Processturing bouwen Erkelens, L.S.; Technische Universiteit Eindhoven (TUE). Stan Ackermans Instituut. Architectural Design Management Systems (ADMS)
Gepubliceerd: 01/01/2005
Document Version !!Publisher's PDF, also known as Version of record Link to publication
Citation for published version (APA): Erkelens, L. S., & Technische Universiteit Eindhoven (TUE). Stan Ackermans Instituut. Architectural Design Management Systems (ADMS) (2005). Processturing bouwen: herontwerp procesmodel van vergunningverlening tot en met oplevering Eindhoven: Technische Universiteit Eindhoven, Stan Ackermans Instituut
General rights Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of accessing publications that users recognise and abide by the legal requirements associated with these rights. • Users may download and print one copy of any publication from the public portal for the purpose of private study or research. • You may not further distribute the material or use it for any profit-making activity or commercial gain • You may freely distribute the URL identifying the publication in the public portal ? Take down policy If you believe that this document breaches copyright please contact us providing details, and we will remove access to the work immediately and investigate your claim.
Download date: 15. Dec. 2015
Processturing bouwen Herontwerp procesmodel van vergunningverlening tot en met oplevering Ir. L.S. Erkelens Architectural Design Management Systems i.o.v. dS+V/Gemeente Rotterdam
dS+V / Gemeente Rotterdam
CIP-DATA STAN ACKERMANS INSTITUUT Erkelens, L.S. Processturing bouwen : herontwerp procesmodel van vergunningverlening tot en met oplevering / door L.S. Erkelens. – Eindhoven : Stan Ackermans Instituut, 2005. - Eindverslagen Stan Ackermans Instituut ; 2005/037. – ISBN 90-444-0507-1 NUR 955 Trefwoorden: Bouwtoezicht / Startoverleg / Belangen / Afstemming / Veiligheid / Bouwproces
ii
dS+V / Gemeente Rotterdam
Processturing bouwen herontwerp procesmodel van vergunningverlening tot en met oplevering
Onderzoeker
Ir. L.S. Erkelens
Begeleiding TU/e
Prof.dr.ir. J.E. van Aken Mr. W.J.H. Wenselaar Mevr. Ir.H.A.J.A. Appel-Meulenbroek
Begeleiding dS+V Gemeente Rotterdam
Ir. C.M. Rach Ing. E. de Wit
Rotterdam, Augustus 2005 Architectural Design Management Systems Stan Ackermans Instituut Technische Universiteit Eindhoven www.adms.arch.tue.nl
iii
dS+V / Gemeente Rotterdam
Voorwoord 1
Dit onderzoek van ADMS in opdracht van de afdeling Bouwtoezicht van de gemeente Rotterdam is door mij uitgevoerd als bedrijfsopdracht ter afronding van mijn postdoctorale opleiding aan de Technische Universiteit van Eindhoven. Mijn complimenten voor de organisatie van Bouwtoezicht Rotterdam voor het feit dat ze de durf tonen naast een productie organisatie (productie van vergunningen) tevens inzet tonen een professionele partij in de bouwwereld te zijn. Mede hierom heeft toenmalig hoofd Bouwtoezicht Chesley Rach bij mij de vraag neergelegd te kijken naar de verhouding tussen de belangen van Bouwtoezicht en die van de bouwvergunningaanvrager. In december 2004 ben ik binnen de afdeling begonnen met de opdracht. De eerste twee maanden werkte ik als flexwerker, waardoor een goede kennismaking met mensen en de werkprocessen heeft plaatsgevonden. Daarna was ik kamergenoot van Peter Geene en Edward de Wit. Vooral laatstgenoemde wil ik bedanken voor zijn begeleiding. Op aanraden van Edward heb ik de organisatie van een Group Decision Room sessie ter hand genomen. Dit leek en bleek een goede methode om snel veel informatie te genereren en te ordenen. Vanaf dat moment is Ok van Megchelen van stichting SAV€ betrokken geraakt bij het project, omdat hij goed bekend is met de problematiek en het begeleiden van GDR sessies. Hem wil ik bij deze bedanken voor zijn inspirerende en motiverende contacten. Mede door hem hebben we op 25 mei 2005 een interessante middag beleefd in de Group Decision Room van Digital Port Rotterdam, gevestigd in het WTC. Die middag hebben 7 vertegenwoordigers van bouwtoezicht samen met een 6 tal vertegenwoordigers van het bouwbedrijfsleven in de regio een belangrijke bijdrage geleverd aan dit onderzoek. Mijn dank gaat daarom naar hen uit. Uiteraard niet zonder te vermelden dat dit tevens de verdienste is van Bouwend Nederland Rijnmond, dat op dat moment nog AVBB-waterweggebied heette. De contacten met deze organisatie verliepen via de heer Van Pelt en Gieskens, aan wie ik ook dank uit. Op de TU heeft men eveneens niet stilgezeten. Dank gaat uit naar professor Van Aken, Rianne Appel-Meulenbroek en Wim Wenselaar voor het feit dat zij bereid waren plaats te nemen in de commissie. Professor Van Aken als voorzitter, Rianne als bewaker van het schrijfproces en Wim als sparring partner over de inhoud en als coach. Natuurlijk bedank ik alle geïnterviewden voor hun bijdrage in tijd en kennis aan dit werk. En dat zijn er nogal wat. In de beginfase de oriënterende interviews en ook de interviews in het kader van de casusstudie. Het is me een waar genoegen al deze mensen te hebben gesproken. Leon Erkelens
1
ADMS – Architectural Design Management Systems, postdoctorale opleiding van het Stan Ackermans Instituut aan de TU Eindhoven. Dit is een tweejarige ontwerperopleiding die zich richt op het ontwerpproces van complexe bouwprojecten.
iv
dS+V / Gemeente Rotterdam
Samenvatting In opdracht van de afdeling Bouwtoezicht van de gemeente Rotterdam is door ADMS een onderzoek gedaan naar de interactie tussen bouwtoezicht en bouwbedrijven in de fase van vergunningverlening tot en met de oplevering van grote projecten. De afdeling Bouwtoezicht verleent voor grote bouwprojecten bouwvergunningen onder voorwaarden. Deze vergunning biedt het voordeel dat de investeringen in adviseurs kunnen worden gedaan kort voor de uitvoering van het betreffende bouwdeel. Problemen ontstaan echter wanneer de indiening van de nagekomen stukken aan bouwtoezicht niet tijdig plaatsvindt en de kwaliteit van het werk naar de mening van bouwtoezicht niet volstaat. In de praktijk leidt verstoring van het proces na vergunningverlening tot een spanningsveld tussen de afdeling Bouwtoezicht en de ontwikkelende partijen. Zeker wanneer door wijzigingen de overeenstemming tussen goedgekeurde tekeningen en de uitvoering ontbreekt, wordt controle op de veiligheid voor bouwtoezicht moeilijk. De afdeling constateert een trend dat er meer risico’s worden genomen met betrekking tot de veiligheid. Uit het vooronderzoek naar de problemen komt naar voren dat de constatering van bouwtoezicht juist is. De contractering van constructeurs blijkt te beperkt te zijn om de gewenste kwaliteit te bereiken, de verdeling van verantwoordelijkheden is onduidelijk in het gefragmenteerde bouwproces en door tijdsdruk is er vaak sprake van foutieve en ontoereikende informatie. Dit wordt door de betrokken bouwbedrijven herkend. Als gevolg van deze problemen raakt ook het interactieproces met bouwtoezicht verstoord en is de administratieve en adviserende rol onvoldoende om de veiligheid te controleren. Er treedt een verschuiving op naar een meer sturende rol met een handhavingskarakter. Omdat het gaat om gedeelde problemen is ervoor gekozen de oplossing samen met de bouwbedrijven te gaan zoeken. In een brainstormsessie met vertegenwoordigers van bouwbedrijven en bouwtoezicht is een inventarisatie gemaakt van de problemen in het proces van vergunningverlening tot en met oplevering. Dit heeft geleid tot een Top 9 problemen. De belangrijkste problemen betreffen het ontbreken van een coördinator constructies, de wijzigingen in het ontwerp door de opdrachtgever, de onduidelijkheid over de rol van bouwtoezicht en het ontbreken van een procesmatige aanpak. Per probleem zijn vervolgens diverse oplossingen naar voren gebracht. Een cruciale rol wordt gezien in het organiseren van een startoverleg bij aanvang van de uitvoering van een project. Goede procesafspraken kunnen problemen voorkomen. De huidige startbespreking betreft voornamelijk een kennismaking en eerste buitencontrole. Een standaardisering en uitbreiding van de structuur is nodig om controle op de veiligheid bij het gestoorde proces te behouden. In de opzet voor een startoverleg zal meer aandacht worden gegeven aan de interactie gedurende het proces. Dit betreft in de eerste plaats de afstemming van de planning, vervolgens het opstellen van een communicatieplan en ten slotte het maken van procesafspraken om in staat te zijn wijzigingen procesmatig in te passen. Binnen het kader van de samenwerking tussen Bouwtoezicht Rotterdam en Bouwend Nederland Rijnmond in ‘Veilig Bouwen Rotterdam’ wordt het startoverleg ter hand genomen. De inspanning van de kant van de bouwbedrijven is er vooral in gelegen de consequenties van wijzigingen te beheersen, helder te communiceren en realistisch in te plannen. Dit houdt concreet bijvoorbeeld in dat zij in zo’n situatie van de opdrachtgever niet alleen meer geld, maar ook meer tijd vragen. De inspanning van de kant van bouwtoezicht is er met name in gelegen vooraf meer duidelijkheid over haar optreden te bieden aan het bouwbedrijf, de opdrachtgever en andere ketenpartners. Binnen bouwtoezicht kunnen daartoe met alle buiteninspecteurs bijeenkomsten voor kennisdeling worden gehouden om een eenduidige invulling van het startoverleg en werkwijze van inspecteurs tot stand te brengen. De gedeelde ervaringen zullen het bureau uitvoeringscontrole in staat stellen een bijdrage te leveren aan het identiteitsmanagement van de afdeling wanneer elke evaluatie tot verandering van de werkinstructie leidt. v
dS+V / Gemeente Rotterdam
Inhoudsopgave
VOORWOORD .....................................................................................................................................IV SAMENVATTING ................................................................................................................................. V INLEIDING.............................................................................................................................................. 5 LEESWIJZER ............................................................................................................................................ 5 1
DS+V / GEMEENTE ROTTERDAM ........................................................................................... 7 § 1.1 § 1.2 § 1.3
2
VRAAGSTELLING IN HET ONDERZOEK ............................................................................ 13 § 2.1 § 2.2 § 2.3 § 2.4 § 2.5
3
VOORBEELDEN ..................................................................................................................... 29 TOP 9 PROBLEMEN................................................................................................................ 30 CONCLUSIE ........................................................................................................................... 30
OPLOSSINGEN ............................................................................................................................ 33 § 6.1 § 6.2
2
PARTIJEN .............................................................................................................................. 19 BELANGEN ........................................................................................................................... 20 PROCESSEN ........................................................................................................................... 21 Ontwerp- en Bouwproces ................................................................................................ 21 Toetsingproces................................................................................................................. 22 Toezichtproces ................................................................................................................. 23 ROL BOUWTOEZICHT............................................................................................................ 24 Interactie.......................................................................................................................... 24 CONCLUSIE EN THEMA’S ...................................................................................................... 27
PROBLEMEN ............................................................................................................................... 29 § 5.1 § 5.2 § 5.3
6
ONDERZOEKSVRAGEN .......................................................................................................... 15 Afbakening ....................................................................................................................... 15 Van vragen naar onderzoeksmodel ................................................................................. 16 FASERING ............................................................................................................................. 16 Fase 1: Oriëntatie en vooronderzoek .............................................................................. 16 Fase 2: Onderzoek en ontwerp........................................................................................ 17 Fase 3: Implementatie ..................................................................................................... 17 TECHNIEKEN EN METHODEN................................................................................................. 17 Casus................................................................................................................................ 17 Interviews......................................................................................................................... 17 GDR-sessie ...................................................................................................................... 18
PARTIJEN, BELANGEN EN PROCESSEN ............................................................................. 19 § 4.1 § 4.2 § 4.3 4.3.1 4.3.2 4.3.3 § 4.4 4.4.1 § 4.5
5
AANLEIDING ......................................................................................................................... 13 OPDRACHT ........................................................................................................................... 13 PROBLEEMDEFINITIE ............................................................................................................ 13 PROBLEEMANALYSE ............................................................................................................. 13 DOEL VAN HET ONDERZOEK ................................................................................................. 14
AANPAK IN HET ONDERZOEK .............................................................................................. 15 § 3.1 3.1.1 3.1.2 § 3.2 3.2.1 3.2.2 3.2.3 § 3.3 3.3.1 3.3.2 3.3.3
4
ALGEMEEN ............................................................................................................................. 7 AFDELING BOUWTOEZICHT .................................................................................................... 9 RELEVANTE INFORMATIE ..................................................................................................... 10
RESULTATEN GDR............................................................................................................... 33 CONCLUSIE ........................................................................................................................... 38
dS+V / Gemeente Rotterdam
7
STARTOVERLEG ........................................................................................................................ 41 § 7.1 7.1.1 7.1.2 7.1.3 7.1.4 7.1.5 7.1.6 § 7.2 7.2.1 7.2.2 7.2.3 § 7.3
8
IMPLEMENTATIEPLAN ........................................................................................................... 47 § 8.1 § 8.2 8.2.1 8.2.2
9
INVULLING ........................................................................................................................... 41 Voorbereiding.................................................................................................................. 41 Stand van zaken ............................................................................................................... 42 Planning........................................................................................................................... 42 Communicatieplan........................................................................................................... 42 Procesafspraken .............................................................................................................. 43 Bewustwordingsthema’s .................................................................................................. 43 NADERE OPMERKINGEN........................................................................................................ 44 Pilots ................................................................................................................................ 44 Verslag............................................................................................................................. 44 Wijzigingsprotocol........................................................................................................... 45 CONCLUSIE ........................................................................................................................... 45 SAMENWERKING .................................................................................................................. 47 INTERNE ORGANISATIE ......................................................................................................... 47 Kennisdeling uitvoeringscontrole.................................................................................... 47 Projectorganisatie bouwtoezicht ..................................................................................... 47
CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN .................................................................................... 49
BRONNEN ............................................................................................................................................. 51 LITERATUUR ......................................................................................................................................... 51 INTERVIEWS.......................................................................................................................................... 51 INTERNET ............................................................................................................................................. 52 OVERIG ................................................................................................................................................. 52 BIJLAGEN............................................................................................................................................. 53
3
dS+V / Gemeente Rotterdam
4
dS+V / Gemeente Rotterdam
Inleiding De realisatie van bouwprojecten is een complexe opgave. In een proces met zoveel partijen is het niet uitgesloten dat er fouten worden gemaakt. Toch ligt er wel een grens tussen ‘waar gehakt wordt vallen spaanders’ en ‘waar gebouwd wordt vallen bouwdelen’. Zeker wanneer het fout gaat, worden vragen gesteld over de rol van de gemeente. Rotterdam is een stad met ongeveer 600.000 inwoners. De dienst Stedenbouw en Volkshuisvesting (dS+V) van deze gemeente is bij alle fysieke projecten verantwoordelijk voor het stedenbouwkundige ontwerp, de maatschappelijke inpassing en de controle op de veiligheid. Binnen de dS+V heeft de afdeling Bouwtoezicht de wettelijke taak de bouwplannen te toetsen. Deze toets aan het bestemmingsplan, de welstand, het bouwbesluit en de bouwverordening moet leiden tot een bouwvergunning. Verder heeft de afdeling de verantwoordelijkheid door middel van toezicht op de bouwplaats te controleren of het project gerealiseerd wordt conform de bouwvergunning. Bij die werkzaamheden wordt zij in toenemende mate geconfronteerd met problemen in de uitvoeringsfase die leiden tot onveilige situaties. Daar waar de belangen van de marktpartijen lijken te liggen in de voortgang van het project, heeft de gemeente vooral belang bij de zekerheid van goede kwaliteit. In de periode van december 2004 tot en met augustus 2005 is door ADMS in opdracht van afdeling Bouwtoezicht van de gemeente Rotterdam een onderzoek uitgevoerd. Doelstelling van ADMS is onder andere om door een betere organisatie van het ontwerpproces te komen tot een vermindering van fouten in de uitvoering en een kwalitatief goed eindproduct met architectonische waarde. Dit onderzoek richt zich op het in beeld brengen van de problemen en mogelijke oplossingen van die problemen vanuit het praktijkveld. Daarin wordt speciale aandacht gegeven aan het afstemmingsproces tussen de afdeling Bouwtoezicht en de ontwikkelende partijen (opdrachtgevers, architecten, adviseurs en bouwbedrijven). Nadruk ligt op de afstemming met bouwbedrijven, omdat zij samen met Bouwtoezicht als eerste aangesproken worden op calamiteiten. Met betrekking tot de samenwerking met de bouwbedrijven wordt een aanzet gegeven tot concrete acties. Met betrekking tot de andere partijen en verder onderzoek worden aanbevelingen gedaan.
Leeswijzer Het eerste hoofdstuk geeft een beschrijving van de context die voor de lezer relevant is alvorens op het onderzoek in te gaan. Voor lezers die bekend zijn met de organisatie van de opdrachtgever geldt dat zij direct door kunnen gaan naar het volgende hoofdstuk. Het tweede hoofdstuk gaat in op de vraagstelling van het onderzoek, gevolgd door het derde hoofdstuk waarin de aanpak van het onderzoek wordt beschreven. Hoofdstuk 4 beschrijft in hoofdlijnen de bevindingen vanuit het vooronderzoek. Allereerst wordt een overzicht gegeven van de meest relevante partijen om ze vervolgens in hun onderlinge verband te analyseren. Vanuit het vooronderzoek zijn 9 thema’s gedefinieerd die als kapstok hebben gediend voor een brainstormsessie met bouwbedrijven.
5
dS+V / Gemeente Rotterdam
Hoofdstuk 5 en 6 bevatten voornamelijk de resultaten van de brainstormsessie van vertegenwoordigers van bouwtoezicht met vertegenwoordigers van bouwbedrijven waarin gezamenlijk een inventarisatie is gemaakt van de problemen en de oplossingsrichtingen die kansrijk worden geacht.
9 Thema’s
Top 9 Problemen
Oplossingen
Hoofdstuk 7 beschrijft de invulling van het startoverleg met het bouwbedrijf. Dit structureert veel van de oplossingsrichtingen die in hoofdstuk 6 naar voren zijn gekomen. De implementatie van het geheel wordt beschreven in hoofdstuk 8. Hoofdstuk 9 ten slotte bevat de conclusie en aanbevelingen voor de organisatie van bouwtoezicht.
6
dS+V / Gemeente Rotterdam
1 dS+V / Gemeente Rotterdam § 1.1 Algemeen De afdeling Bouwtoezicht maakt deel uit van de dienst Stedenbouw en Volkshuisvesting (dS+V). De dS+V is één van de 32 diensten en bedrijven van de gemeente Rotterdam en levert een belangrijke bijdrage aan het bouw-, woon- en verkeersbeleid van de stad. Als ontwerper en plannenmaker voor dit beleid is zij de dienst met de ‘verre horizon’ en heeft ze tegelijkertijd aandacht voor de problemen van nu. [www.dsv.rotterdam.nl] Het gemeentebestuur van Rotterdam is eigenaar en tevens de grootste opdrachtgever van de dS+V. In aansluiting op het collegeprogramma werkt de dienst samen met de deelgemeenten aan Rotterdam als veilige stad, als woonstad, als bereikbare stad en als sterke stad. Behalve voor het stadsbestuur en de Rotterdamse deelgemeenten werkt de dS+V ook regelmatig in opdracht van de Stadsregio. Naast het ontwerpen en maken van plannen heeft de dS+V ook een bewakende rol. Het is haar taak de kwaliteit van bouwen en wonen in de stad scherp in de gaten te houden. Ze doet dat onder meer door toezicht te houden op de naleving van de woningwet en bouwregelgeving. Het organogram van figuur 1.1. toont de structuur van de organisatie voor de reorganisatie in 2005.
Figuur 1.1. Oude organogram dS+V Bron: Intranet dS+V/Gemeente Rotterdam
Per 1 juli 2005 is de reorganisatie van de dS+V formeel gerealiseerd. Deze reorganisatie is ingezet vanwege de constatering dat de dS+V meer moet inspelen op de ontwikkelingen in de
7
dS+V / Gemeente Rotterdam
buitenwereld. Met andere woorden wil dit zeggen dat de organisatie als geheel meer klantgericht moet zijn, zodat burgers en bestuur ook op de lange termijn tevreden zullen zijn. De centrale missie die is geformuleerd luidt als volgt: “De dS+V is een Rotterdamse organisatie die politiek maatschappelijke wensen vertaalt in ruimtelijke projecten die bijdragen aan een wervend leef-, woon- en werkmilieu in Rotterdam en omgeving.” Om de klantgerichtheid van de organisatie te verbeteren moet intern de keten worden geïntegreerd. Dit is de keten Beleid-Planvorming-Vergunning-Handhaving. Het Besluitvormingsmodel Projecten Rotterdam (BPR) ondersteunt deze gedachte. Het BPR is een model dat de fasen beschrijft die worden doorlopen bij de ontwikkeling van fysieke projecten. Elke fase wordt ingericht naar het besluit dat aan het einde van de fase moet worden genomen. Op deze wijze is het voor iedereen binnen de organisatie mogelijk op elk moment van een project te weten wat de stand van zaken is en welke rol gespeeld moet worden zodat de communicatie naar buiten toe ook eenduidig kan zijn.
Directie dS+V Financien Communicatie P&O ISB ICT+H
Stadsontwikkeling
Veranderprogramma Huursubsidie
Stedelijke ontwikkeling
Stedelijke vernieuwing
Handhaving
Vergunningen
Wonen
JZ
COS
RO
V&V
Stedenbouw
Opdrachten
Personeel
Figuur 1.2. Nieuw organogram dS+V
De veranderingen van de dS+V hebben grote consequenties voor de afdeling Bouwtoezicht, omdat dit de omvorming tot de afdeling Vergunningen betreft (figuur 1.2.). Deze nieuwe afdeling gaat niet alleen over bouwvergunningen, maar over alle vergunningen die betrekking hebben op fysieke projecten. Dit heeft een relatie met de omgevingsvergunning, die in de nabije toekomst (2007) de projectgebonden vergunningen samenbrengt. Omdat voor de verschillende vergunningen uiteenlopende competenties van de medewerkers nodig zijn om de toetsing van aanvragen ter hand te nemen is gekozen voor een gekantelde organisatie. Het Frontoffice is het centrale punt waar de klant binnenkomt. Zij zet de toetsing van de binnengekomen aanvragen uit in het Backoffice.
8
dS+V / Gemeente Rotterdam
§ 1.2 Afdeling Bouwtoezicht Gemeentelijke bouwplanprocedures hebben te maken met rechtszekerheid en veiligheid van burgers. De gemeente draagt de wettelijke plicht bouwplannen te toetsen aan bestemmingsplan, welstand, bouwbesluit en bouwverordening met als resultaat een bouwvergunning. Verder heeft de afdeling de verantwoordelijkheid door middel van toezicht op de bouwplaats te controleren of het project gerealiseerd wordt conform de bouwvergunning. Na de oplevering valt de handhaving onder de verantwoordelijkheid van Woningtoezicht. De afdeling Bouwtoezicht telde bij aanvang in 2002 circa 90 medewerkers. Momenteel telt de afdeling ca. 118 medewerkers. Na de reorganisatie zal door toevoeging van het Vastgoed informatiecentrum (VIC) en het Bureau Vergunningen de afdeling een omvang van zo’n 180 medewerkers bedragen. Figuur 1.3. toont de opbouw van de nieuwe afdeling onder de werktitel ‘Vergunningen’ met als ruggengraat vier bureau’s. Bureau Informatie en dienstverlening Dit bureau huisvest het Frontoffice van de afdeling. De eerste contacten van klanten met de afdeling lopen via dit bureau. Zo vindt hier de intake van bouwaanvragen plaats. Na ontvankelijkheidverklaring wordt de aanvraag overgedragen aan het bureau vergunningverlening. De overige diensten van dit bureau hebben als hoofdtaak producten te leveren ter ondersteuning van de primaire processen binnen de bouwinspectie. Grofweg kunnen deze ondersteunende producten in twee hoofdgroepen onderverdeeld worden n.l. : - Stedenbouwkundige producten, zoals het stedenbouwkundig matenplan. - Gegevensbeheer en Informatieverstrekking, zoals bijvoorbeeld de huisnummering. Naast bovengenoemde productgroepen levert deze groep producten en informatie aan derden, zoals tekeningen van bestaande bebouwing. Bureau Vergunningverlening Het bureau Vergunningverlening zorgt voor een adequate afhandeling van vergunningaanvragen. Het doel is een voor de klant duidelijke vergunning te maken die zowel inhoudelijk als technisch van goede kwaliteit is. Daarbij speelt het adviseren van de aanvrager en partners in de keten een belangrijke rol. Op deze wijze levert vergunningverlening een bijdrage aan de realisatie van de bestuurlijke ambities. AfdelingsAfdelingshoofd hoofd
Hoofd Hoofd Vergunningen Inform.+dienstverl.
Totaal 182,1 fte
1,0 fte fte 54,5
Expert Expert
Hoofd Hoofd Staf Staf++Secretariaat Secretariaat 1,0 fte 1,0 fte
1,0 fte 1 fte
Medewerkers Medewerkers Staf Staf++Secretariaat Secretariaat 10,9 fte 15 fte
Bureau Bureau hoofd hoofd
Hoofd Hoofd Inform.+dienstverl. Inform.+dienstverl. 2,0 fte 2 fte
Mede -Mede werkers werkers
TaakTaakgroepen groepen met meteen een teamleider teamleider
Medewerkers Medewerkers Inform.+dienstverl. Inform.+dienstverl.
