren ons de komende jaren enerzijds op ‘ontzorgen’ en het versterken van draagvlak en draagkracht van kwetsbare mensen in hun eigen omgeving, en anderzijds op het bieden van professionele zorg aan mensen die dat echt nodig hebben. Professionele zorg op een manier die schotten doorbreekt, mensen zo weinig mogelijk ‘isoleert’ van hun sociale omgeving en zo min mogelijk ‘institutioneel’ van aard is.
onder meer gebruik gemaakt van principes die uit Lean en Excellente zorg afkomstig zijn. Een belangrijk element hierin is dat er meer regelruimte aan de teams wordt gegeven. Verder wordt de verbinding met relevante partners op wijk- en buurtniveau actief gezocht. Dit is bijvoorbeeld aan de orde bij de inrichting van anderhalvelijnszorg. Door de scheiding van wonen en zorg worden in samenwerkingsverbanden nieuwe arrangementen voor wonen, service en zorg ontwikkeld. Met deze initiatieven anticipeert de zorglijn VVT op de maatschappelijke ontwikkelingen ten aanzien van de vraag naar zorg en de financiering van zorg. Dit laatste zal de komende jaren extra aandacht van de VVT-bedrijven vragen, vanwege de omvang en impact die maatregelen vanuit het regeerakkoord hebben op onze doelgroepen en organisatie. In 2012 is hard gewerkt aan de voorbereiding van de samenvoeging van de drie Evean VVT-regio’s tot één Regio Evean. Met deze samenvoeging kunnen synergievoordelen beter worden benut en kunnen kosten verder worden gereduceerd. De feitelijke samenvoeging heeft begin 2013 zijn beslag gekregen.
Geestelijke Gezondheidszorg In lijn met het strategisch beleid van Espria zet GGZ Drenthe sterk in op de verdere ontwikkeling van herstelgerichte zorg, extramuralisering en een verdere verschuiving van tweedelijns specialistische GGZ naar generalistische GGZ. Daarmee krijgen de hulpvragers en hun omgeving een grotere verantwoordelijkheid voor de manier waarop met psychische problemen wordt omgegaan en hoe de effecten daarvan worden opgevangen. Maar zij krijgen ook meer eigen regie en zeggenschap en worden meer gestimuleerd om hun eigen kracht te ontwikkelen en te benutten. Vanuit de herstelgedachte wordt de zorg steeds meer ambulant en wijkgericht aangeboden. In het herstelgericht werken zijn de inzet van ervaringsdeskundigen en de samenwerking met naastbetrokkenen belangrijk. De beddencapaciteit wordt sterk gereduceerd door minder en/of kortere klinische opnames en de zorg wordt waar mogelijk verschoven van de specialistische naar de generalistische zorg. De opbouw van de generalistische zorg vindt plaats onder het label Indigo. Vanuit Indigo zijn in 2012 praktijkondersteuners gedetacheerd naar ongeveer 60% van de Drentse huisartsenpraktijken. GGZ Drenthe is deelnemer in de ‘mirro’-samenwerking die deze beweging ondersteunt met onder andere ontwikkeling van screeningsinstrumenten en modules voor e-health. In de specialistische zorg staat het werken met zorgprogramma’s centraal. Er zijn inmiddels negen zorgprogramma’s vastgesteld. In 2012 zijn flinke stappen gezet in de toepassing daarvan in de zorgverlening aan patiënten. Bovengenoemde ontwikkelingen maakten ook een aanpassing van de structuur van GGZ Drenthe noodzakelijk. De structuur met regionale divisies is verlaten en de organisatie is overgegaan op een structuur die meer is afgestemd op doel- en leeftijdsgroepen en ziektebeelden.
In de nieuwe structuur is sprake van drie divisies: 1. Indigo / Kinder- en Jeugdpsychiatrie (Indigo: Basis- en Generalistische GGZ voor lichte tot matig ernstige GGZ-problematiek). 2. Volwassenen- en Ouderenpsychiatrie (Volwassenenpsychiatrie: planbare zorg, acute/ crisiszorg en specialistische functies). 3. Beveiligde Psychiatrie (Forensische Psychiatrie, Duurzaam Verblijf en Beter Leven Kliniek). Verstandelijk gehandicaptenzorg Bij De Trans is begin 2012 het Meerjarenbeleidsplan 2011 – 2015 gepresenteerd. Hierin is specifiek beleid ten aanzien van de volgende doelgroepen geformuleerd: • cliënten met een intensieve begeleidingsvraag; • cliënten met een lichte verstandelijke beperking en bijkomende problematiek; • kind en jeugd; • ouder wordende cliënten.
‘Ik probeer verder te kijken dan alleen het psychiatrische probleem, zoals naar financiën, wonen of werken. Daar gaat ons team dan samen met de cliënt mee aan de slag’ Hanna van der Spek, psychiater bij GGZ Drenthe te Meppel
Gedurende het jaar hebben veel gesprekken plaatsgevonden met medewerkers, ouders, verwanten en ketenpartners over de verdere uitwerking van het meerjarenbeleidsplan. Deze gesprekken en bijeenkomsten waren nodig om inzicht te geven aan de deelnemers en kennis op te doen om de in het meerjarenbeleidsplan vastgelegde uitgangspunten om te kunnen zetten naar een praktische koers. Maar ook om de visie over te brengen en te komen tot een beleid met een grotere nadruk op het primaire proces van dienstverlening, waarbij nog meer ingespeeld wordt op de wensen van de cliënten en hun familie, en op zelfsturing (resultaatverantwoordelijkheid van medewerkers voor het handelen). Door betrokkenen is hier zeer positief op gereageerd. Door het project Transformatie is het afgelopen jaar hard gewerkt aan inzicht en overzicht van de dienstverlening. Met name heeft een door vertaling van de veranderende opvattingen
49
en regels rondom zzp in het primaire proces plaatsgevonden. Hierdoor zijn ook de verantwoordelijkheden van de diverse betrokkenen helder gedefinieerd.
‘De Kraamvogel investeert in de keten van geboortezorg om de beste start aan moeder en kind te geven. Dat doen we graag samen met partners die dezelfde visie nastreven’ Esther van Dalen, directeur De Kraamvogel
Kraamzorg De Kraamvogel hanteert klantpartnerschap als strategie, waarbij optimale efficiency in processen en schaalvoordelen moeten leiden tot een gezonde bedrijfsvoering. De Kraamvogel gaat actief op zoek in de keten naar (samenwerkings-) partners om de geboortezorgketen mede te helpen regisseren. In 2012 is de focus van De Kraamvogel verder gelegd op samenwerking en lokaal ondernemerschap. Het motto voor 2012 was: ‘De Kraamvogel ontmoet je!’ Dit motto appelleert aan de ontmoeting en verbinding onderling, tussen elkaar, maar ook met de ketenpartners, klanten en mede werkers. De basis die De Kraamvogel de afgelopen jaren op deze wijze heeft gelegd, is in een sterk veranderende omgeving verder uitgebouwd in het verslagjaar. Jeugdgezondheidszorg In 2012 is Icare JGZ in het licht van de voorgenomen decentralisatie van de jeugdzorg naar de gemeenten geconfronteerd met de keuze van een aantal gemeenten in het werkgebied om de jeugdgezondheidszorg met ingang van 2015 weer zelf te organiseren, onder de vleugels van de GGD-en. De organisatie zal zich de komende jaren hierop voorbereiden. Inhoudelijk heeft de focus van Icare JGZ in het verslagjaar gelegen op het verder ontwikkelen van vraaggestuurde dienstverlening. De ‘ouder in regie’ is het uitgangspunt. Taakherschikking, flexibilisering van dienstverlening en een eigentijdse benadering van klanten zijn hierbij
50 Espria Jaarverslag 2012
sleutelwoorden. Veel professionele aandacht wordt besteed aan de wijze van communicatie met ouders vanuit dit perspectief. Ook worden nieuwe media binnen de bedrijfs voering geïntegreerd om de communicatie met ouders vorm te geven. Dit op verzoek van de ouders zelf. Hierbij zal de interne bedrijfsvoering meer aangepast worden (lean worden gemaakt) aan de interne wens meer sturing op KPI’s (Kritische Prestatie Indicatoren) te verkrijgen. De online bekendheid van Icare JGZ zal vergroot worden en mogelijk verrijkt met behandeltoepassingen die deels face to face en deels virtueel (online) mogelijk worden gemaakt. Mogelijkheden hiertoe worden verkend. Daarnaast heeft Icare JGZ gewerkt aan het versterken van haar positie binnen de CJG’s (Centrum voor Jeugd en Gezin) door zich te positioneren als een gewaardeerde en professionele samenwerkingspartner met innovatieve ideeën en slagkracht. Kinderopvang In 2012 hebben bij Stichting Kinderopvang Hoogeveen (SKH) de verkoop en het uitvoering geven aan de business case SKH/reorganisatieplan ‘Gezond organiseren en ondernemen’ centraal gestaan. Eind 2012 waren er vergevorderde plannen om SKH te verkopen. Dit vanwege het beleid om onderdelen die niet tot de basisportfolio van Espria te behoren wanneer mogelijk af te stoten. De verkoop is op het laatste moment niet doorgegaan. De raad van bestuur heeft daarom opnieuw de opdracht gegeven om SKH op korte termijn te reorganiseren. De omzet is in 2012 fors teruggelopen, vooral vanwege de overheidsmaatregelen met betrekking tot de financiering van kinderopvang.
Voor het concern als geheel waren in 2012 de volgende (beleids)thema’s van belang. Ledenvereniging Evean/Icare Toekomstverkenning leidt tot nieuwe werkwijze In de klantenstrategie van Espria neemt de Ledenvereniging een belangrijke positie in. Als gevolg van maatschappelijke ontwikkelingen op het gebied van wonen, zorg en welzijn komt de nadruk steeds meer op dienstverlening aan huis te liggen. Op dit gebied heeft de Ledenvereniging van oudsher een sterke positie. Er zijn tal van initiatieven om op lokaal niveau, in nauwe samenwerking met de zorgbedrijven van Espria, het aanbod te verbeteren. Dit sluit ook goed aan bij de missie van Espria die is gericht op het bevorderen van waardevol leven en welbevinden. Naar verwachting heeft dit verdere gevolgen voor de propositie van de Ledenvereniging. In het najaar van 2012 is de Ledenvereniging daarom gestart met een toekomstverkenning. Met diverse andere bedrijven is gekeken naar leven, gezondheid en welzijn in 2020. De inzichten die met deze verkenning zijn verkregen worden in 2013 in de werkwijze van de Ledenvereniging geïmplementeerd. Toename aantal leden Het afgelopen jaar is het ledenaantal gegroeid. Nieuw is het label Woonzorg Nederland Ledenvereniging. Hiermee kregen ook de individuele huurders van Woonzorg Nederland in 2012 toegang tot het ledenservicepakket. De Leden vereniging is door de toevoeging van dit label een landelijk werkende organisatie geworden. Op 31 december 2012 telde de Ledenvereniging Evean/ Icare 364.463 leden. De resultatenrekening van de Ledenvereniging is in 2012 positief afgesloten. Dit werd voornamelijk veroorzaakt doordat minder leden dan begroot gebruik maakten van de producten en diensten
uit het ledenservicepakket. Opvallend is dat dit lagere gebruik geen direct effect heeft op het ledenaantal en de tevredenheid van de leden.
‘Het dagelijks
Ondersteuning via het Shared Service Center (SSC) Begin 2012 is het gezamenlijke SSC voor ondersteunende diensten op gebied van automati sering, informatisering, financiële administratie, personeel- en salarisadministratie en inkoop van start gegaan onder de naam SSC Espria. Doelstelling is het verbeteren van de dienstverlening aan de bedrijfsonderdelen door deze ondersteunende diensten. Door aansturing vanuit één directie en management kan deze doelstelling beter worden gerealiseerd. In 2012 zijn de nodige stappen gezet om de integratie vorm te geven, zo blijkt ook uit de ISO-hercertificering die eind 2012 plaatsvond voor het gehele SSC (zie kader).
in staat om onze
contact met onze leden stelt ons dienstverlening continu te ver beteren; daarom wordt in 2013 een ledenpanel ingericht’ Jan Leunis de Beij, directeur leden vereniging
Integratieprojecten SSC Er zijn in 2012 verschillende projecten uitgevoerd om tot één technische infrastructuur voor Espria te komen. Er is onder meer een nieuw Espria-datacenter gebouwd en operationeel gemaakt. In april 2013 zal de eerste migratie van een bestaande netwerkomgeving (Evean) naar het nieuwe Espria-domein zijn afgerond. De migraties van Icare, GGZ Drenthe en Meander volgen hierna. Deze verbetering van de infrastructuur leidt tot lagere operationele kosten, meer flexibiliteit en een verbeterde continuïteit. Binnen het programma ‘Eenheid Finance en HR’ is in 2012 de harmonisatie van de primaire systemen voor de financiële en personeelsadministratie nagenoeg afgerond. De laatste harmonisatieslag vindt in april 2013 plaats. Hierna werken we aan de harmonisatie van andere processen en procedures. Begin 2012 is een gezamenlijk inkoopproject binnen Espria met ondersteuning van externen beëindigd. Dit heeft medio 2012 plaatsgemaakt voor een Espria-inkoopafdeling.
51
Eind 2012 heeft de raad van bestuur besloten dat de middelen uit het fonds de komende jaren meer gefocust op een centraal thema moeten worden ingezet. Als centraal thema is de ontwikkeling van de Espria academy gekozen.
In 2013 zullen een aantal vervolgstappen worden gezet die nodig zijn voor inrichting van de juridische structuur en herinrichting van diverse afdelingen. Taskforce Scheiden van Wonen en Zorg Er is in 2012 een taskforce in het leven geroepen om de gevolgen van het voorgenomen beleid op het gebied van scheiden van wonen en zorg in beeld te brengen en scenario’s te schetsen voor oplossingen van verwachte problemen. De focus van de zogenaamde taskforce Scheiden van Wonen en Zorg ligt allereerst bij de analyse van de effecten van dit beleid op de bedrijfswaarde van ons vastgoed. Dit omdat eventuele bijzondere waardeverminderingen dienen te worden verwerkt in de jaarrekening van 2012 Een toelichting hierop wordt gegeven in paragraaf 5.1.4.3 van de jaarrekening. Daarnaast richt de taskforce zich op de volgende vraagstukken: • het beleid dat over de overgang van indirecte verhuur naar directe verhuur gaat; • het beleid met betrekking tot het serviceaanbod aan cliënten op wie scheiden van wonen en zorg van toepassing is. Hiervoor moet onder meer een dienstencatalogus en een prijsbeleid worden ontwikkeld. Hier is ook de verbinding met de Ledenvereniging zeer expliciet aan de orde; • het beleid dat over de (continuering van) zorg gaat. Met name de impact van het beleid voor het scheiden van wonen en zorg op de zorgverlening als zodanig.
elk bedrijfsonderdeel van Espria 1% van de omzet bijdraagt. Op basis van vooraf geformuleerde criteria hebben bedrijfsonderdelen projecten bij het fonds ingediend. Een vertegenwoordiging vanuit de bedrijfsonderdelen heeft vervolgens een aantal projecten ter goedkeuring voorgedragen aan de raad van bestuur. Naast zorginhoudelijke projecten zijn ook projecten voor de ontwikkeling van het SSC uit het fonds gefinancierd. In 2012 zijn in totaal 62 projecten goedgekeurd. Eind 2012 heeft de raad van bestuur besloten dat de middelen uit het fonds de komende jaren meer gefocust op een centraal thema moeten worden ingezet. Als centraal thema is de ontwikkeling van de Espria academy gekozen. Ook is besloten tot naamswijziging van het fonds. Het fonds heet nu: Synergiefonds
Hierover zal de taskforce in 2013 rapporteren.
4.2.1 Risico’s, kansen en onzekerheden De risico’s en onzekerheden waar onze sector mee te kampen heeft zijn enorm. De betaalbaarheid en solidariteit van het huidige zorgsysteem staan onder druk. De overheid snijdt daarom stevig in haar zorguitgaven. Tegelijk wordt de zorgaanbieders gevraagd een oplossing te vinden voor het dreigend tekort in hun begroting. Een ding is duidelijk: ons huidige verdienmodel gekoppeld aan het maximaliseren van de zorgproductie en de zekerheden die daaruit voortvloeien bestaat niet meer. Daarvoor in de plaats krijgen we een aanpak die geen garanties biedt. Een aanpak die echter ook kansen biedt als we nú al inspelen op verwachte toekomstige veranderingen.
Innovatie- en verbeterfonds In 2012 was een Innovatie- en verbeterfonds beschikbaar om initiatieven voor innovatie- en verbeterprojecten binnen Espria te stimuleren en te ondersteunen. Dit fonds is gevuld doordat
Risico’s en onzekerheden Begin 2012 heeft Espria haar bestuurlijke agenda vastgesteld. Daarin is vastgelegd welke onder werpen de komende jaren extra aandacht krijgen op bestuurlijk en toezichthoudend niveau.
52 Espria Jaarverslag 2012
Risicomanagement is daarbij als belangrijk onderwerp benoemd. Risicomanagement Alle onzekerheid maakt dat risicomanagement niet meer weg te denken is in de hedendaagse bedrijfsvoering. Een goed ingericht risico management helpt een organisatie prioriteiten te stellen en sneller te anticiperen op veranderingen. Echter, effectief risicomanagement is er niet ineens. De grootste uitdaging voor Espria ligt in de beïnvloeding van cultuur en gedrag. Een belangrijke randvoorwaarde is dat risicomanagement in alle lagen van de organisatie wordt gedragen en uitgedragen. Doelstelling van de raad van bestuur is dat risicomanagement vanaf 2014 binnen de gehele organisatie is ingevoerd. In 2013 wordt risicomanagement overal geïmplementeerd. In 2012 is Espria daarom samen met KPMG Advisory gestart met het ontwikkelen van een zogenaamde ‘maturiteitsscan’ van de ‘Governance, Risk & Compliance’-functies van de bedrijfsonderdelen. Hiermee is inzicht gekregen in drie zaken: • de manier waarop deze functies zijn georganiseerd bij de diverse bedrijfsonderdelen; • de mogelijkheden om deze functies te optimaliseren en ook horizontaal te integreren; • op welke wijze de verschillende bedrijfsonderdelen op eenduidige wijze kunnen rapporteren. Maar er zijn in 2012 meer initiatieven op het gebied van risicomanagement ontplooid. In de kadertekst staan enkele daarvan beschreven. De belangrijkste risico’s voor Espria. De volgende zaken zijn door Espria als risicovol gedefinieerd: • Verdere bezuinigingen door politieke keuzes: de zorg staat reeds aan de vooravond van forse
Initiatieven op het gebied van risicomanagement In 2012, met uitloop naar begin 2013, hebben we een aantal concrete initiatieven uitgevoerd om risicomanagement in de organisatie in te bedden: • Er is een pragmatisch risicomanagement model met een brede scope opgesteld. In het model zijn onder meer domeinen zoals cliënten, medewerkers en financiën, maar ook domeinen gericht op imago en reputatie, besturing, ICT en huisvesting opgenomen. Het model is nog in ontwikkeling. Conform de behoeften van de diverse partijen wordt het aangepast en ingevoegd in het implementatietraject. • De risicomanagement-workshop is in 2012 voorbereid en vond begin 2013 plaats met de raad van bestuur. Hierbij is de richting van het model en het tempo van de invoering ervan nader vastgesteld. • Begin 2013 hebben we verdere voorbereidingen getroffen voor een risicomanagement-workshop met de directeuren van de verschillende Espria-bedrijfsonderdelen en het SSC. Tijdens deze workshops markeren we het startpunt voor de verdere uitrol van risicomanagement.
bezuinigingen. Er blijft ook naar de toekomst onzekerheid over en toenemende druk op tarieven en productievolumes. De inhoudelijke koers die ten grondslag ligt aan de bezuinigingen onderschrijft Espria. Het is echter het tempo waarin de bezuinigingen worden doorgevoerd dat een risico voor de organisatie vormt. • Matching van het personeelsbestand met de organisatie. Om de transitie naar de nieuwe maatschappelijke opgave te maken zijn ingrijpende organisatiewijzigingen nodig. Dit kan leiden tot bepaalde fricties in het personeelsbestand die moeilijk zijn op te vangen. • Scheiden van wonen en zorg: de vergoeding voor verblijf voor ZZP 1 tot en met ZZP 4 verdwijnt. Dit zorgt voor risico’s van leegstand en daarmee omzetdaling, maar roept ook vragen op over zaken als functionaliteit van vastgoed en alternatieve producten in het kader van omzetbehoud.
53
Onze innovatie-inspanningen beslaan een breed terrein. Een deel is gericht op het continu verbeteren van datgene waar wij primair op gericht zijn: het bieden van verantwoorde zorg, afgestemd op de wensen van onze cliënten.
• Overheveling van AWBZ naar Wmo: meerdere producten, zoals persoonlijke verzorging en begeleiding, worden vanuit de AWBZ over geheveld naar de Wmo. Gemeenten worden verantwoordelijk voor de uitvoering. Huidige volumes en tarieven komen onder druk te staan. De ontwikkeling van de relatie met de gemeenten vraagt daarom nog veel aandacht. • Ook de decentralisatie van de Jeugdzorg brengt risico’s met zich mee. • Hogere kwaliteitseisen: in komende jaren zullen de zorgverzekeraars steeds hogere eisen stellen bij contractering van een zorginstelling. Omzet wordt steeds meer afhankelijk van scores op kwaliteit. Risicobeheersing productieverantwoording (Regeling AO/IC) Voor de zorgorganisaties is van groot belang dat de geleverde productie rechtmatig tot stand komt. De organisaties moeten hierbij de voorwaarden van de Regeling AO/IC naleven. Gedurende het jaar zijn er verschillende interne controles bij bedrijfsonderdelen geweest om de productie te verantwoorden. Deze zijn uitgevoerd door interne controlefunctionarissen die bij alle zorgonderdelen aangesteld zijn. De werkzaamheden zijn gebaseerd op auditplannen, waarbij risico’s en aandachts punten van voorgaande jaren zijn meegenomen.
Uitkomsten van de internal audit De belangrijkste bevindingen richten zich op het beter inzichtelijk maken van het verband tussen de uitgevoerde risicoanalyse en de uit te voeren werkzaamheden (het werkprogramma). Daarnaast blijkt dat het belangrijk is om het AZR-berichtenverkeer meer te betrekken bij het uitvoeren van de interne controles per kwartaal. In 2013 vindt er een evaluatiebijeenkomst van het controleproces in 2012 plaats en wordt kennis tussen de internal auditors uitgewisseld (best practices). De auditplannen van 2013 worden hierop aangepast.
54 Espria Jaarverslag 2012
Binnen Espria is in 2012 een nieuwe internal auditor aangesteld. Ter voorbereiding van de controle door de externe accountant heeft deze auditor zelf een uitgebreide audit uitgevoerd op de naleving van de Regeling AO/IC. De auditor maakte hiervoor gebruik van ongeveer 35 interne audits die in 2012 binnen Espria zijn uitgevoerd. De internal auditor heeft voor drie productieverantwoordingen uitstel laten aanvragen bij het zorgkantoor, omdat ze niet aan de interne kwaliteitseisen van Espria voldeden en nader onderzoek nodig was. Het ging in alle gevallen om zorgorganisaties die Espria in 2012 heeft overgenomen. Kansen voor Espria Wij zijn een maatschappelijke onderneming en staan daarom achter de noodzakelijke veranderingen. Onze visie getuigt hiervan. Omdat wij die veranderingen al in een vroegtijdig stadium hebben voorzien en hierop actief anticiperen, biedt de geschetste situatie ook kansen. Want overal in onze organisatie zijn wij bezig met initiatieven die ons zo goed mogelijk voorbereiden op de toekomst én onze cliënten weerbaarder en sterker maken. Denk aan onze ‘beschut wonen’ arrangementen, tussenstations, anderhalvelijnsvoorzieningen samen met ziekenhuizen en nieuwe zorgproducten die voortkomen uit onze allianties met andere partners. De veranderingen vergen een fundamentele transitie in ons denken. Daarom vinden wij het belangrijk om onze medewerkers hier nauw bij te betrekken, onder meer via de ontwikkeling van onze academy. 4.2.2 Innovatie Onze innovatie-inspanningen beslaan een breed terrein. Een deel is gericht op het continu verbeteren van datgene waar wij primair op gericht zijn: het bieden van verantwoorde zorg, afgestemd op de wensen van onze cliënten. Daarbij onderzoeken en benutten wij vooral
de mogelijkheden die nieuwe communicatie- en informatietechnologie biedt. Denk aan verschillende vormen van e-health toepassingen, diverse technologische hulpmiddelen voor het bieden van leef- en bewegingsruimte aan mensen met gevorderde dementie. Maar ook kennis uitwisseling door e-learning, onder andere in het kader van de Espria academy, die in voorbereiding is. Wij doen dat veelal in samenwerking met gerenommeerde onderzoeks- en kennisinstituten, zoals het UMCG en TNO. Daarnaast investeren wij in zaken die samen hangen met de paradigmashift die we in paragraaf 4.1 beschrijven. We ontwikkelen instrumenten voor het fundamenteel anders benaderen van de zorgvraag en mogelijke oplossingen daarvoor en we genereren en ontsluiten systematisch kennis op dat terrein. Nieuwe zorginstrumenten voor de toekomst Naast het verder ontwikkelen van eerder genoemde initiatieven als het ouderenconsultatiebureau, de gidsfunctie, de academy en onze deelname aan diverse innovatietafels, zijn we in 2012 met tal van andere innovatieve projecten gestart. Vaak opgezet en uitgevoerd in samenwerking met andere partijen zoals welzijnsorganisaties, corporaties en collega-zorgaanbieders. Een aantal hiervan is toegelicht in het kader.
4.3 Samenleving, samen werkingsrelaties en belang hebbenden/stakeholders 4.3.1 Maatschappelijk verantwoord ondernemen Espria wil als maatschappelijke onderneming een bijdrage leveren aan de oplossing van maatschappelijke vraagstukken. Daarom werken wij aan het terugdringen van zorgkosten, onder
‘Leefstijlgerichte preventie in de zorg’: een experiment voor thuiszorgteams. Doel is het optimaliseren van een werkmethodiek zodat preventie en welbevinden een logische plaats krijgen in het gesprek met de klant. ‘Samen oud’: in dit project zetten we het zogenoemde ‘frailtyinstrument’ van prof. Joris Slaets in, zodat we ouderen beter kunnen screenen op kwetsbaarheid en welbevinden. ‘Meer doen’ en ‘Gewoon doen’: deze twee projecten zijn breder gericht op het bevorderen en in stand houden van een vitale leefomgeving voor met name kwetsbare mensen. ‘Malaika’: een recent initiatief voor de productie van een soapserie die zich afspeelt binnen het domein van de (thuis)zorg. Dit is een voor de sector onorthodoxe manier om mensen te interesseren voor een carrière in de zorg.
meer door preventie en het stimuleren van zelfredzaamheid. Om die reden ontwikkelen wij innovatieve concepten die gericht zijn op het activeren van de eigen kracht en sociale netwerken van cliënten. Een concreet voorbeeld hiervan is het project HOME-start van JGZ Icare, dat is gericht op het zo snel mogelijk afbouwen van professionele hulp, waarbij vrijwilligers gezinnen ondersteunen bij opvoedingsvraagstukken. Een op preventie gericht project is ‘Goud Leven’ van Zorggroep Meander dat meer bewegen en het gebruik van goede voeding stimuleert. 4.3.2 Samenwerkingsrelaties en belanghebben den/stakeholders Espria streeft er expliciet naar om belanghebbenden meer bij de organisatie te betrekken. De cliënten staan hierbij voorop. Zo worden bij Icare cliëntenpanels georganiseerd. Ook zijn bijvoorbeeld bij De Trans familieleden nauw betrokken bij de vormgeving van het meerjarenbeleidsplan. In 2012 is een start gemaakt met het formuleren van een expliciet stakeholderbeleid, waarin
55
Espria denkt bijvoorbeeld samen met het Zaans Medisch Centrum en het Medisch Centrum Alkmaar na over de ontwikkeling van voorzieningen voor tijdelijk verblijf in de vorm van zorghotels.
nader is uitgewerkt hoe wij het contact met onze stakeholders onderhouden. Ook is binnen de raad van commissarissen een commissie stakeholders geïnstalleerd. Om onze missie en visie te realiseren zoeken wij actief verbinding en samenwerking met andere partijen. Dit zijn zowel zorgaanbieders, zorgverzekeraars, gemeenten, corporaties, welzijnorganisaties als wetenschappelijke en financiële instellingen. Samenwerking met zorgaanbieders Er zijn samenwerkingsverbanden met zorgaanbieders binnen en buiten het Espria-concern. De eerste samenwerking richt zich met name op het gezamenlijk ontwikkelen en toepassen van best practices, het ontwikkelen van (wijkgerichte) zorgconcepten en het gezamenlijk delen van voorzieningen. De samenwerking met zorgaanbieders buiten Espria heeft tot doel het realiseren van een zo integraal mogelijk zorgaanbod. Ziekenhuizen en huisartsen Espria werkt samen met alle ziekenhuizen in haar werkgebied. Deze samenwerking zal de komende jaren verder worden geïntensiveerd. Het doel van deze samenwerking is voornamelijk om patiënten weer zo snel mogelijk uit het ziekenhuis te krijgen door terugplaatsing naar huis, dan wel in tijdelijke verblijfsvoorzieningen, zodat het gebruik van dure tweedelijnsvoorzieningen kan worden ingeperkt. We zullen ons in de toekomst ook steeds meer richten op de ontwikkeling van gespecialiseerde zorg buiten het ziekenhuis. Espria denkt bijvoorbeeld samen met het Zaans Medisch Centrum en het Medisch Centrum Alkmaar na over de ontwikkeling van voorzien ingen voor tijdelijk verblijf in de vorm van zorghotels. GGZ Drenthe werkt nauw samen met het UMCG op het gebied van onderzoek en het
56 Espria Jaarverslag 2012
ontwikkelen van specifieke expertisegebieden binnen de geestelijke gezondheidszorg. Espria werkt ook intensief samen met zieken huizen en huisartsen in COPD- en dementie netwerken. Daarnaast zijn er verschillende pilotprojecten gestart met huisartsen. Een voorbeeld is GGZ Drenthe dat met ondersteuning van zorgverzekeraar Achmea betrokken is bij een project dat zich richt op het versterken van de GGZ in de anderhalvelijnzorg. GGZ Drenthe biedt de huisarts hierin e-health aan en ondersteunt hem of haar bij lichte GGZ-problematiek. Innovatieve allianties met zorgverzekeraars Zorgverzekeraars zijn voor Espria partners bij de inkoop van AWBZ en ZVW-zorg. We werken ook samen met de zorgverzekeraars als Achmea, Menzis en VGZ aan innovatieve oplossingen in hun eigen werkgebied. Denk aan de eerder genoemde pilot GGZ Drenthe met Achmea. Een ander voorbeeld is het werken aan regelarme zorg door Zorggroep Meander en Icare, met ondersteuning van Menzis. Doordat Menzis de planning beschouwt als de gerealiseerde zorg, kan op basis hiervan worden gedeclareerd. Hierdoor kunnen allerlei administratieve handelingen in de uitvoering achterwege blijven die voorheen noodzakelijk waren om te kunnen declareren. Op deze wijze is er meer tijd voor de zorgverleners beschikbaar om aan de cliënten te besteden. Relatie met gemeenten steeds belangrijker Vanwege het verschuiven van AWBZ-gefinancierde zorg naar Wmo-gefinancierde zorg worden gemeenten steeds belangrijker voor Espria. De verschillende Espria-bedrijfsonderdelen investeren daarom stevig in de relatie met gemeenten. Ze zijn bijvoorbeeld betrokken bij het overleg van gemeenten over de invulling van de Wmo. Daar waar mogelijk, bijvoorbeeld in Drenthe, trekken de bedrijfsonderdelen hierin gezamenlijk op.