Hoofd Hoofd Vergunningverlening Toetsing 2,0 fte 2 fte Medewerkers Medewerkers Vergunningverlening Toetsing
Hoofd Hoofd Advisering Advisering 2,0 fte 2 fte Medewerkers Medewerkers Advisering Advisering
Hoofd Hoofd Buitencontroles Uitvoeringscontrole 2,0 fte 1 fte Medewerkers Medewerkers Buitencontroles Uitvoeringscontrole
56,0 fte 56,0 fte
44,8 44,5fte fte
34,8 fte 36,2 fte ft
24,6 fte 21 fte
Klantenservice Klantenservice Basisregistratie Basisregistratie Tekenkamer Tekenkamer Geo-informatie GIS
Noord Toetsing Noord Zuid Toetsing Zuid Horeca enHoreca Toetsing evenementen
Juridische zaken Juridische zaken Welstand Welstand Bouwfysica Bouwfysica Bouwconstructies Bouwconstructies
Controle Noord Controle Noord Controle ControleZuid Zuid
36,8 fte 52,7 fte
26,6 fte 22 fte
58,0 fte 58,0 fte
46,8 fte 46,5 fte
Figuur 1.3. Organogram afdeling Vergunningen Bron: Intranet dS+V / Gemeente Rotterdam
9
dS+V / Gemeente Rotterdam
Bureau Advisering Het bureau Advisering binnen de nieuwe afdeling Vergunningen bestaat voor een deel uit de Technische Advies Groepen (TAG) zoals die in de oude structuur bekend waren. Daar worden Welstand en Juridische Zaken aan toegevoegd. Advisering ondersteunt het werk van de overige bureau’s van de afdeling en bestaat uit de volgende onderdelen: - Bouwfysica (Bfy) De afdeling Bouwfysica geeft, binnen de kaders van woningwet, bouwverordening en bouwbesluit adviezen teneinde de minimale bouwfysische kwaliteiten van bouwwerken te waarborgen. De adviseurs van Bfy toetsen ingediende bouwplannen op energieprestatie en gezondheidsaspecten met betrekking tot ventilatie, geluid en licht. - Onderzoek Bouwconstructies (OBC) De afdeling Onderzoek Bouwconstructies geeft, binnen de kaders van woningwet, bouwverordening en bouwbesluit adviezen teneinde de minimale bouwconstructieve kwaliteiten van bouwwerken te waarborgen. De adviseurs van OBC toetsen ingediende bouwplannen op sterkte, stijfheid, standzekerheid, stabiliteit en dynamisch gedrag. - Welstand en Monumenten (W&M) De commissie W&M vergadert gewoonlijk eens in de twee weken en behandelt de door het secretariaat geselecteerde plannen. Dit zijn meestal beeldbepalende plannen, die zich kenmerken door een grote omvang, een gevoelige locatie of een bijzonder architectonisch bouwwerk of door een status van beschermd monument. - Juridische zaken (JZ) Voor dit bureau betekent de reorganisatie een ‘terugkomst’ naar de afdeling. De afdeling Juridische zaken van de dS+V wordt gedecentraliseerd ondergebracht bij de nieuwe afdelingen. Er is bij bouwtoezicht nog een adviserend lichaam dat tamelijk autonoom opereert. Dit is de brandpreventiecommissie. Hierin hebben zowel mensen van de afdeling Bouwtoezicht als mensen van de lokale brandweer zitting. Formeel begint de taak van de brandweer op het moment van de oplevering. Via de brandpreventiecommissie krijgt de brandweer de mogelijkheid met de bouwinspecteur mee te denken over de te stellen eisen en te adviseren oplossingen. Bureau Uitvoeringscontrole Het bureau uitvoeringscontrole voert het toezicht uit op de conformiteit van de realisatie met de verleende vergunning. Hierin wordt zij ondersteund door de andere bureau’s. Met betrekking tot de grote bouwprojecten zijn de goedgekeurde nagekomen stukken op basis van een eerder verleende vergunning een belangrijk punt van aandacht. De controles zullen worden uitgevoerd afhankelijk van de prioriteiten die worden gesteld met betrekking tot veiligheid, gezondheid en wenselijkheid.
§ 1.3 Relevante informatie Met betrekking tot de processen zijn er een aantal onderwerpen die als relevante context dienen. Deze paragraaf gaat kort in op deze punten. Fatale termijn Sinds de invoering van het nieuwe bouwbesluit van 1993 is een termijn gesteld aan de tijd die bouwtoezicht heeft om een ingediende bouwaanvraag af te handelen. Vanaf het moment dat de bouwaanvraag ontvankelijk is verklaard begint de termijn voor de gemeente te lopen. De fatale termijn geeft de datum aan waarop deze termijn verloopt. Dit is dertien weken na de indiening van de bouwaanvraag. De gevolgen hiervan voor de organisatie van bouwtoezicht zijn aanzienlijk. Het belangrijkste effect van de invoering van de fatale termijn is het afnemend buitentoezicht. Door de werkdruk bij de verlening van de vergunningen heeft de bouwinspecteur noodzakelijkerwijs de buitencontrole als sluitpost op de tijdsbesteding. In geval de afdeling Bouwtoezicht niet tijdig de vergunning heeft verleend of geweigerd, wordt de vergunning geacht te zijn afgegeven. Hierdoor wordt de invloed van de gemeente minimaal. Op het niveau van technische eisen vanuit het bouwbesluit kan de gemeente nog wel de nodige invloed uitoefenen, omdat het project altijd dient te voldoen aan de eisen vanuit de bouwregelgeving. Op het niveau van welstand en bestemmingsplan echter niet.
10
dS+V / Gemeente Rotterdam
Leges Voor de indiening van een bouwvergunning is de aanvrager legesplichtig. De hoogte van de leges is afhankelijk van de schaal waar het project in valt. Er zijn 13 vaststaande schijventarieven. Op basis van deze schijven zijn de projecten onderverdeeld in 5 categorieën. In Rotterdam is er een plafondtarief voor de legeskosten vastgesteld. Leges zijn een vorm van belasting die kan worden benoemd door retributie. Retributie is een vorm van wederprestatie gebonden belasting. Dus in de richting van een contributie. Voor deze vorm van belasting moet aangifte worden gedaan en de directeur van de dienst Stedenbouw en Volkshuisvesting is gemandateerd [dS+V, 2003, p. 6] de belasting te heffen. Op de aanslag op grond van de aangifte is bezwaar mogelijk. De grondslag voor de heffing is de Verordening bouwleges. Of buitentoezicht mag worden betaald uit legesinkomsten is niet geheel duidelijk. Dat formeel alleen de eerste en laatste buitencontrole uit deze inkomsten zou mogen worden betaald komt mogelijk voort uit het feit dat de aanslag ook ten rechte is opgelegd aan de aanvrager als de bouw niet wordt uitgevoerd. [dS+V, 2003, p. 27] Vervolgens echter wordt het toezicht op de naleving van de verleende vergunningen als repressieve handhavingskosten van de afdeling bouw- en woningtoezicht benoemd [idem, p. 29]. Wel bestaat de mogelijkheid tot restitutie bij niet gebruikmaken van de onherroepelijke bouwvergunning [idem, p. 35]. Dan is op verzoek restitutie van 30% van de legeskosten mogelijk. Dit percentage is een ervaringscijfer van de inspecteurs en vertegenwoordigt de tijdsbesteding aan inspectie op de bouwplaats. Omgevingsvergunning Nieuw geïntroduceerd door VROM is de omgevingsvergunning die in 2007 operationeel moet zijn. Doel van deze vergunning is het integreren van de diverse benodigde vergunningen bij de realisatie van fysieke projecten. Dit is een van de overwegingen geweest van de dS+V om een afdeling “vergunningen” te creëren waarbij Bureau Vergunningen (horecavergunningen e.d.) wordt samengevoegd met Bouwtoezicht. In de ontwikkeling van de omgevingsvergunning worden de legesheffingen als sturingsmiddel meegenomen. In een brochure van VROM hierover wordt gesuggereerd een te late verstrekking van een vergunning door de gemeente te vertalen in een korting op de legeskosten om zodoende een tijdige afhandeling te stimuleren. Maatschappelijke ontwikkelingen Er zijn twee maatschappelijke ontwikkelingen die nadrukkelijk invloed kunnen hebben op het werk van de afdeling Bouwtoezicht. De eerste betreft de terugtredende overheid en de tweede betreft de economische conjunctuur. Vanuit de wens om een minder zwaar overheidsapparaat te hebben en de eigen verantwoordelijkheid te vergroten wordt geprobeerd de overheidscontrole terug te dringen. De ontwikkeling in dit kader in relatie tot bouwtoezicht betreft de certificering van het toetsen van bouwplannen aan woningwet en bouwregelgeving. De economische conjunctuur heeft invloed op de kwaliteit van de bouw. Figuur 1.4. toont de relatie van de conjunctuur met het risiconiveau zoals dat door de afdeling Bouwtoezicht wordt waargenomen.
Hoogconjunctuur (Vraag > Aanbod) Alarm
Gebrek vakbekwame capaciteit
Attentie
Evenwicht (Vraag = Aanbod)
Gebrek financiële middelen
Attentie Laagconjunctuur (Vraag < Aanbod)
Alarm Rust
??? Gevarenzone
Risico niveau/ Graad onveiligheid Ingrijpen
Figuur 1.4. relatie conjunctuur – risiconiveau Bron: Startnotitie Veilig Bouwen Rotterdam
De organisatie van Bouwtoezicht moet nadrukkelijk in staat zijn op deze ontwikkelingen in te spelen. Dit zowel in capaciteit als in wijze van optreden.
11
dS+V / Gemeente Rotterdam
12
dS+V / Gemeente Rotterdam
2 Vraagstelling in het onderzoek § 2.1 Aanleiding Er is aanleiding te stellen dat de toenemende complexiteit in de bouw niet voldoende wordt beantwoord met toenemende investeringen in ontwerp en uitvoering. Het lijkt er op dat in het fragmenterende bouwproces onvoldoende tijd en geld wordt gestoken in een goede verdeling van taken en verantwoordelijkheden. Gevolg is dat bij een calamiteit elke partij probeert de aansprakelijkheid af te schuiven. Ook voor het bouwproces zelf wordt steeds minder tijd genomen. De zo ontstane tijdsdruk leidt tot foutieve en ontoereikende informatie. Voor bouwtoezicht betekent dit dat meer verantwoordelijkheid voor coördinatie en integraal toezicht bij hen wordt gelegd, zonder dat dit hun rol is. De foutieve en ontoereikende informatie veroorzaakt ook een toename van het aantal opmerkingen vanuit bouwtoezicht tijdens de uitvoering na vergunningverlening tot en met oplevering. Het toetsingsproces van complexe bouwprojecten kan leiden tot vertragingen in het bouwproces waardoor voor de opdrachtgever een aanzienlijke schadepost kan ontstaan. Voor grote projecten geldt dat de marktpartijen over het algemeen vroeg contact zoeken met bouwtoezicht. Door het vooroverleg en het indienen van een zogenaamd informatieplan kan ruim de tijd genomen worden voor onderlinge afstemming. Op het moment van de vergunningverlening zijn nog niet alle details van het ontwerp helder. Daarom wordt een vergunning onder voorwaarden verleend. Deze voorwaarden betreffen met name de te leveren nagekomen stukken van voornamelijk constructieve tekeningen en berekeningen. De wederzijdse termijnen en producten van het ongestoorde proces zijn over het algemeen helder. Complexe projecten kennen echter zelden een ongestoord proces. De afdeling Bouwtoezicht constateert in de uitvoeringsfase van het betreffende bouwwerk afwijkingen van de verleende vergunning, waarbij naar het inzicht van de afdeling regelmatig onacceptabele risico’s worden genomen en het voor haar moeilijk wordt de veiligheid te garanderen. Dit leidt tot conflictsituaties tussen de bouwende- en de toetsende partij. Een citaat van een bouwondernemer illustreert dit spanningsveld: “Planning en uitvoering is voor de aannemer heilig en als de constructeur of andere adviseur achterloopt met zijn werk is dat helaas voor bouwtoezicht” .
§ 2.2 Opdracht In de aanloop naar het project is daarom gevraagd naar “het ontwikkelen van een aansturing – en besluitvormingsmodel (proceskader) waarbinnen tegengestelde belangen en constraints met elkaar in overeenstemming gebracht kunnen worden.” Deze opdracht geeft een door de opdrachtgever beoogde oplossingsrichting aan voor de gevoelde problemen.
§ 2.3 Probleemdefinitie Vanuit de situatie zoals deze is geschetst in de aanleiding is de volgende probleemdefinitie naar voren te brengen: ‘Op welke wijze kan de afdeling Bouwtoezicht de veiligheid van de bouw afdoende controleren wanneer zich verstoringen voordoen in het proces van vergunningverlening tot en met oplevering?’
§ 2.4 Probleemanalyse De afdeling Bouwtoezicht is probleemhebber, omdat zij in de huidige situatie onvoldoende in staat is de veiligheid en gezondheid van gerealiseerde projecten te controleren. Incidenten zoals de instortingen van 4 balkons in Maastricht, een parkeerdek in Tiel en een toneeltoren in Hoorn tonen aan dat het in de huidige Nederlands situatie niet altijd goed gaat. Bouwtoezicht wil voor alle projecten kunnen controleren of er geen fouten worden gemaakt.
13
dS+V / Gemeente Rotterdam
Gezien haar beperkte rol in het bouwproces en de beperkte capaciteit is dit een moeilijke opgave. In de probleemdefinitie wordt gesproken over het proces van vergunningverlening tot en met oplevering. In dit proces worden aanvullende documenten en wijzigingen ter controle aan bouwtoezicht gezonden, worden door bouwtoezicht buitencontroles uitgevoerd en eventueel metingen verricht. Dit proces kan ongestoord verlopen wanneer documenten tijdig worden ontvangen en goedgekeurd en de bouw conform tekeningen en berekeningen wordt uitgevoerd. Het probleem zit in de verstoringen van het proces. Oorzaak van de verstoringen kan liggen bij zowel de marktpartijen als bouwtoezicht zelf. Het begrip voor de verstoringen door de andere partij lijkt onvoldoende groot.
§ 2.5 Doel van het onderzoek Doel van dit onderzoek is het ontwerpen van een procesmodel voor de afstemming tussen gemeentelijk toezicht en bouwprojectorganisaties in de fase van vergunningverlening tot en met oplevering van grote projecten.
14
dS+V / Gemeente Rotterdam
3 Aanpak in het onderzoek Sturend in de informatievergaring zijn de vragen die centraal staan in het onderzoek zoals beschreven in de eerste paragraaf van dit hoofdstuk. De antwoorden op de vragen worden gevonden door middel van fasering en gekozen methoden. Dit hoofdstuk beschrijft de aanpak.
§ 3.1 Onderzoeksvragen Afstemming van de belangen is niet mogelijk zonder inzicht in de betrokken partijen en hun positie in het proces. Daarom moet antwoord worden gegeven op de volgende vragen: Onderzoeksvraag 1: Welke partijen spelen een rol? - Wat zijn hun belangen? - Wat is het krachtenveld en hoe zijn partijen te beïnvloeden? Om over de samenwerking van de diverse partijen uitspraken te kunnen doen is het nodig inzicht te hebben in de processen. Daarom moet antwoord worden gegeven op de volgende vragen: Onderzoeksvraag 2: Wat zijn de relevante processen? - Hoe zijn het ontwerp- en bouwproces georganiseerd? - Hoe zijn het toets- en toezichtproces georganiseerd? Omdat de afdeling Bouwtoezicht de opdrachtgever is, is het van belang te weten wat haar mogelijkheden en bevoegdheden zijn het proces te beïnvloeden. Daarom moet antwoord gegeven worden op de volgende vraag: Onderzoeksvraag 3: Wat is de rol van bouwtoezicht in het ontwerp- en bouwproces? Omdat vanuit de ervaring in de praktijk van de opdrachtgever problemen worden gesignaleerd tijdens de uitvoering is het belangrijk na te gaan welke problemen er spelen. Daarom is een brede inventarisatie van de problemen en oorzaken nodig. Dit leidt tot de volgende vragen: Onderzoeksvraag 4: Welke problemen treden er op tussen bouwtoezicht en de ontwikkelende partijen ná vergunningverlening? Onderzoeksvraag 5: Wat zijn de oorzaken van de problemen? Het inzicht in de context en de kennis van de problemen en oorzaken leveren materiaal voor de mogelijke oplossingen die voorhanden zijn. Voor het uitzetten van een nieuwe koers is kennis van de mogelijke oplossingen van belang. Daarom moet antwoord worden gegeven op de volgende vragen: Onderzoeksvraag 6: Wat zijn de oplossingsrichtingen? Onderzoeksvraag 7: Welke inspanningen zijn kansrijk om de problemen aan te pakken? De beantwoording van onderzoeksvragen 1-3 levert beschrijvende kennis, die de context van de problemen in beeld brengt. Hoofdstuk 4 bevat de beschrijvingen die naar aanleiding van deze vragen zijn opgesteld. De beantwoording van onderzoeksvragen 4 en 5 levert evaluatieve kennis, die de beschrijvingen van de context confronteert met de problemen die optreden. Hoofdstuk 5 geeft een overzicht van de problemen en de oorzaken die zijn gevonden. De beantwoording van onderzoeksvragen 6 en 7 levert prescriptieve kennis, die vanuit de probleemanalyse aangeeft hoe de situatie veranderd kan worden. Hoofdstuk 6 bevat een overzicht van de oplossingsmogelijkheden. 3.1.1 Afbakening Omdat met betrekking tot de bestemmingsplanprocedures en welstandstoets in Rotterdam vergevorderde ontwikkelingen bestaan met betrekking tot afstemming en ketenintegratie, heeft dit onderzoek zich gericht op de toets aan de technische bouwregelgeving tijdens de uitvoering. Het onderzoek heeft zich gericht op de samenwerking met de bouwbedrijven. De samenwerking met andere partijen komt als context aan de orde en wordt in de aanbevelingen aangegeven als een punt voor verder onderzoek en samenwerking.
15
dS+V / Gemeente Rotterdam
3.1.2 Van vragen naar onderzoeksmodel Op basis van de vragen is een inventarisatie gemaakt van de problemen en oorzaken in de afstemming van bouwtoezicht met de verschillende partijen. Dit heeft plaatsgevonden door de bestudering van een casus, gesprekken met experts, het houden van een brainstormsessie en een analyse van de literatuur. Uit deze brede inventarisatie is een verzameling van oplossingsrichtingen ontstaan. Een confrontatie van deze oplossingsrichtingen met de huidige situatie in de afstemming met bouwbedrijven geeft antwoord op de vraag op welke wijze de oplossingen kunnen worden toegepast in een nieuw proceskader voor de afstemming. In figuur 3.1. wordt dit visueel weergegeven. Gesprekken met experts Sessie in Group Decision Room
Oplossingsrichtingen Proceskader Afstemming
Casus 1 Montevideo Theorie relevante processen
Afstemming met Bouwbedrijven
Figuur 3.1. Onderzoeksmodel
§ 3.2 Fasering De bedrijfsopdracht kent een drieledige fasering. Elke fase wordt afgerond met een presentatie. I Oriëntatie en vooronderzoek Deze fase kenmerkt zich door informatieverzameling met betrekking tot de organisatie, de projecten, de problemen en het tot stand brengen van de onderzoeksopzet. Dit valt samen met de beantwoording van onderzoeksvragen 1-3. II Onderzoek en ontwerp Deze fase kenmerkt zich door gericht onderzoek vanuit de kennis van de eerste fase en het ontwerpen van oplossingen. Dit valt samen met de beantwoording van de onderzoeksvragen 4-7. III Implementatie Deze fase kenmerkt zich door werkbaar maken van de resultaten van de eerdere fasen. Het is een uitwerking van de antwoorden op de onderzoeksvragen 6 en 7. 3.2.1 Fase 1: Oriëntatie en vooronderzoek Oriënterende interviews Meerdere interviews zijn uitgevoerd binnen de dS+V om een breed beeld te krijgen van het speelveld. Deze interviews hebben het probleem verhelderd en de afbakening aangegeven. Literatuur In directe zin is er over de problemen in het proces van vergunningverlening tot en met oplevering niet zeer veel geschreven. Wel zijn er diverse onderwerpen die raken aan de problematiek. Zo is gekeken naar bijvoorbeeld bouworganisatievormen, aansprakelijkheden en vergunningstrajecten. Casusstudie Aan de hand van een casus is het probleem verder ontleed. Voornaamste bron zijn de interviews met betrokkenen: inspecteurs, architect, projectmanager, aannemer enzovoorts. 2 Voorbereiding GDR In de aanloop op de bijeenkomst met vertegenwoordigers van bouwtoezicht en bouwbedrijven in het kader van ‘Veilig Bouwen Rotterdam’ is onder inspecteurs en 2
GDR – Group Decision Room: ruimte voor computerondersteunde brainstormsessie
16
dS+V / Gemeente Rotterdam
aannemers een inventarisatie gedaan naar de problemen die er zijn met betrekking tot veilig bouwen. 3.2.2 Fase 2: Onderzoek en ontwerp Procesmodellering Op basis van de beschreven relatie tussen bouwproces en toetsingsproces wordt in deze fase het proces van vergunningverlening tot en met oplevering uitgewerkt in een versie van het ongestoorde proces en een versie van het gestoorde proces. GDR Met behulp van een Group Decision Room zijn zowel de problemen met betrekking tot veilig bouwen als ook mogelijke oplossingen naar voren gebracht. Over de resultaten is gestemd, waardoor een duidelijk beeld is ontstaan van de urgentie en de haalbaarheid van probleem-oplossingcombinaties. Afspraken De onderzoeksresultaten leiden tot een overzicht van de afspraken die bouwtoezicht met bouwbedrijven kan maken over de procesgang tijdens de fase van vergunningverlening tot en met oplevering. 3.2.3 Fase 3: Implementatie Werkgroepbijeenkomst Met de rapportage van de GDR als startdocument gaat een werkgroep verder met het uitwerken van oplossingen. Dit worden concrete afspraken tussen bouwtoezicht Rotterdam en de bouwbedrijven in Rijnmond. Aanpak Pilot De bevindingen en aanbevelingen moeten handen en voeten krijgen in de praktijk van het werk van de bouwinspecteur. Daarom wordt er een aanpak gemaakt voor bouwinspecteurs die de afstemming tussen bouwtoezicht en bouwbedrijven structureert.
§ 3.3 Technieken en methoden 3.3.1 Casus In het kader van het onderzoek is een casus bestudeerd, om op basis daarvan het proces van afstemming tussen de ontwikkelende partijen en de afdeling Bouwtoezicht in beeld te brengen. De gekozen casus is een multifunctioneel hoogbouwproject in een binnenstedelijke context en voldoet aan de gestelde criteria: - omvang van het project moet voldoende groot zijn om een proces te starten met een uitgebreid afstemmingsoverleg - complexiteit van het project moet voldoende groot zijn om problematische situaties te genereren In de opzet van het onderzoek was voorzien in meerdere casusstudies. De uitgevoerde casus heeft echter veel tijd in beslag genomen, waardoor ruimte voor ander casusstudies ontbrak. In een interview met een ervaren bouwinspecteur is expliciet navraag gedaan naar de representativiteit van de uitgevoerde casus in relatie tot andere projecten van dit projecttype. In bijlage 1, waarin het resultaat van de casus is beschreven, is tevens een tabel te zien over de representativiteit zoals ingevuld door deze inspecteur. Op basis hiervan is het aannemelijk dat de casus representatief is. 3.3.2 Interviews Voor de interviews is gebruik gemaakt van gepersonifieerde vragenlijsten. Specifiek per geïnterviewde is een vragenlijst opgemaakt. Meerdere vragen zijn in de verschillende interviews herhaald, om de antwoorden te kunnen vergelijken. Van elk interview is een uitgebreid verslag gemaakt dat ter verificatie aan de geïnterviewde is toegezonden. Vanuit de interviews zijn de meest interessante opmerkingen verzameld en geordend naar thema (zie bijlage 2), zodat een overzicht is ontstaan van de belangrijkste thema’s en het terugkomen van bepaalde gedachten.
17
dS+V / Gemeente Rotterdam
Van de interviews die ter voorbereiding van de GDR-sessie onder vertegenwoordigers van de bouwbedrijven zijn gehouden is een document opgesteld waarin de problemen puntsgewijs zijn verzameld (bijlage 5). 3.3.3 GDR-sessie Een Group Decision Room sessie (GDR) is een computerondersteunde brainstormsessie. Het betreft een ruimte met zo’n 15 á 20 computers die onderling verbonden zijn op een netwerk. De software maakt het mogelijk dat alle deelnemers hun bijdrage kunnen invoeren en de bijdrage van de anderen kunnen zien. Groot voordeel is de snelheid waarmee de resultaten kunnen worden getoond aan de groep en ook in stemming kunnen worden gebracht. De resultaten van de stemming stellen de groep in staat snel te besluiten over de consensus die zichtbaar wordt. De GDR-sessie in het kader van dit onderzoek is gefaciliteerd door Digital Port in het World Trade Center van Rotterdam. Een lijst van de deelnemers is opgenomen in bijlage 4b. Van de bouwbedrijven waren zes vertegenwoordigers uit bedrijven van verschillende omvang en projectportefeuille aanwezig. Van bouwtoezicht waren zeven vertegenwoordigers met verschillende specialiteiten binnen de organisatie aanwezig. De eerste ronde bestond uit het genereren van problemen. Hiertoe zijn in de voorbereiding 9 thema’s geformuleerd. Deze thema’s waren op tab-bladen op het beeldscherm zichtbaar voor de deelnemers. Op elk tabblad konden problemen worden ingevoerd. Over de resultaten van de brainstorm is vervolgens gestemd naar urgentie (laag-hoog) op een 6 puntsschaal. De tweede ronde bestond uit het genereren van oplossingen. Hiertoe zijn in de pauze door de begeleiders op basis van de resultaten van de eerste ronde 9 problemen geformuleerd. Deze problemen waren op tab-bladen op het beeldscherm zichtbaar voor de deelnemers. Op elk tabblad konden oplossingen worden ingevoerd. Over de resultaten van de brainstorm is vervolgens gestemd naar realiseerbaarheid (laag-hoog) op een 6 puntsschaal.
Afbeelding 3.1. Voorbeeld beeldscherm tijdens GDR-sessie Foto Leon Erkelens
18
dS+V / Gemeente Rotterdam
4 Partijen, belangen en processen Om in staat te zijn een goed beeld te krijgen van de problemen is een brede inventarisatie gedaan naar de omgeving. Bijlage 3 biedt een overzicht van relevante factoren, actoren en processen en reikt daarmee een structuur aan voor de informatie uit interviews en literatuur. Dit hoofdstuk beschrijft in hoofdlijnen de bevindingen vanuit het vooronderzoek. Allereerst wordt een overzicht gegeven van de meest relevante partijen om vervolgens deze in hun onderlinge verband te analyseren.
§ 4.1 Partijen Opdrachtgever De opdrachtgever is verantwoordelijk en aansprakelijk voor het project als geheel. De kwaliteit en financiering van het project is zijn verantwoordelijkheid. Hij kiest de partijen uit met wie hij wil samenwerken. Tevens bepaalt hij in welke organisatievorm deze samenwerking zal plaatsvinden. Afhankelijk van zijn eigen (vermeende) professionaliteit zal hij werkzaamheden naar zich zelf toe trekken of delegeren. Typen opdrachtgeverschap: - particulier opdrachtgeverschap (Vb: eigen woningbouw) - collectief particulier opdrachtgeverschap (Vb: woongroep) - niet professionele opdrachtgever (Vb: ziekenhuisdirectie) - professionele opdrachtgever (Vb: Vastgoedonderneming) De groep opdrachtgevers is niet bepaald een homogene groep. Zeker bij grote projecten zijn er weleens meerdere opdrachtgevers. Het project voor het Centraal Station kent bijvoorbeeld 5 opdrachtgevers. Tijdens de uitvoering heeft de opdrachtgever zelf een rol langs de zijlijn. De door hem aangewezen opzichter/directievoerder bewaakt de kwaliteit en de voortgang van het project. De wijze waarop de opdrachtgever het toezicht organiseert is van grote invloed op de kwaliteit van het project. Wanneer de opdrachtgever duidelijkheid heeft over het project en de financiering wil hij het liefst direct aan de slag. Wanneer dit niet kan vanwege de termijn die bouwtoezicht heeft voor het controleren van de plannen, levert dat een situatie op die vergelijkbaar is met de frustratie van een levertijd op een aan te kopen product. Architecten De architect is verantwoordelijk voor het maken van een ontwerp. Het is in zijn belang het ontwerp maximaal conform de architectonische uitgangspunten te realiseren en bij voortschrijdend inzicht de wijzigingen te kunnen doorvoeren. In veel projecten voert de architect tijdens de uitvoering de directie. Dit houdt in dat hij de belangen van de opdrachtgever vertegenwoordigd. Bouwondernemer De bouwondernemer is verantwoordelijk voor de uitvoering van het bouwwerk. Binnen de kaders die gesteld zijn door het bestek heeft hij belang in winstmaximalisering door slim toepassen van materialen en uitvoeringstechnieken. Het afgeleide belang, maar zeer bepalend voor de processen tijdens de uitvoeringsfase, is de voortgang van het proces. Adviseur De adviseur is verantwoordelijk voor het deugdelijk uitwerken van een deel van het ontwerp waarop zijn expertise door de opdrachtgever wordt ingezet. De omvang van zijn rol in het proces is afhankelijk van de contractering door de opdrachtgever. Essentieel is de aansluiting op het werk van de andere adviseurs in het project.
19
dS+V / Gemeente Rotterdam
Wheel of dominance Figuur 4.1. geeft aan dat de dominante P A C rol per fase verschuift. In de initiatieffase heeft de opdrachtgever de dominante rol, in de ontwerpfase heeft de architect de dominante rol en in de uitvoeringsfase heeft de aannemer de C C P P A dominante rol. De vraag is natuurlijk of Initiative Design Realisation het ontwerpproces zodanig is ingericht Figuur 4.1. Wheel of dominance; naar Colin Gray 2001 dat de coördinerende rol ook duidelijk is P=Pricipal (opdrachtgever); A=Architect; C=Contractor toegewezen. In de uitvoering komt de (aannemer) coördinerende rol meestal automatisch bij de hoofdaannemer terecht. Deze kan een coördinatiecontract aangaan met de opdrachtgever, waarmee zijn rol ten opzichte van de nevenaannemers helder wordt.
A
Bouwinspecteur De bouwinspecteur is verantwoordelijk voor de gemeentelijke toets en het daarbij behorende toezicht. Het belang van de overheid is primair gelegen in de veiligheid van de constructies, de klimatologische gezondheid van het bouwwerk en de maatschappelijke wenselijkheid van de plannen in termen van welstand en bestemmingsplan. Afnemer De afnemer is verantwoordelijk voor het nakomen van de huur- of koopovereenkomst. In veel gevallen is de opdrachtgever ook de afnemer. In dat geval kan de afnemer veel controle uitoefenen op het uiteindelijke resultaat. Wanneer de afnemer geen rol speelt in het ontwerpen uitvoeringsproces zal hij zijn invloed op een andere wijze moeten uitoefenen.
§ 4.2 Belangen In deze paragraaf zal worden ingegaan op de factor ‘belangen’ als een verbindende schakel tussen de partijen zoals die in de voorgaande paragraaf zijn beschreven en de processen zoals die in de volgende paragraaf aan de orde komen. Voor een goed proces is het belangrijk de verschillende belangen goed in beeld te hebben. Vaak leeft er bij de partijen geen goed beeld van de belangen van de andere partijen. Er is behoefte aan een goede afstemming van de belangen. Zo heeft het bijvoorbeeld vanuit het belang van de ontwikkelende partij veelal de voorkeur dat een investeringsbeslissing zo laat mogelijk wordt genomen. Vanuit het belang van bouwtoezicht is het eerder wenselijk dat er zoveel mogelijk duidelijkheid bestaat, ruimschoots voordat gestart kan worden met de realisatie. (Deel)gemeente Omwonenden Bouwinspecteur
Opdrachtgever
Gebruiker
Projectmanager Architect Adviseur
Bouwondernemer Onderaannemers
Belangen bouwtoezicht Wel: - Veiligheid - Gezondheid - Maatschappelijke wenselijkheid Niet: - Kostenbeheersing - Tijdsbeheersing
Leverancier
Figuur 4.2. Krachtenveld bouwproject
Omdat belangen niet altijd met elkaar in overeenstemming zijn, is het goed de actoren helder in beeld te hebben in relatie tot hun belangen met het project. Daartoe is een krachtenveldanalyse een goed hulpmiddel. Figuur 4.2. toont het krachtenveld van een bouwproject van enige omvang. De genoemde actoren zijn in de werkelijke situatie nog op te delen in meerdere organisaties en personen. Gekeken naar de belangenverschillen vertegenwoordigen de actoren in dit model wel de diverse belangen. De belangen van
20
dS+V / Gemeente Rotterdam
bouwtoezicht verschillen met die van marktpartijen in de nadruk die voor bouwtoezicht ligt op de veiligheid, klimatologische gezondheid en maatschappelijke wenselijkheid. Grofweg is in het krachtenveld een tweedeling te maken op basis van de nadruk op deze drie aspecten tegenover nadruk op kosten- en tijdsbeheersing. Deze tweedeling valt tevens samen met de aansprakelijkheid in geval van calamiteiten. Bouwtoezicht is niet aansprakelijk. Op basis van de interviews met sleutelpersonen die zijn gehouden in het kader van de casusstudie, is een belangenkaart (Tabel 4.1.) gemaakt die van de belangrijkste actoren de primaire belangen weergeeft. Deze tabel biedt tevens een overzicht van de partijen die in de voorgaande paragraaf werden beschreven. Belanghebbende Opdrachtgever
Rol Eindverantwoordelijke
Architect
Ontwerper
Bouwbedrijf
Uitvoering bouwproject
Constructeur Bouwinspecteur
Specialist constructies Toetsing en Toezicht
Gebruiker
Gebruiken
Primaire Belang Realisatie van het project conform de gewenste kwaliteit binnen de kaders van tijd en budget Realisatie van het project conform architectonische visie Realisatie van het project binnen de randvoorwaarden met maximale winst Realisatie van een goede constructie Realisatie van het project conform de bouwregelgeving Realisatie van het project met maximale kwaliteit
Tabel 4.1. Belangenkaart bouwproject
Door de wijze waarop de bouworganisatie is vormgegeven zijn de primaire belangen van de partijen gecultiveerd. Met name is dit sterk te zien bij de bouwbedrijven, die door de wijze van aanbesteden binnen de bouwwereld een cultuur hebben die gericht is op concurrentie op prijs. De perceptie van belangentegenstellingen in een bouwproject zijn sterk cultuurbepaald.
§ 4.3 Processen Elke partij die is betrokken bij het realiseren van een fysiek project heeft zijn eigen werkprocessen. In relatie tot de probleemstelling van dit onderzoek is vooral het verschil in de processen van bouwtoezicht ten opzichte van de processen van de marktpartijen relevant. Daarom worden de volgende processen nader bekeken: - het ontwerpproces - het bouwproces - het toetsingproces - het toezichtproces Het ontwerpproces en het bouwproces zijn de verantwoordelijkheid van de marktpartijen. Het toetsingsproces met het daarbij behorende toezichtproces is de verantwoordelijkheid van bouwtoezicht. In dit hoofdstuk worden allereerst de karakteristieken van deze processen beschreven. Vervolgens wordt het ongestoorde proces van de interactie tussen het ontwerpen bouwproces aan de ene kant en het toets- en toezichtproces aan de andere kant. Dat dit proces niet altijd ongestoord verloopt wordt daarna uiteengezet om tot slot het gestoorde proces te beschrijven. 4.3.1 Ontwerp- en Bouwproces In de bouwwereld is veel discussie over de muur tussen ontwerp en uitvoering. Nieuwe bouworganisatievormen en contractvormen doen pogingen het ontwerpproces en het bouwproces te integreren. Naast het feit dat de bouwwereld traditioneel is, zijn er ook kenmerkende eigenschappen van beide processen die enigszins onverenigbaar lijken te zijn. Het ontwerpproces kenmerkt zich door onzekerheid. Dit betreft de uiteindelijke verschijningsvorm, de samenwerking van de partijen, de financiering en omgevingsaspecten. Het bouwproces verlangt echter zekerheid. Het bouwproces is een machine die nauwelijks
21
dS+V / Gemeente Rotterdam
nog ruimte geeft tot heroverwegingen. De planning van bouwactiviteiten in relatie tot de inkoop maken veranderingen aan het ontwerp in dit proces zeer duur. Tevens wordt de onverenigbaarheid onderstreept door het feit dat ontwerp en uitvoering door verschillende partijen worden uitgevoerd. Bedrijfsmatig en ook wat betreft de competenties zijn ontwerp en uitvoering zo verschillend dat de muur historisch gegroeid is. Uit interviews is naar voren gekomen dat er een trend zichtbaar is waarbij steeds meer ontwerpwerk bij het bouwbedrijf komt te liggen als deel van de aannemersovereenkomst. Dit is verbeeld in figuur 4.3.. Hierin is te zien dat de werklast van de voorbereiding tijdens de uitvoering ten opzichte van de traditionele verhoudingen is verschoven. Bij aanvang van de uitvoering kan dit dus tot problemen leiden. Afgezien van de (on)wenselijkheid van deze trend kan worden gesteld dat dit een nieuwe onwennige situatie is voor de bouwbedrijven, waarop zij nog onvoldoende zijn ingespeeld.
Trend VOORBEREIDING Tijd Productie
UITVOERING
Figuur 4.3. Illustratie trend in verdeling werklast Bron: interview met dhr. Van Doorn van Prc
In de bouwwereld is er een aanzienlijke consensus over de fasen die te onderscheiden zijn in het tot stand brengen van een bouwwerk. De Stichting Bouwresearch in Rotterdam heeft in veel van haar publicaties gewerkt aan het nader preciseren van deze fasen. De meest recente indeling kent 15 fasen. Deze zijn hieronder benoemd.
sloop
SLOOP 14
13b
her ontwikkeling
renovatie
BEHEER 13a
12
gebruik
11
oplevering
uitvoering
REALISATIE 10
werkvoor bereiding
9
prijsvorming
bestek
UITWERKING 7 8
6
definitief ontwerp
voorlopig ontwerp
ONTWERP 5
4
structuur ontwerp
3
project definitie
haalbaar heidsstudie
PROGRAMMA 2
initiatief
1
Figuur 4.4. Fasen van het bouwproces Bron: SBR 2002
4.3.2 Toetsingproces De ontwerpers en uitvoerders zouden waarschijnlijk prima resultaten kunnen realiseren zonder vergunning. Tegelijkertijd begrijpt iedereen het nut en de noodzaak van vergunningen. Het is de wijze waarop de samenleving controle uitvoert op de activiteiten die worden ontwikkeld om onwenselijke ontwikkelingen te voorkomen en de veiligheid te garanderen. Voor de bouwvergunning zijn dit de juridisch-planologische toets (bestemmingsplan), de welstandstoets en de toets aan bouwregelgeving uit bouwbesluit, woningwet en bouwverordening. In de ontwerpfase van een project kunnen vooral de juridisch-planologische toets en de welstandstoets tot vertragingen leiden. Om vroeg deze processen in gang te zetten wordt in Rotterdam de mogelijkheid geboden een informatieplan in te dienen. In Rotterdam wordt hard gewerkt aan het versnellen van deze procedures en ook aan het beter integreren van hieraan gerelateerde aspecten in het ontwerpproces. Stedenbouwkundige plannen worden bijvoorbeeld voorzien van een welstandsparagraaf, waarin de randvoorwaarden vanuit het oogpunt van welstand worden uitgezet. Voor plannen binnen de bestaande stad is een welstandsnota op internet beschikbaar die duidelijkheid schept omtrent de welstandseisen voor een bepaald gebied.
22
dS+V / Gemeente Rotterdam
De toets aan bouwregelgeving wordt uitgevoerd binnen 13 weken na indiening van de bouwaanvraag. Het is de verantwoordelijkheid van de aanvrager om het bouwplan in overeenstemming te laten zijn met het bouwbesluit, de woningwet en de bouwverordening. Advies en informatie hiertoe kan de aanvrager ontvangen bij de afdeling Bouwtoezicht. Wanneer de aanvrager van plannen van minder dan € 100.000 dit goed uitvoert zal dit geen problemen leveren. Bij grotere projecten wordt alles meer gespreid. Voor de indiening is naar aanleiding van het informatieplan over het algemeen al het een en ander aan de orde gekomen. De vergunningverlening van grote/complexe projecten is op basis van tekeningen en berekeningen van het definitief ontwerp afgegeven. Met betrekking tot bijvoorbeeld de constructie is op dat moment nog onvoldoende duidelijk of de vereiste kwaliteit volgens de normen wordt waargemaakt. Daarom wordt deze vergunning onder voorwaarden afgegeven. Tijdig gedurende het proces dienen de tekeningen en berekeningen van de delen te worden ingediend ter goedkeuring. Certificering Belangrijk aspect is de kwaliteit in de bouwwereld. In vergelijking met andere industrieën heeft de bouw een zwakke kwaliteitsbeheersing. Er worden veel fouten geaccepteerd van de leveranciers. Het is goed te kijken naar kwaliteitssystemen en de plaats van certificering daarin. De certificering is geen garantie op kwaliteit, maar wel een instrument om op kwaliteit te sturen. Naar aanleiding van de resultaten van een VROM-project over bouwregelgeving heeft de staatssecretaris van VROM onder meer de beleidsintentie geuit om procescertificering van ontwerpers, bouwers en controlebureaus via de Woningwet te erkennen als alternatief voor de controles en het toezicht op de naleving van de voorschriften van het Bouwbesluit, uitgevoerd door het gemeentelijk bouwtoezicht. In een onderzoek in opdracht van RRBouw [Visscher, 1998] zijn de argumenten voor en tegen een dergelijke ontwikkeling geïnventariseerd, zijn de concepten voor de uitwerking van de certificering verkend en zijn voorstellen gedaan om een verdere uitwerking te geven aan de ontwikkeling. Er is dus een ontwikkeling waarbij de verantwoordelijkheid voor de toetsing komt te liggen bij een marktpartij. 4.3.3 Toezichtproces Het toezicht op de realisatie van het bouwplan conform bestek en tekeningen is een bepalende factor voor het bereiken van de gewenste kwaliteit. In de casus was het toezicht op verschillende wijzen georganiseerd. De onderstaande opsomming is afgeleid uit de casussituatie. - Dagelijks toezicht door bouwbedrijf Noodzakelijk voor de voortgang van het project is dat het bouwbedrijf zelf de kwaliteit van de uitvoering volgt. - Directievoering door opdrachtgever De belangenbehartiging voor de opdrachtgever tijdens de uitvoering is georganiseerd middels het voeren van de directie. - Dagelijks toezicht door projectmanagementbureau Wanneer de opdrachtgever voor het project een bouwmanagementbureau heeft ingeschakeld, zal dit bureau vanuit haar gedelegeerd opdrachtgeverschap het toezicht organiseren. - Buitencontrole door adviseur Vanuit zijn verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van de uitvoering van zijn bijdrage kan de adviseur overgaan tot het uitvoeren van buitencontroles. De praktijk in Nederland van dit moment laat zien dat de adviseur deze controles vrijwel alleen uitvoert wanneer hij hiervoor door de opdrachtgever expliciet opdracht krijgt. - Buitencontrole door Bouwtoezicht Vanuit de verantwoordelijkheid de veiligheid van de bouw en bouwwerken te garanderen voert de afdeling Bouwtoezicht buitencontroles uit. Deze controles worden steekproefsgewijs uitgevoerd. De invulling van het toezicht is in sterke mate afhankelijk van projectspecifieke eigenschappen en de professionaliteit van de opdrachtgever.
23
dS+V / Gemeente Rotterdam
Buitencontroles In de huidige praktijk van de afdeling Bouwtoezicht is het gezien de capaciteit moeilijk om de benodigde buitencontroles uit te voeren. Aangezien de vergunningen aan termijnen zijn gebonden en met betrekking tot de buitencontroles geen verplichtingen bestaan, staan bij hoge werkdruk de buitencontroles onder druk. Door het scheiden van binnen- en buitendienst met de reorganisatie en het op landelijk niveau opstellen van buitencontrole protocollen wordt verwacht dat de afdeling in staat zal zijn meer buitencontroles te kunnen uitvoeren. Het landelijk toezichtprotocol op initiatief en in eigendom van de vereniging Bouw- en Woningtoezicht wil meer uniformiteit in de buitencontroles tot stand brengen. Dit is weergegeven in een toezichtmatrix (bijlage 7). Deze geeft in de sectoren wonen, publiek, bedrijf en overig aan wat de diepgang (steekproef, snel, hoofdaspecten, representatief, geheel) van de betreffende controle moet zijn. De drie categorieën per sector zijn projecten tot 100.000 euro, 100.000-1000.000 en groter dan 1.000.000. Er zijn in de toezichtmatrix 5 fasen gedefinieerd: aanloop, onderbouw, bovenbouw, gevel/dak, afbouw.
§ 4.4 Rol Bouwtoezicht Het is de rol van bouwtoezicht om excessen op te sporen [Van Eekelen, 17 februari 2005], waarbij het nadrukkelijk niet de bedoeling is dat bouwtoezicht deel wordt van het proces. Uit de praktijk zijn meerdere voorbeelden naar voren te halen waarin de gezamenlijke blindheid voor optredende fouten tot problemen hebben geleid. Een echte buitenstaanderpositie is zeer belangrijk om dit probleem te voorkomen. Dit is een notie die onderstreept dat de interactie van de controle door bouwtoezicht met het bouwproces veel aandacht verdient.
renovatie
gebruik
Archivering
brandveidigheid
Buitencontrole
oplevering
bouwfysica
constructie
algemeen
behandeling aanvraag
facturatie
intake
Toezicht
Technische toets
Toetsing en Toezicht
SLOOP 14
13b
sloop
BEHEER 13a
12
her ontwikkeling
11
uitvoering
prijsvorming
bestek
Aanvraag informatieplan
REALISATIE 10
werkvoor bereiding
definitief ontwerp
9
Ontwerp- en uitvoeringsproces
Vooroverleg startvergadering
UITWERKING 7 8
6
voorlopig ontwerp
ONTWERP 5
4
structuur ontwerp
3
project definitie
haalbaar heidsstudie
PROGRAMMA 2
initiatief
1
Figuur 4.5. Afstemming van de processen
4.4.1 Interactie Met de vergunningverlening wordt de aanvraagfase afgerond. Dit moment valt over het algemeen ergens in de bestekfase van het bouwproces. Het grijze gebied van interactie dat volgt op de vergunningverlening wordt in dit rapport de interactiewolk genoemd. De indiening van de nadere gegevens en bescheiden dienen binnen het kader van de vergunning te vallen. Een ontwerp ondergaat na vergunningverlening nog diverse wijzigingen. De verleende vergunning is nodig voor de opdrachtgever om de investeringen in het uitwerken van het ontwerp te kunnen doen. Het risico om al die ontwerpinvesteringen te doen, nog voordat de goedkeuring voor de bouwplannen vanuit de gemeente wordt verleend, is veelal te groot. De discussie die kan ontstaan betreft de vraag of het gewijzigde ontwerp binnen de gestelde eisen blijft en in de geest van de vergunning is uitgevoerd.
24
dS+V / Gemeente Rotterdam
Er is een aantal zaken te noemen waarom het belangrijk is om wijzigingen in het ontwerp te kunnen doorvoeren. De onderstaande 5 punten zijn in de interviews bij herhaling aan de orde gekomen: - uitvoeringstechnische overwegingen - integratie van de bijdrage van leveranciers - goedkopere oplossingen - corrigeren geconstateerde ontwerpfouten - ontwerpwijzigingen vanuit voortschrijdend inzicht De flexibiliteit van de vergunningverlener zal afhankelijk zijn van de wenselijkheid van de betreffende wijzigingen. Bij elk van de punten kan gevraagd worden of het een acceptabele verslechtering is of een wenselijke verbetering.
Nagekomen stukken Bezuinigingen Uitvoeringstechnische overwegingen Integratie leveranciers Corrigeren ontwerpfouten Voortschrijdend inzicht interactiewolk Meting Buitencontroles Oplevering
Vergunning Figuur 4.6. Interactiewolk
In het geval van een onwenselijke en onacceptabele situatie heeft de bouwinspecteur diverse instrumenten tot zijn beschikking. In de praktijk worden de zware instrumenten zoals stillegging van het bouwwerk nauwelijks gehanteerd omdat de procedure vrij complex is en voor bouwtoezicht het risico bestaat dat een onterechte stillegging tot claims leidt. Veel van de wijzigingen kunnen de aandacht van de bouwinspecteur ontgaan. Op een strategische wijze probeert hij zekerheid te krijgen omtrent de uitvoering van het project. In de eerste plaats door middel van de toetsing van nagekomen stukken. In de tweede plaats door middel van buitencontroles. Het ongestoorde proces De nu volgende beschrijving van het ongestoorde proces is vanuit het perspectief van het toetsing- en toezicht proces. Elk kopje bevat een fase uit het toetsproces en het bouwproces. In principe is het ongestoorde proces zeer eenvoudig, omdat daarbij de vooronderstelling wordt gedaan dat de tekeningen en berekeningen kwalitatief voldoende zijn en tijdig. De rol van bouwtoezicht is in dat geval vrijwel puur administratief van aard. Vooroverleg – initiatief De opdrachtgever (bijvoorbeeld vertegenwoordigd door de architect) stelt de gemeente op de hoogte van de bouwplannen en informeert naar de aandachtspunten met betrekking tot de vergunning. De gemeente geeft voorlichting en adviezen aan de opdrachtgever over de aandachtspunten en procedures. Informatieplan – VO Het informatieplan is een instrument waarmee het vooroverleg wordt geformaliseerd. Doel is in een zo vroeg mogelijk stadium voor de ontwikkelaar kosteloos de juridisch planologische inpassing en het oordeel van welstand te achterhalen. De gemeente is in het ideale geval in staat op basis van dit informatieplan toezeggingen te doen over de inpassing in het bestemmingsplan en de acceptatie van de welstandscommissie. Een definitieve uitspraak volgt op een officiële eerste fase bouwaanvraag. Aanvraag – DO Bij de reguliere bouwaanvraag worden de vereiste tekeningen en berekeningen ingediend conform het Besluit indieningsvereisten aanvraag bouwvergunning (Biab) . Binnen 13 weken reageert bouwtoezicht Rotterdam. De vergunningverlener is het toegestaan om een aanvraag te verdagen wanneer er sprake is van strijdigheden. Dit betreft bijvoorbeeld de constatering van het ontbreken van eenduidigheid in de aangeleverde tekeningen, waardoor geen helderheid bestaat over het plan. Een beslissing op een aanvraag kan ook worden aangehouden. Hiervoor bestaan verschillende gronden zoals bijvoorbeeld het ontbreken van een monumentenvergunning of een ernstige verontreiniging. [SBR,2002, p.31 schema 4]. Door aanhoudingen kan dit deel
25
dS+V / Gemeente Rotterdam
van het proces lang duren. Wanneer alles correct wordt uitgevoerd zal de noodzaak van de te doorlopen procedures voor alle partijen begrijpelijk zijn. Vergunning – Bestek en Tekeningen De vergunning is verleend en geeft aan welke aanvullende tekeningen en berekeningen moeten worden ingediend. Nagekomen stukken – Werktekeningen Geplande start uitvoering In de vergunning onder voorwaarden wordt aangegeven op welke punten nader tekeningen en berekeningen moeten worden ingediend alvorens tot uitvoering mag 3 weken worden overgegaan. De stappen en termijnen zijn in figuur 4.7. weergegeven. Het ongestoorde proces laat een rustig goedkeuring Oordeel Uitvoering Nagekomen beeld zien waarin 3 weken voor uitvoering BT stukken de nagekomen stukken bij bouwtoezicht afkeuring worden ingediend. Vervolgens zal Oplossingsgericht - Algemeen Sancties wanneer bouwtoezicht (in de meeste gevallen OBC) - Constructief toch met uitvoering overleg de ingediende tekeningen en berekeningen - Bouwfysisch wordt gestart zonder Brandpreventief goedkeuring steekproefsgewijs toetsen. Dit zal zonder twijfel tot enige opmerkingen van de kant Figuur 4.7. Procesmodel nagekomen stukken van bouwtoezicht leiden, maar wanneer de kwaliteit van het geleverde werk en de vergunning goed is (zoals in het ongestoorde proces) dan leidt dit niet tot grote verassingen en zal de uitvoering na verwerking van de opmerkingen doorgang kunnen vinden. Buitencontrole – Uitvoering Tijdens de uitvoering voert Bouwtoezicht buitencontroles uit. Dit gebeurt op basis van een toezichtprotocol. Dit protocol is vooraf vastgesteld op basis van de projecteigenschappen en de prioriteit van Bouwtoezicht. Het gestoorde proces De beschrijving van de interactiewolk geeft aan dat er in het proces sprake is van veel dynamiek. Daarom is het ook niet verbazingwekkend dat uit interviews naar voren komt dat in de praktijk de beschrijving van het ongestoorde proces niet overeenkomt met de werkelijkheid. Ook de resultaten van de GDR-sessie geven een goed inzicht in de problemen die ontstaan. Deze paragraaf gaat kort in op de kern van de verstoring en volgt daarbij dezelfde indeling als de beschrijving van het ongestoorde proces. Vooroverleg – initiatief De procesgang van een bouwproject in relatie tot bouwtoezicht kan al vroegtijdig verstoord raken wanneer bouwtoezicht niet vroeg genoeg wordt betrokken. Dit is in de meeste gevallen een nalatigheid van de kant van de opdrachtgever. Toch moet hier ook gedacht worden aan nalatigheid van de kant van stedenbouwkundigen van de gemeente zelf, die in hun planontwikkeling niet altijd gebruik maken van de kennis over bouwregelgeving bij bouwtoezicht. Informatieplan – VO Oordeelvorming op basis van het informatieplan is voor veranderingen vatbaar en er kunnen onvoldoende rechten aan worden ontleend. Verantwoordelijkheden, afspraken en perceptie worden niet op papier vastgelegd. Hierdoor is het risico dat er wordt afgeweken van de toezeggingen naar aanleiding van het informatieplan te groot. Aanvraag – DO De druk om vergunningen te verlenen is groot. Zeker wanneer er politieke aspecten een rol spelen. Niet altijd is de informatie voldoende om een vergunning te kunnen verlenen. Vergunning – Bestek en Tekeningen Wanneer de vergunning door de marktpartijen wordt geïnterpreteerd als een bewijs dat de plannen geheel akkoord zijn voor bouwtoezicht zal dit in de uitvoering tot problemen kunnen leiden op het moment dat er wordt afgeweken van de bouwregelgeving.