Het streven is om in goed overleg vraagstukken op het gebied van zorg en welzijn en leefbaarheid en veiligheid op wijkniveau te adresseren. Samen met corporaties Ook de relatie met de corporaties is in toenemende mate belangrijk voor Espria, met name vanwege de scheiding van wonen en zorg. Doel is de transitie naar een betaalbaar woningaanbod waarbij de zorg nauw is aangesloten. Een bijzondere relatie is uiteraard die tussen Espria en Woonzorg Nederland, de grootste seniorenhuisvester in Nederland. Deze unieke samenwerking maakt het mogelijk om voor onze klanten concepten en diensten op het gebied van wonen en gezondheid te ontwikkelen. Een goed voorbeeld van een dergelijke samenwerking vindt plaats in het woonzorgcentrum Parkheem in Stadskanaal. Zorggroep Meander en Woonzorg Nederland zijn gezamenlijk opgetrokken in de ombouw van verzorgingshuisplaatsen naar verpleeghuisplaatsen. Welzijnsorganisatie is onmisbare schakel In ons streven naar een zo wijkgericht en integraal mogelijke aanpak van vraagstukken op het gebied van zorg, wonen en welzijn, vormt de relatie met welzijnsorganisaties een onmisbare schakel. Op diverse plaatsen werken we daarom in toenemende mate samen met welzijnsorganisaties. In Zaandam is in 2012 een traject ingezet om de samenwerking tussen Evean en de welzijnsorganisaties SMD en Welsaen zodanig te intensiveren dat Evean en de twee welzijnsorganisaties in 2013 naar verwachting zullen opgaan in één organisatie. Innovatieve zorg met wetenschappelijke instellingen Wij werken nauw samen met verschillende wetenschappelijke instellingen aan onder meer de ontwikkeling van innovatieve zorgconcepten: • Prof. dr. Joris Slaets van de Rijksuniversiteit
Groningen is aan ons gelieerd vanwege zijn kennis op het gebied van kwetsbaarheid bij ouderen. • Evean heeft nauwe contacten met het LUMC op het gebied van COPD. • GGZ Drenthe is verbonden aan het Rob Giel Onderzoeks Centrum. Dit centrum ondersteunt wetenschappelijk onderzoek op het gebied van de GGZ. Nieuwe producten en diensten met financiële instellingen Financiële instellingen, zoals banken, pensioenfondsen, verzekeraars en investeerders, spelen een belangrijke rol in het mogelijk maken van nieuwe producten en diensten. Als financiers van zorg en nieuwbouw van vastgoed, maar ook als inkomensverschaffers voor ouderen en kwetsbare mensen. In 2012 participeerde Espria met Achmea, Rabobank, CZ, Ymere en WWI in de zogenaamde innovatietafels (zie ook paragraaf 4.1).
‘Evean staat midden in het leven. Dit komt tot uiting door verdere intensivering van de samenwerking (zorgaanbieders, welzijnsorganisaties) en het voornemen de drie Evean regio’s samen te voegen’ Hans van Petten, directeur Evean
4.4 Kwaliteit Kwaliteitszorg staat bij Espria hoog in het vaandel. De raad van bestuur wordt op concernniveau voor de kwaliteitszorg ondersteund door een adviseur. Espria heeft een kwaliteitshandboek waarin is beschreven binnen welke kaders de verschillende bedrijfsonderdelen hun kwaliteitsbeleid en kwaliteitssystemen ontwikkelen. Dit handboek actualiseren we jaarlijks. De kwaliteitssystemen van alle bedrijfsonderdelen zijn ook in 2012 getoetst op de HKZ-normen en hebben op grond daarvan hun certificaten behouden of vernieuwd. Ook het kwaliteitssysteem van het SSC is succesvol getoetst aan de ISO-normen. Ook de overige ondersteunende entiteiten zoals de facilitair bedrijven en de zorgcentrale beschikken over een ISO-certificaat.
57
Kwaliteitsmonitor In 2011 is een kwaliteitsmonitor geïmplementeerd om sturing en monitoring op belangrijke kwaliteitsaspecten mogelijk te maken. Dit zijn aspecten zoals strategische kwaliteitsdoelen, meldingen van relevante kwesties van bedrijfsonderdelen, jaarverslagen van klachten commissies, resultaten van benchmarks en tevredenheidsonderzoeken, werkbezoeken, resultaten van externe en interne audits en resultaten uit systeembeoordelingen. Op basis hiervan worden concernanalyses gemaakt die worden besproken in de raad van bestuur. Dit heeft in 2012 tot een aantal verbeteracties geleid die zijn gecommuniceerd met de verschillende directies. Aanpassingen hebben ook plaatsgevonden vanwege het verschijnen van nieuwe externe kwaliteitsnormen. De kwaliteitsmonitor is eind 2012 geëvalueerd. Op basis hiervan zal de kwaliteitsmonitor in 2013 verder worden aangescherpt. Ook de medezeggenschapsorganen zijn geïnformeerd over (delen van) de kwaliteitsmonitor. In 2012 hebben zowel de Centrale Ondernemingsraad als de Centrale Cliëntenraad gebruikge-
Kwaliteitsspeerpunten voor 2013 Voor 2013 zijn drie belangrijke speerpunten geformuleerd: 1. Verdere invoering van risicomanagement. Uiterlijk eind 2013 gaan directies en domeinhouders rapporteren over hun prestaties op het gebied van risicomanagement. Directeuren zullen in werkconferenties kennismaken met het Espria-risicomanagement model en de werkwijze hiervan. 2. Invoering van verbeterplannen naar aanleiding van de benchmark 2012. 3. Verbetering van het rapportage dashboard. Hierbij wordt enerzijds gewerkt aan het verbeteren van de presentatie en anderzijds aan het inperken van het aantal rapportages.
58 Espria Jaarverslag 2012
maakt van de mogelijkheid tot een specifieke toelichting of presentatie. Kwartaalrapportage kwaliteit Het hart van de kwaliteitsmonitor wordt gevormd door de kwartaalrapportage kwaliteit. Elk bedrijfsonderdeel rapporteert hiermee aan het bestuur. In de rapportage is onder meer het verloop van de externe audits, de voortgang van de interne audits, risicomanagement, tevredenheidsonderzoeken, klachten, incidenten, zorgdossiers en personeelsbeleid opgenomen. Het SSC en andere ondersteunende entiteiten rapporteren daarnaast nog over wet- en regelgeving en belangrijke contracten. Ook risicomanagement is een belangrijk speerpunt van kwaliteit. Risicomanagement is meer uitgebreid behandeld in paragraaf 4.2. Brandveiligheid De raad van bestuur heeft in 2012, op basis van landelijke inspectierapporten op dit gebied, aan de bedrijfsonderdelen gevraagd om te onderzoeken of de inspectieadviezen op het gebied van brandveiligheid zijn geïmplementeerd. Daarnaast wordt onderzocht of de brandveiligheidsmaatregelen zijn afgestemd op de mate van zelfredzaamheid van de bewoners en patiënten. Het gaat hierbij om zowel leef- als werkomgevingen. Alle bedrijfsonderdelen hebben hierover in het vierde kwartaal aan het bestuur gerapporteerd. Een groot deel van de onderdelen geeft aan dat hun integraal brandveiligheidsbeleid voldoet aan de gestelde eisen. Het overige deel geeft in een planning wanneer ze aan de eisen voldoen. Brandveiligheid is vanaf 2013 onderdeel van de jaarcyclus. Benchmarkresultaten Het is van belang om ons steeds te verbeteren. Daarom doen wij één keer in de twee jaar mee aan een benchmark die vanuit Actiz wordt
geïnitieerd. Doel hiervan is om te peilen hoe de dienstverlening, het werkgeverschap en de bedrijfsvoering van de verschillende bedrijfsonderdelen zich verhouden tot dat van concurrenten. In 2012 hebben de VVT-regio’s en de Kraamvogel meegedaan aan de benchmark. Deze bestond uit drie bouwstenen: onderzoek naar bedrijfsvoering, cliënttevredenheid en medewerkermonitor. Ook de resultaten van het cliënt- en medewerkerstevredenheidsonderzoek dat door ons eenmaal per twee jaar wordt uitgevoerd, is meegenomen in de benchmark. De resultaten uit de benchmark zijn besproken met de directeuren van de betrokken bedrijfsonderdelen. Daar waar lager is gescoord dan gewenst is door de raad van bestuur aan de directeuren gevraagd om een analyse te maken en verbeterplannen op te stellen en uit te voeren. In een aantal gevallen is in het najaar een nieuw cliënttevredenheidsonderzoek uitgevoerd waarbij de resultaten zichtbaar verbeterd zijn ten opzichte van de bovenstaande meting. Omdat cliënt- en medewerkerstevredenheid strategische doelen zijn binnen Espria, maken deze onderwerpen voor 2013 deel uit van de managementcontracten tussen bestuur en directeuren. Bestuursauditplan Het bestuur heeft in de vorm van een bestuursauditplan een overkoepelende auditororganisatie opgezet om kritische processen extra te monitoren. Het ging in 2012 met name om processen zoals de PDCA-cyclus in de behandeling en analyse van de Melding Incidenten Cliënten, het functioneren van de interne auditorganisatie van de bedrijfsonderdelen, risicosignalering in zorgdossiers en kritische zorgprocessen, decentralisatie van het HR-beleid, samenwerking met ketenpartners en realisatie van afspraken uit de P&C kalender van Espria.
4.5 Personeelsbeleid De ontwikkelingen in de zorg, zoals eerder in dit jaarverslag geschetst, hebben grote invloed op onze medewerkers. Het accent zal steeds meer komen te liggen op het stimuleren en faciliteren van zelfredzaamheid van klanten. Competenties van medewerkers verschuiven daarom van helpen, naar het stimuleren van zelfstandigheid van klanten. Ons HR-beleid moet hierop naadloos aansluiten. Daarom krijgen personeelsontwikkeling, opleidingsbeleid, strategisch personeelsbeleid en duurzame inzetbaarheid volop aandacht binnen de werkmaatschappijen van Espria. Om ook in de toekomst te kunnen voldoen aan de zorgvraag, heeft in 2012 een herijking plaatsgevonden van onze strategische thema’s op het gebied van HR. De organisatie De Espria-bedrijfsonderdelen hebben in 2012 al zoveel mogelijk geanticipeerd op de ontwikkelingen in de zorg. Om schaal- en synergievoordelen op HRgebied te realiseren is een HR-managersplatform opgericht. Dit bestaat uit de HR-managers van de bedrijfsonderdelen en de beleidsadviseur HRstrategie van Espria. Het platform zet (strate gische) HR-thema’s op de agenda en initieert en organiseert plannen en initiatieven. Daarnaast adviseert het platform de directie en het bestuur. Belangrijke HR-thema’s Espria heeft in het najaar van 2012 de volgende strategische HR-thema’s vastgesteld: duurzame inzetbaarheid, talentontwikkeling, de ontwikkeling van een digitale leeromgeving (e-learning) en strategische personeelsplanning. Duurzame inzetbaarheid Om ook in de toekomst een aantrekkelijke werkgever te zijn, richt Espria zich op de inzetbaarheid, vitaliteit en gezondheid van het personeel.
59
Strategische personeelsplanning is gezien de ontwikkelingen in de zorg een zeer belangrijk beleidsthema.
“Onze klanten
Het aantal oudere medewerkers groeit en medewerkers zullen langer deelnemen aan het arbeidsproces. Die focus begint al op het moment van indiensttreding. Een doelstelling rond duurzame inzetbaarheid en een duidelijke samenhang in de deelterreinen zoals bijvoorbeeld werving en selectie, loopbaanbeleid en verzuimbeleid, bestaat nog onvoldoende. In 2013 wordt een werkconferentie georganiseerd voor directie, HR, medezeggenschap en bestuur om hierover met elkaar van gedachten te wisselen.
blijven langer zelfstandig. Dat vraagt een andere houding en andere competenties van medewerkers; van helpen naar ondersteunen bij zelfstandigheid en onafhankelijkheid.” Alfred Wasser, HR-Strateeg
Talentontwikkeling Het ontwikkelen en opleiden van talent binnen het concern is noodzakelijk om kwalitatief goed personeel te krijgen, te behouden en door te laten stromen naar hogere of andere functies. In 2012 zijn we daarom gestart met de voorbereidingen voor een talentprogramma op Espria-niveau. In 2013 gaan we dit verder vormgeven. Binnen de bedrijfsonderdelen zijn er al verschillende initiatieven op dit gebied. Zo heeft Icare een traineeprogramma voor young potentials. E-learning Hoewel de ontwikkeling van medewerkers een hoge prioriteit heeft, wordt er momenteel nog weinig gebruik gemaakt van digitale voorzieningen. In 2012 zijn we gestart met het ontwikkelen van een concernbrede visie op e-learning. Vragen en wensen van bedrijfsonderdelen zijn geïnventariseerd en
HR-denktank Naast de maandelijkse vergadering van het platform is er elk kwartaal overleg tussen de portefeuillehouder HR uit het bestuur, vier directeuren en een vertegenwoordiging uit het HR-managersplatform. De twee overlegvormen fungeren als denktank en initiator van strategische HR-thema’s, versterken de samenwerking tussen de bedrijfsonderdelen en verbeteren kennisdeling.
60 Espria Jaarverslag 2012
onderzocht. In 2013 moet dit leiden tot een digitale leeromgeving die gefaseerd wordt geïmplementeerd. Op kleine schaal zijn er al digitale stappen gezet. Zo beschikken GGZ Drenthe (GGZ e-cademy) en Particura al over faciliteiten die medewerkers in staat stelt bepaalde e-learningmodules te volgen. Strategische personeelsplanning Strategische personeelsplanning is gezien de ontwikkelingen in de zorg een zeer belangrijk beleidsthema. Onze werkmaatschappijen moeten een inschatting kunnen maken van hoe hun personeelsmix zich verhoudt tot verschillende zorgportfolioscenario’s. Met deze scenario’s kunnen de werkmaatschappijen keuzes maken op het gebied van werving en selectie, personeelsontwikkeling, maar mogelijk ook afvloeiing. Het onderwerp van flexibilisering van de inzetbaarheid en de contractomvang speelt hierin eveneens een belangrijke rol. Bij alle organisatieonderdelen komt dit thema terug, met name door de focus op capaciteitsplanning. De strategische personeelsplanning zal de komende jaren verder worden doorontwikkeld. Instroom WGA De regeling Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsongeschikten (onderdeel van de WIA) verdient speciale aandacht. De instroom in de WGA was in 2012 met name in de VVT-onderdelen hoog. Omdat Espria in 2008 heeft gekozen voor het eigen risicodragerschap komen de kosten van de uitkering voor onze eigen rekening. Dit risico was tot 1 januari 2013 verzekerd bij de Amersfoortse. De hoge instroom heeft geleid tot een fors hogere premie bij de herverzekering (deze keer bij Aegon). Doelstelling is om de instroom tot een minimum te beperken, zodat herverzekering na 1 januari 2016 niet meer nodig is. De VVT-onderdelen zullen dan ook hun inzet op verzuim- en reïntegratiebeleid versterken, mede in samenhang met duurzame inzetbaarheid.
Besprekingen met vakorganisaties De bestuurder heeft met de vakorganisaties over de ontwikkelingen en plannen binnen Espria overlegd. Dit zijn in 2012 vooral de ontwikkeling van de zorgvisie binnen Espria en de gevolgen van het regeerakkoord aan de orde gesteld. De vakorganisaties zijn op de hoogte van de mogelijk lastige tijden en besluiten die binnen de verschillende zorgsectoren te verwachten zijn. Besluiten die van invloed zullen zijn op de kwalitatieve en kwantitatieve samenstelling van het personeel binnen Espria. In 2012 zijn daarom ook gesprekken gestart over een nieuw sociaal plan. Dit plan moet Espria in staat stellen in te spelen op de komende ontwikkelingen. Naast deze formele besprekingen met de bestuurder, overlegt een vertegenwoordiging uit het HR-managersplatform twee keer per jaar informeel met een vertegenwoordiging van de vakorganisaties.
4.6 Financieel beleid Resultaat boekjaar Het geconsolideerd resultaat over 2012 bedraagt € 27,3 miljoen positief. Het begroot resultaat was € 10,8 miljoen positief. Dit betekent een positieve afwijking van € 16,5 miljoen. Het genormaliseerd resultaat 2012 kwam uit op € 39,8 miljoen positief. Dit werd onder andere veroorzaakt doordat enkele bedrijfsonderdelen betere tariefafspraken konden maken. Daarnaast zijn er met name in de extramurale zorg forse inspanningen geleverd om te komen tot resultaatverantwoordelijke teams. Een hogere productiviteit van de medewerkers heeft daarmee ook een belangrijke bijdrage aan dit resultaat gegeven. Hieronder volgt een overzicht van enkele relevante ratio’s:
2012
2011
Rentabiliteitsratio (resultaat / totale opbrengsten)
3,3%
2,1%
Budgetratio (eigen vermogen / totale opbrengsten)
18,5%
16,2%
Solvabiliteitsratio (eigen vermogen / totale vermogen)
28,2%
25,1%
1,20
0,99
Liquiditeitsratio (vlottende activa / kortlopende schulden)
Met het hogere resultaat van 2012 is het rendement van Espria verder toegenomen. Met de positieve resultaten van afgelopen jaren is Espria daarmee in staat geweest een financiële buffer op te bouwen. Deze buffer zal in de komende jaren hard nodig zijn nu forse bezuinigingsmaatregelen op Espria afkomen. In 2011 zijn de gestelde streefcijfers (budgetratio van 15% en solvabiliteit van 25%) reeds behaald. Tegelijk is het voor Espria duidelijk dat deze norm verder omhoog moet om de komende jaren voldoende weerstand te bieden aan de transitiegolf binnen de AWBZ. De financiële resultaten van de bedrijfsonderdelen van Espria waren in 2012 verschillend. Zo liet het segment GGZ een rendement zien van 0,8%, terwijl er ook onderdelen binnen het segment VVT een rendement van 5,7% behaalden. De operationele kasstroom verbeterde aanzienlijk en daarmee namen de beschikbare liquiditeiten toe. Ook daarmee werd een verdere buffer gevormd met het oog op de toekomst als de bevoorschotting zal wegvallen en rendementen onder druk komen te staan. Impactanalyse begrotings- en regeerakkoord Na de val van Rutte-I sloten CDA, ChristenUnie, D66, GroenLinks en VVD voor 2013 een begrotingsakkoord. Dit akkoord werd na de verkiezingen aangepast door de onderhandelaars van VVD en PvdA, en gevolgd door het Regeerakkoord ‘Bruggen Slaan’. Espria en Woonzorg Nederland maakten in 2012 een impactanalyse van het overheidsbeleid voor de meerjarenstrategie. De zorgparagraaf van het begrotingsakkoord
61
‘Huidige rendementen zijn geen garantie voor de toekomst. Dat blijkt maar weer met het Regeerakkoord van afgelopen najaar. Het dwingt Espria tot verdere focus van de strategie en de realisatie van de maatschappelijke opgave waar de zorgorganisaties voor staan’ Coert Wolswinkel, manager Concerncontrol
kwam in grote lijnen overeen met de strategie die Espria eerder had gekozen: mensen de mogelijkheid bieden om zo lang mogelijk zelf invulling te geven aan het leven. De trend is dat zorgaanbod zo dicht mogelijk bij de patiënt gebracht wordt, zo veel mogelijk in de wijk en zo veel mogelijk bij mensen thuis. De overheid zet in op extra muralisering en wijkgerichte en ambulante zorg. In feite zijn de maatregelen uit het Regeerakkoord 2014-2017 een voortzetting van het Begrotingsakkoord 2013: de groei van zorguitgaven wordt niet omgebogen, maar hoogstens beperkt en in lijn gebracht met de economische groei. Dat is nodig omdat stijgende zorguitgaven een risico vormen voor de betaalbaarheid voor burgers en de houdbaarheid van de overheidsfinanciën op de langere termijn. Impact scheiden wonen en zorg De voorgenomen scheiding van wonen en zorg heeft belangrijke consequenties voor Espria. De indicatiestelling voor zzp 1 tot en met 4 zal in de loop van de kabinetsperiode verdwijnen. Sommige mensen zullen hierdoor een zwaardere indicatie krijgen, zelf huur gaan betalen of thuis blijven. Een risico op leegstand in verzorgingshuizen is het gevolg. Dit betekent dat onze VVT-organisatieonderdelen met intramuraal vastgoed in een substantieel deel van hun verzorgingshuizen moeten overgaan naar verhuur van appartementen of afbouw van de intramurale capaciteit. Extramuralisering leidt ook tot meer vraag in de thuiszorg. Daar zal een knelpunt ontstaan, omdat het kabinet ook wil bezuinigen op persoonlijke verzorging en begeleiding. Impact thuiszorgaanbieders Voor de activiteiten van thuiszorgaanbieders zijn er ook grote gevolgen: in 2014 zullen ze door de versobering van persoonlijke verzorging aan-
62 Espria Jaarverslag 2012
zienlijk minder diensten kunnen leveren. In 2015 verwachten we dat de tarieven en volumes in de thuiszorg door de budgetkorting van 25% bij overgang van persoonlijke verzorging en begeleiding naar de Wmo verder dalen. Intensivering van de wijkverpleging zal dit verlies slechts beperkt kunnen compenseren. Noodzaak herziening financieel beleid voor de komende jaren Een eerste impactanalyse voor onze omzet als gevolg van de bezuinigingsopgave door het kabinet maakt duidelijk dat we ons financiële beleid de komende jaren moeten herzien. Forse en ingrijpende maatregelen zijn onontkoombaar en het is zeer reëel dat de omzet van bedrijfsonderdelen in de komende jaren 20% tot 25% zal dalen. We moeten daarop een passend antwoord zien te vinden en dat is niet eenvoudig. Meerjarenbeleidsplannen en - begrotingen Binnen Espria is iedereen doordrongen van de noodzaak om te komen tot herziene, maar gedragen meerjarenbeleidsplannen én -begrotingen. Alle bedrijfsonderdelen hebben daarmee eind 2012 een begin gemaakt. Doel is om in het eerste kwartaal van 2013 van ieder bedrijfsonderdeel een meerjarenplan en meerjarenbegroting 20132017 beschikbaar te hebben. Tegelijkertijd voeren we verdere impactanalyses uit, waarbij KPMG Plexus de raad van bestuur ondersteunt bij de doorvertaling van de kabinetsplannen op de toekomstige exploitaties van de bedrijfsonderdelen. Adequate rendementsnormen Het is niet eenvoudig om met betrekking tot de kaderstelling voor komende jaren adequate rendementsnormen te stellen. Toch heeft Espria een ambitie uitgesproken die zij waar wil maken. Uitgangspunt voor de toekomst blijft dat alle bedrijfsonderdelen tot de best in class van de bench-
mark behoren, met de daarbij horende normen. Het gaat hierbij om het operationeel resultaat op basis van de huidige inzichten. Wij sluiten de ogen niet voor de verwachte ontwikkelingen en de impact van het regeerakkoord op vooral de frictiekosten van de organisaties. Begin 2013 is er nog geen volledig doorgerekend beeld van die impact. De uitwerking hiervan zal in 2013 ook duidelijkheid moeten geven over welke concrete maatregelen nodig zijn om de gevolgen van de kabinetsplannen en effecten op de bedrijfsonderdelen van Espria te beheersen. De kosten van deze maatregelen worden tot de frictiekosten gerekend. Inzet op flexibele organisatie We verwachten forse afbouw van zowel direct als indirect personeel, vooral in de thuiszorg, en verdere kostenefficiency in de backoffice. Dit vereist de komende jaren een volledige inzet voor de realisatie van een flexibele Espria-organisatie. Daarnaast houden we huisvestingsplannen tegen het licht en voeren we al onderzoeken uit naar de mogelijke afstoting van zorglocaties. Inzet op flexibiliteit vastgoed De komende jaren zullen meerdere Espria-bedrijfsonderdelen de intramurale capaciteit fors moeten afbouwen. Dit is het gevolg van het door zorgkantoren opgelegde beleid tot afbouw van intramurale zorgorganisaties. Daarnaast leidt de combinatie met de ontwikkelingen rondom het scheiden van wonen en zorg tot deze forse capaciteitsvermindering. Espria onderzoekt daarom hoe de organisatie een grotere flexibiliteit in het vastgoed kan realiseren.
4.7 Toekomstparagraaf ‘De toekomst begint vandaag’. In verband met de uitdagingen waar wij voor staan, is dit motto zeker op Espria van toepassing. Het voornemen om
de zorgsector en meer in het algemeen ons stelsel van sociale zekerheid te hervormen zijn massief. Overigens evenals onze eigen diepgevoelde wens om fundamentele veranderingen aan te brengen. Het gaat om een volstrekt andere kijk op zorg en zorgverlening. Een volledig andere aanpak die enerzijds moet zorgen voor het behoud van een solidair en toegankelijk zorgstelsel voor wie écht zorg nodig heeft en anderzijds bijdraagt aan een sterke nadruk op weerbaarheid en welbevinden in plaats van op ziekte en gebrek. Dat zal erg veel vergen van de sector in zijn geheel en dus ook van ons. De komende jaren zullen weinig lijken op de afgelopen periode, waarin veel gediscussieerd is, maar veranderingen langzaam en mondjesmaat zijn ingevoerd. Ons systeem dat vele jaren gericht is geweest op het maximaliseren van zorgproductie zullen we in snel tempo moeten verlaten. Het vraagt van ons niet minder dan het opgeven van het huidige verdienmodel en de daarmee samenhangende zekerheden in ruil voor een aanpak die weliswaar maatschappelijk gewenst is en ook bijdraagt aan de emancipatie van zowel zorgvrager als zorgverlener, maar die vooralsnog geen garanties biedt voor het voortbestaan van de organisatie. Het is echter wel een uitdaging die zal leiden tot nieuwe dynamiek en nieuwe uitdagende mogelijkheden. Voor de ontwikkeling van onze organisatie, onze medewerkers, voor de klanten die wij bedienen en voor de maatschappij als geheel. Wij opteren nadrukkelijk voor een leidende rol in het bewerkstelligen en funderen van deze veranderingen. Wij mogen de komende jaren worden aangesproken op onze bijdrage aan het verder ontzorgen, op het mede bewerkstelligen van nieuwe vormen van solidariteit en op het scheppen van de condities voor een blijvende waardevolle bijdrage van kwetsbare mensen aan onze samenleving.