26
dS+V / Gemeente Rotterdam
Nagekomen stukken – Werktekeningen De nagekomen stukken moeten bouwtoezicht inzicht geven hoe de onderdelen daadwerkelijk zullen worden uitgevoerd. In de praktijk blijkt dat deze informatie zeer kort voor de uitvoering van het onderdeel beschikbaar is en daardoor blijft er in de regel onvoldoende tijd over voor bouwtoezicht om te toetsen. Veel opmerkingen die bouwtoezicht plaatst bij de nagekomen stukken zouden feitelijk eerder in het proces aan de orde moeten komen. Buitencontrole – Uitvoering In algemene zin neemt het toezicht op de bouwplaats af, waardoor het voor bouwtoezicht lastiger is vertrouwen te hebben in een goede uitvoering. Dit gaat verkeerd wanneer bouwtoezicht niet tijdig wordt geïnformeerd over de wacht- en bijwoonpunten en wanneer de rol van bouwtoezicht voor marktpartijen niet helder is.
§ 4.5 Conclusie en thema’s Conclusie Met betrekking tot de rol van bouwtoezicht kan worden geconcludeerd dat een goede afstemming van het ontwerp- en bouwproces op het proces van toetsing en toezicht door de gemeente bij grote projecten onvoldoende tot stand komt. Beantwoording van de eerste drie onderzoeksvragen onderbouwen deze conclusie. Onderzoeksvraag 1 Welke partijen spelen een rol? In dit hoofdstuk is een overzicht gegeven van de belangrijkste partijen en hun belangen. De aandacht gaat vooral uit naar de bouwondernemer en het gemeentelijk bouwtoezicht. In hun onderlinge relatie heeft bouwtoezicht er belang bij dat ze tijdig en volledig wordt geïnformeerd. De bouwondernemer heeft er belang bij dat de voortgang van het project niet in gevaar komt. Onderzoeksvraag 2 Wat zijn de relevante processen? In paragraaf 4.3. zijn de globale processen genoemd en beschreven. De dynamiek van het ontwerp- en bouwsproces verschilt duidelijk van het normatieve karakter van het proces van toetsing en toezicht. Met betrekking tot het proces na vergunningverlening tot en met oplevering is naar voren gekomen dat er duidelijkheid bestaat over het ongestoorde proces. Het interactieproces is echter bij grote projecten zelden ongestoord. Zonder procesmatige aanpak ontstaat hierin geen eenduidig beeld. Onderzoeksvraag 3: Wat is de rol van bouwtoezicht in het ontwerp- en bouwproces? In paragraaf 4.4. is aangegeven dat bouwtoezicht een buitenstaanderspositie inneemt. Bij het ongestoorde proces heeft dit een administratief en adviserend karakter. In de interactiewolk van grote projecten leidt de verstoring van het proces tot een complexe rol voor bouwtoezicht. Relatief laat in het proces ziet zij zich genoodzaakt sanctionerend op te treden. Thema’s In de voorbereiding van de GDR-sessie zijn 7 interviews met enquête gehouden onder vertegenwoordigers van de deelnemende bouwbedrijven. Onder bouwinspecteurs is eenzelfde enquête gehouden. Tevens zijn op basis van de resultaten wederzijds de ervaren problemen in een aantal kernpunten samengevat. Deze geformuleerde aandachtspunten zijn na te lezen in bijlage 6. Vanuit al het verzamelde materiaal (interviewverslagen, brieven, literatuur, verslagen, casus) zijn ter structurering van de GDR-sessie 9 thema’s gekozen. Deze thema’s vormen de kapstok van de probleemanalyse die tot stand is gekomen door middel van de GDR-sessie. - Gedrag i.r.t. Constructieve veiligheid Dit thema vloeit voort uit het primaire belang van bouwtoezicht en de problemen die zich juist hierin voordoen tussen vergunningverlening en oplevering. Zowel vanuit bouwtoezicht als vanuit constructeurs, bouwbedrijven en architecten worden - Rolverdeling Marktpartijen (opdrachtgever, architect, aannemer, constructeur) Dit thema vloeit voort uit de spanningen die bestaan tussen de verschillende partijen en het schuiven met de verantwoordelijkheden.
27
dS+V / Gemeente Rotterdam
-
-
-
28
Coördinatie Dit thema vloeit voort uit de constateringen dat de processen onvoldoende lijken ingericht op de zwaardere coördinatietaken vanwege de toenemende complexiteit in de bouw. Tekeningen en Berekeningen Dit thema vloeit voort uit de constatering dat de kwaliteit van de tekeningen en berekeningen te vaak onvoldoende is. Ook de overeenstemming tussen tekeningen en berekeningen blijkt een probleem. Bouwfysische aspecten Dit thema vloeit voort uit het belang van bouwtoezicht aangaande de gezondheid van het binnenklimaat. Juist in de uitvoering worden de prestatie-eisen met betrekking tot bouwfysica wel of niet gerealiseerd. Tijdigheid Dit thema vloeit voort uit de constatering dat er onvoldoende tijd wordt uitgetrokken voor de werkzaamheden die moeten worden verricht. Vertrouwen Dit thema vloeit voort uit de opmerkingen van velen dat verandering in de bouw moet komen van een groeiend onderling vertrouwen. Wacht- en bijwoonpunten Dit thema vloeit voort uit de problemen met koppeling van het tekenwerk met de uitvoering van een project in relatie tot het toezicht. Brandveiligheid Dit thema vloeit voort uit het primaire belang van bouwtoezicht met betrekking tot veiligheid. Uit de inventarisatie onder bouwbedrijven is duidelijk naar voren gekomen dat er nog vrij veel onvrede bestaat over de communicatie over de eisen van de brandweer.
dS+V / Gemeente Rotterdam
5 Problemen De beschrijving van het gestoorde proces in het vorige hoofdstuk is een abstractie van de situaties die bouwinspecteurs regelmatig tegenkomen. In dit hoofdstuk worden de problemen allereerst door het geven van voorbeelden geïllustreerd, zodat een goed beeld ontstaat van het probleem, hoe erg het is en voor wie. Vervolgens worden resultaten van de GDR-sessie weergegeven in de vorm van een Top 9 van geconstateerde problemen.
§ 5.1 Voorbeelden Toets lasverbinding Volgens de norm NPR 2053 is het vereist dat een las tussen wapeningsstaal en constructiestaal wordt getoetst. Omdat een dergelijke las in het werk wordt gerealiseerd geven berekeningen geen uitsluitsel over de kwaliteit van de verbinding. Vervolgens is correctie naderhand niet mogelijk omdat de verbinding ingestort wordt. In het betreffende project was sprake van een dergelijke situatie en werd door bouwtoezicht de toets geëist. Dit kwam voor de aannemer en de constructeur als een verrassing. Deze toets wordt namelijk zelden geëist. Bouwtoezicht wilde niet dat op dit punt de lassen in beton zouden worden gestort zonder deze toets. In afwachting van de resultaten van de toets is de uitvoering van het bouwdeel vrijwillig stilgelegd. Tot ieders geruststelling bleek de verbinding te voldoen. Het probleem voor bouwtoezicht in deze situatie is het feit dat zonder hun controle de betreffende las ongetoetst zou zijn ingestort, waarmee feitelijk een risico wordt genomen met betrekking tot een cruciaal onderdeel van de constructie. Het probleem voor de constructeur in deze situatie is het gezichtsverlies in de richting van de opdrachtgever. De confrontatie met een tot dan toe voor hen onbekende norm is een onplezierige verassing. Het probleem voor de aannemer is gelegen in het feit dat het een wijziging in de planning vraagt, terwijl er gebaseerd op eigen kennis en ervaring een goede kwaliteit wordt gerealiseerd. Administratieve complexiteit In de aanvullende voorwaarden worden tekeningen en berekeningen gevraagd ter toetsing. Deze dienen drie weken voor uitvoering van het betreffende bouwdeel te worden ingediend. Dat lijkt heel eenvoudig te realiseren. Een project van aanzienlijke omvang is echter complex. De hoofddraagconstructie is gemaakt door de constructeur. Vervolgens worden onderdelen uitgewerkt door constructeurs en leveranciers van de aannemer. De communicatie van de aannemer met de leveranciers is direct. De coördinatie van de tekeningen onderling met de constructeur is moeilijk. De controle en zending aan bouwtoezicht wordt in veel gevallen het doorsluizen van de tekeningen. Omdat bouwtoezicht niet diep in het bouwproces zit, is het moeilijk de besluitvorming van wijzigingen te volgen. Het betreft al snel 400 á 500 nagekomen stukken die afkomstig zijn van vele verschillende partijen. Voor bouwtoezicht is het welhaast ondoenlijk om het overzicht te behouden. Tekeningen en berekeningen worden niet altijd gelijktijdig ingediend. Uit een overzicht van goedgekeurde en openstaande bouwkundige tekeningen aan bouwtoezicht blijkt dat veel tekeningen bij bouwtoezicht blijven liggen. Het probleem voor bouwtoezicht is de onvolledige en late indiening van de stukken. Toetsing is hierdoor niet goed mogelijk en in sommige situaties ook mosterd na de maaltijd. Het probleem voor de aannemer is de bedreiging van de voortgang van het bouwproces. Het probleem voor de constructeur ligt in de dynamiek van het bouwproces in relatie tot het verzenden van definitieve versies aan bouwtoezicht. Energieprestatie Bij de vergunning is ook een energieprestatieberekening geleverd op basis van het definitief ontwerp. Deze berekening is dus gebaseerd op het ontwerp voordat een bezuinigingsronde naar aanleiding van de aanbestedingsprocedure heeft plaatsgevonden. In de praktijk doen zich situaties voor waarbij in de uitvoering een goedkopere glassoort met een lagere isolatiewaarde wordt toegepast zonder de consequenties van deze beslissing op de EPN berekening naar bouwtoezicht terug te koppelen. Het probleem voor bouwtoezicht is hierbij dat de uitvoering afwijkt van de vergunning en de normen niet worden gehaald. Het probleem voor de eindgebruiker is gelegen in hogere gebruikskosten en vermindering van comfort.
29
dS+V / Gemeente Rotterdam
§ 5.2 Top 9 problemen De GDR-sessie kende een focus op verantwoordelijkheid van de partijen in het bouwproces met betrekking tot de risico’s voor de veiligheid. Ontwikkelingen in de rol van verzekeringsmaatschappijen (bijvoorbeeld in relatie tot de brandveiligheid), risicomanagementbureau’s en gecertificeerde instellingen zijn niet aan de orde geweest. Naar aanleiding van de problemen die bij de thema’s zijn ingevoerd en de urgentie die hieraan is gegeven door de deelnemers is een top 9 van problemen gedefinieerd. Bijlage 8a toont het bronmateriaal van Probleem 6 (P6). De getallen tussen haakjes toont de urgentie die aan het probleem is toegekend op een schaal van 6. Hieronder volgt de Top 9 met een korte toelichting. P1. Ontbreken coördinator constructies (5.1) Slechte afstemming over de onderlinge samenhang van bouwdelen is slecht voor de veiligheid van een project. Het ontbreken van een coördinator constructies bij een bouwproject wordt hierin als een kernprobleem gezien. De urgentie van dit probleem wordt door de deelnemers van bouwtoezicht vrijwel unaniem als hoog aangegeven, terwijl de bouwbedrijven hierover verdeeld zijn. P2. Last minute wijzigingen opdrachtgever (5.3) De problemen door wijzigingen laat in het proces zorgen voor verstoringen die negatieve invloed hebben op de bouwveiligheid. Zeker ook omdat de bouwtijd al krap is. Meer dan de deelnemers van de bouwbedrijven zien de deelnemers van bouwtoezicht problemen in het concurreren op bouwtijd bij de aanbesteding. P3. Miscommunicatie en fouten (4.7) Niet iedereen werkt tegelijkertijd met dezelfde informatie, waardoor fouten ontstaan. P4. Te late indiening tekeningen berekeningen (5.2) De wederzijds afgesproken termijnen en producten worden vaak niet gehaald, waardoor de uitvoering vooruit loopt op het controlewerk. Bouwtoezicht ziet een groot probleem in de dominantie van de markt en een marginalisering van hun eigen rol, dit wordt slechts door een deel van de bouwbedrijven onderschreven. P5. Onvoldoende besef/kennis bouwfysische aspecten (4.7) Het ontwikkelen van kennis en bewustzijn over het belang van bouwfysische aspecten voor de klimatologische gezondheid van de gebruikers krijgt onvoldoende aandacht. P6. Wijzigingen brengt tijdigheid in gevaar (4.8) In planningen is weinig ruimte voor wijzigingen. De tijd die dan voor de toetsing door bouwtoezicht overblijft is zeer klein. Of dit een probleem is wordt door bouwbedrijven verschillend beoordeeld. Voor bouwtoezicht is dit wel duidelijk een probleem. P7. Onduidelijkheid verwachtingen rol BT (4.7) De inzet die verwacht mag worden van bouwtoezicht is niet helder. Mogelijk wordt te veel vertrouwd op het toezicht door bouwtoezicht. De perceptie van bouwtoezicht dat zij bijna de taak van de opzichters overneemt wordt niet onderschreven door de bouwbedrijven. P8. Ontbreken startoverleg (5.0) Goede afspraken over controlemomenten zijn moeilijk te maken zonder daarvoor rond de tafel te gaan zitten. P9. Willekeur brandweereisen (4.8) In de praktijk verstoren aanvullende eisen van de brandweer het uitvoeringsproces en wordt hierin willekeur ervaren. Dit probleem leeft vooral bij de bouwbedrijven. De conclusies die op basis van deze probleemidentificatie kunnen worden getrokken worden beschreven in de volgende paragraaf.
§ 5.3 Conclusie Door de problemen heen is een aantal rode lijnen te volgen die te maken hebben met communicatie, de rol van de opdrachtgever, de betrokken (keten)partijen en de afspraken die gemaakt worden. Belangrijk is dat voor deze problemen een gezamenlijk bewustzijn ontstaat
30
dS+V / Gemeente Rotterdam
voor de richting waarin de oplossingen, soms vanuit het perspectief van de keten gezocht moeten worden. Onderzoeksvraag 4:
Welke problemen treden er op tussen bouwtoezicht met de ontwikkelende partijen ná vergunningverlening? De voorbeelden in paragraaf 5.1. illustreren de moeizame afstemming tussen bouwtoezicht en ontwikkelende partijen. De problemen in die afstemming zijn samengevat in een top 9 van problemen. Deze zijn beschreven in paragraaf 5.2. Onderzoeksvraag 5: Wat zijn de oorzaken van de problemen? De problemen zoals beschreven in dit hoofdstuk zijn feitelijk de deelproblemen van het overkoepelende probleem in de probleemstelling. De oorzaak ligt deels in het bouwproces waarop bouwtoezicht geen invloed heeft en deels in de rol van bouwtoezicht. In de eerste plaats is het de dynamiek van het bouwproces waarin niet alle wijzigingen procesmatig goed worden ingepast. Hierdoor ontstaan veel van de genoemde problemen. Vervolgens heeft de onduidelijkheid van de rol van bouwtoezicht als oorzaak dat bouwtoezicht zelf geen eenduidige aanpak van het proces in de interactiewolk heeft. Overtuigend identiteitsmanagement ontbreekt, waardoor niet duidelijk is waar bouwtoezicht staat. De problemen die naar voren zijn gebracht in de GDR-sessie bevestigen het beeld dat naar voren kwam vanuit het vooronderzoek. Gesteld kan worden dat op deze wijze de analyse van het vooronderzoek is geverifieerd door 13 vertegenwoordigers uit de dagelijkse praktijk. Het volgende hoofdstuk beschrijft de oplossingen die door deze vertegenwoordigers worden gezien voor deze problemen.
31
dS+V / Gemeente Rotterdam
32
dS+V / Gemeente Rotterdam
6 Oplossingen De oplossingen zoals die tijdens de GDR-sessie naar voren zijn gekomen richten zich voornamelijk op de oplossingen die in de praktijk van de bouwprojecten realiseerbaar zijn. Doordat de sessie een deelnemersveld heeft van mensen die dagelijks in de praktijk met de problematiek te maken hebben, betreft het oplossingsrichtingen waar behoefte aan is en naar alle waarschijnlijkheid bij uitvoering ook draagvlak.
§ 6.1 Resultaten GDR
Urgentie
Van alle oplossingen die bij de genoemde problemen zijn gegenereerd is gestemd op de realiseerbaarheid van de oplossingen. Opgemerkt dient te worden dat een moeilijk realiseerbare oplossing niet betekent dat het geen goede oplossing is. Van de negen problemen worden hieronder de belangrijkste oplossingen beschreven die tijdens de bijeenkomst door de deelnemers zijn aangedragen. Tussen haakjes staat aangegeven hoe realiseerbaar de oplossing wordt geacht op de schaal van 1-6, waarbij 6 ‘eenvoudig realiseerbaar’ is. De resultaten van de stemming blijken geen al te grote spreiding te laten zien. Zeker met betrekking tot de urgentie van de problemen is er weinig onderscheid. Met betrekking tot de realiseerbaarheid zijn slechts enkele oplossingen naar het idee van de deelnemers moeilijk. De kwadranten brengen de resultaten goed in beeld, maar bieden weinig aanleiding daar conclusies aan te verbinden. 6 5.3
Resultaten van de stemming:
3.1
De urgentie van alle genoemde problemen ligt tussen 3.1 en 5.3 De realiseerbaarheid van alle genoemde oplossingen ligt tussen 2.8 en 5.3
0
5.3 2.8 Realiseerbaarheid
6
Figuur 6.1. kwadrant stemresultaten
Bij elk probleem is naar aanleiding van de oplossingen een vraag geformuleerd naar de wijze waarop de oplossingen gerealiseerd kunnen worden. In de verdere samenwerking met bouwbedrijven zullen deze vragen gezamenlijk beantwoord kunnen worden. Bij elke oplossing zijn een of meer andere oplossingen uit de brainstorm genoemd die aandragen hoe het kan worden aangepakt.
33
dS+V / Gemeente Rotterdam
3
P1. Ontbreken coördinator constructies De voor de hand liggende oplossing van dit probleem wordt gezien in de aanstelling van een dergelijke coördinator. In eerste instantie wordt daarbij gedacht aan een constructeur die in het ontwerpproces de hoofddraagconstructie heeft ontworpen. Deze aanstelling, die in de stemming eenvoudig realiseerbaar wordt geacht, kan alleen tot stand komen in overleg met de opdrachtgever en valt dus niet binnen de samenwerking van bouwtoezicht en bouwbedrijven. In de communicatie naar de opdrachtgever toe is wel samenwerking mogelijk. Er moet duidelijk worden aangegeven wat zijn rol hierin is en wat de consequenties van zijn besluiten zijn voor de kwaliteit en de veiligheid. De aangedragen oplossingen bieden daarvoor aanknopingspunten.
Hoe dit moet worden aangepakt wordt in andere oplossingen aangedragen: - Aanstelling van de coördinator opnemen in bestek - Wettelijke verplichting regelen via VROM
6 5.1 Urgentie
1. Helder vastleggen van de taken en verantwoordelijkheden van de coördinator (4.7) - Coördinator moet de enige verantwoordelijke zijn - Wettelijk verplicht stellen van een coördinator - Coördinator moet controle op het werk uitvoeren
0
4.5 4.7 Realiseerbaarheid
6
2. Helder vastleggen van een relatieschema (4.5) - Structuur ontwerpen met rolverdeling in relatie tot onderdelen van een werk
Vraag: Op welke wijze kunnen bouwbedrijven en bouwtoezicht de aanstelling van een coördinator in het bestek opgenomen krijgen? P2. Last minute wijzigingen opdrachtgever Vanuit de opdrachtgever worden regelmatig (bijvoorbeeld om reden van kostenbesparingen) laat in het proces wijzigingen aangebracht. De invloed hiervan op de veiligheid van het gebouw moet duidelijk zijn. Uit de oplossingen komt naar voren dat naar de opdrachtgever toe de extra bouwtijd moet worden doorberekend. Een parallel is ook te maken met de coördinerend constructeur die door ingrijpende wijzigingen genoodzaakt is een aantal stappen terug te gaan in het proces.
2. Harde lijn volgen bij optreden van wijzigingen (4.0) - Naast extra bouwkosten ook extra bouwtijd rekenen.
6 5.3 Urgentie
1. Vooraf duidelijk communiceren wat de consequenties zijn van wijzigingen later in het proces. (5.3) - Opstellen van een processchema met partijen, acties en termijnen - Ruimte maken in planning - Wijzigingsruimte contractueel (bijvoorbeeld in aanbieding) vastleggen
0
4.0 5.3 Realiseerbaarheid
Vraag: Op welke wijze kunnen bouwbedrijven en bouwtoezicht de consequenties van wijzigingen kwantificeren en communiceren?
3
Het constructeursplatform van de Betonvereniging benoemt deze rol als “de coördinerend constructeur”
34
6
dS+V / Gemeente Rotterdam
P3. Miscommunicatie en fouten Op het punt van de communicatie wordt een belangrijke functie gezien in het startoverleg en voortgangsbesprekingen (zie ook P8) met bouwtoezicht. Op de afspraken die daar worden gemaakt kan altijd worden teruggegrepen. Voor veel van de genoemde problemen spelen deze besprekingen een grote rol. 6 5.3 Urgentie
1. Organiseren van startoverleg en voortgangsbesprekingen (4.9) - Opstellen van een communicatieplan - Schriftelijk vastleggen van afspraken - Gebruiken van een projectwebsite 2. Erkennen van fouten (3.5) - Dit vraagt om een cultuurverandering
0
3.5 4.9 Realiseerbaarheid
6
Vraag: Op welke wijze kunnen bouwbedrijven en bouwtoezicht op het startoverleg en de voortgangsbesprekingen tot SMART afspraken komen?
P4. Te late indiening tekeningen berekeningen Meer duidelijkheid moet ontstaan over de oorzaken van de te late indiening. Openheid hieromtrent in de loop van een project is belangrijk. Uit de reacties blijkt enig onbegrip voor elkaars positie. Het organiserend vermogen van de bouwbedrijven wordt hierin aangesproken. Zij spelen een coördinerende rol tussen de adviseurs. 6
1. Indienen van stukken prominent opnemen in planning (4.9)
3. Analyseren oorzaken (3.7) - Redelijkheid termijnen duidelijk krijgen
Urgentie
2. Sanctioneren (4.7) - Heldere gezamenlijke planning - Bewaken van de tijdigheid
4.9
0
3.7 4.7 4.9 Realiseerbaarheid
Vraag: Op welke wijze kunnen bouwbedrijven en bouwtoezicht de probleemstelling verder concretiseren en afspraken maken over de documentenstromen?
35
6
dS+V / Gemeente Rotterdam
P5. Onvoldoende besef/kennis bouwfysische aspecten Niet alleen is de prioriteit voor bouwfysische aspecten in verhouding tot constructie laag, ook het besef van het belang en de kennis ervan is laag. Vooral op praktisch niveau moeten de oplossingen leiden tot minder fouten met betrekking tot de bouwfysica en daarmee de gezondheid van de gebruikers.
2. Opleiding (4.0) - Basiskennis bij alle partijen - Kennisbank met praktijkvoorbeelden van goed en fout
6 4.9 Urgentie
1. Betrekken bouwfysische aspecten (4.5) - Adviseur bouwfysica bij startvergadering (zie ook P8) - Buitencontroles door specialisten
0
4.0 4.5 Realiseerbaarheid
6
Vraag: Op welke wijze kunnen bouwbedrijven en bouwtoezicht samenwerken om tot een sterker besef van bouwfysische aspecten te komen?
P6. Wijzigingen brengt tijdigheid in gevaar Dat de tijdigheid in gevaar komt door wijzigingen is een bekend probleem. De aangedragen oplossingen vertonen veel overeenkomst met de oplossingen op andere gebieden. In het proces moet goed aandacht worden gegeven aan de wijzigingen, die kunnen optreden, zodat er ruimte voor bestaat in de planning. Alle partijen moeten een zelfde beeld hebben van de consequenties in tijd, geld en kwaliteit, die worden veroorzaakt door wijzigingen. Zo kan een bezuiniging op investeringskosten wel leiden tot een verlenging van de bouwtijd.
2. Wijzigingen meer koppelen aan bouwtijdverlenging i.p.v. financiële tegemoetkoming (4.0)
6 4.5 Urgentie
1. Voorbespreken van de gevolgen van wijzigingen (4.7) - Aanstellen van een wijzigingscoördinator - Uitvoeren van risico analyse van de gevolgen van wijzigingen
0
4.0 4.7 Realiseerbaarheid
Vraag: Op welke wijze kunnen bouwbedrijven en bouwtoezicht afspraken kunnen maken over de (gewijzigde) documentenstromen?