63
‘Dit is Judith. Met haar doe ik leuke activiteiten’
‘Marja zorgt er voor dat ik op tijd de juiste medicijnen inneem’
‘Rianne helpt me bij de dingen die ik niet meer kan’
‘Wander leert mij hoe ik tóch sommige dingen kan doen, ook al ben ik niet meer fit’
‘Mijn lieve man is vaak bij mij en neemt altijd iets lekkers voor me mee’
64 Espria Jaarverslag 2012
65
Huisarts ook steeds meer actief in de psychosomatiek Huisartsen kampen met een toenemende druk op het spreekuur. Niet alleen door de verschuiving van tweedelijnsnaar eerstelijnszorg, maar ook door een toename van het aantal mensen met onbestemde klachten. Marcel: “Zo’n 75% van de hulpvraag heeft een psycho somatische of psychosociale achtergrond. Na de intake sturen wij ook een deel van deze patiënten naar welzijn en GGZ door. Samenwerking, niet alleen met ziekenhuizen maar ook met andere zorgpartners, is daarom essentieel.” Praktijkondersteuner huisarts Eén van de voorbeelden van een dergelijke samenwerking is de praktijk ondersteuner huisarts (POH) GGZ. Zo’n 70% van alle praktijken van de Huisartsenzorg Drenthe (HZD) heeft inmiddels een dergelijke collega. “GGZ is van oudsher een soort ‘black box’ voor ons. De POH GGZ is onze spil in de psychosociale zorg. Daarnaast maakt deze een betere geleiding naar de GGZ mogelijk. Zo’n intermediair versoepelt de praktijkvoering en neemt druk weg. Bovendien neemt de POH de eerstelijnstaken van de GGZ over. Dit is weer beter voor de patiënt die zich gehoord voelt en beter voor de wachttijden.”
Marcel de Vijlder, 1963, medisch directeur van Huisartsenzorg Drenthe Heeft geen vertrouwen in lijndenken. Daarmee bouw je een schot tussen zorgpartners. Dit houdt informatie tegen en frustreert een goede samenwerking.
Zelfstandig in het leven Samen met andere zorgpartners is ook een kwetsbaarheidsscreening voor chronische patiënten ontstaan. “In Gezondheidscentrum De Monden bijvoorbeeld werken drie huisartspraktijken op dit gebied samen met GGZ, thuiszorg, fysiotherapeuten en welzijn. De screening vindt plaats bij de huisarts. Het doel is om patiënten – jong én oud – zo veel mogelijk zelfstandig te houden of te maken. Lukt dat niet of onvoldoende, dan leidt dit tot een multidisciplinair individueel behandelplan. Hierin kunnen alle zorgpartijen een rol spelen. Neem bijvoorbeeld een COPD-patiënt die keurig zijn medicijnen inneemt, maar achteruit blijft gaan. Als blijkt dat hij veel rookt en drinkt omdat hij bijvoorbeeld depressief is, dan nemen welzijn en GGZ het voortouw in de behandeling. De huisarts behoudt wel de regie en het overzicht over het behandelproces.”
‘Het doel is om patiënten zoveel mogelijk zelfstandig te houden of te maken’ Rol van gemeente De gemeente zal conform de overheidsmaatregelen een rol gaan spelen in de ondersteuning van mensen met een gezondheidsprobleem. Probleem is dat de gemeente op dit moment nog te weinig kennis heeft van de curatieve zorg, waaronder ook de GGZ-zorg valt. Dan is het lastig om een dergelijke samenwerking te faciliteren. Huisartsen missen over het
66 Espria Jaarverslag 2012
Waar huisartsen vroeger vooral curatief bezig waren in de eerste lijn, zoeken ze nu steeds meer samenwerking met zorgpartners en gemeenten. “Er moet een omslag plaatsvinden van genezen naar preventie”, zegt medisch directeur Marcel de Vijlder van Huisartsenzorg Drenthe. “Een gezonde levensstijl maakt mensen minder kwetsbaar. Wij willen laten zien dat een dergelijke levensstijl ook leuk kan zijn.”
algemeen weer bestuurlijke ervaring. Een ander probleem is dat gemeentebesturen een visiespanne hebben die even lang is als de termijn die zij regeren. Bovendien kan zorg per gemeente een andere prioriteit hebben. Dat alles maakt het speelveld onoverzichtelijk. Maar we zijn wel van elkaar afhankelijk, er moet gezamenlijk beleid komen. Wat dat betreft gaat de wal het schip keren.” Vitaliteit bevorderen Belangrijk uitgangspunt voor de huisartsenzorg van de toekomst is preventie, of beter nog, het bevorderen van vitaliteit. Het doel is om patiënten zoveel mogelijk zelfstandig te houden of te maken. “Daarvoor is een paradigmashift nodig,” zegt Marcel, “we moeten van curatief naar preventief. Een mogelijke stap is een preventieve intake consult voor nietchronisch zieke mensen. Het doel hiervan is vroegtijdig signaleren door middel van minimale interventietrajecten. Hoe we dat precies gaan vormgeven is nog niet duidelijk, wel dat we dit samen moeten doen. Dus met wijkverpleegkundige, welzijn, fysiotherapeuten en GGZ, maar ook met werkgevers en aanbieders van producten en diensten op het gebied van vitaliteit. Wij hebben bijvoorbeeld in samenwerking met sportscholen loopen fietsclinics gedaan. Zij stellen het materiaal beschikbaar en krijgen hiervoor naamsbekendheid terug. Het is heel belangrijk dat voor preventief beleid geld wordt vrijgemaakt. Dit levert namelijk niet alleen gezondheidswinst, maar ook economische winst op. Daar profiteren wij allemaal van.”
Waardevol leven volgens Marcel:
‘Actief willen zijn (vitaliteit) voordat je actief moet zijn (interventie)’
67
We moeten meer denken in zorgketens
Waardevol leven volgens Marjolein:
‘Ik hoop dat mijn man en ik samen en in goede gezondheid oud worden’
De zorg kan veel efficiënter als er een betere samenhang in aanbod komt. Dat is de stellige overtuiging van Marjolein Verstappen, directeur Zorginkoop en vicevoorzitter van de divisie Zorg & Gezondheid van Achmea. “Als spil tussen patiënten, gemeenten en zorgaanbieders zijn we daar als zorgverzekeraar constant mee bezig. Verbindingen zien, vergelijkingen maken, analyseren. We zien dit gebeuren, hoe komt dat? En hoe kan het beter? Al die puzzelstukjes samenvoegen, dat maakt mijn werk zo verschrikkelijk leuk.”
Preventie en het versterken van de zelfredzaamheid van mensen is een belangrijk speerpunt binnen Achmea. “Mensen die langer zelfstandig blijven, maken minder gebruik van zorg en zitten beter in hun vel. Ons doel is het zorgaanbod beter afstemmen op de zorgvraag. In samenwerking met gemeenten en zorgaanbieders tuigen we daarvoor projecten op. Wij richten ons dan vaak op de sociaal zwakkere wijken, waar ook veel van onze verzekerden wonen. Hier hebben mensen behalve gezondheids problemen meestal ook sociale en financiële problemen die om een gezamenlijke, wijkgerichte aanpak vragen. Doel is het versterken van de structuur in een wijk, waardoor bewoners weer meer op eigen kracht verder kunnen. Wij kijken dan met partners als AWBZ-instellingen
en huisartsen naar de gezondheidszorg, de gemeente kijkt naar welzijn.”
‘Doel is het zorgaanbod beter afstemmen op de zorgvraag’
een maatwerkprogramma ontwikkeld waardoor de zorguitgaven daar in vier jaar tijd met maar liefst 4% gedaald zijn. En de mensen in die wijk zijn heel tevreden. Het succes heeft ermee te maken dat je mensen laat zien dat ze ook een eigen verantwoordelijkheid hebben om zich beter te voelen. Dat ze zelf de regie kunnen nemen.”
Gezonde wijken En die aanpak helpt. “In Utrecht Overvecht bijvoorbeeld kampten veel mensen met klachten die veelal puur vanuit de somatiek niet te verklaren waren. Die mensen gingen van zorgverlener naar zorgverlener. Samen met een team van huisartsen, GGZ-praktijkondersteuners, fysiotherapeuten en andere zorgaanbieders en hulpverleners hebben we
Knip Het kabinet wil verzorging en verpleging uit elkaar halen. Gemeenten worden verantwoordelijk voor verzorging, verpleging blijft onder de Zorgverzekeringswet. Marjolein: “Een lastige kwestie. Onze angst is dat gemeenten op het verzorgende aspect gaan bezuinigen – ze hebben nu eenmaal steeds minder geld tot hun beschikking – en dat verpleging dat moet overnemen.
68 Espria Jaarverslag 2012
Ook weet ik niet of het praktisch is. In een ziekenhuis doen verpleegkundigen ook beide, waarom moet dat bij gemeenten anders? Wij hebben het kabinet destijds aangeboden ouderenzorg over te nemen en risicodragend uit te voeren. Dan zou er geen knip zijn geweest. Nu is het belangrijk om de knip op de juiste plek te leggen en goed samen te werken. Een mogelijkheid is dat gemeenten de financiële uitvoering van de Wmo uitbesteden aan zorgverzekeraars. Zeker voor kleine gemeenten kan ik me voorstellen dat dit efficiënter is. Je hebt toch een bepaalde schaalgrootte nodig om sommige taken goed uit te voeren. Maar ook voor veel zorginstellingen is dit eenvoudiger. Ze hoeven dan niet met allerlei verschillende gemeenten afspraken te maken.”
Effectieve zorg Door te denken in ketens kunnen gemeenten en zorgaanbieders hun dienstverlening beter op elkaar aansluiten. Te vaak gebeuren dingen dubbel of geven dienstverleners elkaar juist belangrijke zaken niet door. Ook een betere kwaliteit van zorg helpt. “Simpel. Als iets in één keer goed gaat, is geen tweede behandeling nodig. Dat is ook beter voor de patiënt. Daarom maken wij de zorg transparanter door kwaliteitsinformatie aan onze zorgaanbieders te linken. Het geneesmiddelendistributiesysteem van Mediq helpt klanten door medicijncombinaties beter te controleren. Door onjuist gebruik belanden nu nog tienduizenden patiënten jaarlijks in het ziekenhuis. Ander voorbeeld, met ‘Lean’seminars en trainingen stimuleren wij
zorginstellingen hun bedrijfsvoering te optimaliseren door verbeterprocessen in te voeren en processen te standaardiseren. We zien nog ontzettend veel kansen om zorg efficiënter aan te bieden en er zo voor te zorgen dat de zelfredzaamheid van mensen toeneemt!”
Marjolein Verstappen, 1955, directeur Zorginkoop en vicevoorzitter van de divisie Zorg & Gezondheid van Achmea Heeft vertrouwen in betere samenwerking met zorgpartners. Hoopt op betere samenhang in zorgaanbod.
69
Terwijl buiten de werkzaamheden voor het nieuw te verrijzen Zaans Medisch Centrum (ZMC) in volle gang zijn, vertelt Rob Dillmann binnen op zijn kleine kamer over de samenwerkingsverbanden die eraan ten grondslag liggen. Bijvoorbeeld met Evean, Achmea, huisartsen en retailers. Hoe heeft hij, als bestuursvoorzitter van het ZMC en Zorgmanager van het Jaar 2012, die samenwerking precies vormgegeven? “Samenwerken heb ik altijd een spannend onderdeel gevonden. Je kunt namelijk niet handelen vanuit uitsluitend eigenbelang, dan wordt het niks.”
Over drie jaar wil het ZMC toonaangevend zijn in zijn soort, met een zorgboulevard én een zorghotel. Hieraan ging en gaat intensieve samenwerking vooraf met onder andere Evean, Esperanz, Achmea, huisartsen, verloskundigen en oogziekenhuis Zonnestraal. “We zoeken naar samenwerking via de lijnen van onze portfolio. Dat heb ik altijd een spannend onderdeel gevonden; niet denken vanuit eigenbelang, want dan haal je de meerwaarde niet. Daarom moet de gunfactor er absoluut zijn. Dat betekent dat je af en toe afscheid moet nemen van je eigen aanpak en goed het gemeenschappelijke doel moet bepalen.”
ons ziekenhuis en wij verwijzen mensen door naar Evean. Je ziet alleen dat als iets organisch groeit er niet een duidelijke ontwerpfilosofie achter zit en dat het vaak ad hoc is. Omdat de uitdagingen in de zorg toenemen, proberen we die losse onderdelen tot een hecht geheel samen te smeden. Want het totaalrendement is groter dan de som der delen.”
Toegevoegde waarde Het gemeenschappelijk doel is volgens Rob het welzijn van de patiënt. “Wat heeft de patiënt eraan en wat is onze toegevoegde waarde? Die vragen moet je samen beantwoorden en vertalen naar een goede businesscase. Dan lukt het om over je eigen schaduw heen te springen. Het werkt namelijk niet als kosten of opbrengsten niet zuiver verdeeld worden. Het mooie is dat in de afgelopen vijftien jaar al veel praktische vormen van samenwerking zijn ontstaan. Verpleegkundigen van Evean werken bijvoorbeeld in
Totaalplaatje Kwalitatief hoogwaardige zorg bereik je niet door je te beperken tot je kerntaak, maar door samenwerking, vindt Rob. “Als je kijkt naar wat patiënten nodig hebben, dan vind ik het je sec terug trekken op medische interventie in tegenspraak hiermee. De toegevoegde waarde van je handelen zit voor de patiënt namelijk ook in het traject voor en na de medische ingreep. De kwaliteit van een nieuwe heup wordt bijvoorbeeld in belangrijke mate bepaald door de indicatiestelling, nazorg en fysiotherapie. Je moet dus juist meer elementen van die waardeketen proberen te snappen in plaats van dat je er elementen uitknipt. Natuurlijk moet wel iedereen doen waar hij goed in is. Waar het om gaat is dat je dingen samen organiseert en meedenkt over het totaalplaatje. Wij hebben bijvoorbeeld speerpunten vastgesteld voor pijnbehandeling, oogheelkundige
Rob Dillmann, 1958,bestuursvoorzitter Zaans Medisch Centrum Heeft in 2012 de prijs gewonnen voor Zorgmanager van het Jaar. Hoopt dat het hem en anderen lukt om later zo lang mogelijk thuis te blijven wonen.
‘We zoeken naar samenwerking via de lijnen van onze portfolio’
70 Espria Jaarverslag 2012
en orthopedische zorg. Daar zoeken we samenwerkingspartners bij en dat houdt soms in dat je concurreert met omliggende ziekenhuizen. Wat betreft acute en chronische zorg zoeken we juist samenwerking in de regio.” Preventie Naast effectieve samenwerking tussen ‘cure’ en ‘care’ is preventieve zorg ook een aandachtspunt in Nederland. Die verantwoordelijkheid ligt echter niet primair bij ziekenhuizen, vindt Rob. “Preventiebeleid is een moeilijke puzzel om te leggen. Er bestaan wel mooie voorbeelden van samenwerking met werkgevers, patiëntenorganisaties, eerste- en tweedelijnszorg en gemeenten, maar de gouden formule is nog niet gevonden. Als je je bijvoorbeeld gaat richten op roken bij adolescenten heeft dat een positief effect, maar het lost niet de uitdagingen in de zorg op. Ik denk dat we juist veel meer moeten denken in de richting van secundaire preventie, bijvoorbeeld via de zorg aan chronische patiënten met diabetes of hartfalen. Daar zijn we goed in en ook Evean kan hierin een belangrijke rol spelen. We leren mensen leven met hun aandoening en proberen heropname te voorkomen. Want deze 65-plussers vormen straks de grote groep zorgvragers.”
Waardevol leven volgens Rob:
‘Dat ik tot op hoge leeftijd met mijn echtgenote kan blijven zeilen’
Bij goede samen werking moet er een gunfactor zijn
‘Preventiebeleid is een moeilijke puzzel om te leggen’
71
We zijn een rolmodel voor cliënt én hulpverlener
Waardevol leven volgens Agnes:
‘Ieders verhaal is waardevol’
GGZ Drenthe zet al jaren ervaringsdeskundigen in om de psychische zorg te verbeteren en het behandelproces te verkorten. “Iemand als gelijkwaardige benaderen en niet als patiënt, dat is de crux”, zegt Agnes van Everdingen, voormalig cliënt en ervaringsdeskundige. “Wij zijn rolmodel en intermediair tussen cliënt en hulpverlener.”
Bij GGZ Drenthe werken vijf ervaringsdeskundigen. Agnes: “Het allerbelangrijkste voor een cliënt is respect, weet ik uit eigen ervaring. Daar begint een herstelproces mee. Er moet een gelijkwaardige relatie zijn in gesprekken tussen behandelaar en cliënt. Belangrijk, want de cliënt is inhoudelijk de enige die precies op de hoogte is. Hij of zij vormt daarmee de sleutel tot het eigen herstel. Een ervaringsdeskundige weet hoe hij een cliënt hierin kan ondersteunen. Ervaringsdeskundigen worden getraind op het herkennen van eigen kracht, op empowerment. We hebben zelf ervaren hoe het is en hoe het voelt om weer een stukje eigen regie te krijgen.” Eigen ervaring Kern van het herstelproces is dat een cliënt zelf betekenis moet geven aan zijn leven. “Zelf ben ik manisch depressief. Dit heeft ervoor gezorgd dat ik alles verloor: baan, vrienden. Ik was op een gegeven moment alleen nog patiënt. Als vrijwilliger voor stichting Pandora kwam ik met allerlei mensen met psychische problemen in aanraking die soms al veel verder waren in het herstelproces. Dat geeft hoop. Via de training ‘Cliënten trainen hulpverleners’ en opleidingen aan het Trimbosinstituut heb ik mezelf verder geschoold in ervaringsdeskundigheid. In 2007 ben ik aan de slag gegaan bij GGZ Drenthe.“ Ervaringsdeskundigheid GGZ Drenthe zet ervaringsdeskundigen onder meer in als voorlichter, coach, onderzoeker, medewerker in een zorgteam
72 Espria Jaarverslag 2012
of adviseur. “Wij herkennen situaties van de cliënt en spreken dezelfde taal. Ik hoor vaak van mensen terug dat ze het fijn vinden dat je uit ervaring spreekt. Je wordt een soort rolmodel voor ze, het geeft hoop en kracht. Centraal in het behandelplan zou het herstelverhaal moeten staan. Dit is een verhaal dat de cliënt zelf schrijft en waar hij over praat met de behandelaar en de ervaringsdeskundige. Wij helpen bij het schrijven en bereiden samen gesprekken met de behandelaar voor. Hierin zijn wij ook een rolmodel voor de hulpverlener. Die ziet dat hoe slecht het ook met een cliënt kan gaan, deze altijd weer kan opkrabbelen. Overigens worden bij het herstelproces altijd de naasten betrokken.”
‘Je wordt een soort rolmodel voor ze, het geeft hoop en kracht’ Unieke opleiding De ervaringsdeskundigen binnen GGZ Drenthe begeleiden projecten en geven cursussen en workshops. “In samenwerking met de Hanzehogeschool Groningen zijn we in 2011 gestart met een hbo-opleiding specifiek voor ervaringsdeskundigen. Er is jaarlijks plaats voor vijf studenten die zelf ervaring hebben met psychische problemen. De eerste lichting studeert dit jaar af. Het streven is dat uiteindelijk elk team binnen GGZ Drenthe een ervaringsdeskundige heeft. De studenten weten ons te vinden. Voor de vijf opleidingsplekken per jaar krijgen
we tientallen verzoeken binnen. Daar mogen we best trots op zijn, want dat is best wel uniek.” De HOECsteen Mede dankzij het Espria Innovatiefonds is het Drents Herstel Ondersteunend Educatiecentrum (De HOECsteen) opgezet. Een kweekvijver met als taak ervaringsdeskundigheid een belangrijke plek te geven binnen GGZ Drenthe. “Een soort uitzendbureau voor ervaringsdeskundigen én cliënten. We vragen ervaringsdeskundigen en studenten die nog de hbo-opleiding volgen voor workshops, evenementen of een gastdocentschap. Voor en samen met cliënten zetten we projecten op. Zingevingsworkshops die cliënten zelf ontwikkelen en uitvoeren. Een psycho-café met thema-avonden is een ander voorbeeld dat we op korte termijn willen opzetten. Dergelijke projecten werken antistigmatiserend en minstens even belangrijk: je geeft cliënten de kans om weer een eigen rol op te pakken, zoals die van docent. Zo krijgt een cliënt weer meer regie en verantwoordelijkheden over zijn eigen leven.”
Agnes van Everdingen, 1958, ervaringsdeskundige GGZ Drenthe Heeft ervaren hoe belangrijk het is om als patiënt de regie weer terug te krijgen over je leven.
73
5.1 Geconsolideerde jaarrekening 2012
5
Geconsolideerde jaarrekening
5.1.1 Balans per 31 december (na resultaatbestemming) in €
Ref.
31 december 2012
31 december 2011
Activa Vaste activa Immateriële vaste activa
1
1.659.204
178.750
Materiële vaste activa
2
314.997.519
310.666.243
Financiële vaste activa
3
Totaal vaste activa
4.220.511
1.943.853
320.877.234
312.788.846
349.876
332.528
Vlottende activa
Inhoud 5.1 5.1.1 5.1.2 5.1.3 5.1.4 5.1.5 5.1.6 5.1.7 5.1.8 5.1.9
Geconsolideerde jaarrekening 2012 Balans per 31 december Resultatenrekening Kasstroomoverzicht Grondslagen van waardering en resultaatbepaling Toelichting op de geconsolideerde balans per 31 december Mutatieoverzicht materiële vaste activa op grond van art. 5a regeling verslaggeving WTZi Specificatie ultimo boekjaar onderhanden projecten en gereedgekomenprojecten Overzicht langlopende schulden ultimo 2012 Toelichting op de geconsolideerde resultatenrekening
75 75 76 77 78 84 94 102 106 110
5.2 5.2.1 5.2.2 5.2.3 5.2.4 5.2.5
Enkelvoudige jaarrekening 2012 Enkelvoudige balans per 31 december Enkelvoudige resultatenrekening Grondslagen van waardering en resultaatbepaling Toelichting op de enkelvoudige balans per 31 december Toelichting op de enkelvoudige resultatenrekening
118 118 118 119 119 121
5.3 5.3.1 5.3.2 5.3.3 5.3.4 5.3.5 5.3.6
Overige gegevens Vaststelling en goedkeuring jaarrekening Statutaire regeling resultaatbestemming Resultaatbestemming Gebeurtenissen na balansdatum Ondertekening door bestuurders en toezichthouders Controleverklaring van de accountant
122 122 122 122 122 122 123
74 Espria Jaarrekening 2012
Voorraden
4
Onderhanden projecten uit hoofde van DBC's/DBC-zorgproducten
5
6.855.623
16.919.381
Vorderingen en overlopende activa
6
36.175.719
37.156.468
Vorderingen uit hoofde van financieringstekort
7
36.254.667
24.883.371
Liquide middelen
9
147.826.611
112.155.540
Totaal vlottende activa
227.462.495
191.447.288
Totaal activa
548.339.730
504.236.134
Passiva Eigen vermogen
10
Kapitaal Collectief gefinancierd gebonden vermogen Niet-collectief gefinancierd vrij vermogen Minderheidsbelang derden Totaal eigen vermogen
324.558
324.558
129.593.412
106.316.373
24.627.155
19.938.198
262.947
228.663
154.808.072
126.807.792
Voorzieningen
11
22.038.286
21.455.666
Langlopende schulden
12
181.881.069
163.541.615
Kortlopende schulden Schulden uit hoofde van financieringsoverschot Kortlopende schulden en overlopende passiva Totaal passiva
7
10.799.159
13.650.208
13
178.813.144
178.780.853
548.339.730
504.236.134
Financieel
75
5.1.2 Resultatenrekening
5.1.3 Kasstroomoverzicht Ref.
In €
2012
2011
In €
Bedrijfsopbrengsten
Ref.
2012
2011
Kasstroom uit operationele activiteiten
Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten
15
710.376.783
663.205.966
Niet gebudgetteerde zorgprestaties
16
71.396.551
67.346.511
Subsidies
17
23.732.540
24.488.639
Overige bedrijfsopbrengsten
18
32.335.737
27.400.357
837.841.611
782.441.473
Som der bedrijfsopbrengsten
Bedrijfsresultaat
33.616.440
19.436.311
Aanpassingen voor:
-- Afschrijvingen -- Voorzieningen
20
29.527.250
11
582.620
29.312.609 -8.839.901 30.109.870
20.472.708
Veranderingen in vlottende middelen:
Bedrijfslasten Personeelskosten
19
626.711.997
606.927.069
Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa
20
29.527.250
29.312.609
Bijzondere waardeverminderingen van vaste activa
21
4.357.931
3.782.066
Overige bedrijfskosten
22
143.627.994
122.983.418
804.225.171
763.005.162
33.616.440
19.436.311
-6.285.225
-3.390.274
27.331.215
16.046.036
0
0
27.331.215
16.046.036
Som der bedrijfslasten Bedrijfsresultaat Financiële baten en lasten
23
Resultaat uit gewone bedrijfsvoering Buitengewone baten en lasten Resultaat boekjaar
24
Resultaatbestemming
-- Voorraden -- Onderhanden projecten dbc's/dbc-zorgproducten -- Vorderingen -- Vorderingen/schulden uit hoofde van financieringstekort respectievelijk -overschot
-- Kortlopende schulden (excl.Schulden aan kredietinstellingen)
4
-17.348
125.553
5
10.063.758
-1.915.454
6
980.749
24.922.841
7
-14.222.344
4.040.732
13
14.839.470
-7.310.147
Kasstroom uit bedrijfsoperaties 23
2.285.619
2.692.212
23
-8.458.835
-9.588.957
Overige opbrengsten financiële vaste activa
23
-28.926
3.487.491
Vennootschapsbelasting
23
-83.158
-53.636
Resultaat deelnemingen
23
74
72.615
20.706.537 2.393.953
15.397.764 83.031
Niet-collectief gefinancierd vrij vermogen Algemene reserves Bestemmingsreserves
-6.285.226
-3.390.275
68.728.014
56.382.269
Kasstroom uit investeringsactiviteiten
Collectief gefinancierd gebonden vermogen Bestemmingsreserves
59.772.544
Betaalde interest
Totaal kasstroom uit operationele activiteiten
Reserve aanvaardbare kosten
19.863.525
75.370.596
Ontvangen interest
Het resultaat is als volgt verdeeld: Toevoeging/(onttrekking)
11.644.285
Investeringen materiële vaste activa
2
-83.570.364
-133.819.036
Desinvesteringen materiële vaste activa
2
47.356.917
25.892.966
Herwaarderingen materiële vaste activa
2
-827.225
19.084.202 3.782.066
3.609.424
189.388
Bijzondere waardeverminderingen materiële vaste activa
2
4.357.931
621.301
375.854
Investeringen immateriële vaste activa
1
-1.974.139
0
Investeringen deelnemingen en/of samenwerkingsverbanden
3
0
2.268.120
27.331.215
16.046.036
Mutatie leningen u/g Overige mutaties in het eigen vermogen Overige investeringen in financiële vaste activa
3
-2.165.658
2.449.751
10
669.065
-1.332.183
3
-793.100
221.000
Totaal kasstroom uit investeringsactiviteiten
-36.946.573
-81.453.114
Kasstroom uit financieringsactiviteiten Nieuw opgenomen leningen
12
38.610.957
92.404.794
Aflossing langlopende schulden
12
-22.089.650
-52.831.576
Totaal kasstroom uit financieringsactiviteiten
16.521.307
39.573.218
Mutatie geldmiddelen (liquide middelen en schulden aan kredietinstellingen)
48.660.105
14.502.373
Toelichting De indirecte methode is toegepast.