36
6
dS+V / Gemeente Rotterdam
P7. Onduidelijkheid verwachtingen rol BT Er is veel discussie over de mate waarin Bouwtoezicht deel uitmaakt van het bouwproces. In principe is bouwtoezicht een buitenstaander, maar wel één die een aanzienlijke invloed kan hebben op het proces. Met betrekking tot dit punt is actie van de kant van bouwtoezicht nodig in het transparant maken van haar prioriteiten en werkzaamheden. 6 5.3 Urgentie
1. Inzichtelijk maken van de rol van bouwtoezicht (5.0) - Overzicht maken van verwachtingen en rol BT - Prioriteiten in relatie tot controleactiviteiten duidelijk maken - Documentatie BT - Een vaste persoon per werk 2. Wederzijds begrip tot stand brengen (4.4) - Openheid over te verwachten problemen
0
4.4 5.0 Realiseerbaarheid
6
Vraag: Op welke wijze kunnen bouwbedrijven en bouwtoezicht elkaars standpunt beter leren begrijpen?
P8. Ontbreken startoverleg Op veel van de genoemde problemen wordt de oplossing gezien in het organiseren van een startoverleg. Het ontbreken van dat startoverleg wordt door de deelnemers als een groot gemis gezien (zie ook P3 en P5). 6 5.3 Urgentie
1. Organiseren van startoverleg en voortgangsbesprekingen (4.9) - Introduceren startdocument (uniforme checklist) - Moment startoverleg goed kiezen - Resultaat startoverleg goed vastleggen - Partijen voor startoverleg zo breed mogelijk - Afspreken wacht- en bijwoonpunten
0
4.9 Realiseerbaarheid
Vraag: Voor welk soort projecten en op welke wijze kunnen bouwbedrijven en bouwtoezicht op het startoverleg en voortgangsbesprekingen tot SMART afspraken komen?
37
6
dS+V / Gemeente Rotterdam
P9. Willekeur brandweereisen Opvallend bij de prioritering van de thema’s was, dat de deelnemers hebben aangegeven dat er met betrekking tot de aspecten van brandveiligheid veel problemen zijn. Zoals dit probleem aangeeft, ligt het zwaartepunt van de ervaren problemen in de willekeur van de brandweer(eisen). Belangrijke opmerking in dit verband is het feit dat formeel de brandweer pas na de oplevering zeggenschap heeft, tot dat moment is zij adviserend aan de bouwinspecteur. Doordat de regelgeving niet altijd eenduidig te interpreteren is en de brandweer laat betrokken wordt kan dit tot onaangename verassingen leiden.
2. Geef brandveiligheid voldoende aandacht (4.3) - Meer aandacht voor de voorwaarden zoals beschreven in de vergunning - Inschakelen van deskundige bureau’s 3. Maak de regelgeving eenduidig (2.9) - Landelijke uitgangspunten m.b.t. aanvullende eisen - Opzetten van een gezamenlijke databank
6 4.7 Urgentie
1. Betrek de brandweer bij het vooroverleg (4.4) - Een vaste persoon van de brandweer aan project koppelen
0
2.9 4.3 4.4 Realiseerbaarheid
Vraag: Op welke wijze kunnen bouwbedrijven en bouwtoezicht onverwachte brandweereisen voorkomen?
§ 6.2 Conclusie De inspanning van de kant van bouwtoezicht zal er vooral in gelegen zijn meer duidelijkheid te geven aan zowel bouwbedrijven, opdrachtgever en andere ketenpartners. De inspanning van de kant van de bouwbedrijven is er vooral in gelegen de consequenties van wijzigingen te beheersen en realistisch in te plannen. De oplossingen die bij de 9 hoofdproblemen zijn aangedragen kunnen met dit uitgangspunt tot realisatie worden gebracht. Onderzoeksvraag 6: Wat zijn de oplossingsrichtingen? Een breed overzicht van de oplossingsrichtingen is weergegeven in dit hoofdstuk 6. Van de oplossingen zijn er veel vrijwel direct in samenwerking van bouwtoezicht met bouwbedrijven ter hand genomen worden. Rode draad van veel oplossingen is de verbetering van de onderlinge communicatie. Een ander deel van de oplossingen vraagt om een verbreding van de samenwerking naar de opdrachtgevers en andere ketenpartners. Zonder deze oplossingen is er slechts sprake van een suboptimale aanpak van het probleem. Het betreft voornamelijk de principiële keuzes die worden gemaakt in het opzetten van een projectorganisatie. De derde categorie oplossingen vragen om veranderingen die boven het niveau van het specifieke project uit stijgen. De wijziging van regelgeving ligt voornamelijk bij het ministerie van VROM. Een overzicht van deze oplossingsrichtingen met daarbij aangegeven of de betreffende oplossingsrichting direct, indirect of niet kan worden aangepakt vanuit de samenwerking tussen bouwtoezicht en bouwbedrijven is te vinden in bijlage 8. Onderzoeksvraag 7: Welke inspanningen zijn kansrijk om de problemen aan te pakken? Met deze vraag wordt feitelijk gedoeld op dat deel van de oplossingen waarvan gesteld kan worden dat ze tot het laaghangende fruit behoren. Dit betreft voornamelijk het organiseren van een startoverleg voor het begin van de uitvoering. Dit biedt een structuur waarbinnen veel andere oplossingsrichtingen kunnen worden georganiseerd. Samenvattend worden op basis van de resultaten de volgende inspanningen als kansrijk gezien:
38
6
dS+V / Gemeente Rotterdam
-
-
-
-
Het innemen van een gezamenlijk standpunt inzake de coördinator constructie De problemen voor de veiligheid ten gevolge van het ontbreken van een coördinator constructie betreft een gedeeld belang. Een helder gezamenlijk standpunt beoogt de opdrachtgever er toe te bewegen in de verdeling van taken en verantwoordelijkheden een goede oplossing voor dit probleem te kiezen. Bijlage 9 toont een notitie met een voorstel voor de aanpak door bouwtoezicht. Het uitwerken van de invulling en timing van het startoverleg en de voortgangsbesprekingen De behoefte aan een startoverleg is duidelijk en onomwonden naar voren gekomen. Op welk moment, voor welk soort projecten (capaciteit ontbreekt voor alle projecten) en met welke partijen deze besprekingen plaats moeten vinden is niet uitgesproken. De verwachte bouwplanning van het bouwproces wordt gezamenlijk vastgelegd als raamwerk voor het daadwerkelijke verloop. Het maken van afspraken over de consequenties van wijzigingen De verwachte bouwplanning zoals afgesproken in het startoverleg wordt niet altijd gehaald. Bij aanvang van een project moet duidelijk zijn wat de consequenties zijn van afwijkingen. Het schriftelijk vastleggen van afspraken Om de transparantie te bevorderen en om de willekeur te bestrijden zouden afspraken schriftelijk moeten worden vastgelegd. Het verbreden van de aanpak door ook adviseurs en opdrachtgevers te betrekken Veel problemen vinden hun oorsprong in het ontwerptraject voorafgaand aan de uitvoering. Deze keteneffecten van beslissingen maken het noodzakelijk de problemen die in de uitvoering worden gesignaleerd en de oplossingen die worden gezien terug te koppelen naar de beslissers eerder in de keten.
Tijdig informeren en communiceren moet de transparantie vergroten. De kans op het ongemerkt nemen van te grote risico’s zal door deze transparantie verkleinen. De invloed van keteneffecten op de veiligheid moet in het bewustzijn groeien. De aanpak van de aangedragen oplossingen zal dan vorm krijgen. Uit het onderzoek is naar voren gekomen dat in het werkveld de problemen gekend worden en dat er veel ideeën leven met betrekking tot de oplossingen. Dit is in kaart gebracht met als doel tot uitvoering van de oplossingen over te gaan. Omdat het startoverleg een belangrijke rol speelt in de aanpak van het laaghangend fruit, wordt hier in hoofdstuk 7 aandacht aan gegeven.
39
dS+V / Gemeente Rotterdam
40
dS+V / Gemeente Rotterdam
7 Startoverleg Zoals uit het voorgaande hoofdstuk kan worden geconcludeerd is er een aantal oplossingsrichtingen waarvoor gekozen kan worden voor het beter controleerbaar maken van de veiligheid van de bouw. Het project Veilig Bouwen Rotterdam betreft in eerste instantie de samenwerking tussen bouwtoezicht en bouwbedrijven. In een gezamenlijke intentieverklaring zullen afspraken worden gemaakt die erop gericht zijn helderheid te verschaffen. Een sleutelrol in het verbeteren van de communicatie wordt gezien in het houden van een startoverleg. In de huidige situatie wordt wel regelmatig een startoverleg gehouden. De werkwijze is echter geheel afhankelijk van de individuele Bouwinspecteur. De invulling van het startoverleg zoals dat in dit hoofdstuk wordt gepresenteerd wil een eerste aanzet geven om te komen tot een uniforme werkwijze.
§ 7.1 Invulling
Startoverleg Voorbereiding Positie Bouwtoezicht
Figuur 7.1. toont van het startoverleg de hoofdstructuur. De voorbereiding is feitelijk geen onderdeel van het startoverleg, maar wel relevant als processtap. De Stand van Zaken tijdens het startoverleg geldt als de controle van de start van de bouw. Feitelijk wordt door deze eerste buitencontrole vastgesteld of de bouw op een goede manier van start gaat. Vervolgens worden afspraken gemaakt die vast komen te liggen in het communicatieplan, de procesafspraken en de planning. Tot slot vormen de thema’s waarover wordt gesproken een vrij deel waarin speciale aandachtspunten vanuit de positie van Bouwtoezicht naar voren worden gebracht. Van het startoverleg wordt een verslag gemaakt.
Stand van Zaken Afspraken Planning Communicatieplan Procesafspraken Thema’s
Figuur 7.1. Hoofdstructuur startoverleg
7.1.1 Voorbereiding Het startoverleg tussen het bouwbedrijf en bouwtoezicht wordt gehouden op initiatief van bouwtoezicht en onder leiding van bouwtoezicht. Het gaat nadrukkelijk om de inpassing van de toetsing en het toezicht door bouwtoezicht in het bouwproces. - Kiezen juiste moment startoverleg Het moment waarop het startoverleg over de samenwerking in een project wordt gehouden, is afhankelijk van de rol van het bouwbedrijf in de projectorganisatie van het betreffende project. In de traditionele bouworganisatievorm zal dit zijn kort na het tot stand komen van de aannemingsovereenkomst. Gebruikelijk voor de bouwinspecteur is het moment waarop de bouwplaatsvergunning door gemeentewerken is afgegeven op basis van de goedkeuring door alle relevante instellingen (voorheen: Loopbrief). Dit wordt echter niet altijd naar de bouwinspecteur toe gecommuniceerd. Om dit te ondervangen zou mogelijk in de voorwaarden bij de vergunning gesteld kunnen worden dat dit dient te worden gemeld. - Uitnodigen partijen In principe is het een overleg tussen de uitvoerder van het project en de buiteninspecteur van bouwtoezicht. Toch kan het goed zijn meer partijen te betrekken bij (een deel van) het startoverleg. Vanwege de overdracht vanuit voorgaande fasen kan worden gedacht aan de architect en de binneninspecteur. Vanwege de nagekomen stukken kan worden gedacht aan de adviseurs. Vanwege de eindverantwoordelijkheid voor het project kan worden gedacht aan (de opzichter of directievoerder van) de opdrachtgever. De effectiviteit van het startoverleg is het grootst met een maximaal aantal deelnemers. - Agenda De punten die in deze paragraaf worden beschreven kunnen de structuur vormen voor de agenda van het overleg.
41
dS+V / Gemeente Rotterdam
7.1.2 Stand van zaken Het bespreken van de stand van zaken is te beschouwen als de eerste buitencontrole. Dit gaat inhoudelijk in op het project en de verwachtingen van bouwtoezicht daaromtrent. Mogelijk is het verstandig dit onderdeel van het startoverleg te laten plaatsvinden voordat andere partijen zich bij het overleg voegen. - Bespreken goedgekeurde tekeningen De bouwinspecteur brengt de bouwplaatsexemplaren van de vergunning en goedgekeurde tekeningen mee. Gecontroleerd moet worden of deze voldoende zijn om met de bouw te beginnen. Aan de hand van dit materiaal wordt het project inhoudelijk doorgesproken. Tevens komen hierbij de bouwplaatsvergunning, het bouwveiligheidsplan, de bouwplaatsinrichting en het heiwerk aan de orde. - Bespreken van te verwachten problemen In de voorbereiding heeft de buiteninspecteur, mede op aangeven van Bureau Bouwfysica en Bureau Onderzoek Bouwconstructies, een aantal aandachtspunten in het project gevonden. Deze worden aangegeven en besproken. - Informeren over mogelijkheden Vanuit bouwtoezicht kan bijvoorbeeld worden aangegeven dat er de mogelijkheid bestaat een vooroverleg met de brandweer te arrangeren. - Toezicht Aandacht voor de veiligheid van de bouw met controle op bouwterrein, omrastering, uitzetten bouwwerk, bouwplaatsinrichting, aan en afvoer route, loopbrief, voorwaarden 4 bouwvergunning, heiwerk - Helder informeren over de rol van bouwtoezicht Bouwtoezicht is een buitenstaander in het project, met een verantwoordelijkheid naar de burger. In deze rol is bouwtoezicht een extra paar ogen op de bouw waar het bouwbedrijf zijn voordeel mee kan doen. 7.1.3 Planning Het bouwbedrijf heeft aan het begin van de uitvoering een gedetailleerde planning van de bouw. Het is voor hen eenvoudig mogelijk om in relatie tot de gevraagde aanvullende stukken na te gaan wanneer het drie weken voor uitvoering is. - Indiening nagekomen stukken in bouwplanning zichtbaar Alhoewel de procedure duidelijk is, leert de praktijk dat er niet altijd tijdig wordt ingediend. De zichtbaarheid van de indiening van nagekomen stukken in de planning zou kunnen bijdragen aan een groter bewustzijn van deze verplichting. - Afstemmen toezichtplanning op bouwplanning Op basis van de toezichtmatrix (bijlage 7) zal een bouwinspecteur zijn plan maken voor de buitencontroles. Afstemming hiervan op de bouwplanning is een logische stap. Deze bouwplanning hangt in de bouwkeet van de uitvoerder. - Voortgangsbespreking De voortgangsbesprekingen moeten de communicatie open en persoonlijk houden. Ook wordt gecontroleerd of eerder gemaakte afspraken zijn nagekomen en welke nieuwe afspraken moeten worden gemaakt naar aanleiding van veranderingen in het proces. Uit de casusstudie is naar voren gekomen dat de voortgangsbesprekingen aanzienlijk hebben bijgedragen aan wederzijds begrip. Uit interviews is naar voren gekomen dat voortgangsbesprekingen niet gepland worden en eerder fungeren als een mogelijkheid om een concrete probleemsituatie op te lossen. 7.1.4 Communicatieplan In het communicatieplan moet duidelijk beschreven staan op welke wijze bouwtoezicht en het bouwbedrijf met elkaar en met andere betrokken partijen communiceren. Dit houdt in dat er idealiter een relatieschema bestaat. - Documentenuitwisseling In het Biab (Besluit indieningvereisten aanvraag bouwvergunning) staat helder
4
Uit: Bedrijfshandboek Bouwtoezicht ISO-9001; Werkinstructie 75-09 Buitencontrole
42
dS+V / Gemeente Rotterdam
-
-
-
beschreven welke documenten moeten worden ingediend en op welke termijn. De vertaalslag naar het betreffende project moet worden gemaakt. Wederzijdse informatieplicht Vanuit de gedachte dat een vergunning een contract is, spreekt het voor zich dat wijzigingen ten opzichte van vergunning gemeld moeten worden. Een ander aspect van de informatieplicht betreft de melding van cruciale momenten in het bouwproces. Dit zijn met name de betonstortingen. Eenzijdige informatieplicht zou kunnen worden vastgelegd in de voorwaarden bij de vergunning. Schriftelijke vastlegging afspraken Het doel van schriftelijke vastlegging is tweeledig. Allereerst is het belangrijk voor de overdracht bij bijvoorbeeld ziekte van een werknemer. Vervolgens is het in geval van een verschil van mening belangrijk de gemaakte afspraken zwart op wit te kunnen. overleggen. Communicatie met brandweer Gebruikelijk is kort voor de oplevering samen met installateur, aannemer en brandweer een ronde te lopen over de bouwplaats. Er kan echter ook afgesproken worden eerder de brandweer in te schakelen.
7.1.5 Procesafspraken Van vergunningverlening tot oplevering kan er een ongestoord of een gestoord proces plaatsvinden. Duidelijk is dat de inzet van de procesafspraken is om zo dicht mogelijk in de buurt te blijven van het ongestoorde proces. - Coördinator constructies Niet in alle gevallen is er duidelijk sprake van een coördinator voor de constructies. Dan is het belangrijk om goede afspraken te maken over de indiening van de nagekomen stukken voor de constructie. - Relatieschema Dit schema geeft aan welke rol de verschillende partijen in het uitvoeringsproces hebben en hoe de onderlinge communicatielijnen lopen. - Wijzigingsprotocol Het wijzigingsprotocol beschrijft de aanpak van wijzigingen, zodat eenduidige wijze kan worden voldaan aan de informatieplicht van het communicatieplan. - Sanctiebeleid Dit is niet een aandachtspunt waarmee de inspecteur moet beginnen. Toch kan het in sommige situaties goed zijn vooraf helder te zijn over de mogelijke strafmaatregelen door bouwtoezicht. - Bewaking tijdigheid De verantwoordelijkheid ligt hiervoor nadrukkelijk bij de bouwende partij. De afspraak bestaat er dan uit dat deze verantwoordelijkheid duidelijk is en er ook actie wordt ondernomen door aanwijzing van een verantwoordelijke voor de coördinatie. 7.1.6 Bewustwordingsthema’s Naar aanleiding van de ervaringen van bouwtoezicht met vele bouwprojecten kan zij bepaalde thema’s willen agenderen. In een startoverleg kan dan aandacht worden gegeven aan die thema’s. Onderstaande opsomming is een selectie van mogelijke thema’s. - Fouten erkennen Het erkennen van fouten is moeilijk, maar wel noodzakelijk voor een veilige bouw en ook voor het behouden van goede verstandhouding tussen partijen. Een lastig punt is de claimgevoeligheid. - Belang bouwfysica Wooncomfort en gezondheid zijn in sterke mate afhankelijk van de uitvoering van de bouwkundige details. Vanwege de tijdsdruk en kostenbesparingen wordt een nauwkeurige detaillering al snel achterwege gelaten. - Prioritering van de gemeente. De gemeente kan tijdens het startoverleg aangeven waar de prioriteiten liggen. De gemeente kan ook vragen hoe de voorgestelde aanpak de prioriteiten beïnvloedt. Met de
43
dS+V / Gemeente Rotterdam
-
invoering van het toezichtprotocol wordt ook het onderscheid naar projectomvang en prioritering meegenomen. Wederzijds begrip Het wederzijds begrip is meestal groot tot op het moment dat de positie van de andere partij het eigen primaire belang bedreigt. Laatste stand van zaken wet- en regelgeving De meeste mensen hebben geen tijd de stand van zaken in wet- en regelgeving goed bij te houden. Omdat het van bouwtoezicht een kerntaak is, zal zij in het startoverleg aan kennisoverdracht kunnen doen.
§ 7.2 Nadere opmerkingen Uit de reacties vanuit het bouwbedrijfsleven komt naar voren dat het startoverleg met bouwtoezicht in sterke mate gemist wordt. De meerwaarde is dus per definitie al een betere start in de verhouding met het bouwbedrijf. Dit is echter een onvoldoende solide argument voor de investering die moet worden gedaan in de voorbereiding door bouwtoezicht. Deze investering moet zich dus wel terugbetalen in een merkbaar beter verloop van het proces. De verwachting is dat de tijdigheid van nagekomen stukken verbetert en dat ook de communicatie over problemen verbetert.
Voor- en nadelen Het antwoord op de vraag naar de toegevoegde waarde van het startoverleg geeft al een aantal voor- en nadelen van het startoverleg. Als nadeel kan genoemd worden dat het startoverleg aan het begin van de uitvoering meer van de capaciteit van bouwtoezicht vraagt. Het voordeel zit in het feit dat er een formeel moment is waarop procesafspraken kunnen worden gemaakt die de basis leggen voor de communicatie gedurende het proces. Een goed startoverleg kan bij problemen tijdens de uitvoering op terug worden gewezen, waardoor er minder tijd gaat zitten in discussies. Een groeiende gedeelde ervaring met het startoverleg zal de werkwijze van bouwtoezicht verder professionaliseren. 7.2.1 Pilots De oplossingen van het probleem van het ontbreken van een startoverleg leidden tot de volgende vraag: Voor welk soort projecten en op welke wijze kunnen bouwbedrijven en bouwtoezicht op het startoverleg en de voortgangsbesprekingen tot SMART afspraken komen? Het tweede deel van de vraag wordt feitelijk al beantwoord door de beschreven invulling van het startoverleg. Het soort projecten waarvoor deze aanpak kan worden ingezet is nog geen uitspraak over gedaan. Uit interviews is naar voren gekomen dat bij projecten van categorie 4 en 5 (projecten met een aanneemsom van meer dan €1 miljoen) over het algemeen de problematiek zoals beschreven in dit onderzoek zich wel voordoet. Wanneer vervolgens wordt geconcludeerd dat het houden van een startoverleg een goede actie is in de richting van de oplossing, dan is het raadzaam in ieder geval voor projecten van deze categorieën te besluiten een startoverleg te houden. In categorie 5 (> €10 miljoen) zijn er in Rotterdam jaarlijks ongeveer 15 á 20 projecten. In categorie 4 zijn er jaarlijks ongeveer 100 á 120 projecten. 7.2.2 Verslag Het is algemeen bekend dat schriftelijke vastlegging van afspraken de kans op misverstanden aanzienlijk verminderd. Daarom wekt het verbazing wanneer blijkt dat veel belangrijke toezeggingen niet schriftelijk worden vastgelegd. De reden hiervan is mogelijk gelegen in twee nadelen van schriftelijke vastlegging. Het eerste betreft de tijd die het kost om tot schriftelijke vastlegging over te gaan. In een situatie met hoge werkdruk worden administratieve werkzaamheden tot een minimum beperkt. Alleen bij aantoonbare winst in tijd zal er bereidheid zijn over te gaan tot schriftelijke vastlegging. Het tweede nadeel betreft het juridische risico van een schriftelijke vastlegging. In geval van probleemsituaties kan een document aanleiding geven tot het indienen van een claim. Ondanks de nadelen is het noodzakelijk van het startoverleg binnen een week een verslag te maken met daarin duidelijk de gemaakte afspraken. Om te garanderen dat deze door beide partijen als een goede weergave van het overleg dient, moet deze geparafeerd worden door beide partijen.
44
dS+V / Gemeente Rotterdam
7.2.3 Wijzigingsprotocol Deel van de afspraken die worden gemaakt op het startoverleg gaan over de werkwijze in geval van wijzigingen. Wanneer deze zich voordoen wil bouwtoezicht graag dat het bouwbedrijf hen daarvan afdoende informeert. De bouwbedrijven willen graag dat de toetsing geen vertraging voor de voortgang van het bouwproces betekent. Tegelijkertijd ligt bij de bouwbedrijven de verantwoordelijkheid om voor de verwerking van de wijziging niet alleen meer bouwkosten te vragen, maar ook meer bouwtijd. Het een en ander is afhankelijk van het type wijziging. In de praktijk zijn er grofweg drie categorieën wijzigingen: - Revisietekeningen Deze tekeningen bevatten de wijzigingen die geen effect hebben op de goedkeuring van bouwtoezicht, maar ingediend worden voor een correcte archivering. Het betreft feitelijk ‘As Built’-tekeningen. - Wijziging tekeningen Deze tekeningen bevatten de wijzigingen waarbij, gezien hun invloed op bijvoorbeeld welstand, constructie of bouwfysica, een hernieuwde goedkeuring van Bureau Advisering vereist is. - Wijziging bouwplan Deze tekeningen bevatten de wijzigingen waarvan de aard zodanig is dat het niet past binnen de oorspronkelijke vergunning. De ruimte voor het indienen van zienswijzen moet bij deze categorie wijzigingen aanwezig zijn. De vraag uit het vorige hoofdstuk die hier betrekking op heeft is de volgende: Op welke wijze kunnen bouwbedrijven en bouwtoezicht de consequenties van wijzigingen kwantificeren en communiceren? Het antwoord is in principe het opstellen van een wijzigingsprotocol. Dit protocol bestaat nog niet, maar zal duidelijkheid moeten geven over de procesmatige inpassing van wijzigingen. De consequenties voor constructieve veiligheid, bouwfysische gezondheid en maatschappelijke wenselijkheid moeten eenduidig naar bouwtoezicht toe worden gecommuniceerd, zodat er op de juiste wijze mee om kan worden gegaan. Een opeenstapeling van wijzigingen kan uiteindelijk aanleiding zijn voor de verplichting tot een aanvraag wijziging bouwvergunning. Tegenover het niet melden van wijzigingen met relevante consequenties zal bouwtoezicht duidelijke sancties moeten stellen.
§ 7.3 Conclusie De invulling van het startoverleg zoals beschreven in dit hoofdstuk is afgeleid uit interviews, aangedragen oplossingen en de beschikbare informatie bij bouwtoezicht. Dit hoofdstuk is een samenvoeging van de verschillende inzichten. Op deze wijze is een raamwerk tot stand gekomen dat naar behoefte kan worden ingevuld en gewijzigd. Hiermee is een stap gezet in het uniformeren van de werkwijze van de bouwinspecteurs met betrekking tot het startoverleg. De invulling van deze procesmatige afstemming moet antwoord geven op de vraag: Op welke wijze kunnen bouwbedrijven en bouwtoezicht op het startoverleg en de voortgangsbesprekingen tot SMART afspraken komen? Door in een goed voorbereid startoverleg aandacht te geven aan de stand van zaken, de planning, het communicatieplan en de procesafspraken kan in een concreet project helder worden bespoken wat het doel is dat bij de oplevering van het bouwproject bereikt moet zijn. In het SMART-format ziet het resultaat van de afspraken er als volgt uit: Specifiek is het gebouw zelf en de goedkeuring van de tekeningen en berekeningen daaraan voorafgaand. Meetbaar is de tijdigheid van zowel indienen als beantwoorden. Acceptabel is gering afwijking van de afgesproken termijnen en producten op voorwaarde van een open communicatie. Realistisch zijn stilleggingen bij echt gevaarlijke situaties. Tijdgebonden is ook het belang van bouwtoezicht als zij een volwaardige speler in het veld wil zijn.
45
dS+V / Gemeente Rotterdam
46
dS+V / Gemeente Rotterdam
8 Implementatieplan Het onderzoek en de resultaten zijn niet eenvoudigweg te implementeren. Het is ondersteunend op de weg die al is ingeslagen door de afdeling Bouwtoezicht. Dit is allereerst de weg naar veiliger bouwen door het zoeken van de samenwerking met marktpartijen. In de tweede plaats is het de weg naar een professionelere organisatie. Dit hoofdstuk beschrijft de samenwerking en de interne organisatie.
§ 8.1 Samenwerking Het toekomstperspectief dat voor ogen zal staan is een expliciete koppeling van de problemen tijdens de uitvoeringsfase met de besluitvorming tijdens de initiatief- en ontwerpfase. Stapsgewijs kan hier naar toe worden gewerkt. De samenwerking van bouwtoezicht met de bouwbedrijven, zoals deze Rotterdam is ingezet met het project Veilig Bouwen Rotterdam, is de eerste stap. Hierin zijn de problemen in de uitvoeringsfase die direct ter hand genomen kunnen worden door deze twee partijen geïdentificeerd. De bijeenkomst van een werkgroep op 24 augustus 2005 zal tot doel hebben op basis van deze informatie afspraken te maken. Deze afspraken kunnen worden vastgelegd in een intentieverklaring tussen Bouwtoezicht Rotterdam en de regionale bouwbedrijven verenigd in de Bouwend Nederland Rijnmond. Deze intentieverklaring zal een tastbaar document vormen van de samenwerking die tot doel heeft blijvend de belangen op elkaar af te stemmen en de verbetering van het proces in gang te zetten. De tweede stap is om gezamenlijk de problemen onder de aandacht te brengen van partijen eerder in het proces. Het startoverleg staat in een lange keten van beslissingen die zijn genomen op basis van diverse ontwikkelingen in de voorafgaande fasen. Voor het daadwerkelijk verbeteren van de problemen in de uitvoeringsfase is de samenwerking met die andere partijen noodzakelijk.
§ 8.2 Interne organisatie Met betrekking tot de interne organisatie van bouwtoezicht is veel afhankelijk van de loop van het veranderingstraject. Officieel is de nieuwe organisatie per 1 juli van start gegaan. Vanwege de vakantieperiode zal de feitelijke start plaatsvinden op 1 september 2005. Dan wordt de afdeling ‘Vergunningen’ operationeel. De verwachting is dat dit de nodige moeite met zich mee brengt. In de eerste plaats vanwege het feit dat het een complexe reorganisatie is. Vervolgens ook vanwege het feit dat er een aanzienlijke weerstand tegen de nieuwe situatie bestaat. Onder protest voegen de inspecteurs zich naar de nieuwe situatie.
8.2.1 Kennisdeling uitvoeringscontrole Vanuit het onderzoek naar de afstemming met de bouwbedrijven is naar voren gekomen dat de rol van bouwtoezicht als willekeuring wordt ervaren. Dit komt door de verschillende werkwijze van de inspecteurs. Deel van de oplossing zal liggen in het toepassen van een toezichtprotocol en het houden van een startoverleg. Over de wijze waarop deze instrumenten worden ingezet zal eenduidigheid moeten ontstaan. Daarom is het voorstel gedaan om binnen het bureau uitvoeringscontroles kennisdelingsbijeenkomsten te houden. Dit is gedaan in een beleidsnotitie ‘Kennisdeling Uitvoeringscontroles’ (bijlage 10). Hierbij gaat het voornamelijk om proceskennis. 8.2.2 Projectorganisatie bouwtoezicht Om het proces van de toetsing van grote projecten goed beheersbaar en transparant in de organisatie te zetten is het goed om voor dergelijke projecten een projectteam binnen bouwtoezicht op te zetten dat wat capaciteit en competentie voldoende is om het werk goed te volgen. Dit project heeft 1 projectleider die het centrale aanspreekpunt van het project is. De aanstelling van deze projectleider zou al zeer vroeg in het project kunnen plaatsvinden. De samenstelling van het projectteam zou kunnen bestaan uit de volgende mensen:
47
dS+V / Gemeente Rotterdam
-
Projectleider (senior bouwinspecteur van Bureau informatie en dienstverlening/Frontoffice 5 (FO)) Plantoetser (inspecteur van Bureau vergunningverlening/Backoffice (BO Binnen)) Adviseur constructies (inspecteur van Bureau Advisering/OBC) Adviseur bouwfysica (inspecteur van Bureau Advisering/Bfy) Buitencontroleur (inspecteur Bureau Uitvoeringscontroles/BO Buiten)
-
Figuur 8.1. geeft aan waar de communicatie plaatsvindt tussen Bouwtoezicht Project bouwtoezicht en het bouwproject. In initiatief en programmafase zal het Opdrachtgever FO contact vooral lopen via de Architect BO Bi accounthouder van Frontoffice. In de ontwerpfase ligt binnen de afdeling het Constructeur OBC zwaartepunt bij de Binneninspecteur in zijn contacten met de architect. Waar BFy Adviseur nodig zet hij vragen uit naar OBC en Bfy, die op hun beurt de mogelijkheid hebben BO Bu Aannemer om bij de specialisten van het Figuur 8.1. Afstemmingsniveau’s bouwproject bouwproject nader informatie in te winnen. Tijdens de uitvoeringsfase ligt het zwaartepunt bij de buiteninspecteur. Het idee van dit model is om met de interne organisatie van bouwtoezicht de organisatie van het bouwproject te volgen.
Dit is weergegeven in het procesmodel van figuur 8.2. Kern is de modellering van het bouwproces rondom het in hoofdstuk 4 aangehaalde principe van het ‘wheel of dominance’ om het bouwproces met het toets- en toezichtproces te verbinden. De gedachte is dat de grove fasering in het bouwproces (verschuiving in dominantie opdrachtgever-architectaannemer) kan worden gevolgd door overdrachtsmomenten in de nieuwe organisatie van bouwtoezicht.
Figuur 8.2. Globaal procesmodel afstemming
Tijdens de SBR-fasen 1 tot en met 4 is de rol van de opdrachtgever dominant en loopt het contact met bouwtoezicht bilateraal met een projectleider van Frontoffice. Vanaf het tot stand brengen van het Voorlopig ontwerp is de Architect dominant en kan de bouwaanvraag concreet invulling krijgen door bilateraal contact met een bouwinspecteur van de binnendienst. Een overleg aan het begin van deze fase (SBR fasen 5 – 7) is teven een overdrachtsmoment. Hetzelfde geldt voor het startoverleg aan het begin van de fasen van het bouwproject waarin de vergunning is verleend en de dominantie bij de aannemer komt te liggen. Deze fase (SBR fasen 8-11) is eerder de interactiewolk genoemd. 5 In de huidige opzet van Bureau I&D is gekozen voor een licht Frontoffice dat ook geografisch elders in de stad is geplaatst. De projectleider zal in de huidige opzet derhalve worden gezocht in het Bureau vergunningverlening.
48
dS+V / Gemeente Rotterdam
9 Conclusies en aanbevelingen Conclusies De kern van het probleem is gevonden in de verstoring van het proces na verlening van een vergunning onder voorwaarden. De administratieve en adviserende rol van bouwtoezicht in het ongestoorde proces, maakt bij verstoring plaats voor een sturende rol met een handhavingkarakter. Voor de aanvrager is onduidelijk hoe bouwtoezicht daar invulling aan geeft. Over het interactieproces na vergunningverlening is meer communicatie nodig. De verbetering van de afstemming tussen bouwtoezicht en de bouwprojectpartijen in de fase van vergunningverlening tot en met oplevering begint met de identificatie van de problemen en met kennis van de wederzijdse belangen. Door dit gezamenlijk aan te pakken hebben Bouwtoezicht Rotterdam en de bouwbedrijven van Bouwend Nederland Rijnmond een begin gemaakt met een samenwerking waarin de afstemming van de belangen vorm krijgt. Het probleem van de afdeling Bouwtoezicht dat zij bij verstoringen in het proces van vergunningverlening tot en met oplevering onvoldoende in staat is de veiligheid van de bouw te controleren, is daarmee onder de aandacht van de bouwbedrijven. Bouwtoezicht zal in staat moeten zijn in een startoverleg op een eenduidige professionele wijze aan te geven hoe zij sturing aan het proces wil geven. Cruciaal voor deze professionalisering is bewust identiteitsmanagement, waardoor bouwtoezicht zich helder positioneert en het optreden van de individuele inspecteur in overeenstemming met het beleid gebracht kan worden. In reactie daarop kan het bouwbedrijf de communicatie met bouwtoezicht een waardige plek in de planning van het bouwproces geven. Zij zal in staat moeten zijn de procesmatige consequenties van wijzigingen aan haar opdrachtgever te communiceren. Dit houdt concreet in dat zij dan van de opdrachtgever niet alleen meer geld, maar ook meer tijd vraagt. Een open communicatie zal de kans op het ongemerkt nemen van te grote risico’s verkleinen. Het startoverleg zet de toon voor de communicatie met het bouwbedrijf en vormt het raamwerk voor de oplossingen die direct in de samenwerking kunnen worden aangepakt. Aanbevelingen Op grond van het voorgaande kunnen enkele aanbevelingen worden gedaan met betrekking tot het verder uitbouwen van de samenwerking met marktpartijen en met betrekking tot de verdere professionalisering van de organisatie van bouwtoezicht. Elke aanbeveling kan worden vertaald in een vervolgproject. -
-
-
De binnen de bouwwereld breed gedragen constatering dat het anders moet in de bouw, wordt ook bij de afdeling Bouwtoezicht onderschreven. De samenwerking met Bouwend Nederland is een concrete actie om verandering tot stand te brengen. Het project ‘Veilig Bouwen Rotterdam’ verdient continuering en mogelijk uitbreiding met participatie door opdrachtgevers en andere ketenpartners zoals constructeurs. De eerstvolgende stap in deze samenwerking bestaat uit pilots voor het startoverleg. De verantwoordelijkheid voor de coördinatie en inhoudelijke support kan worden neergelegd bij het stafbureau. Binnen de afdeling Bouwtoezicht bestaat alleen een project categorisatie op basis van de omvang van de (verwachte) aanneemsom. Deze informatie is onvoldoende om te differentiëren naar de zwaarte van de processturing door Bouwtoezicht. Indeling naar projectspecifieke eigenschappen (zoals bijvoorbeeld complexiteit) zorgt voor een expliciete herkenning van het sturingsintensieve karakter van een project. De interactie met de afdeling Bouwtoezicht is in sterke mate afhankelijk van de betreffende bouwinspecteur. De interne organisatie zal middels reorganisatie en kwaliteitsverbetering van het proces de kans op willekeur verkleinen. Een vaste overlegstructuur met de marktpartijen middels startoverleg en voortgangsbesprekingen zet een proces van uniformering van de projectaanpak in gang. De aangeboden structuur in dit rapport vraagt om verdere detaillering, waarvoor mensen en middelen vrijgemaakt moeten worden. Vanuit de organisatie zelf moeten concrete vragen geformuleerd worden naar instrumenten om de processen te hanteren.
49
dS+V / Gemeente Rotterdam
-
-
-
50
Bouwtoezicht is een controlerende instantie, maar zeker niet de dagelijks opzichter op de bouw of de verantwoordelijke partij om de integraliteit en kwaliteit van het bouwproject te realiseren. Zij dient er derhalve voor te waken deze rol op zich te nemen. Identiteitsmanagement is het sleutelbegrip om te komen tot een eenduidige invulling van de rol van Bouwtoezicht. Om te kunnen sturen op de werkwijze van de bouwinspecteurs in de fase van vergunningverlening tot en met oplevering is het noodzakelijk meer informatie in te zamelen over deze fase. Daartoe is een evaluatie op het moment van oplevering een goed instrument. Omdat het ongewenst is de administratieve lasten van de buiteninspecteur onnodig te vergroten, zal de evaluatie bij voorkeur in de vorm van een digitale enquête worden gerealiseerd. In het toekomstige ICT-programma van afdeling Vergunningen zal het doorlopen van de digitale enquête voorwaarde moeten zijn om een project historisch te maken. In dit rapport is de oorzaak van te late indiening van tekeningen en berekeningen gevonden in het ontbreken van een procesmatige inpassing van wijzigingen in het ontwerp- en bouwproces. Verder descriptief onderzoek is nodig voor verdere analyse van deze oorzaken.
dS+V / Gemeente Rotterdam
Bronnen Literatuur Aken, J.E. van (2002), Strategievorming en organisatiestructurering. Organisatiekunde vanuit de ontwerpbenadering. Deventer: Kluwer Aken, Prof dr ir J.E. van e.a. (2003), Bedrijfskundige methodologie, collegedictaat, Eindhoven, juli 2003, TU/e, faculteit TM Bertrams, Jeroen (1999), De kennisdelende organisatie, kunst en praktijk van het hergebruik van kennis, 1999 Scriptum, Schiedam Cobouw (2005), Aanbestedingsprocedures zijn slechts ondersteunend, 2 februari 2005 Dienst Stedebouw en Volkshuisvesting en Ontwikkelingsbedrijf Rotterdam (2001), PIP, Handboek standaards, Rotterdam Dienst Stedebouw en Volkshuisvesting (2003), Bouwleges, dienst Stedebouw en Volkshuisvesting Gemeente Haarlem (2003), Rapportage over de werkzaamheden van het uitwerkteam voor de nieuw te vormen afdeling Vergunningen en Toezicht Gemeente Rotterdam (1993), Bouwverordening Rotterdam 1993, Rotterdam Gray, C., Hughes W. (2001), Building Design Management, Butterworth Heinemann, Oxford, UK Meijer, dr. F. en Visscher, dr. Ir. H. (2004), Bouwtoezichtsystemen in acht Europese landen met elkaar vergeleken, Bouwrecht, nr. 12, december 2004, p. 1005-1015 Yin, Robert K. (1994), Case study research: design and methods, Sage publications Thousand Oaks, California, United States SBR (1992), Bouworganisatievormen in Nederland, Rotterdam SBR (2001), De bouw moet om; op weg naar feilloos bouwen, Rotterdam, SBR SBR (2002), Publiekrechtelijke procedures rond het bouwen, regels bij de bouwvergunning, Rotterdam SBR (2002), Aansprakelijkheid voor gebreken aan bouwwerken Spekkink, D. (2003), Snel aan de slag met het MPKK: model voor projectkwaliteit in de keten, SBR Rotterdam Terhürne, Hans (2003), Process Mapping, Een praktische methodiek voor een heldere kijk op businessprocessen, Kluwer, Deventer Visscher, H.J., Meijer, F. (1998), Deregulering verlening bouwvergunning, Stichting Research Rationalisatie Bouw, Zoetermeer V2BO Advies (2003), Hoogbouw: eisen en richtlijnen brandveiligheid, rapport i.o.v. het ministerie van VROM
Interviews Oriëntatie Ronteltap, V.M., hoofd Juridische Zaken dS+V, Rotterdam 4 oktober 2004 Moret, A., bouwcoördinator OBR, Rotterdam 7 oktober 2004 Vos, C.I. de, Juridische Zaken dS+V, Rotterdam, 7 oktober 2004 Visser, W.A., organisatieadviseur, Rotterdam, 7 oktober 2004 Ven, L. van de, projectontwikkelaar/docente TU/e, Heijlema, G.A.J., kwaliteitsmanager afdeling Bouwtoezicht dS+V, Rotterdam 14 december 2004 Slag, L.G., bouwinspecteur Nesselande, Rotterdam, 23 december 2004 Groen, F.H., teamleider Centrum afdeling Bouwtoezicht dS+V, Rotterdam, 4 januari 2005 Jans, I., OBR – projectmanager Nesselande, Rotterdam, 6 januari 2005 Dams, J.P.M., coach en organisatieadviseur BPM, Rotterdam, 7 januari 2005 Ansem, M.J. van, teamleider Delfshaven Stadsdeel West dS+V, Rotterdam 10 januari 2005 Bishop, L., senior stafmedewerker beleid en planning Stedelijke vernieuwing, Rotterdam, 14
51
dS+V / Gemeente Rotterdam
januari 2005 Doorn, R. ing. van, partner Prc Bouwcentrum, Bodegraven, 1 maart 2005 Dongen, A.J. ing. van, senior adviseur hoofdconstructies afdeling Bouwtoezicht, Rotterdam, 14 maart 2005 Kraus, J. M.Sc., directeur DHV constructeurs, Rotterdam, 13 april 2005 Casus Jonge, M. de, bouwinspecteur Montevideo, Rotterdam, 4 januari 2005 De Jong, H. ir., bouwtechnisch architect Mecanoo, Delft, 28 februari 2005 Bezemer, D.C.W. ing., senior adviseur bouwconstructies afdeling Bouwtoezicht, Rotterdam, 14 februari 2005 Eerden, A.R. ir., projectingenieur constructies ABT, Delft, 17 februari 2005 Markhorst, J.W., projectmanager binnen ING Vastgoedontwikkeling, Montevideo Rotterdam, 7 april 2005 Fransen, Ing. A., senior projectleider Mecanoo architecten, Montevideo Rotterdam, 12 april 2005 Dom, J.J., projectdirecteur Montevideo Rotterdam namens Besix, Rotterdam, 18 april 2005 Bouwbedrijven Vermeulen, C., senior bedrijfsleider Era Bouw BV, Zoetermeer, 22 april 2005 Treuren, A, planontwikkelaar Era Bouw BV, Zoetermeer, 22 april 2005 Graaf, D. van der, directeur Aann.bedr. N. van der Graaf BV, Rotterdam, 15 april 2005 Janssen, J., bouwplaatsmanager Dura Vermeer Bouw Rotterdam BV, Rotterdam. 14 april 2005 Mark, H.J., van der, projectleider Ballast Nedam Bouw West BV, Rotterdam, 14 april 2005 Kraaijenbrink, D, veiligheidskundigeTBI Beton- en Waterbouw Voormolen bv, Rotterdam, 21 april 2005 Vlist, R.J. van der, senior projectmanager Volker Bouwmij. BV, Capelle aan den IJssel, 21 april 2005 Meijer, W., adjunct-directeur, Kon. Aann. mij. Van Waning BV, Capelle aan den IJssel, 18 april 2005 Overig Wijers, A.J., bouwinspecteur Bouwtoezicht Rotterdam, Rotterdam, 15/20 juni 2005 Heerens, K.F., bouwinspecteur Bouwtoezicht Rotterdam, Rotterdam, 21 juli 2005 Barselaar, R.N.M.H.E. van den, hoofd bureau Uitvoeringscontrole, Rotterdam, 1 augustus 2005
Internet http://www.benchmarking-energie.nl : startoverleg www.bouwendnederland.nl ; Website van Bouwend Nederland www.sbr.nl; Stichting Bouwresearch www.transparantie.nu; bevordering samenwerking overheid en bedrijfsleven; Ok van Megchelen www.verenigingbwt.nl ; vereniging bouw- en woningtoezicht
Overig Excursie naar gemeente Zaanstad en Haarlem in het kader van de reorganisatie, december 2004 Vergadering CUR commissie ‘leren van instortingen’, Gouda, 17 februari 2005 Kennisbijeenkomst Platform MKB-Rijnmond, samenwerking in de bouwketen, Bernisse, 29 juni 2005
52
dS+V / Gemeente Rotterdam
Bijlagen 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10.
Casusstudie Thema’s uit interviews oriëntatie en casus Overzicht factoren, actoren en processen a. Samenwerkingsproject b. Deelnemers GDR-sessie Resultaat interviews bouwbedrijven Aandachtspunten Toezichtmatrix Vereniging BWT Overzicht oplossingen GDR Tekst notitie coördinerend constructeur Tekst notitie kennisdeling uitvoeringscontrole
53
dS+V / Gemeente Rotterdam
Bijlage 1 Casusstudie Montevideo is een project op de Kop van Zuid in Rotterdam. Het betreft een multifunctioneel woongebouw dat is ontwikkeld door ING Real Estate. Het ontwerp is van het architectenbureau Mecanoo uit Delft. Op 21 maart 2003 is officieel gestart met de bouw van woon/werktoren Montevideo op de Kop van Zuid in Rotterdam. Montevideo refereert aan het Holland-Amerika gevoel dat de locatie, de Wilheminapier in Rotterdam, oproept: de plek waar oceaanstomers en cruiseschepen de overtocht van Rotterdam naar New York maakten. De 151,5 meter hoge woon/werktoren is geïnspireerd op de vooroorlogse hoogbouw van New York, Chicago en Boston. De programmatische en stedenbouwkundige uitgangspunten voor deze unieke Rotterdamse locatie zijn in een hoogwaardig woonconcept uitgewerkt: een vermenging van wonen, werken, service en leisure, bij elkaar gebracht in de verticale stad die Montevideo symboliseert. [www.mecanoo.com]
Complexiteit De complexiteit van het project bestaat allereerst uit de omvang van het project. Met een investeringsbudget van zo’n 52 miljoen euro is het een van de grotere projecten in Rotterdam. Een andere complexiteitsfactor betreft de belanghebbenden. De financiële belangen zetten de technische belangen onder druk. Een derde factor van complexiteit is de hoogte. Er is weinig ervaring met gebouwen hoger dan 70 meter en er is ook nog onvoldoende beleid voor gevormd. Het formuleren van bijvoorbeeld een brandveiligheidsconcept is dan moeilijk. Uitvoering In maart 2003 is gestart met het graven van de bouwput aan de kade van de Rijnhaven en het bouwen van de parkeergarage. Aansluitend wordt gestart met de bouw van de toren. Tot de eerste verdieping bestaat het gebouw uit een combinatie van beton en staal, een zogenaamde hybride constructie. De tweede tot en met de zevenentwintigste verdieping bestaan uit beton. Vanaf de achtentwintigste verdieping wordt verder in staal gebouwd, waardoor de vloeren van de appartementen vrij indeelbaar zijn. Het gebouw zal omstreeks eind 2004 haar hoogste punt bereiken en in het najaar van 2005 gereed zijn.
Projecteigenschappen Bouworganisatievorm Belangrijk om te weten is dat Besix als bouwteampartner door ING is gecontracteerd en dus bij de voorbereiding betrokken is geweest. Dit vanwege de aanwezige expertise mbt tot hoogbouw. Normaliter werkt ING op basis van een aanbesteding en komt de aannemer alleen bij het uitvoeringsdeel in beeld. Wel is in het organisatieschema een duidelijk onderscheid gemaakt tussen voorbereiding en uitvoering. In het voorbereidingstraject is de bouwteambespreking het meest belangrijk. In deze bespreking zijn namelijk alle betrokken partijen vertegenwoordigd. Daarnaast vond er op verzoek separaat overleg plaats tussen ING en Besix (projectteam). Verder dienen de betrokken partijen in het adviesteam en installatieteam alle zaken af te stemmen en voor te bereiden. Dit zodanig dat in het bouwteam besluiten kunnen worden genomen. Een hoofdopzichter en een directievoerder zijn in het laatste deel van de voorbereiding aan het bouwteam toegevoegd. Dit vanwege de naderende uitvoeringsfase. In de uitvoeringsfase zijn de bouw- en werkvergaderingen de belangrijkste besprekingen. De verslagen van de bouwvergadering hebben een juridische status (aanvullingen en wijzigingen op de aannemingsovereenkomst). Daarnaast vind er veel bilateraal overleg plaats. Dit zo vaak als nodig is om de voortgang te waarborgen.
54
dS+V / Gemeente Rotterdam
Partijen Projectmanager ING Projectmanager Besix Architect Constructeur Installatieadviseur Bouwfysisch adviseur Kostendeskundige Hoofdopzichter Directievoerder
VZ bouwteam (eindverantwoordelijke en beslissingsbevoegd) verantwoordelijk voor kostenbewaking en uitvoerbaarheid van de plannen verantwoordelijk voor architectuur en bouwkundige tekeningen verantwoordelijk voor het ontwerp van de constructie van het gebouw verantwoordelijk voor het ontwerp van de diverse installaties in het gebouw adviseert inzake bouwfysica en brandtechnische aspecten adviseert opdrachtgever betreffende de prijsopgave aannemer verantwoordelijk voor de kwaliteitsbewaking tijdens de uitvoering Dagelijks vertegenwoordiger van de opdrachtgever tijdens de uitvoering richting aannemer
Processen Voor ING is het interne traject opgedeeld in de volgende fasen: - Acquisitie - Voorlopig ontwerp - Definitief ontwerp - Bestek - Uitvoering Elke fase wordt afgerond met een fasedocument. Deze wordt door de directie goedgekeurd. Na goedkeuring wordt overgegaan naar de volgende fase. Vergunningsproces Dit project is een groot project en valt in de legescategorie 5. Naast dat het groot in omvang is, is het ook hoog. De bouwregelgeving gaat eigenlijk maar tot 70 meter hoogte. Hogere gebouwen zijn dus moeilijker te beoordelen. Rotterdam heeft echter met betrekking tot de brandveiligheid richtlijnen opgesteld. In een brief van 30 januari 2003 van afdeling Bouwtoezicht dS+V aan ING Vastgoed Ontwikkeling wordt bouwvergunning onder voorwaarden verleend.