76 Espria Jaarrekening 2012
Financieel
77
5.1.4 Grondslagen van waardering en resultaatbepaling 5.1.4.1 Algemeen Groepsverhoudingen Stichting Espria staat aan het hoofd van de groep. De enkelvoudige jaarrekening van Stichting Espria is opgenomen in de geconsolideerde jaarrekening van Stichting Espria te Meppel. Stichting Espria Blankenstein 400 7943 PH Meppel Statutair gevestigd in Meppel Grondslagen voor het opstellen van de jaarrekening De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de wettelijke bepalingen van Titel 9 Boek 2 Burgerlijk Wetboek, de Regeling verslaggeving WTZi en de stellige uitspraken van de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving, uitgegeven door de Raad voor de Jaarverslaggeving. Het jaarrekeningmodel is in euro’s opgesteld. Continuïteitsveronderstelling Deze jaarrekening is opgesteld uitgaande van de continuïteitsveronderstelling. Vergelijking met voorgaand jaar De grondslagen van waardering en van resultaatbepaling zijn ongewijzigd ten opzichte van voorgaand jaar. Voor zover van toepassing zijn omwille van de vergelijkbaarheid de vergelijkende cijfers aangepast. Daar waar noodzakelijk geacht, is de aanpassing nader toegelicht. Stelselwijziging Op grond van RJ Richtlijn 655 Zorginstellingen zijn de vorderingen en schulden uit hoofde van financieringstekorten en -overschotten niet meer gesaldeerd opgenomen. Per balansdatum over diverse jaren bestaande vorderingen uit hoofde van financieringstekorten zijn als vordering aan de actiefzijde van de balans opgenomen. Per balansdatum over diverse jaren bestaande financieringsoverschotten zijn als schuld aan de passiefzijde van de balans opgenomen. De stelselwijziging heeft geen gevolgen voor het eigen vermogen en het resultaat. Consolidatie Stichting Espria beschikt op basis van statutaire bepalingen over de volledige zeggenschap over de in de consolidatie opgenomen stichtingen. Daarnaast beschikt Stichting Espria rechtstreeks, dan wel via de dochterstichtingen, over een meerderheidsbelang in de bij de consolidatie betrokken besloten vennootschappen. In de geconsolideerde jaarrekening zijn opgenomen de volgende stichtingen en vennootschappen die tot Espria behoren: • Groep Stichting Evean te Purmerend
78 Espria Jaarrekening 2012
• • • • • • •
Groep Stichting Icare te Meppel Stichting Espria te Meppel Stichting GGZ Drenthe te Assen Stichting De Trans te Rolde Stichting Zorggroep Meander te Veendam De Kraamvogel Holding BV te Meppel (100%) Evean Services B.V. (51%)
In de Groep Stichting Evean te Purmerend zijn de volgende entiteiten in de consolidatie opgenomen: • Stichting Evean te Amsterdam • Stichting Evean Zorg te Purmerend • Stichting Evean Zorg Amsterdam te Amsterdam • Stichting Evean Thuiszorg te Alkmaar • Stichting de Dillenburg te Alkmaar • Stichting Evean Caro te Purmerend • Stichting Evean Facilitas te Purmerend • Stichting Evean Cumulus te Purmerend • Stichting PartiCura te Purmerend • Stichting Profzorg te Purmerend • PartiCura Zorgbemiddeling B.V. te Purmerend • UMCGroningen Thuis B.V., Purmerend (50% belang, integraal geconsolideerd) • ATN B.V. • Stichting Vakantiewoning Marken te Marken • Evean Kraamzorg BV te Purmerend In de groep Stichting Icare te Meppel zijn de volgende entiteiten in de consolidatie opgenomen: • Stichting Icare • Icare Thuiszorg Beheer en Ontwikkeling B.V. te Meppel • Habicare B.V. (zorgplaats.nl) te Meppel • Coöperatieve Zorgcentrale Noord UA te Meppel • Thuiszorg Perfect B.V. • Stichting Kinderopvang Hoogeveen • Stichting UMCG Thuis • HdS, Christelijke Organisatie voor Zorg, Welzijn en Hulpverlening • Stichting Missiehuis Vrijland • Stichting Vegetarisch Zorgcentrum Felixoord Op 31 december 2012 is stichting Icare juridisch gefuseerd met stichting Zorg en Service West-Veluwe, stichting Thuiszorg en Service West-Veluwe en Zorgwinkels Kruiswerk West-Veluwe B.V. Per 1 juli 2012 is ATN B.V. middels aandelenoverdracht over genomen door PartiCura Zorg bemiddeling B.V. Per 1 juli 2012 is stichting Profzorg overgenomen door Stichting PartiCura. Op grond van artikel 7, lid 4 van de Regeling verslaggeving WTZi is Steunfonds Kruiswerk West-Veluwe buiten de consolidatie gebleven. Stichting Personenalarmering te Purmerend is gedurende het jaar 2012 opgeheven. De activiteiten zijn overgedragen aan Stichting Evean Thuiszorg.
5.1.4.2 Grondslagen van waardering van activa en passiva Het kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode. De geldmiddelen in het kasstroomoverzicht bestaan uit liquide middelen en schulden aan kredietinstellingen. Ontvangsten en uitgaven uit hoofde van interest zijn op genomen onder de kasstroom uit operationele activiteiten.
Immateriële vaste activa Onder de immateriële vaste activa zijn begrepen kosten van goodwill die van derden zijn verkregen. De goodwill is het verschil tussen de verkrijgingsprijs en de waarde van de activa en passiva van de overgenomen partij. Geactiveerde goodwill wordt lineair afgeschreven op basis van de economische levensduur. Het gehanteerde afschrijvingspercentage bedraagt 20-50%.
Verbonden rechtspersonen Alle groepsmaatschappijen van Stichting Espria worden aangemerkt als verbonden partij. Stichting Espria vormt samen met Stichting Woonzorg Nederland een personele unie.
Materiële vaste activa Materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen verkrijgingsof vervaardigingsprijs onder aftrek van cumulatieve afschrijvingen en cumulatieve bijzondere waardeverminderingen. De verkrijgings- of vervaardigingsprijs omvat de inkoopprijs en bijkomende kosten. Eventuele subsidies worden direct in mindering op de verkrijgings- of vervaardigingsprijs gebracht. Alleen actiefposten waarvan het economisch risico geheel of nagenoeg geheel door de organisatie wordt gedragen, worden geactiveerd. Aan deze voorwaarde wordt voldaan bij rechtstreekse koop, maar veelal ook bij financial lease of huurkooptransacties. Verwerking van financial lease contracten vindt plaats tegen de contante waarde van de toekomstige huur verplichtingen, rekening houdend met een disconteringsvoet.
De kosten van het bestuurscentrum van Stichting Espria worden verrekend tusen de entiteiten behorende bij de Espria-groep. Er hebben zich in het boekjaar geen transacties met verbonden partijen op niet-zakelijke grondslag voorgedaan. Financiële instrumenten Primaire financiële instrumenten omvatten debiteurenvorderingen, overige vorderingen, geldmiddelen, leningen en overige financieringsverplichtingen, crediteuren en overige te betalen posten. Voor de grondslagen voor de primaire financiële instrumenten wordt verwezen naar de grondslagen van waardering van de betreffende posten zoals opgenomen in 5.1.4.2. Stichting Espria maakt geen gebruik van afgeleide financiële instrumenten. Ten aanzien van het gebruik van primaire financiele instru menten loopt de instelling kredietrisico’s, rente- en kasstroomrisico’s. In 5.1.4.2 is opgenomen op welke wijze de kredietrisico’s zijn voorzien in relatie tot de waardering van vorderingen. In de toelichtingen op de balans zijn de looptijden en rentepercentages op de langlopende schulden nader toegelicht. De instelling heeft als beleid om geen afgeleide financiële instrumenten te gebruiken om (tussentijdse) rentefluctuaties te beheersen. Activa en passiva Activa en passiva worden in het algemeen gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs. Indien geen specifieke waarderingsgrondslag is vermeld, vindt waardering plaats tegen de verkrijgingsprijs. Toelichtingen op posten in de balans, resultatenrekening en kasstroomoverzicht zijn in de jaarrekening genummerd. Gebruik van schattingen De opstelling van de jaarrekening vereist dat het bestuur en de directie oordelen vormt en schattingen en veronderstellingen maakt die van invloed zijn op de toepassing van grondslagen en de gerapporteerde waarde van activa en verplichtingen, en van baten en lasten. De daadwerkelijke uitkomsten kunnen afwijken van deze schattingen. De schattingen en onderliggende veronderstellingen worden voortdurend beoordeeld. Herzieningen van schattingen worden opgenomen in de periode waarin de schatting wordt herzien en in toekomstige perioden waarvoor de herziening gevolgen heeft.
Afschrijvingen geschieden onafhankelijk van het resultaat van het boekjaar. Afschrijving vindt in het jaar van ingebruikname naar tijdsgelang plaats. Afschrijvingstermijnen zijn gebaseerd op de verwachte economische levensduur van het actief en worden per individueel actief bepaald. De afschrijvingen worden berekend als een percentage over de aanschafprijs volgens de lineaire methode op basis van de economische levensduur. Op bedrijfsterreinen en materiële vaste activa in uitvoering en vooruitbetalingen op materiële vaste activa wordt niet afgeschreven. De volgende afschrijvingspercentages worden hierbij gehanteerd: • Bedrijfsgebouwen en terreinen: 0% - 5% • Machines en installaties: 5% • Andere vaste bedrijfsmiddelen: 10% - 33% Materiële vaste activa die buiten gebruik zijn gesteld en waarover het besluit tot verkoop is genomen, worden gewaardeerd tegen de verwachte opbrengstwaarde. De opbrengstwaarde is gebaseerd op de geschatte verkoopprijs onder aftrek van de geschatte kosten die rechtstreeks kunnen worden toegerekend aan de verkoop en nodig zijn om de verkoop te realiseren. Indien de opbrengstwaarde lager is dan de boekwaarde, wordt het verschil ten laste van het resultaat over het boekjaar gebracht. Indien de verwachte opbrengstwaarde hoger is dan de boekwaarde wordt de herwaardering verwerkt in een herwaarderingsreserve. Bij de realisatie van de waardestijging wordt de herwaardering verwerkt in de resultatenrekening. Sinds 2009 is sprake van een transitiefase voor de bekostiging van de materiële vaste activa die tot en met 31 december 2011 in aanmerking kwamen voor integrale nacalculatie. Dit in beginsel risicoloze bekostigingssysteem is per 1 januari 2012 vervangen door een systeem van prestatiebekostiging. Kapitaallasten worden voortaan bekostigd via een normatieve huis-
Financieel
79
vestingscomponent (NHC) in de integrale tarieven, waarbij tot 2018 een overgangsregeling geldt waarin de nacalculatie van kapitaallasten wordt afgebouwd en de vergoeding op basis van NHC wordt opgebouwd. Hierdoor zijn nieuwe risico’s voor het vastgoed ontstaan, zoals exploitatierisico’s (leegstand, onder bezetting), marktontwikkelingsrisico’s en hierdoor het risico van duurzame waardevermindering bij structurele exploitatieverliezen. Ook voor de tot en met boekjaar 2011 nacalculeerbare huurcontracten zijn vergelijkbare risico’s ontstaan, waardoor bij structurele verliezen een voorziening voor verlieslatende contracten dient te worden gevormd.
Vorderingen Vorderingen worden bij eerste verwerking gewaardeerd tegen de reële waarde van de tegenprestatie. Handelsvorderingen worden na eerste verwerking gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs. Als de ontvangst van de vordering is uitgesteld op grond van een verlengde overeengekomen betalingstermijn wordt de reële waarde bepaald aan de hand van de contante waarde van de verwachte ontvangsten en worden er op basis van de effectieve rente rente-inkomsten ten gunste van de resultaten gebracht. Voorzieningen wegens oninbaarheid worden in mindering gebracht op de boekwaarde van de vordering.
waarbij het waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelen noodzakelijk is en waarvan de omvang op betrouwbare wijze is te schatten. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de beste schatting van de bedragen die noodzakelijk zijn om de verplichtingen per balansdatum af te wikkelen. De voor zieningen worden gewaardeerd tegen de contante waarde van de uitgaven die naar verwachting noodzakelijk zijn om de verplichtingen af te wikkelen. Indien geen betrouwbare schatting kan worden gemaakt van de momenten waarop de uitgaven plaatsvinden, vindt waardering van voorzieningen plaats tegen nominale waarde.
Financiële vaste activa Financiële vaste activa zijn activa die bestemd zijn om de uit oefening van de werkzaamheid van de organisatie duurzaam te dienen. Deelnemingen in groepsmaatschappijen en overige deelnemingen waarin invloed van betekenis kan worden uitgeoefend, worden gewaardeerd tegen nettovermogenswaarde. Invloed van betekenis wordt in ieder geval verondersteld aanwezig te zijn bij het kunnen uitbrengen van 20% of meer van de stemrechten. De nettovermogenswaarde wordt berekend volgens de grondslagen die gelden voor deze jaarrekening. Indien onvoldoende gegevens beschikbaar zijn voor het bepalen van de nettovermogenswaarde, wordt uitgegaan van de waarderingsgrondslagen van de deelneming. Indien de waardering van een deelneming volgens de nettovermogenswaarde negatief is, wordt een voorziening gevormd indien geheel of ten dele wordt ingestaan voor de schulden van de deelneming of indien het stellige voornemen aanwezig is de deelneming tot betaling van haar schulden in staat te stellen. Deelnemingen waarop geen invloed van betekenis kan worden uitgeoefend, worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs. Indien sprake is van een duurzame waardevermindering vindt waardering plaats tegen deze lagere waarde, afwaardering vindt plaats ten laste van de resultatenrekening. Overige financiële vaste activa worden gewaardeerd tegen nominale waarde onder aftrek van eventuele voorzieningen voor oninbaarheid.
Een voorziening wordt gevormd bij verwachte oninbaarheid van de vorderingen die naar ouderdom wordt vastgesteld. Posten ouder dan een half jaar worden voorzien indien de inbaarheid twijfelachtig is. Posten ouder dan een jaar worden geheel voorzien. Debiteurenvorderingen groter dan € 100.000 worden individueel beoordeeld op inbaarheid.
Wanneer verplichtingen naar verwachting door een derde zullen worden vergoed, wordt deze vergoeding als een actief in de balans opgenomen indien het waarschijnlijk is dat deze vergoeding zal worden ontvangen bij de afwikkeling van de verplichting.
Voorraden Voorraden zijn gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs onder aftrek van een voorziening voor incourantheid. Alleen winkelvoorraad, duur gereedschap, technische onderdelen en horecavoorzieningen worden als voorraad gewaardeerd. Onderhanden projecten uit hoofde van DBC’s/DBCzorgproducten De onderhanden projecten uit hoofde van DBC’s worden gewaardeerd op basis van de verwachte opbrengst die is gebaseerd op de gemiddelde opbrengst van de bestede tijd en de verblijfsdagen overeenkomstig de normen van de Nederlandse Zorgautoriteit. Op de onderhanden projecten worden de voorschotten die ontvangen zijn van verzekeraars in mindering gebracht. Voor de bepaling of sprake is van verwachte verliezen wordt het totaal van de DBC’s en DBC-zorgproducten per zorgverzekeraar als een onderhanden project beschouwd.
80 Espria Jaarrekening 2012
Vorderingen op groepsmaatschappijen worden afzonderlijk beoordeeld op inbaarheid. Bij mogelijke oninbaarheid van de vordering kan een voorziening achterwege blijven indien een andere groepsmaatschappij zich garant stelt voor de vordering. Bij vorderingen tussen groepsmaatschappijen wordt over het gemiddeld uitstaand saldo rente in rekening gebracht. Vorderingen uit hoofde van financieringstekort/schulden uit hoofde van financieringsoverschot Vorderingen uit hoofde van financieringstekort worden gewaardeerd tegen nominale waarde. De vorderingen worden individueel beoordeeld op inbaarheid. Eventuele voorzieningen worden verantwoord onder de kortlopende schulden en ten laste van de overige bedrijfskosten gebracht. Over diverse jaren bestaande vorderingen worden als actiefpost in de balans verantwoord. Over diverse jaren bestaande schulden worden als passiefpost in de balans verantwoord. Liquide middelen Liquide middelen bestaan uit kas, banktegoeden en deposito’s met een looptijd korter dan twaalf maanden. Rekeningcourantschulden bij banken zijn opgenomen onder schulden aan kredietinstellingen onder kortlopende schulden. Liquide middelen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde. Herwaarderingsreserve Herwaarderingsreserves worden gevormd voor het verschil tussen de verwachte opbrengstwaarde van materiële vaste activa die buiten gebruik zijn gesteld en waarvoor besluit tot verkoop is genomen én de oorspronkelijke boekwaarde. Bij realisatie van de waardestijging wordt de herwaardering verwerkt in de resultatenrekening. Voorzieningen Algemeen Voorzieningen worden gevormd voor in rechte afdwingbare of feitelijke verplichtingen die op de balansdatum bestaan
Voorziening reorganisaties Voor uitgaven in het kader van een reorganisatie wordt een voorziening gevormd. Het betreffen kosten die rechtstreeks ontstaan als gevolg van de reorganisatie. Deze zijn onderbouwd met een gedetailleerd reorganisatieplan. Indien afvloeiing van personeel aan de orde is, zijn de kosten hiervan meegenomen voor zover er ook gerechtvaardigde verwachtingen zijn gewekt bij hen voor wie de reorganisatie gevolgen heeft. De waardering van verplichtingen jegens boventallige medewerkers geschiedt op basis van het werkelijke salaris, waarbij een schatting wordt gemaakt van het aantal maanden waarop de medewerker boventallig zal zijn. Voorziening jubilea-uitkeringen Voor de verwachte kosten van voorwaardelijk toegekende rechten voor jubilea-uitkeringen aan medewerkers wordt een voorziening gevormd. De omvang van de voorziening wordt bepaald rekening houdend met de verwachte vertrekkans, toekomstige salarisstijgingen en een disconteringsvoet. Voorziening arbeidsongeschiktheid Een voorziening arbeidsongeschiktheid wordt gevormd voor de toekomstige risico’s uit hoofde van (deels) arbeidsongeschikte medewerkers. De voorziening wordt gewaardeerd tegen het bedrag van de bezoldiging inclusief werkgeverslasten dat naar verwachting (in de toekomst) verschuldigd zal zijn, voor zover hiervoor geen vergoeding (bijvoorbeeld uit verzekering) wordt ontvangen. Voorziening levensfasebudget De voorziening persoonlijk budget levensfase (PBL) betreft een voorziening uit hoofde van een CAO verplichting in het kader van de overgangsregeling 45+. Het persoonlijk budget levensfase kwalificeert als een beloning met opbouw van rechten. De voorziening betreft de contante waarde van de in de toekomst eenmalig uit te keren PBL-uren. De berekening is gebaseerd op de CAO-bepalingen, blijfkans, leeftijd en resterende dienstjaren tot het bereiken van de 55-jarige leeftijd.
Gedurende de opbouwperiode vindt jaarlijks een dotatie plaats aan de voorziening. Voor de reguliere rechten uit hoofde van het persoonlijk budget levensfase wordt eveneens een voorziening gevormd die bestaat uit het saldo van de toegekende maar nog niet opgenomen reguliere rechten. Het saldo wordt gewaardeerd tegen het per balansdatum geldende uurtarief inclusief opslag werkgeverslasten. Naast een toekenning van rechten uit de specifieke overgangs regeling en reguliere rechten is in de CAO een algemene overgangsregeling opgenomen. De kosten die voortvloeien uit deze algemene overgangsregeling worden verwerkt in het jaar waarin de werknemer aanspraak maakt op deze extra rechten. Voorziening groot onderhoud Voor uitgaven voor groot onderhoud, waarbij de uitgaven jaarlijks sterk fluctueren, wordt een voorziening gevormd om deze lasten gelijkmatig te verdelen over een aantal boekjaren. De omvang van de voorziening wordt bepaald op basis van actuele meerjarenonderhoudsplannen. De toevoegingen aan de voorziening worden lineair over de jaren verdeeld. De kosten van groot onderhoud worden ten laste van de voorziening gebracht voor zover zij zijn opgenomen in het meerjarenonderhoudsplan. Voorziening verlieslatende contracten Een voorziening voor verlieslatende contracten wordt gevormd voor contracten die verliesgevend zijn, waarbij deze verliezen onvermijdbaar zijn. Waardering vindt plaats tegen de contante waarde van de geschatte toekomstige verliezen, rekening houdend met een disconteringsvoet. Overige voorzieningen De overige voorzieningen betreffen diverse overige in rechte afdwingbare of feitelijke verplichtingen die op de balansdatum bestaan waarbij het waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelen noodzakelijk is en waarvan de omvang op betrouwbare wijze is te schatten. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen nominale waarde op basis van de beste schatting van de bedragen die noodzakelijk zijn om de verplichtingen per balansdatum af te wikkelen. Langlopende schulden Een schuld wordt als langlopend gerubriceerd als deze niet binnen twaalf maanden na balansdatum kan worden opgeëist. Langlopende schulden worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Betaalde disagio bij aangaan van leningsovereenkomsten wordt in mindering gebracht op de nominale waarde van de langlopende schulden. Het disagio wordt als rentelast op lineaire basis gedurende de looptijd van de lening aan de verslagperioden toegerekend.
Financieel
81
Kortlopende schulden en overlopende passiva Schulden worden bij de eerste verwerking gewaardeerd tegen reële waarde. Transactiekosten die direct zijn toe te rekenen aan de verwerving van de schulden worden in de waardering bij eerste verwerking opgenomen. Schulden worden na eerste verwerking gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs, zijnde het ontvangen bedrag rekening houdend met agio of disagio en onder aftrek van transactiekosten. 5.1.4.3 Grondslagen van resultaatbepaling Algemeen Het resultaat wordt bepaald als het verschil tussen de baten en de lasten over het verslagjaar, met inachtneming van de hiervoor reeds vermelde waarderingsgrondslagen. De baten en lasten worden toegerekend aan de periode waarop deze betrekking hebben, uitgaande van historische kosten. Verliezen worden verantwoord als deze voorzienbaar zijn; baten worden verantwoord als deze gerealiseerd zijn. Baten (waaronder nagekomen budgetaanpassingen) en lasten uit voorgaande jaren die in dit boekjaar zijn geconstateerd, worden aan dit boekjaar toegerekend. Bijzondere waardeverminderingen Vaste activa worden beoordeeld op bijzondere waardeverminderingen als sprake is van wijzigingen in omstandigheden waardoor de vraag ontstaat of de boekwaarde van een actief terugverdiend kan worden. De terugverdienmogelijkheid van activa die in gebruik zijn, wordt bepaald door de boekwaarde van een actief per balansdatum te vergelijken met de realiseerbare waarde. De realiseerbare waarde kan bestaan uit de contante waarde van de toekomstige netto-kasstromen die het actief naar verwachting bij voortgezet gebruik zal genereren, of de bij verkoop naar verwachting te realiseren directe opbrengstwaarde. Wanneer de boekwaarde van een actief hoger is dan de realiseerbare waarde wordt een bijzondere waardevermindering verantwoord voor het verschil tussen de boekwaarde en de realiseerbare waarde. Stichting Espria beschikt over vastgoed waar zorg wordt verleend waarop aanspraak bestaat ingevolge artikel 6 van de AWBZ. Voor dit vastgoed zijn in 2011 de bekostigingsregels aangepast. Volledige nacalculatie van kapitaallasten van (voorheen) vergunningsplichtige investeringen is vervangen door prestatiebekostiging. Hierbij geldt een gefaseerde overgang met een overgangstermijn tot en met 2017. Stichting Espria beschikt tevens over vastgoed waar curatieve zorg wordt verleend die wordt bekostigd vanuit de Zorgverzekeringswet en het ministerie van Veiligheid en Justitie. Voor dit vastgoed was in 2011 reeds bekend dat de bekostiging zou worden aangepast, maar de exacte invulling en tarieven waren nog niet bekend. Met ingang van 2013 wordt volledige nacalculatie van kapitaallasten vervangen door prestatie bekostiging. Hierbij geldt deels een gefaseerde overgang met een overgangstermijn tot en met 2017.
82 Espria Jaarrekening 2012
Als gevolg van de wijzigingen in de bekostiging, in samenhang met de beleidsvoornemens van het kabinet inzake de hervorming van de langdurige zorg was ultimo 2011 sprake van indicaties die kunnen duiden op een mogelijke duurzame waardevermindering. Als gevolg daarvan heeft Stichting Espria ultimo 2011 overeenkomstig RJ 121 een beoordeling op bijzondere waardeverminderingen met een duurzaam karakter uitgevoerd. Door Stichting Espria is een bijzondere waardevermindering toegepast op de boekwaarde van de betreffende activa ultimo 2011 en ten laste van het resultaat 2011 gebracht van € 1,9 miljoen. In 2012 en begin 2013 is meer duidelijkheid ontstaan over de mogelijke invulling van de beleidsvoornemen van het kabinet inzake de hervorming van de (langdurige) zorg voor de langere termijn en de gevolgen daarvan voor Stichting Espria: VVT en GHZ: • Extramuralisering waardoor de intramurale capaciteit de komende jaren zal worden gereduceerd (scheiden wonen en zorg); • Overheveling van delen van de AWBZ naar de WMO of de Zorgverzekeringswet waardoor slechts een romp AWBZ overblijft. GGZ: • Invoering prestatiebekostiging op basis van DB(B)C’s en invoering NHC’s; • Invoering basis generalistische GGZ; • Beddenreductie in intramurale zorg in combinatie met verdere extramuralisering van lichte ZZP’s (scheiden wonen en zorg). Als gevolg van deze en overige wijzigingen in de bekostiging was ultimo 2012 sprake van indicaties die kunnen duiden op een mogelijke duurzame waardevermindering. Als gevolg daarvan heeft Stichting Espria ultimo 2012 overeenkomstig RJ 121 een beoordeling op bijzondere waardeverminderingen met een duurzaam karakter uitgevoerd. Stichting Espria heeft de realiseerbare waarde van het vastgoed getoetst op basis van de contante waarde van de toekomstige kasstromen van haar zorgvastgoed. Deze is benaderd op het niveau van de kasstroomgenererende eenheden, en vergeleken met de boekwaarde van het vastgoed en de overige met de bedrijfsvoering samenhangende activa per 31 december 2012. Belangrijke overige veronderstellingen die zijn gehanteerd bij de benadering van de contante waarde van de kasstromen zijn: • Ontwikkeling in en samenstelling van de cliëntenpopulatie; • Gemaakte afspraken met zorgkantoren over afbouw intramurale capaciteit;
• Uit de meerjarenbegroting afgeleide kasstromen voor de jaren 2013 tot en met 2017 en genormaliseerde trend matige kasstromen vanaf 2018 tot aan einde Ievensduur. Bij de berekening hiervan is rekening gehouden met de effecten van de overgangsregeIing 2012-2017; • De resterende levensduur van het individuele vastgoed en de resterende huurperioden; • De verwachte ontwikkeling van de bezettingsgraad, waarbij rekening is gehouden met de mogelijkheden om huur contracten op te zeggen; • Vervangingsinvesteringen tot het niveau welke noodzakelijk worden geacht om het betreffende vastgoed tot aan einde Ievensduur in gebruik te houden; • Een disconteringsvoet van 5,25%.
het pensioenfonds dit toelaat. Naar de stand van ultimo maart 2013 is de dekkingsgraad van het pensioenfonds 105%. In 2014 dient het pensioenfonds een dekkingsgraad van tenminste 105% te hebben. De instelling heeft per 31 december 2012 geen verplichting tot het voldoen van aanvullende bijdragen in geval van een tekort bij het pensioenfonds, anders dan het effect van hogere toekomstige premies. De instelling heeft daarom alleen de verschuldigde premies tot en met het einde van het boekjaar in de jaarrekening verantwoord.
Opbrengsten Opbrengst wordt bepaald op de reële waarde van de ontvangen tegenprestatie.
Belastingen Belastingen omvatten de over de verslagperiode verschuldigde en verrekenbare winstbelastingen en latente belastingen. De belastingen worden in de resultatenrekening opgenomen. De over het boekjaar verschuldigde en verrekenbare belasting is de naar verwachting te betalen belasting over de belastbare winst over het boekjaar, berekend aan de hand van belastingtarieven die zijn vastgesteld op verslagdatum en eventuele correcties op de over voorgaande jaren verschuldigde belasting. Voor latente belastingen wordt een voorziening getroffen voor tijdelijke verschillen tussen de boekwaarde van activa en verplichtingen ten behoeve van de financiële versiaggeving en de fiscale boekwaarde van die posten. Er wordt uitsluitend een latente belastingvordering opgenomen voor zover het waarschijnlijk is dat er in de toekomst belastbare winsten beschikbaar zullen zijn die voor de realisatie van het tijdelijke verschil kunnen worden aangewend. Latente belastingvorderingen worden per iedere verslagdatum herzien en verlaagd voor zover het niet langer waarschijnlijk is dat het daarmee samenhangende belastingvoordeel zal worden gerealiseerd.
Overheidssubsidies Exploitatiesubsidies worden als bate verantwoord in de resultatenrekening in het jaar waarin de gesubsidieerde kosten zijn gemaakt of opbrengsten zijn gederfd, of wanneer een gesubsidieerd exploitatietekort zich heeft voorgedaan. De baten worden verantwoord als het waarschijnlijk is dat deze worden ontvangen.
Rentebaten en rentelasten Rentebaten en rentelasten worden tijdsevenredig verwerkt, rekening houdend met de effectieve rentevoet van de des betreffende activa en passiva. Bij de verwerking van de rentelasten wordt rekening gehouden met de verantwoorde transactiekosten op de ontvangen leningen die als onderdeel van de berekening van de effectieve rente worden meegenomen.