Vooroverleg Het project Montevideo valt binnen het kader van het stedenbouwkundig plan van de Kop van Zuid. Hierdoor is het met betrekking tot welstand (Quality Team) en bestemmingsplan ingebed in de ontwikkelingen van dit gebied als geheel. Aanvraag Op 27 maart 2002 is de bouwaanvraag voor het project ingediend. Bij het besluit behoren 44 tekeningen, 2 tekeningboekjes, geen berekeningen en 10 rapporten. De tekeningen betreffen voornamelijk plattegronden, aanzichten en doorsneden in schaal 1:100. Ook enige tekeningen van constructieve basisprincipes. Het ene tekeningboekje bevat principedetails en het andere bevat plattegronden met oppervlakteoverzichten. De tien rapporten zijn de volgende: - Onderzoek brandveiligheidsaspecten; Adviesbureau Peutz; 3 december 2002 - Windtunnelonderzoek met betrekking tot het te verwachten windklimaat op loopniveau en op de balkons; Adviesbureau Peutz; 25 oktober 2001 - Bepaling daglichtopeningen woningen; Adviesbureau Peutz; 25 maart 2002 - Bepaling van de energieprestatie coëfficiënt; Adviesbureau Peutz; 25 maart 2002 - Principes wand- en gevelopbouw; Adviesbureau Peutz; 24 september 2001 - Onderzoek met betrekking tot de verwachte benzeen-concentraties en maximale winddrukken; Adviesbureau Peutz; 25 oktober 2001 - Afzuiging parkeergarage; De Boer en Post technische adviesbureau b.v.; 1 maart 2002 - Opbouw wanden in woningen; Adviesbureau Peutz; 27 maart 2002 - Opbouw wanden standleidingen in woningen; Adviesbureau Peutz; 29 mei 2002
55
dS+V / Gemeente Rotterdam
Er zijn de volgende indieners van schriftelijke zienswijzen: - Provimi B.V. P/a Veldhoven Advocaten t.a.v. de heer mr. B.J.M. Veldhoven - Hotel New York B.V. P/a Loyens & Loeff - Codrico B.V. P/a Simmons & Simmons Tretiné De bezwaren van Hotel New York hadden betrekking op overlast tijdens de bouw en het risico van de werkzaamheden voor de fundering van het hotel. De bezwaren van Provimi en Codrico hadden betrekking op de geluidsbelasting door deze bedrijven in relatie tot de woningen van het project. In de onderstaande tabel zijn enkele data weergegeven die een indruk geven van het verloop rondom de vergunningverlening. Opzet bestek 22-02-02 Concept bestek 15-03-02 Aanvraag bouwvergunning 22-03-02 Definitieve calculatie 18-04-02 Aanpassing bouwaanvraag 12-06-02 Aanpassing bouwaanvraag 08-11-02 Bron: tekeningen bouwaanvraag
Belangenkaart Belanghebbende ING Real Estate Mecanoo
Besix ABT
Bouwtoezicht Gebruiker
Primaire Belang Binnen de bouwkosten en de bouwtijd de gewenste kwaliteit bereiken. Het belang van de opdrachtgever, omdat je anders geen project hebt. Een goede invulling van het wensenpakket van de opdrachtgever is volgens Mecanoo gelegen in het ontdekken van het geheim achter de opdracht en de locatie. Kwaliteit, planning en flexibiliteit. Een goede, veilige constructie engineeren en een goed bouwplaatstoezicht daarop uitoefenen. In dit geval was het binnenhalen van dit prestigieuze hoogbouwproject belangrijk om de expertise en (hoogbouw)kennis van ABT aan te vullen. Het belang is dus ook het risico op imagoschade. Realisatie van het project conform de bouwregelgeving Realisatie van het project met maximale kwaliteit
Interactiewolk Het verloop van de periode tussen vergunningverlening en oplevering kent een eigen dynamiek, waarin over de interactie tussen marktpartijen en de afdeling Bouwtoezicht niet veel is vastgelegd. Van het startoverleg is geen verslag. Wel zijn er verslagen van de besprekingen die zijn gehouden op het moment dat de situatie problematisch werd. Deze verslagen zijn opgesteld door de constructeur. Nagekomen stukken Het project Montevideo kent zeer veel nagekomen stukken met betrekking tot de constructie. Zowel de tijdigheid van indienen als de tijdigheid van goedkeuring door bouwtoezicht is niet altijd goed geweest. - Uitvoeringstechnische overwegingen De constructie is theoretisch goed ontworpen, maar in de uitvoering zijn de knopen van de overgangen in de constructie tussen staal- en betonconstructie ingewikkeld gebleken. - Integratie van de bijdrage van leveranciers De verantwoordelijkheid voor de coördinatie ligt bij de aannemer, terwijl de verantwoordelijkheid voor de constructieve integratie ligt bij de hoofdconstructeur. Naar het oordeel van bouwtoezicht is dit niet goed verlopen.
56
dS+V / Gemeente Rotterdam
-
-
Goedkopere oplossingen Uit de interviews is niet naar voren gekomen dat hiervan sprake was in het project Corrigeren van geconstateerde ontwerpfouten In het ontwerp zijn afwijkingen van de norm geconstateerd. In de eerste plaats met betrekking tot enkele cruciale ingestorte onderdelen, waarbij volgens de normen proeven moeten worden uitgevoerd op de gerealiseerde lassen. De proeven die naderhand zijn uitgevoerd hebben de toereikendheid van de gekozen oplossing bewezen. In de tweede plaats heeft een discussie plaatsgevonden over de wapening in balkons, die volgens de normen dichter op elkaar dienden te worden geplaatst. Ontwerpwijzigingen uit voortschrijdend inzicht Uit de interviews is niet naar voren gekomen dat hiervan sprake was in het project.
Toezicht Gedurende de uitvoering zijn er door de inspecteur van bouwtoezicht onregelmatigheden geconstateerd. Er zijn in de constructie aanzienlijke fouten gemaakt en ook is op enkele punten in afwijking van de verleende vergunning gebouwd. Dit heeft niet tot onoverkomelijke problemen gezorgd, maar wel heeft het er toe bijgedragen dat het voor de afdeling Bouwtoezicht een van de alarmerende projecten is. Analyse
De ontwerper van de hoofddraagconstructie is tevens als hoofdconstructeur aangewezen
Representatief voor dit projecttype*
Casus Montevideo: Uniek of representatief? Geef aan of de onderstaande opmerkingen uniek voor Montevideo zijn of representatief voor multifunctionele hoogbouwprojecten.
Uniek voor Montevideo
Is deze casus representatief voor dit projecttype? Voor een opsomming van de karakteristieken van de gekozen casus is door een ervaren bouwinspecteur aangegeven of de betreffende karakteristiek representatief of uniek is.
X
Opdrachtgever heeft een risicomanagementbureau ingehuurd voor risicomelding Opdrachtgever heeft directievoering laten uitvoeren door architect Opdrachtgever heeft dagelijks toezicht laten uitvoeren door projectmanagementbureau
X
Aannemer heeft kwaliteitsman op het project
X
Gedurende het proces is de bouwinspecteur 3 maal gewijzigd Nagekomen stukken werden niet altijd tijdig ingediend Reactie van Bouwtoezicht op nagekomen stukken vaak traag Er zijn schriftelijke zienswijzen ingediend door 'omwonenden' Er is discussie over de kwaliteit van de integratie van de bijdrage van constructeurs Er is discussie over het detailniveau waarop OBC controleert De uitvoering liep meerdere keren voor op de goedkeuring door bouwtoezicht Gedurende de uitvoering heeft de inspecteur meerdere stilleggingswaarschuwingen gedaan Er zijn 8 voortgangsbesprekingen geweest over nagekomen bescheiden constuctie
X
X X
X X X X X X X X
Wat kunnen we leren uit deze casus? - Gezamenlijk belang: “die toren moet er komen” maakt realisatie mogelijk. - Belangrijke procesmatige besluiten zijn te laat genomen. - Het risico dat de stillegging later tot een claim kan leiden, maakt het lastig tot een stillegging te besluiten. - Controle van tekeningen en berekeningen liep veelal achter op de uitvoering. Een goede vertrouwensrelatie is de basis voor het alsnog slagen van de samenwerking. - Discussie nodig over gedetailleerdheid controle tekeningen en berekeningen door bouwtoezicht. - Regelmatig overleg schept aanzienlijke helderheid. De procedures van nagekomen stukken en buitencontroles is niet genoeg.
57
dS+V / Gemeente Rotterdam
Bijlage 2. Thema’s uit interviews oriëntatie en casus De opmerkingen die bij de thema’s zijn beschreven bevatten citaten uit de interviews. Daardoor kan het zijn dat er tegenstrijdigheden en naar uw mening onwaarheden in te vinden zijn. Ze zijn in deze bijlage opgenomen om een brok informatie ter beschikking te stellen aan een ieder die daar belangstelling voor heeft.
Wijzigingen - Sommige uitvoerders zijn te kwader trouw en voeren het project anders uit dan conform de plannen waarvoor de bouwvergunning is uitgegeven - Meerdere malen doet zich de situatie voor dat op papier (na wijzigingen) de constructie akkoord is voor BT, maar dat bij controle op de bouw de uitvoering toch weer anders is. - De trend is dat de tijd steeds krapper wordt. Daardoor wordt het nakomen van de afspraken in de voorwaarden steeds problematischer. - Het voordeel voor de aannemer om afwijkend te werken ligt vaak in een uitvoeringstechnisch eenvoudigere werkwijze. Risico - Hoofd afdeling OBC is degene die (…) de risicoanalyse uitvoert - Omdat de uitvoerder ook belang heeft bij een goed eindresultaat, zal een mondelinge aanmaning door de bouwinspecteur voldoende zijn om geconstateerde problemen aan te pakken. - Gevaar voor bouwtoezicht is dat men alleen de door bouwtoezicht geconstateerde problemen oplost. - De terugtrekkende rol van de opdrachtgever in veel nieuwere bouworganisatievormen is een groot risico voor de kwaliteit omdat niemand de aannemer nog controleert. - Momenteel bevinden we ons op de grens van het acceptabele wat dat betreft. De vraag wanneer aftekenen nog verantwoord is, is op zijn plaats. - Helaas neemt het risicobewustzijn bij aannemers af. Innovaties - Sommige innovatieve toepassingen zijn lastig voor Bouwtoezicht. In de eerste plaats omdat de kennis bij bouwtoezicht te gering is. Dan kan echter worden overwogen externe specialisten een oordeel te laten uitspreken. Het tweede is een tegenstelling tussen de NEN-normen, waarvoor het niet kan, en de specialisten die aangeven dat het wel kan. - Projecten met een experimenteel karakter lopen het risico door de uitvoerende (onder)aannemers onvoldoende te worden begrepen. Overdracht - De relatie tussen vergunnen en handhaven zit vol gevoeligheden. - interpretatieverschillen tussen intaker en BI - Checklisten zijn nuttig voor bureauwerk. De vertaling van binnen naar buiten verenigd in 1 persoon is vrijwel niet mogelijk. Discussies met de aannemer worden door de bureauwerker verloren. Bouwtoezicht - Bouwtoezicht heeft een dubbele pet op. Dit is aan de ene kant de techno staffunctie en aan de andere kant de support staffunctie. - Verantwoordelijke aan het einde van de keten is een lastige positie. Evenwicht vinden in strengheid. Geen concessie aan de veiligheid. - Eigenlijk moet bouwtoezicht informatiepakketten kunnen aanleveren. De relatie met de rest van dS+V is vrij onduidelijk, m.n. interactie BI en PL. Dubbele pet van adviseur enerzijds en toetser anderzijds. - Coördineren van de bouw en goedkoop marktpartijen van advies dienen behoort zeker niet tot de taken van BT
58
dS+V / Gemeente Rotterdam
-
Met het accepteren van laat indienen van nagekomen stukken is BT mogelijk te klantvriendelijk. De afdeling Bouwtoezicht moet het buitenwerk meer verantwoorden. De toetser moet zeker niet ontwikkelen, maar altijd een positie behouden vanwaaruit hij kan afkeuren. In de normale situatie is het contact met bouwtoezicht voornamelijk administratief. Bouwtoezicht is voornamelijk gericht op het verlenen van vergunningen, en niet zozeer op het buitenwerk. Het is wel belangrijk dat bouwtoezicht vroegtijdig wordt betrokken. Niet tevreden over het gedetailleerde niveau waarop Bouwtoezicht controleerde. Wel tevreden over het vertrouwen dat bouwtoezicht aan het project geeft. Een constructiefout wat scheuren veroorzaakt is niet de verantwoordelijkheid van bouwtoezicht. Daar heeft de opdrachtgever zelf een probleem, maar de veiligheid is niet de vraag.
Lokale overheid - De rol van de lokale overheid is veranderd. Ze heeft niet de regierol meer - Gemeente is oppermachtig, maar lijkt zich daarvan vaak niet bewust. De gemeente moet de regie houden over wat er gebeurt. Gemeente vaak reactief, niet pro-actief. - Als de gemeente te veel toelaat, wordt het steeds meer discutabel om stil te leggen en kan het een politiek verhaal worden. - De gemeente zal meer van de invulling aan de markt overlaten, maar toetsen op de uitgangspunten van het bestemmingsplan. - Op dit moment zijn er geen gemeenten in Nederland die echt streng durven zijn. - De markt speelt vaak slim in op de politiek. - Als welstand niet akkoord is, moet formeel worden afgewezen, en dat gebeurt niet altijd. Bij een prestigeproject, waarbij ook veel gemeentelijke diensten betrokken zijn, is de druk om door te gaan hoog. Deelgemeente - De kwaliteit van de medewerkers bij de deelgemeente is in orde, maar het bestuurlijk niveau is vaak laag vanwege het gehalte aan ‘vrijetijdspolitici’ die rare dingen beloven. - Er komt momenteel wel meer notie dat participatie van de deelgemeenten of in elk geval tijdige informatie van groot belang is voor de implementatie van vernieuwing. - vrij onbegrijpelijk dat per stadsdeel andere voorwaarden worden gesteld Informatieplan - Voor de particuliere markt is het nog steeds moeizaam de mensen te laten melden voordat de plannen gereed zijn. - Verantwoordelijkheden, afspraken en perceptie van te voren op papier zetten zou goed zijn. - De aanpak via vooroverleg en informatieplan naar aanvraag is goed. De bouwvergunning zelf is na al die overleggen welhaast een formaliteit. Integraal Ontwerpen - In de hoofdopzet zou bijvoorbeeld de tweede draagweg, ter voorkoming van (prefab) domino effecten, in principe meegenomen zijn. - Ook bij professionele opdrachtgevers is het een kwestie van wachten op de meest voordelige offerte, maar dan wel wat beter gecoördineerd. - Het besef van de integraliteit ontbreekt vaak bij ontwerpers/ontwikkelaars - Een product kan wel gecertificeerd zijn, maar de coördinatie tussen de verschillende producten is daarmee niet automatisch goed. - Omdat de integraliteit niet wordt gerealiseerd door de marktpartijen ligt de waakhondfunctie hiervoor al snel bij Bouwtoezicht. - Er zijn bedrijven die alle certificeringen binnen hebben, maar geen verantwoordelijkheidsgevoel hebben voor het totale project. Mensen kunnen zich beschermd voelen door de procedures. - Tekeningen gelijk op laten lopen met de berekeningen.
59
dS+V / Gemeente Rotterdam
-
Doordat de partners vroeg in het proces nog niet bekend zijn, worden in het uitvoeringsproces nog cruciale besluiten genomen. Architecten moeten vooral de ontwerpcoördinatie op zich nemen.
Cultuur - Bouwtoezicht staat op meewerken - Marktpartijen klagen weleens over de onderlinge competentiestrijd van de diensten. - Het probleem zit in het feit dat mensen wel fouten signaleren, maar deze niet doorpakken. - Gevoeligheid voor marktdenken is bouwtoezicht vreemd en ze hebben ook geen incentive meer die kant op te denken. Verder controleren ze vaak zaken waar ze geen verstand van hebben en niet over de tools beschikken. - Belangrijk is het toegeven van fouten. Uiteindelijk heb je daar voordeel mee. Eerlijk informeren! Ketenintegratie - Iedereen moet nadenken over de vraag wat naar voren moet worden gehaald. Hoe zit je in de keten en wat doe je precies. - Intake wordt ondergewaardeerd. - Netwerkers moeten BWT inschakelen, maar dan moet BWT zich wel bekend maken, zodat mensen weten wat BWT doet. - OBR is nu bezig om bouwtoezicht nadrukkelijker te betrekken. - Een probleem in de keten is wel de informatie uitwisseling. Projectplanning - Het moet mogelijk zijn in toenemende mate de duur van procedures te voorspellen. - Het ontbreekt bij projecten vaak aan een procesbewaker aan de kant van de opdrachtgever. - Soms zijn de planningen vanuit een wens van de marktpartij op scherp gesteld en blijkt uiteindelijk dat ze de procedures nog niet hebben doorlopen en voorzien. Bouwinspecteurs - Proceduretechneut onder tijdsdruk met hoge professionaliteit. Onvoldoende contact met projectleider dS+V - Over een integrale bouwinspecteur willen ze tegenwoordig op directieniveau eigenlijk niet horen. - De strengheid hangt af van de inschatting van de bouwinspecteur. - De verhouding tussen binnen- en buitenwerk blijft punt van discussie. - Te vaak controleren kan ook, omdat je dan deel wordt van het proces, waardoor de inspecteur mogelijk dezelfde blinde vlekken ontwikkelt als de uitvoerders. - De persoon van de bouwinspecteur is een belangrijk aspect. Elke inspecteur heeft zijn eigen werkwijze en prioritering. - Het is lastig dat het proces zo afhankelijk is van de inspecteur. - Een bouwinspecteur bouwt vaak een goede relatie op met de opzichter. Leges - De relatie tussen legesopbrengsten en werkelijk gemaakte kosten moet nog worden uitgezocht. Tijdgebrek lijkt dit op te houden. Logistiek - Veel technische informatie komt te laat binnen. Dan is het lastig om volgens de procedures tot goedkeuring te komen. - Verbazingwekkend soms dat beslissingen over bijvoorbeeld CFD berekeningen voor 4-5000 euro zo lang worden uitgesteld. - Door gebrekkige aansturing en coördinatie van hoofdaannemer en opdrachtgever komt informatie niet tijdig binnen, constateert BT fouten laat en is stillegging politiek discutabel. - De bouwstroom moet doorgaan, omdat vertraging veel geld kost. - Bouwtoezicht is voornamelijk volgend en wordt over het algemeen beschouwd als een deel van het proces waar geen grip op is.
60
dS+V / Gemeente Rotterdam
-
Vanuit de vakdiscipline architectuur zou het als fantastisch worden ervaren wanneer de afspraken met Bouwtoezicht zouden worden vastgelegd en schriftelijk bekrachtigd. Voor projecten van aanzienlijke omvang zijn maandelijkse overleggen met de constructeur goed. Constructeurs kunnen steeds verrast worden door weer een nieuwe regel. Het hoeft niet tot vertraging te leiden, maar vaak wel tot kosten. Op het moment echter dat het project een absolute “go” krijgt, gaan veel adviseurs aan het werk en kan bouwtoezicht de hoeveelheid ingediende stukken niet aan.
Contractvorming - Opdrachtverstrekking aan de Hoofdconstructeur moet integraler. Hiermee kan de OG problemen voorkomen. - De hoofdconstructeur wordt naar zijn contract niet betaald om het uitbestede werk te controleren. Het gevoel van aansprakelijkheid ontbreekt. - In de basisopdracht van constructeurs is vaak geen toezicht opgenomen. - De situatie is dat de constructeurs zich contractueel hebben uit laten kleden. Planvorming - Ontwikkelaars lijken niet te beseffen hoe groot de macht van de gemeente is en ook dat er zaken zijn die niet te bediscussiëren zijn. - Het gemeentelijk apparaat blijkt meer ingesteld te zijn op grote projecten met professionele partijen. De kleinere projecten vragen om een andere aanpak. - Het besluitvormingsmoment, de afronding van een fase, moet inzicht geven in het product: kunnen de partijen in de volgende fase goed aan het werk met het resultaat? - Ontwikkelaars moeten gewoon hun huiswerk goed doen. - De prijsvorming leidt vaak tot bezuinigingen in het ontwerp. Vertrouwen - Als de basis van vertrouwen vanuit bouwtoezicht onder spanning komt te staan, wordt de aanpak strenger. - Het ontwerpteam zou open moeten werken zodat de beeldvorming van partijen die niet bij het ontwerpproces betrokken zijn kan worden beheerst. - Bouwtoezicht zou meer vertrouwen moeten hebben in het principe dat nooit een constructeur alleen (zonder controle) aan een onderdeel werkt. Belang - Een goede constructie en het bouwplaatstoezicht is in algemene zin het belang van de constructeur. - De aannemer heeft zeer sterk de drang om aan het werk te gaan, en neemt daarbij risico’s. Ook onverantwoorde risico’s. In dit geval moet bouwtoezicht hem tegenhouden, maar dat is moeilijk als de toezichthouder niet meewerkt. - Het belang van de opdrachtgever is binnen de bouwkosten en de bouwtijd de gewenste kwaliteit bereiken. - Het is goed onderscheid te maken tussen het projectbelang en het bedrijfseconomisch belang. - Het verdiepen in de situatie van anderen (bijvoorbeeld capaciteitsproblemen) is nodig om het eigen programma te halen Organisatie - De verantwoordelijkheid (…) te hoog in de organisatie - Gemeenten hebben niet de capaciteit om de dagelijkse toezicht uit te voeren. - Het zou goed zijn als bouwtoezicht deel zou uitmaken van het bouwteam. De betrokkenheid bij het project is belangrijk. Het moet van allen (dus ook bouwtoezicht) worden ervaren als hun project. Communicatie - De architectenbureau’s doen dan directievoering en toezicht, maar blijken vaak geen partij voor de aannemer omdat ze de taal van de aannemer niet spreken.
61
dS+V / Gemeente Rotterdam
-
Goede discussie over het conceptuele idee kan gedetailleerde controle van de sommen onnodig maken. Ten diepste kan niemand de veiligheid ten opzichte van bezwijken vaststellen. Een strak afsprakenstelsel is onwenselijk, omdat risicomijdende houding van bouwtoezicht de bewegingsvrijheid blokkeert.
Toezicht - De aannemer moet niet de baas zijn op het werk. Toezicht moet door een andere partij gebeuren. - toenemende afwezigheid van goed toezicht - De afweging van zo’n extra opdracht [toezicht op cruciale delen door constructeur] wordt niet expliciet afgewogen gemaakt, maar op basis van kennis en ervaring van de opdrachtgever. - In de uitvoering worden besluiten genomen die je mist als je niet het hele proces volgt. - bezuinigen op toezichtkosten is Penny wise, Pound foolish. - Het controleren op de uitvoering door de constructeur is belangrijk, omdat een goede constructeur ook kan kijken naar wat je niet bedacht hebt. “ben ik iets vergeten?”. - Controle op de constructie gebeurt in veel gevallen alleen nog door bouwtoezicht. - De enige garantie voor kwaliteit in de bouw is goed toezicht gericht op een goed resultaat bij oplevering. Kwaliteit - Veel is afhankelijk van de kwaliteit van het aangeleverde werk. - Garanties over het product helpen niet, omdat een slechte kwaliteit bij oplevering niet te repareren is. - De technische toets kan niet in procedures worden beschreven. Dat is per project en per zending verschillend. - Een certificeringinstantie zal gebaat zijn bij het leveren van minder kwaliteit, wanneer daardoor de kosten lager zijn en de opdrachten vanwege soepele houding groeien. - Voordeel voor een opdrachtgever in een gecertificeerd bureau ligt op het punt van de marktconformiteit en tijdigheid die deze bureau’s commercieel gezien moeten nastreven. - Deze verzekeringsmaatschappij toetst de Technical Quality (TQ) en verhoogt de premie bij onvoldoende kwaliteit. Hiervoor zijn aannemers heel gevoelig. Proces - Resultaat van klantvriendelijkheid is vaak gerommel in uitvoeringstekeningen. Vooral architecten hebben vaak niet de benodigde procesmatige aanpak die op zo’n moment nodig is. - De arbeidsvreugde van betrokken projectleiders bij de constructeur wordt aanzienlijk vergroot wanneer een procesmatig goed traject wordt ingezet bij wijzigingen. - Wijzigingen vanuit de opdrachtgever zijn problematisch
62
dS+V / Gemeente Rotterdam
Bijlage 3 Overzicht factoren, actoren en processen Factoren
Tijd Geld Kwaliteit Wijzigingen Contractvorming Risico
Innovaties Veiligheid Integraliteit Controle Toezicht Certificering Projecteigenschappen Belangen Communicatie
Cultuur Vertrouwen Politiek Opdrachtgeverschap Bouwvergunning
Actoren
Leges Publiek
Verzekeren Elimineren Beheersen Accepteren
Procescertificering Productcertificering
Mondeling Post E-mail Telefoon Fax Vergadering
Informatieplan Vrijstellingsplan Art.19 WRO Vergunning op Hoofdlijnen Nagekomen stukken Bouwtoezicht
Algemeen Bouwinspecteurs
Deelgemeente Privaat
Opdrachtgever Architect Adviseur
Constructeur TNO bouw
Aannemers Onderaannemers Hoofdopzichter Leveranciers Proces
Ketenintegratie Overdracht Logistiek/coördinatie Organisatie Projectplanning Pieken Bouwprocesfasen
Kwaliteit en tijdigheid Documentstromen
Programma
Ontwerp
Uitwerking Realisatie
Beheer
Toetsprocesfasen
Sloop Vooroverleg Aanvraag
Technische toets
Initiatief Haalbaarheidsstudie Project definitie Structuurontwerp Voorlopig ontwerp Definitief ontwerp Bestek Prijsvorming Werkvoorbereiding Uitvoering Oplevering Gebruik Renovatie Herontwikkeling Sloop Startvergadering Informatieplan Intake Facturatie Behandeling aanvraag Algemeen Constructie Bouwfysica
63
dS+V / Gemeente Rotterdam
Bijlage 4a Samenwerkingproject 6
Sinds medio 2004 zijn er contacten tussen AVBB-Waterweggebied en de afdeling Bouwtoezicht van de gemeente Rotterdam over de veiligheid van en op de bouw. Stichting SAV€ heeft daarbij een eerste stap gezet door het opstellen van een document dat de probleemsignalering vanuit Bouwtoezicht Rotterdam beschrijft en een voorstel doet voor de te doorlopen stappen. Op de bestuursvergadering van AVBB-Waterweggebied d.d. 19 oktober 2004 heeft de heer Rach (toenmalig hoofd bouwtoezicht) aangegeven in een gezamenlijke werkgroep de problematiek te willen bespreken. Er is afgesproken dat de gemeente Rotterdam een meer brede inventarisatie onder bouwinspecteurs zou uitvoeren om de gesignaleerde problematiek te ondersteunen vanuit de praktijk. Op de ledenvergadering van 28 oktober 2004 heeft de heer Rach eveneens over dit thema gesproken en werd het met instemming ontvangen. Geconcludeerd kan worden dat er herkenning is van de problematiek. In de december 2004/januari 2005 is de inventarisatie onder bouwinspecteurs naar de problemen in de uitvoering van bouwprojecten met betrekking tot de veiligheid uitgevoerd. Naar het oordeel van de afdeling Bouwtoezicht van Rotterdam is er regelmatig sprake van dat aannemers onacceptabele risico’s nemen door delen van bouwwerken uit te voeren in afwijking van de bouwvergunning of uit te voeren eerder dan goedkeuring is verkregen door bouwtoezicht. In een brief aan AVBB-Waterweggebied d.d. 28 februari 2005 is de inventarisatie onder bouwinspecteurs samengevat in 9 punten (zie bijlage 6). In een bespreking van Bouwtoezicht Rotterdam met vertegenwoordigers van Bouwend Nederland op 12 april 2005 is de besloten deze GDR sessie te houden. De GDR sessie heeft als resultaat een consensus over de problematiek en de belangrijkste oorzaken. Het biedt een overzicht van de meest haalbaar en kansrijk geachte oplossingen.