Het verschil tussen de boekwaarde per 31 december 2012 en de contante waarde van de toekomstige kasstromen bedraagt voor enkele kasstroom genererende eenheden € 3,7 miljoen negatief. In overeenstemming met de bepalingen van Hoofdstuk 121 van de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving is dit verschil in mindering gebracht op de boekwaarden van de desbetreffende activa ultimo 2012 en ten laste gebracht van het resultaat 2012. Daarnaast is de bijzondere waardevermindering van 2011 voor een bedrag van € 1,7 miljoen in 2012 teruggenomen als gevolg van een verwachte verbetering van de toekomstige netto-kasstroom van betreffende kasstroomgenererende eenheden.
Personeelsbeloningen Lonen, salarissen en sociale lasten worden op grond van de arbeidsvoorwaarden verwerkt in de resultatenrekening voor zover ze verschuldigd zijn aan werknemers. Pensioenen Stichting Espria heeft voor haar werknemers een toegezegde pensioenregeling. Hiervoor in aanmerking komende werk nemers hebben op de pensioengerechtigde leeftijd recht op een pensioen dat gebaseerd is op het gemiddeld verdiende loon berekend over de jaren dat de werknemer pensioen heeft opgebouwd bij de instelling. De verplichtingen, die voort vloeien uit deze rechten van haar personeel, zijn ondergebracht bij het bedrijfstakpensioenfonds Zorg en Welzijn. De instelling betaalt hiervoor premies die door werkgever en werknemer gezamenlijk worden betaald. De pensioenrechten worden jaarlijks geïndexeerd, indien en voor zover de dekkingsgraad van
5.1.4.4 Grondslagen van segmentering In de jaarrekening wordt in overeenstemming met RJ Richtlijn 655 Zorginstellingen een segmentatie van de resultatenrekening gemaakt in de segmenten Verpleging en Verzorging, Gehandicaptenzorg, Psychiatrie, Jeugdgezondheidszorg, Kraamzorg, Kinderopvang, Ledenservice en Overig. Bij de verdeling van de resultatenrekening per bedrijfssegment is aangesloten op de activiteiten van het bedrijfsproces. De verdeling van indirecte kosten over de te onderscheiden zorgs oorten geschiedt op basis van onderlinge Service Level Agreements.
Financieel
83
5.1.5 Toelichting op de geconsolideerde balans
2. Materiële vaste activa 31 december 2012
in €
Activa
31 december 2011
De specificatie is als volgt: Bedrijfsgebouwen en terreinen
1. Immateriële vaste activa 31 december 2012
In €
31 december 2011
254.953.970
238.069.739
Machines en installaties
24.999.900
17.671.383
Andere vaste bedrijfsmiddelen, technische en administratieve uitrusting
28.530.664
28.934.296
6.512.986
25.990.825
314.997.519
310.666.243
Materiële vaste bedrijfsactiva in uitvoering en vooruitbetalingen op materiële vaste activa
De specificatie is als volgt: Kosten van goodwill die van derden is verkregen
1.659.204
178.750
Totaal immateriële vaste activa
1.659.204
178.750
Totaal materiële vaste activa
Het verloop van de materiële activa in het verslagjaar is als volgt weer te geven:
Het verloop van de immateriële activa in het verslagjaar is als volgt weer te geven: Andere vaste bedrijfsmiddelen, technische en administratieve uitrusting
Stand per 1 januari 2012
-- aanschafwaarde -- cumulatieve afschrijvingen Boekwaarde per 1 januari 2012
800.715
800.715
-621.965
-471.719
178.750
328.996
Mutaties in het boekjaar
-- bij: investeringen -- af: afschrijvingen
1.974.139
0
-493.686
-150.246
Stand per 31 december 2012
1.659.204
178.750
Cumulatieve aanschafwaarde
2.774.854
800.715
Cumulatieve afschrijvingen
-1.115.651
-621.965
Boekwaarde per 31 december
1.659.204
178.750
Toelichting De goodwill met een boekwaarde ultimo 2012 van in totaal € 1.659.204 bestaat uit twee delen. Het eerste deel betreft de goodwill die betaald is voor de overname van activiteiten van Kinderman Zorggroep B.V., Profzorg B.V. en A.T.N. B.V. door Stichting Particura. De boekwaarde bedraagt ultimo 2012 € 1.584.203. De goodwill van Kinderman Zorggroep B.V. bestaat uit een vast en een variabel bedrag. De goodwill wordt bepaald op basis van de resultaten tot en met 2015 en wordt betaalbaar gesteld indien de gestelde rendementseisen worden gerealiseerd. Ingevolge richtlijn 216-239 is de berekende maximale goodwill geactiveerd onder gelijktijdig opnemen van een kortlopende schuld voor het nog te bepalen variabele deel van de koopsom. Het grootste deel van de goodwill wordt afgeschreven over een periode van 5 jaren, een klein gedeelte wordt afgeschreven in 2 jaren.
Bedrijfsgebouwen en terreinen
Machines en installaties
Materiële vaste bedrijfsactiva in uitvoering en vooruitbetalingen op materiële vaste activa
-- aanschafwaarde -- cumulatieve herwaarderingen -- cumulatieve bijzondere waardeverminderingen -- cumulatieve afschrijvingen
357.003.092
39.444.240
83.652.246
25.990.825
506.090.403
-19.084.202
0
0
0
-19.084.202
-3.676.065
-106.001
0
0
-3.782.066
-96.173.086
-21.666.856
-54.717.950
0
-172.557.892
Boekwaarde per 1 januari 2012
238.069.739
17.671.383
28.934.296
25.990.825
310.666.243
45.252.675
10.390.327
9.651.467
18.275.896
83.570.364
827.225
0
0
0
827.225
2.385.000
0
0
0
2.385.000
Mutaties in het boekjaar
-- investeringen -- herwaarderingen -- terugnemingen van bijzondere waarde verminderingen
-- bijzondere waardeverminderingen -- afschrijvingen
-5.645.013
-37.254
-1.050.344
-10.320
-6.742.931
-16.707.107
-2.975.080
-8.669.277
0
-28.351.464
-- terugname geheel afgeschreven activa aanschafwaarde
-557.439
-101.229
-2.525.656
0
-3.184.324
cumulatieve bijzondere waardeverminderingen
156.210
0
0
0
156.210
cumulatieve afschrijvingen
399.219
101.229
2.525.656
0
3.026.104
-15.872.321
-95.604
-1.001.274
-37.743.416
-54.712.615
953.314
0
0
0
953.314
5.692.468
46.129
665.797
0
6.404.393
-9.226.539
-49.475
-335.477
-37.743.416
-47.354.908
16.995.296
7.328.517
-403.632
-19.477.839
4.442.341
385.826.007
49.637.734
89.776.782
6.523.305
531.763.828 -17.303.663
-- desinvesteringen aanschafwaarde cumulatieve herwaarderingen cumulatieve afschrijvingen per saldo Mutaties in boekwaarde (per saldo) Stand per 31 december 2012
-- aanschafwaarde -- cumulatieve herwaarderingen -- cumulatieve bijzondere waardeverminderingen -- cumulatieve afschrijvingen Boekwaarde per 31 december 2012
-17.303.663
0
0
0
-6.779.868
-143.255
-1.050.344
-10.320
-7.983.787
-106.788.506
-24.494.579
-60.195.774
0
-191.478.859
254.953.970
24.999.900
28.530.664
6.512.986
314.997.519
Het tweede gedeelte betreft de in het verleden betaalde goodwill bij de overname van de kraamactiviteiten van STMG. De boekwaarde van de goodwill STMG bedraagt ultimo 2012 € 75.000,- en wordt afgeschreven over een periode van 5 jaren. De afschrijvingen zijn ten laste gekomen van de segmenten VVT respectievelijk Kraamzorg.
84 Espria Jaarrekening 2012
Totaal
Stand per 1 januari 2012
Financieel
85
Toelichting Onder de bedrijfsgebouwen en terreinen zijn begrepen geactiveerde financial leasecontracten met een boekwaarde per 31 december 2012 van € 28,2 miljoen. Stichting Espria en haar organisatieonderdelen zijn niet de juridische eigenaar van het betreffende vastgoed. Het totaal van de in rekening gebrachte huurtermijnen bedraagt € 2,9 miljoen. In 5.1.6 is een nadere specificatie opgenomen van het verloop van de materiele vaste activa op grond van art. 5a Regeling verslaggeving WTZi. In toelichting 5.1.7 zijn overzichten op genomen voor de onderhanden en gereedgekomen projecten. De desinvestering heeft voor circa € 21 miljoen betrekking op verpleeg- en verzorgingshuizen die door GGZ Drenthe worden
verhuurd aan Icare. Deze huurovereenkomsten zijn gekwalificeerd als financial lease en zijn derhalve als desinvestering verwerkt onder de materiële vaste activa en opgenomen onder de financiële vaste activa. De overige desinvesteringen hebben betrekking op gereed gekomen projecten, waaronder Rietvelden fase 1 ad € 11,9 miljoen bij Evean Zorg. De desinvestering in bedrijfsgebouwen en terreinen betreft hoofdzakelijk een presentatiewijziging inzake spookgebouwen. Met ingang van 2012 worden spookgebouwen gepresenteerd onder de financiële vaste activa.
Toelichting De investering onder de vorderingen op aandeelhouders en overige deelnemingen betreft de lening van GGZ Drenthe aan Intend B.V. Voor deze lening is een voorziening getroffen van € 136.000 welke in 2011 onder de financiele vaste activa werd gepresenteerd en in 2012 onder de voorzieningen. De des investering onder de vorderingen op aandeelhouder en overige deelnemingen ad. € 55.000 betreft hoofdzakelijk de aflossing van de lening Interapy bij GGZ Drenthe.
4. Voorraden Voor de bijzondere waardevermindering wordt verwezen naar de toelichting op de resultatenrekening (5.1.9).
3. Financiële vaste activa 31 december 2012
in €
in €
31 december 2012 31 december 2011
De specificatie is als volgt: Overige voorraden
349.876
332.528
Totaal voorraden
349.876
332.528
40.000
40.000
5. Onderhanden projecten uit hoofde van DBC’s/ DBC-zorgproducten
190.000
79.000
in €
11.224
11.099
De specificatie is als volgt:
Overige vorderingen.
3.979.287
1.813.754
Totaal financiële vaste activa
4.220.511
1.943.853
Vorderingen op aandeelhouders en overige deelnemingen Overige effecten
31 december 2012 31 december 2011
Onderhanden projecten DBC’s/DBCzorgproducten Af: ontvangen voorschotten
Het verloop van de financiële vaste activa is als volgt:
34.832.071
44.853.601
-27.976.448
-27.934.220
6.855.623
16.919.381
Totaal onderhanden projecten Vorderingen op aandeelhouders en overige deelnemingen
Deelnemingen in groeps maatschappijen
Overige vorderingen
Overige effecten
Totaal
Stand per 1 januari 2012
-- aanschafwaarde -- cumulatieve herwaarderingen -- cumulatieve afschrijvingen Boekwaarde per 1 januari 2012
40.000
470.000
73.307
1.828.131
2.411.438
0
-391.000
-62.208
0
-453.208
0
0
0
-14.377
-14.377
40.000
79.000
11.099
1.813.754
1.943.853
6. Vorderingen en overlopende activa in €
Vorderingen op debiteuren Overige vorderingen
Investeringen
0
166.000
0
2.984.531
Nog te ontvangen bedragen
Desinvesteringen/aflossingen
0
-55.000
0
-8.500
-63.500
Bijzondere waardeverminderingen
0
0
125
-810.498
-810.373
Mutaties in boekwaarde (per saldo)
0
111.000
125
2.165.533
2.276.658
3.150.531
31 december 2012 40.000
581.000
73.307
4.804.162
5.498.469
Cumulatieve herwaarderingen
0
-391.000
-62.208
0
-453.208
Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen
0
0
125
-824.875
-824.750
40.000
190.000
11.224
3.979.287
4.220.511
86 Espria Jaarrekening 2012
Toelichting De onderhanden projecten uit hoofde van DBC’s worden gewaardeerd op basis van de verwachte opbrengst die is gebaseerd op de gemiddelde opbrengst van de bestede tijd en de verblijfsdagen overeenkomstig de normen van de Nederlandse Zorgautoriteit. Er is geen voorziening onderhanden werk getroffen.
31 december 2012
31 december 2011
17.102.319
Vorderingen op participanten en maatschappijen waarin wordt deelgenomen Vooruitbetaalde bedragen
Stand per 31 december 2012
De voorziening die in aftrek op de voorraden is gebracht bedraagt nihil (2011: nihil).
De specificatie is als volgt:
Mutaties
Cumulatieve aanschafwaarde
Toelichting Onder de overige voorraden zijn de ten behoeve van de dag activiteiten GGZ Drenthe aangehouden voorraden/materialen opgenomen.
31 december 2011
De specificatie is als volgt: Deelnemingen in groepsmaatschappijen
De investering in de overige vorderingen betreft de activa die onder de NZa compensatieregeling (CA-300-493) valt. De afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen betreft met name boeterente en oude vorderingen op de NZa. De boeterente wordt linear afgeschreven in 40 jaar. De afschrijving is nacalculeerbaar.
Overige overlopende activa Totaal vorderingen en overlopende activa
18.153.129
811
248.237
1.213.772
1.303.648
2.925.858
3.687.575
14.470.975
13.515.380
461.984
248.499
36.175.719
37.156.468
Toelichting De voorziening die in aftrek op de vorderingen is gebracht, bedraagt € 2,4 miljoen (2011: € 2,4 miljoen). In de overige vorderingen zijn geen bedragen begrepen met een resterende looptijd langer dan 1 jaar. Ten behoeve van de financiering van werkkapitaal is circa € 35 miljoen van de vorderingen verpand. De vergelijkende cijfers 2011 wijken onderling af t.o.v. de cijfers in de jaarrekening 2011. Dit is ontstaan door een herrubricering. Deze herrubricering heeft betrekking op de overige vorderingen en de nog te ontvangen bedragen.
Financieel
87
7. Vorderingen uit hoofde van financieringstekort en/of schulden uit hoofde van financieringsoverschot t/m 2009
in € Saldo per 1 januari
2010
2011
2012
Totaal
-6.166.291
7.657.793
9.741.662
0
11.233.164
0
0
0
56.115.702
56.115.702
1.427.202
1.378.372
359.763
0
3.165.338
0
0
-262.287
0
-262.287
Betalingen/ontvangsten
1.621.660
-2.247.312
-12.167.223
-32.003.534
-44.796.409
Subtotaal mutatie boekjaar
3.048.863
-868.940
-12.069.747
24.112.168
14.222.344
Financieringsverschil boekjaar Correcties voorgaande jaren Verwerving via fusie en overname
Saldo per 31 december
-3.117.429
6.788.853
-2.328.085
24.112.168
25.455.508
Toelichting De NZa heeft de nacalculatie Zorgverzekeringswet 2010 lager vastgesteld dan door GGZ Drenthe was ingediend. Het betreft een afwijzing voor een specifieke toeslag. GGZ Drenthe is hiertoe in bezwaar gegaan en er hebben inmiddels hoorzittingen plaatsgevonden. De NZa heeft nog geen uitspraak op het be 9. Liquide middelen in €
31 december 2012 31 december 2011
De specificatie is als volgt:
Stadium van vaststelling (per erkenning):
Banken
147.629.043
111.954.670
Stichting Icare
c
c
c
b
Kassen
197.569
200.870
Stichting Evean Zorg
c
c
b
a
Stichting Evean Zorg Amsterdam
c
c
b
a
147.826.611
112.155.540
Stichting Evean Thuiszorg NHN
-
-
c
a
Stichting Particura
b
b
b
a
UMCG Thuis B.V.
c
c
c
a
Stichting de Trans
-
c
a
a
Stichting Zorggroep Meander
c
c
b
a
Stichting GGZ Drenthe
c
b
b
a
Totaal liquide middelen
zwaarschrift gedaan. De specifieke toeslag geldt ook voor 2011 en 2012. Voor de jaren 2010 tot en met 2012 betreft dit circa € 3 miljoen. Alhoewel GGZ Drenthe van mening is aanspraak te maken op de specifieke toeslagen voor de jaren 2010 tot en met 2012 is in de jaarrekening uit voorzichtigheidsoverwegingen een voorziening van € 1,6 miljoen op de vorderingen getroffen. Toelichting Onder de liquide middelen is een bedrag van € 340.000 op genomen welke niet direct opeisbaar is. De overige liquide middelen zijn vrij beschikbaar.
Passiva 10. Eigen vermogen 31 december 2012
in €
31 december 2011
Het eigen vermogen bestaat uit de volgende componenten:
a= interne berekening b= overeenstemming met zorgverzekeraars
Kapitaal
c= definitieve vaststelling NZa 2012
Collectief gefinancierd gebonden vermogen
2011
- schulden uit hoofde van financieringsoverschot
36.254.667
24.883.371
10.799.159
13.650.208
25.455.508
11.233.163
562.178.065
517.761.250
-550.762.983
-510.264.418
-185.458
0
11.229.624
7.496.832
Specificatie financieringsverschil in het boekjaar (AWBZ excl. GGZ) Wettelijk budget aanvaardbare kosten Af: ontvangen voorschotten Af: overige ontvangsten Totaal financieringsverschil
324.558
129.593.412
106.316.373
24.627.155
19.938.198
262.947
228.663
154.808.072
126.807.792
Niet-collectief gefinancierd vrij vermogen
Waarvan gepresenteerd als: - vorderingen uit hoofde van financieringstekort
324.558
Minderheidsbelang derden Totaal eigen vermogen Kapitaal Het verloop is als volgt weer te geven:
Saldo per 31 december 2011
Resultaat bestemming
Overige mutaties
Saldo per 31 december 2012
Kapitaal
324.558
0
0
324.558
Totaal
324.558
0
0
324.558
Collectief gefinancierd gebonden vermogen Specificatie financieringsverschil in het boekjaar (GGZ)
Het verloop is als volgt weer te geven:
Wettelijk budget aanvaardbare kosten
146.831.700
145.019.650
Reserve aanvaardbare kosten
85.902.453
20.706.537
2.943.598
109.552.588
Af: ontvangen voorschotten
-62.953.148
-53.845.123
Bestemmingsreserves
19.772.947
2.393.953
-2.908.002
19.258.898
Af: gefactureerde DBC's
-81.059.768
-90.721.195
Herwaarderingsreserves
640.973
0
140.953
781.926
Af: mutatie onderhanden projecten uit hoofde van DBC's/DBC-zorgproducten
10.063.759
1.774.709 106.316.373
23.100.490
176.549
129.593.412
Totaal financieringsverschil
12.882.544
2.228.041
13.453.998
3.609.424
-28.096
17.035.326
6.484.200
621.301
0
7.105.501
0
0
486.328
486.328
19.938.198
4.230.725
458.232
24.627.155
Totaal Niet-collectief gefinancierd vrij vermogen Specificatie financieringsverschil per financieringsvorm Financieringsverschil AWBZ
Het verloop is als volgt weer te geven: 15.453.316
13.798.878
Algemene reserves
Financieringsverschil DBC-financiering
6.691.555
-3.966.218
Bestemmingsreserves
Financieringsverschil Justitie
3.310.637
1.400.504
25.455.508
11.233.164
Budget Zvw
80.122.729
85.993.264
Het verloop is als volgt weer te geven:
Budget AWBZ
50.608.387
44.583.269
Eigen vermogen
Budget Justitie
16.100.584
14.443.117
Minderheidsbelang derden
228.663
34.284
0
262.947
146.831.700
145.019.650
Totaal
228.663
34.284
0
262.947
Totaal financieringsverschil Specificatie wettelijk budget (GGZ)
Totaal GGZ budget
88 Espria Jaarrekening 2012
Herwaarderingsreserves Totaal Minderheidsbelang derden
Financieel
89
Toelichting
11. Voorzieningen in €
In de kolom 'overige mutaties' (excl. minderheidsbelang derden) zijn de volgende posten verwerkt: Collectief gefinancieerd vermogen:
Saldo per 31 december 2011
Dotatie
Vrijval
Saldo per 31 december 2012
Onttrekking
Het verloop is als volgt weer te geven:
-- Gewijzigde resultaatbestemming GGZ Drenthe: -- van bestemmingsreserve -- naar reserve aanvaardbare kosten -- Gewijzigde resultaatbestemming Icare (van reserve aanvaardbare kosten naar bestemmingsreserve) -- Herwaardering onroerend goed Icare (waardeverandering op basis van bedrijfswaardeberekening) -- Herwaardering onroerend goed Evean Thuiszorg (onroerend goed in verkoop, waardering tegen taxatiewaarde)
-2.908.002 2.908.002 35.596 -45.000 185.953
Subtotaal
176.549
Reorganisaties
7.822.047
3.569.654
-1.950.907
-2.785.778
6.655.016
Jubilea-uitkeringen
4.703.484
209.138
-119.901
-317.612
4.475.109
Arbeidsongeschiktheid
1.448.824
625.348
-407.535
-212.458
1.454.178
Levensfasebudget
2.295.156
1.680.154
0
0
3.975.309
Groot onderhoud
1.787.580
1.146.269
-167.963
-497.751
2.268.135
428.911
459.851
-99.053
0
789.709
2.969.665
1.384.029
-1.771.357
-161.507
2.420.830
21.455.666
9.074.443
-4.516.716
-3.975.106
22.038.286
Verlieslatende contracten Overige voorzieningen
Niet collectief gefinancieerd vermogen:
-- Gewijzigde resultaatbestemming Icare (van reserve aanvaardbare kosten naar bestemmingsreserve) -- Inbreng eigen vermogen Profzorg BV bij overname per 1 juli 2012
-40.396
Subtotaal algemene reserve
-28.096
-- Herwaardering onroerend goed Evean Cumulus (pand in verkoop, waardering tegen taxatiewaarde) -- Herwaardering onroerend goed Stichting Icare (pand in verkoop, waardering tegen taxatiewaarde)
129.835
Toelichting in welke mate (het totaal van) de voorzieningen als langlopend moet worden beschouwd:
356.493
Kortlopend deel van de voorzieningen (< 1 jr.)
8.449.300
486.328
Langlopend deel van de voorzieningen (> 1 jr.)
13.588.987
12.300
Subtotaal herwaarderingsreserve
Totaal
31 december 2012
Hiervan langlopend (> 5 jaar)
2.887.692
Onderstaand zijn de eigen vermogens per 31 december 2012 en resultaten over het boekjaar 2012 van de in consolidatie betrokken entiteiten gespecificeerd: 31 december 2012
in €
Resultaat
Stichting GGZ Drenthe
30.958.013
1.345.497
Stichting Icare (incl KWV)
35.879.013
13.198.038
Stichting Zorggroep Meander
10.673.354
1.411.103
Kraamvogel Holding B.V. geconsolideerd
3.453.968
870.746
Stichting Evean
2.608.611
35.894
Stichting Evean Zorg
19.712.869
1.150.198
Stichting Evean Zorg Amsterdam
10.940.189
813.198
Stichting Evean Thuiszorg NHN Stichting de Trans Stichting Evean Caro geconsolideerd Stichting Particura geconsolideerd
4.663.982
845.669
11.833.098
2.764.326
3.778.808
105.080
10.932.897
1.211.631
Stichting Evean Cumulus
4.925.990
810.188
Stichting Espria
2.741.912
2.354.712
Overige entiteiten en eliminaties
1.705.368
414.935
154.808.072
27.331.215
Totaal (inclusief minderheidsbelang in het eigen vermogen)
Toelichting per categorie voorziening Voorziening reorganisaties In 2012 is bij De Kraamvogel, GGZ Drenthe en Zorggroep Meander een reorganisatievoorziening gevormd voor medewerkers die als boventallig zijn aan gemerkt. De voorziening is gebaseerd op de totale afkoop verplichting waarbij rekening wordt gehouden met de kans dat medewerkers ander werk vinden binnen of buiten de organisatie. Aan bestaande reorganisatievoorziening is waar noodzakelijk aanvullend gedoteerd bij de groepsonderdelen, onder meer bij Zorggroep Meander, Evean Zorg en Evean Thuiszorg. De onttrekkingen uit de voorziening hebben primair betrekking op de loondoorbetaling van boventalligen, met name bij Icare. Ten aanzien van de bestaande reorganisatievoorzieningen heeft een vrijval plaatsgevonden van circa € 1,9 miljoen. Dit betreft met name de organisatieonderdelen De Trans, Zorggroep Meander en Icare.
Voorziening verlieslatende contracten De dotatie aan de voorziening verlieslatende contracten heeft betrekking op een intramurale woonvoorziening van Evean Zorg Amsterdam. De voorziening is bepaald op basis van contante waarde. Daarnaast heeft een aanvullende dotatie plaatsgevonden aan de bestaande voorziening bij Icare. Het effect van de fluctuaties als gevolg van oprenting (wijziging van de disconteringsvoet) is beperkt en is derhalve verantwoord onder dotaties.
Voorziening jubilea De voorziening jubilea is gebaseerd op de gemiddelde jubileaverplichting, rekening houdend met een vertrekkans. Voorziening levensfasebudget Deze voorziening is ultimo 2012 hoger door beperkte opname van uren tot op heden bij de bedrijfsonderdelen GGZ Drenthe en De Trans. De berekening van de omvang is gebaseerd op geldende CAO-afspraken binnen de geestelijke gezondheidszorg respectievelijk de gehandicaptenzorg. Voorziening groot onderhoud De voorziening groot onderhoud is gebaseerd op de lange termijn onderhoudsplanning van de diverse bedrijfsonderdelen. De stijging van de voorziening wordt verklaard door een inventarisatie van achterstallig onderhoud bij De Trans. De hoogte van de voorziening is hierop aangepast.
90 Espria Jaarrekening 2012
Financieel
91
12. Langlopende schulden
13. Kortlopende schulden en overlopende passiva 31 december 2012
in €
in €
31 december 2011
31 december 2012
31 december 2011
De specificatie is als volgt:
De specificatie is als volgt: Langlopende schulden aan kredietinstellingen Overige langlopende schulden Financial leaseverplichtingen Totaal langlopende schulden
150.363.809
142.121.009
603.880
0
30.913.379
21.420.606
181.881.069
163.541.615
Stand per 1 januari
176.956.517
137.383.299
Bij: nieuwe leningen
38.610.957
92.404.794
-22.089.650
Stand per 31 december
193.477.825
Af: aflossingsverplichting komend boekjaar
-52.831.576 176.956.517
11.596.756
13.414.902
181.881.069
163.541.615
11.596.756
13.414.902
Langlopend deel van de langlopende schulden (> 1 jr.) (balanspost)
181.881.069
163.541.615
Hiervan langlopend (> 5 jaar)
141.371.086
112.360.498
Stand langlopende schulden per 31 december
23.739.920
20.755.411
Schulden aan kredietinstellingen
24.924.088
37.913.123
Aflossingsverplichtingen langlopende leningen
11.596.757
13.414.902
Belastingen en sociale premies
25.732.485
21.810.219
Schulden terzake pensioenen
11.689.613
12.714.894
Nog te betalen salarissen
Het verloop is als volgt weer te geven:
Af: aflossingen
Crediteuren
7.555.956
5.722.341
Vakantiegeld
16.574.901
16.724.510
Vakantiedagen
21.501.117
21.732.167
Overige schulden
4.966.711
3.875.707
Nog te betalen kosten
20.436.542
18.655.014
Vooruitontvangen opbrengsten
10.033.014
2.940.351
62.039
2.522.214
178.813.144
178.780.853
Overige passiva Totaal kortlopende schulden en overlopende passiva
Toelichting in welke mate (het totaal van) de langlopende schulden als langlopend moet worden beschouwd: Kortlopend deel van de langlopende schulden (< 1 jr.), aflossingsverplichtingen
Voor een nadere toelichting op de langlopende schulden wordt verwezen naar bijlage 5.1.8 overzicht langlopende leningen. De aflossingsverplichtingen zijn verantwoord onder de kortlopende schulden.
Toelichting Onder de nieuwe leningen zijn een tweetal nieuwe financieringen verantwoord welke door GGZ Drenthe zijn aangetrokken ten behoeve van de financiering van investeringen. Daarnaast betreft dit de financial lease verplichting van Zorggroep Meander inzake het huurcontract van een intramurale locatie.
Toelichting De post vooruitontvangen opbrengsten is ultimo 2012 hoger door ontvangen voorschotten van Justitie en het Zorgkantoor welke betrekking hebben op 2013. De daling van de schulden aan kredietinstellingen wordt verklaard doordat bij GGZ Drenthe een kasgeldlening is omgezet naar een langlopende lening. 14. Niet in de balans opgenomen activa en verplichtingen Stichting Espria kent een fiscale eenheid BTW voor de gehele groep. De stichting heeft huur-, lease- en erfpachtverplichtingen voor een totaalbedrag van € 50 miljoen. Hiervan bedraagt € 23 miljoen langer dan 5 jaar. Een aantal leningen is geborgd bij het Waarborgfonds voor de Zorgsector (WfZ). Vanuit deze borging loopt de stichting risico voor maximaal 3% van de restschuld per balansdatum. De obligoverplichting Waarborgfonds bedraagt € 4,3 miljoen. De hoogte van de afgegeven bankgaranties bedraagt ultimo 2012 € 1.025.681. Het totaal van de investeringverplichtingen per 31 december 2012 bedraagt € 3,2 miljoen. In het kader van ontvlechting van Zorgcooperatie Nederland heeft GGZ Drenthe zich hoofdelijk aansprakelijk gesteld voor
92 Espria Jaarrekening 2012
schulden aan het Waarborgfonds voor de Zorgsector (WfZ). Het betreft instellingen die op eigen merites nog niet voor borgstellingen in aanmerking komen. Het maximumrisico op grond van deze overeenkomst wordt voor alle betrokken instellingen op € 22,5 miljoen geschat. Tussen alle partijen die zich hoofdelijk aansprakelijk jegens het WfZ hebben gesteld is een nadere onderlinge overeenkomst gesloten, waarin de onderlinge afwikkeling van de hoofdelijke aansprakelijkheid nader is geconcretiseerd. Hiermee wordt het maximum van een eventuele aansprakelijkstelling middels beschikbaar vermogen en middelen van uit derden beperkt. De Kraamvogel Holding B.V. heeft middels een verklaring ex artikel 2:403 lid 1 onder f BW schriftelijk verklaard zich hoofdelijk aansprakelijk te stellen voor de uit rechtshandelingen voortvloeiende schulden van De Kraamvogel NW B.V., De Kraamvogel NO B.V., De Kraamvogel Z.W. en De Kraamvogel ZO B.V.
Financieel
93
5.1.6 Mutatieoverzicht materiële vaste activa op grond van art. 5A regeling verslaggeving wtzi 5.1.6.2 WTZi-vergunningsplichtige materiële vaste activa
5.1.6.1 Totaal overzicht materiële vaste activa WTZi vergun ningsplichtig
in €
WTZi mel dingsplichtig
WMG
Niet-WTZi
KSWV
Totaal
Stand per 1 januari 2012
-- aanschafwaarde -- cumulatieve herwaarderingen -- cumulatieve bijzondere waardeverminderingen -- cumulatieve afschrijvingen
285.602.565
75.626.049
49.771.146
92.567.111
2.523.533
506.090.403
-19.034.308
0
0
-49.894
0
-19.084.202
-1.903.565
0
0
-1.878.501
0
-3.782.066
-75.856.573
-21.627.035
-28.464.764
-45.450.622
-1.158.897
-172.557.892
Boekwaarde per 1 januari 2012
188.808.119
53.999.014
21.306.381
45.188.093
1.364.635
310.666.243
in € Grond
-- investeringen -- herwaarderingen -- terugnemingen van bijzondere waardeverminderingen -- bijzondere waardeverminderingen -- afschrijvingen
51.219.170
17.100.048
4.558.356
10.692.791
0
83.570.364
0
0
0
827.225
0
827.225
1.685.000
0
0
700.000
0
2.385.000
-3.687.228
-243.731
-256.170
-2.555.802
0
-6.742.931
-10.133.447
-5.521.688
-5.739.089
-6.904.401
-52.838
-28.351.464
-- terugname geheel afgeschreven activa aanschafwaarde cumulatieve bijzondere waardeverminderingen cumulatieve afschrijvingen
64.391
-155.450
-2.469.433
-623.832
0
-3.184.324
0
0
0
156.210
0
156.210
-64.391
155.450
2.469.433
465.612
0
3.026.104
-47.982.399
-9.188.929
-764.143
3.531.187
-308.331
-54.712.615
Gebouwen
Semi permanente gebouwen
Ver bouwingen
Installaties
Onderhanden projecten
Subtotaal vergunning
24.429.815
285.602.565
Stand per 1 januari 2012
-- aanschafwaarde -- cumulatieve herwaarderingen -- cumulatieve bijzondere
9.298.311
5.235.444
190.206.809
920.873
21.477.842
34.033.472
0
0
-19.034.308
0
0
0
0
-19.034.308
0
0
-1.903.565
0
0
0
0
-1.903.565
-216.000
-1.824.028
-45.249.415
-920.873
-9.061.448
-18.584.808
0
-75.856.573
9.082.311
3.411.416
124.019.520
0
12.416.394
15.448.664
24.429.815
188.808.119
1.851.164
580.574
31.334.858
0
1.828.423
10.267.085
5.357.066
51.219.170
0
0
1.685.000
0
0
0
0
1.685.000
0
0
-2.938.460
0
-711.514
-37.254
0
-3.687.228
0
-255.677
-5.714.417
0
-1.560.655
-2.602.699
0
-10.133.447
aanschafwaarde
0
0
0
0
64.391
0
0
64.391
cumulatieve afschrijvingen
0
0
0
0
-64.391
0
0
-64.391
-47.982.399
waardeverminderingen
-- cumulatieve afschrijvingen Boekwaarde per 1 januari 2012
Mutaties in het boekjaar
Terreinvoorzieningen
Mutaties in het boekjaar
-- investeringen -- terugnemingen van bijzondere waardeverminderingen
-- bijzondere waardeverminderingen -- afschrijvingen -- terugname geheel afgeschreven activa
-- desinvesteringen
-- desinvesteringen aanschafwaarde cumulatieve herwaarderingen cumulatieve afschrijvingen
1.108.258
0
0
-154.944
0
953.314
5.449.442
663.545
552.719
-261.313
0
6.404.393
-41.424.699
-8.525.384
-211.424
3.114.931
-308.331
-47.354.908
-2.341.204
2.809.244
-1.648.327
5.872.733
-361.169
4.331.276
- aanschafwaarde
288.903.727
83.381.717
51.095.926
106.167.257
2.215.202
531.763.828
- cumulatieve herwaarderingen
-17.926.050
0
0
622.387
0
-17.303.663
-3.905.793
-243.731
-256.170
-3.578.093
0
-7.983.787
- cumulatieve afschrijvingen
-80.604.969
-26.329.728
-31.181.701
-52.150.725
-1.211.736
-191.478.858
Boekwaarde per 31 december op basis van bedrijfseconomische grondslagen
186.466.915
56.808.258
19.658.054
51.060.826
1.003.466
314.997.519
per saldo Mutaties in boekwaarde (per saldo)
Nacalculatorische afschrijvingen Boekwaarde per 31 december op basis van nacalculatorische grondslagen
aanschafwaarde
-661.748
-19.500.311
0
-590.861
4.845
-26.793.681
0
0
1.108.258
0
0
0
0
1.108.258
cumulatieve afschrijvingen
0
119.920
4.810.412
0
519.110
0
0
5.449.442
-440.643
-541.828
-13.581.641
0
-71.751
4.845
-26.793.681
-41.424.699
1.410.521
-216.931
10.785.339
0
-515.497
7.631.977
-21.436.614
-2.341.204
10.708.833
5.154.270
202.041.355
920.873
22.779.795
44.305.401
2.993.201
288.916.751
0
0
-17.926.050
0
0
0
0
-17.926.050
0
0
-3.157.025
0
-711.514
-37.254
0
-3.905.793
-216.000
-1.959.785
-46.153.420
-920.873
-10.167.385
-21.187.507
0
-80.604.969
10.492.833
3.194.485
134.804.860
0
11.900.896
23.080.641
2.993.201
186.804.684
0
332.525
3.556.784
0
1.915.106
2.263.131
0
8.067.547
10.100.759
3.212.163
105.459.107
0
12.550.342
24.053.865
2.220.509
157.596.746
0,0%
5,0%
2-2,5%
5,0%
5,0%
5,0%
0,0%
per saldo Mutaties in boekwaarde (per saldo) Stand per 31 december 2012
Stand per 31 december 2012
- cumulatieve bijzondere waardeverminderingen
-440.643
cumulatieve herwaarderingen
8.067.547 157.596.746
-- aanschafwaarde -- cumulatieve herwaarderingen -- cumulatieve bijzondere waardeverminderingen
-- cumulatieve afschrijvingen Boekwaarde per 31 december 2012 Nacalculatorische afschrijvingen Boekwaarde per 31 december op basis van nacalculatorische grondslagen Afschrijvingspercentage
94 Espria Jaarrekening 2012
Financieel
95
5.1.6.4 WMG gefinancierde materiële vaste activa
5.1.6.3 WTZi-meldingsplichtig materiële vaste activa in €
Trekkingsrechten
Instandhoudingen
Onderhanden projecten
Subtotaal meldingsplichtige activa
in €
Verbouwingen
Inventaris
Vervoer middelen
Auto matisering
Subtotaal WMG
Stand per 1 januari 2012
Stand per 1 januari 2012
-- aanschafwaarde -- cumulatieve afschrijvingen
46.521.889
29.097.020
7.140
75.626.049
-10.338.996
-11.288.039
0
-21.627.035
-- aanschafwaarde -- cumulatieve afschrijvingen
Boekwaarde per 1 januari 2012
36.182.893
17.808.981
7.140
53.999.014
Boekwaarde per 1 januari 2012
151.992
6.720.952
10.227.103
17.100.048
0
-243.731
0
-243.731
-2.064.206
-3.457.482
0
-5.521.688
121.563
40.967.506
1.040.239
7.641.838
49.771.146
-121.563
-23.565.529
-722.186
-4.055.487
-28.464.764
0
17.401.977
318.053
3.586.352
21.306.381
0
2.585.553
131.897
1.840.906
4.558.356
0
-251.403
-4.767
0
-256.170
10.478
-3.400.963
-167.922
-2.180.681
-5.739.089
aanschafwaarde
0
-1.328.049
-82.709
-1.058.675
-2.469.433
cumulatieve afschrijvingen
0
1.328.049
82.709
1.058.675
2.469.433
-764.143
Mutaties in het boekjaar
Mutaties in het boekjaar
-- investeringen -- bijzondere waardeverminderingen -- afschrijvingen
-- investeringen -- bijzondere waardeverminderingen -- afschrijvingen -- terugname geheel afgeschreven activa
-- terugname geheel afgeschreven activa aanschafwaarde
0
-155.450
0
-155.450
cumulatieve afschrijvingen
0
155.450
0
155.450
-17.156
-373.568
-8.798.205
-9.188.929
1.583
661.963
0
663.545
-15.573
288.395
-8.798.205
-8.525.384
-1.927.787
3.308.134
1.428.898
2.809.244
-- desinvesteringen
-- desinvesteringen aanschafwaarde cumulatieve afschrijvingen per saldo Mutaties in boekwaarde (per saldo)
Boekwaarde per 31 december 2012 Afschrijvingspercentage
96 Espria Jaarrekening 2012
0
-760.902
0
-3.241
0
549.477
0
3.241
552.719
per saldo
0
-211.424
0
0
-211.424
10.478
-1.278.237
-40.793
-339.775
-1.648.327
121.563
41.464.108
1.089.426
8.420.828
51.095.926
0
-251.403
-4.767
0
-256.170
-111.085
-25.088.965
-807.399
-5.174.252
-31.181.701
10.478
16.123.740
277.260
3.246.576
19.658.054
5,0%
10,0%
20,0%
10-33%
Mutaties in boekwaarde (per saldo) Stand per 31 december 2012
Stand per 31 december 2012
-- aanschafwaarde -- cumulatieve bijzondere waardeverminderingen -- cumulatieve afschrijvingen
aanschafwaarde cumulatieve afschrijvingen
46.656.725
35.288.954
1.436.038
83.381.717
0
-243.731
0
-243.731
-12.401.619
-13.928.108
0
-26.329.728
-- aanschafwaarde -- cumulatieve bijzondere waardeverminderingen -- cumulatieve afschrijvingen
34.255.106
21.117.114
1.436.038
56.808.258
Boekwaarde per 31 december 2012
5,0%
10,0%
0,0%
Afschrijvingspercentage
Financieel
97
5.1.6.5 Niet WTZi/WMG gefinancierde materiële vaste activa in €
Terrein voorzieningen
Grond
Gebouwen
Semipermanente gebouwen
Verbouwingen
Installaties
Vervoer middelen
Inventaris
Auto matisering
Onderhanden projecten
Subtotaal Niet WTZi/WMG
Stand per 1 januari 2012
-- aanschafwaarde -- cumulatieve herwaarderingen -- cumulatieve bijzondere waardeverminderingen -- cumulatieve afschrijvingen
2.983.795
1.535.739
29.951.073
919.559
17.358.318
5.166.586
17.675.859
258.066
15.742.299
975.815
0
0
-49.894
0
0
0
0
0
0
0
-49.894
0
0
-1.772.500
0
0
-106.001
0
0
0
0
-1.878.501
0
-245.857
-9.598.761
-209.461
-6.503.119
-2.845.113
-12.876.020
-182.957
-12.989.334
0
-45.450.622
Boekwaarde per 1 januari 2012
2.983.795
1.289.882
18.529.918
710.098
10.855.199
2.215.471
4.799.839
75.110
2.752.966
975.815
45.188.093
0
42.757
2.094.386
0
688.362
123.242
2.362.954
0
2.689.364
2.691.726
10.692.791
0
0
827.225
0
0
0
0
0
0
0
827.225
0
0
700.000
0
0
0
0
0
0
0
700.000
0
-3.043
-1.725.748
0
-22.517
0
-790.063
-1.900
-2.212
-10.319
-2.555.802
0
-46.639
-2.622.644
-190.212
-621.409
-383.019
-1.096.243
-134.827
-1.809.410
0
-6.904.401
aanschafwaarde
0
0
-466.380
0
0
-101.229
-56.223
0
0
0
-623.832
cumulatieve bijzondere waardeverminderingen
0
0
156.210
0
0
0
0
0
0
0
156.210
cumulatieve afschrijvingen
0
0
308.160
0
0
101.229
56.223
0
0
0
465.612
-28.534
-14.436
7.383.465
0
-1.641.553
-100.449
-200.733
0
-23.374
-1.843.199
3.531.187
0
0
-154.944
0
0
0
0
0
0
0
-154.944
92.567.111
Mutaties in het boekjaar
-- investeringen -- herwaarderingen -- terugnemingen van bijzondere waardeverminderingen -- bijzondere waardeverminderingen -- afschrijvingen -- terugname geheel afgeschreven activa
-- desinvesteringen aanschafwaarde cumulatieve herwaarderingen
0
11.131
-643.154
0
211.503
46.129
113.065
0
13
0
-261.313
-28.534
-3.305
6.585.368
0
-1.430.049
-54.320
-87.668
0
-23.361
-1.843.199
3.114.931
-28.534
-10.231
5.856.576
-190.212
-1.385.613
-314.097
388.981
-136.727
854.381
838.208
5.872.733
-- aanschafwaarde -- cumulatieve herwaarderingen -- cumulatieve bijzondere waardeverminderingen -- cumulatieve afschrijvingen
2.955.261
1.564.059
38.962.544
919.559
16.405.128
5.088.150
19.781.857
258.066
18.408.289
1.824.343
106.167.257
0
0
622.387
0
0
0
0
0
0
0
622.387
0
-3.043
-2.642.038
0
-22.517
-106.001
-790.063
-1.900
-2.212
-10.319
-3.578.093
0
-281.366
-12.556.399
-399.673
-6.913.025
-3.080.774
-13.802.974
-317.783
-14.798.731
0
-52.150.725
Boekwaarde per 31 december 2012
2.955.261
1.279.650
24.386.494
519.886
9.469.587
1.901.374
5.188.820
-61.617
3.607.346
1.814.023
51.060.826
0,0%
5,0%
2-2,5%
5,0%
5,0%
5,0%
10,0%
20,0%
10-33%
0,0%
cumulatieve afschrijvingen per saldo Mutaties in boekwaarde (per saldo) Stand per 31 december 2012
Afschrijvingspercentage
98 Espria Jaarrekening 2012
Financieel
99
5.1.6.6 Kleinschalige Woonvoorzieningen in €
Grond
Terreinvoorzieningen
Gebouwen
Verbouwingen
Installaties
Onderhanden projecten
Subtotaal kleinschalige woonvoorzieningen
Stand per 1 januari 2012
-- aanschafwaarde -- cumulatieve afschrijvingen
87.286
9.324
784.606
820.078
244.183
578.055
2.523.533
0
-8.858
-364.666
-548.439
-236.935
0
-1.158.897
Boekwaarde per 1 januari 2012
87.286
466
419.940
271.640
7.248
578.055
1.364.635
0
382
-31.277
-32.580
10.637
0
-52.838
Mutaties in het boekjaar
-- afschrijvingen -- desinvesteringen aanschafwaarde
0
0
0
0
0
-308.331
-308.331
per saldo
0
0
0
0
0
-308.331
-308.331
0
382
-31.277
-32.580
10.637
-308.331
-361.169
-- aanschafwaarde -- cumulatieve afschrijvingen
87.286
9.324
784.606
820.078
244.183
269.724
2.215.202
0
-8.476
-395.943
-581.019
-226.298
0
-1.211.736
Boekwaarde per 31 december 2012
87.286
848
388.663
239.060
17.885
269.724
1.003.466
0,0%
5,0%
2-2,5%
5,0%
5,0%
0,0%
Mutaties in boekwaarde (per saldo) Stand per 31 december 2012
Afschrijvingspercentage
100 Espria Jaarrekening 2012
Financieel
101
5.1.7 Specificatie ultimo boekjaar onderhanden projecten en gereedgekomenprojecten 5.1.7.1 Specificatie ultimo boekjaar onderhanden projecten Projectgegevens
Investeringen (in €)
Goedkeuringen (in €) t/m 2012
Nummer
Briefnummer
Datum
100113
Omschrijving
WTZi-type
Kwaliteitszorg
100120
Innovatieproject M&C
100608
Datacentrum ICT
t/m 2011
2012 0
gereed
-3.511
onderhanden 0
-3.511
Nominaal bedrag
Aangepaste goedkeuring
Index 0
0
Jaar van oplevering 0
0
0
1.417
0
1.417
0
0
0
0
184.509
3.204.476
3.246.101
142.884
0
0
0
0
101101
Planon
0
30.823
0
30.823
0
0
0
0
101109
Lamellen
0
2.017
0
2.017
0
0
0
0
101601
Zwolle, Strausplein
0
19.040
0
19.040
0
0
0
0
101616
Zwolle, Oude Wetering
0
8.967
0
8.967
0
0
0
0
11.900
0
11.900
0
0
0
0
0
0
5.273
0
5.273
0
0
0
0
101617
Zwolle, Strausplein
106121
Kampen Wederiklaan
101711
Ermelo, Dr. Van Dalelaan
0
109.424
0
109.424
0
0
0
0
101812
Zeewolde, Weerdt
0
75.238
0
75.238
0
0
0
0
101912
Barneveld, Bouwheerstraat
69.899
31.414
0
101.313
0
0
0
0
101922
Lunteren, Wilbrinkstraat
0
13.617
0
13.617
0
0
0
0
101931
Ede, Stationsweg
0
352.707
0
352.707
0
0
0
0
103000
Gieten, Dekelhem
103021
Nieuw-Buinen, gezondheidscentrum
103026
V&V GGZ Drenthe
4.408
19.745
0
24.153
0
0
0
0
16.247
0
0
16.247
0
0
0
0
0
1.125
0
1.125
0
0
0
0
103100
Assen, De Boshof
108.411
7.820
0
116.231
0
0
0
0
103150
Assen, Ceresplein
17.080
350.512
0
367.592
0
0
0
0
103200
Beilen, Altingerhof
2.080
0
2.080
0
0
0
0
0
103293
Bovensmilde
2.970
0
2.970
0
0
0
0
0
103295
Beurtschip Verpleging
7.404
45.117
0
52.521
0
0
0
0
103297
WSZ Beilen
59.959
86.177
0
146.136
0
0
0
0
103298
Westerbork
0
24.563
0
24.563
0
0
0
0
103300
Assen, Vierackers
103350
Assen, Kloosterakker
103395
VA Assen Oost
107026
JGZ Zwolle
107038 B08262 B06123/F06069
61960/61694
4.015
195.770
0
199.785
0
0
0
0
15.976
47.099
0
63.075
0
0
0
0
0
63.381
0
63.381
0
0
0
0
6.869
-2.950
0
3.919
0
0
0
0
JGZ Barneveld
0
6.347
0
6.347
0
0
0
0
Brandmeldinstallatie
0
88.688
0
88.688
0
0
0
0
10.280.015
2.442.487
10.681.803
2.040.699
0
0
0
0
367.257
1.629.132
1.664.084
332.305
0
0
0
0
39.798
0
39.798
0
0
0
0
0
31-12-08
Noordse Balk/Rietveld Rietvelden
vergunning
31-12-10
Overige projecten
geen
25-11-08
EDD verbouw beg. grond
vergunning
31-12-10
Overige projecten
geen
7.140
47.585
0
54.725
0
0
0
0
Ombouw 50 verblijfpl. Pg
WTZi
369.557
0
369.557
0
0
0
0
2012
11.575.494
8.903.500
16.018.293
4.460.701
0
015203 Subtotaal transport
102 Espria Jaarrekening 2012
0
Financieel
103
5.1.7.1 Specificatie ultimo boekjaar onderhanden projecten Projectgegevens
Investeringen (in €)
Goedkeuringen (in €) t/m 2012
Nummer
Briefnummer
Datum
Omschrijving
WTZi-type
Subtotaal transport
11.575.494
gereed
onderhanden
8.903.500
16.018.293
4.460.701
Nominaal bedrag
Aangepaste goedkeuring
Index 0
Jaar van oplevering 0
015204
Ombouw vzh Parkheem
WTZi
880.534
0
880.534
0
0
0
0
2012
Renovatie KO Somerlustweg
niet WTZi
57.727
52.428
110.155
0
0
0
0
2012
39.104
27.843
66.947
0
0
0
0
2012
0
22.802
22.802
0
0
0
0
2012
93
Renovatie KO Zuidenveld
niet WTZi
2014
Tapijt vervangen
WTZi
2018
Brandmeldinst. Ahorst
WTZi
0
34.298
34.298
0
0
0
0
2012
2021
Renovatie Ahorst
WTZi
105.143
100.246
205.389
0
0
0
0
2012
2023
Liften
WTZi
0
34.618
34.618
0
0
0
0
2012
2025
Bedpanspoelers
WTZi
0
104.466
104.466
0
0
0
0
2012
2026
Update huiskamers vph Meander
WTZi
0
27.080
27.080
0
0
0
0
2012
2028
Vlekkenplan vph Meander
WTZi
0
2.529
0
2.529
0
0
0
2012
2029
Kantoor beneden
WTZi
0
24.990
24.990
0
0
0
0
2012
2031
Asbest sloop vph Meander
WTZi
0
127.048
127.048
0
0
0
0
2012
2032
Brandweereisen vph Meander
WTZi
584.435
1.942.023
2.526.458
0
0
0
0
2012
2033
Keuken KLH
WTZi
0
69.324
0
69.324
0
0
0
2012
2042
Tuin Breehorn
WTZi
0
79.413
79.413
0
0
0
0
2012 2012
2043
Dect TST 25 + oplaadrekken, breehorn
WTZi
0
24.455
24.455
0
0
0
0
2049
Inventarisinrichting Parkheem
WTZi
0
464.621
0
464.621
0
0
0
0
2050
HG project BC
WTZi
0
211.707
0
211.707
0
0
0
0
HACCP (verantwoord bij kleine projecten) 693/68295
13-06-06 29-11-10
Wonen Vlagtwedde (KSWV)
Voorbereiden aanvraag
693/72568
31-10-06
Reservering bijdrage tunnel N33
Vergunning
876 879
2012
92
870 877
t/m 2011
910
40 plaatsen vervangende hv Havens/brinken
233.012
0
233.012
0
0
0
0
0
0
46.728
5.425.255
0
5.378.527
2014 2015
578.056
-308.331
0
269.724
606.367
0
28.311
0
-571.763
0
1.647.826
0
1.647.826
0
0
577.801
577.801
0
0
0
0
0
Nieuwbouw Weijerd
241.429
0
241.429
0
0
0
0
0
Ontwikkelkrediet CGG Assen
154.566
0
154.566
0
0
0
0
0
2.087
0
2.087
0
0
0
0
0
Appartementen Assen Ontw. Hoofdgebouw
47.849
0
47.849
0
0
0
0
0
Plan Marsdijk
29.742
0
29.742
0
0
0
0
0
5.259.511
715.258
5.974.769
0
0
0
0
0
Crisis unit DFP Ontwikkelkrediet TRTC
449.462
99.404
548.866
0
0
0
0
0
Directiekosten div. projecten
118.111
29.742
0
147.853
0
0
0
0 0
Somatische Dienst Beilen
16.882
623
17.505
0
0
0
0
Nieuwbouw Kassen
44.179
-44.179
0
0
0
0
0
0
6.331.550
4.282.411
10.433.619
180.342
0
0
0
0
0
426.445
0
426.445
0
0
0
0
25.990.826
18.265.578
37.743.416
6.512.986
7.679.448
0
7.054.664
Nieuwbouw Wieken/Vlint Bouw MFR
104 Espria Jaarrekening 2012
0 46.728 -571.763
Instandhouding
Totaal
Verklaring
Financieel
105
5.1.8 Overzicht langlopende schulden ultimo 2012 5.1.8 Overzicht langlopende schulden ultimo 2012
Leninggever
Datum
Hoofdsom (in €)
Totale looptijd (in jaren)
Soort lening
Werkelijke rente (in %)
Restschuld 31 december 2011 (in €)
Nieuwe leningen in 2012 (in €)
Aflossing in 2012 (in €)
Restschuld 31 december 2012 (in €)
Resterende looptijd in jaren eind 2012
Restschuld over 5 jaar (in €)
Aflossingswijze
Aflossing 2013 (in €)
Gestelde zekerheden
Kredietinstellingen Nederlandse Waterschapsbank NV
1-nov-96
1.743.650
30 Onderhands
4,05%
856.793
75.157
781.636
481.006
13 Linear
ABN/AMRO Bank
31-dec-04
3.085.705
17 Onderhands
4,02%
1.815.121
181.512
1.633.609
726.049
9 Linear
181.512 Waarborgfonds*
ABN/AMRO Bank
31-dec-04
1.633.609
18 Onderhands
4,67%
998.316
998.316
0
0
0 Linear
0 Waarborgfonds*
ABN/AMRO Bank
1-jan-98
2.461.553
23 Onderhands
5,38%
1.720.147
1.720.147
0
0
0 Linear
0 Waarborgfonds*
ABN/AMRO Bank
1-jan-98
2.461.553
23 Onderhands
5,38%
1.720.147
1.720.147
0
0
0 Linear
0 Waarborgfonds*
ABN/AMRO Bank
1-jan-98
2.488.031
23 Onderhands
4,00%
1.746.644
105.912
1.640.732
1.111.171
9 Linear
105.912 Waarborgfonds*
Nederlandse Waterschapsbank NV
27-feb-06
2.276.207
20 Onderhands
3,74%
1.707.155
113.810
1.593.345
569.055
14 Linear
113.810 Waarborgfonds*
ABN/AMRO Bank
1-jan-98
2.461.553
23 Onderhands
4,33%
1.720.166
105.912
1.614.254
1.084.694
9 Linear
105.912 Waarborgfonds*
Nederlandse Waterschapsbank NV
31-dec-04
6.191.377
26 Onderhands
4,44%
4.612.222
239.596
4.372.626
3.174.646
18 Linear
239.596 Waarborgfonds
ABN/AMRO Bank
31-dec-04
1.421.648
24 Onderhands
4,33%
997.908
60.534
937.374
634.704
16 Linear
60.534 Waarborgfonds
ABN/AMRO Bank
1-aug-69
136.134
50 Onderhands
7,50%
60.538
6.629
53.909
26.544
ABN/AMRO Bank
1-jan-72
18.151
40 Onderhands
8,00%
217
217
0
0
0 Linear
0 Waarborgfonds*
ABN/AMRO Bank
18-dec-04
9.025.000
19 Onderhands
4,34%
5.700.000
475.000
5.225.000
2.850.000
22 Linear
475.000 Waarborgfonds*
Nederlandse Waterschapsbank NV
1-apr-08
1.000.000
30 Onderhands
4,06%
875.001
33.333
841.668
675.003
26 Linear
33.333 Waarborgfonds
BNG
27-feb-12
3.387.378
16 Onderhands
3,46%
3.387.378
211.711
3.175.667
2.117.112
15 Linear
211.711 Waarborgfonds
BNG
1-okt-12
907.560
10 Onderhands
2,30%
907.560
0
907.560
453.780
10 Linear
90.756 Waarborgfonds
SNS Asset management
12-mei-05
23.597
57 Onderhands
4,50%
3.242
926
2.316
0
4 Linear
926 geen
BNG
15-jun-05
431.091
30 Onderhands
4,75%
172.437
14.370
158.067
86.217
11 Linear
14.370 geen
ING-Bank
27-dec-04
2.500.000
28 Overige
4,76%
1.890.000
90.000
1.800.000
1.350.000
20 Lineair
90.000 Waarborgfonds
ING-Bank
27-dec-04
2.562.000
28 Overige
5,33%
1.921.500
1.921.500
0
0
0 Lineair
0 Waarborgfonds
ING-Bank
20-sep-99
1.871.844
30 Overige
eur+,5%
935.915
113.438
822.477
255.252
17 Lineair
113.445 Waarborgfonds
Nederlandse Waterschapsbank NV
1-sep-09
1.512.560
20 Overige
3,22%
1.342.401
75.632
1.266.769
888.629
17 Lineair
75.628 Waarborgfonds
Nederlandse Waterschapsbank NV
1-aug-12
1.875.750
20 Overige
2,64%
89.321
1.786.429
1.339.824
20 Lineair
89.321 Waarborgfonds
ING-Bank
1-jun-04
3.440.000
30 Onderhands
4,25%
2.579.989
114.668
2.465.321
1.891.981
22 Lineair
114.668 Waarborgfonds
ING-Bank
1-sep-09
147.025
10 Rentevast
5,45%
111.629
10.891
100.738
46.283
10 Lineair
10.891 Hypotheek
ING-Bank
1-sep-09
404.375
13 Rentevast
4,85%
298.750
32.500
266.250
160.625
12 Lineair
32.500 Hypotheek
BNG
3-dec-96
3.950.248
28 Hypoth.lening
6,45%
1.834.044
141.080
1.692.964
987.562
12 Jaarlijks lineair
BNG
15-jan-98
2.382.346
30 Hypoth.lening
5,93%
1.349.996
79.412
1.270.584
873.525
16 Jaarlijks lineair
BNG
16-sep-02
1.800.000
30 Hypoth.lening
4,81%
1.260.000
60.000
1.200.000
900.000
20 Jaarlijks lineair
60.000 Gar.Waarborgfonds
BNG
16-jun-04
6.400.000
9 Hypoth.lening
3,92%
1.422.221
711.111
711.110
0
1 Jaarlijks lineair
711.111 Gar.Waarborgfonds
BNG
5-jul-04
BNG
19-nov-07
BNG BNG
1.875.750
60.126 Rijksgarantie
7 Annuïteiten
5.473 Waarborgfonds*
141.080 Provincie Drenthe 79.412 Gar.Waarborgfonds
1.095.000
30 Hypoth.lening
4,90%
839.500
36.500
803.000
620.500
22 Jaarlijks lineair
36.500 Gar.Waarborgfonds
15.000.000
20 Hypoth.lening
4,54%
12.000.000
750.000
11.250.000
7.500.000
15 Jaarlijks lineair
750.000 Gar.Waarborgfonds
22-jan-08
1.361.341
15 Hypoth.lening
4,74%
1.021.006
90.756
930.250
476.470
11 Jaarlijks lineair
90.756 Gar.Waarborgfonds
15-feb-11
10.375.000
25 Hypoth.lening
2,97%
10.375.000
415.000
9.960.000
7.885.000
24 Jaarlijks lineair
415.000 Gar.Waarborgfonds
BNG
15-feb-11
10.375.000
25 Hypoth.lening
3,81%
10.375.000
415.000
9.960.000
7.885.000
24 Jaarlijks lineair
415.000 Gar.Waarborgfonds
BNG
15-feb-11
10.375.000
25 Hypoth.lening
4,27%
10.375.000
415.000
9.960.000
7.885.000
24 Jaarlijks lineair
415.000 Gar.Waarborgfonds
BNG
15-feb-11
10.375.000
25 Hypoth.lening
4,47%
10.375.000
415.000
9.960.000
7.885.000
24 Jaarlijks lineair
415.000 Gar.Waarborgfonds
BNG
15-feb-11
5.000.000
20 Hypoth.lening
4,30%
5.000.000
250.000
4.750.000
3.500.000
19 Jaarlijks lineair
250.000 Gar.Waarborgfonds
BNG
19-dec-12
7.000.000
30 Hypoth.lening
1,42%
7.000.000
5.833.333
29 Jaarlijks lineair
233.333 Gar.Waarborgfonds
100.893.654
72.153.963
Subtotaal transport
7.000.000 100.013.006
106 Espria Jaarrekening 2012
13.170.688
12.290.039
6.237.616
Financieel
107
5.1.8 Overzicht langlopende schulden ultimo 2012
Leninggever
Datum
Hoofdsom (in €)
Totale looptijd (in jaren)
Soort lening
Werkelijke rente (in %)
Subtotaal transport
Restschuld 31 december 2011 (in €) 100.013.006
ING
19-dec-12
11.000.000
30 Hypoth.lening
3,02%
Disagio
Nieuwe leningen in 2012 (in €)
Aflossing in 2012 (in €)
13.170.688
12.290.039
11.000.000 -543.070
-279.000
Restschuld 31 december 2012 (in €)
Resterende looptijd in jaren eind 2012
Restschuld over 5 jaar (in €)
Aflossingswijze
Aflossing 2013 (in €)