Processturing bouwen
1 december 2004
FASE I
9 mei 2005
FASE II
Oktober 2004
FASE III
Start werkgroep
Rapportage
GDR sessie
Startnotitie
Veilig Bouwen Rotterdam
Het samenwerkingstraject van bouwtoezicht Rotterdam met het Verbond van bouwbedrijven (AVBB/Bouwend Nederland) maakt een integraal onderdeel uit van het ADMS-onderzoek. De bijdrage van het onderzoek bestaat uit de organisatie van de bijeenkomst, het rapporteren van die bijeenkomst en de start van een werkgroep. Het ADMS-onderzoek betreft een eindig project en fungeert als katalysator van het samenwerkingstraject ‘Veilig bouwen Rotterdam’ (VBR).
27 juni 2005
23 augustus 2005
Figuur 6.1. relatie VBR en bedrijfsopdracht
6 AVBB – Algemeen Verbond Bouwbedrijf; AVBB-waterweggebied zal in de loop van 2005 wegens fusie van landelijke organisaties wijzigen in bouwend Nederland afd. Rijnmond.
64
dS+V / Gemeente Rotterdam
Bijlage 4b Deelnemers GDR-sessie Bouwbedrijven Bouwend Nederland C. Vermeulen Era Bouw BV Zoetermeer D. van der Graaf* Aannemingsbedrijf N. van der Graaf BV J. Janssen Dura Vermeer Bouw Rotterdam BV H.J. van der Mark* Ballast Nedam Bouw West BV D. Kraaijenbrink TBI Beton- en Waterbouw Voormolen BV R.J. van der Vlist Volker Bouwmaatschappij BV W. Meijer Kon. aannemingsmaatschappij Van Waning Afdeling Bouwtoezicht Rotterdam Mevr. N. van Eeden M. de Jonge D.C.W. Bezemer* A.C.M. Oudshoorn R.N.M.H.E. van den Barselaar E. Scheidema M. Dubbeldeman*
Bouwtoezicht Rotterdam Bouwtoezicht Rotterdam Bouwtoezicht Rotterdam Bouwtoezicht Rotterdam Bouwtoezicht Rotterdam Bouwtoezicht Rotterdam Bouwtoezicht Rotterdam
Begeleiders B. Bongers L.S. Erkelens O. van Megchelen W. van Pelt
Digital Port Rotterdam TU/e i.o.v. Bouwtoezicht Rotterdam Stichting SAV€ Bouwend Nederland Rijnmond
* tevens deelnemer werkgroepoverleg 24 augustus 2005
65
dS+V / Gemeente Rotterdam
Bijlage 5 Resultaat interviews bouwbedrijven In de voorbereiding op de Group Decision Room (GDR) sessie van Bouwtoezicht Rotterdam met Bouwend Nederland Rijnmond zijn door Leon Erkelens 7 diepte-interviews gehouden. Op basis van dit materiaal zal Bouwend Nederland proberen in 1 document aan te geven waar naar hun oordeel de belangrijkste problemen liggen met betrekking tot de veiligheid van het bouwen in Nederland en Rotterdam in het bijzonder.
Enquête Tijdens de diepte-interviews is een vergelijkbare vragenlijst (enquête) aan de geïnterviewden voorgelegd zoals die eerder aan bouwinspecteurs van de afdeling Bouwtoezicht van Rotterdam was voorgelegd. Opvallend uit de resultaten hiervan is dat de huidige situatie overwegend positief wordt beoordeeld. Niet overtuigend positief is het oordeel over de volgende punten: - Brandweer: 2 van de geïnterviewden geven aan dat de rol van de brandweer beneden peil is. Eveneens geven 2 aan dat de situatie tevens verslechterd. - Tijdige beschikbaarheid van tekeningen en berekeningen: 2 van de geïnterviewden geven aan dat deze tijdigheid vanuit bouwtoezicht beneden peil is. Er is hierbij geen sprake van een verslechterende trend. - Juistheid van maatvoering en detaillering: veel geïnterviewden gaven aan dat dit twee verschillende onderwerpen betreft. De negatieve beoordeling (3x negatieve trend) heeft voornamelijk betrekking op de detaillering van bestektekeningen. Uit de verslagen van de diepte-interviews volgt hieronder een opsomming van aandachtspunten die naar het oordeel van Leon Erkelens relevant zijn. Hierbij dient te worden opgemerkt dat deze opsomming geen aandacht geeft aan de zaken die goed gaan waardoor het risico bestaat dat een te negatieve indruk ontstaat. De gemiddelde toon van de interviews is overwegend positief.
Algemeen - Bouwen als activiteit is inherent risicovol. - De trend om in steeds kortere tijd te bouwen vergroot de kans op fouten. - Waar mensen werken worden fouten gemaakt. Fouten worden niet altijd toegegeven. - Invoering van de VCA (Veiligheid Checklist Aannemers) heeft veel verbetering gebracht, maar de naleving laat nog te wensen over. - Benodigde stukken worden niet door partijen uit zichzelf aangeleverd. - Wijzigingen door veranderende wensen van de opdrachtgever of gebruiker leveren een problematische relatie met de uitvoering. - Aandacht voor de veiligheid van passanten is vooral bij projecten die tamelijk ad-hoc worden uitgevoerd beneden peil. - Weinig projecten hebben een dagelijkse toezichthouder/opzichter en de directievoering is vaak tamelijk administratief. Afdeling Bouwtoezicht - Klantvriendelijk denken is bij bouwtoezicht op directieniveau ingezet, maar op werkvloerniveau nog niet altijd ten uitvoer gebracht. - Contact met ambtenaren die niet het mandaat hebben om besluiten te nemen, maakt lichte afwijking van de norm in bijzondere situaties moeizaam. - De aanvullende eisen van brandweer en bouwtoezicht die bij innovatieve oplossingen laat in het proces naar voren komen, hebben kostenconsequenties waarvan het niet duidelijk is wie dat moet gaan betalen. - De rol van bouwtoezicht is minder groot dan vroeger. Toen controleerde bouwtoezicht meer op keuren van wapening, onderdelen in het werk, berekeningen en dergelijke. - Goedkeuring van de tekeningen door bouwtoezicht laat nogal eens op zich wachten. - Bouwtoezicht voert weinig controle uit op de cruciale momenten en is zelden aanwezig bij cruciale overleggen zoals het hei overleg.
66
dS+V / Gemeente Rotterdam
-
De indruk bestaat dat bouwtoezicht te kampen heeft met een capaciteitsprobleem.
Brandweer - In het oordeel van de brandweer komt teveel willekeur voor; er is behoefte aan duidelijkheid en eensluidendheid. - Kennisniveau van de brandweer is niet altijd voldoende om het brandveiligheidsplan van de verzekeringsmaatschappij te toetsen. - De brandweer begrijpt te weinig van het bouwproces. - Door het optreden van de brandpreventiecommissie is er steeds minder ruimte voor vroegtijdig vooroverleg. Opdrachtgever - De opdrachtgever is vaak laat met beslissen en wil altijd wat anders. - In de opdrachtverlening wordt niet altijd duidelijk aangegeven waar de verantwoordelijkheden liggen. - Sommige opdrachtgevers leggen geen prioriteit bij de constructie en laten de verantwoordelijkheid daarvan gewoon bij de constructeur liggen. - In veel projecten maakt de opdrachtgever onvoldoende budgettaire ruimte vrij voor volledige opdrachten. - Voor steeds meer opdrachtgevers is niet het bestek het contractstuk, maar de verkoopbrochure. - De aansturing van adviseurs is afhankelijk van de professionaliteit van de opdrachtgever. Architect - Kwaliteit van de tekeningen van de architect gaat achteruit. - Architecten houden onvoldoende rekening met de uitvoerbaarheid van hun ontwerp. Aannemer - Uitvoerders moeten bescheiden zijn over hun kennis en weten wanneer externe expertise nodig is. - De aannemers hebben onvoldoende verstand van constructies om de verantwoordelijkheid geheel te nemen. - Projectleiders op projecten hebben de neiging de veiligheid ondergeschikt te laten zijn aan het productiewerk. - Op projecten in bouwcombinaties worden niet altijd de beste mensen gezet omdat de prioriteit bij eigen projecten ligt. - Sommige aannemers menen (nog steeds!) dat ze gevrijwaard zijn op het moment dat ze een stempel van bouwtoezicht hebben. - Aannemers zijn vaak niet op de hoogte van de achtergrond van een project. Adviseur - Constructeur heeft wel oog voor de veiligheid van de constructie, maar nauwelijks voor de veiligheid van de montage. - In de uitvoeringsfase heeft de adviseur meestal zijn budget al grotendeels opgemaakt waardoor zijn bijdrage in deze fase verschraalt. - Adviseur kan onvoldoende een vuist maken naar de opdrachtgever om het noodzakelijke budget vrij te maken. Onderaannemers/leveranciers - De tijdigheid is voornamelijk een probleem doordat leveranciers en onderaannemers niet volgens de planning van de hoofdaannemer werken. - Onderaannemers zijn minder betrokken bij een project. Het wisselen van ploegen verstoort regelmatig de continuïteit van het werk. - Helaas is het zo dat bouwplaatsmedewerkers vaak ongeïnteresseerd zijn en het daarom nodig is controle te organiseren. - Bij onderaannemers is er een sterk verschil tussen vakgroepen. Schilders bijvoorbeeld werken steeds veiliger, terwijl bij metselaars de situatie slecht is zonder verbeteringen.
67
dS+V / Gemeente Rotterdam
Bijlage 6 Aandachtspunten Bouwtoezicht: Onderstaande negen punten werden in de brief aan AVBB-Waterweggebied naar voren gebracht als resultaat van het onderzoek onder bouwinspecteurs. 1. De kwaliteit van de projectorganisatie is een aandachtspunt. Bij bouwwerken van geringere omvang wordt de professionaliteit soms als gering ervaren. Bij de organisatie van de uitvoering van grotere werken wordt de coördinatie in meerdere gevallen als te zwak ervaren. 2. Het ontbreken van één aanspreekpunt op de bouw voor wat betreft de verantwoordelijkheid voor de totale constructie (hoofdconstructeur) is een belangrijk kritiekpunt. 3. Onderaannemers zijn vaak onvoldoende op de hoogte van de inhoud van de bouwvergunning en de er aan ten grondslag liggende voorschriften. 4. De tekeningen waarmee onderaannemers, bijvoorbeeld installateurs, werken, zijn in veel gevallen niet actueel, met als gevolg dat bij de gemeente verschillende tekeningen worden ingediend. 5. In de praktijk is er geen goede coördinatie tussen de leveranciers van verschillende onderdelen, waardoor geen inzicht bestaat in de consequenties van gemaakte keuzes. 6. De aandacht voor de bouwfysische details van een bouwwerk is door de bank genomen onvoldoende. 7. De in de bouwvergunning gevraagde nadere gegevens worden in het algemeen te laat ingediend. Het komt voor dat een onderdeel reeds gerealiseerd is voor de tekeningen en berekeningen door het Bouwtoezicht zijn goedgekeurd. 8. Er wordt soms in afwijking van de verleende vergunning gebouwd, waardoor de vertrouwensbasis wordt aangetast. 9. De tijdigheid van informeren over de voortgang van het werk en de kritieke keuringen wordt minder. Bouwend Nederland: Naar aanleiding van de resultaten van de diepte-interviews is een reactie vanuit Bouwend Nederland geformuleerd. Hieronder volgen 9 punten die een schets geven van de problemen die vanuit de bouwbedrijven worden gezien. 1. Bouwen is complex en inherent risicovol. Er zijn veel (steeds meer) partijen bij betrokken en communicatie en coördinatie is een kritische succesfactor. 2. De bouwtijd staat sterk onder druk. Opdrachtgevers willen steeds sneller return-oninvestment. Veelvuldige wijzigingen in een laat stadium vergroten de tijdsdruk. De kans op "fouten" neemt daardoor toe. 3. Bouwers hebben in hun procesbeheersing, onder andere door ISO- en VCAcertificeringen, grote stappen voorwaarts gemaakt. Toch kan de veiligheid tijdens de uitvoering onder druk komen staan vanwege de nadruk op kosten- en tijdsbeheersing. 4. Het wordt als een probleem ervaren dat de constructeur tijdens de uitvoeringsfase slechts beperkt aanwezig c.q. beschikbaar is. Oorzaak is vaak een incomplete opdracht vanuit de opdrachtgever. 5. Constructeurs en architecten hebben niet altijd voldoende aandacht voor de veiligheid van de montage. 6. Een belangrijk aandachtspunt is de aansturing van en afstemming tussen onderaannemers en leveranciers. Dit speelt sterker in de afbouwfase gezien het grotere aantal onderaannemers, de onderlinge afhankelijkheid en beperkter toezicht door de hoofdaannemer. 7. De actieve rol van bouwtoezicht tijdens de uitvoering is sterk afgenomen. De doorlooptijd van activiteiten van BoWoTo laat te wensen over waardoor de uitvoering soms in afwijking van of vooruitlopend op de vergunning plaatsvindt. Er is niet in alle gevallen eenduidigheid over wat wel en niet kan. 8. Kennis en deskundigheid van de brandweer en de kwaliteit en tijdigheid van afstemming met andere partijen laat te wensen over.
68
dS+V / Gemeente Rotterdam
Bijlage 7 Toezichtmatrix vereniging BWT
69
dS+V / Gemeente Rotterdam
Bijlage 8a Enkele resultaten GDR Deze bijlage bevat een typisch resultaat zoals die uit de GDR-sessie naar voren is gekomen. In de rapportage die naar aanleiding van de sessie op 25 mei 2005 heeft plaatsgevonden zijn alle resultaten in de bijlage opgenomen.
Resultaten voor ‘Tijdigheid’ volgens ‘Urgentie’ - 12 knelpunten ingevoerd - Hoogste urgentie 4.9 - Afgeleide hoofdprobleem: Wijzigingen brengt tijdigheid in gevaar Rang µ
σ
#
Idee
Cluster: Niet-geclusterde ideeën 1
4.9 0.8 6.5
2
4.9 0.7 6.11 Tek/ber worden te laat bij bouwtoezicht ingediend om adequat te kunnen toetsen en in te kunnen grijpen
3
4.8 0.9 6.7
wijzigingen brengt tijdigheid in gevaar
4
4.7 1.1 6.8
Door bwt gevraagde stukken (zie vergunning voorwaarden) worden vaak niet op tijd aangeleverd.
5
4.6 1.1 6.1
leveranciers leveren tekeningen en berekeningen niet op tijd
6
4.6 1.2 6.12 Planningen worden te weinig als stuurmiddel gehanteerd. De startdatum blijft ondanks een eventuele achterstand gehandhaafd. Met alle gevolgen voor het tijdig aanleveren.
7
4.5 1.6 6.6
8
4.4 1.2 6.10 Er wordt steeds minder tijd uitgetrokken voor het werk, waardoor tijdig leveren moeizaam wordt
9
4.3 1.5 6.9
Veel is te herleiden tot communicatie en het gebruik van dezelfde gegevens.
10
4.1 1.2 6.4
De tijdigheid wordt in sterkte mate beinvloed in het ontwerpstadium.
11
3.9 1.3 6.2
bouwtoezicht reageert traag
12
3.7 1.8 6.3
Melding crusiale momenten in de bouw zou meer via de mail moeten gaan
70
Goede planning kan tijdigheid verbeteren.
de aannemers kunnen weken over onderdelen discusseren en verwachten dat bouwtoezicht dezelfde dag uitsluitsel geeft
zeer laag
zeer hoog
dS+V / Gemeente Rotterdam
Resultaten voor ‘Wacht- en bijwoonpunten’ volgens ‘Urgentie’ - 9 knelpunten ingevoerd - Hoogste urgentie 5.0 - Afgeleide hoofdprobleem: Ontbreken startoverleg Rang µ
σ
#
Idee
zeer laag
zeer hoog
Cluster: Niet-geclusterde ideeën 1
5.0 0.8 8.10 De constructeur komt te weinig op de bouwplaats om het geheel buiten te volgen
2
5.0 1.0 8.4
Elk te starten bouwwerk moet beginnen met een start gesprek. BT en aannemer geven in startgesprek aan wat de wacht en bijwoonpunten zijn.
3
4.9 0.8 8.6
Er is bij de start van het werk geen overleg waarbij vastgesteld wordt wanneer BWT ingelicht wil worden voor controle, welke stukken op welk moment ingediend moeten worden etc
4
4.7 1.3 8.5
Lijst samenstellen van wacht - en bijwoonpunten
5
4.7 1.1 8.3
er zou duidelijker moeten worden aangegeven wat voor BT de gewenste wacht- en bijwoonpunten zijn
6
4.7 1.3 8.8
De constructeur wordt qua honorarium uit geknepen door de markt en zal in zijn aanbieding minder service aanbieden.
7
4.5 0.9 8.9
Het tijdig aangeven van wacht en bijwoonpunten laat te wensen over.
8
4.5 1.5 8.7
Aannemers moeten soms zelf het initiatief nemen voor startbesprekingen.
9
4.4 1.2 8.1
bouwtoezicht is zelden aanwezig bij wachten bijwoonpunten
71
dS+V / Gemeente Rotterdam
Bijlage 8b Overzicht oplossingen GDR Probleem P1
P2
P3
P4
P5
P6
P7
P8
P9
Oplossing 1. Helder vastleggen van de taken en verantwoordelijkheden van de coördinator Coördinator moet de enige verantwoordelijke zijn Wettelijk verplicht stellen van een coördinator Coördinator moet controle op het werk uitvoeren Aanstelling van de coördinator opnemen in bestek Wettelijke verplichting regelen via VROM 2. Helder vastleggen van een relatieschema Structuur ontwerpen met rolverdeling i.r.t. onderdelen van een werk 1. Vooraf duidelijk communiceren wat de consequenties zijn van wijzigingen later in het proces. Opstellen van een processchema met partijen, acties en termijnen Ruimte maken in planning Wijzigingsruimte contractueel (bijvoorbeeld in aanbieding) vastleggen 2. Harde lijn volgen bij optreden van wijzigingen Naast extra bouwkosten ook extra bouwtijd rekenen.
direct X
X X X X X X X X X X X X X X X
1. Indienen van stukken prominent opnemen in planning 2. Sanctioneren Heldere gezamenlijke planning Bewaken van de tijdigheid 3. Analyseren oorzaken Redelijkheid termijnen duidelijk krijgen
X X X X
1. Betrekken bouwfysische aspecten Adviseur bouwfysica bij startvergadering Buitencontroles door specialisten 2. Opleiding Basiskennis bij alle partijen Kennisbank met praktijkvoorbeelden van goed en fout
X
1. Voorbespreken van de gevolgen van wijzigingen Aanstellen van een wijzigingscoördinator Uitvoeren van risico analyse van de gevolgen van wijzigingen 2. Wijzigingen meer koppelen aan bouwtijdverlenging i.p.v. financiële tegemoetkoming
X
1. Inzichtelijk maken van de rol van bouwtoezicht Overzicht maken van verwachtingen en rol BT Prioriteiten in relatie tot controleactiviteiten duidelijk maken Documentatie BT Een vaste persoon per werk 2. Wederzijds begrip tot stand brengen Openheid over te verwachten problemen
X
1. Betrek de brandweer bij het vooroverleg Een vaste persoon van de brandweer aan project koppelen 2. Geef brandveiligheid voldoende aandacht Meer aandacht voor de voorwaarden zoals beschreven in de vergunning Inschakelen van deskundige bureau’s 3. Maak de regelgeving eenduidig Landelijke uitgangspunten m.b.t. aanvullende eisen Opzetten van een gezamenlijke databank
X X X
X X
X X X X X
X X X
X X X X X X X X X X X X X X X X
Direct Oplossingen die direct in samenwerking tussen Bouwtoezicht en Bouwbedrijf zijn aan te pakken Indirect Oplossingen die na betrekken van opdrachtgever en ketenpartners zijn aan te pakken Niet Oplossingen die buiten de invloedssfeer van de bouwprojectpartijen liggen
72
niet
X
1. Organiseren van startoverleg en voortgangsbesprekingen Opstellen van een communicatieplan Schriftelijk vastleggen van afspraken Gebruiken van een projectwebsite 2. Erkennen van fouten Dit vraagt om een cultuurverandering
1. Organiseren van startoverleg en voortgangsbesprekingen Introduceren startdocument (uniforme checklist) Moment startoverleg goed kiezen Resultaat startoverleg goed vastleggen Partijen voor startoverleg zo breed mogelijk Afspreken wacht- en bijwoonpunten
indirect
X X X X
dS+V / Gemeente Rotterdam
Bijlage 9 Tekst notitie coördinerend constructeur Het voorstel in deze notitie beoogt vanuit de afdeling Bouwtoezicht van Rotterdam een stimulans te geven aan de opdrachtgevers van grote bouwprojecten door middel van volledige contractering van een coördinerend constructeur de kwaliteit en veiligheid van de bouw te bevorderen.
Constatering Binnen de bouwwereld wordt het tekort aan integraliteit van het constructieve ontwerp erkend. De gevolgen hiervan zijn genoeglijk bekend. Foutieve en onvolledige informatie zijn de hoofdoorzaak van de hoge faalkosten in de bouw en de instorting van balkons in Maastricht toont aan dat in het ergste geval zelfs de veiligheid van de gebruikers in het geding is. Naar het inzicht van het OBC van de afdeling Bouwtoezicht Rotterdam ligt de oorzaak van het probleem voor een aanzienlijk deel in het ontbreken van een coördinerend constructeur. Over de huidige situatie dienaangaande kan het volgende worden geconstateerd: - Er is sprake van fragmentatie in de bouw waardoor onduidelijk is waar de verantwoordelijkheden liggen - Er is sprake van een scherpe prijsconcurrentie in de aanbesteding van constructief advieswerk - Er is veelal onvoldoende aandacht voor de onderlinge aansluiting van constructieve elementen van verschillende leveranciers - Er is veelal onvoldoende aandacht voor de consequenties voor de hoofddraagconstructie van wijzigingen in het ontwerp - Er is veelal geen controle op het werk door de ontwerper van de hoofddraagconstructie De gevolgen van deze situatie is voor het OBC dagelijks merkbaar in de weinig integrale kwaliteit van de ingediende bescheiden. De rol van integrator lijkt daarmee steeds meer bij het OBC te liggen, terwijl dat niet hun taak is.
Overweging De afdeling Bouwtoezicht van Rotterdam kan de aanwezigheid van een coördinerend constructeur koppelen aan de mogelijkheid van legeskorting. Een dergelijke korting op basis van het verwachte minderwerk voor OBC kan een stimulans zijn voor de opdrachtgever om een expliciete afweging te maken met betrekking tot de contractering van de constructeur. De verwachting is dat investeren in advieswerk en toezicht zich zullen vertalen in lagere faalkosten en een betere kwaliteit. De eerdere verwachting dat het ministerie van VROM via de indieningsvereisten aanvraag bouwvergunning (Biab) de coördinerend constructeur verplicht zou stellen gaat niet geëffectueerd worden. Voorstel Een opdrachtgever kan voor korting op de legeskosten in aanmerking komen wanneer met betrekking tot de constructie een coördinerend constructeur is aangewezen die voldoet aan de volgende eisen: - De coördinerend constructeur draagt volledige verantwoordelijkheid voor de draagconstructie en heeft dus een volledig contract, inclusief controles op het werk - De coördinerend constructeur krijgt ruimte in tijd en geld voor de procesmatige inpassing van de constructieve gevolgen van wijzigingen in het project - De coördinerend constructeur is verantwoordelijk voor het tijdig indienen van de nagekomen stukken Een opdrachtgever zal een extra aanslag op de legeskosten opgelegd krijgen wanneer de kwaliteit en tijdigheid van de ingediende stukken ver beneden de normen liggen en desalniettemin met uitvoering van het project wordt voortgegaan. Dit betreft een sanctionerende maatregel die voorafgaat aan de stillegging van een bouwwerk.
73
dS+V / Gemeente Rotterdam
Bijlage 10 Tekst notitie kennisdeling uitvoeringscontrole Het voorstel in deze notitie beoogt voor de werkzaamheden van het bureau Uitvoeringscontroles van de afdeling Vergunningen van de dS+V / Gemeente Rotterdam een vorm te bieden die kennisdeling van de verschillende inspecteurs bevordert.
Constatering Vanuit het onderzoek naar de rol van bouwtoezicht tijdens het proces van vergunningverlening tot oplevering is naar voren gekomen dat met betrekking tot de uitvoeringscontroles - onvoldoende eenduidigheid is in de werkwijze van de inspecteurs - door de marktpartijen willekeur wordt ervaren - de relatie met de verleende vergunning complex is De oorzaak hiervan ligt voor een deel in de versnipperde proceskennis over wat de handelingsopties van de inspecteur zijn in probleemsituaties die zich voordoen. In het teamoverleg is over het algemeen onvoldoende ruimte om inhoudelijk met kennisdeling bezig te zijn. Verder is het zo dat in die situatie nog steeds de verschillen tussen de teams aanzienlijk zijn. Met andere woorden: de kennisstroom is onvoldoende op gang. De proceskennis blijft teveel bij personen of binnen teams hangen. Overweging Door de reorganisatie van de afdeling Bouwtoezicht is een situatie ontstaan waarin de uitvoeringscontroles worden uitgevoerd door een bureau dat zich specifiek hierop richt. Doel hiervan is het nadrukkelijk reserveren van capaciteit voor de uitvoeringscontroles en het specialiseren van de betreffende inspecteurs. Dit momentum kan worden gebruikt om een vorm te vinden waarin de geconstateerde problemen kunnen worden aangepakt door het in gang zetten van een gestructureerde kennisdeling over hoe te handelen in de probleemsituaties. Dit betreft een cultuurverandering met betrekking tot de huidige situatie. Voorstel Het houden van kennisbijeenkomsten met alle bouwinspecteurs van het bureau uitvoeringscontroles. Op deze bijeenkomsten wordt aan de hand van recente praktijkvoorbeelden of specifieke pilots met elkaar gediscussieerd over de aanpak van een opgetreden probleemsituatie. De verantwoordelijke inspecteur heeft daarin de rol van probleemhebber. In de voorbereiding van de bijeenkomst kan het stafbureau worden gevraagd voor ondersteuning. Doel van de discussie is om vanuit de gedeelde proceskennis te komen tot een geoptimaliseerde aanpak voor de problematische situatie. Door het regelmatig plenair bespreken van de aanpak zal de werkwijze van buiteninspecteurs steeds meer worden geüniformeerd. De resultaten worden vastgelegd in de werkinstructie van het kwaliteitshandboek. Voor een bredere kennisdeling kunnen buiteninspecteurs van andere gemeenten worden uitgenodigd deze bijeenkomsten bij te wonen.
74