Gestelde zekerheden
100.893.654
72.153.963
11.000.000
9.166.667
29 Jaarlijks lineair
366.667 Gar.Waarborgfonds
-24.268
-797.802
6.237.616
Rabobank
31-dec-11
6.523.090
25 Hypoth.lening
3,79%
6.523.090
260.924
6.262.167
4.957.549
24 Jaarlijks linear
260.924 Gar.Waarborgfonds
BNG
14-mrt-97
1.507.726
25 Hypoth.lening
3,99%
456.564
75.083
381.481
6.066
6 Jaarlijks linear
381.481 Gar.Waarborgfonds
Nederlandse Waterschapsbank NV
8-jul-02
1.765.000
19 Onderhands
5,22%
970.750
88.250
882.500
441.250
10 Jaarlijks linear
88.250 Gar.Waarborgfonds
Erasmus NV
20-mrt-06
2.983.136
30 Onderhands
3,95%
2.485.925
99.437
2.386.488
1.889.303
24 Jaarlijks linear
99.437 Gar.Waarborgfonds
Rabobank
1-jul-12
7.000.000
30 Onderhands
4,50%
7.000.000
233.333
6.766.667
5.600.000
29 Jaarlijks linear
233.333 Gar.Waarborgfonds
Rabobank
1-mei-12
8.000.000
27 Onderhands
4,70%
7.851.852
296.296
7.555.556
6.074.074
26 Jaarlijks linear
296.296 Gar.Waarborgfonds
Rabobank
1-mei-12
7.750.000
27 Onderhands
4,20%
7.606.481
287.037
7.319.444
5.884.259
26 Jaarlijks linear
287.037 Gar.Waarborgfonds
Rabobank
1-aug-12
4.600.000
30 Onderhands
2,98%
4.600.000
153.333
4.446.667
3.680.000
29 Jaarlijks linear
153.333 Gar.Waarborgfonds
Disagio
3-jul-05
-177.001
-5.993
-171.008
-141.041
BNG
01-jun-93
6.406.651
40 Lineair
3,77%
2.200.000
100.000
2.100.000
1.600.000
21 Jaarlijks linear
100.000 Gem. garantie Stadsk.
BNG
01-nov-93
5.036.960
40 Annuïteiten
4,43%
3.927.614
109.079
3.818.535
3.196.230
21 Annuïteiten
113.911 Gem. garantie Stadsk.
BNG
26-apr-01
4.537.802
30 Lineair
5,82%
4.537.802
0
4.537.802
4.537.802
19 Aflossingsvrij
BNG
26-apr-01
4.991.582
20 Lineair
5,43%
2.495.792
249.579
2.246.213
998.318
Woonzorg Nederland
1-mei-73
5.818.808
40 Annuïteiten
Rabobank
27-sep-05
2.200.000
25 Lineair
-179.800
5,50%
233.455
233.455
0
0
0 Aflossingsvrij
variabel
2.200.000
2.200.000
0
0
0
16.645.585
159.628.364
120.044.440
Totaal Kredietinstellingen
152.382.260
23.891.688
0 Waarborgfonds
9 Jaarlijks linear
249.579 Waarborgfonds 0 Gem. garantie Vlw Geen 8.867.865
Overige langlopende schulden Stg. Steun a/d Kimme
1-jan-99
158.823
20 Onderhands
0,00%
63.529
7.941
55.588
15.883
7 Linear
7.941 Geen
COTG
1-jan-94
317.646
25 Hypothecair
0,15%
101.645
12.706
88.939
25.409
7 Linear
12.706 Geen
Steunfonds
1-jan-03
1.000.000
4,00%
700.000
220.000
480.000
0
240.647
624.527
41.292
1.039.765
320.795
718.970
0
2 Annuïteiten
onbepaald Geldlening
Totaal overige langlopende schulden
865.174
0
0 Annuïteiten
0 Geen 20.647
Financial Lease Woonzorg Nederland
1-jan-72
1.218.907
4 Rentevast
5,25%
Woonzorg Nederland
1-jan-75
Eigen haard
1-jan-72
Ymere
1-jan-70
3.383.154
Timanshof
31-dec-10
250.046
9 Financial lease
Woonzorg Nederland
31-dec-12
2.848.992
431.571
1 Rentevast
5,25%
110.575
110.575
0
0
0 Annuïteiten
0 Geen
10.196.536
45 Rentevast
5,25%
5.179.231
870.270
4.308.961
0
4 Annuïteiten
947.940 Geen
50 Rentevast
5,25%
3.093.213
265.867
2.827.346
1.201.931
8 Annuïteiten
284.182 Geen
5,25%
236.092
22.292
213.800
93.185
7 Annuïteiten
35 Financial lease
5,25%
0
260.773
2.588.218
1.226.594
33 Linear
272.325 Geen
Bethesda
31-dec-10
Leveste
31-dec-10
14.125.411
50 Huurcontract
5,25%
6.082.471
240.197
5.842.274
4.617.417
22 Annuïteiten
241.681 Geen
11.521.098
50 Huurcontract
5,25%
5.118.745
197.706
4.921.039
3.956.752
33 Annuïteiten
Woonzorg Nederland
196.199 Geen
31-dec-10
4.207.046
48 Huurcontract
5,25%
2.848.991
2.848.991
0
0
0 Annuïteiten
Parkheem
0 Geen
1-nov-12
11.871.255
30 Linear
4,21%
0
11.870.278
65.952
10.189.475
30 Annuïteiten
395.712 Geen
23.709.083
14.719.269
5.203.418
176.956.517
38.610.957
22.089.650
Totaal Financial Lease Totaal
2.848.991
11.804.326 0 33.224.934 193.477.825
346.083 Geen
24.123 Geen
21.285.354
2.708.245
141.371.086
11.596.756
* Voor ABN/AMRO bank leningen geldt tevens een negatieve hypotheekverklaing en een pari passuverklaring.
108 Espria Jaarrekening 2012
Financieel
109
5.1.9 Toelichting op de geconsolideerde resultatenrekening 5.1.9.1 Gesegmenteerde resultatenrekening Verpleging en Verzorging
in € Segment
Gehandicaptenzorg 2012
Psychiatrie
2012
2011
2011
505.696.635
468.988.449
55.400.870
49.946.334
Jeugdgezondheidszorg
2012
2011
2012
149.279.278
144.271.183
Kraamzorg
2011
2012
Kinderopvang
2011
2012
Ledenservice
2011
2012
Overig
2011
2012
Totaal 2011
2012
2011
710.376.783
663.205.965
Bedrijfsopbrengsten Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten Niet gebudgetteerde zorgprestaties
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
15.056.083
12.557.476
3.582.953
4.364.142
3.882.653
1.788.039
2.511.079
2.952.852
39.317.696
37.676.143
7.046.087
8.007.859
0
0
0
0
71.396.551
67.346.510
Subsidies
3.485.521
4.997.272
151.445
273.766
1.874.041
2.114.261
17.975.092
16.636.630
227.840
460.420
18.600
6.290
0
0
0
0
23.732.540
24.488.639
Overige bedrijfsopbrengsten
2.420.725
7.652.679
235.265
165.544
3.768.436
6.505.092
0
943.559
-155.253
142.836
31.681
36.762
7.541.619
7.504.872
18.493.263
4.449.014
32.335.737
27.400.357
526.658.965
494.195.875
59.370.534
54.749.786
158.804.408
154.678.575
20.486.171
20.533.041
39.390.283
38.279.399
7.096.368
8.050.911
7.541.619
7.504.872
18.493.263
4.449.014
837.841.611
782.441.471
404.037.702
393.636.958
37.087.112
35.261.026
121.261.781
118.819.154
14.373.486
14.295.717
35.104.164
33.985.746
5.317.440
5.823.774
2.468.719
2.365.286
7.061.593
2.739.409
626.711.997
606.927.069
14.153.951
16.374.948
3.697.762
3.593.756
10.396.691
8.209.175
21.000
19.040
261.169
206.072
575.056
377.964
194
2.322
421.427
529.331
29.527.250
29.312.609
Som der bedrijfsopbrengsten Bedrijfslasten Personeelskosten Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa
5.059.026
2.182.066
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
-701.095
1.600.000
4.357.931
3.782.066
Overige bedrijfskosten
Bijzondere waardeverminderingen van vaste activa
83.656.680
71.869.927
14.248.746
14.106.424
22.409.027
21.178.974
5.586.693
5.942.435
3.190.138
3.418.314
1.554.812
1.770.843
4.553.783
4.866.287
8.428.114
-169.787
143.627.994
122.983.418
Som der bedrijfslasten
506.907.360
484.063.899
55.033.619
52.961.206
154.067.500
148.207.303
19.981.179
20.257.193
38.555.471
37.610.132
7.447.308
7.972.581
7.022.696
7.233.895
15.210.039
4.698.953
804.225.172
763.005.162
Bedrijfsresultaat
19.751.605
10.131.976
4.336.915
1.788.580
4.736.908
6.471.272
504.992
275.848
834.812
669.267
-350.940
78.330
518.923
270.977
3.283.224
-249.939
33.616.440
19.436.309
Financiële baten en lasten
-1.307.475
1.943.678
-1.572.589
-1.605.362
-3.391.411
-3.597.315
41.544
35.424
35.935
20.940
-50.074
-58.351
102.378
104.878
-143.533
-234.166
-6.285.225
-3.390.274
Resultaat uit gewone bedrijfsvoering
18.444.130
12.075.654
2.764.326
183.219
1.345.497
2.873.957
546.536
311.272
870.747
690.207
-401.014
19.979
621.301
375.855
3.139.691
-484.105
27.331.215
16.046.035
Resultaat boekjaar
18.444.130
12.075.654
2.764.326
183.219
1.345.497
2.873.957
546.536
311.272
870.747
690.207
-401.014
19.979
621.301
375.855
3.139.691
-484.105
27.331.215
16.046.035
16.050.178
12.075.654
2.764.326
183.219
1.345.497
2.790.926
546.536
311.272
0
0
0
0
0
0
0
0
20.706.537
15.361.071
2.393.953
0
0
0
0
83.031
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
2.393.953
83.031
Resultaatbestemming Het resultaat is als volgt verdeeld Toevoeging/(onttrekking): Collectief gefinancierd gebonden vermogen: Reserve aanvaardbare kosten Bestemmingsreserves Niet-collectief gefinancierd vrij vermogen: Algemene reserves
0
0
0
0
0
0
0
0
870.747
690.207
-401.014
19.979
0
0
3.139.691
-484.105
3.609.424
226.081
Bestemmingsreserves
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
621.301
375.855
0
0
621.301
375.855
18.444.131
12.075.654
2.764.326
183.219
1.345.497
2.873.957
546.536
311.272
870.747
690.207
-401.014
19.979
621.301
375.855
3.139.691
-484.105
27.331.215
16.046.037
110 Espria Jaarrekening 2012
Financieel
111
15. Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten
17. Subsidies 2012
in € Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten voorgaand jaar Productieafspraken verslagjaar
2011 663.205.966
648.202.371
21.684.081
10.639.310
Overheidsbijdrage in de arbeidskostenontwikkeling
6.085.063
3.869.408
Prijsindexatie materiële kosten
1.269.805
630.436
Groei normatieve kapitaalslasten
2.032.808
2012
in €
Rijkssubsidies vanwege het Ministerie van VWS (waaronder opleidingsfonds) Subsidies vanwege Provincies en gemeenten (exclusief Wmo-huishoudelijke hulp; inclusief overige Wmoprestaties zoals maatschappelijke en vrouwenopvang, verslavingszorg, OGGZ)
2.798.983
2.163.566
18.485.303
17.762.443
2.448.253
4.562.630
23.732.540
24.488.639
Overige subsidies, waaronder loonkostensubsidies en EU-subsidies
-631.680
Totaal
9.387.675
2011
De specificatie is als volgt:
3.868.164
Uitbreiding erkenning en toelating:
-- normatieve kapitaalslasten
353
47.029 353
47.029
Beleidsmaatregelen overheid:
-- generieke budgetkortingen -- intensiveringsmiddelen
0
-650.000
10.876.875
-279.551
18. Toelichting overige bedrijfsopbrengsten
10.876.875
-929.551
Nacalculeerbare kapitaalslasten:
-- rente -- afschrijvingen -- overige
-135.891
1.710.518
-152.524
-3.759.398
1.377.674
2.838.982
Toelichting De daling van de overige subsidies wordt hoofdzakelijk verklaard door het stopzetten van activiteiten van Icare met
2012
2011
Contributies
7.949.726
7.384.814
Verhuur
5.380.759
4.791.959
Overige
19.005.252
15.223.584
Totaal
32.335.737
27.400.357
in € De specificatie is als volgt:
1.089.259
790.102
betrekking tot G&P en daarmee het beëindigen van de hiermee samenhangende subsidies.
Toelichting De overige bedrijfsopbrengsten zijn gestegen door een toe name van de omzet bij Icare inzake de clïentgebonden diensten en een hogere opbrengst van de ledenservice.
Overige mutaties:
-- Overige mutaties
2.765.558
Subtotaal wettelijk budget boekjaar Correcties voorgaande boekjaren Correcties voorgaande boekjaren intensiveringsmiddelen Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten
163.475 2.765.558
163.475
709.009.765
662.780.900
3.165.338
425.066
-1.798.319
0
710.376.783
663.205.966
Lasten 19. Personeelskosten in €
2012
2011
De specificatie is als volgt:
Toelichting De stijging van de productieafspraken in het verslagjaar wordt grotendeels verklaard door de invoering van de NHC en een toename van de intramurale productie.
Lonen en salarissen
Baten
458.836.051
446.931.648
Sociale lasten
60.964.378
57.858.723
Pensioenpremies
38.428.964
36.905.863
Andere personeelskosten
33.121.951
28.019.976
591.351.344
569.716.210
35.360.653
37.210.859
626.711.997
606.927.069
7.453
7.318
800
791
1.956
2.002
Subtotaal Personeel niet in loondienst
16. Niet-gebudgetteerde zorgprestaties
Totaal personeelskosten 2012
in €
2011
Specificatie gemiddeld aantal personeelsleden (in FTE's) per segment:
De specificatie is als volgt:
Verpleging en Verzorging
Eigen bijdragen en betalingen cliënten voor niet-verzekerde zorg en opbrengsten uit aanvullende zorgverzekering
1.326.371
1.357.321
Persoonsgebonden en -volgende budgetten
7.412.453
5.618.784
40.852.544
40.801.231
1.903.461
1.960.628
Overige niet-gebudgetteerde zorgprestaties
19.901.722
17.608.546
Totaal
71.396.551
67.346.511
Opbrengsten uit hoofde van niet-gebudgetteerde Zvw/AWBZ-zorg (waaronder kraamzorg) Opbrengsten uit Wmo-prestaties op het gebied van huishoudelijke hulp (inclusief onderaanneming)
Gehandicaptenzorg Psychiatrie Jeugdgezondheidszorg
251
244
Kraamzorg
738
708
Kinderopvang
135
156
Ledenservice
48
43
Overig
58
45
11.439
11.307
Gemiddeld aantal personeelsleden op basis van full-time eenheden
Toelichting Vanwege de overname van activiteiten van Kinderman Zorggroep B.V. en Profzorg B.V. door PartiCura is er op groepsniveau sprake van een toename van de omzet uit persoonsgebonden
112 Espria Jaarrekening 2012
en -volgende budgetten. Als gevolg van een presentatie wijziging ten opzichte van 2011 is er sprake van een toename van de overige niet gebudgetteerde zorgprestaties.
Toelichting De stijging van de personeelskosten hangt samen met een lichte verhoging van het productievolume in 2012. Daarnaast is, naast de reguliere indexatie, de eindejaarsuitkering met
1% verhoogd. De reorganisatie bij GGZ Drenthe heeft geleid tot minder personeelsinzet Psychiatrie. Ook nam het aantal FTE kinderopvang af door omzetafname in deze sector.
Financieel
113
22. Overige bedrijfskosten
20. Afschrijvingen vaste activa 2012
in €
2011
in €
2012
2011
De specificatie is als volgt:
De specificatie is als volgt: Nacalculeerbare afschrijvingen:
-- materiële vaste activa
8.067.547
10.643.903
Overige afschrijvingen:
-- immateriële vaste activa -- materiële vaste activa -- financiële vaste activa -- extra afschrijvingen als gevolg van aanpassing levensduur Totaal afschrijvingen
493.686
150.246
20.283.917
17.087.685
682.101
0
0
1.430.775
29.527.250
Toelichting De nacalculeerbare afschrijvingen betreffen de afschrijvingen over de WTZi-vergunningsplichtige activa exclusief eventueel te declareren trekkingsrechten. De vergelijkbare cijfers zijn hiervoor aangepast.
29.312.609
In 2011 heeft bij enkele organisatieonderdelen versnelde afschrijving plaatsgevonden waarvan nog vergoeding in het wettelijk budget werd verkregen. Om die reden lagen de nacalculeerbare afschrijvingen in 2011 hoger.
Totaal afschrijvingslasten resultatenrekening
30.282.361
54.609.918
41.005.719
Cliënt- en bewonersgebonden kosten
10.734.859
10.761.091
9.496.467
2.348.631
4.023.938
4.069.990
4.777.292
4.986.166
Onderhoud en energiekosten:
-- Onderhoud -- Energie gas -- Energie stroom -- Energie transport en overig
681.833
1.011.295
Subtotaal
18.979.529
12.416.082
Huur en leasing
28.946.003
27.592.601
-384.622
925.564
143.627.994
122.983.418
Totaal overige bedrijfskosten
2012 29.527.250
-- waarvan nacalculeerbare afschrijvingen
30.742.307
Algemene kosten
Dotaties en vrijval voorzieningen
Aansluiting afschrijvingen resultatenrekening - vergoeding nacalculeerbare afschrijvingslasten in €
Voedingsmiddelen en hotelmatige kosten
8.067.547
In het externe budget verwerkte vergoeding voor nacalculeerbare afschrijvingslasten:
-- WTZi-vergunningplichtige vaste activa -- WTZi-meldingsplichtige vaste activa -- WMG-gefinancierde vaste activa -- Kleinschalige Woonvoorzieningen
8.067.547
Totaal vergoeding nacalculeerbare afschrijvingslasten
8.067.547
Toelichting De onderhoudskosten waren ultimo 2011 incidenteel laag als gevolg van de vrijval van de onderhoudsvoorziening ad. € 7,6 miljoen. De omvang van de onderhoudskosten ligt ultimo 2012 weer op het niveau 2010. De stijging van de algemene kosten wordt verklaard door per saldo hogere dotatie aan overige voorzieningen in 2012. Daarnaast is er sprake van een algemene kostenstijging als gevolg van een toename van de omzet.
0 0 0
Aanschafwaarde desbetreffende vaste activa
272.780.083
Cumulatieve afschrijvingslasten desbetreffende vaste activa
-86.791.437
Cumulatieve vergoedingen voor nacalculeerbare afschrijvingslasten desbetreffende vaste activa
-86.791.437
23. Financiële baten en lasten in €
Financiële baten Rentebaten
Rentelasten Vennootschapsbelasting
Bijzondere waardeverminderingen WTZi
3.687.228
1.903.565
Bijzondere waardeverminderingen niet-WTZi
3.055.703
1.878.501
-1.685.000
0
-700.000
0
4.357.931
3.782.066
Terugneming bijzondere waardeverminderingen niet-WTZi Totaal
Toelichting Als gevolg van de waardering op basis van bedrijfseconomische grondslagen zijn ultimo 2012 bedrijfswaardeberekeningen uitgevoerd. Voor zover sprake is van lager realiseerbare waarde dan de boekwaarde, zijn bijzondere waardeverminderingen in het resultaat verwerkt.
114 Espria Jaarrekening 2012
2.692.212
74
72.615
-28.926
3.487.491
2.256.767
6.252.318
8.458.835
9.588.957
83.158
53.636
8.541.993
9.642.593
-6.285.226
-3.390.274
Financiële lasten
2011
De specificatie is als volgt:
Terugneming bijzondere waardeverminderingen WTZi
2.285.619
Resultaat deelnemingen
Subtotaal financiële baten 2012
in €
2011
De specificatie is als volgt:
Overige opbrengsten financiële vaste activa en effecten
21. Bijzondere waardeverminderingen van vaste activa
2012
Voor een nadere toelichting op onder andere de gehanteerde uitgangspunten wordt verwezen naar de grondslagen voor waardering en resultaatbepaling. ( 5.1.4)
Subtotaal financiële lasten Totaal financiële baten en lasten
Toelichting De daling van de financiële baten wordt verklaard doordat in 2011 een boekwinst is gerealiseerd op de verkoop van het belang in Tinteltuin B.V. ten bedrage van € 3.586.000.
Financieel
115
25. Bezoldiging bestuurders en toezichthouders • Welk bestuursmodel is van toepassing op uw organisatie? Eindverantwoordelijke raad van bestuur met Raad van Commissarissen. • Wat is de samenstelling van het bestuur of de directie? Driehoofdig met voorzitter. Naam
Naam
M.W. Meerdink
1 Vanaf welke datum is de persoon als bestuurder werkzaam in uw organisatie? 2 Maakt de persoon op dit moment nog steeds deel uit van het bestuur?
De bezoldiging van de leden van de raad van commissarissen van Stichting Espria over het jaar 2012 is als volgt:
De bezoldiging van de bestuurders en gewezen bestuurders van stichting Espria over het jaar 2012 is als volgt:
J.L. Kauffeld
01-02-10 ja
A.Th.J.M. Zuure
01-12-94 ja
1
08-04-08
E.S. van der Haar
2
01-10-81
ja
3 Tot welke datum was de persoon als bestuurder werkzaam in uw organisatie?
nee
ja
nee
nee
nee
5 Zo ja: hoeveel maanden is de persoon voorzitter geweest in het verslagjaar?
12
0
0
0
2
1
(1)
1
7 Welke salarisregeling is toegepast?
6
2
(1)
2
100%
100%
(1)
100%
260.205
215.307
(1)
234.533
a. Waarvan: verkoop verlofuren
0
0
(1)
0
b. Waarvan: nabetalingen voorgaande jaren
0
0
(1)
3.058
3.300
3.300
(1)
3.000
8 Wat is de deeltijdfactor? (percentage) 9 Bruto-inkomen, incl. vakantiegeld, eindejaarsuitkering, salaris en andere vaste toelagen
10 Bruto-onkostenvergoeding 11 Werkgeversbijdrage sociale lasten
8.453
8.453
(1)
8.453
30.028
24.729
(1)
26.489
13 Ontslagvergoeding
0
0
(1)
0
14 Bonussen
0
0
(1)
0
301.986
251.789
(1)
272.475
65.592
70.892
(1)
49.873
0
0
(1)
0
-- Stichting Espria -- Stichting Woonzorg Nederland
150.993
125.895
272.475
150.993
125.895
0
Totaal
301.986
251.789
272.475
12 Werkgeversbijdrage pensioen, VUT, FPU
15 Totaal inkomen (9 t/m 14, excl. 9a en b)3 16 Cataloguswaarde auto van de zaak 17 Eigen bijdrage auto van de zaak Het totaal inkomen (zie regel 15) is ten laste van de exploitatie van de volgende stichtingen verantwoord:
1 De heer Zuure is statutair-bestuurder van Stichting Espria. Hij heeft echter een arbeidsrechtelijke relatie met Stichting Woonzorg Nederland. De bezoldiging van deze bestuurder wordt in de jaarrekening van Stichting Woonzorg Nederland vermeld. 2 De heer Van der Haar was tot 8 april 2008 bestuurder van Stichting Evean Groep, de rechtsvoorganger van Stichting Espria. Nadien is hij directeur van dochtermaatschappij Stichting GGZ Drenthe. Hij is geen statutair-bestuurder van Stichting Espria. 3 Als gevolg van de samenwerking middels een personele unie worden de kosten van de leden raad van bestuur verrekend tussen Stichting Woonzorg Nederland en Stichting Espria. Onder de bovenstaande tabel is zichtbaar gemaakt welke kosten in welke exploitatie zijn verantwoord.
Toelichting De samenwerking tussen Stichting Espria en Stichting Woonzorg Nederland is tot stand gekomen middels een personele unie raad van bestuur en raad van commissarissen. De bestuurders Meerdink, Kauffeld en Zuure zijn in 2012 eveneens statutair-bestuurder van Stichting Woonzorg Nederland geweest. Als gevolg van de samenwerking met Stichting Espria middels een personele unie worden de kosten van de leden raad van bestuur verrekend. Het effect voor de exploitatie van Stichting Espria is als volgt: • De bezoldiging van de heren Meerdink en Kauffeld is voor
116 Espria Jaarrekening 2012
Bezoldiging (in €)
M.J. van Rijn
voorzitter (tot 2 november 2012)
12.375
L. Geut
vice-voorzitter
10.000
B.E. Baarsma
lid
11.000
H.J. van den Bosch
lid
9.2051
B. Fransen
lid
11.000
H.M. Prast
lid (tot 11 oktober 2012)
9.167
H.M. Vletter-van Dort
lid (tot 1 maart 2012)
1.667
08-04-08
4 Is de persoon in het verslagjaar voorzitter van het bestuur geweest?
6 Wat is de aard van de (arbeids)overeenkomst?
Functie
het volgende bedrag doorbelast aan Stichting Woonzorg Nederland (brutoloon incl. opslag) €319.425 • Vanuit Stichting Woonzorg Nederland zijn de volgende kosten van bezoldiging van de heer Zuure aan Stichting Espria doorbelast (brutoloon incl. opslag) €146.723
1 Inclusief btw is dit bedrag € 11.000.
Toelichting De samenwerking tussen Stichting Espria en Stichting Woonzorg Nederland is tot stand gekomen middels een personele unie raad van bestuur en raad van commissarissen. Bovengenoemde toezichthouders zijn in 2012 eveneens toezichthouder van Stichting Woonzorg Nederland geweest. In bovenstaand overzicht is de bezoldiging van de raad van commissarissen vermeld voor Stichting Espria. Voor de bezoldiging van de raad van commissarissen van Stichting Woonzorg Nederland wordt verwezen naar de jaarrekening van Stichting Woonzorg Nederland. 26. Wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens (Wopt) De Wopt-regelgeving is over 2012 niet meer verplicht. Voor boekjaar 2012 heeft Espria voor haar bestuurders de bedragen op basis van de Wopt-definitie ook vermeld in de toelichting onder punt 25. 27. Honoraria accountant in €
2012
2011
De honoraria van de accountant over 2012 zijn als volgt: 1. Controle van de jaarrekening
746.920
584.566
2. Overige controlewerkzaamheden ( w.o. Regeling AO/IC en Nacalculatie )
114.829
217.388
3. Fiscale advisering 4. Niet controlediensten Totaal honoraria accountant
0
1.553
94.042
80.221
955.791
883.728
De opslag op het brutoloon betreft een vergoeding voor werkgeverslasten, vakantiegeld, reiskosten en overige personeelskosten. De totale bezoldiging in 2012 op basis van de Wopt-definitie bedraagt voor de heer Meerdink € 310.186, voor de heer Kauffeld € 259.383 en voor de heer Van der Haar € 276.304.
Financieel
117
5.2 Enkelvoudige jaarrekening 2012
5.2.3 Grondslagen van waardering en resultaatbepaling enkelvoudig Groepsverhoudingen Stichting Espria staat aan het hoofd van de Espria groep.
5.2.1 Enkelvoudige balans per 31 december (na resultaatbestemming) Ref.
in €
31 december 2012
31 december 2011
Activa Vaste activa Financiële vaste activa
3
Totaal vaste activa
3.459.281
2.588.461
3.459.281
2.588.461
Vlottende activa Vorderingen en overlopende activa
6
284.864
192.663
Liquide middelen
9
5.093.821
2.885.150
Totaal vlottende activa
5.378.685
3.077.812
Totaal activa
8.837.966
5.666.274
Grondslagen voor het opstellen van de jaarrekening De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de wettelijke bepaling van Titel 9 Burgerlijk Wetboek, de regeling verslaggeving WTZi en de stellige uitspraken van Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving, uitgegeven door de Raad van Jaarverslaggeving.
Het jaarrekeningmodel is in euro’s opgesteld. De grondslagen van waardering en van resultaatbepaling voor de enkelvoudige jaarrekening en de geconsolideerde jaarrekening zijn gelijk. Deelnemingen in groepsmaatschappijen worden gewaardeerd volgens de nettovermogenswaarde in overeenstemming met paragraaf Financïele vaste activa uit hoofdstuk 5.1.4 van de geconsolideerde jaarrekening. Voor de grondslagen van de waardering van activa en passiva en voor de bepaling van het resultaat wordt ook verwezen naar hoofdstuk 5.1.4.
5.2.4 Toelichting op de enkelvoudige balans per 31 december Activa 3. Financiële vaste activa
Passiva Eigen vermogen
31 december 2012
in €
10
Collectief gefinancierd gebonden vermogen
2.357.391
0
Niet-collectief gefinancierd vrij vermogen
3.838.489
2.970.422
Totaal eigen vermogen
6.195.880
2.970.422
Deelnemingen in groepsmaatschappijen
3.459.281
2.588.461
Totaal financiële vaste activa
3.459.281
2.588.461
Kortlopende schulden Kortlopende schulden en overlopende passiva
13
Totaal passiva
2.642.086
2.695.852
8.837.966
5.666.274
31 december 2011
De specificatie is als volgt:
Deelnemingen in groepsmaatschappijen
Het verloop van de financiële vaste activa is als volgt: Stand per 1 januari
Totaal
2.588.461
2.588.461
870.819
870.819
3.459.281
3.459.281
Cumulatieve aanschafwaarde
3.459.281
3.459.281
Boekwaarde per 31 december 2012
3.459.281
3.459.281
Mutaties Resultaat deelnemingen Totaal
5.2.2 Enkelvoudige resultatenrekening Ref.
in €
2012
Stand per 31 december 2012
2011
Bedrijfsopbrengsten Overige bedrijfsopbrengsten
18
Som der bedrijfsopbrengsten
15.001.837
7.371.802
15.001.837
7.371.802
Bedrijfslasten
Toelichting Espria heeft een deelneming van 100% in De Kraamvogel Holding B.V. en 51% in Evean Services B.V.
Personeelskosten
19
4.409.989
4.013.775
Overige bedrijfskosten
22
8.286.153
3.326.242
12.696.142
7.340.017
2.305.695
31.785
919.763
1.642.535
Rechtstreekse kapitaalbelangen>=20%:
3.225.458
1.674.320
Kraamvogel Holding B.V.
deelneming
100%
3.699.228
870.746
Evean Services B.V.
deelneming
51%
5.313
74
3.704.541
870.820
Som der bedrijfslasten
Toelichting op belangen in andere rechtspersonen of vennootschappen: Naam en rechtsvorm en woonplaats rechtspersoon
Bedrijfsresultaat Financiële baten en lasten
23
Resultaat uit gewone bedrijfsvoering Resultaat boekjaar
3.225.458
Kernactiviteit
Kapitaalbe-lang (in %)
Eigen vermogen (in €)
Resultaat (in €)
1.674.320 Totaal
Resultaatbestemming Het resultaat is als volgt verdeeld: Toevoeging/(onttrekking)
6. Vorderingen en overlopende activa
Collectief gefinancierd gebonden vermogen Reserve aanvaardbare kosten Bestemmingsreserves
-36.562
36.693
2.393.953
0
868.067
1.637.627
3.225.458
1.674.320
Niet-collectief gefinancierd vrij vermogen Algemene reserves
118 Espria Jaarrekening 2012
in €
31 december 2012
31 december 2011
De specificatie is als volgt: Nog te ontvangen bedragen
284.864
192.663
Totaal vorderingen en overlopende activa
284.864
192.663
Financieel
119
9. Liquide middelen 31 december 2012 31 december 2011
in €
5.2.5 Toelichting op de enkelvoudige resultatenrekening Baten
Toelichting De liquide middelen zijn direct opeisbaar.
De specificatie is als volgt: Banken
5.093.821
Totale liquide middelen
5.093.821
18. Toelichting overige bedrijfsopbrengsten
2.885.150
in €
2012
2011
De specificatie is als volgt:
2.885.150
Passiva
Overige
15.001.837
7.371.802
Totaal
15.001.837
7.371.802
Toelichting Onder overige opbrengsten zijn opgenomen de doorbelastingen van gemaakte concern-kosten en vanaf 2012 de vergoeding voor innovatieprojecten.
10. Eigen vermogen 31 december 2012
in €
31 december 2011
Het eigen vermogen bestaat uit de volgende componenten:
19. Personeelskosten 2012
2011
Personeel niet in loondienst
4.409.989
4.013.775
Totaal
4.409.989
4.013.775
in €
Collectief gefinancierd gebonden vermogen
2.357.391
0
Niet-collectief gefinancierd vrij vermogen
3.838.489
2.970.422
Totaal eigen vermogen
6.195.880
2.970.422
Saldo per 31 december 2011
Resultaat bestemming
Toelichting Er is geen personeel in dienst bij Stichting Espria.
De specificatie is als volgt:
Saldo per 31 december 2012
Collectief gefinancierd gebonden vermogen
22. Overige bedrijfskosten
Het verloop is als volgt weer te geven: Reserve aanvaardbare kosten
0
-36.562
-36.562
Bestemmingsreserves
0
2.393.953
2.393.953
Totaal
0
2.357.391
2.357.391
in €
2012
2011
De specificatie is als volgt: Algemene kosten
8.286.153
3.286.088
Onderhoud en energiekosten:
Niet-collectief gefinancierd vrij vermogen
- Energie transport en overig
0
18.387
Het verloop is als volgt weer te geven:
Huur en leasing
0
21.767
8.286.153
3.326.242
Algemene reserves
0
868.067
868.067
Bestemmingsreserves
2.970.422
0
2.970.422
Totaal
2.970.422
868.067
3.838.489
Totaal overige bedrijfskosten
Toelichting In 2012 zijn innovatieprojecten door de bedrijfsonderdelen uitgevoerd en gedeclareerd voor in totaal € 5,1 miljoen.
13. Kortlopende schulden en overlopende passiva 31 december 2012
in €
31 december 2011
De specificatie is als volgt:
23. Financiële baten en lasten in €
Crediteuren Belastingen en sociale premies Nog te betalen salarissen Kortlopende schulden groepsmaatschappijen Nog te betalen kosten Totaal kortlopende schulden en overlopende passiva
165.402
183.002
14.933
-3.144
0
895
1.784.643
1.864.988
677.107
650.112
2.642.086
2.695.852
2012
2011
De specificatie is als volgt: Financiële baten Rentebaten
48.944
77.234
870.819
631.598
0
1.003.225
919.763
1.712.057
Rentelasten
0
69.522
Subtotaal financiële lasten
0
69.522
919.763
1.642.535
Resultaat deelnemingen Overige opbrengsten financiële vaste activa en effecten Subtotaal financiële baten Financiële lasten
14. Niet in de balans opgenomen activa en verplichtingen Stichting Espria heeft langlopende verplichtingen afgesloten voor alle Xerox-/Ricoh-machines, leaseauto’s en verzekeringen ter waarde van ruim € 1,4 miljoen. Het aantal leaseauto’s is in 2012 afgenomen.
120 Espria Jaarrekening 2012
Totaal financiële baten en lasten
Toelichting In 2011 is de boekwinst van de verkoop van Tinteltuin BV verantwoord onder overige opbrengsten financiële vaste activa en effecten.
Financieel
121
25. Bezoldiging bestuurders en toezichthouders De bezoldiging bestuurders en gewezen bestuurders over het jaar 2012 is opgenomen in de geconsolideerde jaarrekening van Stichting Espria. 26. Wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancier de topinkomens (Wopt) De bezoldiging van de functionarissen die over 2012 in het kader van de Wopt verantwoord worden zijn opgenomen in de geconsolideerde jaarrekening van Stichting Espria. 27. Honoraria accountant De honoraria van de accountant die over 2012 in de jaarrekening zijn verantwoord zijn opgenomen in de geconsolideerde jaarrekening van Stichting Espria.
5.3 Overige gegevens 5.3.1 Vaststelling en goedkeuring jaarrekening De raad van bestuur van Espria heeft de jaarrekening 2012 vastgesteld in de vergadering van 28 mei 2013 te Amstelveen.
Aan: de Raad van Bestuur en Raad van Commissarissen van Stichting Espria
De raad van commissarissen van Espria heeft de jaarrekening 2012 goedgekeurd in de vergadering van 28 mei 2013 te Amstelveen.
Verklaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de in dit verslag opgenomen jaarrekening 2012 van Stichting Espria te Meppel gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de geconsolideerde en enkelvoudige balans per 31 december 2012 en de geconsolideerde en enkelvoudige winst-en-verliesrekening over 2012 en de toelichting, waarin zijn opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen.
5.3.2 Statutaire regeling resultaatbestemming In de statuten is bepaald, conform artikel 4, dat het behaalde resultaat ter vrije beschikking staat van Espria. 5.3.3 Resultaatbestemming Het resultaat wordt verwerkt volgens de resultaatverdeling in de resultatenrekening. 5.3.4 Gebeurtenissen na balansdatum Er zijn geen gebeurtenissen na balansdatum die van invloed zijn op de jaarrekening 2012. 5.3.5 Ondertekening door bestuurders en toezichthouders De ondertekening van de jaarrekening en daarmee de vast stelling en goedkeuring door de raad van bestuur respectievelijk de raad van commissarissen heeft op 28 mei 2013 te Amstelveen plaatsgevonden. Origineel getekend door raad van bestuur M.W. Meerdink, voorzitter A.Th.J.M. Zuure J.L. Kauffeld T.T.M. van Grinsven Orgineel getekend door raad van commissarissen H.C.P. Noten, voorzitter P.A.M. Loven L. Geut B.E. Baarsma B. Fransen
122 Espria Jaarrekening 2012
5.3.6 Controleverklaring van de onafhankelijke accountant
Verantwoordelijkheid van de Raad van Bestuur De Raad van Bestuur van de stichting is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en het resultaat getrouw dient weer te geven, alsmede voor het opstellen van het jaarverslag, beide in overeenstemming met de Regeling verslaggeving WTZi. De Raad van Bestuur is tevens verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als zij noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten.
Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controleinformatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden. Oordeel Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van Stichting Espria per 31 december 2012 en van het resultaat over 2012 in overeenstemming met de Regeling verslaggeving WTZi. Verklaring betreffende overige bij of krachtens de wet gestelde eisen Verder vermelden wij dat het jaarverslag, voor zover wij dit kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening. Eindhoven, 28 mei 2013 PricewaterhouseCoopers Accountants N.V.
Origineel getekend door M.A. Spaans–den Heijer RA
Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden en het Controleprotocol Jaarverantwoording zorginstellingen 2012. Dit vereist dat wij voldoen aan de voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico’s dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten. Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risicoinschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van de stichting. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en van de redelijkheid van de door de Raad van Bestuur van de stichting gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening.
‘PwC’ is het merk waaronder PricewaterhouseCoopers Accountants N.V. (KvK 34180285), PricewaterhouseCoopers Belastingadviseurs N.V. (KvK 34180284), PricewaterhouseCoopers Advisory N.V. (KvK 34180287), PricewaterhouseCoopers Compliance Services B.V. (KvK 51414406), PricewaterhouseCoopers B.V. (KvK 34180289) en andere vennootschappen handelen en diensten verlenen. Op deze diensten zijn algemene voorwaarden van toepassing, waarin onder meer aansprakelijkheidsvoorwaarden zijn opgenomen. Op leveringen aan deze vennootschappen zijn algemene inkoopvoorwaarden van toepassing. Op www.pwc.nl treft u meer informatie over deze vennootschappen, waaronder deze algemene (inkoop)voorwaarden die ook zijn gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel te Amsterdam.
Financieel
123
Bijlagen
Kerngegevens Geestelijke Gezondheidszorg (GGZ)
Cliënten
2012
2011
2010
Aantal/bedrag
Aantal/bedrag
Aantal/bedrag
Totaal aantal patiënten/cliënten in zorg/behandeling in verslagjaar
37.149
28.110
16.893
Aantal patiënten/cliënten in zorg/behandeling op 31 december van verslagjaar
27.307
28.110
16.893
427
429
638
908
908
996
Aantal in verslagjaar geopende DBC's
18.561
23.009
21.501
Aantal in verslagjaar gesloten DBC's
20.139
23.373
23.154
152.196
153.976
144.653
16.237
16.062
18.814
Totaal aantal ggz personeelsleden in loondienst op 31 december van het verslagjaar
2.619
2.588
2.361
Totaal aantal Fte in loondienst einde verslagjaar
1.986
1.975
1.800
Totaal bedrijfsopbrengsten
159
156
152
Waarvan wettelijk budget
Waarvan Zorg Zwaarte Pakket (ZZP)-patiënten/cliënten in zorg/behandeling op 31 december van verslagjaar Capaciteit
Bijlage 1
Het aantal bedden/plaatsen dat beschikbaar is voor dagelijkse planning van opnames, verblijf of voor dagbehandeling Productie Zorgverzekeringswet
Kerngegevens Kerngegevens Verpleging, Verzorging en Thuiszorg (VVT)
Cliënten per einde verslagjaar Aantal cliënten in instelling op basis van een zzp
2012
2011
2010
Aantal/bedrag
Aantal/bedrag
Aantal/bedrag
3.319
3.366
3.382
108
0
0
23.648
24.211
22.717
Aantal cliënten met verblijf op basis van volledig pakket thuis (VPT) Aantal extramurale cliënten (inclusief cliënten met begeleiding of dagbesteding (op basis van de functies BGI en/of BGG) voor zover niet opgenomen in een instelling)
Productie AWBZ Aantal ZZP-dagen met verblijfszorg exclusief forensische zorg in justitieel kader Aantal geleverde dagdelen dagactiviteiten in verslagjaar Personeel GGZ
Bedrijfsopbrengsten (in € miljoen)
Capaciteit Aantal beschikbare bedden/plaatsen met verblijfszorg per einde verslagjaar, inclusief vroegere gezinsvervangende tehuizen
3.561
3.562
3.573
Productie Aantal dagen zorg met verblijf Aantal dagen zorg op basis van volledig pakket thuis (VPT) Aantal dagdelen dagbesteding (op basis van de functie Begeleiding in groepsverband (BGG) (zie toelichting) Aantal uren extramurale productie (exclusief dagbesteding op basis van de functie Begeleiding in groepsverband (BGG) en Wmo-zorg)
1.248.898
1.233.993
1.152.653
29.185
12.409
0
171.721
169.537
171.460
4.832.628
4.710.461
4.624.542
Personeel Aantal personeelsleden in loondienst per einde verslagjaar
13.907
13.794
12.836
7.106
6.931
6.771
Totaal bedrijfsopbrengsten1
568
503
505
Waarvan wettelijk budget voor aanvaardbare kosten
506
469
456
62
34
49
Aantal fte in loondienst per einde verslagjaar Bedrijfsopbrengsten (in € miljoen)
Waarvan overige opbrengsten
131
126
80
86
85
50
45
41
Waarvan overige bedrijfsopbrengsten
29
25
26
-- Justitie -- Wmo -- Overig
16
15
14
Cliënten
Aantal cliënten in instelling op basis van een zzp zonder dagbesteding (dagbesteding staat uit) Aantal cliënten met verblijf op basis van volledig pakket thuis (VPT)
Meerbedskamers verpleeghuizen 2011
0 12
2012
2011
2010
Aantal/bedrag
Aantal/bedrag
Aantal/bedrag
476
476
493
45
22
20
0
0
1
676
595
518
502
512
174.574
170.608
180.252
12.197
11.316
10.464
0
31
229
Aantal dagdelen dagbesteding (zie toelichting)
73.581
52.335
51.719
Aantal uren extramurale productie
86.051
87.475
84.979
1.189
1.054
1.041
697
714
723
Totaal bedrijfsopbrengsten
59
55
56
Waarvan wettelijk budget voor aanvaardbare kosten
55
50
52
4
5
4
Capaciteit
2010
Aantal beschikbare bedden/plaatsen met verblijfszorg per einde verslagjaar, inclusief vroegere gezinsvervangende tehuizen
Aantal Aantal kamers met één bed
869
830
773
Productie
Aantal kamers met twee bedden (niet bestemd voor gehuwden/samen-wonenden)
322
326
338
Aantal dagen zorg met verblijf en dagbesteding (zie toelichting)
Aantal kamers met drie bedden
16
8
16
Aantal dagen zorg met verblijf zonder dagbesteding (zie toelichting)
Aantal kamers met vier bedden
10
29
30
Aantal dagen zorg op basis van volledig pakket thuis (VPT)
Aantal kamers met vijf bedden
0
0
0
1.217
1.193
1.157
Totaal aantal kamers
0 10
438
Aantal extramurale cliënten (inclusief cliënten met dagbesteding voor zover niet opgenomen in een instelling)
2012
1 12
Kerngegevens Gehandicaptenzorg (GHZ)
Aantal cliënten in instelling op basis van een zzp met dagbesteding (dagbesteding staat aan)
1 Hierin is opgenomen de ledenservice, jeugdgezondheidszorg, kinderopvang Zorggroep Meander en overige activiteiten van de VVT-bedrijfsonderdelen.
Type kamer
130
-- Zorgverzekeringwet -- AWBZ
Personeel Aantal personeelsleden in loondienst per einde verslagjaar Aantal fte in loondienst per einde verslagjaar Bedrijfsopbrengsten (in € miljoen)
Waarvan overige bedrijfsopbrengsten
124 Espria Jaarverslag 2012
125
Bijlage 3
Kerngegevens Kraamzorg 2012
2011
2010
Aantal/bedrag
Aantal/bedrag
Aantal/bedrag
21.395
21.453
22.649
3.911
4.360
4.936
Aantal partusassistentie-uren in verslagjaar
11.923
12.459
14.108
Aantal intakes aan huis in verslagjaar
10.509
10.161
9.369
Aantal kraamverzorgingen in verslagjaar
20.814
20.906
21.504
856.481
852.022
858.927
10.430
11.057
12.078
1.492
1.442
1.440
661
621
1.222
1.251
1.201
608
528
497
497
Aantal leerlingen BeroepsBegeleidende Leerweg (BBL) kraamverzorgenden in opleiding per einde verslagjaar
46
24
24
Aantal stagiaires kraamzorg in opleiding in verslagjaar
35
47
71
6,4%
7,1%
6,6%
Instroom Kraamverzorgenden
91
30
28
Uitstroom Kraamverzorgenden
50
32
46
Vacatures
35
66
91
Productie Aantal inschrijvingen in verslagjaar Aantal partusassistenties in verslagjaar
Aantal kraamverzorgingsuren in verslagjaar (excl. partusassistentie-uren) Aantal telefonische intakes in verslagjaar Personeel Aantal personeelsleden in loondienst voor kraamzorg per einde verslagjaar Aantal fte in loondienst voor kraamzorg per einde verslagjaar Aantal kraamverzorgenden in loondienst per einde verslagjaar Fte kraamverzorgenden in loondienst
Verzuim
Bedrijfsopbrengsten (in € miljoen) Totaal bedrijfsopbrengsten
39
38
38
Samenstelling raad van commissarissen De heer H.C.P. Noten (1958) Functie
Voorzitter van de raad van commissarissen
Commissies
geen
Hoofdfunctie en relevante nevenfuncties
Burgemeester Gemeente Dalfsen
-- Lid van de Eerste Kamer der Staten Generaal (tot 31 december 2012) -- Lid raad van commissarissen Heisterkamp Transport te Oldenzaal -- Lid raad van commissarissen Roto Smeets te Deventer -- Voorzitter Koninklijke NVRD (Nederlandse vereniging reinigingsdirecteuren) -- Voorzitter raad van advies Start Foundation
Eerste benoeming
31 december 2012
Einde benoemingstermijn
31 december 2016
Aanwezig bij
0 van de 0 raad van commissarissen-vergaderingen
Herbenoembaar
Ja
De heer H.J. van den Bosch (1949) Functie
Lid van de raad van commissarissen (op voordracht van het LHP)
Commissies
Audit commissie (voorzitter)
Hoofdfunctie en relevante nevenfuncties
Bestuursadviseur en commissaris
-- Bestuurslid Vastgoedmaatschappij Alliance -- Lid raad van commissarissen NSI N.V. -- Voorzitter raad van commissarissen Terberg Group B.V. -- Voorzitter raad van commissarissen Antea Participaties IV
Eerste benoeming, herbenoeming
1 maart 2005, 14 december 2010
Einde benoemingstermijn
1 maart 2013
Aanwezig bij
7 van de 8 raad van commissarissen-vergaderingen
Herbenoembaar
Nee
De heer L. Geut (1947) Functie
Lid van de raad van commissarissen (op voordracht van het LHP), vicevoorzitter
Commissies
Kwaliteit (voorzitter), benoemings- en remuneratiecommissie (vanaf 11 oktober 2012), stakeholders
Hoofdfunctie en relevante nevenfuncties
Bijlage 2 Samenstelling raad van bestuur Dhr. M.W. (Marco) Meerdink (1958) Functie
Voorzitter van de raad van bestuur
Benoemd
1 februari 2010
Relevante nevenfuncties
Voorzitter Commissie Arbeidszaken Actiz
Dhr. J.L. (John) Kauffeld (1954) Functie
Vice-voorzitter van de raad van bestuur
Benoemd
8 april 2008
Relevante nevenfuncties
Vice-voorzitter bestuur Actiz Bestuurslid VNO-NCW Noord
Eerste benoeming
10 november 2009
Einde benoemingstermijn
10 november 2013
Aanwezig bij
7 van de 8 raad van commissarissen-vergaderingen
Lid van de raad van bestuur
Benoemd
8 april 2008
Relevante nevenfuncties
Commissaris Stadsherstel Den Haag en omgeving N.V. Commissaris Tomingroep
126 Espria Jaarverslag 2012
Herbenoembaar
Ja
Mevrouw B.E. Baarsma (1969) Functie
Lid van de raad van commissarissen
Commissies
Audit commissie
Hoofdfunctie en relevante nevenfuncties
Dhr. A.Th.J.M. (Anton) Zuure (1955) Functie
Bestuursadviseur
-- Voorzitter raad van commissarissen Parking Delft B.V. -- Voorzitter Vereniging PSO
Directeur van SEO Economisch Onderzoek
-- Bijzonder hoogleraar Marktwerking- en mededingingseconomie, Faculteit Economie en Bedrijfskunde, UvA -- SER Kroonlid -- Lid van de raad van commissarissen Loyalis NV -- Lid van de raad van toezicht St. Elisabeth ziekenhuis, Tilburg -- Lid van de raad van toezicht van BNN -- Lid audit committee FNV Bondgenoten -- Lid wetenschappelijke adviesraad van het Instituut voor Informatierecht van de UvA -- Lid van de raad van advies van Peak Invest -- Lid van de raad van toezicht van de Stichting G500 (politieke jongerenbeweging) -- Lid van de Commissie Structuur Nederlandse banken (Ministerie van Financiën) -- Voorzitter van de Commissie Macrobeheersinstrument in de medisch specialistische zorg (VWS)
Eerste benoeming
1 september 2011
Einde benoemingstermijn
1 september 2015
Aanwezig bij
7 van de 8 raad van commissarissen-vergaderingen
Herbenoembaar
Ja
127
Samenstelling raad van commissarissen Mevrouw B. Fransen (1962) Functie
Lid van de raad van commissarissen (op voordracht van de Centrale Cliëntenraad)
Commissies
Benoemings- en remuneratiecommissie (voorzitter), Commissie leden/stakeholders
Hoofdfunctie en relevante nevenfuncties
Directeur van Agfra Holding B.V.
-- Lid raad van commissarissen Orthocenter (tot mei 2012) -- Lid RvT Rijksmuseum Twenthe -- Voorzitter beoordelingscommissie High Tech Factory Fund (Universiteit Twente)
Eerste benoeming
1 september 2011
Einde benoemingstermijn
1 september 2015
Aanwezig bij
8 van de 8 raad van commissarissen-vergaderingen
Herbenoembaar
Ja
De heer P.A.M. Loven (1956) Functie
Lid van de raad van commissarissen
Commissies
Auditcommissie
Hoofdfunctie en relevante nevenfuncties
CFO en lid raad van bestuur PGGM N.V.
-- Lid raad van commissarissen Doctors Pension Fund Services -- Lid raad van commissarissen Koninklijke Kentalis, St Michielsgestel
Eerste benoeming
31 december 2012
Einde benoemingstermijn
31 december 2016
Aanwezig bij
0 van de 0 raad van commissarissen-vergaderingen
Herbenoembaar
Colofon Mei 2013, Espria Dit jaarverslag is een uitgave van Espria. Dank aan de personen die hun medewerking hebben verleend aan de interviews en dank aan de cliënten, hun familie en de medewerkers van Evean, De Trans en GGZ Drenthe voor hun medewerking aan de fotografie. Espria Postadres: Postbus 900 7940 KE Meppel Bezoekadres: Blankenstein 400 7943 PH Meppel Telefoon: 088 38 33 488 Fax: 088 38 33 499
[email protected] www.espria.nl Uitgave © Espria Concept en ontwerp Teldesign, Rotterdam Tekst interviews en tekstredactie Voxx Communicatie-adviseurs Fotografie Thijs Wolzak Drukwerk Drukkerij van Deventer, ‘s-Gravenzande
Ja